NL1036258C2

NL1036258C2 - Werkwijze voor het met inkten bedrukken van een substraat.

Info

Publication number: NL1036258C2
Application number: NL1036258A
Authority: NL
Inventors: Wilhelmus Josephus Alex Wall
Original assignee: Trespa Int Bv
Priority date: 2008-12-01
Filing date: 2008-12-01
Publication date: 2010-06-02
Also published as: EP2353286B1; EP2353286A2; WO2010064894A3; US9270861B2; WO2010064894A2; US20110242251A1; ES2439968T3

Description

I I

Korte aanduiding: Werkwijze voor het met inkten bedrukken van een substraat.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het met inkten bedrukken van een substraat, alsmede op een met een dergelijke 5 werkwijze verkregen substraat.

Een gebruikelijke techniek voor het bedrukken of printen van substraten, zoals folies of met hars geïmpregneerde of gecoate papieren, welke substraten voor het vervaardigen van bijvoorbeeld HPL (High Pressure Laminates) worden toegepast, is de rotatieve printtechniek. Bij een dergelijke technologie, zoals 10 bijvoorbeeld rotatiezeefdruk, wordt het negatief van het over te brengen beeld aangebracht op de buitenomtrek van een zogenaamde drukcilinder. De drukcilinder wordt vervolgens in contact gebracht met het substraat, welk substraat veelal een afmeting bezit die vele malen groter is dan de buitenomtrek van de cilinder. Deze handeling heeft tot gevolg dat op het substraat steeds een herhalend patroon 15 (= positief beeld) wordt aangebracht. Dit herhalend patroon is voor bepaalde toepassingen ongewenst, met name wanneer enkele van dergelijke substraten op een ondergrond naast elkaar dienen te worden aangebracht, hetgeen betekent dat op de aldus verkregen ondergrond de afzonderlijke, oorspronkelijke substraten duidelijk waarneembaar zijn. Deze waarnemingen doen zich met name voor aan de 20 randen of zijkanten van de substraten omdat daar de substraten tegen elkaar aanliggen.

Storende herhalingen worden beperkt door de contrasten in de print te beperken en door karakteristieke elementen uit het origineel te verwijderen, bijvoorbeeld door retoucheren. Door het verminderen van contrast en door 25 retoucheren kan het storende repetitieve effect gedeeltelijk worden weggenomen, nadeel is dat het originele beeld aan kwaliteit verliest.

Vaak zijn de substraten veel groter dan het beschikbare originele beeld. Om toch het volledige substraat te kunnen vullen met beeldmateriaal, worden herhalingen van het originele beeld toegepast. Een dergelijke methode is bekend uit 30 de Europese octrooiaanvrage 0 558 008. Het originele beeld wordt dan via tegelen (tiling) over het gehele oppervlak gecopieerd. Via retoucheren worden de overgangen tussen de herhalingen weggewerkt. Op deze wijze kan met een klein origineel beeld een groot substraat worden bedrukt. Nadeel is dat veel retoucheerwerk noodzakelijk is om storende herhalingen in het resultaat te 1 036 258 \ t 2 beperken en om voegen (seams) tussen de individuele beelden weg te werken.

Uit het Amerikaans octrooi 6.593.933 is een textuursynthese-techniek bekend waarin het originele beeld via tegelen (tiling) over het gehele oppervlak wordt gekopieerd. Via softwaretechnieken worden de overgangen tussen 5 de herhalingen weggewerkt. Op deze wijze kunnen met een klein origineel beeld elektrische applicaties worden verkregen op het gebied van animaties voor elektronische games, virtual reality en op internet gebaseerde omgevingen. Dergelijke applicaties beperken zich tot displays en beeldschermen.

Om een print te krijgen met een minimaal aantal storende 10 herhalingen is een groot origineel beeld noodzakelijk. Vaak is het uitermate kostbaar om grote beelden te scannen omdat scannen een kostbaar proces is en omdat vaak de originele beelden eenvoudigweg moeilijk te verkrijgen zijn. Een voorbeeld hiervan is een groot stuk fineer zonder defecten in de nerfstructuur.

Verder heeft het toepassen van de drukcilinder tot gevolg dat voor 15 het verkrijgen van andere afbeeldingen steeds een andere drukcilinder met bijbehorend patroon moet worden toegepast. In de praktijk betekent dit dat er een grote voorraad aan drukcilinders is vereist. Bovendien is het steeds veranderen van een drukcilinder in een printproces een arbeidsintensieve handeling, waarbij bovendien het printproces enige tijd moet worden stil gelegd.

20 Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het met inkten bedrukken van een substraat waarbij voornoemde nadelen worden opgeheven.

De werkwijze zoals vermeld in de aanhef wordt gekenmerkt doordat de werkwijze de volgende stappen omvat: 25 i) het vervaardigen van een digitaal bestand van een origineel beeld, ii) het bewerken van het digitale bestand waarbij een bewerkt digitaal bestand wordt verkregen, welk bewerkt digitaal bestand is samengesteld uit een aantal herhalingen van het originele beeld, 30 iii) het bewerkte, digitale bestand aanbieden aan een afdrukeenheid, iv) het met de afdrukeenheid bedrukken van het substraat, waarbij het bewerkte bestand als een bewerkt beeld van het originele beeld door de afdrukeenheid via inkten op het substraat wordt aangebracht, waarbij de 3 oorspronkelijke afmeting van het in stap i) toegepaste originele beeld kleiner is dan de afmeting van het bewerkte beeld dat door de afdrukeenheid op het substraat wordt aangebracht.

Onder toepassing van het uitvoeren van voornoemde stappen wordt 5 aan voornoemde doelstelling voldaan. Het uitvoeren van stap i) geschiedt bijvoorbeeld door scannen, fotograferen of genereren in ontwerpsoftware, of een combinatie hiervan. Het aldus verkregen digitale bestand wordt in stap ii) bewerkt, waarbij het originele beeld wordt toegepast als basis om daarmee vergelijkbare beelden te genereren waardoor een bewerkt digitaal bestand ontstaat. Het 10 bewerkte, digitale bestand is zodanig uit afzonderlijke beelden samengesteld dat overgangen tussen dergelijke afzonderlijke beelden tot een minimum zijn beperkt. Door nu van het digitaal bewerkte bestand onder toepassing van een afdrukeenheid een afdruk op een ondergrond aan te brengen, worden de eerder als nadelig en ongewenst aangeduide randen of zijkanten van de oorspronkelijke substraten tot 15 een minimum beperkt, of zelfs in het geheel voorkomen. Het bewerkte, digitale bestand is voldoende groot is om het substraat volledig te bedrukken zonder dat het bewerkte digitale bestand is samengesteld uit een aantal storend zichtbare herhalingen van het originele beeld en zonder storende voegen.

De in stap iv) toegepaste inkten bevatten een of meer bestanddelen 20 gekozen uit de groep van pigmenten, kleurstoffen, stabilisatiemiddelen, vloeimiddelen, viscositeitsbeïnvloedende bestanddelen, anti-klontermiddelen, anastatische middelen en vulmiddelen, alsmede de voor inkten gebruikelijk toegepaste additieven.

Het verdient in voornoemde werkwijze de voorkeur dat in stap ii) het 25 originele beeld zodanig wordt bewerkt dat het aldus bewerkte, digitale bestand is op te vatten als een computer-gesynthetiseerde bewerking van het originele beeld, waarbij overgangen tussen voornoemde herhalingen in het bewerkte bestand vloeiend zijn uitgevoerd, of zelfs in het geheel niet vorkomen. Het bewerkte, digitale bestand volgens stap ii) is bij voorkeur zodanig opgebouwd dat exacte herhalingen 30 van het originele beeld tot een minimum zijn beperkt, of zelfs in het geheel ontbreken. Met een aldus verkregen, bewerkt digitaal bestand kunnen in principe afdrukken worden gemaakt van een oneindige afmeting, zonder dat daarbij de resolutie van de verkregen afdrukken nadelig wordt beïnvloed.

Als een geschikt substraat kan een cellulosevezels bevattend i I - 4 substraat worden genoemd, in het bijzonder papier. Het substraat kan in een bijzondere uitvoeringsvorm ook een verknoopbaar of hardhaar (“curable”) hars omvatten. Als voorbeelden van verknoopbare harsen kunnen thermisch hardbare harsen worden genoemd. Met name door UV- en EB (Electron Beam) straling 5 verknoopbare harsen, te weten harssamenstellingen op basis van (meth)acrylaten, zijn geschikt gebleken.

De in stap iv) genoemde wijze van bedrukken wordt bij voorkeur gekozen uit de groep van digitaal printen en inkjetprinten. Met name inkjetprinten maakt het mogelijk dat digitale bestanden nauwkeurig kunnen worden afgedrukt, 10 waarbij geen gebruik wordt gemaakt van drukcilinders. Bovendien kunnen bij inkjetprinten bijzondere inktsamenstellingen worden toegepast die goede eigenschappen vertonen op het gebied van de bestandheid tegen weersinvloeden.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige werkwijze wordt het substraat op een voorraad rol aangevoerd, waarbij de rol wordt afgewikkeld en 15 het substraat met een bepaalde transportsnelheid aan de afdrukeenheid wordt toegevoerd. De afdrukeenheid zorgt ervoor dat het bewerkte, digitale bestand via inkten als beeld op het substraat wordt aangebracht. Nadat de inkten zijn gedroogd of verknoopt, eventueel onder toepassing van een of meer tussenstations, zoals bestraling met UV en/of EB, geforceerde luchtdroging met bijvoorbeeld hete lucht, 20 wordt het aldus behandelde substraat op een rol gewikkeld, welk substraat gereed is voor een volgende processtap, bijvoorbeeld het op de gewenste afmeting snijden van het bedrukte substraat.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is het wenselijk dat de structuursynthetiserende software-module gebruikmaakt van routines gekozen uit 25 de groep van random-genererende routines, fractaal-routines en rendering-routines om het originele beeld van stap i) om te zetten in een digitaal bewerkt beeld waarbij het exact kopiëren van het originele beeld tot een minimum wordt bewerkt.

Het is met name gewenst dat de structuursynthetiserende software-module wiskundige routines bevat waarbij de essentie van het originele beeld wordt 30 vastgelegd in een dataset die als input voor de random-genererende routines wordt ingezet.

Textuur- of structuursynthese is een beeld-gebaseerde renderingmethode voor het construeren van grote beelden uit kleine originele beelden waarbij gebruik wordt gemaakt van het abstraheren van de textuur-

I I

5 informatie van het originele beeld. In tegenstelling tot tegeltechnieken (tiling) met gedefinieerde beeldgrenzen, laten textuursynthese-algoritmes toe dat verschillende beelden worden gecombineerd voor het vormen van naadloze en niet-repetitieve beelden van elke te kiezen grootte.

5 Het doel van een textuursynthese-algoritme is het creëren van een output-beeld dat voldoet aan een of meer van de volgende criteria: - Het formaat van het output beeld kan vooraf worden opgegeven.

- Het output beeld lijkt zo veel mogelijk op het origineel beeld.

- Het output beeld bevat geen storende visuele fouten zoals naden, 10 blokken en storende randen - Het out-put beeld is zo min mogelijk niet-repetitief. Er zijn geen storende identieke herhalingen in het output-beeld.

- Voor industrieële toepassing is het van belang dat de algoritmes voldoende snel zijn en met gangbare computers (geheugen, snelheid) kunnen 15 worden gegenereerd.

Een of meer van de volgende soorten van textuursynthese zijn voor het uitvoeren van de onderhavige werkwijze wenselijk::

Stochastische textuur synthese

Een-toepassings textuur synthese (Single purpose structured texture 20 synthesis) Chaos mosaik

Pixel gebaseerde textuur synthese (pixel based texture synthesis)

Vlak gebaseerde textuur synthese (patch-based texture synthesis)

Chemie gebaseerde textuur synthese (chemistry based texture synthesis) 25 De uitvinding heeft verder betrekking op een substraat voorzien van een bedrukking waarbij de bedrukking is verkregen na het digitaal bewerken van een origineel beeld, waarbij de bedrukking een aantal herhalingen bevat van het originele beeld, waarbij de afmeting van de bedrukking groter is dan de afmeting van het originele beeld, waarbij de onderlinge overgangen tussen de beelden in de 30 bedrukking tot het minimum behoren. Het substraat beteft in een bijzondere uitvoeringsvorm een plaat of een vel, waarbij in het bijzonder het textuur-gesynthetiseerde beeld groter is dan het vel of een paneel dat uit het uiteindelijke product wordt gesneden.

I » 6

Het onderhavige substraat kan worden toegepast als decorpapier, welk decorpapier voor het vervaardigen van HPL wordt toegepast. Het decorpapier wordt bijvoorbeeld op een stapel met hars geïmpregneerde papierlage geplaatst en onder verhoogde druk en temperatuur tot een geheel samengeperst.

5 De onderhavige uitvinding zal hierna in een voorbeeld worden toegelicht, welk voorbeeld dient om de onderhavige toe te lichten maar niet wordt beschouwd als beperkend.

Ter vergelijking dienend voorbeeld

Een drukcilinder met een omtrek van 1.2 m wordt toegepast voor het 10 bedrukken van een oneindig papieren substraat. Het aldus bedekte substraat wordt verwerkt in platen die voor het bedekken van een gevel van een gebouw met een oppervlak va 100 m2 worden toegepast. De gevelpanelen zijn uitgevoerd in een breedte van 2 m. De gevelstructuur omvat ten minste 416 afbeeldingen van dezelfde karakteristieke textuur. Een dergelijke gevel vertoont een onnatuurlijke regelmaat en 15 een architectonisch ongewenst gevelbeeld waarbij de overgangen tussen de afzonderlijke panelen storend is op te vatten.

Voorbeeld volgens de uitvinding

Men gaat uit van een scan van een vlak stuk hout in een formaat van 30 cm * 30 cm. Dit stuk hout is ingescand en met Photoshop bewerkt om de kleur en 20 contrast naar wens aan te passen. Ook zijn enkele storende defecten in het beeld geretoucheerd. Vervolgens is het digitale bestand ingevoerd in een textuur-synthese-algoritme. Dit algoritme heeft de opdracht gekregen om op basis van het originele beeld een bewerkt beeld te creëren met een resolutie van 30 dpi en een grootte van 1860mm * 3005 mm.

25 Dit bewerkte beeld wordt vervolgens ingevoerd in de RIP-software van de inkjet-printer en vervolgens wordt een rol papier met dit beeld geprint. Op deze rol papier wordt tussen de afzonderlijke beelden een ruimte van 5 mm opengelaten waarop in een volgend proces wordt gesneden. Op deze wijze kunnen vellen worden gesneden van 1860 mm * 1500 mm die op een plaat van 1860 mm * 1500 mm 30 kunnen worden bevestigd. Alternatief kan het beeld uit het voorbeeld volgens uitvinding direct geprint worden op plaatmaterialen met een formaat van 1860 mm * 3005 mm. Hoewel de methode in dit voorbeeld leidt tot plaatmaterialen met allemaal een identieke print, komt de herhaling per gevel van 100 m2 slechts 18 keer voor. Indien voor elke afzonderlijke plaat de originele scan opnieuw door de textuur- 7 synthetiserende routine wordt geleid, dan zijn herhalingen in een gevel zelfs volledig te voorkomen.

5 1036258

Claims

1. Werkwijze voor het met inkten bedrukken van een substraat, met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: 5 i) het vervaardigen van een digitaal bestand van een origineel beeld, ii) het bewerken van het digitale bestand waarbij een bewerkt digitaal bestand wordt verkregen, welk bewerkt digitaal bestand is samengesteld uit een aantal herhalingen van het originele beeld, iii) het bewerkte, digitale bestand aanbieden aan een afdrukeenheid, 10 iv) het met de afdrukeenheid bedrukken van het substraat, waarbij het bewerkte bestand als een bewerkt beeld van het originele beeld door de afdrukeenheid via inkten op het substraat wordt aangebracht, waarbij de oorspronkelijke afmeting van het in stap i) toegepaste originele beeld kleiner is dan de afmeting van het bewerkte beeld dat door de afdrukeenheid op het substraat 15 wordt aangebracht.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat stap ii) omvat het zodanig bewerken van het originele beeld dat het bewerkte, digitale bestand is op te vatten als een computer-gesynthetiseerde bewerking van het originele beeld, waarbij overgangen tussen voornoemde herhalingen in het bewerkte bestand 20 vloeiend zijn uitgevoerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in stap ii) exacte herhalingen van het originele beeld in het bewerkte, digitale bestand tot een minimum zijn beperkt.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het substraat een 25 verknoopbaar hars omvat.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het verknoopbare hars een door UV-, EB (electron beam) straling of een thermisch verknoopbaar hars is.

6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het substraat 30 cellulosevezels bevat.

7. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het in stap iv) bedrukken wordt gekozen uit de groep van digitaal printen en inkjetprinten.

8. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met 1036258 het kenmerk, dat in stap iv) het substraat als een oneindig substraat, afkomstig van een voorraad rol, aan de afdrukeenheid wordt toegevoerd.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het substraat na het bedrukken volgens stap iv) wordt opgerold.

10. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 8- 9, met het kenmerk, dat het bedrukte substraat in afzonderlijke eenheden wordt gesneden

11. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de structuursynthetiserende software-module gebruikmaakt van routines gekozen uit de groep van random-genererende routines, fractaal-routines 10 en rendering-routines om het originele beeld van stap i) om te zetten in een digitaal bewerkt beeld waarbij het exact kopiëren van het originele beeld tot een minimum wordt bewerkt.

12. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de structuursynthetiserende software-module wiskundige routines 15 bevat waarbij de essentie van het originele beeld wordt vastgelegd in een dataset die als input voor de random-genererende routines wordt ingezet.

13. Substraat voorzien van een bedrukking verkregen volgens een werkwijze zoals omschreven in of meer van de voorgaande conclusies waarbij de bedrukking is verkregen na het digitaal bewerken van een origineel beeld, waarbij 20 de bedrukking een aantal herhalingen bevat van het originele beeld, waarbij de afmeting van de bedrukking groter is dan de afmeting van het originele beeld, waarbij de onderlinge overgangen tussen de beelden in de bedrukking tot het minimum behoren. 25 1036258