NL1036287C2 - Log cabin, has roof segment provided with recess that is aligned with stand, two side walls seizing on either side of vertical groove, and upright part formed between bottom of recess of roof carrier board and bottom of horizontal groove - Google Patents
Log cabin, has roof segment provided with recess that is aligned with stand, two side walls seizing on either side of vertical groove, and upright part formed between bottom of recess of roof carrier board and bottom of horizontal groove Download PDFInfo
- Publication number
- NL1036287C2 NL1036287C2 NL1036287A NL1036287A NL1036287C2 NL 1036287 C2 NL1036287 C2 NL 1036287C2 NL 1036287 A NL1036287 A NL 1036287A NL 1036287 A NL1036287 A NL 1036287A NL 1036287 C2 NL1036287 C2 NL 1036287C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- upright
- recess
- roof
- groove
- log cabin
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/56—Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members
- E04B2/70—Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood
- E04B2/701—Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood with integrated supporting and obturation function
- E04B2/705—Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood with integrated supporting and obturation function with longitudinal horizontal elements placed between columns
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/18—Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons
- E04B1/26—Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons the supporting parts consisting of wood
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/18—Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons
- E04B1/26—Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons the supporting parts consisting of wood
- E04B1/2604—Connections specially adapted therefor
- E04B2001/262—Connection node with interlocking of specially shaped wooden members, e.g. puzzle type connection
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Residential Or Office Buildings (AREA)
Abstract
Description
Titel: Blokhut met verbeterde aansluiting tussen dak en wandenTitle: Log cabin with improved connection between roof and walls
De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een blokhut, waarvan de wanden zijn gevormd door boven elkaar aangebrachte, horizontale houten planken.The present invention relates in general to a log cabin, the walls of which are formed by horizontal wooden planks arranged one above the other.
Het is mogelijk dat de wanden met elkaar in verband zijn 5 doordat de planken van de verschillende wanden in elkaar grijpen. Figuur 1 is een schematisch bovenaanzicht van een dergelijke hoekconstructie. De wanden 2 en 3 van een blokhut 1 omvatten op elkaar gestapelde planken 12 respectievelijk 13.It is possible that the walls are connected to each other because the shelves of the different walls engage with each other. Figure 1 is a schematic top view of such a corner construction. The walls 2 and 3 of a log cabin 1 comprise planks 12 and 13 stacked on top of each other, respectively.
Op enige afstand van hun uiteinden zijn de planken 12 en 13 10 voorzien van inkepingen die de planken van de aangrenzende wand kunnen opnemen. Bij een dergelijke constructie is het onvermijdelijk dat eindsecties 12a en 13a van de planken 12 en 13 uitsteken buiten het vlak van de wanden 3 en 2. Dit heeft onder meer als nadeel dat het niet mogelijk is om de blokhut 1 15 te plaatsen met een wand tegen een muur of op een erfscheiding. Voorts is het een nadeel dat de planken moeten worden voorbewerkt door het aanbrengen van de inkepingen teneinde de planken te kunnen plaatsen door stapelen. Voorts is het een nadeel dat de binnenafmetingen van de blokhut 1 20 relatief klein zijn: de eindsecties 12a en 13a kunnen beschouwd worden als verlies van nuttige ruimte.At some distance from their ends, the shelves 12 and 13 are provided with notches that can accommodate the shelves of the adjacent wall. With such a construction it is inevitable that end sections 12a and 13a of the shelves 12 and 13 protrude beyond the plane of the walls 3 and 2. This has, inter alia, the disadvantage that it is not possible to place the log cabin 1 with a wall against a wall or on a boundary. Furthermore, it is a disadvantage that the boards must be pre-processed by arranging the notches in order to be able to place the boards by stacking. Furthermore, it is a disadvantage that the inside dimensions of the log cabin 1 are relatively small: the end sections 12a and 13a can be considered as a loss of useful space.
Deze nadelen kunnen worden opgelost door gebruik te maken van een staander. Figuur 2 is een schematisch bovenaanzicht van een hoekconstructie met een staander 20. De planken 12 en 25 13 van de wanden 2 en 3 worden met spijkers of schroeven 22, 23 bevestigd aan de staander 20. Een nadeel hiervan is, dat het bevestigen van de spijkers en/of schroeven een arbeidsintensieve en tijdrovende operatie is. Verder is het een nadeel, dat de resulterende buitenhoek in esthetisch 30 opzicht niet fraai is om te zien, en dat er dus een verdere bewerking nodig is om de hoekconstructie aan de buitenzijde af te werken.These disadvantages can be solved by using a stand. Figure 2 is a schematic top view of a corner construction with a post 20. The shelves 12 and 13 of the walls 2 and 3 are fixed to the post 20 with nails or screws 22, 23. A disadvantage of this is that the fixing of the nails and / or screws is a labor-intensive and time-consuming operation. Furthermore, it is a disadvantage that the resulting outer corner is not aesthetically pleasing to the eye, and that therefore further processing is required to finish the corner structure on the outside.
1 0 36287 21 0 36287 2
Om ook deze problemen op te lossen, is reeds voorgesteld om gebruik te maken van een staander met verticale groeven. Figuur 3 is een schematisch bovenaanzicht van een dergelijke hoekconstructie. De figuur toont een dwarsdoorsnede van een 5 staander 30, met vier zijvlakken 30a, 30b, 30c, 30d en met verticale groeven 32 en 33, waar de uiteinden van de planken 12 en 13 in passen, in respectievelijk de zijvlakken 30a en 30b. Bij deze constructie wordt het voordeel van de constructie van figuur 1 gehandhaafd, namelijk dat het 10 aanbrengen van de planken 12 en 13 gebeurt door het simpelweg stapelen van de planken. Anders dan bij de constructie van figuur 1 is het nu in principe mogelijk om eerst alle planken 12 van de ene wand 2 te stapelen alvorens de planken 13 van de andere wand 3 te stapelen. Voorts wordt direct een esthetisch 15 fraaie afwerking van de hoekconstructie bereikt zonder dat een verdere nabewerking nodig is. Van de hiervoor besproken constructies biedt de constructie van figuur 3 de grootste binnenruimte bij gelijkblijvende plank-lengte.To also solve these problems, it has already been proposed to use a stand with vertical grooves. Figure 3 is a schematic top view of such a corner construction. The figure shows a cross-section of an upright 30, with four side surfaces 30a, 30b, 30c, 30d and with vertical grooves 32 and 33, into which the ends of the boards 12 and 13 fit, in the side surfaces 30a and 30b, respectively. With this construction the advantage of the construction of figure 1 is maintained, namely that the installation of the shelves 12 and 13 is done by simply stacking the shelves. In contrast to the construction of figure 1, it is now possible in principle to first stack all the shelves 12 of one wall 2 before stacking the shelves 13 of the other wall 3. Furthermore, an aesthetically pleasing finish of the corner construction is directly achieved without further processing being required. Of the above-discussed constructions, the construction of Figure 3 offers the largest interior space with the same shelf length.
De onderhavige uitvinding heeft specifiek betrekking op 20 een blokhut van het in figuur 3 geïllustreerde type.The present invention specifically relates to a log cabin of the type illustrated in Figure 3.
Een probleem bij dergelijke blokhutten is de aansluiting van het dak op de wanden. Dit zal worden uitgelegd onder verwijzing naar figuur 4A, die een schematisch perspectief-aanzicht toont van een bovenhoek van een blokhut 1 in 25 gedeeltelijk uiteengenomen toestand. De figuur toont de hoekstaander 30 met de eerste verticale gleuf 32. De figuur toont voorts een voorwand 2, die is opgebouwd uit op elkaar gestapelde planken 12 waarvan de uiteinden in de gleuf 32 zijn opgenomen. De figuur toont voorts een gedeelte van een deur 41 30 in de voorwand 2, gemonteerd in een deurkozijn 40, waarvan de staanders eveneens zijn voorzien van verticale gleuven, vergelijkbaar met de gleuf 32, om de andere uiteinden van de planken 12 op te nemen. Indien de voorwand 2 geen deur heeft, strekken de planken 12 zich uit tot in de corresponderende 35 gleuf van de volgende hoekstaander. Het is ook mogelijk dat de blokhut dermate groot is, dat de planken 12 te kort zijn, in welk geval de wand 2 voorzien kan zijn van een tussenstaander met verticale gleuven.A problem with such log cabins is the connection of the roof to the walls. This will be explained with reference to Figure 4A, which shows a schematic perspective view of an upper corner of a log cabin 1 in a partially disassembled state. The figure shows the corner post 30 with the first vertical slot 32. The figure further shows a front wall 2, which is built up of boards 12 stacked on top of each other, the ends of which are received in the slot 32. The figure further shows a portion of a door 41 in the front wall 2 mounted in a door frame 40, the uprights of which are also provided with vertical slots, similar to the slot 32, for receiving the other ends of the shelves 12. If the front wall 2 has no door, the planks 12 extend into the corresponding slot of the next corner post. It is also possible that the log cabin is so large that the planks 12 are too short, in which case the wall 2 can be provided with an intermediary with vertical slots.
33
De figuur toont voorts een zijwand 3, die is opgebouwd uit op elkaar gestapelde planken 13 waarvan de uiteinden zijn opgenomen in de tweede verticale gleuf 33 die in figuur 4A niet zichtbaar is, aan de achterzijde van de staander 30, 5 zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn door raadpleging van figuur 3.The figure further shows a side wall 3, which is built up of boards 13 stacked on top of each other, the ends of which are received in the second vertical slot 33 which is not visible in figure 4A, at the rear of the upright 30, 5 by consulting Figure 3.
Blokhutten hebben typisch een puntdak 5 met een driehoekig profiel, zoals geschetst in figuur 4. Figuur 4A toont, dat het bovenste gedeelte van de voorwand 2 is 10 uitgevoerd als een integraal driehoekvormig wandsegment 50, met een horizontale onderrand 51 en een schuine bovenrand 52. In de onderzijde van het wandsegment 50 kan een uitsparing zijn opgenomen voor het deurkozijn 40, zoals getoond. Voorts toont de figuur een uitparing 53 in de schuine bovenrand 52 15 voor het opnemen van een daksteunbalk. Een achterwand van de blokhut zal op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd, met eveneens een driehoekvormig wandsegment, maar dat is in deze figuur niet weergegeven.Log cabins typically have a gabled roof 5 with a triangular profile, as outlined in Figure 4. Figure 4A shows that the upper part of the front wall 2 is designed as an integral triangular wall segment 50, with a horizontal lower edge 51 and an oblique upper edge 52. A recess for the door frame 40 may be included in the underside of the wall segment 50, as shown. The figure further shows a recess 53 in the sloping top edge 52 for receiving a roof support beam. A rear wall of the log cabin will be constructed in a similar way, also with a triangular wall segment, but this is not shown in this figure.
De bovenste plank 60 van de zijwand 2 vormt een 20 longitudinale dakdraagplank. Hierbij wordt de richting van de nok van het dak genomen als longitudinale richting. In geassembleerde toestand vormt het dak (in figuur 4A niet weergegeven ter wille van de eenvoud) een structurele eenheid met de driehoekige wandsegmenten van de voorwand en de 25 achterwand en met de dakdraagplank 60 van de zijwanden.The upper shelf 60 of the side wall 2 forms a longitudinal roof bearing board. The direction of the ridge of the roof is taken as the longitudinal direction. In the assembled state, the roof (not shown for the sake of simplicity in Figure 4A) forms a structural unit with the triangular wall segments of the front wall and the rear wall and with the roof bearing board 60 of the side walls.
Opgemerkt wordt, dat de dakdraagplank 60 een voorste uiteinde 61 heeft dat uitsteekt voorbij de staander 30, om een voor de voorwand 2 uitstekend deel van het dak te dragen.It is noted that the roof bearing board 60 has a front end 61 that projects beyond the upright 30 to support a portion of the roof protruding from the front wall 2.
30 In de figuren 4A en 4B is duidelijk weergegeven dat de staander 30, ten behoeve van de dakconstructie, in zijn bovenvlak 34 is voorzien van twee onderling loodrechte horizontale groeven 35, 36. Een eerste horizontale groef 35 is uitgelijnd met de eerste verticale groef 32 en strekt zicht 35 uit tot aan het tegenoverliggende zijvlak 30c. De tweede horizontale groef 36 is uitgelijnd met de tweede verticale groef 33 en strekt zicht uit tot aan het tegenoverliggende zijvlak 30d. Figuur 4B is een schematisch bovenaanzicht van de staander 30 dat dit duidelijker toont. De dakdraagplank 60 is 4 aan zijn onderzijde 62 voorzien van een eerste uitsparing 63, waarvan de breedte correspondeert met de breedte van de staander 30 minus de diepte van de tweede groef 33. De dakdraagplank 60 is opgenomen in de tweede horizontale groef 5 36 van de staander 30, en de bodem 63c van zijn uitsparing 63 rust op de bodem 36a van de tweede horizontale groef 36 van de staander 30. De zijranden 63a, 63b van de eerste uitsparing 63 vormen een positionele opsluiting voor de staander 30, om er voor te zorgen dat de verticale stand van de staander 30, ten 10 opzichte van de planken 13 van de zijwand 3, wordt gehandhaafd.Figures 4A and 4B clearly show that the upright 30 for its roof construction is provided with two mutually perpendicular horizontal grooves 35, 36. A first horizontal groove 35 is aligned with the first vertical groove 32 and extends to view 35 as far as the opposite side surface 30c. The second horizontal groove 36 is aligned with the second vertical groove 33 and extends to the opposite side surface 30d. Figure 4B is a schematic top view of the upright 30 showing this more clearly. The roof bearing board 60 is provided on its underside 62 with a first recess 63, the width of which corresponds to the width of the upright 30 minus the depth of the second groove 33. The roof bearing board 60 is received in the second horizontal groove 36 of the upright 30, and the bottom 63c of its recess 63 rests on the bottom 36a of the second horizontal groove 36 of the upright 30. The side edges 63a, 63b of the first recess 63 form a positional retainer for the upright 30 to prevent it ensuring that the vertical position of the upright 30 relative to the shelves 13 of the side wall 3 is maintained.
De dakdraagplank 60 is aan zijn bovenzijde voorzien van een tweede uitsparing 65, waarvan de breedte correspondeert met de dikte van het driehoekvormige wandsegment 50 (hetgeen 15 gelijk is aan de dikte van de planken 12), en die zodanig is uitgelijnd met de eerste uitsparing 63 dat, wanneer de dakdraagplank 60 op de staander 30 staat, de tweede uitsparing 65 is uitgelijnd met de eerste horizontale groef 35 van de kop van de staander 30. Het driehoekvormig wandsegment 50 is aan 20 zijn onderzijde voorzien van een getrapte uitsparing 55, die een eerste brede uitsparing 56 en een tweede smalle uitsparing 57 omvat. De eerste brede uitsparing 56 gaat uit vanuit de onderrand 51 van het wandsegment 50, en heeft een breedte die correspondeert met de breedte van de staander 30 minus de 25 diepte van de eerste groef 32. Het driehoekvormig wandsegment 50 is opgenomen in de eerste horizontale groef 35 van de staander 30, en de bodem 56c van zijn eerste uitsparing 56 rust op de bodem 35a van de eerste horizontale groef 35 van de staander 30. De tweede smalle uitsparing 57 gaat uit vanuit de 30 bodem 56c van de eerste brede uitsparing 56, en heeft een breedte die correspondeert met de dikte van de dakdraagplank 60. De tweede smalle uitsparing 57 neemt het tussen de uitsparingen 63 en 65 gelegen lijf 64 van de dakdraagplank 60 op. De tweede uitsparing 65 van de dakdraagplank 60 neemt het 35 boven de getrapte uitsparing 55 gelegen deel 58 van het driehoekvormig wandsegment 50 op. Aldus rust het dak van de blokhut op de staanders 30. De zijranden 56a, 56b van de eerste uitsparing 56 vormen een positionele opsluiting voor de staander 30, om er voor te zorgen dat de verticale stand van 5 de staander 30, ten opzichte van de planken 12 van de voorwand 2, wordt gehandhaafd.The roof bearing board 60 is provided on its upper side with a second recess 65, the width of which corresponds to the thickness of the triangular wall segment 50 (which is equal to the thickness of the boards 12), and which is aligned with the first recess 63 that when the roof bearing board 60 is on the upright 30, the second recess 65 is aligned with the first horizontal groove 35 of the head of the upright 30. The triangular wall segment 50 is provided on its underside with a stepped recess 55 which first wide recess 56 and a second narrow recess 57. The first wide recess 56 extends from the lower edge 51 of the wall segment 50, and has a width corresponding to the width of the upright 30 minus the depth of the first groove 32. The triangular wall segment 50 is received in the first horizontal groove 35 of the upright 30, and the bottom 56c of its first recess 56 rests on the bottom 35a of the first horizontal groove 35 of the upright 30. The second narrow recess 57 extends from the bottom 56c of the first wide recess 56, and has a width corresponding to the thickness of the roof bearing board 60. The second narrow recess 57 receives the web 64 of the roof bearing board 60 located between the recesses 63 and 65. The second recess 65 of the roof bearing board 60 receives the part 58 of the triangular wall segment 50 situated above the stepped recess 55. Thus, the roof of the log cabin rests on the uprights 30. The side edges 56a, 56b of the first recess 56 form a positional confinement for the upright 30, to ensure that the vertical position of the upright 30, relative to the shelves 12 of the front wall 2 is maintained.
Een en ander wordt verder verduidelijkt in de dwarsdoorsnede-tekeningen van de figuren 4C en 4D, waarbij 5 figuur 4C een dwarsdoorsnede toont gezien vanuit de voorwand 2, zodat het vlak van tekening samenvalt met de zijwand 3, terwijl figuur 4D een dwarsdoorsnede toont gezien vanuit de zijwand 3, zodat het vlak van tekening samenvalt met de voorwand 2.All this is further clarified in the cross-sectional drawings of figures 4C and 4D, wherein figure 4C shows a cross-section seen from the front wall 2, so that the plane of the drawing coincides with the side wall 3, while figure 4D shows a cross-section seen from the front the side wall 3, so that the plane of the drawing coincides with the front wall 2.
1010
Een belangrijk probleem van deze constructie hangt samen met krimp. Doordat de planken 12 en 13, afhankelijk van weersomstandigheden, kunnen krimpen, zal de verticale afmeting van de wanden 2, 3 kunnen variëren. De variatie kan 15 gemakkelijk enkele centimeters bedragen. Aangezien het dak rust op de staanders 30, kan het dak de krimp van de zijwanden niet volgen: het dak blijft op zijn plaats, inclusief de dakdraagplank 60 van de zijwand 3 en het driehoekvormig wandsegment 50 van de voorwand 2. Aldus ontstaat er een brede 20 horizontale kier onder het dak.An important problem of this construction is related to shrinkage. Because the shelves 12 and 13 can shrink depending on weather conditions, the vertical dimensions of the walls 2, 3 can vary. The variation can easily amount to a few centimeters. Since the roof rests on the uprights 30, the roof cannot follow the shrinkage of the side walls: the roof remains in place, including the roof supporting board 60 of the side wall 3 and the triangular wall segment 50 of the front wall 2. Thus, a wide 20 horizontal crack under the roof.
De onderhavige uitvinding beoogt een blokhut te verschaffen waarbij dit probleem is opgelost.The present invention has for its object to provide a log cabin in which this problem is solved.
25 Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving onder verwijzing naar de tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, waarin aanduidingen 30 "onder/boven", "hoger/lager", "links/rechts" etc uitsluitend betrekking hebben op de in de figuren weergegeven oriëntatie, en waarin: de figuren 1 en 2 schematische bovenaanzichten tonen van een hoekconstructie volgens de stand der techniek; 35 figuur 3 een schematisch bovenaanzicht toont van een hoekconstructie volgens de onderhavige uitvinding; figuur 4 een schematisch perspectiefaanzicht toont van een blokhut met een driehoekig dak; figuur 4A een schematisch perspectiefaanzicht toont van een 6 bovenhoek van een blokhut in gedeeltelijk uiteengenomen toestand; figuur 4B een schematisch bovenaanzicht toont van een staander; 5 de figuren 4C en 4D schematische dwarsdoorsneden tonen van de aansluiting van de dakdraagelementen op de staander bij een blokhut volgens de stand der techniek; de figuren 5A en 5B schematische dwarsdoorsneden tonen van de aansluiting van de dakdraagelementen op de staander bij een 10 blokhut volgens de onderhavige uitvinding; en figuur 6 een schematisch bovenaanzicht toont van een hoekconstructie volgens de onderhavige uitvinding waarbij een beugel is toegepast.These and other aspects, features and advantages of the present invention will be further elucidated by the following description with reference to the drawings, in which like reference numerals indicate like or similar parts, in which indications "lower / upper", "higher / lower" "left / right" etc relate solely to the orientation shown in the figures, and in which: figures 1 and 2 show schematic top views of a corner construction according to the prior art; Figure 3 shows a schematic top view of a corner construction according to the present invention; Figure 4 shows a schematic perspective view of a log cabin with a triangular roof; figure 4A shows a schematic perspective view of a top 6 corner of a log cabin in partially exploded state; figure 4B shows a schematic top view of an upright; Figures 4C and 4D show schematic cross-sections of the connection of the roof-supporting elements to the upright at a log cabin according to the state of the art; figures 5A and 5B show schematic cross sections of the connection of the roof supporting elements to the upright at a log cabin according to the present invention; and figure 6 shows a schematic top view of a corner construction according to the present invention in which a bracket is applied.
15 De constructie van de door de onderhavige uitvinding voorgestelde blokhut kan ook worden geïllustreerd met de figuren 3, 4A en 4B, met dien verstande dat volgens een kerngedachte van de onderhavige uitvinding de genoemde twee onderling loodrechte horizontale groeven 35, 36 in het 20 bovenvlak 34 van de staander 30 dieper zijn gemaakt, zodat hun respectieve bodems 35a, 36a lager liggen dan bij de stand der techniek. De figuren 5A en 5B zijn met respectievelijk de figuren 4C en 4D vergelijkbare dwarsdoorsneden die dit kenmerk illustreren. Figuur 5A toont duidelijk, dat er een verticale 25 spleet Dl aanwezig is tussen de bodem 63c van de eerste uitsparing 63 van de dakdraagplank 60 en de bodem 36a van de horizontale groef 36 in het bovenvlak 34 van de staander 30. Figuur 5B toont duidelijk, dat er een verticale spleet D2 aanwezig is tussen de bodem van de eerste uitsparing 56 van 30 wandsegment 50 en de bodem van de tweede horizontale groef 35 in het bovenvlak 34 van de staander 30. Hoewel niet noodzakelijk, zijn Dl en D2 bij voorkeur aan elkaar gelijk.The construction of the log cabin proposed by the present invention can also be illustrated with figures 3, 4A and 4B, provided that according to a core idea of the present invention the said two mutually perpendicular horizontal grooves 35, 36 in the upper surface 34 of the upright 30 are made deeper so that their respective bottoms 35a, 36a are lower than in the prior art. Figures 5A and 5B are cross-sections similar to Figures 4C and 4D, respectively, illustrating this feature. Figure 5A clearly shows that a vertical gap D1 is present between the bottom 63c of the first recess 63 of the roof bearing board 60 and the bottom 36a of the horizontal groove 36 in the upper surface 34 of the upright 30. Figure 5B clearly shows, that a vertical gap D2 is present between the bottom of the first recess 56 of wall segment 50 and the bottom of the second horizontal groove 35 in the upper surface 34 of the upright 30. Although not necessary, D1 and D2 are preferably connected to each other equal.
De beide figuren tonen duidelijk, dat genoemd deel 58 van het driehoekvormig wandsegment 50 rust op genoemd lijf 64 van 35 de dakdraagplank 60, maar dat wandsegment 50 en dakdraagplank 60 niet op de staander 30 rusten. Meer in het bijzonder rust het driehoekvormig wandsegment 50 alleen op de planken 12 van de voorwand 2 en rust de dakdraagplank 60 alleen op de planken 13 van de zijwand 3. Wanneer de planken 12 en 13 krimpen, 7 kunnen het driehoekvormig wandsegment 50 en de dakdraagplank 60 dalen om op de planken 12 en 13 te blijven liggen, waarbij genoemde spleten Dl en D2 kleiner worden. Er ontstaat dus vooreerst geen spleet in de wanden. Pas wanneer de krimp in de 5 wanden 12 en 13 dermate groot wordt dat het driehoekvormig wandsegment 50 en/of de dakdraagplank 60 op de staander 30 komen te rusten, kan er bij verdere krimp een kier ontstaan in de voorwand 2 en/of de zijwand 3, maar de breedte van die kier zal aanzienlijk kleiner zijn dan bij de stand der techniek.The two figures clearly show that said part 58 of the triangular wall segment 50 rests on said body 64 of the roof bearing board 60, but that wall segment 50 and roof bearing board 60 do not rest on the upright 30. More specifically, the triangular wall segment 50 rests only on the shelves 12 of the front wall 2 and the roof supporting board 60 rests only on the shelves 13 of the side wall 3. When the shelves 12 and 13 shrink, the triangular wall segment 50 and the roof supporting board can 60 to remain on the shelves 12 and 13, said gaps D1 and D2 becoming smaller. So first of all there is no gap in the walls. Only when the shrinkage in the walls 12 and 13 becomes so large that the triangular wall segment 50 and / or the roof supporting board 60 come to rest on the upright 30, can a gap occur in the front wall 2 and / or the side wall in the event of further shrinkage 3, but the width of that gap will be considerably smaller than in the prior art.
1010
Een consequentie van de spleten Dl en D2 is, dat de overlap tussen de dakdraagplank 60 en het lichaam van de staander 30, in figuur 5A aangeduid met LI, is verminderd, het zelfde geldt voor de overlap tussen het wandsegment 50 en het 15 lichaam van de staander 30, in figuur 5B aangeduid met L2.A consequence of the gaps D1 and D2 is that the overlap between the roof supporting board 60 and the body of the upright 30, indicated by L1 in Figure 5A, is reduced, the same applies to the overlap between the wall segment 50 and the body of the upright 30, designated L2 in Figure 5B.
Aangezien het deze overlap is die voorkomt dat de wanden naar buiten kunnen worden gedrukt, zou die overlap in de praktijk wel eens te zwaar kunnen worden belast. Om dit te vermijden, is bij voorkeur voorzien in ten minste één beugel 90 die de 20 wanden 2 en 3 met elkaar verbindt, zoals getoond in het schematische bovenaanzicht van figuur 6. De beugel 90 heeft een vorm die is gebogen volgens een letter W, met een centraal hoekdeel 91 dat zich uitstrekt langs de staander 30, en twee onderling loodrechte vleugels 92 en 93 die zijn vastgemaakt 25 aan de wand 2 respectievelijk 3. Het centrale hoekdeel 91 laat de staander 30 vrij, zodat de wanden 2 en 3 samen met de beugel 90 omlaag kunnen bewegen langs de staander 30 in het geval van krimp van de planken 12 en 13.Since it is this overlap that prevents the walls from being pushed out, the overlap could in practice be overloaded. To avoid this, at least one bracket 90 is provided which connects the walls 2 and 3 to each other, as shown in the schematic top view of figure 6. The bracket 90 has a shape that is bent according to a letter W, with a central corner part 91 extending along the upright 30, and two mutually perpendicular wings 92 and 93 that are fixed to the wall 2 and 3, respectively. The central corner part 91 leaves the upright 30 free, so that the walls 2 and 3 together with the bracket 90 can move downward along the upright 30 in the event of shrinkage of the shelves 12 and 13.
30 Samenvattend verschaft de onderhavige uitvinding een blokhut omvattende ten minste twee wanden 2; 3 die elkaar ontmoeten bij een staander 30, die een bovenoppervlak 34 heeft met daarin twee elkaar kruisende horizontale groeven 35; 36. Het dak 5 wordt gedragen door een dakdraagplank 60 van de 35 tweede wand en een dakdraagsegment 50 van de eerste wand.In summary, the present invention provides a log cabin comprising at least two walls 2; 3 meeting at an upright 30 having an upper surface 34 with two intersecting horizontal grooves 35 therein; 36. The roof 5 is supported by a roof bearing board 60 of the second wall and a roof bearing segment 50 of the first wall.
De dakdraagplank reikt over de staander, zich uitstrekkende in de tweede horizontale groef, en is aan zijn onderzijde voorzien van een uitsparing 63 waarvan de zijranden aan weerszijden aangrijpen op de staander, en waarvan de bodem 8 zich op afstand Dl bevindt van de bodem van de tweede horizontale groef.The roof supporting board extends over the upright, extending into the second horizontal groove, and is provided on its underside with a recess 63, the side edges of which engage the upright on both sides, and the bottom 8 of which is at a distance D1 from the bottom of the upright. second horizontal groove.
Het dakdraagsegment reikt over de staander, zich uitstrekkende in de eerste horizontale groef, en is aan zijn onderzijde 5 voorzien van een uitsparing 56 waarvan de zijranden aan weerszijden aangrijpen op de staander, en waarvan de bodem zich op afstand D2 bevindt van de bodem van de eerste horizontale groef.The roof carrier segment extends over the upright, extending into the first horizontal groove, and is provided on its underside 5 with a recess 56, the side edges of which engage the upright on both sides, and the bottom of which is at a distance D2 from the bottom of the upright. first horizontal groove.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de 10 uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse varianten en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Kenmerken die alleen zijn beschreven voor een bepaalde 15 uitvoeringsvorm, zijn ook toepasbaar bij andere beschreven uitvoeringsvormen. Kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen kunnen gecombineerd worden om een andere uitvoeringsvorm te bereiken. Kenmerken die niet uitdrukkelijk zijn beschreven als zijnde essentieel, mogen ook worden weggelaten. 20 Bijvoorbeeld, hoewel de onderhavige uitvinding is beschreven in de context van een blokhut met een driehoekige dakconstructie, is de basisgedachte van de onderhavige uitvinding ook toepasbaar bij andere dakconstructies, bijvoorbeeld platte daken. In het geval van een plat dak is er 25 natuurlijk geen driehoekig wandsegment 50, maar heeft de blokhut in plaats daarvan een dakdraagplank zoals de dakdraagplank 60. In de conclusies zal hiervoor als overkoepelende term "dakdraagsegment" worden gebruikt.It will be clear to a person skilled in the art that the invention is not limited to the exemplary embodiments discussed above, but that various variants and modifications are possible within the scope of the invention as defined in the appended claims. Features described only for a particular embodiment are also applicable to other described embodiments. Features of different embodiments can be combined to achieve a different embodiment. Features that are not explicitly described as being essential may also be omitted. For example, although the present invention has been described in the context of a log cabin with a triangular roof construction, the basic idea of the present invention is also applicable to other roof constructions, for example flat roofs. In the case of a flat roof, there is of course no triangular wall segment 50, but instead the log cabin has a roof bearing board such as the roof bearing board 60. In the claims, the umbrella term "roof bearing segment" will be used for this purpose.
10362871036287
Claims (4)
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1036287A NL1036287C2 (en) | 2008-12-05 | 2008-12-05 | Log cabin, has roof segment provided with recess that is aligned with stand, two side walls seizing on either side of vertical groove, and upright part formed between bottom of recess of roof carrier board and bottom of horizontal groove |
EP09015065A EP2194201B1 (en) | 2008-12-05 | 2009-12-04 | Log cabin with improved joint between roof and walls and with improved wind anchoring |
AT09015065T ATE543959T1 (en) | 2008-12-05 | 2009-12-04 | LOG HOUSE WITH IMPROVED CONNECTION BETWEEN ROOF AND WALLS |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1036287A NL1036287C2 (en) | 2008-12-05 | 2008-12-05 | Log cabin, has roof segment provided with recess that is aligned with stand, two side walls seizing on either side of vertical groove, and upright part formed between bottom of recess of roof carrier board and bottom of horizontal groove |
NL1036287 | 2008-12-05 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1036287C2 true NL1036287C2 (en) | 2009-10-20 |
Family
ID=40800734
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1036287A NL1036287C2 (en) | 2008-12-05 | 2008-12-05 | Log cabin, has roof segment provided with recess that is aligned with stand, two side walls seizing on either side of vertical groove, and upright part formed between bottom of recess of roof carrier board and bottom of horizontal groove |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1036287C2 (en) |
Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE9010081U1 (en) * | 1990-07-03 | 1990-10-18 | Finnhaus GmbH, 5450 Neuwied | Kit for building wooden houses |
-
2008
- 2008-12-05 NL NL1036287A patent/NL1036287C2/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE9010081U1 (en) * | 1990-07-03 | 1990-10-18 | Finnhaus GmbH, 5450 Neuwied | Kit for building wooden houses |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
FR2937659A1 (en) | MODULAR CONSTRUCTION SYSTEM | |
EA018965B1 (en) | Profile system for a sliding door | |
NL1036287C2 (en) | Log cabin, has roof segment provided with recess that is aligned with stand, two side walls seizing on either side of vertical groove, and upright part formed between bottom of recess of roof carrier board and bottom of horizontal groove | |
RU2140506C1 (en) | Deck-platform | |
NL1036906C2 (en) | BLOCK HUT WITH IMPROVED WIND ANCHORING. | |
EP2194201B1 (en) | Log cabin with improved joint between roof and walls and with improved wind anchoring | |
NL1037135C2 (en) | CONNECTION PROFILE AND METHOD FOR MANUFACTURING A CONSTRUCTION OF TWO INTERIOR CONNECTED WALLS WITH SUCH CONNECTION PROFILE. | |
CA2995085A1 (en) | Connection device for fastening two elements, in particular for building construction | |
BE1020554A3 (en) | T-CONNECTOR AND T-CONNECTED THEREFORE. | |
NL1011854C2 (en) | Facade for greenhouse or warehouse with vertical and horizontal members to provide structural stiffness and support transparent panels | |
NL1037134C2 (en) | COUPLING PROFILE FOR COUPLING A SHELF WALL AND A FRAME. | |
KR102413925B1 (en) | handrail joint structure | |
FI123606B (en) | Hockey stick edge element and support element support post | |
NL1029335C2 (en) | Profiled beam for staircase, has clamping part for locating banister panel and fasteners for securing steps | |
NL2024126B1 (en) | Profile, sliding window or sliding door comprising such a profile and use of such profile in a sliding door or sliding window. | |
NL1007697C2 (en) | Wall panel for a system wall and coupling part for it. | |
WO2006088405A1 (en) | Slidable panels with vertical profiles | |
NL194090C (en) | Assembly of a sloping roof and a gutter, as well as a gutter. | |
NL2033147B1 (en) | Bicycle rack with two feet and bicycle railings on top | |
US5775463A (en) | Toeboard system for a deckplate | |
NL8204150A (en) | A PANEL SYSTEM. | |
NL9300255A (en) | Soldier course support structure | |
BE1030800B1 (en) | A WHOLE FOR A GLASS FACADE | |
NL2028462B1 (en) | SYSTEM FOR FIXING FACADE ELEMENTS ON A SURFACE AND METHOD FOR COMPOSING THE SYSTEM | |
NL9201951A (en) | Cover for a greenhouse or glasshouse |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150701 |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150701 |