NL1037941C2 - PAIRING SYSTEM USED IN A VEHICLE AND VEHICLE FITTED WITH SUCH A PAIRING SYSTEM. - Google Patents

PAIRING SYSTEM USED IN A VEHICLE AND VEHICLE FITTED WITH SUCH A PAIRING SYSTEM. Download PDF

Info

Publication number
NL1037941C2
NL1037941C2 NL1037941A NL1037941A NL1037941C2 NL 1037941 C2 NL1037941 C2 NL 1037941C2 NL 1037941 A NL1037941 A NL 1037941A NL 1037941 A NL1037941 A NL 1037941A NL 1037941 C2 NL1037941 C2 NL 1037941C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coupling
disc
operating
vehicle
coupling system
Prior art date
Application number
NL1037941A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Maas Beek
Original Assignee
Maka Ind
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maka Ind filed Critical Maka Ind
Priority to NL1037941A priority Critical patent/NL1037941C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1037941C2 publication Critical patent/NL1037941C2/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16DCOUPLINGS FOR TRANSMITTING ROTATION; CLUTCHES; BRAKES
    • F16D41/00Freewheels or freewheel clutches
    • F16D41/18Freewheels or freewheel clutches with non-hinged detent
    • F16D41/185Freewheels or freewheel clutches with non-hinged detent the engaging movement having an axial component
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K9/00Children's cycles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Mechanical Operated Clutches (AREA)

Description

p <*p <*

Titel: Koppelsysteem ten gebruike bij een voertuig alsmede een voertuig voorzien van een der gelijk koppelsysteemTitle: Coupling system for use with a vehicle as well as a vehicle fitted with such a coupling system

De uitvinding heeft betrekking op een koppelsysteem ten gebruike bij een voertuig zoals bijvoorbeeld een skelter. De uitvinding betreft tevens een voertuig voorzien van een dergelijk koppelsysteem.The invention relates to a coupling system for use with a vehicle such as, for example, a go-kart. The invention also relates to a vehicle provided with such a coupling system.

5 Er is uit de praktijk een skelter bekend die is voorzien van een aandrijving met een cranksamenstel met trappers, een aandrijfkettingwiel dat is verbonden met het cranksamenstel, een ketting en een aangedreven kettingwiel dat via een freewheel is verbonden met een wielas waarop twee aandrijfwielen zijn bevestigd. Wanneer naar voren wordt getrapt blokkeert 10 het freewheel en wordt de wielas aangedreven. Wanneer naar achteren wordt getrapt, ontkoppelt het freewheel en laat het vrije rotatie van het aangedreven kettingwiel ten opzichte van de wielas toe. Het is uit de praktijk tevens bekend dat tussen het aangedreven kettingwiel en de wielas een koppelsysteem is voorzien dat een rotatiekoppeling tussen het 15 aangedreven kettingwiel en de wielas tot stand kan brengen, zodanig dat bij achteruittrappen, de wielas ook wordt aangedreven. De gebruiker kan dan dus in gekoppelde toestand van het koppelsysteem achteruitrijden. In de ontkoppelde toestand werkt het freewheel, zodat de gebruiker, ook wanneer de skelter naar voren rijdt toch zijn trappers stil kan houden, hetgeen uit 20 veiligheidsoverwegingen belangrijk kan zijn. De bekende skelter is voorzien van een bedieningssamenstel in de vorm van een hefboom met een koppelstang met gaffel om het koppelsysteem van de ontkoppelde stand naar de gekoppelde stand te brengen en vice versa.A go-kart is known from practice which is provided with a drive with a crank assembly with pedals, a drive sprocket that is connected to the crank assembly, a chain and a driven sprocket that is connected via a freewheel to a wheel axle on which two drive wheels are mounted . When pedaling forward, the freewheel blocks and the wheel axle is driven. When pedaling backwards, the freewheel disengages and allows free rotation of the driven sprocket relative to the wheel axle. It is also known from practice that a coupling system is provided between the driven sprocket and the wheel axle, which coupling system can establish a rotation coupling between the driven sprocket and the wheel axle, such that with reverse pedaling, the wheel axle is also driven. The user can then reverse in the coupled state of the coupling system. In the decoupled state the freewheel works, so that the user can still keep his pedals still, even when the go-kart is moving forward, which can be important for safety reasons. The known go-kart is provided with an operating assembly in the form of a lever with a coupling rod with fork for bringing the coupling system from the uncoupled position to the coupled position and vice versa.

Een bezwaar van het bekende koppelsysteem is dat de koppeling 25 vaak niet tot stand kan worden gebracht. In de praktijk moet de gebruiker zijn trappers enigszins roteren en tegelijkertijd een kracht op de 1 03 79 41 2 bedieningshefboom uitoefenen om het koppelsysteem in de gekoppelde stand te kunnen brengen. Dit gemanipuleer met trappers en bedieningshefboom is ongunstig voor het bedieningsgemak en ergert de veelal jonge gebruikers. Een ander bezwaar van het bekende koppelsysteem wordt gevormd door de 5 koppelstang met gaffel die een aanzienlijke wrijving veroorzaakt tijdens het rijden en bovendien vrij zwaar te bedienen is.A drawback of the known coupling system is that the coupling 25 often cannot be established. In practice, the user must rotate his pedals slightly and at the same time exert a force on the operating lever to be able to bring the coupling system into the coupled position. This manipulation with pedals and control lever is unfavorable for the ease of use and annoys mostly young users. Another drawback of the known coupling system is the coupling rod with fork, which causes considerable friction during driving and, moreover, is relatively heavy to operate.

De uitvinding beoogt een nieuw koppelsysteem waarbij de hierboven beschreven bezwaren zijn opgeheven of althans verminderd onder 10 behoudt van de voordelen van het bekende systeem.The invention contemplates a new coupling system in which the above-described drawbacks have been eliminated or at least reduced while retaining the advantages of the known system.

Daartoe verschaft de uitvinding een koppelsysteem volgens conclusie 1.To this end, the invention provides a coupling system according to claim 1.

Tevens verschaft de uitvinding een voertuig volgens conclusie 9.The invention also provides a vehicle according to claim 9.

15 Met het koppelsysteem volgens de uitvinding wordt het in achteruitzetten van het koppelsysteembedieningssamenstel veel eenvoudiger omdat het vrijwel nooit gebeurt dat de koppelschijven niet in de goede stand ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd. De gebruiker kan derhalve zonder problemen het voertuig in “achteruit” zetten. Bovendien 20 kan het koppelsysteem tegen relatief geringe kosten worden vervaardigd, hetgeen met name in de marktsegment van voertuigen zoals skelters van groot belang is. Verder is er geen wrijving tussen de koppelstang van het bedieningssamenstel en het koppelsysteem tijdens het rijden en kan een lichte bediening worden gerealiseerd.With the coupling system according to the invention, it is much simpler to reverse the coupling system operating assembly because it is almost never the case that the coupling discs are not positioned in the correct position relative to each other. The user can therefore "reverse" the vehicle without any problems. Moreover, the coupling system can be manufactured at relatively low costs, which is of great importance in particular in the market segment of vehicles such as go-karts. Furthermore, there is no friction between the coupling rod of the operating assembly and the coupling system during driving and a light operation can be realized.

25 In een eerste uitvoeringsvorm kunnen de aangrijpmiddelen ten minste één koppelpen omvatten die vast is verbonden met de ene van de eerste en de tweede koppelschijf en kunnen de aangrijpmiddelen ten minste één koppelsleuf omvatten die is geassocieerd met de ten minste ene koppelpen en die is voorzien in de andere van de eerste en de tweede 30 koppelschijf, waarbij de koppelsleuf zich uitstrekt langs eenIn a first embodiment the engaging means can comprise at least one coupling pin which is fixedly connected to the one of the first and the second coupling disc and the engaging means can comprise at least one coupling slot which is associated with the at least one coupling pin and which is provided in the other of the first and the second coupling disc, wherein the coupling slot extends along one

I II I

3 cirkelsegmentvormige baan waarvan een hartlijn samenvalt met de centrale langshartlijn. Als gevolg van de aanwezigheid van de cirkelsegmentvormige baan waarlangs de sleuf zich uitstrekt, kan de daarmee geassocieerde pen daarin in worden op genomen in het merendeel van de mogeüjke onderlinge 5 rotatieve posities die de eerste en de tweede koppelschijf ten opzichte van elkaar kunnen innemen. Bij het terugtrappen zal vervolgens de pen in de cirkelsegmentvormige sleuf even vrijlopen totdat deze tegen het uiteinde van de sleuf aanbeweegt waarna de rotatieve koppeling tussen de eerste en de tweede koppelschijf tot stand is gebracht en achteruit kan worden 10 gereden.3 circle segment-shaped path of which a center line coincides with the central longitudinal center line. As a result of the presence of the circle segmental path along which the slot extends, the associated pin can be received therein in the majority of the possible mutual rotational positions that the first and the second coupling disc can occupy relative to each other. When kicking back, the pin in the circle segment-shaped slot will then be released for a short time until it moves against the end of the slot, whereafter the rotary coupling between the first and the second coupling disc is established and can be driven backwards.

In een tweede uitvoeringsvorm kunnen de aangrijpmiddelen een vertanding of dergelijke regelmatige profilering op de eerste koppelschijf omvatten die is aangebracht op een zijde van de eerste koppelschijf die is gekeerd naar de tweede koppelschijf en kunnen de aangrijpmiddelen een 15 vertanding of dergelijk regelmatige profilering op de tweede koppelschijf omvatten die is aangebracht op een zijde van de tweede koppelschijf die is gekeerd naar de eerste koppelschijf, waarbij de respectieve vertandingen of regelmatige profileringen zodanig zijn uitgevoerd dat deze in een naar elkaar toe bewogen, gekoppelde stand van de eerste en de tweede 20 koppelschijf een rotatieve koppeling tussen de eerste en de tweede koppelschijf realiseren, en waarbij de vertanding of dergelijke profilering zodanig is uitgevoerd dat deze een naar elkaar toe bewegen van de eerste koppelschijf en de tweede koppelschijf toelaten in het merendeel van de mogelijke onderlinge rotatieve posities die de eerste en de tweede 25 koppelschijf ten opzichte van elkaar kunnen innemen.In a second embodiment, the engaging means may comprise a toothing or similar regular profiling on the first coupling disc mounted on one side of the first coupling disc facing the second coupling disc and the engaging means may comprise a toothing or similar regular profiling on the second coupling disc comprise those mounted on one side of the second coupling disc facing the first coupling disc, the respective teeth or regular profiles being designed such that, in a moved, coupled position of the first and the second coupling disc, they realize a coupling between the first and the second coupling disc, and wherein the toothing or similar profiling is designed such that they allow the first coupling disc and the second coupling disc to move towards each other in the majority of the possible mutual rotational positions that the first and the tweed be able to take up the coupling disc in relation to each other.

Dit uitvoeringsvoorbeeld heeft als bijkomend voordeel bovenop de voordelen van het eerste uitvoeringsvoorbeeld dat de rotatieve koppeling tussen de eerste en de tweede koppelschijf vrijwel zonder of geheel zonder vrijloop direct na het in de naar elkaar toe bewogen stand brengen van de 30 eerste en de tweede koppelschijf tot stand wordt gebracht.This exemplary embodiment has the additional advantage in addition to the advantages of the first exemplary embodiment that the rotary coupling between the first and the second coupling disc virtually without or completely without clearance immediately after bringing the first and the second coupling disc into the moved position towards each other established.

I • 4I • 4

De uitvinding zal aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijziging naar de tekening, nader worden toegelicht.The invention will be further elucidated on the basis of an exemplary embodiment, with reference to the drawing.

Fig. 1 toont een zij-aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een 5 skelter met een uitvoeringsvoorbeeld van het koppelsysteem, waarbij de bedieningshendel zich in de geblokkeerde stand bevindt;FIG. 1 shows a side view of an exemplary embodiment of a go-kart with an exemplary embodiment of the coupling system, the operating handle being in the locked position;

Fig. 2 toont een soortgelijk aanzicht van de skelter waarbij de bedieningshendel zich in de ontkoppelde stand bevindt;FIG. 2 shows a similar view of the go-kart with the control handle in the disengaged position;

Fig. 3 toont een eerste perspectiefaanzicht van een 10 uitvoeringsvoorbeeld van het koppelsysteem met uiteengenomen delen;FIG. 3 shows a first perspective view of an exemplary embodiment of the disconnected coupling system;

Fig. 4 toont een tweede perspectiefaanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld uit Fig. 3 met uiteengenomen delen;FIG. 4 shows a second perspective view of the exemplary embodiment of FIG. 3 with exploded parts;

Fign 5-7 tonen twee perspectiefaanzichten en een zijaanzicht van het koppelsysteem uit Fig. 3 in gekoppelde stand; 15 Fign. 8-10 tonen twee perspectiefaanzichten en een zijaanzicht van het koppelsysteem uit Fig. 3 in ontkoppelde stand; enFigures 5-7 show two perspective views and a side view of the coupling system of Figs. 3 in coupled position; 15 Figs. 8-10 show two perspective views and a side view of the coupling system of FIG. 3 in the uncoupled position; and

Alvorens tot een beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld van het koppelsysteem 50 over te gaan, wordt eerst een voorbeeld van een voertuig, 20 meer in het bijzonder een skelter 10, onder verwijzing naar figuren 1 en 2 beschreven.Before proceeding to a description of an exemplary embodiment of the coupling system 50, an example of a vehicle, more particularly a go-kart 10, is first described with reference to Figures 1 and 2.

Het voertuig 10 is voorzien van een voertuigframe 12, een wielas 14 met ten minste één vast daarmee verbonden aandrijfwiel 16. In figuren 1 en 2 is slechts één aandrijfwiel 16 getoond, opdat het koppelsysteem 50 25 zichtbaar is. Vanzelfsprekend is het voertuig voorzien van een stuur 18 en een zitting 20. Verder is het voertuig voorzien van een aandrijfoverbrenging 22. In het getoonde uitvoeringsbeeld is de aandrijfoverbrenging 22 uitgevoerd als een ketting. In een alternatieve uitvoering kan de aandrijfoverbrenging echter ook worden gevormd door een tandriem, een 30 aandrijfriem of een kardanoverbrenging. Verder is het voertuig 10 voorzien 5 het eerder genoemde koppelsysteem 50 waarvan hierna een uitvoeringsvoorbeeld uitvoerig zal worden besproken. Het koppelsysteem 50 koppelt de aandrijfoverbrenging 22 met de wielas 14.The vehicle 10 is provided with a vehicle frame 12, a wheel axle 14 with at least one drive wheel 16 fixedly connected thereto. In figures 1 and 2 only one drive wheel 16 is shown, so that the coupling system 50 is visible. The vehicle is of course provided with a handlebar 18 and a seat 20. Furthermore, the vehicle is provided with a drive transmission 22. In the embodiment shown, the drive transmission 22 is designed as a chain. In an alternative embodiment, however, the drive transmission can also be formed by a toothed belt, a drive belt or a cardan drive. The vehicle 10 is further provided with the aforementioned coupling system 50, an exemplary embodiment of which will be discussed in detail below. The coupling system 50 couples the drive transmission 22 with the wheel axle 14.

Het voertuig 10 is verder voorzien van een 5 koppelsysteembedieningssamenstel 24, 26 dat is verbonden met het koppelsysteem 50 en van een framekoppelelement 28 dat het koppelsysteem 50 rotatievast verbindt met het voertuigframe 12.The vehicle 10 is furthermore provided with a coupling system operating assembly 24, 26 which is connected to the coupling system 50 and with a frame coupling element 28 which connects the coupling system 50 to the vehicle frame 12 in a rotation-proof manner.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuren 1 en 2, kan het voertuig 10 zijn voorzien van een aandrijving in de 10 vorm van een crankstel 30 met trappers 32. De aandrijfoverbrenging 22, zoals bijvoorbeeld een ketting, tandriem of kardanoverbrenging, vormt een aandrijfverbinding tussen het crankstel 30 en een aandrijfoverbrengingselement 52 van het koppelsysteem 50. Bij de uitvoeringsvorm met het crankstel 30 met trappers 32 laat het 15 koppelsysteem 50 in een ontkoppelde toestand van het koppelsysteem 50 een vrij achteruittrappen toe zonder dat het voertuig 10 in beweging wordt gezet en wordt bij vooruittrappen het voertuig in voorwaartse richting aangedreven. In een gekoppelde toestand koppelt het koppelsysteem 50 ook bij achteruittrappen de aandrijfas 14 rotatievast met het 20 aandrijfoverbrengingselement 52 en daarmee met het crankstel 30, zodat het voertuig 10 bij achteruittrappen achteruit beweegt.In an embodiment, an example of which is shown in figures 1 and 2, the vehicle 10 can be provided with a drive in the form of a crankset 30 with pedals 32. The drive transmission 22, such as for example a chain, toothed belt or cardan drive transmission, forms a drive connection between the crankset 30 and a drive transmission element 52 of the coupling system 50. In the embodiment with the crankset 30 with pedals 32, the coupling system 50 in a disconnected state of the coupling system 50 allows a free reverse kicking without the vehicle 10 moving and with forward pedaling the vehicle is driven in the forward direction. In a coupled state, the coupling system 50 also couples the drive shaft 14 rotationally with the drive transmission element 52 and therefore with the crankset 30, even with reverse pedaling, so that the vehicle 10 moves backwards with reverse pedaling.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuren 1 en 2, kan het koppelsysteembedieningssamenstel zijn voorzien van een koppelstang 26 en een bedieningshefboom 24. De bedieningshefboom 24 25 is in die uitvoeringsvorm verzwenkbaar verbonden met het voertuigframe 12. De koppelstang 26 is met het ene uiteinde verbonden met een tweede verbindingspunt 80 van een tweede bedieningsschijf 78 van het koppelsysteem 50 en is met het andere uiteinde is verbonden met de bedieningshefboom 24.In an embodiment, an example of which is shown in Figs. 1 and 2, the coupling system operating assembly may be provided with a coupling rod 26 and an operating lever 24. In this embodiment, the operating lever 24 is pivotally connected to the vehicle frame 12. The connecting rod 26 is connected to the one end is connected to a second connection point 80 of a second operating disc 78 of the coupling system 50 and is connected at the other end to the operating lever 24.

66

In een alternatieve uitvoeringsvorm, dat niet is weergegeven in de figuren maar dat duidelijk is voor de gemiddelde vakman, kan het koppelsysteembedieningsamenstel zijn voorzien van een koppelstang 26 die met het ene uiteinde is verbonden met een tweede verbindingspunt 80 van 5 een tweede bedieningsschijf 78 van het koppelsysteem 50 en die met het andere uiteinde is verbonden met een actuator van het electrische of hydraulische type.In an alternative embodiment, which is not shown in the figures but which is clear to the person skilled in the art, the coupling system operating assembly may be provided with a coupling rod 26 which is connected at one end to a second connecting point 80 of a second operating disc 78 of the coupling system 50 and connected at the other end to an actuator of the electric or hydraulic type.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuren 1 en 2, kan het framekoppelelement 28 een koppelstang 28 10 omvatten die met een eerste uiteinde scharnierbaar is verbonden met voertuigframe 12 en met het andere uiteinde schemierbaar is verbonden met een eerste verbindingspunt 76 van een eerste bedieningsschijf 74 van het koppelsysteem 50, zodanig dat een verplaatsing van de eerste bedieningsschijf 74 in axiale richting van de centrale langshartlijn L 15 mogelijk is.In an embodiment, an example of which is shown in Figures 1 and 2, the frame coupling element 28 may comprise a coupling rod 28 pivotally connected at one end to vehicle frame 12 and hinged at the other end to a first connection point 76 of a first control disk 74 of the coupling system 50, such that a displacement of the first control disk 74 in the axial direction of the central longitudinal axis L 15 is possible.

Thans zal onder verwijzing naar figuren 3-10 een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van het koppelsysteem 50 worden beschreven. Het koppelsysteem 50 is bestemd voor gebruik bij een voertuig 10 waarvan een uitvoeringsvoorbeeld hiervoor is beschreven en is ingericht voor het 20 koppelen en ontkoppelen van de aandrijfoverbrenging 22 en de wielas 14. Het koppelsysteem 50 is voorzien van een asbus 52 die vast verbindbaar is met de wielas 14 van het voertuig 10. Deze verbinding kan bijvoorbeeld tot stand worden gebracht met een conventionele spieverbinding of ook door de asbus 52 op de wielas 14 vast te lassen of met moeren of bouten te 25 bevestigen. De asbus 52 heeft een centrale langshartlijn L. Het koppelsysteem 50 is verder voorzien van een aandrijfoverbrengingselement 54 dat via een freewheel 56 in één rotatierichting vrij roteerbaar rond de centrale langshartlijn L met de asbus 52 is verbonden en in de tegengestelde rotatierichting is geblokkeerd. In een uitvoeringsvorm, waarvan een 30 voorbeeld in de figuren 3-10 is getoond, kan het 7 aandrijfoverbrengingselement 54 worden gevormd door een kettingwiel 54. In alternatieve uitvoeringsvormen kan het aandrijfoverbrengingselement echter ook worden gevormd door een tandwiel van een kardan-koppeling of door een pulley van een snaaraandrijving of een tandriemwiel voor 5 samenwerking met een vertande riem.An example of an embodiment of the coupling system 50 will now be described with reference to Figs. 3-10. The coupling system 50 is intended for use with a vehicle 10 of which an exemplary embodiment has been described above and is adapted for coupling and uncoupling the drive transmission 22 and the wheel axle 14. The coupling system 50 is provided with an axle bush 52 which can be fixedly connected to the wheel axle 14 of the vehicle 10. This connection can for instance be established with a conventional key connection or also by welding the axle bushing 52 on the wheel axle 14 or by fixing it with nuts or bolts. The shaft sleeve 52 has a central longitudinal axis L. The coupling system 50 is furthermore provided with a drive transmission element 54 which is freely rotatably connected to the shaft sleeve 52 via a freewheel 56 around the central longitudinal axis L and is blocked in the opposite direction of rotation. In an embodiment, an example of which is shown in Figs. 3-10, the 7 drive transmission element 54 can be formed by a sprocket 54. However, in alternative embodiments, the drive transmission element can also be formed by a gear wheel of a cardan coupling or by a pulley of a belt drive or a toothed belt wheel for cooperation with a toothed belt.

Het koppelsyteem 50 is verder voorzien van een koppelschijfsamenstel met een eerste koppelschijf 58 die vast is verbonden met het aandrijfoverbrengingselement 54. In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan deze vaste verbinding met 10 bouten 60 tot stand worden gebracht. Het is echter in een alternatieve uitvoering ook mogelijk dat de eerste koppelschijf 58 een integraal onderdeel uitmaakt van het aandrijfoverbrengingselement 54 of dat het daarop is vastgelast. Het koppelschijfsamenstel heeft verder een tweede koppelschijf 62 die in een richting van de hartlijn L verplaatsbaar is 15 verbonden met de asbus 52 en die rotatievast met de asbus 52 is verbonden.The coupling system 50 is further provided with a coupling disc assembly with a first coupling disc 58 which is fixedly connected to the drive transmission element 54. In an embodiment, an example of which is shown in the figures, this fixed connection with bolts 60 can be established. However, in an alternative embodiment, it is also possible that the first coupling disc 58 forms an integral part of the drive transmission element 54 or that it is welded to it. The coupling disc assembly further has a second coupling disc 62 which is movably connected in a direction of the axis L to the shaft sleeve 52 and which is rotationally connected to the shaft sleeve 52.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuren 3-10, kan de rotatievaste verbinding van de tweede koppelschijf 62 met de asbus 52 worden gerealiseerd met een koppelbout 64 die zich loodrecht op de centrale hartlijn L uitstrekt en die is verbonden met de 20 tweede koppelschijf 62 en die met een uiteinde aangrijpt in een axiale sleuf 66 in de asbus 52. Deze koppelbout 64 vormt niet alleen de rotatievaste koppeling tussen de tweede koppelschijf 62 en de asbus 52 maar laat tevens axiale verplaatsing van de tweede koppelschijf 62 over de asbus 52 toe. Eventueel kan deze koppelbout 64 tevens een rotatievaste verbinding 25 vormen tussen de asbus 52 en de wielas 14. De wielas 14 kan daartoe zijn voorzien van een spiebaan waarin het uiteinde van de koppelbout 64 reikt. Vanzelfsprekend dient de koppelbout 64 geen volledig vaste verbinding met de wielas 14 te vormen omdat de tweede koppelschijf 62 wel een axiale verplaatsing moet kunnen maken ten behoeve van het koppelen en 30 ontkoppelen van het koppelsysteem 50.In an embodiment, an example of which is shown in Figures 3-10, the rotation-proof connection of the second coupling disc 62 to the shaft sleeve 52 can be realized with a coupling bolt 64 which extends perpendicular to the central axis L and which is connected to the second coupling disc 62 and which engages one end in an axial slot 66 in the shaft sleeve 52. This coupling bolt 64 not only forms the rotation-proof coupling between the second coupling disk 62 and the shaft sleeve 52 but also allows axial movement of the second coupling disc 62 over the shaft sleeve 52. Optionally, this coupling bolt 64 can also form a rotation-proof connection between the axle bushing 52 and the wheel axle 14. For this purpose, the wheel axle 14 can be provided with a keyway in which the end of the coupling bolt 64 extends. Of course, the coupling bolt 64 should not form a fully fixed connection with the wheel axle 14, because the second coupling disc 62 must be able to make an axial displacement for the purpose of coupling and uncoupling the coupling system 50.

88

Een drukveer 68 tussen beide koppelschijven 58, 62 is voorgespannen om de eerste koppelschijf 58 en de tweede koppelschijf 62 van elkaar weg te drukken naar een ontkoppelde stand. Het koppelschijfsamenstel is tot slot voorzien van aangrijpmiddelen 70, 72 die 5 zijn voorzien op de eerste en de tweede koppelschijf 58, 62 en die een rotatieve koppeling tussen de eerste en de tweede koppelschijf 58, 62 realiseren wanneer de koppelschijven 58, 62 zich in een naar elkaar toe bewogen gekoppelde stand bevinden. De aangrijpmiddelen 70, 72 zijn zodanig zijn uitgevoerd dat deze een naar elkaar toe bewegen van de eerste 10 koppelschijf 58 en de tweede koppelschijf 62 toelaten in het merendeel van de mogelijke onderlinge rotatieve posities die de eerste en de tweede koppelschijf 58, 62 ten opzichte van elkaar kunnen innemen.A compression spring 68 between the two coupling discs 58, 62 is biased to push the first coupling disc 58 and the second coupling disc 62 away from each other to a disengaged position. The coupling disc assembly is finally provided with engaging means 70, 72 which are provided on the first and the second coupling disc 58, 62 and which realize a rotary coupling between the first and the second coupling disc 58, 62 when the coupling discs 58, 62 engage in a coupled position moved towards each other. The engaging means 70, 72 are designed such that they allow the first coupling disc 58 and the second coupling disc 62 to move toward each other in the majority of the possible mutual rotational positions that the first and the second coupling disc 58, 62 can take each other.

Het koppelsysteem 50 is verder voorzien van een bedieningssamenstel dat een eerste bedieningsschijf 74 heeft die roteerbaar 15 met de asbus 52 is verbonden en die is voorzien van een eerste verbindingspunt 76 ter verbinding van de eerste bedieningsschijf 74 met het voertuigframe 12. Het eerste verbindingspunt 76 kan zijn opgenomen in een radiaal uitstekende eerste lob 104 die een integraal onderdeel uitmaakt van de eerste bedieningsschijf 74. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld van 20 figuren 1 en 2 is deze verbinding gerealiseerd met een framekoppelelement dat kan zijn uitgevoerd als een koppelstang 28. Het bedieningssamenstel heeft een tweede bedieningschijf 78 die roteerbaar met de asbus 52 is verbonden en die is voorzien van een tweede verbindingspunt 80 ter verbinding van de tweede bedieningsschijf 78 met het 25 koppelsysteembedieningssamenstel 24, 26. Het tweede verbindingspunt 80 kan zijn op genomen in een radiaal uitstekende tweede lob 106 die een integraal onderdeel uitmaakt van de tweede bedieningsschijf 78. Het bedieningssamenstel is verder voorzien van ten minste één oploopnok 82, 84 die met één van de eerste en/of de tweede bedieningsschijf 74, 78 is 30 verbonden en die is geconfigureerd om de eerste bedieningsschijf 74 van de 9 tweede bedieningsschijf 78 in de richting van de centrale hartlijn L weg te drukken tegen de werking van de drukveer 68 in wanneer de tweede bedieningsschijf 78 ten opzichte van de eerste bedieningsschijf 74 wordt geroteerd in een eerste rotatierichting en die is geconfigureerd om een 5 beweging van de eerste bedieningsschijf 74 in de richting van de centrale hartlijn L onder invloed van de drukveer 68 naar de tweede bedieningsschijf 78 toe te laten wanneer de tweede bedieningsschijf 78 ten opzichte van de eerste bedieningsschijf 74 wordt geroteerd in een tweede rotatierichting die tegengesteld is aan de eerste rotatierichting. Zoals duidelijk zichtbaar is in 10 figuren 3 en 4 is in het getoonde voorbeeld de eerste bedieningsschijf 74 voorzien van twee oploopnokken 84 en is de tweede bedieningsschijf 78 ook voorzien van twee oploopnokken 82 die zijn ingericht voor samenwerking met de twee oploopnokken 84 van de eerste bedieningsschijf 74.The coupling system 50 is further provided with an operating assembly which has a first operating disc 74 which is rotatably connected to the axle bushing 52 and which is provided with a first connecting point 76 for connecting the first operating disc 74 to the vehicle frame 12. The first connecting point 76 can are accommodated in a radially projecting first lobe 104 which forms an integral part of the first operating disc 74. In the exemplary embodiment shown in Figs. 1 and 2, this connection is realized with a frame coupling element which can be designed as a coupling rod 28. The operating assembly has a second operating disc 78 rotatably connected to the shaft sleeve 52 and which is provided with a second connecting point 80 for connecting the second operating disc 78 to the coupling system operating assembly 24, 26. The second connecting point 80 can be received in a radially projecting second lobe 106 which forms an integral part of the second control disk 78. The control assembly is further provided with at least one ramp cam 82, 84 which is connected to one of the first and / or the second control disk 74, 78 and which is configured to hold the first control disk 74 of the 9 second operating disc 78 in the direction of the central axis L against the action of the compression spring 68 when the second operating disc 78 is rotated relative to the first operating disc 74 in a first direction of rotation and which is configured to move the first operating disc 74 in the direction of the central axis L under the influence of the compression spring 68 towards the second operating disc 78 when the second operating disc 78 is rotated relative to the first operating disc 74 in a second direction of rotation that is opposite to the first direction of rotation. As is clearly visible in figures 3 and 4, in the example shown the first operating disc 74 is provided with two run-on cams 84 and the second operating disc 78 is also provided with two run-on cams 82 which are adapted to cooperate with the two run-up cams 84 of the first operating disc 74.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in 15 figuren 3-10, kan de eerste bedieningsschijf 74 zijn voorzien van een vast daarmee verbonden aanslag 102 die een begrenzing vormt voor de rotatieve verplaatsing van de tweede bedieningsschijf 78 ten opzichte van de eerste bedieningsschijf 74. De tweede radiale lob 106 loopt bij het in de gekoppelde stand brengen van het koppelsysteem 50 aan tegen deze aanslag 102 en 20 begrenst daarmee de slagbeweging van de bedieningshendel 24. Zie daartoe figuren 5-7 die het koppelsysteem 50 in de gekoppelde stand tonen waarin de tweede radiale lob 106 aanligt tegen de aanslag 102.In an embodiment, an example of which is shown in Figures 3-10, the first operating disc 74 can be provided with a fixedly connected stop 102 which forms a limit for the rotational movement of the second operating disc 78 relative to the first operating disc 74 The second radial lobe 106, when bringing the coupling system 50 into the coupled position, abuts this stop 102 and 20 thus limits the stroke movement of the operating handle 24. See, to that end, figures 5-7 which show the coupling system 50 in the coupled position, in which the second radial lobe 106 abuts the stop 102.

Het koppelsysteem 50 is voorzien van een eerste lager 86 dat is opgenomen tussen een eerste zijde van het bedieningssamenstel 74, 78 en 25 de tweede koppelschijf 62. Het eerste lager 86 kan in een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuren 3 en 4 zijn opgenomen tussen twee lagercups 88, 90. Een borgring 92 is verbonden met de asbus 52. In het getoonde voorbeeld is de borgring 92 een verende ring die is op genomen in een borgringgroef 94 in de asbus 52. In een alternatieve uitvoering kan de 30 borgring 92 ook zijn uitgevoerd als een moer die is bevestigd op 10 schroefdraad op de asbus 52. Ook andere type borgmiddelen die uit de praktijk bekend zijn behoren tot de mogelijkheden. Het koppelsysteem 50 is voorzien van een tweede lager 96 dat is opgenomen tussen de borgring 92 en een tweede zijde van het bedieningssamenstel 74, 78, welke tweede zijde 5 tegenover de eerste zijde ligt. Zoals getoond in het uitvoeringsvoorbeeld van figuren 3 en 4 kan ook het tweede lager 96 zijn opgenomen tussen twee lagercups 98, 100. De beide lagers 86, 96 maken een lichte bediening van het bedieningssamenstel, meer in het bijzonder een lichte rotatie van de tweede bedieningsschijf 78 ten opzichte van de eerste bedieningsschijf 74 10 mogelijk.The coupling system 50 is provided with a first bearing 86 which is received between a first side of the operating assembly 74, 78 and 25, the second coupling disc 62. The first bearing 86 can be in an embodiment, an example of which is shown in figures 3 and 4 accommodated between two bearing cups 88, 90. A locking ring 92 is connected to the shaft sleeve 52. In the example shown, the locking ring 92 is a resilient ring received in a locking ring groove 94 in the shaft sleeve 52. In an alternative embodiment, the locking ring may 92 can also be designed as a nut which is mounted on a thread on the shaft sleeve 52. Other types of locking means which are known from practice are also possible. The coupling system 50 is provided with a second bearing 96 which is received between the locking ring 92 and a second side of the operating assembly 74, 78, which second side 5 is opposite the first side. As shown in the exemplary embodiment of figures 3 and 4, the second bearing 96 can also be accommodated between two bearing cups 98, 100. The two bearings 86, 96 make a light operation of the operating assembly, more particularly a slight rotation of the second operating disc 78 relative to the first operating disc 74 is possible.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuren 3-10, kunnen de aangrijpmiddelen ten minste één koppelpen 72 omvatten die vast is verbonden met de ene 62 van de eerste en de tweede koppelschijf 58, 62. In een dergelijke uitvoering kunnen de 15 aangrijpmiddelen verder ten minste één koppelsleuf 70 omvatten die is geassocieerd met de ten minste ene koppelpen 72 en die is voorzien in de andere 58 van de eerste en de tweede koppelschijf 58, 62. De ten minste ene koppelsleuf 70 strekt zich uit langs een cirkelsegmentvormige baan waarvan een hartlijn samenvalt met de centrale langshartlijn L. Doordat 20 sprake is van een koppelsleuf 70 die zich uitstrekt langs een cirkelsegmentvormige baan kunnen de koppelschijven 58, 62 in het merendeel van de onderlinge rotatieve standen naar elkaar toe worden bewogen. Hierdoor zal het in de gekoppelde stand brengen van het koppelsysteem meestal probleemloos, dat wil zeggen zonder manipulatie 25 van de trappers 32 en het crankstel 30, kunnen plaatsvinden.In an embodiment, an example of which is shown in Figures 3-10, the engaging means may comprise at least one coupling pin 72 which is fixedly connected to the one 62 of the first and the second coupling disc 58, 62. In such an embodiment, the engaging means further comprising at least one coupling slot 70 associated with the at least one coupling pin 72 and provided in the other 58 of the first and the second coupling disc 58, 62. The at least one coupling slot 70 extends along a circular segmental path of which a center line coincides with the central longitudinal axis L. Because there is a coupling slot 70 which extends along a circle segment-shaped path, the coupling discs 58, 62 can be moved towards each other in the majority of the mutual rotational positions. As a result, bringing the coupling system into the coupled position can usually take place without problems, i.e. without manipulation of the pedals 32 and the crank set 30.

In het getoonde voorbeeld is de ene 62 van de eerste en de tweede koppelschijf 58, 62 is voorzien van twee diametraal ten opzichte van de centrale hartlijn L gepositioneerde koppelpennen 72, en is de andere 58 van de eerste en de tweede koppelschijf 58, 62 voorzien van twee koppelsleuven 30 70, waarbij elke koppelsleuf 70 is geassocieerd met een bijbehorende 11 koppelpen 72. Elke koppelsleuf 70 strekt zich uit over een cirkelsegmentvormige baan, waarbij de beide cirkelsegmentvormige banen diametraal ten opzichte van de centrale hartlijn L zijn gepositioneerd.In the example shown, the one 62 of the first and the second coupling disc 58, 62 is provided with two coupling pins 72 positioned diametrically with respect to the central axis L, and the other 58 is provided with the first and the second coupling disc 58, 62 of two coupling slots 70, wherein each coupling slot 70 is associated with an associated 11 coupling pin 72. Each coupling slot 70 extends over a circle segmental path, the two circle segmental paths being positioned diametrically with respect to the central axis L.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond, ligt de 5 booghhoek waarover elke cirkelsegmentvormige baan zich uitstrekt in het bereik van 140-170 graden. Bij een booghoek van 140 graden is in circa 77 procent van de koppelpogingen een koppeling zonder manipulatie succesvol. Bij een booghoek van 170 graden is in circa 95 procent van de koppelpogingen een koppeling zonder manipulatie succesvol. Na het 10 totstandbrengen van de koppeling vindt daadwerkelijke aangrijping plaats na een vrije slag van ten hoogste 140-170 graden afhankelijk van de booghoek die is gekozen. In het merendeel van de gevallen zal echter na het in de koppelstand brengen van het koppelsysteem de daadwerkelijke rotatieve aangrijping na een veel kortere vrije slag zijn gerealiseerd.In an embodiment, an example of which is shown, the arc angle over which each circle segment path extends in the range of 140-170 degrees. At a curve angle of 140 degrees, a coupling without manipulation is successful in approximately 77 percent of the coupling attempts. At an arc angle of 170 degrees, a coupling without manipulation is successful in approximately 95 percent of the coupling attempts. After the coupling has been established, actual engagement takes place after a free stroke of at most 140-170 degrees, depending on the arc angle that has been selected. In the majority of cases, however, after bringing the coupling system into the coupling position, the actual rotary engagement will be realized after a much shorter free stroke.

15 In een alternatieve uitvoeringsvorm, waarvan geen voorbeeld is getoond in de figuren, maar die aan de hand van de hierna volgende beschrijving duidelijk zal zijn, omvatten de aangrijpmiddelen een vertanding of dergelijke regelmatige profilering op de eerste koppelschijf 58 die is aangebracht op een zijde van de eerste koppelschijf 58 die is gekeerd 20 naar de tweede koppelschijf 62. Tevens is een vertanding of dergelijk regelmatige profilering op de tweede koppelschijf 62 aangebracht op een zijde van de tweede koppelschijf 62 die is gekeerd naar de eerste koppelschijf 58. De respectieve vertandingen of regelmatige profileringen zijn zodanig uitgevoerd dat deze in een naar elkaar toe bewogen, gekoppelde 25 stand van de eerste en de tweede koppelschijf 58, 62 een rotatieve koppeling tussen de eerste en de tweede koppelschijf 58, 62 realiseren. Daarbij is de vertanding of dergelijke profilering zodanig uitgevoerd dat deze een naar elkaar toe bewegen van de eerste koppelschijf 58 en de tweede koppelschijf 62 toelaten in het merendeel van de mogelijke onderlinge rotatieve posities 12 die de eerste en de tweede koppelschijf 58, 62 ten opzichte van elkaar kunnen innemen.In an alternative embodiment, of which no example is shown in the figures, but which will be clear with reference to the description below, the engaging means comprise a toothing or similar regular profiling on the first coupling disc 58 which is arranged on a side of the first coupling disc 58 that faces the second coupling disc 62. A toothing or similar regular profiling is also arranged on the second coupling disc 62 on one side of the second coupling disc 62 which faces the first coupling disc 58. The respective toothings or regular Profiling is designed such that in a moved, coupled position of the first and the second coupling disc 58, 62, they realize a rotational coupling between the first and the second coupling disc 58, 62. The toothing or similar profiling is thereby embodied such that they allow the first coupling disc 58 and the second coupling disc 62 to move towards each other in the majority of the possible mutual rotational positions 12 which the first and the second coupling disc 58, 62 can take each other.

Figuren 5-7 tonen een uitvoeringsvoorbeeld van het koppelsysteem 50 in de gekoppelde stand waarin dus achteruitrijden door achteruit 5 trappen mogelijk is. Figuren 8-10 tonen hetzelfde uitvoeringsvoorbeeld in de ontkoppelde stand waarbij achteruittrappen mogelijk is zonder dat het voertuig achteruit beweegt en de trappers kunnen worden stilgehouden terwijl het voertuig vooruit beweegt. Bij vooruit trappen zal altijd een koppeling tussen het aandrijfoverbrengingselement 54 en de asbus 52 altijd 10 aanwezig zijn via het freewheel, dat wil zeggen onafhankelijk van de stand van de eerste en tweede koppelschijven 58, 62 van het koppelsysteem 50. Met name in Fig. 7 is duidelijk zichtbaar dat de afstand D tussen de eerste bedieningsschijf 74 en de tweede bedieningsschijf 78 groter is dan de afstand d tussen deze bedieningsschijven 74, 78 in de ontkoppelde stand die 15 is getoond in Fig. 10. Ook is duidelijk zichtbaar in figuur 10 dat in de ontkoppelde stand de koppelpennen 72 niet in aangrijping zijn met de eerste koppelschijf 58. In de gekoppelde stand van figuur 7 is duidelijk dat de twee koppelschijven 58, 62 naar elkaar toe zijn gedrukt en dat dus de koppelpennen 72 in de koppelsleuven 70 zullen zijn opgenomen. Figuur 1 20 toont de bedieningshendel 24 in de gekoppelde stand en duidelijk zichtbaar is dat daarbij de tweede radiale lob 106 tegen de aanslag 102 aanligt.Figures 5-7 show an exemplary embodiment of the coupling system 50 in the coupled position in which reversing by reversing 5 steps is therefore possible. Figures 8-10 show the same exemplary embodiment in the uncoupled position where reverse kicks are possible without the vehicle moving backward and the pedals can be held still while the vehicle moves forward. With forward pedaling, there will always be a coupling between the drive transmission element 54 and the shaft sleeve 52 via the freewheel, that is to say independent of the position of the first and second coupling discs 58, 62 of the coupling system 50. In particular in FIG. 7 it is clearly visible that the distance D between the first operating disc 74 and the second operating disc 78 is greater than the distance d between these operating discs 74, 78 in the uncoupled position shown in FIG. 10. It is also clearly visible in Figure 10 that in the uncoupled position the coupling pins 72 are not in engagement with the first coupling disc 58. In the coupled position of Figure 7 it is clear that the two coupling discs 58, 62 are pressed towards each other and that thus the coupling pins 72 will be included in the coupling slots 70. Figure 1 shows the operating handle 24 in the coupled position and it is clearly visible that the second radial lobe 106 is thereby abutting the stop 102.

Figuur 2 toont de bedieningshendel 24 in de ontkoppelde stand en in die figuur is ook duidelijk zichtbaar dat de stand van de tweede radiale lob 106 is gewijzigd ten opzichte van de stand uit figuur 1.Figure 2 shows the operating handle 24 in the uncoupled position and in that figure it is also clearly visible that the position of the second radial lobe 106 has been changed with respect to the position of figure 1.

25 De uitvinding is niet beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Diverse beschreven uitvoeringsvormen kunnen onafhankelijk van elkaar worden toe gepast en ook in combinatie met elkaar. De conclusies bepalen de gevraagde bescherming.The invention is not limited to the exemplary embodiment described. Various described embodiments can be used independently of each other and also in combination with each other. The conclusions determine the protection required.

1 03 79411 03 7941

Claims (14)

1. Koppelsysteem ten gebruike bij een voertuig (10) met een voertuigframe (12), een koppelsysteembedieningssamenstel (24, 26), een aandrijfoverbrenging (22) en een wielas (14) met ten minste één vast daarmee verbonden aandrijfwiel (16), waarbij het koppelsysteem (50) is 5 ingericht voor het koppelen en ontkoppelen van de aandrijfoverbrenging (22) en de wielas (14), waarbij het koppelsysteem is voorzien van: - een asbus (52) die vast verbindbaar is met de wielas (14) van het voertuig (10), waarbij de asbus (52) een centrale langshartlijn (L) heeft; 10. een aandrijfoverbrengingselement (54) dat via een freewheel (56) in één rotatierichting vrij roteerbaar rond de centrale langshartlijn (L) met de asbus (52) is verbonden en in de tegengestelde rotatierichting is geblokkeerd; - een koppelschijfsamenstel omvattende: 15. een eerste koppelschijf (58) die vast is verbonden met het aandrijfoverbrengingselement (54); o een tweede koppelschijf (62) die in een richting van de hartlijn (L) verplaatsbaar is verbonden met de asbus (52) en die rotatievast met de asbus (52) is verbonden; 20. een drukveer (68) die is voorgespannen om de eerste koppelschijf (58) en de tweede koppelschijf (62) van elkaar weg te drukken naar een ontkoppelde stand; o aangrijpmiddelen (70, 72) die zijn voorzien op de eerste en de tweede koppelschijf (58, 62) en die een rotatieve koppeling 25 tussen de eerste en de tweede koppelschijf (58, 62) realiseren wanneer de koppelschijven (58, 62) zich in een naar elkaar toe bewogen gekoppelde stand bevinden, waarbij de 1 03 7941 aangrijpmiddelen (70, 72) zodanig zijn uitgevoerd dat deze een naar elkaar toe bewegen van de eerste koppelschijf (58) en de tweede koppelschijf (62) toelaten in het merendeel van de mogelijke onderlinge rotatieve posities die de eerste en de 5 tweede koppelschijf (58, 62) ten opzichte van elkaar kunnen innemen; - een bedieningssamenstel omvattende: o een eerste bedieningsschijf (74) die roteerbaar met de asbus (52) is verbonden en is voorzien van een eerste verbindingspunt 10 (76) ter verbinding van de eerste bedieningsschijf (74) met het voertuigframe (12); o een tweede bedieningschijf (78) die roteerbaar met de asbus (52) is verbonden en is voorzien van een tweede verbindingspunt (80) ter verbinding van de tweede 15 bedieningsschijf (78) met het koppelsysteembedieningssamenstel (24, 26); o ten minste één oploopnok (82, 84) die met één van de eerste en/of de tweede bedieningsschijf (74, 78) is verbonden en die is geconfigureerd om de eerste bedieningsschijf (74) van de 20 tweede bedieningsschijf (78) in de richting van de centrale hartlijn (L) weg te drukken tegen de werking van de drukveer (68) in wanneer de tweede bedieningsschijf (78) ten opzichte van de eerste bedieningsschijf (74) wordt geroteerd in een eerste rotatierichting en die is geconfigureerd om een beweging 25 van de eerste bedieningsschijf (74) in de richting van de centrale hartlijn (L) onder invloed van de drukveer (68) naar de tweede bedieningsschijf (78) toe te laten wanneer de tweede bedieningsschijf (78) ten opzichte van de eerste bedieningsschijf (74) wordt geroteerd in een tweede 30 rotatierichting die tegengesteld is aan de eerste rotatierichting; - een eerste lager (86) dat is opgenomen tussen een eerste zijde van het bedieningssamenstel (74, 78) en de tweede koppelschijf (62); - een borgring (92) die is verbonden met de asbus (52); en - een tweede lager (96) dat is opgenomen tussen de borgring (92) en een 5 tweede zijde van bet bedieningssamenstel (74, 78), welke tweede zijde tegenover de eerste zijde bgt.A coupling system for use in a vehicle (10) with a vehicle frame (12), a coupling system control assembly (24, 26), a drive transmission (22) and a wheel axle (14) with at least one drive wheel (16) fixedly connected thereto, the coupling system (50) is adapted for coupling and uncoupling the drive transmission (22) and the wheel axle (14), the coupling system being provided with: - an axle sleeve (52) which can be fixedly connected to the wheel axle (14) of the vehicle (10), wherein the axle sleeve (52) has a central longitudinal axis (L); 10. a drive transmission element (54) which is freely rotatably connected to the shaft sleeve (52) via a freewheel (56) in one direction of rotation around the central longitudinal axis (L) and which is blocked in the opposite direction of rotation; - a coupling disc assembly comprising: 15. a first coupling disc (58) fixedly connected to the drive transmission element (54); o a second coupling disc (62) which is movably connected to the axle sleeve (52) in a direction of the axis (L) and which is rotationally connected to the axle sleeve (52); 20. a compression spring (68) biased to push the first coupling disc (58) and the second coupling disc (62) away from each other to a disengaged position; o engaging means (70, 72) provided on the first and the second coupling disc (58, 62) and which realize a rotary coupling between the first and the second coupling disc (58, 62) when the coupling discs (58, 62) are in a coupled position that is moved towards each other, wherein the engaging means (70, 72) are designed such that they allow the first coupling disc (58) and the second coupling disc (62) to move towards each other in the majority of the possible mutual rotational positions that the first and the second coupling disc (58, 62) can take relative to each other; - an operating assembly comprising: o a first operating disk (74) rotatably connected to the axle bushing (52) and provided with a first connecting point 10 (76) for connecting the first operating disk (74) to the vehicle frame (12); o a second control disk (78) rotatably connected to the shaft sleeve (52) and provided with a second connection point (80) for connecting the second control disk (78) to the coupling system control assembly (24, 26); o at least one ramp (82, 84) which is connected to one of the first and / or the second control disk (74, 78) and which is configured to place the first control disk (74) of the second control disk (78) in the direction of the central axis (L) against the action of the compression spring (68) when the second operating disc (78) is rotated relative to the first operating disc (74) in a first direction of rotation and which is configured to move 25 of the first operating disc (74) in the direction of the central axis (L) under the influence of the compression spring (68) to admit the second operating disc (78) when the second operating disc (78) relative to the first operating disc ( 74) is rotated in a second direction of rotation that is opposite to the first direction of rotation; - a first bearing (86) received between a first side of the operating assembly (74, 78) and the second coupling disc (62); - a locking ring (92) connected to the shaft sleeve (52); and - a second bearing (96) received between the locking ring (92) and a second side of the operating assembly (74, 78), which second side is opposite the first side. 2. Het koppelsysteem volgens conclusie 1, waarbij de aangrijpmiddelen omvatten: 10. ten minste één koppelpen (72) die vast is verbonden met de ene (62) van de eerste en de tweede koppelschijf (58, 62); en - ten minste één koppelsleuf (70) die is geassocieerd met de ten minste ene koppelpen (72) en die is voorzien in de andere (58) van de eerste en de tweede koppelschijf (58, 62), waarbij de ten minste ene 15 koppelsleuf (70) zich uitstrekt langs een cirkelsegmentvormige baan waarvan een hartbjn samenvalt met de centrale langsbartbjn (L).The coupling system of claim 1, wherein the engaging means comprises: 10. at least one coupling pin (72) rigidly connected to the one (62) of the first and the second coupling disc (58, 62); and - at least one coupling slot (70) associated with the at least one coupling pin (72) and provided in the other (58) of the first and the second coupling disc (58, 62), the at least one coupling slot (70) extending along a circle segment-shaped path, a center of which coincides with the central longitudinal bar (L). 3. Het koppelsysteem volgens conclusie 2, waarbij de ene (62) van de eerste en de tweede koppelschijf (58, 62) is voorzien van twee diametraal ten 20 opzichte van de centrale hartbjn (L) gepositioneerde koppelpennen (72), waarbij de andere (58) van de eerste en de tweede koppelschijf (58, 62) is voorzien van twee koppelsleuven (70), waarbij elke koppelsleuf (70) is geassocieerd met een bijbehorende koppelpen (72), waarbij elke koppelsleuf (70) zich uitstrekt over een cirkelsegmentvormige baan, waarbij de beide 25 cirkelsegmentvormige banen diametraal ten opzichte van de centrale hartbjn (L) zijn gepositioneerd.3. The coupling system according to claim 2, wherein the one (62) of the first and the second coupling disc (58, 62) is provided with two coupling pins (72) positioned diametrically relative to the central axis (L), the other (58) of the first and the second coupling disc (58, 62) is provided with two coupling slots (70), each coupling slot (70) being associated with an associated coupling pin (72), each coupling slot (70) extending over a circle segmental path, wherein the two circle segmental paths are positioned diametrically with respect to the central axis (L). 4. Het koppelsysteem volgens conclusie 3, waarbij de booghhoek waarover elke cirkelsegmentvormige baan zich uitstrekt bgt in het bereik 30 van 140-170 graden.The coupling system of claim 3, wherein the arc angle over which each circle segment path extends extends in the range of 140-170 degrees. 5. Het koppelsysteem volgens conclusie 1, waarbij de aangrijpmiddelen omvatten: - een vertanding of dergelijke regelmatige profilering op de eerste 5 koppelschijf (58) die is aangebracht op een zijde van de eerste koppelschijf (58) die is gekeerd naar de tweede koppelschijf (62); - een vertanding of dergelijk regelmatige profilering op de tweede koppelschijf (62) die is aangebracht op een zijde van de tweede koppelschijf (62) die is gekeerd naar de eerste koppelschijf (58), 10 waarbij de respectieve vertandingen of regelmatige profileringen zodanig zijn uitgevoerd dat deze in een naar elkaar toe bewogen, gekoppelde stand van de eerste en de tweede koppelschijf (58, 62) een rotatieve koppeling tussen de eerste en de tweede koppelschijf (58, 62) realiseren, en waarbij de vertanding of dergelijke profilering zodanig is uitgevoerd dat deze een naar 15 elkaar toe bewegen van de eerste koppelschijf (58) en de tweede koppelschijf (62) toelaten in het merendeel van de mogeüjke onderlinge rotatieve posities die de eerste en de tweede koppelschijf (58, 62) ten opzichte van elkaar kunnen innemen.The coupling system according to claim 1, wherein the engaging means comprise: - a toothing or similar regular profiling on the first coupling disc (58) which is arranged on a side of the first coupling disc (58) which faces the second coupling disc (62) ); - a toothing or similar regular profiling on the second coupling disc (62) which is arranged on one side of the second coupling disc (62) which faces the first coupling disc (58), wherein the respective teeth or regular profiles are designed such that in a moved position of the first and the second coupling disc (58, 62) moved towards each other, they realize a rotary coupling between the first and the second coupling disc (58, 62), and wherein the toothing or similar profiling is designed such that these allow the first coupling disc (58) to move towards each other and allow the second coupling disc (62) in the majority of the possible mutual rotational positions that the first and the second coupling disc (58, 62) can occupy relative to each other. 6. Het koppelsysteem volgens één der conclusies 1-5, waarbij het aandrijfoverbrengingselement (54) een kettingwiel is.The coupling system of any one of claims 1-5, wherein the drive transmission element (54) is a sprocket. 7. Het koppelsysteem volgens één der conclusies 1-6, voorzien van: - een koppelbout (64) die zich loodrecht op de centrale hartlijn (L) 25 uitstrekt en die is verbonden met de tweede koppelschijf (62) en die met een uiteinde aangrijpt in een axiale sleuf (66) in de asbus (52), waarbij de koppelbout (64) de rotatievaste koppeling tussen de tweede koppelschijf (62) en de asbus (52) realiseert en tevens axiale verplaatsing van de tweede koppelschijf (62) over de asbus (52) 30 toelaat.7. The coupling system according to any of claims 1-6, comprising: - a coupling bolt (64) which extends perpendicular to the central axis (L) and which is connected to the second coupling disc (62) and which engages with one end in an axial slot (66) in the shaft sleeve (52), the coupling bolt (64) realizing the rotation-proof coupling between the second coupling disk (62) and the shaft sleeve (52) and also axial displacement of the second coupling disk (62) over the shaft sleeve (52) 30. 8. Het koppelsysteem volgens één der conclusies 1-7, waarbij de eerste bedieningsschijf (47) is voorzien van een vast daarmee verbonden aanslag (102) die een begrenzing vormt voor de rotatieve verplaatsing van 5 de tweede bedieningsschijf (78) ten opzichte van de eerste bedieningsschijf (74).8. The coupling system according to any one of claims 1-7, wherein the first operating disc (47) is provided with a fixed stop (102) connected thereto which forms a limit for the rotational movement of the second operating disc (78) relative to the first control disk (74). 9. Voertuig voorzien van: - een voertuigframe (12), 10. en een wielas (14) met ten minste één vast daarmee verbonden aandrijfwiel (16); - een aandrijfoverbrenging (22); - een koppelsysteem (50) volgens één der conclusies 1-8 die de aandrijfoverbrenging (22) koppelt met de wielas (14); 15. een koppelsysteembedieningssamenstel (24, 26) dat is verbonden met het tweede verbindingspunt (80) van de tweede bedieningsschijf (78); - een framekoppelelement (28) dat het eerste verbindingspunt (76) van de eerste bedieningsschijf (74) rotatievast verbindt met het voertuigframe (12). 20A vehicle comprising: - a vehicle frame (12), 10. and a wheel axle (14) with at least one drive wheel (16) fixedly connected thereto; - a drive transmission (22); - a coupling system (50) according to any one of claims 1-8 which couples the drive transmission (22) to the wheel axle (14); A coupling system operating assembly (24, 26) connected to the second connection point (80) of the second operating disc (78); - a frame coupling element (28) which rotatably connects the first connection point (76) of the first operating disc (74) to the vehicle frame (12). 20 10. Voertuig volgens conclusie 9, voorzien van: - een aandrijving in de vorm van een crankstel (30) met trappers (32), waarbij de aandrijfoverbrenging (22) een aandrijfverbinding vormt tussen het crankstel (30) en het aandrijfoverbrengingselement (54) van het 25 koppelsysteem (50), waarbij in een ontkoppelde toestand van het koppelsysteem (50) het koppelsysteem een vrij achteruittrappen toelaat zonder dat het voertuig (10) in beweging wordt gezet en bij vooruittrappen het voertuig (10) in voorwaartse richting aandrijft, waarbij in een gekoppelde toestand het koppelsysteem ook bij achteruittrappen de 30 aandrijfas (14) koppelt met het aandrijfoverbrengingselement (54) en daarmee met het crankstel (30), zodat het voertuig (10) bij achteruittrappen achteruit beweegt.Vehicle according to claim 9, comprising: - a crankset (30) drive with pedals (32), the drive transmission (22) forming a drive connection between the crankset (30) and the drive transmission element (54) the coupling system (50), wherein in a disconnected state of the coupling system (50) the coupling system allows a free reverse kicking without the vehicle (10) being set in motion and, for forward kicking, the vehicle (10) drives in the forward direction, in a coupled state the coupling system also couples the drive shaft (14) to the drive transmission element (54) and thus to the crankset (30) even with reverse kicks, so that the vehicle (10) moves backwards with reverse kicks. 11. Voertuig volgens conclusie 9 of 10, waarbij het 5 koppelsysteembedieningssamenstel (24, 26) een koppelstang (26) en een bedieningshefboom (24) omvat, waarbij de bedieningshefboom (24) verzwenkbaar is verbonden met het voertuigframe (12) en waarbij de koppelstang (26) met het ene uiteinde is verbonden met het tweede verbindingspunt (80) van de tweede bedieningsschijf (78) en met het andere 10 uiteinde is verbonden met de bedieningshefboom (24).11. Vehicle as claimed in claim 9 or 10, wherein the coupling system operating assembly (24, 26) comprises a coupling rod (26) and an operating lever (24), wherein the operating lever (24) is pivotally connected to the vehicle frame (12) and wherein the connecting rod (26) is connected at one end to the second connection point (80) of the second operating disc (78) and is connected at the other end to the operating lever (24). 12. Voertuig volgens conclusie 9 of 10, waarbij het koppelsysteembedieningsamenstel is voorzien van een koppelstang (26) die met het ene uiteinde is verbonden met het tweede verbindingspunt (80) van 15 de tweede bedieningsschijf (78) en die met het andere uiteinde is verbonden met een actuator van het electrische of hydraulische type.12. Vehicle as claimed in claim 9 or 10, wherein the coupling system operating assembly is provided with a coupling rod (26) which is connected at one end to the second connection point (80) of the second operating disc (78) and which is connected to the other end with an actuator of the electric or hydraulic type. 13. Voertuig volgens één der conclusies 9-12, waarbij het framekoppelelement (28) een koppelstang omvat die met een eerste uiteinde 20 scharnierbaar is verbonden met voertuigframe (12) en met het andere uiteinde schernierbaar is verbonden met het eerste verbindingspunt (76) van de eerste bedieningsschijf (74), zodanig dat een verplaatsing van de eerste bedieningsschijf (74) in axiale richting van de centrale langshartlijn (L) mogelijk is. 25A vehicle according to any one of claims 9-12, wherein the frame coupling element (28) comprises a coupling rod which is pivotally connected at one end to the vehicle frame (12) and pivotally connected at the other end to the first connection point (76) of the first control disk (74), such that a displacement of the first control disk (74) in the axial direction of the central longitudinal axis (L) is possible. 25 14. Voertuig volgens één der conclusies 9-13, waarbij het voertuig (10) een skelter is. 1 03 7941The vehicle according to any of claims 9-13, wherein the vehicle (10) is a go-kart. 1 03 7941
NL1037941A 2010-05-05 2010-05-05 PAIRING SYSTEM USED IN A VEHICLE AND VEHICLE FITTED WITH SUCH A PAIRING SYSTEM. NL1037941C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037941A NL1037941C2 (en) 2010-05-05 2010-05-05 PAIRING SYSTEM USED IN A VEHICLE AND VEHICLE FITTED WITH SUCH A PAIRING SYSTEM.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037941A NL1037941C2 (en) 2010-05-05 2010-05-05 PAIRING SYSTEM USED IN A VEHICLE AND VEHICLE FITTED WITH SUCH A PAIRING SYSTEM.
NL1037941 2010-05-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1037941C2 true NL1037941C2 (en) 2011-11-08

Family

ID=43333098

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1037941A NL1037941C2 (en) 2010-05-05 2010-05-05 PAIRING SYSTEM USED IN A VEHICLE AND VEHICLE FITTED WITH SUCH A PAIRING SYSTEM.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1037941C2 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITTO20130948A1 (en) * 2013-11-22 2014-02-21 Iame S P A ENGINE RELEASE / RELEASE SYSTEM FOR DIRECT ENGINE.

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2001142A (en) * 1977-07-06 1979-01-24 Gkn Group Services Ltd Pedal propelled vehicle transmission
DE19807925A1 (en) * 1997-02-26 1998-08-27 Ee Teunis Karel Van Pedal vehicle
DE10002334C1 (en) * 2000-01-20 2001-12-20 Kettler Heinz Gmbh Freewheel clutch for bicycle has frictional force between holder and fixed portion that is smaller than engagement force between driven shaft and engagement portion, but larger than spring resilient force

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2001142A (en) * 1977-07-06 1979-01-24 Gkn Group Services Ltd Pedal propelled vehicle transmission
DE19807925A1 (en) * 1997-02-26 1998-08-27 Ee Teunis Karel Van Pedal vehicle
DE10002334C1 (en) * 2000-01-20 2001-12-20 Kettler Heinz Gmbh Freewheel clutch for bicycle has frictional force between holder and fixed portion that is smaller than engagement force between driven shaft and engagement portion, but larger than spring resilient force

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITTO20130948A1 (en) * 2013-11-22 2014-02-21 Iame S P A ENGINE RELEASE / RELEASE SYSTEM FOR DIRECT ENGINE.
WO2015075755A3 (en) * 2013-11-22 2015-07-23 Iame S.P.A. System for engaging/disengaging the transmission for a direct drive engine

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE10002334C1 (en) Freewheel clutch for bicycle has frictional force between holder and fixed portion that is smaller than engagement force between driven shaft and engagement portion, but larger than spring resilient force
EP2436945B1 (en) Pushing backwards without pedal movement
US8820186B2 (en) Transmission capable of multi-speed gear-shifting by reverse motion
US11052961B2 (en) Selectable motor clutch, system, and method
FR2813648A1 (en) RATCHET FREE WHEEL DEVICE
NL1037941C2 (en) PAIRING SYSTEM USED IN A VEHICLE AND VEHICLE FITTED WITH SUCH A PAIRING SYSTEM.
FR3008956A1 (en) DEVICE FOR DRIVING ROTATION OF AN AIRCRAFT WHEEL
CN209861646U (en) Hand-push wheeled vehicle
EP2909066B1 (en) Transmission assembly for a self-propelled machine, of the type that can be positioned between the primary motor shaft and the wheels of said machine
EP2384403B1 (en) Dual clutch with a double fork actuator
WO2020217016A1 (en) Transmission gear box and wheeled vehicle provided with such a transmission gear box
FR2946405A1 (en) DEVICE FOR REVERSING THE DIRECTION OF THE WALKING OF A AUTOMOTIVE ROLLER
US4560026A (en) Parking system for an articulated tricycle
NL2023422B1 (en) Four-wheeled pedal go-kart, and use thereof
WO2009117898A1 (en) Bicycle neutral gear structure
US20110187074A1 (en) Propulsion apparatus
CN107521544B (en) Wheel locking mechanism
CN105292362A (en) Bicycle front wheel driving device and bicycle using same
US20150316133A2 (en) Vehicle power switching device
TWI801529B (en) Transmission group for motor vehicles comprising a reverse gear and related motor vehicle
EP2909070B1 (en) Transmission assembly for a self-propelled machine, and machine fitted with such a transmission
CA2519699C (en) Pedal-vehicle clutch and drive system
WO2022208826A1 (en) Pulley device
FR2669865A1 (en) TRANSMISSION ASSEMBLY FOR ALL-TERRAIN VEHICLES WITH FOUR DRIVE WHEELS, ESPECIALLY TRACTORS.
JP2020122369A (en) Snow remover

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20131201