NL1036943C2 - Trainingstoestel. - Google Patents

Description

- 1 -

TRAININGSTOESTEL

[0001] Deze uitvinding heeft betrekking op een trainingstoestel.

[0002] De markt voor trainingstoestellen, zowel voor 5 gemeenschappelijk gebruik in sportzalen en in ziekenhuizen, als voor individueel gebruik thuis, is in volle ontwikkeling. Door een levenswijze met minder beweging, door de veroudering van de bevolking, en door een voeding die steeds rijker is aan vetten en koolhydraten, alsook door andere factoren, groeit de belangstelling voor het verbeteren van de 10 lichamelijke conditie, en meer nog voor trainingstoestellen die tcelaten om, in minder tijd en met minder inspanningen door de gebruiker, de conditie in zijn geheel te verbeteren.

[0003] Tussen de trainingstoestellen die het meest doeltreffend zijn, en die dus het meeste succes hebben bij het publiek en 15 bij specialisten, bevinden zich de trainingstoestellen met trilplatform, zoals het toestel dat beschreven wordt in de internationale octrooiaanvraag WO 2006/045213 A1. Dit trainingstoestel omvat een trilplatform waarop een gebruiker zich rechtopstaand of zittend kan trainen, of waar de gebruiker accessoires aan kan bevestigen om te 20 trainen. De trillende beweging van het platform laat toe om de spieren, in het bijzonder die van de benen, heupen en schouders, te oefenen met een in verhouding lichte cardiovasculaire inspanning. Bij dit toestel wordt de trillende beweging van het platform aangedreven door het draaien van excentrische gewichten rond horizontale draaiassen. Dit type van 25 trainingstoestel heeft echter als nadeel dat het slechts een noemenswaardige trilling opwekt in de verticale as. Bovendien zal de amplitude van de trillingen afhankelijk zijn van de massa en de positie van de gebruiker, en ook van hun frequentie, en van de eigenfrequentie van het systeem platform-gebruiker.

30 [0004]Een ander type trainingstoestel, zoals beschreven wordt in de internationale octrooiaanvraag WO 98/08478, omvat: - een platform, 1036943 -2- - een basis, - een steun die ten opzichte van genoemde basis kantelbaar gemonteerd is op een horizontale as, waarbij genoemd platform gemonteerd is op de steun, en 5 - een aandrijfmechanisme voor een periodieke kantelbeweging van genoemde steun rond genoemde horizontale as.

[0005]Aangezien het platform zich met de kantelbeweging aan elke zijde in tegengestelde richtingen verplaatst, is het mogelijk om een intensievere training te verkrijgen van de been- en heupspieren van 10 een gebruiker die recht staat op het platform. Het kantelmechanisme laat bovendien toe om een beweging met een constante amplitude te verkrijgen, onafhankelijk van de massa van de gebruiker en van de bewegingsfrequentie. Het toestel oefent de spieren van de gebruiker echter nog steeds slechts in een wezenlijk verticale richting.

15 [0006]Het is dus een doel van deze uitvinding het rendement en de flexibiliteit van het toestel te verhogen, in het bijzonder om de spieren van de heupen en het middel te trainen.

[0007] ln vergelijking met het toestel dat beschreven wordt in de internationale octrooiaanvraag WO 98/08478, beantwoordt het 20 toestel van de uitvinding aan dit doel doordat het, bovendien, een aandrijfmechanisme omvat voor een trilbeweging van het platform ten opzichte van de steun in een vlak dat wezenlijk evenwijdig is aan het platform.

[0008] De combinatie van de periodieke kantelbeweging met 25 een gelijktijdige trilbeweging in het vlak van het platform biedt synergetische voordelen, in het bijzonder voor het trainen van de spieren van de benen, de heupen en het middel, hetgeen een beduidend doeltreffendere training oplevert dan degene die zou kunnen worden geleverd door elk van deze bewegingen afzonderlijk. Door een dergelijk 30 mechanisme tussen het platform en de kantelende steun te plaatsen, wordt het mogelijk om deze bewegingen te combineren zonder de plaatsinname van het trainingstoestel te vergroten. Bovendien blijft het, -3- doordat de twee bewegingen aangedreven worden door verschillende mechanismes, mogelijk om de twee bewegingen te ontkoppelen om het trainingseffect te beperken tot bepaalde spieren.

[0009] Genoemd aandrijfmechanisme voor een trilbeweging 5 kan bij voorkeur een overbrengingselement omvatten tussen de steun en het platform, dat ten opzichte van het platform kan draaien rond een eerste draaias die wezenlijk loodrecht op het platform staat, en dat ten opzichte van de steun kan draaien rond een tweede draaias die wezenlijk evenwijdig is aan genoemde eerste as. Dit overbrengingselement kan bv.

10 gevormd worden door een excentrische as of door een drijfstang. Een dergelijk aandrijfmechanisme van de trilbeweging heeft als voordeel dat het een trilbeweging met een wezenlijk constante amplitude verzekert, onafhankelijk van de frequentie ervan en van de massa van de gebruiker. Andere aandrijfmechanismes, bv. met een excentrische 15 draaiende massa, kunnen echter naargelang de noodzaak bij wijze van alternatief beschouwd worden.

[0010] Genoemd overbrengingselement kan bij voorkeur een tegengewicht omvatten om de trilbeweging van het platform uit te balanceren. Dit laat toe om de sterkte te verminderen van de trillingen die 20 het toestel via zijn basis zal overbrengen, zonder gebruik te moeten maken van bijkomende dempingsmiddelen en zonder de massa van de basis overmatig te moeten verhogen.

[0011] Genoemd platform kan bij voorkeur via elastische elementen op genoemde steun worden gemonteerd. Op deze wijze 25 worden bijzonder eenvoudige, maar doeltreffende, middelen gebruikt om het platform op de steun te bevestigen, terwijl de trilbeweging van het platform ten opzichte van de steun mogelijk is. In het bijzonder kunnen genoemde elastische elementen een elastomeer materiaal omvatten, hetgeen zo ook toelaat om de beweging van het platform te dempen met 30 eenvoudige elastische elementen.

[0012] Genoemd aandrijfmechanisme van een kantelbeweging kan bij voorkeur minstens één onderdeel omvatten dat -4- excentrisch gemonteerd is op een as die wezenlijk horizontaal staat op genoemde basis of genoemde steun, en dat in contact staat met een deel van het andere van beide genoemde onderdelen (de steun of de basis) waarbij dit deel op een afstand staat van de kantelas van de 5 steun. Op die wijze kan gemakkelijk een draaiende actuator worden gebruikt om de periodieke kantelbeweging van de steun aan te drijven via dit aandrijfmechanisme. Als alternatief zouden echter alternatieve aandrijfmechanismes, die bijvoorbeeld gebruik maken van heen-en-weer gaande actuatoren, zoals lineaire motoren of zuigers en cilinders, kunnen 10 worden gebruikt naargelang de noodzaak.

[0013]Genoemd minstens één excentrisch onderdeel kan bij voorkeur een draaiend wieltje zijn. Andere alternatieven, bv. een drijfstang zoals degene die beschreven worden in WO 98/08478, kunnen echter naargelang de noodzaak beschouwd worden door de vakman.

15 [0014]Genoemd wieltje kan bij voorkeur een elastomeer materiaal omvatten. Dit laat toe om een constant contact te verzekeren op het roloppervlak ervan teneinde de speling te beperken, en de levensduur van het toestel te verlengen.

[0015] Genoemd aandrijfmechanisme van een 20 kantelbeweging kan bij voorkeur minstens twee dergelijke excentrische onderdelen omvatten, elk aan één zijde van de horizontale kantelas. Dit laat toe om de speling in het aandrijfmechanisme nog meer te beperken, en dus om de levensduur ervan te verlengen.

[0016] Genoemd aandrijfmechanisme van de 25 kantelbeweging kan bij voorkeur minstens één draaiend tegengewicht omvatten om de kantelbeweging van de steun uit te balanceren. Dit laat toe om de sterkte te verminderen van de trillingen die het toestel via zijn basis zal overbrengen, zonder gebruik te moeten maken van bijkomende dempingsmiddelen en zonder de massa van de basis overmatig te 30 moeten verhogen.

[0017] Elk van de aandrijfmechanismes kan bij voorkeur een individuele motor omvatten, bij voorkeur een elektrische. Op die wijze -5- kunnen de beide bewegingen gemakkelijk afzonderlijk aangestuurd worden.

[0018] Als alternatief kan één van de aandrijfmechanismes een motor omvatten, bij voorkeur een elektrische, waarbij het 5 trainingstoestei bovendien een ontkoppelbare overbrenging omvat tussen genoemde aandrijfmechanismes. Op die wijze is het mogelijk om slechts één motor te gebruiken, die bij voorkeur geplaatst wordt in de basis van het toestel, zodanig dat hij onderworpen wordt aan een beperkte mate van trilling, om zo zijn levensduur te verlengen, terwijl de 10 bewegende massa van het toestel beperkt blijft, en dus de trillingen die overgebracht worden op de basis.

[0019] Het trainingstoestel kan bij voorkeur bovendien minstens één steunhandgreep omvatten voor een persoon die rechtop staat op het platform. Dit maakt het gebruik van het trainingstoestel 15 gemakkelijker, zelfs voor zwakke personen of mindervaliden.

[0020] Genoemde basis kan bij voorkeur transportwiettjes omvatten, hetgeen het transport van het toestel op vlakke oppervlakken gemakkelijker maakt.

[0021] Genoemd platform kan bij voorkeur 20 bevestigingspunten voor trainingsaccessoires omvatten. Deze trainingsaccessoires, bv. riemen, harnassen of banden, laten toe om andere spieren te trainen, bv. die van de armen, schouders, zijden of andere.

[0022] Hiema worden, bij wijze van voorbeeld en niet-25 beperkend, details betreffende de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de tekeningen.

[0023] Figuur 1 geeft een perspectief van een uitvoeringsvoorbeeld van een trainingstoestel volgens de uitvinding, figuur 2 geeft een gedeeltelijk vooraanzicht van het 30 trainingstoestel van de figuur 1, figuur 3 geeft een zijaanzicht van het deel dat weergegeven wordt in de figuur 2, -6- figuur 4 geeft een schematisch, gedeeltelijk vooraanzicht van een ander uitvoeringsvoorbeeld van het trainingstoestel volgens de uitvinding, figuur 5 geeft een schematisch, gedeeltelijk vooraanzicht 5 van een ander uitvoeringsvoorbeeld van het trainingstoestel volgens de uitvinding, en figuur 6 geeft een schematisch, gedeeltelijk aanzicht van nog een ander uitvoeringsvoorbeeld van het trainingstoestel volgens de uitvinding.

10 [0024]Een trainingstoestel 1 volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding wordt weergegeven in de figuur 1. Dit toestel 1 omvat een basis 2 die omgeven wordt door een behuizing 2a om ze af te sluiten en omvattende eventueel een ballast om de trillingen te beperken die door deze basis 2 naar de vloer overgedragen 15 worden, evenals steunvoeten (niet weergegeven). Op de basis 2 bevindt zich een mobiel platform 3. Dit platform 3 kan een rechtstaande of zittende gebruiker ontvangen, of trainingsaccessoires die bevestigd dienen te worden op bevestigingspunten 4 op het platform 3. De basis 2 heeft voorts wieltjes 5 om het verplaatsen van het toestel 1 gemakkelijker 20 te maken, en een kolom 6 voor het dragen van handgrepen 7 om een gebruiker die rechtstaat op het platform 3 te ondersteunen, evenals een bedieningspaneel 8 van het toestel 1. De handgrepen 7 kunnen worden uitgerust met sensoren om de hartslag van de gebruiker te meten en eventueel de werkingssnelheid van het toestel te variëren.

25 [0025]De figuren 2 en 3 tonen de basis 2 zonder de behuizing 2a, de ballast of de steunvoeten. Op deze basis 2 zijn lagers 9 gemonteerd, die uitgelijnd zijn in een horizontale kantelas 10. Deze lagers 9 ondersteunen een steun 11 die zo kantelend rond de draaias 10 gemonteerd is. Op de basis 2 zijn ook lagers 12 gemonteerd, die 30 wezenlijk uitgelijnd zijn in een horizontale draaias om een as 13 te ondersteunen, evenals een elektrische motor 14. De elektrische motor 14 is via een overbrengingsriem 15 verbonden met de as 13. De as 13 staat -7- wezenlijk loodrecht op de draaias 10 en vertoont, aan elke zijde van de draaias 10, een wieltje 16 dat draaiend gemonteerd is op een as die excentrisch is ten opzichte van de draaias van de as 13. De wieltjes 16 zijn ten opzichte van elkaar in tegengestelde richtingen excentrisch. De 5 as 13 omvat ook tegengewichten 17 voor de uitbalancering, om de trillingen en de buigbelasting op de as 13 te beperken. De wieltjes 16 worden bij voorkeur gemonteerd op lagers met lage wrijving, en kunnen een buitenoppervlak uit elastomeer materiaal omvatten.

[0026] 0p de kantelende steun 11 zijn blokken 18 10 gemonteerd die in drukcontact staan met de wieltjes 16. De blokken 18 kunnen ook uit kunststof of elastomeer materiaal bestaan om de spanningen te verminderen. Op deze kantelende steun 11 is ook een andere elektrische motor 19 gemonteerd. Deze elektrische motor 19 is verbonden met een excentrische as 20 die wezenlijk verticaal staat en 15 die in het platform 3 gemonteerd is in een lager 21. De excentrische as 20 omvat ook een contragewicht 22 voor uitbalancering. De kantelende steun 11 en het platform 3 zijn ook verbonden via blokken 23, bv. uit elastomeer materiaal om elastisch en dempend te zijn.

[0027] ln werking doet de elektrische motor 14 de as 13 20 draaien. Via de excentrische wieltjes 16 en de blokken 18, veroorzaakt deze rotatie een periodieke kantelbeweging van de steun 11, en zodoende ook van het platform 3, rond de as 10. Deze beweging wordt in de figuur 2 aangeduid door de pijlen 24.

[0028] De elektrische motor 19 doet, in werking, de 25 excentrische as 21 draaien, hetgeen een trillende beweging veroorzaakt van het platform 3. in het vlak van het platform 3.

[0029] Daar de twee elektrische motoren 14 en 19 gelijktijdig of afzonderlijk kunnen worden geactiveerd, zal een gebruiker kunnen trainen met de gecombineerde beweging van het platform 3, of met elke 30 beweging afzonderlijk. Het toestel 1 kan elektronische middelen omvatten, die bv. verbonden zijn met het bedieningspaneel 8 en / of met hartslagsensoren, om de draaisnelheid van de elektrische motor of -8- motoren aan te sturen om de intensiteit van de training te regelen.

[0030]Hoewel deze uitvinding beschreven werd met verwijzing naar een specifiek uitvoeringsvoorbeeld, is het vanzelfsprekend dat er verschillende wijzigingen en veranderingen 5 kunnen worden aangebracht aan deze voorbeelden zonder de algemene beschermingsomvang van de uitvinding, zoals gedefinieerd in de conclusies, te verlaten. De kantelbeweging van de steun 3 zou bv. niet door wieltjes kunnen worden aangedreven, maar door drijfstangen 24, zoals weergegeven wordt in figuur 4. Ook zou de aandrijfas 13 voor de 10 kantelbeweging niet op de basis 2 geplaatst kunnen zijn, maar op de steun 3, zoals schematisch weergegeven wordt in figuur 5. Het aandrijfmechanisme van de kantelbeweging en dat van de trilbeweging zouden ook verbonden kunnen zijn via een ontkoppelbare overbrenging 25, en aangedreven worden via één enkele elektrische motor 26, zoals 15 schematisch weergegeven wordt in de figuur 6. Bijgevolg moeten de beschrijving en de tekeningen beschouwd worden als zijnde illustratief en niet als zijnde beperkend.

1036943

Claims (15)

1. Trainingstoestel (1), omvattende - een platform (3), - een basis (2), 5. een steun (11) die ten opzichte van genoemde basis (2) kantelbaar gemonteerd is op een horizontale as (10), waarbij genoemd platform (3) gemonteerd is op de steun (11), en - een aandrijfmechanisme voor een periodieke kantelbeweging van genoemde steun (11) rond genoemde horizontale as (10), en 10 daardoor gekenmerkt dat het bovendien een aandrijfmechanisme omvat voor een trilbeweging van het platform (3) ten opzichte van de steun (11) in een vlak dat wezenlijk evenwijdig is aan het platform (3).

2. Trainingstoestel (1) volgens conclusie 1, waarbij: 15. genoemd aandrijfmechanisme voor een trilbeweging een overbrengingselement (20) omvat tussen de steun (11) en het platform (3), dat ten opzichte van het platform (3) kan draaien rond een eerste draaias die wezenlijk loodrecht op het platform (3) staat, en dat ten opzichte van de steun (11) kan draaien rond 20 een tweede draaias die wezenlijk evenwijdig is aan genoemde eerste draaias.

3. Trainingstoestel (1) volgens conclusie 2, waarbij genoemd overbrengingselement (20) een tegengewicht (22) omvat om de trilbeweging van het platform (3) uit te balanceren.

4. Trainingstoestel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd platform (3) op genoemde steun (11) gemonteerd is via elastische elementen (23).

5. Trainingstoestel (1) volgens conclusie 4, waarbij genoemde elastische elementen (23) een elastomeer materiaal omvatten.

6. Trainingstoestel (1) volgens één van de afhankelijke conclusies, waarbij genoemd aandrijfmechanisme voor een kantelbeweging het volgende omvat: 1036943 -10- - minstens één onderdeel dat excentrisch gemonteerd is op een as (13) die wezenlijk horizontaal staat op genoemde basis (2) of genoemde steun (11), en dat in contact staat met een deel van het andere van beide genoemde onderdelen (steun (11) of basis 5 (2)), waarbij dit deel op een afstand staat van de kantelas (10) van de steun (11).

7. Trainingstoestel (1) volgens conclusie 6, waarbij genoemd minstens één excentrisch onderdeel een draaiend wieltje (16) is.

8. Trainingstoestel (1) volgens conclusie 7, waarbij het wieltje (16) een 10 elastomeer materiaal omvat.

9. Trainingstoestel (1) volgens één van de conclusies 6 tot 8, waarbij genoemd aandrijfmechanisme van een kantelbeweging minstens twee dergelijke excentrische onderdelen omvat, elk aan één zijde van de horizontale kantelas (10).

10. Trainingstoestel (1) volgens één van de conclusies 6 tot 9, waarbij genoemd aandrijfmechanisme van de kantelbeweging minstens één draaiend tegengewicht (15) omvat om de kantelbeweging van de steun (11) uit te balanceren.

11. Trainingstoestel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, 20 waarbij elk van de aandrijfmechanismes een individuele motor (14, 19. omvatten, bij voorkeur elektrisch.

12. Trainingstoestel volgens één van de conclusies 1 tot 10, waarbij één van de aandrijfmechanismes een motor (26) omvat, bij voorkeur een elektrische, waarbij het aandrijfmechanisme voorts 25 een ontkoppelbare overbrenging (25) omvat tussen genoemde aandrijfmechanismes.

13. Trainingstoestel (1) volgens één van de conclusies 1 tot 12, voorts omvattende minstens één steunhandgreep (7) voor een persoon die rechtstaat op het platform (3).

14. Trainingstoestel (1) volgens één van de conclusies 1 tot 13, waarbij genoemde basis (2) transportwieltjes (5) omvat. - 11 -

15. Trainingstoestel (1) volgens één van de conclusies 1 tot 14, waarbij genoemd platform (3) bevestigingspunten (4) omvat voor trainingsaccessoires. 1036943