NL1036420C2 - Werkwijze en inrichting voor het in zakken verpakken van relatief kwetsbare producten, in het bijzonder broden. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het in zakken verpakken van relatief kwetsbare producten, in het bijzonder broden. Download PDF

Info

Publication number
NL1036420C2
NL1036420C2 NL1036420A NL1036420A NL1036420C2 NL 1036420 C2 NL1036420 C2 NL 1036420C2 NL 1036420 A NL1036420 A NL 1036420A NL 1036420 A NL1036420 A NL 1036420A NL 1036420 C2 NL1036420 C2 NL 1036420C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bags
products
spoon
product
cutting
Prior art date
Application number
NL1036420A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerardus Johannes Catharina Laar
Ronald Theodoor Noppers
Pieter Cornelis Meijers
Original Assignee
Vmi Holland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vmi Holland Bv filed Critical Vmi Holland Bv
Priority to NL1036420A priority Critical patent/NL1036420C2/nl
Priority to PCT/NL2010/050018 priority patent/WO2010082822A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1036420C2 publication Critical patent/NL1036420C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B5/00Packaging individual articles in containers or receptacles, e.g. bags, sacks, boxes, cartons, cans, jars
    • B65B5/02Machines characterised by incorporation of means for making the containers or receptacles
    • B65B5/022Machines characterised by incorporation of means for making the containers or receptacles for making bags
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/16Packaging bread or like bakery products, e.g. unsliced loaves
    • B65B25/18Wrapping sliced bread
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B35/00Supplying, feeding, arranging or orientating articles to be packaged
    • B65B35/10Feeding, e.g. conveying, single articles
    • B65B35/20Feeding, e.g. conveying, single articles by reciprocating or oscillatory pushers
    • B65B35/205Feeding, e.g. conveying, single articles by reciprocating or oscillatory pushers linked to endless conveyors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B43/00Forming, feeding, opening or setting-up containers or receptacles in association with packaging
    • B65B43/04Forming flat bags from webs
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B43/00Forming, feeding, opening or setting-up containers or receptacles in association with packaging
    • B65B43/26Opening or distending bags; Opening, erecting, or setting-up boxes, cartons, or carton blanks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B43/00Forming, feeding, opening or setting-up containers or receptacles in association with packaging
    • B65B43/42Feeding or positioning bags, boxes, or cartons in the distended, opened, or set-up state; Feeding preformed rigid containers, e.g. tins, capsules, glass tubes, glasses, to the packaging position; Locating containers or receptacles at the filling position; Supporting containers or receptacles during the filling operation
    • B65B43/52Feeding or positioning bags, boxes, or cartons in the distended, opened, or set-up state; Feeding preformed rigid containers, e.g. tins, capsules, glass tubes, glasses, to the packaging position; Locating containers or receptacles at the filling position; Supporting containers or receptacles during the filling operation using roller-ways or endless conveyors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B5/00Packaging individual articles in containers or receptacles, e.g. bags, sacks, boxes, cartons, cans, jars
    • B65B5/04Packaging single articles
    • B65B5/045Packaging single articles in bags

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Microelectronics & Electronic Packaging (AREA)

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET IN ZAKKEN VERPAKKEN VAN RELATIEF KWETSBARE PRODUCTEN, IN HET BIJZONDER BRODEN
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het in zakken verpakken van relatief kwetsbare producten, in het bijzonder broden, omvattende de stappen van het aanvoeren van zakken, het achtereenvolgens openen 5 van de zakken, het aanvoeren van producten, en het achtereenvolgens met de producten vullen van de zakken. Een dergelijke werkwijze is in verschillende varianten bekend en wordt met name toegepast voor het verpakken van broden die in grootschalige broodfabrieken gebakken worden.
10 In dergelijke fabrieken wordt continu brood gebakken, waarbij broden meestal in bakblikken door een oven worden getransporteerd. Na het verlaten van de oven en het lossen uit de bakblikken worden de broden in het algemeen eerst gesneden en daarna verpakt. Voorbeelden van eerder 15 voorgestelde gemechaniseerde snij- en verpakkingswijzen en de daarbij in te zetten apparatuur zijn te vinden in de oudere octrooischriften WO 01/64520 Al, EP 0 542 336 Al, NL 1001892, NL 9300420 en NL 8401833.
Gebruikelijk is dat de broden in dwarsrichting 20 achter elkaar naar een verticaal snij raam worden getransporteerd, dat op en neer beweegbaar is. De broden worden door dit snij raam gedwongen, waarbij zij in plakken gesneden worden. In plaats van een snij raam kan overigens ook een stel lintzagen worden gebruikt. Vervolgens worden de 25 gesneden broden naar een lokatie getransporteerd, waar zich een stapel zakken bevindt. Daar wordt telkens een van de zakken geopend, waarna een van de broden daar in langsrichting in geschoven wordt. Het openen van de zakken wordt in het algemeen langs mechanische of pneumatische weg 30 gedaan, terwijl de broden door middel van een duworgaan in 1036420 2 langsrichting in de zakken geschoven worden. Daarbij kan de zak vastgehouden worden en het brood worden geschoven, of het brood worden vastgehouden en de zak daarover heen worden getrokken.
5 Waar in deze tekst gesproken wordt over het in zakken schuiven van producten worden nadrukkelijk deze beide mogelijkheden bedoeld.
De bekende gemechaniseerde verpakkingswijze heeft het belangrijke nadeel dat deze relatief veel handelingen 10 vergt en daardoor niet altijd snel genoeg uitgevoerd kan worden. In feite is het in de zak brengen van het brood een discontinue handeling, die zich niet goed verdraagt met het continue bakproces. Daarbij moet bedacht worden dat industriële ovens momenteel een capaciteit hebben in de orde 15 van ruim 3000 broden per uur, maar dat deze capaciteit bij nieuwere ovens meer dan 4000 broden per uur bedraagt. Dat houdt in dat het verpakken van een brood, wanneer dat in lijn met de oven gedaan wordt, binnen een seconde moet zijn voltooid. Het brood moet dus met steeds grotere snelheid in 20 de zak geduwd worden. Omdat vers gebakken broden nog relatief zacht zijn, zijn deze echter niet erg goed hanteerbaar.
Een ander probleem hangt samen met het van de stapel nemen en openen van de zakken. Ook deze zijn, doordat 25 zij dun en slap zijn, niet eenvoudig te hanteren, waardoor het moeilijk is de zakken op betrouwbare en reproduceerbare wijze te openen. Daarnaast kunnen de zakken als gevolg van kleef aan elkaar blijven hangen, waardoor meer dan een zak tegelijk van de stapel genomen wordt.
30 Deze combinatie van factoren leidt steeds vaker tot storingen, bijvoorbeeld doordat een zak niet snel genoeg geopend wordt, en het brood tegen de rand van de zak geduwd wordt. Dan zal het brood in sneden uit elkaar vallen in de 3 machine. In de praktijk kan bij sommige broodsoorten de uitval op deze wijze meer dan tien procent bedragen. Met name bij knipbroden, die een onregelmatige omtreksvorm vertonen, doet dit probleem zich voor.
5 Ook het snijden van de broden levert vaak problemen op. Zo worden de broden stroomopwaarts van het snij raam vaak in elkaar gedrukt door de weerstand ter plaatse van het snij raam, terwijl zij stroomafwaarts van het snij raam vaak uit elkaar vallen als gevolg van de 10 plotselinge versnelling aldaar. Ook deze problemen nemen toe naarmate de snelheid waarmee broden aangevoerd worden toeneemt. En ook deze problemen spelen in versterkte mate bij knipbroden.
De uitvinding heeft nu tot doel een werkwijze te 15 verschaffen voor het gemechaniseerd in zakken verpakken van relatief kwetsbare producten zoals broden, waarbij deze nadelen zich niet of althans in mindere mate voordoen. Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt dit bij een werkwijze als hiervoor beschreven bereikt, doordat de 20 zakken en de producten over een bepaalde afstand in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar getransporteerd worden en de producten tijdens dit evenwijdig transport in hoofdzaak dwars op de transportrichting geleidelijk in de zakken geschoven worden. Door de producten en de zakken over enige 25 afstand naast elkaar te transporteren wordt in de lijn ruimte en tijd gecreëerd om de producten geleidelijk, dus met relatief geringe onderlinge snelheid, in de zakken te brengen.
Bij voorkeur worden de zakken aangevoerd in de 30 vorm van een dubbele foliebaan, en worden deze voorafgaand aan het vullen daarvan met de producten gelast en gesneden. Door de zakken zo in de lijn te produceren worden problemen 4 met het verenkelen van de zakken, die zich voordoen wanneer deze in stapels worden aangevoerd, vermeden.
Een snelle en doelmatige wijze van het openen van de zakken wordt bereikt wanneer elke zak geopend wordt door 5 daar een lepelpaar in te steken en de lepels vervolgens van elkaar te bewegen.
Met voordeel wordt daarbij het of elk lepelpaar voorafgaand aan het lassen en snijden in de dubbele foliebaan gestoken en synchroon met de foliebaan, resp. de 10 zakken in de transportrichting verplaatst. Zo is er ook voldoende gelegenheid om de zakken op betrouwbare wijze geheel te openen.
Wanneer elk product door een duworgaan in de zak geschoven wordt, wordt bij voorkeur dit duworgaan synchroon 15 met de zakken, resp. de producten in de transportrichting verplaatst.
Het verdient de voorkeur dat na het in de zak schuiven van het product eerst het lepelpaar en dan het duworgaan uit de zak teruggetrokken wordt. Op deze wijze 20 wordt de zak optimaal om het product getrokken.
Volgens een tweede aspect verschaft de uitvinding een verpakkingswijze elk product voorafgaand aan het verpakken in een aantal plakken gesneden wordt door het product met een zijde op een drager te plaatsen en een 25 snijorgaan vanaf een tegenovergelegen zijde naar de drager te dwingen. Door de producten niet meer door een snijorgaan heen te transporteren, maar deze tijdens het snijden te ondersteunen, wordt samendrukking van de producten of het uiteenvallen daarvan voorkomen.
30 Wanneer elk product na het snijden gesplitst wordt in twee helften met in hoofdzaak gelijk aantal plakken, en de producthelften afzonderlijk verpakt worden, kunnen naast hele ook halve broden geleverd worden.
5
Om de discontinue snijbewerking te kunnen toepassen in een overigens continue productielijn, verdient het de voorkeur dat een aantal producten tegelijk gesneden en eventueel gesplitst worden en de gesneden producten of 5 producthelften na elkaar verpakt worden.
De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor het in zakken verpakken van relatief kwetsbare producten, in het bijzonder broden, omvattende middelen voor het aanvoeren van zakken, middelen voor het 10 openen van de zakken, middelen voor het aanvoeren van producten, en middelen voor het met de producten vullen van de zakken. Een dergelijke verpakkingsinrichting is eveneens bekend, bijvoorbeeld uit de hiervoor genoemde oudere octrooischriften.
15 De uitvinding heeft tot doel een dergelijke inrichting zodanig te ontwikkelen, dat daarmee de hiervoor beschreven werkwijze kan worden uitgevoerd. Volgens een eerste aspect van de uitvinding is de inrichting daartoe voorzien van middelen voor het over een bepaalde afstand in 20 hoofdzaak evenwijdig aan elkaar transporteren van de zakken en de producten, waarbij de vulmiddelen ingericht zijn om de producten tijdens dit evenwijdig transport in hoofdzaak dwars op de transportrichting geleidelijk in de zakken te schuiven.
25 De inrichting kan ten minste één lepelpaar en ten minste één duworgaan omvatten, welke synchroon met de zakken in de transportrichting verplaatsbaar kunnen zijn. In een voorkeursuitvoering van de inrichting zijn daartoe het ten minste ene lepelpaar en het ten minste ene duworgaan met de 30 transportmiddelen verbonden.
Verder is de inrichting bij voorkeur voorzien van langs de transportmiddelen geplaatste, met het ten minste ene lepelpaar en het ten minste ene duworgaan samenwerkende, 6 stationaire geleidingsmiddelen. Door deze geleidingsmiddelen worden het lepelpaar en het duworgaan tijdens het transport op de juiste wijze naar en van de zakken bewogen.
De geleidingsmiddelen omvatten met voordeel ten 5 minste één geleider voor het ten minste ene lepelpaar en ten minste één geleider voor het ten minste ene duworgaan, zodat de lepelparen en duworganen hun eigen bewegingen kunnen uitvoeren.
Volgens een verdere voorkeursuitvoering van de 10 inrichting omvatten de transportmiddelen een eindloos, omlopend, aangedreven transportelement, dat een aantal lepelparen en duworganen draagt, waarbij de lepelparen en duworganen telkens een stel vormen en gelijkmatig over het transportelement verdeeld zijn. Zo kan een groot aantal 15 zakken tegelijk worden geopend en met producten gevuld.
Verdere voorkeursuitvoeringen van de inrichting volgens de uitvinding vormen de materie van de volgconclusies.
De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van 20 een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin:
Fig. 1 een schematisch perspectivisch bovenaanzicht is van de eigenlijke verpakkingslijn van een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding, 25 Fig. 2 een met fig. 1 overeenkomend aanzicht is vanuit een andere hoek,
Fig. 3 en 4 een bovenaanzicht, resp. een zijaanzicht tonen van de verpakkingslijn van fig. 1 en 2,
Fig. 5A en 5B tezamen een schematisch 30 bovenaanzicht vormen van de gehele verpakkingsinrichting, inclusief de snijlijn, bij het snijden en verpakken van hele broden, 7
Fig. 6A en 6B een met fig. 5A en 5B overeenkomend aanzicht tonen van de inrichting bij het verpakken van halve broden,
Fig. 7A t/m H schematisch de verschillende stappen 5 tonen van het openen, met een product vullen en weer sluiten van een zak,
Fig. 8 een zijaanzicht is volgens de pijl VIII in fig. 5A, en
Fig. 9 een zijaanzicht is volgens de pijl IX in 10 fig. 6A.
Een inrichting 1 voor het in zakken 2 verpakken van relatief kwetsbare producten 3, in het bijzonder broden, omvat middelen 4 voor het aanvoeren van zakken 2, middelen 5 voor het openen van de aangevoerde zakken 2, middelen 6 voor 15 het aanvoeren van producten 3, en middelen 7 voor het met de producten 3 vullen van de zakken 2.
De zak-aanvoermiddelen 4 omvatten in het getoonde voorbeeld een voorraadhouder of rol 8 waarop een dubbelgeslagen foliebaan 9 gewikkeld is. Daarnaast omvatten 20 de zak-aanvoermiddelen 4 stroomafwaarts van de voorraadrol 8 een lasorgaan en een snijorgaan, die in het getoonde voorbeeld zijn samengebracht in een enkel las- en snij station 10. De voorraadrol 8 wordt gesteund door een tweetal rollen 11, 12, terwijl het eerste deel van de 25 foliebaan 9 wordt gedragen door een om twee keerrollen 13, 14 geslagen eerste folietransporteur 15.
Ter plaatse van het las- en snijstation 10 wordt de foliebaan overgedragen van een tweede folietransporteur 16, die eveneens om twee keerrollen 17, 67 geslagen is, op 30 een derde folietransporteur 69, die om twee keerrollen 18, 68 geslagen is. De tweede en derde folietransporteurs 16, 69 vertonen daarnaast elk een omloopdeel dat om hulprollen 19, 20 resp. 21, 22 geslagen is. Daarbij zijn de keerrollen 67, 8 68 en de hulprollen 19-22 en de omloopdelen beweegbaar, zodat de positie van het las- en snij station 10 aangepast kan worden aan een gewenste snelheid. Door de transportsnelheid van de derde folietransporteur 69 hoger in 5 te stellen dan die van de tweede folietransporteur 16 worden de zakken 2 na het lassen en snijden van elkaar gescheiden.
De folietransporteurs 15, 16, 69 vertonen verder een vacuümvoorziening, waardoor de foliebaan 9, resp. de zakken 2 op deze transporteurs 15, 16, 69 vastgehouden 10 worden. Overigens kunnen de eerste en tweede folietransporteur 15, 16 gecombineerd zijn tot een enkele transporteur.
Op de folietransporteurs 15, 16, 69 sluit een transporteur 36 aan, die om twee keerrollen 37, 38 geslagen 15 is. Met deze transporteur 36, die uitgevoerd is als een transportband met daarop een aantal meenemers, worden de zakken 2 afgevoerd nadat ze met producten 3 gevuld zijn. Boven deze afvoertransporteur 36 zijn middelen 42 aangebracht voor het althans gedeeltelijk sluiten van de 20 gevulde zakken 2, hier in de vorm van twee boven elkaar geplaatste, evenwijdige staven 43, 44, waarvan de bovenste staaf 43 aan de stroomopwaarts gelegen zijde een schuin naar beneden lopend invoersegment vertoont.
Volgens de uitvinding is de inrichting voorzien 25 van middelen 23 voor het over een bepaalde afstand in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar transporteren van de zakken 2 en de producten 3. Naast de folietransporteurs 15, 16 omvatten deze evenwijdige transportmiddelen 23 een transporteur 24 voor de producten 3. Deze transporteur 24 is 30 hier uitgevoerd als kettingtransporteur, die een aantal sledes 25 vertoont waarop de producten 3 getransporteerd worden.
9
Naast de sledes 25 draagt de transporteur 24 ook een overeenkomstig aantal lepelparen 26, die onderdeel vormen van de zak-openingsmiddelen 5. Deze lepelparen 26 zijn dwars op de bewegingsrichting van de transporteur 24 5 beweegbaar, zodat zij in de zakken 2 gestoken en daar weer uit teruggetrokken kunnen worden. Daarnaast zijn de lepels 26A, 26B van elk lepelpaar 26 van elkaar beweegbaar om de zakken 2 te openen.
Tenslotte draagt de transporteur 24 ook een met 10 het aantal sledes 25 en lepelparen 26 overeenkomend aantal duworganen 27, die onderdeel vormen van de vulmiddelen 7. Deze duworganen 27 zijn in het getoonde voorbeeld eveneens dwars op de bewegingsrichting van de transporteur 24 beweegbaar, en zijn ingericht om de producten 3 tijdens het 15 evenwijdig transport geleidelijk in de zakken 2 te schuiven.
Om de bewegingen van de lepelparen 26 en duworganen 27 te sturen zijn er stationaire geleidingsmiddelen langs de transporteur 25 geplaatst, bestaande uit een eerste geleider 28 die samenwerkt met de 20 lepelparen 26 en een tweede geleider 29 die samenwerkt met de duworganen 27. Net als de transporteur 24 lopen deze geleiders 28, 29 rond. De tweede geleider 29 voor de duworganen 27 loopt ter plaatse van het werkzame deel van de transporteur 24 evenwijdig aan het daardoor bepaalde 25 transportvlak. Daarentegen vertoont de eerste geleider 28 voor de lepelparen 26 een schuin oplopend deel 30, een verhoogd deel 31 en een schuin aflopend deel 32, waardoor de lepels 26A, 26B van elkaar en weer naar elkaar bewogen kunnen worden.Voor het besturen van de bewegingen waarmee de 30 lepelparen 26 in de zakken 2 gestoken worden en daar weer uit getrokken worden vertoont de eerste geleider 28 verder een schuin naar de folietransporteurs 15, 16 lopend deel 33, een boven deze transporteurs gelegen deel 34 en een weer 10 schuin teruglopend deel 35. Op overeenkomstige wijze vertoont de tweede geleider 29 een schuin naar de afvoertransporteur 36 lopend deel 39, een nabij deze transporteur gelegen deel 40 en een weer schuin teruglopend 5 deel 41, waarmee de duworganen 27 in de zakken 2 geschoven en daar weer uit teruggetrokken kunnen worden.
De werking van de tot nu toe beschreven verpakkingsinrichting 1 is als volgt.
Door de zak-aanvoermiddelen 4 wordt de 10 dubbelgeslagen foliebaan 9 van de voorraadhouder 8 afgewikkeld. Terwijl deze over de folietransporteurs 15, 16 beweegt wordt hij geopend doordat daar vanaf de tegenover de vouwlijn 46 gelegen zijde 47 een lepelpaar 26 ingestoken wordt. Dit insteken begint in het getoonde voorbeeld 15 ongeveer ter plaatse van de overgang tussen de twee folietransporteurs 15, 16. Wanneer deze transporteurs 15, 16 als een enkele, doorgaande folietransporteur zijn uitgevoerd, begint het insteken ongeveer halverwege deze transporteur. De insteekbeweging wordt bestuurd door het 20 schuine deel 33 van de eerste geleider 28, waar een arm 45 van de bovenste lepel 26B langs loopt. Door het lepelpaar 26 in de foliebaan 9 te steken, die nog relatief goed toegankelijk is, wordt het latere openen van de zak vereenvoudigd.
25 Wanneer het lepelpaar 26 volledig in de foliebaan 9 gestoken is, wordt door de product-aanvoermiddelen 6 een product 3 op de slede 25 geplaatst, tussen het lepelpaar 26 en het duworgaan 27 (fig. 7A). Daarna wordt de foliebaan 9 in het las- en snij station 10 op twee plaatsen in 30 dwarsrichting dichtgelast tussen de vouwlijn 46 en de open zijde 47, en wordt deze tussen de twee lasnaden doorgesneden. Zo wordt dus een zak 2 gevormd. Door de zak 2 in de lijn te vormen, in plaats van deze op een stapel aan 11 te voeren, worden problemen met het verenkelen van de zakken vermeden.
Vervolgens wordt de zak 2 geopend door de bovenste lepel 26B ten opzichte van de onderste lepel 26A omhoog te 5 bewegen (fig. 7B). Deze beweging omhoog wordt bestuurd door het schuin oplopende deel 30 van de eerste geleider 28. De bovenste lepel 26B wordt daarna omhoog gehouden doordat zijn arm 45 langs het verhoogde deel 31 van de eerste geleider 28 loopt.
10 Dan wordt het product 3 door het duworgaan 27 vanaf de slede 25 in de opengehouden zak 2 geschoven (fig.
7C). Deze schuifbeweging wordt bestuurd door het schuine deel 39 van de tweede geleider, waar het vrije einde 48 van het duworgaan 27 langs loopt. Deze schuifbeweging eindigt 15 zodra het einde 48 van het duworgaan 27 het rechte deel 40 van de tweede geleider 29 bereikt (fig. 7D) . De hoek van het schuine deel 39 van de tweede geleider 29 bepaalt dus hoe snel het product 3 in de zak 2 geschoven wordt. Door deze hoek vrij klein te kiezen kan een geleidelijke 20 schuifbeweging worden bereikt, waardoor het risico van storingen wordt verkleind.
Vervolgens wordt het lepelpaar 26, nog steeds in de geopende stand, uit de zak 2 teruggetrokken (fig. 7E) . Deze terugtrekking wordt bestuurd door het schuin 25 teruglopende deel 35 van de eerste geleider 28. Het duworgaan 27 blijft nog in de uiterste stand staan en houdt het product 3 vast in de zak 2. Daarna wordt de open zijde van de zak 2 tussen de twee staven 43, 44 van de sluitmiddelen 42 doorgeleid, waardoor de zak enigszins dicht 30 geknepen wordt (fig. 7F). Zo wordt het product ook enigszins gestabiliseerd.
Dan kan het duworgaan 27 veilig uit de zak 2 worden teruggetrokken (fig. 7G), doordat zijn vrije uiteinde 12 48 langs het schuin teruglopende deel 41 van de tweede geleider 29 loopt. Tenslotte wordt de lepel 26B weer omlaag bewogen tot op de lepel 26A (fig. 7H) , doordat zijn arm 45 langs het schuin aflopende deel 32 van de eerste geleider 29 5 beweegt. Daarna worden de slede 25, het lepelpaar 26 en het duworgaan 27 door de rondlopende transporteur 24 teruggebracht naar het begin van de lijn, waar de cyclus zich herhaalt. De verpakking 2 met daarin het product 3 wordt uiteindelijk langs een sluitstation 66 geleid en daar 10 met een clip afgesloten.
De verpakkingsinrichting 1 is hier verder voorzien van middelen 49 voor het elk in een aantal plakken of sneden 50 snijden van de producten 3, die stroomopwaarts van de product-aanvoermiddelen 6 geplaatst zijn. Volgens de 15 uitvinding omvatten deze snijmiddelen 49 een drager 51 die de producten 3 aan een zijde ondersteunt, en die in dit geval uitgevoerd is als een om keerrollen 56 geslagen transporteur. Daarnaast omvatten de snijmiddelen 49 volgens de uitvinding een snij orgaan 52 dat vanaf een 20 tegenovergelegen zijde, hier dus van boven, naar de drager of transporteur 51 beweegbaar is. Dit snijorgaan 52 wordt hier gevormd door een raamwerk 53 waarin een groot aantal messen 54 in langsrichting, dus in de transportrichting van de drager/transporteur 51 is bevestigd. Het snijraam 53 is 25 ook in langsrichting heen en weer beweegbaar, waardoor de daaronder geplaatste producten als het ware worden doorgezaagd.
Omdat de snijmiddelen 49 volgens de uitvinding in feite discontinu werkzaam zijn, in tegenstelling tot de 30 verticale snijramen volgens de stand van de techniek, zijn zij ingericht om meerdere producten 3 tegelijk te bewerken. In het getoonde voorbeeld is het snijraam 53 zodanig gedimensioneerd, dat daarbinnen zes met tussenruimte op de 13 drager 51 getransporteerde producten 3 passen. De drager/transporteur 51 is ingericht om telkens zes producten 3 aan te voeren tot onder het snij raam 53, en dan stil te blijven staan tijdens het snijden. De producten 3 worden op 5 de drager 51 getransporteerd in vakken die bepaald worden door opstaande wanden 55. In deze wanden 55 zijn uitsparingen aangebracht waarin de messen 54 kunnen bewegen. Zo worden de producten 3 ook tijdens het snijden optimaal ondersteund. Deze snijmethode leidt tot aanzienlijk minder 10 beschadiging en uitval van producten 3 en tot minder storingen dan de conventionele wijze van snijden met behulp van een verticaal snij raam waar de producten elkaar doorheen drukken.
De te snijden producten 3 worden naar de drager 51 15 gevoerd door een aanvoertransporteur 57 en een verticale toevoereenheid 58. Nadat de producten 3 door de messen 54 gesneden zijn tot een aantal plakken of sneden 50 en het snijraam 53 weer omhoog gebracht is, worden de gesneden producten 3 verder gevoerd naar een overname-eind 59 van de 20 drager/transporteur 51, dat als een buffer fungeert. Daar komt de transporteur 51 weer tot stilstand, waarna de zes gesneden producten 3 door de product-aanvoermiddelen 6 van het overname-eind 59 worden genomen en overgebracht naar de zes sledes 25 van de transporteur 24 die vrij zijn doordat 25 het daarbij behorende lepelpaar 26 in de foliebaan 9 gestoken is. De product-aanvoermiddelen 6, die bijvoorbeeld een met het aantal producten 3 overeenkomend aantal grijpers kunnen omvatten, zijn daartoe in het getoonde voorbeeld zwenkbaar om een langsas 60, die evenwijdig loopt aan de 30 transportrichting van de transporteurs 51 en 24. Tegelijkertijd zijn de product-aanvoermiddelen 6 verplaatsbaar langs die as 60, om de producten 3 van het 14 stilstaande overname-eind 51 naar de bewegende sledes 25 te brengen.
Tenslotte is de verpakkingsinrichting 1 nog voorzien van middelen 61 voor het splitsen van elk gesneden 5 product 3 in twee helften 62 met in hoofdzaak gelijk aantal plakken 50. Deze splitsingsmiddelen 61 zijn tussen de snijmiddelen 52 en de product-aanvoermiddelen 6 geplaatst.
In het getoonde voorbeeld omvatten de splitsingsmiddelen 61 een paar aangrenzende, afzonderlijk beweegbare transporteurs 10 63, 64. Deze twee afzonderlijk beweegbare transporteurs 63, 64 kunnen bijvoorbeeld in de plaats van het overname-eind 59 van de drager 51 zijn gesteld. De wanden 65 die vakken bepalen voor het opnemen van de gesneden producten 3 zijn dan ook gedeeld uitgevoerd, zodat de producthelften 62 15 tijdens de onderlinge beweging van de transporteurs 63, 64 goed gesteund worden.
Door bijvoorbeeld de transporteur 63 over een kleine afstand, zoals de afstand tussen twee wanden 65, te bewegen en de andere transporteur 64 stil te houden, worden 20 de gesneden producten 3 eenvoudig gesplitst in twee helften 62. Deze helften 62 kunnen dan door de product-aanvoermiddelen 6 van de betreffende transporteur 63, 64 worden genomen en overgezet in de overeenkomstige sledes 25 van de transporteur 24 van de vulmiddelen 7. Dit overzetten 25 gebeurt dan uiteraard in twee stappen, zodat de snijmiddelen 49 dan enige tijd stil staan, alvorens beide transporteurs 63, 64 geleegd zijn.
Overigens zijn de zak-aanvoermiddelen 4, de zak-openingsmiddelen 5 en de vulmiddelen 7 in dit geval 30 uiteraard aangepast aan de kleinere afmetingen van de producthelften 62. Zo kunnen bijvoorbeeld de eerste en tweede geleiders 28, 29 verplaatst of door andere exemplaren vervangen zijn.
15
Zo maakt de uitvinding het dus mogelijk relatief kwetsbare producten, zoals broden, op snelle en betrouwbare wijze te verpakken in relatief lastig hanteerbare verpakkingen. Daarnaast maakt de uitvinding het mogelijk 5 deze producten voor het verpakken zorgvuldig te snijden. Bij dit alles is de uitval aanzienlijk kleiner dan in de stand van de techniek gebruikelijk.
Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een voorbeeld, zal het duidelijk zijn dat deze 10 daartoe niet is beperkt. Zo kunnen vorm, afmetingen en aantal van de verschillende onderdelen van de getoonde verpakkingsinrichting op velerlei wijze worden gevarieerd. Ook kunnen de verschillende nieuwe aspecten van de uitvinding in velerlei combinaties worden toegepast, met 15 behoud van de daarmee samenhangende voordelen. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.
1036420

Claims (23)

1. Werkwijze voor het in zakken verpakken van relatief kwetsbare producten, in het bijzonder broden, omvattende de stappen van: - het aanvoeren van zakken, 5. het achtereenvolgens openen van de zakken, - het aanvoeren van producten, en - het achtereenvolgens met producten vullen van de zakken, met het kenmerk, dat 10 de zakken en de producten over een bepaalde afstand in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar getransporteerd worden en de producten tijdens dit evenwijdig transport in hoofdzaak dwars op de transportrichting geleidelijk in de zakken geschoven worden.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zakken aangevoerd worden in de vorm van een dubbele foliebaan, en voorafgaand aan het vullen daarvan met de producten worden gelast en gesneden.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk, dat elke zak geopend wordt door daar een lepelpaar in te steken en de lepels vervolgens van elkaar te bewegen.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 en 3, met het kenmerk, dat het of elk lepelpaar voorafgaand aan het lassen en snijden in de dubbele foliebaan gestoken wordt en 25 synchroon met de foliebaan, resp. de zakken in de transportrichting verplaatst wordt.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk product door een duworgaan in de zak geschoven wordt, welk duworgaan 30 synchroon met de zakken, resp. de producten in de transportrichting verplaatst wordt. 1036420
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat na het in de zak schuiven van het product eerst het lepelpaar en dan het duworgaan uit de zak teruggetrokken wordt.
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies of volgens de aanhef van conclusie 1, met het kenmerk, dat elk product voorafgaand aan het verpakken in een aantal plakken gesneden wordt door het product met een zijde op een drager te plaatsen en een snij orgaan vanaf een 10 tegenovergelegen zijde naar de drager te dwingen.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat elk product na het snijden gesplitst wordt in twee helften met in hoofdzaak gelijk aantal plakken, en de producthelften afzonderlijk verpakt worden.
9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat een aantal producten tegelijk gesneden en eventueel gesplitst worden en de gesneden producten of producthelften na elkaar verpakt worden.
10. Inrichting voor het in zakken verpakken van 20 relatief kwetsbare producten, in het bijzonder broden, omvattende: - middelen voor het aanvoeren van zakken, - middelen voor het openen van de zakken, - middelen voor het aanvoeren van producten, en 25. middelen voor het met de producten vullen van de zakken, gekenmerkt door: middelen voor het over een bepaalde afstand in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar transporteren van de zakken 30 en de producten, waarbij de vulmiddelen ingericht zijn om de producten tijdens dit evenwijdig transport in hoofdzaak dwars op de transportrichting geleidelijk in de zakken te schuiven.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de zak-aanvoermiddelen een voorraadhouder met een dubbele foliebaan omvatten, alsmede stroomafwaarts daarvan een lasorgaan en een snijorgaan.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de zak-openingsmiddelen ten minste één dwars op de transportrichting beweegbaar lepelpaar omvatten, waarvan de lepels van elkaar beweegbaar zijn.
13. Inrichting volgens conclusie 11 en 12, met het 10 kenmerk, dat de zak-openingsmiddelen ingericht zijn om het ten minste ene lepelpaar stroomopwaarts van het lasorgaan en snijorgaan in de dubbele foliebaan te steken, en het ten minste ene lepelpaar synchroon met de foliebaan, resp. de zakken in de transportrichting verplaatsbaar is.
14. Inrichting volgens één der conclusies 10-13, met het kenmerk, dat de vulmiddelen ten minste één duworgaan omvatten, dat synchroon met de zakken, resp. de producten in de transportrichting verplaatsbaar is.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het 20 kenmerk, dat het ten minste ene lepelpaar en het ten minste ene duworgaan met de transportmiddelen verbonden zijn.
16. Inrichting volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat het lepelpaar en het duworgaan ingericht zijn om na elkaar uit de zak teruggetrokken te worden.
17. Inrichting volgens één der conclusies 13-16, gekenmerkt door langs de transportmiddelen geplaatste, met het ten minste ene lepelpaar en het ten minste ene duworgaan samenwerkende, stationaire geleidingsmiddelen.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het 30 kenmerk, dat de geleidingsmiddelen ten minste één geleider voor het ten minste ene lepelpaar en ten minste één geleider voor het ten minste ene duworgaan omvatten.
19. Inrichting volgens één der conclusies 15-18, met het kenmerk, dat de transportmiddelen een eindloos, omlopend, aangedreven transportelement omvatten, dat een aantal lepelparen en duworganen draagt, waarbij de 5 lepelparen en duworganen telkens een stel vormen en gelijkmatig over het transportelement verdeeld zijn.
20. Inrichting volgens één der conclusies 10-19 of volgens de aanhef van conclusie 10, gekenmerkt door stroomopwaarts van de product-aanvoermiddelen geplaatste 10 middelen voor het in een aantal plakken snijden van elk product, welke snijmiddelen een het product aan een zijde ondersteunende drager en een vanaf een tegenovergelegen zijde naar de drager beweegbaar snijorgaan omvatten.
21. Inrichting volgens conclusie 20, gekenmerkt 15 door tussen de snijmiddelen en de product-aanvoermiddelen geplaatste middelen voor het splitsen van elk gesneden product in twee helften met in hoofdzaak gelijk aantal plakken.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het 20 kenmerk, dat de splitsingsmiddelen een paar aangrenzende, afzonderlijk beweegbare transporteurs omvatten.
23. Inrichting volgens één der conclusies 20-22, met het kenmerk, dat de snijmiddelen en de eventuele splitsingsmiddelen ingericht zijn voor het tegelijk bewerken 25 van een aantal producten, en tussen de snijmiddelen of splitsingsmiddelen en de product-aanvoermiddelen een buffer gevormd is. 1036 4 20
NL1036420A 2009-01-14 2009-01-14 Werkwijze en inrichting voor het in zakken verpakken van relatief kwetsbare producten, in het bijzonder broden. NL1036420C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036420A NL1036420C2 (nl) 2009-01-14 2009-01-14 Werkwijze en inrichting voor het in zakken verpakken van relatief kwetsbare producten, in het bijzonder broden.
PCT/NL2010/050018 WO2010082822A1 (en) 2009-01-14 2010-01-14 Method and device for packaging relatively vulnerable products, in particular loafs of bread, into bags

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036420 2009-01-14
NL1036420A NL1036420C2 (nl) 2009-01-14 2009-01-14 Werkwijze en inrichting voor het in zakken verpakken van relatief kwetsbare producten, in het bijzonder broden.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1036420C2 true NL1036420C2 (nl) 2010-07-15

Family

ID=40951623

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1036420A NL1036420C2 (nl) 2009-01-14 2009-01-14 Werkwijze en inrichting voor het in zakken verpakken van relatief kwetsbare producten, in het bijzonder broden.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1036420C2 (nl)
WO (1) WO2010082822A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103935553B (zh) * 2014-04-24 2016-01-20 泰兴市博越众科自动化设备有限公司 一种自动包装机药板进盒装置
CN114096467B (zh) * 2020-06-03 2023-03-24 卢勇锡 口罩连续包装装置
KR102385643B1 (ko) * 2020-06-03 2022-04-14 (주)서울포장기계 마스크 연속 포장장치
KR102189672B1 (ko) * 2020-06-03 2020-12-11 노용석 마스크 연속 포장장치

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2332316A (en) * 1941-01-13 1943-10-19 Columbia Baking Company Wrapping machine
US3534520A (en) * 1969-06-25 1970-10-20 Harry Hamilton Moran Thermoplastic bag and process of forming,filling and closing the same
EP0542336A1 (en) * 1991-11-15 1993-05-19 Jongerius B.V. Method and apparatus for packaging bread loafs into bags
DE29923916U1 (de) * 1999-12-02 2001-07-26 Köra-Packmat Maschinenbau GmbH, 78667 Villingendorf Vorrichtung zum Verpacken von Gegenständen in Folie
WO2001064520A1 (en) * 2000-02-29 2001-09-07 Rompa Patent Beheer B.V. Installation for slicing and packaging bread
DE102006049828A1 (de) * 2006-10-23 2008-04-24 Robert Bosch Gmbh Vorrichtung zum Verpacken von Gegenständen, insbesondere Blisterstreifen

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2332316A (en) * 1941-01-13 1943-10-19 Columbia Baking Company Wrapping machine
US3534520A (en) * 1969-06-25 1970-10-20 Harry Hamilton Moran Thermoplastic bag and process of forming,filling and closing the same
EP0542336A1 (en) * 1991-11-15 1993-05-19 Jongerius B.V. Method and apparatus for packaging bread loafs into bags
DE29923916U1 (de) * 1999-12-02 2001-07-26 Köra-Packmat Maschinenbau GmbH, 78667 Villingendorf Vorrichtung zum Verpacken von Gegenständen in Folie
WO2001064520A1 (en) * 2000-02-29 2001-09-07 Rompa Patent Beheer B.V. Installation for slicing and packaging bread
DE102006049828A1 (de) * 2006-10-23 2008-04-24 Robert Bosch Gmbh Vorrichtung zum Verpacken von Gegenständen, insbesondere Blisterstreifen

Also Published As

Publication number Publication date
WO2010082822A1 (en) 2010-07-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2691327B1 (en) Machine for making stacks of folded paper sheets, and method for making stacks of folded paper sheets
US7533513B2 (en) Fill and packaging method
CA2760598C (en) Batch loader
JPH11503095A (ja) 多数個パックの包装装置
GB2139175A (en) A machine for packing continuously moving articles with a strip of heat-shrinkable material
EP2402254B1 (en) Machine for packaging fibre material
NL8102996A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verzamelen van voorwerpen.
NL1036420C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het in zakken verpakken van relatief kwetsbare producten, in het bijzonder broden.
US5481848A (en) Method for feeding and preparing information leaflets on a product packaging line and a system for implementing this method
JPH0536290B2 (nl)
JPH0747427B2 (ja) シート製品を成形し積層する装置及び方法
CN110155399A (zh) 一种包膜装置、及包膜方法
DK163045B (da) Maskine og fremgangsmaade til pakning af foedevarer
EP0716020A2 (en) Apparatus for packing products in preformed bags
EP2604527A1 (en) Method and machine for producing bags containing fibre material
US4769975A (en) Machine for packaging food products of flat, wide type, in particular pasta denominated `lasagna`
EP2604530A1 (en) Method and machine for producing bags containing fibre material
EP2604528A1 (en) Machine for producing bags containing fibre material
EP2604526A1 (en) Method and machine for producing bags containing fibre material
US3507094A (en) Apparatus for packing or wrapping articles
EP1094005B1 (en) Process and apparatus for packaging a pasty food product
EP1972557A1 (en) A positioning device for arranging trays in crates
BE515333A (nl)
EP3393914B1 (en) Machine for forming filter-bags for infusion products with folding stations
US1800485A (en) Labeling machine

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120801