NL1036919C2 - Drankkratadapter voor het tappen van dranken uit flessen in een drankkrat. - Google Patents

Drankkratadapter voor het tappen van dranken uit flessen in een drankkrat. Download PDF

Info

Publication number
NL1036919C2
NL1036919C2 NL1036919A NL1036919A NL1036919C2 NL 1036919 C2 NL1036919 C2 NL 1036919C2 NL 1036919 A NL1036919 A NL 1036919A NL 1036919 A NL1036919 A NL 1036919A NL 1036919 C2 NL1036919 C2 NL 1036919C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
crate
bottle
beverage
adapter
beverage crate
Prior art date
Application number
NL1036919A
Other languages
English (en)
Inventor
Markus Schneider
Original Assignee
Bin Innovations Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bin Innovations Bv filed Critical Bin Innovations Bv
Priority to NL1036919A priority Critical patent/NL1036919C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1036919C2 publication Critical patent/NL1036919C2/nl

Links

Landscapes

  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)

Description

Titel: Drankkratadapter voor het tappen van dranken uit flessen in een drankkrat
Achtergrond 5 Het tappen van dranken, zoals bijvoorbeeld bier, geschiedt dikwijls uit een vat of fust. Hiertoe wordt het fust aangesloten op een gasbron die bij voorkeur onder druk een gas(mengsel), bijvoorbeeld koolzuurgas (CO2) en/of stikstof (N2), in het fust leidt. Door de aldus in het fust gecreëerde overdruk kan de daarin aanwezige drank dan eenvoudig uit het fust en richting een tapinstallatie worden 10 afgevoerd.
Het tappen van een drank uit een fust heeft praktische voordelen. Zo is een fust een verpakking die, in het bijzonder in vergelijking met een verzameling losse flessen met dezelfde drankinhoud, tamelijk compact is en een ruimte-efficiënte opslag mogelijk maakt. Voorts kunnen dranken in een fust met behoud van 15 kwaliteit lange tijd bewaard worden. Dit is zelfs na het aanbreken van het fust zo doordat het gasmengsel waarmee het fust onder druk wordt gezet, en waarmee het bij het uitdrijven van de drank wordt opgevuld, normaliter vrij is van micro-organismen. Uiteraard doet een gasbron of luchtpompinstallatie die zich bedient van omgevingslucht dit voordeel teniet, waardoor het gebruik van dergelijke ‘party-20 pompen’ zich beperkt tot situaties waarin men beoogt het fust op korte termijn te ledigen. Tot slot kunnen uit een fust grote hoeveelheden koude drank getapt worden zonder van te voren de gehele fustinhoud te koelen. Dit laatste voordeel vloeit voort uit de praktijk dat uit het fust getapte dranken pas worden gekoeld in de tapinstallatie, op een punt net voor de tapkraan.
25 Aan het gebruik van fusten zijn echter ook nadelen verbonden. Zo is de prijs per eenheid drank wanneer deze geleverd wordt in een fust vaak hoger dan wanneer deze geleverd wordt in flessen. Daarnaast zijn fusten door hun grotere volume en gewicht moeilijker te verplaatsen dan kleinere verpakkingseenheden, en bevatten zelfs fusten met een relatief klein volume soms meer drank dan eigenlijk 30 gewenst is.
2
Samenvatting van de uitvinding
De onderhavige uitvinding verschaft een drankkratadapter voor het tappen van dranken uit flessen die zich in een drankkrat bevinden. De 5 drankkratadapter omvat een frame dat losneembaar verbindbaar is met de drankkrat, en een transportleiding die zich in hoofdzaak uitstrekt door het frame. De transportleiding omvat een hoofdingang en een hoofduitgang. De drankkratadapter omvat voorts een aantal flesaansluitpunten die door de transportleiding, tussen de hoofdingang en de hoofduitgang daarvan, onderling 10 verbonden zijn.
De drankkratadapter maakt het op eenvoudige wijze mogelijk om in plaats van fusten drankkratten te gebruiken in combinatie met bekende gasbronnen en tapinstallaties. Hierdoor wordt het beste van twee voorheen gescheiden werelden gecombineerd. Behouden blijven de met het tappen uit een 15 fust geassocieerde voordelen. De ruimte-efficiënte opslag van de drankvoorraad wordt nu bijvoorbeeld verwezenlijkt door de drankkratverpakking die de flessen ordent, en bij grotere hoeveelheden zelfs stapeling toelaat. Op de uit het gebruik van de bekende gasbronnen en tapinstallaties voortvloeiende lange houdbaarheid van de dranken en energie-efficiënte koeling daarvan is de overschakeling van fust 20 naar drankkrat niet van invloed. Voorts worden enkele met het gebruik van fusten geassocieerde nadelen overwonnen. De in drankkratten verpakte drank is immers dikwijls voordeliger. Daarnaast zijn drankkratten door hun kleinere gewicht gemakkelijker te hanteren en te vervoeren, en kunnen ook kleinere drankvolumes op de bekende gasbronnen en tapinstallaties worden aangesloten.
25 Een beter begrip van deze en andere voordelen van de onderhavige uitvinding zal worden verkregen aan de hand van de hiernavolgende uitgebreide beschrijving van enkele uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding, in samenhang met de figuren, welke beogen de uitvinding te illustreren, niet te beperken.
30 3
Korte figuurbeschriiving
Fig. 1 toont een schematische dwarsdoorsnede van een drankkratadapter volgens de onderhavige uitvinding die gereed is voor bevestiging op een daaronder getoonde drankkrat; 5 Fig. 2 toont een schematische dwarsdoorsnede van de in Fig. 1 getoonde drankkratadapter die enerzijds is aangesloten op een gasbron, en anderzijds op een tapinstallatie;
Fig. 3 toont een schematisch dwarsdoorsnede-aanzicht van een inrichting waarin twee drankkratadapters, elk voorzien op een drankkrat, serieel zijn 10 geschakeld tussen een gasbron enerzijds, en een tapinstallatie anderzijds.
Gedetailleerde beschrijving
Fig. 1 toont een schematische dwarsdoorsnede van een drankkratadapter 1 volgens de onderhavige uitvinding die gereed is voor bevestiging op een daaronder 15 getoonde drankkrat 30. Duidelijkheidshalve zij hier reeds opgemerkt dat in Fig. 1, en tevens in de overige figuren, voor zover daar aan wordt gerefereerd, de hoogte-dimensie zich uitstrekt in verticale richting, de lengte-dimensie zich uitstrekt in horizontale richting, en de breedte-dimensie zich uitstrekt loodrecht op het vlak van de tekening.
20 De in Fig. 1 getoonde drankkratadapter 1 omvat een frame 2, een transportleiding 10 en een aantal flesaansluitpunten 20.
Het frame 2 vormt de constructieve basis van de drankkratadapter 1. Het frame 2 geeft de drankkratadapter 1 zijn structuur, en behuist een belangrijk deel van de transportleiding 10. Het frame 2 kan in verschillende uitvoeringen van de 25 drankkratadapter 1 verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld dat van een buizenstelsel. In een voorkeursuitvoering wordt het frame 2 gevormd door een in hoofdzaak balkvormig lichaam, zoals getoond in Fig. 1. Doorgaans zal het balkvormige lichaam 2 een geringe hoogte hebben, waardoor de adapter 1 zal ogen als een dikke plaat. Het balkvormige lichaam 2 bezit een eerste zijde 4 - in Fig. 1 de 30 onderkant van het lichaam - en een tweede zijde 6 - in Fig. 1 de bovenkant van het 4 lichaam - welke zijden een lengte en een breedte hebben die in hoofdzaak overeenstemmen met een lengte en een breedte van de drankkrat 30. De drankkratadapter 1 kan hierdoor goed passend op de bovenrand 31 van de drankkrat 30 worden aangebracht, waarbij het grondoppervlaktebeslag van de 5 drankkrat door het aanbrengen van de drankkratadapter 1 daarop niet of nauwelijks toeneemt. Hierdoor kunnen van een drankadapter 1 voorziene drankkratten 30 dicht naast elkaar geplaatst worden. Doordat de eerste zijde 4 en de tweede zijde 6 van het balkvormige lichaam 2 in hoofdzaak parallel zijn is bovendien stabiele stapeling van drankkratten 30, zoals hierna beschreven onder 10 verwijzing naar Fig. 3, mogelijk. Exact balkvormig hoeft het in hoofdzaak balkvormige lichaam 2 overigens niet te zijn. Zo kan het, bijvoorbeeld nabij de randen, een vorm hebben die aansluit op de bovenrand 31 van de drankkrat 30, teneinde het juist positioneren en bevestigen van de drankkratadapter 1 op de drankkrat te vereenvoudigen. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een groef 8 in 15 de eerste zijde 4 van het in hoofdzaak balkvormige lichaam 2 , welke groef zich uitstrekt langs de omtrek van de eerste zijde, en waarin de bovenrand 31 van een drankkrat 30 opneembaar is. In een voordelige uitvoering van de drankkratadapter 1 wordt ten minste één van de eerste zijde 4 en de tweede zijde 6 van het in hoofdzaak balkvormige lichaam 2 wordt gevormd door een afzonderlijke plaat die 20 losneembaar met het lichaam verbonden is. Hierdoor kan eenvoudig toegang worden verkregen tot het binnenwerk van de drankkratadapter 1, bijvoorbeeld teneinde dit te reinigen.
Het frame 2 herbergt een transportleiding 10. Een hoofdingang 12 en een hoofduitgang 14 van de transportleiding 10 zijn bij voorkeur voorzien aan een 25 buitenzijde van het frame 2 ter bevordering van een goede toegankelijkheid ervan. Zowel de hoofdingang 12 als de hoofduitgang 14 kan zijn voorzien van een koppeladapter die het mogelijk maakt er op eenvoudige wijze slangen, pijpen of anderszins buisvormige constructies op aan te sluiten, bijvoorbeeld om de hoofdingang te verbinden met een gasbron, of de hoofduitgang met een 30 tapinstallatie. Een dergelijke koppeladapter is mogelijk voorzien van een 5 veiligheidsklep, welke klep slechts door een tot stand gebrachte koppeling met een bijpassende adapter (bijv. voorzien aan een te koppelen buisdeel) wordt geopend.
Tussen de hoofdingang 12 en de hoofduitgang 14 is de transportleiding 10 voorzien van een aantal flesaansluitpunten 20, welke onderling door de 5 transportleiding 10 met elkaar zijn verbonden. In Fig. 1 is deze onderlinge verbinding serieel, maar dit is niet noodzakelijk. De flesaansluitpunten 20 zijn toegankelijk aan de eerste zijde 4 van het frame 2, en gepositioneerd in overeenstemming met de posities van de flessen 34 in de drankkrat. Hierdoor zijn geen lange verbindingselementen tussen de flesaansluitpunten 20 en de zich in de 10 drankkrat 30 bevindende flessen nodig.
Het frame 2 en de transportleiding 10 zijn bij voorkeur vervaardigd uit een inert materiaal dat ongevoelig is voor aantasting door de te tappen drank, en dat de betreffende drank niet verontreinigt bij langdurig contact. Bij een dergelijk inert materiaal valt bijvoorbeeld te denken aan edelstaal, maar ook aan bepaalde, 15 de vakman bekende, kunststoffen.
De flesaansluitpunten 20 kunnen een fitting of (geleidende) houder 21 omvatten waarin een mond 35 van een aan te sluiten fles 34 althans gedeeltelijk opneembaar is. Een fitting 21 kan een enigszins langgerekte vorm hebben zodat behalve de mond 35 van een fles tevens een deel van de hals kan worden ontvangen 20 teneinde daaraan steun te bieden, in het bijzonder wanneer de flessen 34 zich tijdens het gebruik van de drankkratadapter 1 ondersteboven bevinden. Een fitting 21 is bij voorkeur voorzien van een pakking 22 teneinde een lekdichte aansluiting van een fles 34 te bewerkstelligen. Bij het gebruik van flessen 34 die rondom hun mond 35 zijn voorzien van een uitwendige schroefdraad, typisch ten behoeve van 25 samenwerking met een afsluitdop, kan een fitting 21 voorts zijn voorzien van een inwendige schroefdraad die is ingericht voor samenwerking met de op de mond 35 van een aan te sluiten fles 34 voorziene uitwendige schroefdraad. De schroefdraad-verbinding dient dan voor het bevorderen van een betrouwbare, schokvaste en lekdichte verbinding tussen een flesaansluitpunt 20 en een fles 34.
6
Bij voorkeur is elk flesaansluitpunt 20 geassocieerd met één fles 34, en omgekeerd. Het is echter mogelijk dat niet alle flesposities in de drankkrat 3Ó bezet zijn. Een drankkrat 30 die is ingericht voor het behuizen van acht flessen 34 heeft bijvoorbeeld drie lege, onbezette flesposities indien hij slechts vijf flessen bevat. In 5 het geval de drankkratadapter 1 is uitgerust met flesaansluitpunten 20 die voorzien in een altijd open verbinding met de transportleiding 10 kunnen dergelijke lege flesposities het correct functioneren van de drankkratadapter 1 belemmeren. Teneinde dit te voorkomen kunnen de flesaansluitpunten 20 worden voorzien van een klep, welke klep een fluïdumverbinding tussen de transportleiding 10 en een 10 inhoudsruimte van een fles mogelijk maakt wanneer de fles op het flesaansluitpunt is aangesloten, en welke klep het flesaansluitpunt afsluit wanneer geen fles op het flesaansluitpunt is aangesloten. Alternatief kunnen de flesaansluitpunten 20 die corresponderen met onbezette flesposities bijvoorbeeld worden afgesloten met stopmoeren e.d.
15 Het aanbrengen van de drankkratadapter 1 op de krat 30 is eenvoudig.
Na het openen van de flessen 34 kan de drankkratadapter 1, zoals getoond in Fig. 1, boven de drankkrat 30 gepositioneerd worden. Indien de flesmonden 35 en de fittingen 21 geen schroefdraad hebben kan de drankkratadapter 1 vervolgens neerwaarts, op de bovenrand 31 van de drankkrat 30 geduwd worden. Daarbij 20 worden, als gevolg van de uitgelijnde positionering van de flesaansluitpunten 20 aan de onderzijde 4 van het frame 2, de monden 35 van de flessen 34 vanzelf ontvangen in de fittingen 21. Bij de ontvangst van een mond 35 in een fitting 21 wordt de respectieve pakking 22 samengedrukt, hetgeen resulteert in een lekvrije aansluiting. Indien de flesmonden 35 en fittingen 21 zijn voorzien van schroefdraad 25 dienen de flessen 34 afzonderlijk aan de flesaansluitpunten te worden aangesloten.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de drankkratadapter 1 omvat deze voorts klemmiddelen voor het fixeren van het frame 2 ten opzichte van de drankkrat 30. De klemmiddelen kunnen vast verbonden zijn met het frame 2, en aan de zijde van de drankkrat 30 bijvoorbeeld aangrijpen op daarin voorziene 7 handvatten of andere gaten, randen, richels etc. Alternatief kunnen de klemmiddelen losse componenten zijn, bijvoorbeeld in de vorm van schroefklemmen.
Na plaatsing en bevestiging van de drankkratadapter 1 op de drankkrat 30 kunnen ook de hoofdingang 12 en de hoofduitgang 14 van de transportleiding 10 5 worden aangesloten op respectievelijk een gasbron 40 en een tapinstallatie 42. De gasbron 40 kan onder meer gevormd worden door een gasfles, gevuld met bijvoorbeeld koolzuurgas of stikstof onder hoge druk. Bij voorkeur is een drukregulator voorzien om de uitgangsdruk van de gasfles te regelen. De tapinstallatie 42 omvat bij voorkeur tenminste een koelinrichting voor het koelen 10 van te tappen dranken, en een tapkraan 44. Wanneer beide op de drankkratadapter 1 zijn aangesloten kan de drankkrat 30, inclusief de drankkratadapter 1, worden omgekeerd, en is het samenstel klaar voor gebruik. Zie Fig. 2.
De werking van het in Fig. 2 getoonde samenstel komt overeen met die van bekende tapinrichtingen, met dien verstande dat hier uit flessen 34 in een krat 15 30, en niet uit een fust wordt getapt. In het kort is de werking als volgt. Vanuit de gasbron 40 wordt een gas de transportleiding 10 ingeleid. Het gas heeft een kleinere dichtheid dan de drank in de flessen 34, en zal daardoor richting de vloeistofspiegels van de drank in de flessen worden gedreven, waarboven het zich ophoopt. Het gas drukt op de vloeistofspiegels, en wanneer de tapkraan 44 wordt geopend zal de 20 drank door de transportleiding 10, via de hoofduitgang 14 daarvan, naar de tapinstallatie 42 worden geperst. Daar wordt de drank gekoeld alvorens zij de tapkraan 44 verlaat.
Het is desgewenst mogelijk niet één drankkrat 30 maar meerdere drankkratten, elk voorzien van zijn eigen drankkratadapter 1, achter elkaar, i.e. in 25 serie, aan te sluiten. Daartoe kan de hoofduitgang 14 van de ene drankkratadapter 1 worden verbonden met de hoofdingang 12 van de volgende drankkratadapter, terwijl de hoofdingang 12 van de eerste drankkratadapter in de keten wordt verbonden met de gasbron 40, en de hoofduitgang 14 van de laatste drankkratadapter 1 in de keten wordt verbonden met de tapinstallatie 42. Aldus 30 kan samenstel op maat worden gecreëerd, met een drank en een capaciteit naar 8 keuze. Een dergelijke serieschakeling van (slechts) twee drankkratten 30 en drankkratadapters 1 is getoond in Fig. 3. Vanzelfsprekend kan ook een ander, groter aantal drankkratten 30 serieel geschakeld worden.
De drankkratten 30 in Fig. 3 zijn op elkaar gestapeld, hetgeen hier 5 althans mede mogelijk wordt gemaakt door de vorm van het frame 2, dat in de getoonde uitvoeringsvorm een in hoofdzaak balkvormig lichaam betreft. Door dat het frame 2 zijdelings nauwelijks buiten de contouren van de kratten uitsteekt is ook ruimte-efficiënte nevenschikking van (stapels) kratten 30 mogelijk.
Naast een serieschakeling van drankkratten 30, en de stapeling ervan, 10 illustreert Fig. 3 een alternatieve uitvoeringsvorm van een aansluitpunt 20. Anders dan in de in Fig. 1 en 2 getoonde uitvoeringsvormen omvat een aansluitpunt 20 in Fig. 3 niet een enkelvoudige opening in de transportleiding 10, maar een tweetal openingen. De stroomopwaartse opening is met behulp van een bij voorkeur flexibel buisvormig verlengstuk 16 steeds in de inhoudsruimte van een fles 34 geplaatst, op 15 een punt nabij de bodem van de fles. De stroomafwaartse opening bevindt zich daarentegen steeds ter plaatse van de bij het aansluitpunt 20 behorende fitting 21, dus ter hoogte van de mond 35 van de fles 34. Duidelijkheidshalve zij vermeld dat het buisvormige verlengstuk 16 met de drankkratadapter 1 is verbonden, en reeds bij het aanbrengen van de drankkratadapter 1 op de drankkrat 30 in de fles 34 is 20 geplaatst. De configuratie van een aansluitpunt 20 komt er dus op neer dat de transportleiding 10 plaatselijk is onderbroken, althans zolang er geen fles 34 op de het aansluitpunt is aangesloten. Het voordeel van de getoonde uitvoeringsvorm is dat gas altijd bovenin de flessen 34 wordt ingébracht, waardoor de ongecontroleerde verspreiding ervan door de transportleiding 10 wordt voorkomen.
25 Overigens kan de in Fig. 3 geïllustreerde uitvoeringsvorm van het aansluitpunt 20 ook goed gebruikt worden in combinatie met normaal georiënteerde - i.e. niet omgedraaide - drankkratten 30, in het bijzonder wanneer de rol van de hoofdingang 12 en de hoofduitgang 14 worden omgewisseld. Alsdan wordt gas dus nabij de mond de flessen 34 ingevoerd, terwijl de in de fles aanwezige drank 30 daaraan nabij de bodem, via het buisvormige verlengstuk 16, wordt onttrokken.
9
Ook op deze manier kan een goede lediging van de flessen worden bewerkstelligd, hetgeen het omkeren van de drankkratten dus kan vervangen.
Hoewel de onderhavige uitvinding in het voorgaande is toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden dient te worden opgemerkt dat de 5 uitvinding niet tot deze uitvoeringsvoorbeelden is beperkt. Door een vakman kunnen verschillende aanpassingen en wijzigingen op de besproken uitvoeringsvoorbeelden worden aangebracht zonder dat hierdoor de gedachte en het bereik van de uitvinding, zoals neergelegd in de hiernavolgende conclusies, wordt verlaten. In het bijzonder kunnen daarbij verschillende hierboven beschreven 10 uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden gecombineerd tot nieuwe uitvoeringsvormen.
10
Overzicht referentieciifers 1 Drankkratadapter 5 2 Frame / in hoofdzaak balkvormig lichaam 4 Eerste zijde van de drankkratadapter 6 Tweede zijde van de drankkratadapter 8 Groef 10 10 Transportleiding 12 Hoofdingang van transportleiding 14 Hoofduitgang van transportleiding 16 Buisvormig verlengstuk 15 20 Flesaansluitpunt 21 Fitting 22 Pakking 30 Drankkrat 20 31 Bovenrand drankkrat 32 Compartimenteringslichaam 34 Flessen 35 Mond van fles 25 40 Gasfles 42 Tapinstallatie met koeling 44 Tapkraan

Claims (11)

1. Drankkratadapter (1) voor het tappen van dranken uit flessen (34) die zich in een drankkrat (30) bevinden, omvattende: - een frame (2) dat losneembaar verbindbaar is met de drankkrat; - een transportleiding (10) die zich in hoofdzaak uitstrekt door het frame, en die een hoofdingang (12) en een hoofduitgang (14) omvat; en 10. een aantal flesaansluitpunten (20) die door de transportleiding, tussen de hoofdingang en de hoofduitgang daarvan, onderling verbonden zijn.
2. Drankkratadapter volgens conclusie 1, waarbij het frame (2) een in hoofdzaak balkvormig lichaam (2) omvat dat een eerste zijde (4) en een tweede zijde 15 (6) heeft, welke zijden een lengte en een breedte hebben die in hoofdzaak overeenstemmen met een lengte en een breedte van de drankkrat.
3. Drankkratadapter volgens conclusie 2, waarbij ten minste één van de eerste zijde (4) en de tweede zijde (6) van het in hoofdzaak balkvormige lichaam (2) 20 wordt gevormd door een afzonderlijke plaat die losneembaar met de rest van het lichaam verbonden is.
4. Drankkratadapter volgens conclusie 2 of 3, waarbij de flesaansluitpunten (20) zijn voorzien aan de eerste zijde (4) van het balkvormig lichaam (2). 25
5. Drankkratadapter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de flesaansluitpunten (20) zijn gepositioneerd in overeenstemming met de posities van de flessen (34) in de drankkrat (30).
6. Drankkratadapter volgens een der voorgaande conclusies, voorts omvattende klemmiddelen voor het fixeren van het frame (2) ten opzichte van de drankkrat (30).
7. Drankkratadapter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste de transportleiding (10) in hoofdzaak is vervaardigd uit een inert materiaal.
8. Drankkratadapter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten 10 minste één flesaansluitpunt (20) een klep omvat, welke klep een fluïdumverbinding tussen de transportleiding (10) en een inhoudsruimte van een fles (34) mogelijk maakt wanneer de fles op het flesaansluitpunt is aangesloten, en welke klep het flesaansluitpunt afsluit wanneer geen fles op het flesaansluitpunt is aangesloten.
9. Drankkratadapter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de transportleiding (10) ter hoogte van een flesaansluitpunt (20) is onderbroken, en waarbij één van een aldus gevormd stroomopwaarts en een stroomafwaarts einde van de transportleiding is voorzien van een verlengstuk (16) met behulp waarvan het respectieve einde effectief nabij een bodem van een aan te sluiten fles (34) 20 plaatsbaar is. 1 2 Drankkratadapter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één flesaansluitpunt (20) een fitting (21) omvat waarin een mond (35) van een aan te sluiten fles (34) althans gedeeltelijk opneembaar is. 25 2 Drankkratadapter volgens conclusie 10, waarbij ten minste één fitting (21) is voorzien van een pakking (22) teneinde een lekdichte aansluiting te bewerkstelligen.
12. Drankkratadapter volgens conclusie 10 of 11, waarbij ten minste één fitting is voorzien van een inwendige schroefdraad die is ingericht voor samenwerking met een op een mond (35) van een aan te sluiten fles (34) voorziene uitwendige schroefdraad. 5
13. Inrichting omvattende ten minste één drankkratadapter (1) volgens een van de conclusies 1-13; een gasbron (40); en een tapinstallatie (42); 10 waarbij de hoofdingang (12) van de transportleiding (10) van de ten minste ene drankkratadapter is verbonden met de gasbron (40), en waarbij de hoofduitgang (14) van de transportleiding (10) van de ten minste ene drankkratadapter is verbonden met de tapinstallatie (42).
NL1036919A 2009-05-01 2009-05-01 Drankkratadapter voor het tappen van dranken uit flessen in een drankkrat. NL1036919C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036919A NL1036919C2 (nl) 2009-05-01 2009-05-01 Drankkratadapter voor het tappen van dranken uit flessen in een drankkrat.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036919A NL1036919C2 (nl) 2009-05-01 2009-05-01 Drankkratadapter voor het tappen van dranken uit flessen in een drankkrat.
NL1036919 2009-05-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1036919C2 true NL1036919C2 (nl) 2010-11-02

Family

ID=43638954

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1036919A NL1036919C2 (nl) 2009-05-01 2009-05-01 Drankkratadapter voor het tappen van dranken uit flessen in een drankkrat.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1036919C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3528331A1 (de) * 1985-08-07 1987-02-19 Harald Burba Zapfvorrichtung fuer getraenkeflaschen
DE29702159U1 (de) * 1997-02-08 1997-03-27 Faehler Petra Zapfvorrichtung
DE29913719U1 (de) * 1999-08-06 2000-01-27 Brink Marco Flüssigkeits-Zapfsammelplatte

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3528331A1 (de) * 1985-08-07 1987-02-19 Harald Burba Zapfvorrichtung fuer getraenkeflaschen
DE29702159U1 (de) * 1997-02-08 1997-03-27 Faehler Petra Zapfvorrichtung
DE29913719U1 (de) * 1999-08-06 2000-01-27 Brink Marco Flüssigkeits-Zapfsammelplatte

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP6649362B2 (ja) 複数の容器用の飲料分配機器
US5096095A (en) Door beverage dispenser
US7861892B1 (en) Portable draft bar
KR101780996B1 (ko) 종이―기반 맥주 용기 및 그를 위한 분배 장치
US9896320B2 (en) System and method for storing and selectively dispensing liquids
EP0070699A2 (en) Apparatus and method of dispensing a liquid from a semi-bulk disposable container
US5848736A (en) Beverage dispenser
JP2001514138A (ja) ビール及び他の炭酸飲料を貯蔵並びに液出しするためのアセンブリー
US8690016B2 (en) Product storage and handling system for beverage dispenser
US7258252B2 (en) Liquid dispensing systems and apparatus
CA2582443C (en) Distribution methods for distributing and dispensing beverages and liquid food products
US20040007589A1 (en) Device and method for dispensing carbonated beverages
NL1036919C2 (nl) Drankkratadapter voor het tappen van dranken uit flessen in een drankkrat.
US11702330B2 (en) Dispenser system and method of use
US20210032004A1 (en) Container for Storing, Transporting and Dispensing a Beverage
US8096143B1 (en) Portable box wine bar
US20160130070A1 (en) Beverage storage and dispensing apparatus
CN2486498Y (zh) 液体包装装置
NL1032862C2 (nl) Voertuig, systeem en werkwijze voor het distribueren van horeca producten.
JP2656935B2 (ja) バッグインボックスを使用したディスペンサ
CN111344229A (zh) 酒瓶和方法
RU55353U1 (ru) Устройство для розлива напитков
US20240190691A1 (en) Container, keg, system and method for storing and dispensing a beverage
CN104271451B (zh) 用于处理无菌食品产品的方法和设备
NL1030814C2 (nl) Tapinrichting voor dranken, in het bijzonder bier, en samenstel van een tapinrichting en een voorraadhouder.

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20121201