NL1037350C2 - Samenstel van houder en hoes. - Google Patents

Description

TITEL: Samenstel van houder en hoes.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voor gebruik als draagmiddel voor het transporteren van consumentenproducten zoals bloemen of planten, voorzien van 5 een houder met een houderbodem en houderwand, waarbij de houderwand wordt gevormd uit een of meer houderdeelwanden, een hoes met een hoeswand, waarbij de hoeswand wordt gevormd uit een of meer hoesdeelwanden, de hoes is voorzien van een draagelement.

Dergelijke houders worden onder andere toegepast voor het vervoeren van 10 bloemen of planten in een laag water. Bij het aanbieden en verkopen van (snij)bloemen wordt het meer en meer gebruikelijk deze als boeketten via supermarkten kant en klaar aan te bieden in emmers, draagzakken of vazen, voorzien van een hoeveelheid water. Om vervoer door de klant te vergemakkelijken worden voornoemde boekethouders meestal in een al dan niet passende draagtas met 15 hengsels aangeboden of na aankoop van een dergelijke draagtas voorzien.

Aan voornoemde houders in een draagzak kleven echter een aantal nadelen.

Het transporteren van een zware vaas met water in een slecht passende draagtas kan tot schade aan de bloemen leiden of tot het morsen van water uit de vaas.

20 Ook is het uiterlijk van een in een draagtas verpakte vaas met bloembos niet aantrekkelijk en nodigt niet uit tot kopen of om cadeau te geven. Bovengenoemde vaasverpakking is ook ongunstig qua kostprijs daar er draagzakken en mogelijk ook nog aanvullend luxe verpakkingsmateriaal moet worden toegepast. Opslag en transport van al deze verschillende verpakkingsmaterialen verhoogt de kostprijs 25 aanzienlijk. Ook is het gezamenlijke gewicht van de verpakkingsmaterialen hoog, wat ongewenst is in verband met de (inter)nationale richtlijnen betreffende verpakkingsmateriaal.

De uitvinding beoogt daarom een samenstel voor gebruik als draagmiddel voor 30 het transporteren van consumentenproducten zoals bloemen of planten te verschaffen, dat gemakkelijk kan worden samengesteld en weer van elkaar worden gescheiden, waarmee boeketten bloemen inclusief water zonder morsen of lekken kunnen worden getransporteerd, geëtaleerd en door de koper aan de hand kunnen worden weggedragen, en waarmee versiering, opdrukken of aanduidingen aan het 35 samenstel kunnen worden voorzien.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een samenstel volgens de aanhef waarbij de houderwand en de hoeswand van een, althans in hoofdzaak, gelijke tapsheid zijn 1037350 2 voorzien, waarbij de buitendiameter van de houderwand groter is dan de kleinste binnendiameter van de hoeswand zodat de hoes op en van de houder kan worden geschoven en het samenstel kan worden opgetild met behulp van het draagelement. Door bovenstaande maatregelen kan de hoes met draagelement eenvoudig op de 5 houder worden geschoven en daar stevig op worden vastgeklemd voor de verkoop en het aansluitende transport en nadien door de koper gemakkelijk weer van de houder worden afgeschoven.

In het bijzonder zijn de hoes en de houder van een divergerende tapsheid voorzien 10 zodat de buitendiameter van de houderwand groter wordt bij een grotere afstand tot de houderbodem.

Hierdoor kan de hoes gemakkelijk vanaf de onderzijde van de houder over het oppervlak van de houder worden geschoven om daarmee het draagelement nabij de bovenrand van de houder aan te brengen en vast te klemmen, zodat het samenstel 15 gemakkelijk draagbaar is aan het draagelement.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de grootste binnendiameter van de hoes en de grootste buitendiameter van de houder in hoofdzaak gelijk, zodat in de til- of gebruikspositie van het samenstel de bovenrand van de hoes is gepositioneerd nabij 20 de bovenrand van de houder.

Hierdoor zit de hoes met draagelement aan de bovenzijde van de houder zodat het zwaartepunt van het samenstel, wanneer aan een hand gedragen, ver onder de hoes en het aangrijpingspunt van het draagelement ligt, waardoor het samenstel stabiel kan worden gedragen, met een geringe kans op het kantelen van het samenstel.

25

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de hoeswand en de houderwand één deelwand en zijn conusvormig.

Met een conusvormige hoes en houderoppervlak kan het samenstel zeer eenvoudig en tegen lage kosten worden vervaardigd.

30

In het bijzonder worden de houderwand en de hoeswand gevormd uit twee of meer deelwanden.

Met twee of meer deelwanden wordt een houder of vaas verkregen met een met esthetisch aantrekkelijk uiterlijk. Door de vorm van de hoes overeenkomstig te kiezen 35 aan de vorm van het buitenoppervlak van de houder, kan ook bij meer deelwanden de hoes op de houder worden geschoven er erop worden vastgeklemd, zodat het samenstel aan het draagelement kan worden getransporteerd.

3

Meer in het bijzonder zijn de houderwand en de hoeswand van een onderling verschillend aantal deelwanden voorzien. Hierdoor zullen de oppervlakken van de houderwand en de hoeswand niet overal volledig tegen elkaar aanliggen, maar kan er desondanks wel een transporteerbaar samenstel worden gevormd, doordat de hoes 5 ook kan worden vastgeklemd op het oppervlak van de houder.

Voorkeur verdient de uitvoeringsvorm waarin de houder slechts voor een deel van het buitenoppervlak van de houderwand is voorzien van een met de hoes overeenkomende vorm.

10 Daarmee kan voor de houder een afwijkend vorm of aantrekkelijker uiterlijk worden gekozen, zonder dat daarbij de voordelen van het samenstel volgens de uitvinding verloren gaan.

De uitvinding heeft ook betrekking op een hoes geschikt voor toepassing in het 15 samenstel.

In het bijzonder is het draagelement losneembaar bevestigd aan de hoeswand. Daarmee kan de hoes snel ter plaatse worden samengesteld terwijl de onderdelen weinig opslag- en transportruimte innemen.

20 De uitvinding heeft ook betrekking op een houder geschikt voor toepassing in het samenstel.

De uitvinding zal hierna met behulp van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld van de verpakkingshoes nader worden toegelicht, waarbij kenmerken en andere voordelen 25 naar voren zullen treden.

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een hoes volgens de uitvinding;

Figuur 2 toont in perspectivisch aanzicht het samenstel van een hoes en een houder.

30 Figuur 1 toont een hoes 4 voor gebruik als draag- en verpakkingshulp voor een houder voor het opnemen en transporteren van consumentenproducten zoals een bos of boeket bloemen of een potplant. De hoes 4 omvat een hoeswand 5 en een aan de hoeswand bevestigd draagelement 6. De hoes 4 is niet voorzien van een bodemwand of topwand zodat een open huls is gevormd, die om een houder, zoals een vaas, kan 35 worden geschoven. De hoes 4 heeft een bovenrand 8 en een onderrand 9, waarbij de binnendiameter C van de bovenrand 8 groter is dan de binnendiameter B van de 4 onderrand 9, zodat de hoeswand 5 van een divergerende of naar boven toe uitlopende tapsheid is voorzien en de hoes de vorm heeft van een afgeknotte kegel of conus.

Het draagelement 6 is in dit uitvoeringsvoorbeeld een draaghengsel, dat scharnierend met de hoes 4 is verbonden, zodat het draaghengsel verschillende gekantelde posities 5 kan innemen ten opzichte van de hoes 4. Het draagelement 6 kan ook op een andere wijze met de hoeswand 5 zijn verbonden of één geheel vormen met de hoeswand 5. De hoeswand 5 kan van een flexibel of rigide, doorschijnend of transparant, materiaal zijn vervaardigd en kan zijn voorzien van aanduidingen of versieringen.

In Fig.2 wordt het samenstel 10 volgens de uitvinding getoond met hoes 4 10 aangebracht in de gebruiks- of tilpositie om houder 1. Houder 1 is in dit uitvoeringsvoorbeeld een vaas met een verticale houderwand 3 en een bodemwand 2 zodat in deze vaas bijvoorbeeld een boeket bloemen met een hoeveelheid water kunnen worden aangebracht. De houderwand 3 is voorzien van een tapsheid, die overeenkomt met de tapsheid van de hoeswand 5, zodat de hoeswand 5 kan worden 15 vastgeklemd op de houderwand 3. Om er voor te zorgen dat de hoes 4 stevig wordt vastgeklemd op de houderwand 5 zijn de tapsheid van de hoeswand 3 en de houderwand 5 bij voorkeur geheel of nagenoeg gelijk, daar anders in de gebruikspositie ofwel de bovenrand 8 van de hoeswand 5 loskomt bij een hoes 4 met een te grote tapsheid, ofwel de onderrand 9 van de hoeswand 5 loskomt bij hoes 4 20 met een te geringe tapsheid. Om ervoor te zorgen dat de hoes 4, althans voor een deel, vast wordt geklemd op de houderwand 5 moet de buitendiameter A van de houderwand 3 groter zijn dan de kleinste binnendiameter B van de hoeswand 5. Bij voorkeur is de grootste binnendiameter C van de hoes 4 in hoofdzaak gelijk aan de grootste buitendiameter B van de houder 1 zodat de hoes 4 in de gebruiks- of 25 tilpositie tot nabij de bovenrand 7 van de houder 1 kan worden doorgeschoven. Daardoor wordt het draagelement 6 ook aan de bovenzijde van de houder gepositioneerd, wat voordelig is voor het stabiel transporteren van het samenstel 10. Het draagelement 6 grijpt nu aan boven het zwaartepunt van het samenstel 10, zodat kantelen van de houder 1 niet kan optreden. Ook is daardoor een verlengd of lang 30 draagelement 6 niet noodzakelijk om zich over de - buiten de bovenrand 7 -uitstekende delen van het consumentenproduct uit te kunnen strekken om het draaggemak te verhogen.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld omvatten de houderwand 3 en de hoeswand 5 ieder één deelwand, waardoor het samenstel een goedkoop te 35 vervaardigen, afgeknot kegelvormige houder 1 en hoes 4 omvat. Het samenstel van de uitvinding kan ook twee of meer deelwanden omvatten zodat de houder 1 en de hoes 4 bij drie of meer deelwanden afgeknotte piramides of frustums zijn met 5 gelijkbenige trapeziumvormige deelwanden. Het is ook mogelijk de houderwand 3 uit meer deelwanden te vormen en de hoeswand 5 van één deelwand te voorzien of een van een kleiner of groter aantal hoesdeelwanden dan het aantal houderdeelwanden. Conform de uitvindinggedachte dienen de houderwand 3 en de hoeswand 5 van een 5 gelijke tapsheid te worden voorzien zodat de hoes 4 op de houder 1 kan worden geschoven en erop worden vastgeklemd waardoor het samenstel kan worden opgetild met behulp van het draagelement 6 aan de hoes 4. Bij meer dan twee deelwanden dient voor de diameter een geschikte equivalent te worden genomen zoals de gemiddelde of de equivalente diameter.

10 De houder(deel)wanden van de houder 1 kunnen geheel zijn voorzien van een met de hoes 4 overeenkomende vorm of er kan slechts een deel E van de houderwand 5 zijn voorzien van een overeenkomende vorm zoals getoond in Fig.2, waarbij het onderste deel van de houderwand 3' van een afwijkende, esthetisch aantrekkelijke, convexe vorm is voorzien. Dit alternatieve deel van de houderwand 3' moet zo worden 15 geconfigureerd, dat de hoes 4 er overheen kan worden geschoven naar het deel E van de houder 1 met de overeenkomende vorm.

De hoeswand 5 kan zijn vervaardigd van een rigide en/of flexibel materiaal; de houderwand 3 dient te worden vervaardigd van een stevig materiaal dat niet tot nauwelijks wordt vervormd en weerstand kan bieden aan de klemkracht uitgeoefend 20 door de hoeswand 5, zodat de hoes 4 niet gemakkelijk van de houder 1 kan afschieten tijdens het dragen.

Het draagelement 6 kan van ieder willekeurig, al dan niet doorzichtig, materiaal worden vervaardigd, zoals bijvoorbeeld een lint of een doorzichtige strook kunststof.

11 ® 3 1 5> SS

Claims (10)

1. Samenstel (10) voor gebruik als draagmiddel voor het transporteren van consumentenproducten zoals bloemen of planten, voorzien van 5 een houder (1) met een houderbodem (2) en houderwand (3), waarbij de houderwand (3) wordt gevormd uit een of meer houderdeelwanden, een hoes (4) met een hoeswand (5), waarbij de hoeswand (5) wordt gevormd uit een of meer hoesdeelwanden, de hoes (4) is voorzien van een draagelement (6), met het kenmerk, 10 dat de houderwand (3) en de hoeswand (5) van een, althans in hoofdzaak, gelijke tapsheid zijn voorzien, waarbij de buitendiameter (A) van de houderwand (3) groter is dan de kleinste binnendiameter (B) van de hoeswand (5) zodat de hoes (4) op en van de houder (1) kan worden geschoven en het samenstel kan worden opgetild met behulp van het draagelement (6). 15

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de hoes (4) en de houder (1) van een divergerende tapsheid zijn voorzien zodat de buitendiameter (A) van de houderwand (3) groter wordt bij een grotere afstand tot de houderbodem (2).

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de grootste binnendiameter (C) van de hoes (4) en de grootste buitendiameter (B) van de houder (1) in hoofdzaak gelijk zijn, zodat in de til- of gebruikspositie van het samenstel (10) de bovenrand (8) van de hoes (4) is gepositioneerd nabij de bovenrand (7) van de houder (1).

4. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 1-3, waarbij de hoeswand (5) en de houderwand (3) één deelwand omvatten en conusvormig zijn.

5. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 1-3, waarbij de houderwand (3) en de hoeswand (5) worden gevormd uit twee of meer deelwanden. 30

6. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 1-3, waarbij de houderwand (3) en de hoeswand (5) van een onderling verschillend aantal deelwanden zijn voorzien.

7. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 1-6, waarbij de houder (1) slechts voor een deel (E) van het buitenoppervlak van de houderwand 3 is voorzien van een met de hoes (4) overeenkomende vorm. 1037350

8. Hoes geschikt voor toepassing in het samenstel volgens een der voorgaande conclusies 1-7.

9. Hoes volgens conclusie 8, waarbij het draagelement (6) losneembaar is bevestigd aan de hoeswand (5).

10. Houder geschikt voor toepassing in het samenstel volgens één der voorgaande conclusies 1-7. 10 111 3 73 S®