NL1037736C2 - Inrichting en werkwijze voor het aanmeten van een brilmontuur. - Google Patents

Description

Korte aanduiding:

Inrichting en werkwijze voor het aanmeten van een brilmontuur 5

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vastleggen van driedimensionale afbeeldinggegevens van een gezicht of deel daarvan van een persoon en het uit deze afbeeldinggegevens berekenen en verschaffen van meetwaarden voor het aanmeten van een brilmontuur voor de persoon, alsmede op een werkwijze voor het voor het door een persoon 10 virtueel passen van een of meer brilmonturen, het kiezen van ten minste een gepast brilmontuur en het genereren van productie-instructies voor het produceren van een bril die dit brilmontuur omvat, en op software, ingericht voor het besturen van een inrichting volgens de uitvinding.

15 Stand van de techniek

Voor het aanmeten van een bril bij een persoon die een bril nodig heeft dient men een lange tijdrovende en kostbare procedure te doorlopen. Allereerst moet men, meestal op doktersrecept, de mate van benodigde correctie vaststellen, hetgeen onder andere tot uiting komt in de sterkte van de glazen. Vervolgens dient men dan een bezoek te brengen aan een 20 opticien, alwaar men een brilmontuur kan uitzoeken uit de voorraad van de opticien door deze aan te passen, waarna men onder begeleiding van de opticien nogmaals allerlei metingen moet ondergaan die nodig zijn alvorens men de gegevens heeft verzameld die noodzakelijk zijn voor het vervaardigen van een bril die het gekozen brilmontuur omvat. Deze laatstgenoemde metingen behelzen met name het bepalen van de pupilafstand en de symmetrie van het 25 gezicht, waarmee wordt bedoeld de afstand van beide pupillen tot het midden van het neusbeen. Die kan bij asymmetrische gezichten ongelijk zijn, waarmee men vervolgens bij het aanmeten van een brilmontuur rekening dient te houden. Hierin wordt met de term ‘bril’ een samenstel van brilmontuur en daarin opgenomen brillenglazen bedoeld. In het geval van zogenoemde ‘montuurloze’ brillen wordt onder het montuur verstaan de verbinding tussen 30 beide glazen, ook wel de ‘brug’ van de bril genoemd, met de poten van de bril.

Tot nu toe is het aanmeten van een brilmontuur en het vervaardigen van een bril specialistenwerk en is daardoor tijdrovend en kostbaar. Men is afhankelijk van de beschikbaarheid van de opticien en van zijn vakkennis.

1 03 77 36 2

Ofschoon er geautomatiseerde processen bekend zijn, zoals in W02006/079540 van de gerenommeerde brillenfabrikant Rodenstock, die het bepalen van allerlei parameters vergemakkelijken, zijn deze processen gericht op het vaststellen van parameters die 5 betrekking hebben op de situatie wanneer men een brilmontuur draagt. De daartoe ontwikkelde instrumenten meten bij een persoon die op dat moment een brilmontuur of bril draagt naast de pupilafstand tevens de dimensies van het brilmontuur en de relatieve positie van het montuur ten opzichte van de ogen. Bij deze inrichting wordt gebruik gemaakt van twee camera’s, die verticaal onder een hoek ten opzichte van elkaar gericht zijn op de te 10 meten persoon. De optische assen van beide camera’s dienen elkaar te snijden ter plaatse van de neuswortel van de te meten persoon.

De inrichting uit de stand van de techniek is ingewikkeld, het positioneren van de te meten persoon is lastig en vergt de begeleiding van een deskundig persoon. De inrichting van 15 Rodenstock is dan ook niet gericht op het vereenvoudigen van het uitvoeren van de metingen of het vergemakkelijken van het proces voor de brildrager, maar meer een extra door een precisieautomaat uitgevoerde verificatie van allerlei metingen. Daarbij moet bovendien worden opgemerkt dat het meten van het midden van de neuswortel door de inrichting van Rodenstock, zo deze al mogelijk is, zeer onnauwkeurig is doordat gemeten wordt tijdens het 20 dragen van een bril of brilmontuur, en men wat deze bepaling betreft nog terugvalt op de handmatige bepaling door de opticien.

Bovendien is de inrichting van Rodenstock niet ingericht voor het aanmeten van een brilmontuur, waarvoor metingen noodzakelijk zijn van het gezicht van een te meten persoon 25 zonder dat deze een bril of brilmontuur draagt, maar gaat daarentegen uit van een beginsituatie waarin een persoon reeds een bril of brilmontuur draagt.

Deze uitvinding verschaft een verbetering ten opzichte van de stand van de techniek door te voorzien in een inrichting volgens de hoofdconclusie en in bijzondere uitvoeringsvormen, die 30 zijn belichaamd in de van conclusie 1 afhankelijke conclusies. Met de inrichting volgens de uitvinding kan de persoon die metingen dient te ondergaan voor het aanmeten van een brilmontuur, deze geheel onafhankelijk zelf uitvoeren, of eventueel worden geassisteerd door laaggeschoold personeel. De inrichting volgens de uitvinding maakt het aanmeten van een nieuw brilmontuur derhalve eenvoudig en laagdrempelig, waardoor het ook mogelijk wordt 3 om de metingen te verrichten buiten de invloedsfeer van een opticien, hetgeen grote kostenbesparingen met zich mee brengt zonder in te boeten op de kwaliteit van de metingen.

Voor het aanmeten van een nieuw brilmontuur is het met het oog op het met dit brilmontuur 5 vervaardigen van een juiste bril belangrijk om de pupilafstand (PD) alsmede de afstand van beide pupillen tot het midden van het neusbeen te bepalen (de linker en rechter PD). Het vaststellen van het midden en de vorm van het neusbeen is van groot belang voor het bepalen van het midden van het gezicht. Zo zullen bepaalde brilmonturen niet verenigbaar zijn met bepaalde vormen van het neusbeen, of dient het gewenste brilmontuur aan het neusbeen te 10 worden aangepast door de brug van het montuur dan wel de neusvleugels van het montuur, of de stand daarvan, overeenkomstig aan te passen.

In de inrichting kan voor deze metingen eenvoudig gebruik worden gemaakt van bestaande techniek. Volgens de uitvinding wordt er eerst een driedimensionale afbeelding gemaakt van 15 een gezicht of deel daarvan van de persoon die moet worden gemeten. Dit deel van het gezicht dient ten minste het gebied van de pupillen en het neusbeen te bestrijken. Dit gebied wordt hierin ook wel het ‘ogengebied’ genoemd. Het neusbeen (os nasale) is een been in de schedel, en is een vergroeiing van 2 delen, en vormt hierdoor de neusbrug. De lijn tussen deze 2 neusbeenderen, is de sutura intemasalis. Het neusbeen zelf is puntig en driehoekig gebouwd. 20 Het verschilt van vorm en grootte naargelang de persoon.

Het bepalen van de pupilafstand is relatief eenvoudig. Hiervoor zijn technieken bekend, en met behulp van een gegevensverwerkinginrichting zoals een computer kan de afstand tussen de pupillen eenvoudig worden bepaald. Er zijn ook wel inrichtingen bekend die deze meting automatisch kunnen verrichten. Echter wordt het vaststellen van het midden van het gezicht, 25 die van het neusbeen, doorgaans niet of zeer onnauwkeurig gemeten, en veelal wordt deze geschat. Het is van belang dat deze meting zorgvuldig wordt uitgevoerd. Door het maken van een driedimensionale scan van het ogengebied, met name het gedeelte van het neusbeen, kan een nauwkeurige en betrouwbare meting worden verkregen.

30 In een bijzondere uitvoeringsvorm kan de inrichting middelen omvatten voor het verkrijgen van driedimensionale informatie met behulp van gestructureerd licht. Deze technieken zijn op zich bekend, en hiermee kan zeer nauwkeurige informatie betreffende bijvoorbeeld de vorm en afmeting van het neusbeen worden verkregen.

4

Doordat nauwkeurige informatie betreffende de vorm en afmetingen van het neusbeen alsmede informatie betreffende de pupilafstand en de afstand van de pupillen tot het midden van het neusbeen worden verkregen, kan deze informatie worden gebruikt voor het bepalen of een brilmontuur past of passend te maken is voor de persoon voor wie het brilmontuur 5 bestemd is. Zo kan met deze informatie worden bepaald of het brilmontuur op de juiste hoogte op het gezicht kan worden geplaatst, hetgeen bijvoorbeeld van belang is wanneer multifocale glazen in het montuur geplaatst dienen te worden.

De inrichting is voorzien van gebruikers-uitvoermiddelen, waarmee de informatie omtrent de 10 meetwaarden kan worden verschaft. Zo kunnen deze middelen een printer omvatten, die een uitdraai van de gegevens maakt, en ter beschikking kunnen komen van de persoon die de metingen heeft ondergaan. Deze gegevens kunnen gecodeerd zijn, bijvoorbeeld uit privacyredenen. De gegevens kunnen ook een code omvatten, waarmee een gebruiker toegang krijgt tot de meetgegevens en elders, bijvoorbeeld via het internet, zou kunnen oproepen.

15 Daartoe dienen de meetwaarden te worden opgeslagen op een via internet bereikbaar medium, zoals een server. Met deze meetwaarden, al dan niet gecombineerd met de gegevens van de brillenglazen, die veelal middels een doktersrecept zijn verkregen, heeft de gebruiker dan alle gegevens die nodig zijn om een bril te laten vervaardigen. De gebruiker is bij voorkeur de persoon bij wie de metingen zijn verricht. Maar de informatie kan ook direct naar een 20 volgende gegevensverwerkinginrichting worden ingevoerd voor het bepalen van een geschikt brilmontuur, of worden doorgegeven aan een derde, bijvoorbeeld een oogarts of opticien.

Ofschoon het mogelijk is de metingen aan een persoon te verrichten terwijl de persoon tijdens de meting een bril of brilmontuur draagt, verdient het de voorkeur om tijdens de metingen 25 geen bril of brilmontuur te dragen. Zo wordt een nauwkeuriger beeld van het neusbeen verkregen.

Juist om tijd te besparen en om de inmenging van een opticien te vermijden wordt de inrichting volgens de uitvinding bij voorkeur door de persoon waaraan gemeten moet worden, 30 zelf bediend. Doordat er gebruik kan worden gemaakt van driedimensionale gezichtsscans, is het niet nodig om het gezicht van de te meten persoon absoluut stil of recht te houden. Bekende beeldverwerkingssoftware is in staat om op basis van een scan de meetwaarden nauwkeurig te berekenen. Ook is de afstand tot de inrichting niet kritisch. Dit is een belangrijk 5 voordeel omdat hierdoor geen beroep op aanvullend begeleidend personeel hoeft te worden gedaan.

De driedimensionale afbeeldingen kunnen bijvoorbeeld worden gegenereerd worden 5 gegenereerd met behulp van een of meer camera’s, met meer voorkeur digitale camera’s. De camera of camera’s zijn bij voorkeur dusdanig ingericht dat deze in staat zijn om onder verschillende hoeken beeldgegevens van dezelfde punten in het ogengebied van de te meten persoon te genereren.

10 De camera of camera’s worden bij voorkeur op ooghoogte van de te meten persoon te worden geplaatst, dus bij voorkeur in hetzelfde horizontale vlak gerangschikt. Ofschoon de gebruiker, of een andere persoon, de camera’s eenvoudig in hoogte kan verstellen, verdient het de voorkeur om het instellen automatisch te laten plaatsvinden. Hiertoe omvat de inrichting bij voorkeur detectie- en instelmiddelen die zijn ingericht om een of beide pupillen van de te 15 meten persoon te detecteren en daarop de hoogte van de camera’s aan te passen. Zulke technieken zijn in het vakgebeid bekend.

Bij voorkeur worden er afbeeldinggegevens gegenereerd van een reeks beelden, welke reeks beelden kunnen worden samengesteld tot een groter driedimensionaal (3D) beeld. Wanneer 20 gebruik wordt gemaakt van gestructureerd licht kan er een 3D beeld worden gegenereerd door meerdere telkens ten opzichte van elkaar verschoven lijnsgewijze scans uit te voeren en de gegevens van deze scans tot een een grotere 3D afbeelding van het gescande gebied, dat ten minste het ogengebied omvat, te combineren.

25 De inrichting omvat bij voorkeur beeldweergavemiddelen, zoals een beeldscherm, om het gebied van het gezicht, dat is gebruikt om een driedimensionale meting van te maken, weer te geven. Daardoor herkent de te meten persoon zijn afbeelding ter verificatie dat de meting daadwerkelijk aan hem of haar plaatsvindt. Deze weergave kan tijdelijk zijn, omdat het beeldscherm ook kan worden gebruikt voor ander doeleinden, zoals het verstrekken van 30 instructies, reclame etc. Zulke instructies kunnen, naast bedieningsinstructies, ook instructies behelzen voor het invoeren van gegevens van de voor de persoon gewenste of voorgeschreven brillenglazen. De inrichting kan hiertoe een menu tonen die de persoon langs een aantal relevante vragen leidt aan de hand waarvan de persoon de gevraagde gegevens kan invoeren, 6 bijvoorbeeld door aanraken van het scherm of met behulp van andere invoermiddelen zoals een muis of toetsenbord.

De afbeelding bestrijkt, bij voorkeur meer dan alleen het ogengebied, zoals de volledige 5 breedte van het gezicht tussen bovenlip en voorhoofd, of met meer voorkeur, het gehele gezicht. Ook worden de driedimensionale afbeeldinggegevens bij voorkeur gegenereerd van meer dan het ogengebied alleen, zoals de gebieden van het gezicht zoals hierboven beschreven. Daardoor komen meer gegevens dan die betreffende onder andere het neusbeen bekend die van belang kunnen zijn voor het vaststellen van een geschikte maat brilmontuur.

10 Wanneer men niet de volledige breedte van het gezicht kent, is het mogelijk dat men op basis van de meting niet in staat zal zijn om te kleine brilmonturen op voorhand uit te sluiten, hetgeen wel kan wanneer de volledige breedte van het gezicht bekend is.

De inrichting omvat bij voorkeur middelen die ervoor zorgen dat de te meten persoon zijn 15 ogen op ‘oneindig’ scherp stelt. In een dergelijke situatie is de pupilafstand het meest nauwkeurig te meten. De pupilafstand neemt namelijk af naarmate men scherpstelt op een voorwerp dat zich dichterbij bevindt. Hiervoor zijn eenvoudige spiegeltechnieken bekend, waardoor een punt in de verte wordt gesimuleerd, zoals een rood lichtpunt, dat bijvoorbeeld als een punt of een nadere vorm, zoals een kruis kan zijn uitgevoerd. Men kan ook een 20 beeldscherm, zoals bovengenoemd beeldscherm, gebruiken om een afbeelding weer te geven die de persoon ertoe aanzet, zijn ogen op oneindig scherp te stellen. In dit geval dient het beeldscherm wel als 3D beeldscherm te zijn uitgevoerd.

De middelen voor het scherpstellen van de ogen op ‘oneindig’ zijn bij voorkeur geplaatst in 25 hoofdzaak verticaal onder de camera of onder een van de camera’s. Met ‘in hoofdzaak verticaal onder’ wordt bedoeld dat deze middelen en de betreffende camera zich in hetzelfde vlak bevinden welk vlak verticaal ten opzichte van de aarde staat, of daar maximaal 10° van afwijkt, bij voorkeur maximaal 5°, en met de meeste voorkeur verticaal is.

30 In een bijzondere uitvoeringsvorm kan door toepassing van de inrichting volgens de uitvinding aanvullende informatie worden verzameld, die van belang kan zijn voor het kiezen van een geschikt en gewenst brilmontuur, voor de uiteindelijk te vervaardigen bril.

7

Zo kunnen met behulp van de camera of camera’s eveneens gezichtskleuren worden vastgelegd, zoals de kleur van de huid, ogen en hoofdharen. Deze gegevens zijn zeer belangrijk bij het op basis van esthetische waarden uitkiezen van een brilmontuur. Gebleken is namelijk dat bepaalde kleuren en/of vormen brilmonturen vanwege esthetische redenen niet 5 worden gekozen door personen met bepaalde gezichtskleuren, terwijl dergelijke brilmonturen juist wel weer vaker worden gekozen door mensen met andere gezichtskleuren. Met deze informatie is het mogelijk om voor een persoon reeds een voorselectie van brilmonturen te maken.

10 De inrichting kan voorts zijn ingericht om refractiemetingen aan de ogen van de te meten persoon te verrichten, waardoor informatie betreffende de sterkte en cilinder voor de brillenglazen kan worden verkregen. Met deze informatie kan de juistheid van de informatie van het recept worden geverifieerd, of zelfs het recept vervangen. In het laatste geval kan de persoon zelf met behulp van de inrichting volgens de uitvinding alle gegevens verzamelen die 15 nodig zijn voor het uitzoeken van een geschikt en gewenst brilmontuur alsmede voor het vervaardigen van de bril, zonder tussenkomst van een oogarts en/of opticien.

Hiertoe kunnen objectieve refractiemetingen bijvoorbeeld worden uitgevoerd met dezelfde camera’s als hierboven zijn beschreven, bijvoorbeeld onder toepassing van onzichtbaar en 20 gestructureerd licht. Degelijke technieken zijn in het vakgebied bekend. Hierbij kan ter verificatie een subjectieve refactiemeting worden uitgevoerd onder toepassing van bijvoorbeeld driedimensionale afbeeldingtechnieken (bijvoorbeeld met een 3D-beeldscherm of 3D-projectie), waartoe eveneens het bovengenoemde beeldscherm kan zijn ingericht.

25 De inrichting kan voorts middelen omvatten voor het ontvangen van de meetwaarden, al dan niet in gecodeerde vorm, en van de gegevens betreffende gewenste of voorgeschreven brillenglazen. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld via gebruikelijke invoermiddelen worden ingevoerd, zoals een toetsenbord, of via een beeldschermgestuurd menu met behulp van bijvoorbeeld een muis of aanraakscherm. Het is echter ook mogelijk dat de inrichting 30 middelen omvat om de betreffende gegevens, al dan niet in de vorm van een doktersrecept, in te scannen, en deze gegevens in te voeren in een gegevensverwerkinginrichting.

De inrichting kan voorts zijn uitgebreid met een inrichting die is ingericht voor het ontvangen van identificatiegegevens van het brilmontuur, en voor het ontvangen van de meetwaarden 8 (zoals de PD-waarden), al dan niet in gecodeerde vorm, en van de gegevens betreffende gewenste of voorgeschreven brillenglazen, zoals de refractiewaarden. Deze laatste gegevens kunnen op de hierboven beschreven wijze eveneens door de inrichting zelf zijn gegenereerd. Identificatiegegevens van een brilmontuur kunnen bijvoorbeeld een type-aanduiding of 5 anderszinse codering zijn. Deze gegevens, samen met de meetwaarden, zijn voldoende om een bril op maat te laten maken. De inrichting is derhalve eveneens bij voorkeur ingericht voor het opslaan en/of doorsturen daarvan als productie-instructies ter vervaardiging van de betreffende bril.

10 De meetwaarden kunnen direct vanuit de eerstgenoemde inrichting voor het vastleggen van de driedimensionale afbeeldinggegevens aan laatstgenoemde inrichting voor het ontvangen van identificatiegegevens van het brilmontuur, en voor het ontvangen van de meetwaarden worden gestuurd. Om privacyredenen of ander logistieke redenen kan men er echter voor kiezen om de meetwaarden niet door te sturen, maar om deze aan te bieden aan de persoon die wordt 15 gemeten. Dit kan bijvoorbeeld door een uitdraai waarop alle gegevens zijn weergegeven, of als een code, bijvoorbeeld een streepjescode, die door laatstgenoemde inrichting kan worden afgelezen.

Met een dergelijke inrichting volgens de uitvinding kan men zich aldus eenvoudig laten 20 meten, men kan de gegevens uit de inrichting ontnemen of doorsturen, en men kan identificatiegegevens van een gewenst brilmontuur invoeren om zo tot een volledige set gegevens te komen die voldoende zijn om een voor de persoon afgemeten bril te laten vervaardigen. Deze gegevens worden dan ook bij voorkeur naar een brillenfabrikant doorgestuurd als opdracht voor het maken van een nieuwe bril. De op basis van deze 25 gegevens gemaakte bril kan dan bijvoorbeeld naar de persoon worden gestuurd, of bijvoorbeeld naar de locatie van de meetinrichting. Het is in een bijzondere uitvoeringsvorm ook mogelijk om vanaf de verzending naar de brillenfabrikant toten met de verzending van de bril door de brillenfabrikant en de bezorging van de bril al dan niet gedeeltelijk via een track-and-trace-systeem te volgen. Deze gegevens kunnen wederom door uitvoermiddelen in 30 bijvoorbeeld geprinte vorm aan de persoon worden verschaft, of aan het personeel van de winkel waar de inrichting staat, waarna deze gegevens naar de fabrikant kunnen worden opgestuurd. De gegevens kunnen ook direct via een digitale verbinding, zoals het internet, naar de fabrikant worden doorgestuurd.

9

De keuze voor het juiste brilmontuur kan op gebruikelijke conventionele wijze plaatsvinden. Zo kan bij de inrichting volgens de uitvinding een brillendisplay worden geplaatst, of daar onderdeel van uitmaken. Door brilmonturen uit het display op te zetten kan men de juiste keuze maken, en vervolgens de bij dat brilmontuur behorende code invoeren. De inrichting 5 kan zodanig zijn uitgevoerd, dat na invoeren van de betreffende montuurcode een afbeelding van het montuur op een bijvoorbeeld een beeldscherm verschijnt ter bevestiging van de juiste keuze.

De wijze van invoeren van identificatiegegevens van een brilmontuur kan bijvoorbeeld ook 10 plaatsvinden zonder afhankelijk te zijn van de aanwezigheid van echte brilmonturen. Maar door deze virtueel aan te bieden, bijvoorbeeld door de monturen zichtbaar te maken op een beeldscherm, kan het aanbod nagenoeg oneindig worden uitgebreid zonder dat dit plaats inneemt, en kan men door gebruik te maken van zoekopdrachten zeer efficiënt onder de verschillende monturen zoeken. Men kan ook een combinatie maken van een virtueel aanbod 15 van brilmonturen, en echte monturen. Zo kan men eerst virtuele monturen zoeken, en dan de echte versie daadwerkelijk uitproberen. Voor deze mogelijkheid .voorziet de uitvinding in een inrichting die naast bovenbeschreven eerstgenoemde inrichting voor het vastleggen van driedimensionale afbeeldinggegevens eveneens voorziet in een inrichting voor het virtueel passen van een of meer brilmonturen, zoals is beschreven in conclusie 13 en in de daarvan 20 afhankelijk conclusies.

Bij het virtueel aanbieden van brilmonturen kan er reeds rekening mee worden gehouden dat op basis van de meetwaarden bepaalde brilmonturen de persoon niet zullen passen en kunnen deze ongeschikte monturen uit het virtuele aanbod worden verwijderd. Ook kan er een 25 voorkeursselectie worden aangeboden, die bijvoorbeeld op basis van informatie betreffende de gezichtskleuren van de persoon wordt samengesteld. Ook kunnen speciale aanbiedingen van bepaalde brilmonturen preferentieel worden aangeboden.

Deze inrichting is verbonden met een terminal of meer terminals waarmee de inrichting 30 commando’s kan ontvangen, en waarnaar toe de inrichting gegevens kan sturen. Een dergelijke terminal kan onderdeel uitmaken van de inrichting volgens de uitvinding, of er op afstand mee zijn verbonden. Zo kan ook een aan het internet aangesloten personal computer als terminal fungeren. De inrichting voor het virtueel passen van brilmonturen is verbonden met een gegevensopslagmedium, zoals een databank waarin afbeeldinggegevens en 10 identificatiegegevens van een of meer verschillende brilmonturen zijn opgeslagen, en is verbonden met een gegevensverwerkinginrichting waarin de meetwaarden, gegevens van een afbeelding van ten minste het ogengebied van de persoon, bij voorkeur een groter deel van het gezicht, zoals hierboven reeds is besproken, en afbeeldinggegevens van een of meer 5 verschillende brilmonturen te ontvangen kunnen worden ingevoerd, alsmede commando’s van de terminal betreffende het laden van ten minste de afbeeldinggegevens van een brilmontuur.

De gegevensverwerkinginrichting krijgt aldus de meetwaarden van de persoon, al dan niet direct, of via invoer door bijvoorbeeld de persoon van de meetwaarden, bijvoorbeeld in de 10 vorm van een streepjescode. Voorts staat de gegevensverwerkinginrichting in verbinding met een databank waaruit, bijvoorbeeld op commando via een terminal, afbeeldinggegevens kunnen worden gehaald en aan de terminal worden aangeboden. Ditzelfde kan ook met de afbeelding van de persoon.

15 Via de terminal kan men via een toegangscode, die onderdeel kan zijn van de meetgegevens of daaraan kan zijn toegevoegd, contact maken met de inrichting volgens de uitvinding. Men kan dan de afbeelding van het ogengebied op de terminal laten weergeven, of een desgewenst groter gedeelte van het gezicht, wanneer de gemaakte opname dit toelaat. Vervolgens kunnen uit de databank een of meer afbeeldingen van brilmonturen worden weergegeven. De 20 gegevensverwerkinginrichting is daartoe zodanig ingericht dat deze de afbeeldinggegevens van het brilmontuur proportioneel op die van genoemd ogengebied superponeert, waardoor een gecombineerde afbeelding ontstaat van ten minste het ogengebied van de persoon met daarop gesuperponeerd een brilmontuur. Met proportioneel wordt bedoeld dat op basis van de afbeelding van de persoon en van de persoon bekende meetwaarden zoals pupillenafstand de 25 afbeelding van het brillenmontuur in grootte kan worden aangepast om overeen te stemmen met de afmetingen van het gezicht, of omgekeerd (waarbij de afbeelding van het gezicht wordt aangepast aan de afmetingen van het te superponeren brilmontuur. Met superponeren wordt bedoeld dat de afbeelding van het brilmontuur als het ware op de afbeelding van het gezicht wordt gelegd. Aangezien dit proportioneel gebeurt, wordt het dragen van het 30 betreffende brilmontuur in de afbeelding natuurgetrouw gesimuleerd.

Bij het superponeren wordt de afbeelding van de bril bij voorkeur recht en op de juiste hoogte ten opzichte van de afbeelding die ten minste het ogengebied omvat geplaatst. Zo kan de gegevensverwerkinginrichting ertoe zijn ingericht om de driedimensionale 11 afbeeldinggegevens, ongeacht de hoek van de persoon ten opzichte van de inrichting toen de meting werd uitgevoerd, te corrigeren waardoor het gemeten gebied, dat ten minste het ogengebied van de persoon omvat, frontaal op het beeldscherm kan worden weergegeven, en de afbeelding van het brilmontuur overeenkomstig recht op de afbeelding die ten minste het 5 ogengebied omvat kan worden geplaatst, d.w.z. gesuperponeerd.

Dit superponeren kan echter ook plaatsvinden wanneer de afbeelding van het brilmontuur en de afbeelding die ten minste het ogengebied omvat onder eenzelfde hoek worden weergeven. De gegevensverwerkinginrichting kan in een bijzondere uitvoeringsvorm in de 10 gesuperponeerde afbeelding ook de afbeelding van het brilmontuur en de afbeelding die ten minste het ogengebied omvat aan elkaar koppelen en om de afbeelding vervolgens onder meerdere hoeken te kunnen weergeven, waarbij een realistisch 3D beeld van de persoon die virtueel het brilmontuur draagt weer te geven.

15 Aldus krijgt de persoon een goede indruk hoe hij er uitziet met een bril die het betreffende brilmontuur omvat. Deze handeling kan eindeloos met andere brilmonturen worden herhaald. Het voordeel is dat men niet afhankelijk is van de winkelvoorraad van de brilmonturen, en dat men dit virtuele passen ook vanuit thuis via een personal computer kan uitvoeren op een moment dat het beste uitkomt en niet afhankelijk is van de openingstijden van de winkel, waar 20 de inrichting volgens de uitvinding is geplaatst.

Zodra de persoon, of een ander gebruiker die voor de persoon de brilmonturen virtueel op de afbeelding van de persoon past, een brilmontuur heeft gekozen waarvan hij of zij een bril wil laten maken, kan deze persoon via een daartoe bestemde opdracht via de terminal een 25 bevestiging naar de inrichting kunnen sturen, alwaar de benodigde beschikbare gegevens worden gecombineerd en doorgestuurd naar een brillenfabrikant die met de gegevens de gewenste bril op maat kan produceren. De inrichting volgens de uitvinding kan ook zodanig zijn ingericht dat de server de benodigde gegevens na een daartoe afgegeven commando aan de terminal stuurt, zodat de persoon of de gebruiker de bevestiging zelf naar de fabrikant 30 verstuurt.

Het virtueel aanbieden van brilmonturen heeft bovendien nog het voordeel dat bepaalde brilmonturen die niet verenigbaar zijn met de meetgegevens van de persoon (bijvoorbeeld 12 doordat het brilmontuur te klein is voor de betreffende persoon), geblokkeerd kunnen worden van aanbieding aan de persoon bij het virtuele passen.

Bij voorkeur is de inrichting volgens de uitvinding zelf voorzien van een terminal, zodat de 5 persoon die net een meting heeft ondergaan, op dezelfde plek virtueel een of meerdere brilmonturen kan passen en een bestelopdracht kan plaatsen.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op de inrichting voor het virtueel passen van brilmonturen zoals hierboven is uiteengezet en verwoord is in de conclusies. De 10 overeenkomstige werkwijze voor het virtueel passen van brilmonturen volgens de uitvinding is verwoord in de conclusies en zal hieronder bij het bespreken van de figuur nader worden toegelicht. De uitvinding heeft eveneens betrekking op software voor het besturen van een inrichting volgens de uitvinding.

15 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een figuur, waarin een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt weergegeven.

Met 1 wordt de inrichting weergegeven. Behuizing 2, met twee digitale camera’s 3 is automatisch in hoogte verstelbaar. Een van de camera’s 3 bevindt zich midden boven een 20 beeldscherm 5. Bij voorkeur onder deze camera 3 zijn middelen voor het scherpstellen van de ogen op ‘oneindig’, bijvoorbeeld in de vorm van een kruis geplaatst (niet in de figuur werrgegeven. Deze middelen kunnen ook door het beeldscherm 5 worden weergegeven, welk beeldscherm 5 dan als 3D-beeldscherm dient te zijn uitgevoerd. Deze middelen worden bij voorkeur verticaal onder een van de camera’s geplaatst. Een persoon die een meting wil laten 25 verrichten gaat voor bedieningselement 9 staan die voorzien is van bedieningsknop 4. Door op knop 4 te drukken begint de werking van de inrichting en wordt er een welkom- en instructieboodschap afgespeeld. Ofschoon niet weergegeven, kan het mogelijk zijn om via invoermiddelen zoals een toetsenbord, gevraagde gegevens, zoals gegevens omtrent de gewenste brillenglazen, in te voeren. De behuizing verschuift zodanig, dat de camera’s op 30 ooghoogte van de persoon worden gepositioneerd. Terwijl de metingen worden uitgevoerd, wordt een afbeelding van het gezicht van de persoon op beeldscherm 5 weergegeven. Aan het einde van de meting wordt de meetinformatie via uitvoer 6 in gecodeerde vorm van bijvoorbeeld een streepjescode geprint, en staat ter beschikking van de persoon.

13

De persoon kan met de streepjescode of andere verschafte informatie inloggen op een terminal, zoals een personal computer die via het internet met de inrichting is verbonden.

De inrichting is ook voorzien van een terminal 10, alwaar virtuele brilmonturen ter passing worden aangeboden. Een tweede dergelijke terminal kan tegenover de getoonde terminal aan 5 de andere zijde van de inrichting zijn geplaatst. Beeldscherm 7 van de terminal 10 zal een soortgelijke of dezelfde afbeelding als nu zichtbaar in beeldscherm 5 kunnen genereren waarop dan op natuurgetrouwe grootte een afbeelding van een gekozen brilmontuur kan worden gesuperponeerd. Hiertoe kan een keuzemenu voor het kiezen van verschillende brilmonturen via het beeldscherm 10 worden aangeboden en geselecteerd. Aldus wordt een 10 natuurgetrouwe afbeelding van het gezicht van de persoon met een gekozen brilmontuur weergegeven.

De inrichting omvat tevens twee carrousels 8 voor het opnemen van een groot aantal brilmonturen, om ook het passen van de echte brilmonturen mogelijk te maken. De carrousels 15 omvatten drie onder een horizontale hoek van 120° met elkaar verbonden draaibare wanden, waardoor er 6 vlakken ontstaan waartegen zeer plaatsefficiënt brilmonturen kunnen worden geplaatst. Via een niet getoonde gegevensinvoer, bijvoorbeeld wanneer beeldscherm 7 is uitgevoerd als aanraakscherm, kunnen identificatiegegevens van een gewenst brilmontuur worden ingevoerd, waardoor het tevens mogelijk is om een gesuperponeerde afbeelding met 20 het betreffende brilmontuur te maken.

Zodra een selectie voor een brilmontuur wordt bevestigd genereert de inrichting een combinatie van gegevens die voldoende zijn voor de brillenfabrikant om de gewenste bril op maat te maken. Deze gegenereerde gegevens worden vervolgens bijvoorbeeld geprint, of 25 direct via internet naar de fabrikant gestuurd.

103 77 3 6

Claims (19)

1. Inrichting voor het vastleggen van driedimensionale afbeeldinggegevens van een gezicht of deel daarvan van een persoon en het uit deze afbeeldinggegevens berekenen en 5 verschaffen van meetwaarden voor het aanmeten van een brilmontuur voor de persoon, omvattende a) middelen voor het genereren van driedimensionale afbeeldinggegevens van ten minste het ogengebied van de persoon, welk ogengebied ten minste beide ogen en het neusbeen omvat, 10 b) een gegevensverwerkinginrichting of een verbinding daarmee, welke gegevensverwerkinginrichting uit de gegenereerde afbeeldinggegevens de meetwaarden berekent van ten minste de afstanden tussen de pupillen en het midden van het neusbeen, welke gegevensverwerkinginrichting de meetwaarden vastlegt en verbonden is met 15 c) gebruikersinformatie-uitvoermiddelen, welke zijn ingericht om informatie of toegang daartoe te verschaffen, welke informatie de meetwaarden, al dan niet in gecodeerde vorm, omvatten.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij middelen voor het genereren van driedimensionale 20 afbeeldinggegevens zijn ingericht om de gegevens te genereren terwijl de persoon geen bril of brilmontuur draagt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de middelen voor het genereren van driedimensionale afbeeldinggegevens zijn ingericht om door de persoon zelf te worden 25 bediend.

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de gebruikersinformatie-uitvoermiddelen zijn ingericht om aan de informatie of toegang daartoe aan de gebruiker te verschaffen. 30

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de middelen voor het genereren van driedimensionale afbeeldinggegevens van ten minste het ogengebied van de persoon ten minste een camera omvat, waarbij de inrichting voorts omvat middelen voor 1 03 77 36 het scherpstellen van de ogen op ‘oneindig’, welke in hoofdzaak verticaal onder de camera zijn geplaatst.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de middelen voor het 5 genereren van driedimensionale afbeeldinggegevens ten minste twee camera’s omvat, die elk zijn bestemd om beeldinformatie van ten minste het ogengebied van de persoon op te nemen.

7. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de middelen voor het genereren van 10 driedimensionale afbeeldinggegevens zodanig zijn ingericht dat de ten minste twee camera’s bij gebruik van de inrichting automatisch op ooghoogte van de persoon worden geplaatst.

8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, welke inrichting voorts 15 beeldweergavemiddelen omvat die zijn ingericht om een afbeelding van ten minste het ogengebied van de persoon ten minste tijdelijk weer te geven.

9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de middelen voor het genereren van driedimensionale afbeeldinggegevens zodanig zijn ingericht dat ten minste 20 de gegevens van het gebied rondom het neusbeen worden gegenereerd met behulp van gestructureerd licht.

10. Inrichting volgens een van de conclusies 1-9, die voorts invoermiddelen omvat voor het invoeren van gegevens betreffende voor de persoon gewenste of voorgeschreven 25 brillenglazen, waarbij de gebruikersinformatie-uitvoermiddelen, tevens kunnen zijn ingericht om de gegevens betreffende gewenste of voorgeschreven brillenglazen met de informatie te combineren.

11. Inrichting volgens een van de conclusies 1-10, welke voorts middelen omvat om 30 refractiemetingen aan de ogen van de te meten persoon te verrichten.

12. Inrichting voor het aanmeten van een brilmontuur aan een persoon en het genereren van productie-instructies voor het produceren van een bril die dit brilmontuur omvat, omvattende a) een inrichting voor het vastleggen van driedimensionale afbeeldinggegevens van een gezicht of deel daarvan van een persoon en het uit deze afbeeldinggegevens berekenen en verschaffen van meetwaarden voor het aanmeten van een brilmontuur voor de persoon, omvattende volgens willekeurig welke van conclusies 1-11, en 5 b) een inrichting ingericht voor het ontvangen van • identificatiegegevens van het brilmontuur, • de meetwaarden, al dan niet in gecodeerde vorm, en van gegevens betreffende gewenste of voorgeschreven brillenglazen en voor het opslaan en/of doorsturen daarvan als productie-instructies ter 10 vervaardiging van de betreffende bril.

13. Inrichting voor het virtueel passen van een of meer brilmonturen, het kiezen van ten minste een gepast brilmontuur en het genereren van productie-instructies voor het produceren een bril die dit brilmontuur omvat, omvattende 15 a) een inrichting voor het vastleggen van driedimensionale afbeeldinggegevens van een gezicht of deel daarvan van een persoon en het uit deze afbeeldinggegevens berekenen en verschaffen van meetwaarden voor het aanmeten van een brilmontuur voor de persoon volgens willekeurig welke van conclusies 1-11, alsmede b) een inrichting voor het virtueel passen van een of meer brilmonturen, omvattende 20. verbindingsmiddelen verbinding met ten minste een terminal voor het ontvangen van commando’s van de terminal en het verzenden van gegevens naar de terminal • een gegevensopslagmedium of verbinding daarmee waarin afbeeldinggegevens en identificatiegegevens van een of meer verschillende brilmonturen zijn opgeslagen • een gegevensverwerkinginrichting of verbinding daarmee welke is ingericht om 25. de berekende meetwaarden, o gegevens van een afbeelding van ten minste het ogengebied van de persoon, en o afbeeldinggegevens van een of meer verschillende brilmonturen te ontvangen, 30 welke gegevensverwerkinginrichting voorts is ingericht om o een commando van de terminal te ontvangen betreffende het laden van ten minste de afbeeldinggegevens van een brilmontuur, om o de afbeeldinggegevens van het brilmontuur proportioneel op die van genoemd ogengebied te superponeren ter verkrijging van een gecombineerde afbeelding van ten minste het ogengebied van de persoon met daarop gesuperponeerd een brilmontuur, om 5 o beeldgegevens van de gecombineerde afbeelding naar de terminal te verzenden, om o van de terminal een commando te ontvangen om de gecombineerde afbeelding al dan niet te bevestigen, en om o van een bevestigde afbeelding de identificatiegegevens van het betreffende 10 brilmontuur en de meetwaarden van de betreffende persoon, al dan niet gecombineerd met gegevens betreffende voor de persoon gewenste of voorgeschreven brillenglazen op te slaan en/of door te sturen als productie-instructies ter vervaardiging van de betreffende bril. 15

14) Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de inrichting voor het virtueel passen van een of meer brilmonturen voorts ten minste een terminal omvat voor het verzenden van commando’s aan en het ontvangen van gegevens van de gegevensverwerkinginrichting .

15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij de terminal een beeldscherm omvat en is 20 ingericht om commando’s aan de gegevensverwerkinginrichting te sturen die identificatiegegevens van ten minste een brilmontuur bevatten voor het op het beeldscherm weergeven van een gecombineerde afbeelding van het betreffende brilmontuur en de afbeeldingen van ten minste het ogengebied van de persoon. 25

16) Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de terminal is ingericht om commando’s aan de gegevensverwerkinginrichting te sturen voor het weergeven van afbeeldingen van een of meer brilmonturen op het beeldscherm van de terminal, waarbij een van de weergegeven brilmonturen kan worden geselecteerd als commando aan de gegevensverwerkinginrichting voor het op het beeldscherm weergeven van een 30 gecombineerde afbeelding van het betreffende brilmontuur en de afbeeldingen van ten minste het ogengebied van de persoon.

17. Inrichting voor het virtueel passen van een of meer brilmonturen zoals gedefinieerd in conclusie een van de conclusies 13-16.

18. Werkwijze voor het voor het door een persoon virtueel passen van een of meer brilmonturen, het kiezen van ten minste een gepast brilmontuur en het genereren van productie-instructies voor het produceren van een bril die dit brilmontuur omvat, 5 omvattende de stappen van a) genereren van driedimensionale afbeeldinggegevens van ten minste het ogengebied van de persoon, welk ogengebied ten minste beide ogen en het neusbeen omvat, b) uit de gegenereerde afbeeldinggegevens berekenen van de meetwaarden van ten 10 minste de afstanden tussen de pupillen en het midden van het neusbeen, en het vastleggen van de meetwaarden, c) verschaffen van informatie, welke informatie de meetwaarden omvatten, al dan niet in gecodeerde vorm, en al dan niet gecombineerd met gegevens betreffende voor de persoon gewenste of voorgeschreven brillenglazen, 15 d) middels een terminal verbinding maken met een gegevensverwerkinginrichting en een gegevensopslagmedium waarin afbeeldinggegevens en identificatiegegevens van een of meer verschillende brilmonturen zijn opgeslagen e) invoeren van de informatie van stap c) in de gegevensverwerkinginrichting f) weergeven van ten minste het ogengebied van de persoon op een beeldscherm, 20 g) en het in de terminal invoeren van identificatiegegevens van ten minste een brilmontuur h) weergeven van een gecombineerde afbeelding van ten minste het ogengebied van de persoon met daarop proportioneel gesuperponeerd het brilmontuur, i) bevestigen dan wel afwijzen van de gecombineerde afbeelding, waarbij bij 25 afwijzing wordt teruggegaan naar stap g) en bij bevestiging wordt voortgegaan met stap j) j) opslaan en/of doorsturen van de identificatiegegevens van het brilmontuur en de meetwaarden van de persoon van de bevestigde afbeelding, als productie-instructies ter vervaardiging van de betreffende bril. 30

19. Software, ingericht voor het besturen van een inrichting volgens een van de conclusies 1- 17. 1 03 77 36