NL1036340C2 - PLASTIC FIBER FOR USE IN AN ARTIFICIAL GRASS FIELD. - Google Patents
PLASTIC FIBER FOR USE IN AN ARTIFICIAL GRASS FIELD. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1036340C2 NL1036340C2 NL1036340A NL1036340A NL1036340C2 NL 1036340 C2 NL1036340 C2 NL 1036340C2 NL 1036340 A NL1036340 A NL 1036340A NL 1036340 A NL1036340 A NL 1036340A NL 1036340 C2 NL1036340 C2 NL 1036340C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plastic fiber
- fiber according
- plastic
- inorganic filler
- weight
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D01—NATURAL OR MAN-MADE THREADS OR FIBRES; SPINNING
- D01F—CHEMICAL FEATURES IN THE MANUFACTURE OF ARTIFICIAL FILAMENTS, THREADS, FIBRES, BRISTLES OR RIBBONS; APPARATUS SPECIALLY ADAPTED FOR THE MANUFACTURE OF CARBON FILAMENTS
- D01F1/00—General methods for the manufacture of artificial filaments or the like
- D01F1/02—Addition of substances to the spinning solution or to the melt
- D01F1/10—Other agents for modifying properties
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01C—CONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
- E01C13/00—Pavings or foundations specially adapted for playgrounds or sports grounds; Drainage, irrigation or heating of sports grounds
- E01C13/08—Surfaces simulating grass ; Grass-grown sports grounds
Description
ii
Korte aanduiding: Kunststofvezel voor toepassing in een kunstgrasveld.Short indication: Synthetic fiber for use in an artificial grass field.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kunststofvezel voor toepassing in een kunstgrasveld. Verder heeft de onderhavige uitvinding 5 betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke kunststofvezel.The present invention relates to a plastic fiber for use in an artificial grass field. The present invention furthermore relates to a method for manufacturing such a plastic fiber.
Kunstgrasvelden, in het bijzonder kunstgrasvelden voor sporttoepassingen, zijn algemeen bekend. Aldus is uit de internationale aanvrage PCT/NL2008/000145 ten name van de onderhavige aanvrager kunstgras bekend, waarbij de kunststofvezel bestaat uit een kern van een kunststofmateriaal en een 10 mantel, waarbij de kern en de mantel zijn samengesteld uit verschillende materialen. In het bijzonder bezit het materiaal voor de mantel een hydrofiliciteit die verschilt van de hydrofiliciteit van het materiaal dat is toegepast voor de kern.Synthetic turf pitches, in particular synthetic turf pitches for sports applications, are generally known. Thus, from the international application PCT / NL2008 / 000145 in the name of the present applicant, artificial grass is known, wherein the plastic fiber consists of a core of a plastic material and a sheath, the core and the sheath being composed of different materials. In particular, the material for the sheath has a hydrophilicity that differs from the hydrophilicity of the material used for the core.
Een ander type kunstgras is op zich bekend uit het ten name van de onderhavige aanvrager verleend Europees octrooi EP 0 996 781, waarbij een 15 polyamide bevattend garen wordt toegepast voor het vervaardigen van kunstgras, waarbij het garen, als aanvulling op polyamide, ook een polyolefineverbinding bevat, gekozen uit de groep bestaande uit polypropeen, LLDPE en een blokcopolymeer van polypropeen en polyetheen. Naast de daaruit bekende methode voor het vervaardigen van een garen, waarbij het polymeer wordt geëxtrudeerd ter vorming 20 van monofilamenten, die vervolgens tot bandjes worden verder verwerkt, waarbij een aantal bandjes wordt getwijnd ter vorming van een garen, is ook een methode geopenbaard waarbij het garen door middel van co-extrusie wordt verkregen. Tijdens een dergelijke co-extrusie bestaat de mantel uit polyamide, terwijl de kern uit één van de hiervoor genoemde kunststoffen bestaat.Another type of artificial grass is known per se from European patent EP 0 996 781, granted in the name of the present applicant, wherein a yarn containing polyamide is used for the manufacture of artificial grass, wherein the yarn, in addition to polyamide, also comprises a polyolefin compound contains selected from the group consisting of polypropylene, LLDPE and a block copolymer of polypropylene and polyethylene. In addition to the method of manufacturing a yarn known therefrom, in which the polymer is extruded to form monofilaments, which are subsequently further processed into strips, wherein a number of strips are twisted to form a yarn, a method has also been disclosed in which yarn is obtained by co-extrusion. During such a co-extrusion the jacket consists of polyamide, while the core consists of one of the aforementioned plastics.
25 Uit de internationale aanvrage WO 2005/111281 is een werkwijze voor het vervaardigen van een kunststofvezel voor toepassing in een kunstgrassportveld bekend, waarbij de laag kunststofmateriaal door middel van co-extrusie uit ten minste twee lagen van verschillende kunststoffen is samengesteld, waarbij door de co-extrusiestap een ontkoppeling van de verschillende eigen-30 schappen van de toegepaste kunststoffen zou worden bereikt. Volgens een eerste uitvoeringsvorm wordt daarbij de laag kunststofmateriaal samengesteld uit een kemlaag van een eerste kunststof, welke kernlaag aan beide zijden is omgeven door een of meer buitenlagen, elk bestaande uit een andere kunststof, in het bijzonder dat 1036340 § 2 als buitenlaag van de co-extrusievezel een hydrofiel additief kan worden toegepast, bijvoorbeeld ethyleenvinylalcoholco-polymeer of polyhydroxyethylmethacrylaat.From the international application WO 2005/111281 a method for manufacturing a plastic fiber for use in an artificial grass sports field is known, wherein the layer of plastic material is composed of at least two layers of different plastics by means of co-extrusion, wherein the co -extrusion step a disconnection of the different properties of the plastics used would be achieved. According to a first embodiment, the layer of plastic material is then composed of a core layer of a first plastic, which core layer is surrounded on both sides by one or more outer layers, each consisting of a different plastic, in particular that 1036340 § 2 as the outer layer of the co an extrusion fiber, a hydrophilic additive can be used, for example ethylene vinyl alcohol copolymer or polyhydroxyethyl methacrylate.
Uit de internationale aanvrage WO 2004/106601 is een garen voor een kunstgrasveld bekend, waarbij het garen een zogenaamd tapefilament is, 5 bestaande uit een kernlaag en twee buitenlagen van een materiaal anders dan de kernlaag, waarbij de kernlaag polyester en/of polyolefinemateriaal bevat en de buitenlagen hoge dichtheid polyetheen bevatten.From the international application WO 2004/106601 a yarn for an artificial grass field is known, wherein the yarn is a so-called tape filament, consisting of a core layer and two outer layers of a material other than the core layer, the core layer comprising polyester and / or polyolefin material and the outer layers contain high density polyethylene.
De Japanse octrooipublicatie JP 2003 342848 openbaart een garen voor een kunstgrasveld, bestaande uit een geconjugeerd garen, samengesteld uit 10 een harssamenstelling, omvattende 70-99 gew.% nylon (polyamide) en 1-30 gew.% polyetheen, als de inwendige laag, en polyetheen als de buitenlaag.Japanese patent publication JP 2003 342848 discloses a yarn for an artificial grass field consisting of a conjugated yarn composed of a resin composition comprising 70-99% by weight nylon (polyamide) and 1-30% by weight polyethylene, as the inner layer, and polyethylene as the outer layer.
Bij de keuze van de voor kunstgras toegepaste materialen is in het algemeen sprake van een controverse. Het voor het kunstgras toegepaste materiaal is bijvoorbeeld een zacht materiaal dat de beschikking heeft over een groot elastisch 15 bereik. Een dergelijke eigenschap resulteert in een goede veerkracht, maar ook in een grote mate van wrijving, waarbij dit laatste aspect zal leiden tot een overmatige hechting van de huid aan het kunstgras, wanneer een sliding wordt uitgevoerd, en aldus tot onvermijdelijke beschadigingen van de huid, hetgeen ongewenst is. Op het gebied van warmte-ontwikkeling bij een dergelijke sliding worden deze materialen als 20 slecht beoordeeld, ondanks het feit dat door de hoge mate van wrijving de contacttijd tussen de huid en het kunstgras beperkt blijft. Het voor het kunstgras toegepaste materiaal kan ook een hard materiaal zijn dat de beschikking heeft over een klein elastisch bereik, hetgeen resulteert in slechte veerkrachtige eigenschappen, maar waarbij de wrijving echter beperkt is. De beperking op het gebied van de wrijving zal 25 het beschadigen van de huid doen verminderen. Daarnaast worden deze harde materialen op het gebied van warmte-ontwikkeling tijdens een sliding als goed beoordeeld omdat de contacttijd groter is.The choice of materials used for artificial grass is generally controversial. The material used for the artificial grass is, for example, a soft material that has a large elastic range at its disposal. Such a property results in good resilience, but also in a high degree of friction, the latter aspect of which will lead to an excessive adhesion of the skin to the artificial grass when a sliding is carried out, and thus to unavoidable damage to the skin, which is undesirable. In the field of heat development with such a sliding, these materials are assessed as poor, despite the fact that the contact time between the skin and the artificial grass is limited due to the high degree of friction. The material used for the artificial grass can also be a hard material that has a small elastic range, which results in poor resilient properties, but where the friction is limited, however. The limitation in the area of friction will reduce skin damage. In addition, these hard materials are assessed as good in the field of heat development during sliding because the contact time is longer.
Voornoemde kunstgrasvelden zijn reeds vele jaren bekend, waarbij hockey een van de meest veelvuldig beoefende sporten op kunstgras is. Ook kunnen 30 hier voetbal, rugby, tennis, ski en golf worden genoemd.The aforementioned artificial grass pitches have been known for many years, with hockey being one of the most frequently practiced sports on artificial grass. Football, rugby, tennis, ski and golf can also be mentioned here.
Het doel van de onderhavige uitvinding is aldus het verschaffen van een kunststofvezel die zachter aanvoelt, waarbij echter de bestandheid tegen weersinvloeden, in het bijzonder het instralen van het veld door de zon, zodanig is 3 dat degeneratie van de kunststofvezel tot een minimum is beperkt.The object of the present invention is thus to provide a plastic fiber that feels softer, while, however, the resistance to weather influences, in particular the irradiation of the field by the sun, is such that degeneration of the plastic fiber is limited to a minimum.
Verder heeft de onderhavige uitvinding als doel het verschaffen van een werkwijze voor het vervaardigen van een kunststofvezel waarbij tijdens het productieproces degradatie van de voor de kunststofvezel toegepaste materialen tot 5 een minimum is beperkt.A further object of the present invention is to provide a method for manufacturing a plastic fiber, wherein degradation of the materials used for the plastic fiber is limited to a minimum during the production process.
De onderhavige uitvinding zoals vermeld in de aanhef wordt gekenmerkt doordat de kunststofvezel een polymeer gekozen uit de groep bestaande uit polyamiden, polyesterverbindingen en polyolefineverbindingen of een combinatie hiervan, en een anorganisch vulmiddel omvat.The present invention as stated in the preamble is characterized in that the plastic fiber comprises a polymer selected from the group consisting of polyamides, polyester compounds and polyolefin compounds or a combination thereof, and an inorganic filler.
10 De onderhavige uitvinders hebben geconstateerd dat door het toevoegen van een anorganisch vulmiddel aan het polymeer een kunststofvezel wordt verkregen die aanmerkelijk zachter is dan een kunststofvezel waaraan voornoemd anorganisch vulmiddel niet is toegevoegd.The present inventors have found that by adding an inorganic filler to the polymer, a plastic fiber is obtained which is considerably softer than a plastic fiber to which said inorganic filler has not been added.
De in de onderhavige kunststofvezel toegepaste polyolefine-15 verbinding is bij voorkeur gekozen uit de groep van polyetheen, polypropeen en anhydride gemodificeerde polyolefinen, of combinaties hiervan, waarbij het met name de voorkeur verdient dat de polyetheenverbinding is gekozen uit de groep van high density polyetheen (HDPE), medium density polyetheen (MDPE), low density polyetheen (LDPE) en linear low density polyetheen (LLDPE), of combinaties 20 hiervan. De in de onderhavige kunststofvezel toegepaste polyesterverbinding is bij voorkeur gekozen uit de groep van polybuteentereftalaat, polyetheentereftalaat en poly(trimethyleentereftalaat) (PTT), of combinaties hiervan. Het in de onderhavige kunststofvezel toegepaste polyamide is bij voorkeur gekozen uit polyamiden van het type 6, 6.6, 6.10 en 6.12, of combinaties hiervan.The polyolefin compound used in the present plastic fiber is preferably selected from the group of polyethylene, polypropylene and anhydride modified polyolefins, or combinations thereof, with particular preference that the polyethylene compound is selected from the group of high density polyethylene ( HDPE), medium density polyethylene (MDPE), low density polyethylene (LDPE) and linear low density polyethylene (LLDPE), or combinations thereof. The polyester compound used in the present plastic fiber is preferably selected from the group of polybutylene terephthalate, polyethylene terephthalate and poly (trimethylene terephthalate) (PTT), or combinations thereof. The polyamide used in the present plastic fiber is preferably selected from polyamides of the types 6, 6.6, 6.10 and 6.12, or combinations thereof.
25 Voor het verkrijgen van het gewenste resultaat is het wenselijk dat de hoeveelheid polymeer ten minste 70 gew,% bedraagt, op basis van het totale gewicht van de kunststofvezel, met name dat de hoeveelheid polymeer ten minste 75 gew.% bedraagt, met name ten minste 85 gew.%, op basis van het totale gewicht van de kunststofvezel. Het verdient met name de voorkeur om 30 polyetheenverbindingen als polymeer toe te passen, in het bijzonder linear low density polyetheen (LLDPE).To obtain the desired result, it is desirable that the amount of polymer is at least 70% by weight, based on the total weight of the plastic fiber, in particular that the amount of polymer is at least 75% by weight, in particular at least at least 85% by weight, based on the total weight of the plastic fiber. It is in particular preferred to use polyethylene compounds as a polymer, in particular linear low density polyethylene (LLDPE).
Het in de onderhavige aanvrage vermelde anorganisch vulmiddel is bij voorkeur gekozen uit de groep van talk, calciumcarbonaat, bariumsulfaat, 4 titaandioxide, mica, wollastoniet en klei, of een combinatie hiervan, waarbij met name talk en/of titaandioxide de voorkeur verdient.The inorganic filler mentioned in the present application is preferably selected from the group of talc, calcium carbonate, barium sulfate, titanium dioxide, mica, wollastonite and clay, or a combination thereof, with talc and / or titanium dioxide being particularly preferred.
De hoeveelheid anorganisch vulmiddel ligt in het gebied van 0,1-2 gew.%, op basis van het totale gewicht van de kunststofvezel, bij voorkeur in 5 het gebied van 0,2-0,7 gew.%, op basis van het totale gewicht van de kunststofvezel.The amount of inorganic filler is in the range of 0.1-2% by weight, based on the total weight of the plastic fiber, preferably in the range of 0.2-0.7% by weight, based on the total weight of the plastic fiber.
Naast de hiervoor genoemde polymeren en anorganisch vulmiddel kan de onderhavige kunststofvezel verder een of meer voor kunststofvezels gebruikelijke hulpstoffen omvatten, in het bijzonder weekmakers, smeermiddelen, UV stabilisatiemiddelen, pigmenten, antistatische middelen, elasticiteit beïnvloedende 10 middelen, dichtheid beïnvloedende middelen, en rolweerstand beïnvloedende middelen. Als voorbeeld van dergelijke dichtheid beïnvloedende middelen kunnen worden genoemd: Exact (octeen-1-plastomeer), in de handel gebracht door Dexplastomers, en Affinity (polyolefine-plastomeren), in de handel gebracht door Dow.In addition to the aforementioned polymers and inorganic filler, the present plastic fiber may further comprise one or more auxiliary materials customary for plastic fibers, in particular plasticizers, lubricants, UV stabilizers, pigments, antistatic agents, elasticity-influencing agents, density-influencing agents, and rolling resistance-influencing agents. . As an example of such density influencing agents, there may be mentioned: Exact (octene-1 plastomer), marketed by Dexplastomers, and Affinity (polyolefin plastomers), marketed by Dow.
15 De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van de hiervoor besproken kunststofvezel, waarbij het polymeer, anorganisch vulmiddel en de voor het vervaardigen van kunststofvezels gebruikelijke hulpstoffen aan een extruder worden toegevoerd, waarna het uit de extruder tredende mengsel wordt verstrekt.The present invention further relates to a method for manufacturing the above-discussed plastic fiber, wherein the polymer, inorganic filler and the auxiliary materials customary for manufacturing plastic fibers are supplied to an extruder, whereafter the mixture emerging from the extruder is supplied.
20 De onderhavige kunststofvezel wordt in het bijzonder in een kunstgrasveld, met name een kunstgrassportveld, toegepast, waarbij het kunstgrasveld is voorzien van een drager, waarop meerdere kunststofvezels zijn aangebracht, bijvoorbeeld door tuften. De ruimte tussen de kunststofvezels wordt veelal voorzien van een instrooimiddel, zoals zand, lavadeeltjes of rubberdeeltjes.The present plastic fiber is used in particular in an artificial grass field, in particular an artificial grass sports field, wherein the artificial grass field is provided with a carrier on which several plastic fibers are arranged, for example by tufting. The space between the synthetic fibers is often provided with a litter, such as sand, lava particles or rubber particles.
25 Derhalve omvat een kunstgrasveld een dragerlaag waarin zich uit de dragerlaag stekende kunstgrasvezels bevinden, bij voorkeur verkregen door de kunstgrasvezels mechanisch met de dragerlaag te verbinden, zoals weef-, brei- of tufttechnieken, zodat de kunstgrasvezels min of meer de natuurgrasmat met opstaande grassprieten benaderen.Therefore, an artificial grass field comprises a carrier layer in which artificial grass fibers protruding from the carrier layer are situated, preferably obtained by mechanically joining the artificial grass fibers to the carrier layer, such as weaving, knitting or tufting techniques, so that the artificial grass fibers more or less approximate the natural grass mat with upright blades of grass. .
30 Een belangrijke parameter voor het materiaal van de kunststofvezels is de resiliëntie (veerkracht), gemeten onder toepassing van een daarvoor geschikt meetinstrument, een cantilever. Aldus wordt de vezel omgeduwd en de daarvoor vereiste kracht gemeten. Tevens wordt voornoemde handeling 300 maal herhaald en 5 de Kracht opnieuw gemeten. De initiële waarde (FO voor de resiliëntie (veerkracht) moet bij voorkeur liggen in het gebied van 0,5-2 cN, met name lager dan 1. De waarde na 300 (F300) wordt uitgedrukt als percentage van de eerste meting en moet bij voorkeur ten minste 50% bedragen.An important parameter for the material of the plastic fibers is the resilience (resilience), measured using a suitable measuring instrument, a cantilever. The fiber is thus pushed over and the force required for this is measured. The above-mentioned operation is also repeated 300 times and the Force re-measured. The initial value (FO for resilience (resilience) should preferably be in the range of 0.5-2 cN, in particular lower than 1. The value after 300 (F300) is expressed as a percentage of the first measurement and must be at preferably be at least 50%.
5 Als indicator voor de mate van zachtheid wordt de E-modulus toegepast.The E-modulus is used as an indicator of the degree of softness.
De onderhavige aanvrage zal hierna aan de hand van een aantal voorbeelden worden toegelicht, waarbij echter dient te worden opgemerkt dat de onderhavige uitvinding in geen geval tot een dergelijk bijzonder voorbeeld is beperkt.The present application will be explained below with reference to a number of examples, but it should be noted, however, that the present invention is by no means limited to such a special example.
1010
Voorbeelden 1-2 en ter vergelijking dienende voorbeelden 1-4.Examples 1-2 and comparative examples 1-4.
Monster Samenstelling E (MPa) F., (cN) F300 (%) 0A LLDPE + 0% A 471 ± 26 1,67 ± 0,43 49,2 ± 4,6 2A LLDPE +15% A'J 381 ±16 1,54 ±0,25 53,8 ± 3,8 15 4A LLDPE +15% A + talkA) 289 ±20 0,97 ±0,11 55,0 ±1,6 OB LLDPE+ 0% A 449 ±29 0,89 ±0,17 56,1 ±2,1 2B LLDPE+15% A 391 ±28 0,73 ±0,14 54,7 ±0,7 4B LLDPE + 15% A + talk&) 301 ±5 0,48 ± 0,09 54,1 ±3,3Sample Composition E (MPa) F., (cN) F300 (%) 0A LLDPE + 0% A 471 ± 26 1.67 ± 0.43 49.2 ± 4.6 2A LLDPE + 15% A'J 381 ± 16 1.54 ± 0.25 53.8 ± 3.8 15 4A LLDPE + 15% A + talkA) 289 ± 20 0.97 ± 0.11 55.0 ± 1.6 OB LLDPE + 0% A 449 ± 29 0 89 ± 0.17 56.1 ± 2.1 2B LLDPE + 15% A 391 ± 28 0.73 ± 0.14 54.7 ± 0.7 4B LLDPE + 15% A + talk &) 301 ± 50 0, 48 ± 0.09 54.1 ± 3.3
Opmerking: A‘} = plastomeer 20 Δ) =0,5 gew.%, op basis van het totale gewicht van de kunststofvezel.Note: A "} = plastomer 20 Δ) = 0.5% by weight, based on the total weight of the plastic fiber.
Uit bovenstaande experimentele resultaten volgt dat door het in de kunststofvezel opnemen van een plastomeer en eventueel aangevuld met talk een verlaging van de E-modulus wordt waargenomen, hetgeen betekent dat een zachtere 25 vezel is verkregen. Verder is duidelijk waarneembaar dat de eerste omduwkracht, te weten Fn, met ongeveer 35% daalt, waarbij verder de omduwkracht na 300 maal omduwen nagenoeg gelijkwaardig blijft. Verder kan worden opgemerkt dat de monsters met de aanduiding “A” een andere geometrische vorm bezitten dan de monsters aangeduid met “B". Voor beide experimentele resultaten geldt dat door het 30 toevoegen van talk een zachtere kunststofvezel wordt verkregen, hetgeen gewenst is, De monsters aangeduid met 4A en 4B zijn respectievelijk voorbeeld 1 en voorbeeld 2 volgens de uitvinding. De toevoeging van plastomeer is optioneel doch in bepaalde uitvoeringsvormen wenselijk.From the above experimental results it follows that by incorporating a plastomer into the plastic fiber and optionally supplemented with talc, a reduction in the E-modulus is observed, which means that a softer fiber is obtained. Furthermore, it is clearly noticeable that the first pushing force, namely Fn, decreases by approximately 35%, while furthermore the pushing force remains virtually equivalent after being pushed 300 times. It can further be noted that the samples with the designation "A" have a different geometric shape than the samples indicated with "B". For both experimental results it holds that by adding talc a softer plastic fiber is obtained, which is desirable. Samples designated 4A and 4B are respectively Example 1 and Example 2 according to the invention The addition of plastomer is optional but in certain embodiments desirable.
10363401036340
Claims (14)
Priority Applications (1)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1036340A NL1036340C2 (en) | 2008-12-19 | 2008-12-19 | PLASTIC FIBER FOR USE IN AN ARTIFICIAL GRASS FIELD. |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1036340A NL1036340C2 (en) | 2008-12-19 | 2008-12-19 | PLASTIC FIBER FOR USE IN AN ARTIFICIAL GRASS FIELD. |
| NL1036340 | 2008-12-19 |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL1036340C2 true NL1036340C2 (en) | 2010-06-22 |
Family
ID=40937456
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL1036340A NL1036340C2 (en) | 2008-12-19 | 2008-12-19 | PLASTIC FIBER FOR USE IN AN ARTIFICIAL GRASS FIELD. |
Country Status (1)
| Country | Link |
|---|---|
| NL (1) | NL1036340C2 (en) |
Citations (9)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| JPS59211611A (en) * | 1983-05-17 | 1984-11-30 | Ishimoto Maoran Kk | Polyolefin fiber for secondary backing of carpet |
| EP0359321A1 (en) * | 1988-09-16 | 1990-03-21 | SOLVAY (Société Anonyme) | Fibrillated tapes based on polymers of propylene, and their use in the manufacture of artificial grass |
| JPH0571014A (en) * | 1991-09-10 | 1993-03-23 | Toray Monofilament Co Ltd | White raw yarn for artificial lawn |
| JP2001234443A (en) * | 2000-02-24 | 2001-08-31 | Hagihara Industries Inc | Polyester flat yarn and pile yarn for artificial lawn using the same |
| JP2003268648A (en) * | 2001-12-28 | 2003-09-25 | Hagihara Industries Inc | Base fabric for artificial lawn and the artificial lawn using the same |
| JP2003342848A (en) * | 2002-05-23 | 2003-12-03 | Hagihara Industries Inc | Pile yarn for artificial turf intended for multi-purpose ground |
| WO2004081087A2 (en) * | 2003-03-07 | 2004-09-23 | E.I. Dupont De Nemours And Company | Alkyl acrylate copolymer modified oriented polypropylene films, tapes, fibers and nonwoven textiles |
| EP1672020A1 (en) * | 2004-12-20 | 2006-06-21 | Innovene Manufacturing Belgium NV | Polyethylene composition for artificial turf |
| WO2006066777A1 (en) * | 2004-12-20 | 2006-06-29 | Ineos Manufacturing Belgium Nv | Polyrthylene composition for artificial turf |
-
2008
- 2008-12-19 NL NL1036340A patent/NL1036340C2/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (9)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| JPS59211611A (en) * | 1983-05-17 | 1984-11-30 | Ishimoto Maoran Kk | Polyolefin fiber for secondary backing of carpet |
| EP0359321A1 (en) * | 1988-09-16 | 1990-03-21 | SOLVAY (Société Anonyme) | Fibrillated tapes based on polymers of propylene, and their use in the manufacture of artificial grass |
| JPH0571014A (en) * | 1991-09-10 | 1993-03-23 | Toray Monofilament Co Ltd | White raw yarn for artificial lawn |
| JP2001234443A (en) * | 2000-02-24 | 2001-08-31 | Hagihara Industries Inc | Polyester flat yarn and pile yarn for artificial lawn using the same |
| JP2003268648A (en) * | 2001-12-28 | 2003-09-25 | Hagihara Industries Inc | Base fabric for artificial lawn and the artificial lawn using the same |
| JP2003342848A (en) * | 2002-05-23 | 2003-12-03 | Hagihara Industries Inc | Pile yarn for artificial turf intended for multi-purpose ground |
| WO2004081087A2 (en) * | 2003-03-07 | 2004-09-23 | E.I. Dupont De Nemours And Company | Alkyl acrylate copolymer modified oriented polypropylene films, tapes, fibers and nonwoven textiles |
| EP1672020A1 (en) * | 2004-12-20 | 2006-06-21 | Innovene Manufacturing Belgium NV | Polyethylene composition for artificial turf |
| WO2006066777A1 (en) * | 2004-12-20 | 2006-06-29 | Ineos Manufacturing Belgium Nv | Polyrthylene composition for artificial turf |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| NL1035682C2 (en) | Synthetic turf field. | |
| RU2392362C2 (en) | Two-component polymer fibre with modified surface | |
| NL1033949C2 (en) | Artificial grass constructed from fibers consisting of a core and a mantle, as well as an artificial grass field built from it. | |
| DK3122942T3 (en) | ARTICLE GRASS AND MANUFACTURING PROCEDURE | |
| EP1828449B1 (en) | Artificial grass built up of fibres that consist of a core and a cladding, as well as an artificial lawn built therefrom | |
| CN105040552B (en) | Artificial turf production using nucleating agents | |
| US20060093783A1 (en) | Synthetic turf | |
| KR101028574B1 (en) | Composition as Artificial turf fiber and fiber using the same | |
| JP5883650B2 (en) | Artificial grass fiber and artificial grass using this fiber | |
| JP2004044076A (en) | Artificial fiber as well as artificial lawn for sports fields provided with such fiber | |
| AU2003238715A1 (en) | Yarn for an artificial turf ground cover, artificial turf ground cover and playing field including such a yarn and method for producing such a yarn | |
| KR100957865B1 (en) | Modified cross-section Spinneret for artificial turf and spinning device including the same and the fiber prepared using the same | |
| KR100957866B1 (en) | Modified cross-section Spinneret for artificial turf and spinning device including the same and the fiber prepared using the same | |
| JP2019105158A (en) | Artificial lawn and manufacturing method | |
| US20220161477A1 (en) | Artificial turf and production method | |
| KR20080102068A (en) | Spinneret for modified cross-section fiber and a method for preparing filament using the same | |
| NL1036340C2 (en) | PLASTIC FIBER FOR USE IN AN ARTIFICIAL GRASS FIELD. | |
| WO2008098905A2 (en) | Thermoplastic synthetic fiber for producing artificial grass mats or the like, process for the production thereof and mats incorporating said fiber | |
| KR20220073790A (en) | filament composition | |
| EP2520696A1 (en) | Synthetic fiber for artificial turf system | |
| US20080152908A1 (en) | Fishing Line and Method for Production Thereof | |
| NL2008854C2 (en) | ARTIFICIAL GRASS FIELD. | |
| TW200928026A (en) | Yarns, fibres or filaments and use thereof, especially in ropes | |
| TWI836115B (en) | Monofilament string for a racket, racket comprising the same and manufacturing process thereof | |
| JP3241377U (en) | fishing line |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| PLED | Pledge established |
Effective date: 20111013 |
|
| V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140701 |