NL1037575A - Biologische bestrijding en toebehoren. - Google Patents

Description

BIOLOGISCHE BESTRIJDING EN TOEBEHOREN

Deze uitvinding situeert zich in het gebied van biologische bestrijding van ongewenste organismen in de land-en tuinbouwsector. In het bijzonder heeft deze uitvinding betrekking op een methode om capsules, die biologische actieve agentia bevatten, via een kleefstof aan te brengen op de te behandelen gewassen.

Het gebruik van capsules voor de verspreiding van niet-biologische bestrijdingsmiddelen (US6772694B1, WO2008065218A1, W02002060251A2, US5174807A) is reeds langer gekend en bestaat erin dat de capsules vanop een afstand afgeschoten worden in de richting van de te behandelen gewassen. Door impact van de capsules, wanneer ze doel treffen, spatten ze open en stellen ze hun werkzame inhoud vrij .

Hoewel deze methode zeer geschikt is voor de verspreiding van capsules met niet-biologische bestrijdingsmiddelen, zijn er een aantal nadelen aan verbonden met betrekking tot het gebruik ervan voor de verspreiding van capsules met biologische bestrijdingsmiddelen. Ten eerste gaan capsules die slecht afgeschoten worden en dus geen doel treffen, verloren op de grond, wat voor het verspreiden van dure biologische bestrijdingsmiddelen niet gewenst is. Een tweede nadeel is de manier waarop de inhoud van de capsules vrijgesteld wordt, namelijk door impact van de capsules in de te behandelen gewassen. Als biologisch bestrijdingsmiddel worden namelijk vaak insecten gebruikt, o.a. onder de vorm van poppen, larven, of insecteneitjes, die door de impact beschadigd kunnen geraken en waarvan tevens een aantal op de grond terecht zal komen en dus niet direct in hun gewenste werkingsgebied boven in de gewassen.

Voor de verspreiding van capsules met biologische actieve agentia (FR2583256) zoals insecteneitjes is er een methode beschikbaar waarbij de capsules gelijkmatig verdeeld kunnen worden over de bodem tussen de gewassen, via een verdeeltoestel met een ronddraaiende schijf. Het openen van de capsule gebeurt hierbij niet door impact, maar kan bewerkstelligd worden door het voorzien van een opening in de capsules. Hoewel deze methode het toelaat om een gewenst gebied gelijkmatig te behandelen met biologische bestrijdingsmiddelen, is deze methode niet geschikt voor het doelgericht behandelen van enkel de besmette gewassen, evenmin om de biologische actieve agentia boven in de gewassen aan te kunnen brengen.

Het is derhalve een opzet van de huidige uitvinding om een methode aan te bieden voor het aanbrengen van capsules, via een hulpstof, op de te behandelen gewassen om een zo economisch mogelijk gebruik van biologische bestrijdingmiddelen te bewerkstelligen. Een tweede opzet van de huidige uitvinding is het aanbieden van een verdeeltoestel waarmee capsules, via een hulpstof, aangebracht kunnen worden op de te behandelen gewassen. Andere details en voordelen van de huidige uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van deze methode. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren die één van de mogelijke uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding vertegenwoordigen.

Pig. 1 is een zijaanzicht van een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van het verdeeltoestel (1).

Fig. 2 is een zijaanzicht van 2 mogelijke uitvoeringsvormen van de capsule houder (5); waarin de uitvoeringsvorm in A een soort patronenhouder is met middelen om de capsules zachtjes naar beneden te drukken (11); en waarin de uitvoeringsvorm in B een cassette is met een kanaaltje (10) om de capsules in de juiste richting in het verdeeltoestel (1) te brengen.

Fig. 3 is een zijaanzicht van een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van het verdeeltoestel (1), met een kleefstofreservoir (3) en een pompje (7) om de gewassen van kleefstof te voorzien alvorens de capsules aan te brengen.

Fig. 4 is een zijaanzicht van een derde mogelijke uitvoeringsvorm van het verdeeltoestel (1), met een prikpunt (9) voor het doorprikken van de capsules (4).

Fig. 5 is een zijaanzicht van een vierde mogelijke uitvoeringsvorm van het verdeeltoestel (1) met een kleefstofreservoir (3), een pompje (7) en een prikpunt (9), die beiden met dezelfde trekker (6) bediend worden.

Fig. 6 is een zijaanzicht van een vijfde mogelijke uitvoeringsvorm van het verdeeltoestel (1) met een kleefstofreservoir (3), een pompje (7) en een prikpunt (9), die beiden met dezelfde trekker (6) bediend worden. In A wordt het toestel in zijn geheel getoond, in B een vergroting van de kop van het toestel.

Fig 7 is een mogelijke uitvoeringsvorm van de koelbox (14). In Δ is duidelijk te zien dat er plaats voorzien is in de koelbox (14) voor het opbergen van 1 of meerdere koelelementen (13) . In B is te zien dat er plaats voorzien is in de koelbox (14) voor het opbergen van 1 of meerdere capsule houders (5) . In C is een voorstelling gemaakt van de manier waarop het verdeeltoestel (1) in de behuizing van de koelbox (14) past zodat de capsule houder (5) in het koele gedeelte van de koelbox bewaard kan worden.

In een eerste objectief bevat de huidige uitvinding een methode om capsules (4), die biologische actieve agentia bevatten, via een hulpstof aan te brengen op de te behandelen gewassen.

Het materiaal voor deze capsules kan bestaan uit al de gekende materialen die hiervoor bruikbaar zijn, zoals bijvoorbeeld kunststof, karton, plantenvezels, gelatine of HPMC (hydroxylpropyl methylcellulose). Bij voorkeur is het gebruikte materiaal bio-afbreekbaar, zoals gelatine of HPMC, met het oog op gebruik in de biologische tuinbouw.

De "hulpstof" zoals hierin gebruikt, verwijst naar een product dat, al dan niet na interactie met de capsules, er voor zorgt dat de capsules op de te behandelen gewassen blijven kleven. Deze hulpstof kan gelijk welke organische of anorganische kleefstof zijn, maar interfereert bij voorkeur niet met de normale werking en fotosynthese van de te behandelen gewassen.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de capsules HPMC capsules en is de hulpstof water. Het aangebrachte water zorgt dat de buitenste laag van de HPMC capsules kleverig wordt zodat de aangebrachte capsules op de te behandelen gewassen blijven kleven.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de methode voor het aanbrengen van capsules op de te behandelen gewassen eveneens middelen om een opening te maken in de capsules, zodat de inhoud ervan vrij kan komen. Alle gekende methoden om openingen te maken in een capsule komen hiervoor in aanmerking, maar bij voorkeur wordt de opening gemaakt via een methode die geen schade toebrengt aan de inhoud van de capsule zoals bijvoorbeeld het doorprikken met een prikpunt, naald, .... In een alternatieve uitvoeringsvorm kan er gebruik gemaakt worden van bio-afbreekbare capsules die na verloop van tijd afgebroken worden onder invloed van water en/of andere omgevingsfactoren en zo hun inhoud vrij stellen.

Het voorgaande is voornamelijk van toepassing bij het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen als biologisch actieve agent. Bij het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen in de land- en tuinbouw, gaat men het schadelijk organisme bestrijden door een natuurlijke vijand van het schadelijk organisme uit te zetten. Deze laatste moeten dus in staat zijn van de capsules te verlaten om zich te kunnen voeden en vermeerderen.

In biologische bestrijdingsmiddelen onderscheidt men eigenlijk twee hoofdgroepen; enerzijds parasieten (parasitoiden) die leven ten koste van andere organismen, zoals bacteriën bij rupsen of sluipwespen bij de witte vlieg; en anderzijds roofdieren (predatoren) die andere organismen opeten, zoals de roofmijt die rode spintmijten eet of het lieveheersbeestje dat luizen eet. De belangrijkste biologische bestrijdingsmiddelen die in de onderhavige uitvinding kunnen gebruikt worden omvatten; o Predatoren (ondermeer insekten en mijten bij voorkeur uit de families Phytoseiidae, Erythraeidae, Cheyletidae, Chrysopidae, Hemerobiidae, Miridae, Geocoridae,

Anthocoridae, Nabidae, Coccinelidae, Carabidae,

Pentatomidae, Reduvidae, Syrphidae, Cecidomyiidae,

Tachinidae, Coccinelidae) o Parasitoiden (ondermeer insekten en mijten bij voorkeur uit de families Ichneumonidae, Braconidae, Chalcidoidae, Pteromalidae Aphelinidae, Chalcididae, Encyrtidae, Eucharitidae, Eulophidae, Eupelmidae, Eurytomidae,

Leucospidae, Mymaridae, Ormyridae, Perilampidae,

Pteromalidae, Rotoitidae, Signiphoridae, Tanaostigmatidae, Tetracampidae, Torymidae, Trichogrammatidae) o Phytofage arthropoden gebruikt in de onkruidbestrijding o Entomopathogene nematoden (ondermeer Steinernema spp., Heterorhabditis spp., Phasmarhabditis spp.) o Microbiele producten en in het bijzonder Bacteriën (ondermeer Bacillus thuringiensis), Schimmels (ondermeer Verticillium lecanii, en Chondostereum purpureum), en Virussen.

In een tweede objectief bevat de uitvinding een verdeeltoestel dat toelaat om capsules via een hulpstof aan te brengen in de te behandelen gewassen.

In zijn eenvoudigste vorm (fig. 1), bevat dit verdeeltoestel (1) een capsulehouder (5) en een trekker (6) waarmee bij elke activering van de trekker (6), één capsule (4) via een overbrenging zoals middels een tandwieloverbrenging (12) en staaf (2) uit het verdeeltoestel gedrukt wordt zodat de capsule op de juiste plaats op de te behandelen gewassen aangebracht kan worden. Deze uitvoeringsvorm vereist dat de te behandelen gewassen op voorhand behandeld worden met de hulpstof. Alle mogelijke methoden om een hulpstof aan te brengen op de te behandelen gewassen komen hiervoor in aanmerking zoals bijvoorbeeld het spuiten of het uitsmeren van de hulpstof (in het bijzonder water of een kleefstof) op de gewassen.

De capsule houder (5) van het verdeeltoestel (1) van de huidige uitvinding kan in principe bestaan uit om het even welk materiaal en om het even welke vorm hebben die het mogelijk maakt om de capsules één voor één in het verdeeltoestel (1) te brengen. Figuur 2 toont bij wijze van voorbeeld 2 mogelijke uitvoeringsvormen van de capsule houder (5). In figuur 2A wordt er gebruik gemaakt van een soort patroonhouder met een opening die de juiste grootte heeft om 1 capsule per keer door te laten en middelen (11) om de capsules zachtjes naar onder te drukken, zoals een veer of een spons, zodat de capsules mooi geordend blijven. Figuur 2B toont een capsule houder (5) in de vorm van een cassette waarin de capsules ongeordend zitten tot op het moment dat ze onder invloed van de zwaartekracht in een kanaaltje (10) terecht komen waarna ze één voor één naar het verdeeltoestel (1) geleid worden. Bij voorkeur bestaat de capsulehouder (5) uit kunststof en heeft het een uitvoeringsvorm vergelijkbaar met deze getoond in figuur 2B.

In een bijzondere uitvoeringsvorm (fig. 3) bevat het verdeeltoestel een hulpstofreservoir (3) en een pompje (7) dat het mogelijk maakt om de te behandelen gewassen met de hulpstof te besproeien zodat de aangebrachte capsules blijven kleven. Bij voorkeur wordt het pompje (3) van de huidige uitvinding bediend met dezelfde trekker (6), waarmee de capsules uit het verdeeltoestel (1) gedrukt worden. Het hulpstofreservoir mag elke vorm en grootte aannemen, maar is bij voorkeur aangepast aan de dimensies van het verdeeltoestel en vervat in het handvat van het verdeeltoestel.

In een bijzondere uitvoeringsvorm (fig. 4) bevat het verdeeltoestel middelen (9) om een opening te maken in de capsules alvorens ze het verdeeltoestel verlaten. Bij voorkeur zijn deze middelen om een opening te maken geïntegreerd in de staaf (2) van het verdeeltoestel (1) zodat het doorprikken van de capsules gelijktijdig met het uitdrukken van de capsules kan gebeuren. Het verdeeltoestel volgens deze uitvoeringsvorm is bij voorkeur bijkomend voorzien van middelen (8) aan de uitgang van het verdeeltoestel, om een verhoogde weerstand te creeëren, zodat de capsule (4) langer op zijn plaats blijft en het maken van een opening makkelijker wordt. Deze middelen kunnen alle middelen zijn die weerstand bieden bij een lage druk, zodat de capsules op hun plaats blijven tot de druk verhoogd wordt en de weerstand wegvalt zodat de capsules het verdeeltoestel kunnen verlaten, zoals bijvoorbeeld een rubberen vernauwing / ring.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm (fig. 5 en 6), bevat het verdeeltoestel van de huidige uitvinding een capsule houder (5), een trekker (6), een tandwieloverbrenging (12), een staaf (2), middelen om een opening in de capsule te maken (9), middelen om de capsule op zijn plaats te houden (8), en een hulpstofreservoir (3); en waarbij door activering van de trekker (6): (a) de plant met hulpstof bespoten wordt; (b) de capsule doorprikt wordt; en (c) de capsule naar buiten geduwd wordt.

Voorbeelden van biologische actieve agentia die verspreid kunnen worden via het verdeeltoestel van de huidige uitvinding zijn in principe alle stoffen die nuttig zijn voor de te behandelen gewassen en omvatten bemestingsstoffen; plantengroeiversterkers; plantenhormonen; planten signaalstoffen; allelochemicaliën; ondermeer feromonen, kairomonen, sinologen; Chemische bestrijdingsproducten, ondermeer Insecticiden, Fungiciden, Nematiciden, Herbiciden; en Biologische bestrijdingsmiddelen (supra). In een bijzondere uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding zijn de biologische actieve agentia, biologische bestrijdingsmiddelen (supra).

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de biologische agentia die verspreid worden via het verdeeltoestel organismen die zich vermeerderen via geslachtelijke of ongeslachtelijke voortplanting.

In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de biologische agentia die verspreid worden via het verdeeltoestel beweeglijk (zoals bijvoorbeeld roofmijten in het adulte of nymfale stadium of insekten in het adulte of larvale stadium ) of geven ze aanleiding tot een beweeglijk stadium (bijvoorbeeld eieren waaruit beweeglijke larven ontstaan of popstadia waaruit beweeglijke adulten ontstaan). Hierdoor is het mogelijk dat de biologische agentia die via het verdeeltoestel op een aantal punten in het gewas worden aangebracht zich gaandeweg overal in het gewas kunnen vestigen. Wanneer het gaat om biologische organismen die zich vermeerderen kan hun aantal geleidelijk toenemen en kan op deze manier een populatieniveau worden opgebouwd dat voldoende hoog is voor een effectieve biologische bestrijding.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding worden via het verdeeltoestel ook combinaties van onderhavige biologische agentia verdeeld, bij voorkeur minstens één biologisch agens dat beweeglijk is en minstens één biologisch agens dat niet beweeglijk is. Door het gebruik van een dergelijke combinatie van biologische agentia in overeenstemming met deze uitvinding zal daarbij het niet beweeglijk (de niet beweeglijke) agentia met behulp van het beweeglijk agens in het gewas worden verspreid. De niet beweeglijke agentia kunnen hierbij zowel levende organismen , zoals Micro-organismen, popstadia en eieren; als niet-levende agentia zijn, zoals Chemische Bestrijdingsmiddelen en stoffen en structuren die afkomstig zijn van levende of dode organismen (vb. plantenhormonen; planten signaalstoffen; allelochemicaliën; ondermeer feromonen, kairomonen, sinologen). Door het gebruik van deze bijzondere uitvoeringsvorm kunnen niet beweeglijke agentia op een volkomen nieuwe manier worden ingezet zonder het gebruik van technieken zoals met bijvoorbeeld spuittechnieken waarbij het betreffende agens rechtstreeks in heel het gewas wordt verspreid.

Het verdeeltoestel van de huidige uitvinding kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor de bestrijding van wittevlieg in kasteelt door gebruik te maken van capsules gevuld met Encarsia Formosa eitjes (sluipwesp). üitgekomen sluipwespen kunnen dan door de opening in de capsule naar buiten kruipen en bevinden zich onmiddellijk in de nabijheid van de te bestrijden wittevlieg-plaag.

Een derde objectief van de huidige uitvinding is het aanbieden van capsules, die biologische active agentia bevatten, voor gebruik in het verdeeltoestel van de huidige uitvinding.

Zoals hiervoor reeds aangegeven kunnen deze capsules bestaan uit al de gekende materialen die hiervoor bruikbaar zijn, zoals bijvoorbeeld kunststof, karton, plantenvezels, gelatine of HPMC (hydroxylpropyl methylcellulose). Bij voorkeur is het gebruikte materiaal bio-afbreekbaar, zoals gelatine of HPMC, met het oog op gebruik in de biologische tuinbouw. De capsules zullen de biologisch actieve agentia bevatten in concentraties die in overeenstemming zijn met het gebruik van deze agentia in conventionele applicatoren; en het is voor de vakman evident dat de doseringen en derhalve de concentraties in de capsules kunnen variëren afhankelijk van het gebruikte agens en de beoogde toepassing.

Bij voorkeur worden capsules gevuld met een formulering die naast de biologisch actieve agentia ook een inerte draagstof bevat. Draagstoffen kunnen bestaan in vloeibare, vaste of gel vorm, en bij voorkeur uit een fijn poeder of korrelig materiaal. Dit inert vulmiddel of oplosmiddel wordt onder andere gebruikt om het gewicht of het volume van het materiaal in de capsules te standaardiseren, en vereenvoudigt het vullen van de capsules. Als de draagstof uit een fijn poeder of korrelig materiaal bestaat, zal de biologisch actieve stof bij voorkeur aan het dragermateriaal binden of adheren zonder verlies van zijn werkzaamheid als actieve ingrediënt. Vaste dragers bestaan bijvoorbeeld uit diatomeeënaarde, pyrogene silica, maïszetmeel, talk, gemalen walnoot schelpen, en dergelijke.

Een laatste objectief van de huidige uitvinding is het aanbieden van een kit voor het uitvoeren van de methode van deze uitvinding. Deze kit bevat alle middelen die nodig zijn om een capsule via een kleefstof aan te brengen op de te behandelen gewassen.

In een bijzondere uitvoeringsvorm bevat de kit volgens de huidige uitvinding, het verdeeltoestel volgens een uitvoeringsvorm zoals hierboven in meer detail beschreven, en indien ze niet geïntegreerd zijn in het verdeeltoestel, middelen om een kleefstof aan te brengen op de gewassen. Optioneel bevat deze kit eveneens middelen om een opening te maken in de capsules.

Bij sommige biologische bestrijdingsmiddelen is het van belang dat deze koel bewaard worden tot op het moment dat ze aangebracht worden op de te behandelen gewassen. De kit volgens de huidige uitvinding bevat in een bijzondere uitvoeringsvorm dan ook middelen om de capsules koel te houden zolang ze niet aangebracht zijn op de te behandelen planten. Elke methode voor het koelen van deze capsules is hierbij mogelijk, maar bij voorkeur kunnen de gekoelde capsules meegenomen worden in een koelbox, in het bijzonder een koelbox die tevens voorzien is van een houder om het verdeeltoestel in te plaatsen.

Figuur 7 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van de koelbox (14), waarin plaats voorzien is om koelingselementen (13) (fig. 7A) en reserve capsule houders (5) (fig. 7B) te herbergen. Bij voorkeur is de behuizing van de koelbox zo ontwikkeld dat het verdeeltoestel erin past zodat de capsulehouder die op dat moment geïnstalleerd is op het verdeeltoestel in het koele gedeelte van de koelbox bewaard kan worden (fig. 7C).

Claims (19)

1. Een methode om biologisch actieve agentia te verspreiden in gewassen, gekenmerkt doordat er gebruik gemaakt wordt van capsules (4), die biologisch actieve agentia bevatten, en deze middels een hulpstof aangebracht worden op de te behandelen gewassen.

2. De methode volgens conclusie 1 waarbij het materiaal voor de capsules gekozen is uit de groep van kunststof, karton, plantenvezels, gelatine of HPMC; meer in het bijzonder HPMC.

3. De methode volgens conclusie 1 waarbij de hulpstof gekozen is uit de groep van organische of anorganische kleefstoffen, en water; meer in het bijzonder water.

4. De methode volgens één van de conclusies 1-3 waarbij de capsules HPMC capsules zijn en de hulpstof water is.

5. De methode volgens één van de conclusies 1-4 waarbij er bijkomend middelen voorzien zijn om een opening te maken in de capsules.

6. De methode volgens één van de conclusies 1-5 waarbij een verdeeltoestel (1) gebruikt wordt.

7. De methode volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de biologisch actieve agentia bestaan uit biologische bestrijdingsmiddelen; in het bijzonder biologische bestrijdingsmiddelen geselecteerd uit de group van Predatoren, Parasitoiden, Phytofage arthropoden, Entomopathogene nematoden, Bacteriën, Schimmels, en Virussen.

8. Een verdeeltoestel (1) dat het toelaat om de methode volgens één van de conclusies 1-7 uit te voeren.

9. Het verdeeltoestel volgens conclusie 8 dat bestaat uit een capsulehouder (5) en een trekker (6) waarmee bij elke activering van de trekker (6), één capsule (4) via een overbrenging, zoals middels een tandwieloverbrenging (12) en staaf (2), uit het verdeeltoestel gedrukt wordt.

10. Het verdeeltoestel volgens één van de conclusies 8-9 dat voorzien is van een hulpstofreservoir (3) en een pompje (7) om de te behandelen gewassen van hulpstof te voorzien.

11. Het verdeeltoestel volgens één van de conclusies 8-10 dat voorzien is van middelen (9) om een opening te maken in de capsules.

12. Het verdeeltoestel volgens conclusie 11 waarbij de middelen om een opening te maken geïntegreerd zijn in de staaf (2) waarmee de capsules naar buiten gedrukt worden.

13. Het verdeeltoestel volgens één van de conclusies 11-12 dat voorzien is van middelen om een verhoogde weerstand (8) te creeëren zodat de capsule langer op zijn plaats blijft en het maken van een opening makkelijker wordt.

14. Het verdeeltoestel volgens één van de conclusies 8-13, dat bestaat uit een capsule houder (5), een trekker (6), een tandwieloverbrenging (12), een staaf (2), middelen (9) om een opening in de capsule te maken, middelen (8) om de capsule op zijn plaats te houden, en een hulpstofreservoir (3); en waarbij door activering van de trekker (6): (a) de plant met hulpstof bespoten wordt; (b) de capsule doorprikt wordt; en (c) de capsule naar buiten geduwd wordt.

15. Het gebruik van capsules die biologisch actieve agentia bevatten voor de methode volgens één van de conclusies 1-7 of in het verdeeltoestel volgens één van de conclusies 8-14.

16. Het gebruik van de methode volgens één van de conclusies 1-7 of het verdeeltoestel volgens één van de conclusies 8-14 voor het aanbrengen van capsules met biologische bestrijdingsmiddelen, via een hulpstof op de te behandelen gewassen.

17. Het gebruik van de methode volgens één van de conclusies 1-7 of het verdeeltoestel volgens één van de conclusies 8-14 voor het aanbrengen van capsules met eitjes van de sluipwesp (Encarsia Formosa) op gewassen voor de bestrijding van wittevlieg in kasteelten.

18. Een kit dat de middelen bevat om de methode volgens één van de conclusies 1-7 uit te voeren.

19. Een kit bestaande uit het verdeeltoestel volgens één van de conclusies 8-14; en een koelbox.