NL1035988C - Wandelstokhouder. - Google Patents

Wandelstokhouder. Download PDF

Info

Publication number
NL1035988C
NL1035988C NL1035988A NL1035988A NL1035988C NL 1035988 C NL1035988 C NL 1035988C NL 1035988 A NL1035988 A NL 1035988A NL 1035988 A NL1035988 A NL 1035988A NL 1035988 C NL1035988 C NL 1035988C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
clamping surface
walking stick
walking
holder
towards
Prior art date
Application number
NL1035988A
Other languages
English (en)
Inventor
Alphonsus Marcus
Original Assignee
Bin Innovations Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bin Innovations Bv filed Critical Bin Innovations Bv
Priority to NL1035988A priority Critical patent/NL1035988C/nl
Priority to PCT/NL2009/050576 priority patent/WO2010036112A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1035988C publication Critical patent/NL1035988C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A45HAND OR TRAVELLING ARTICLES
    • A45BWALKING STICKS; UMBRELLAS; LADIES' OR LIKE FANS
    • A45B1/00Sticks with supporting, hanging or carrying means
    • A45B1/04Walking sticks with means for hanging-up or with locks
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61HPHYSICAL THERAPY APPARATUS, e.g. DEVICES FOR LOCATING OR STIMULATING REFLEX POINTS IN THE BODY; ARTIFICIAL RESPIRATION; MASSAGE; BATHING DEVICES FOR SPECIAL THERAPEUTIC OR HYGIENIC PURPOSES OR SPECIFIC PARTS OF THE BODY
    • A61H3/00Appliances for aiding patients or disabled persons to walk about
    • A61H3/02Crutches
    • A61H3/0244Arrangements for storing or keeping upright when not in use
    • A61H2003/0261Arrangements for storing or keeping upright when not in use on walls or furniture for receiving single crutches

Description

f
Titel: Wandelstokhouder
De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het betrouwbaar bevestigen c.q. ophangen van stokachtige voorwerpen, zoals bijvoorbeeld wandelstokken of krukken.
5 Tal van mensen gebruiken wandelstokken, krukken en dergelijke - hierna algemeen aangeduid als wandelstokken onder meer om zichzelf te ondersteunen bij het opstaan, staan en lopen en om daarbij het evenwicht te bewaren. De verschillende soorten wandelstokken hebben gemeenschappelijk dat zij een langgerekt been omvatten dat is ingericht om 10 althans een deel van het lichaamsgewicht van een gebruiker te dragen, en een handvat dat het voor de gebruiker mogelijk maakt de wandelstok te hanteren.
Het is doorgaans niet mogelijk een wandelstok zelfstandig, dus zonder aanvullende ondersteuning, rechtop te laten staan. Dit is een gevolg 15 van de typisch kleine voet van de stok, en de relatief grote lengte ervan. Tevens is de gewichtsverdeling van een wandelstok doorgaans zodanig dat hij gemakkelijk omvalt wanneer een gebruiker de stok tegen bijvoorbeeld een muur of een meubelstuk heeft geparkeerd. Dit is een probleem voor veel gebruikers omdat zij nu juist gebruik maken van een wandelstok vanwege 20 hun verminderd fysieke vermogens. Het van de grond oppakken van een omgevallen wandelstok kan dan ook een moeilijke tot onmogelijke opgave zijn.
Voor het tijdelijk parkeren van wandelstokken zonder dat zij daarbij omvallen zijn reeds verschillende technische oplossingen 25 gesuggereerd. In hoofdzaak zijn zij in twee groepen te onderscheiden.
Een eerste groep betreft plaatsgebonden wandelstokhouders, waarbij de houder vast met een voorwerp, zoals een tafel of een kast, wordt 1035988 ~ 2 verbonden. De wandelstok kan dan, wanneer hij tijdelijk niet wordt gebruikt, in de wandelstokhouder worden geschoven of geklemd. Het nadeel van deze houders, die dus niet aan de wandelstok maar aan een veelal stationair voorwerp zijn bevestigd, is erin gelegen dat de wandelstok niet 5 steeds kan worden geparkeerd op de plaats waar de gebruiker daar behoefte aan heeft, maar slechts op die plaatsen waar een wandelstokhouder is geïnstalleerd.
Een tweede groep betreft mobiele wandelstokhouders, welke bij voorkeur aan een wandelstok zelf bevestigd zijn. Een mobiele 10 wandelstokhouder kan bijvoorbeeld een draagoppervlak of een klem omvatten, waarmee de gebruiker de wandelstok kan doen rusten op, of kan vastklemmen aan bijvoorbeeld een tafelblad. Typisch biedt een klem een meer betrouwbare bevestigingmogelijkheid dan een eenvoudig draagoppervlak. Het bedienen van de klem kan echter lastig zijn omdat de 15 klemoppervlakken ervan, voordat de klem kan aangrijpen op een voorwerp, uit elkaar bewogen dienen te worden. Hiervoor kan enige behendigheid en kracht benodigd zijn. Eventueel kan het uit elkaar drijven van de klemoppervlakken geschieden met behulp van het voorwerp waarop de klem dient aan te grijpen, bijvoorbeeld door het voorwerp tussen de 20 klemoppervlakken te duwen. Dit kan echter, zeker bij herhaaldelijke klemming, gemakkelijk leiden tot beschadiging van het voorwerp, bijvoorbeeld in de vorm van krassen of deuken.
De onderhavige uitvinding beoogt een mobiele wandelstokhouder te verschaffen die eenvoudig aan een voorwerp, zoals bijvoorbeeld een 25 tafelblad, kan worden bevestigd zonder beschadiging daarvan.
Hiertoe verschaft de uitvinding een wandelstokhouder omvattende: een lichaam; een eerste klemoppervlak dat schuifbaar verbonden is met het lichaam en dat beweegbaar is tussen een eerste positie en een tweede 30 positie; een tweede klemoppervlak dat scharnierbaar verbonden is met het 3 lichaam en dat beweegbaar is tussen een derde positie en een vierde positie; en een voorspanningselement dat is ingericht om het eerste klemoppervlak richting de tweede positie te drijven, waarbij het eerste klemoppervlak en het zich in de derde positie bevindende tweede klemoppervlak in hoofdzaak 5 tegenover elkaar liggen, in welke toestand de beide klemoppervlakken door althans de werking van het voorspanningselement richting elkaar worden gedreven.
Uitgaande van een situatie waarin een wandelstok is voorzien van een wandelstokhouder volgens de uitvinding kan het eerste klemoppervlak, 10 bezien in de normale (althans bij benadering verticale) gebruiksoriëntatie van de wandelstok, het bovenste klemoppervlak zijn. Het eerste klemoppervlak kan zich in hoofdzaak loodrecht op de lengterichting van de wandelstok uitstrekken, en langs die lengterichting beweegbaar zijn tussen een eerste hogere positie, en een tweede lagere positie. Het 15 voorspanningselement draagt er zorg voor dat het klemoppervlak steeds richting de tweede, lagere positie wordt gedreven. Voorts is het tweede klemoppervlak scharnierbaar verbonden met het lichaam van de wandelstokhouder, en is het beweegbaar tussen een derde positie en een vierde positie, bijvoorbeeld een uitgeklapte en een ingeklapte positie. In de 20 vierde, ingeklapte positie kan het klemoppervlak zich althans gedeeltelijk in het lichaam van de wandelstokhouder bevinden, terwijl het in een derde uitgeklapte toestand onder en in hoofdzaak tegenover het eerste klemoppervlak kan zijn gepositioneerd.
Wanneer de wandelstok voorzien van de wandelstokhouder wordt 25 gebruikt bij bijvoorbeeld lopen, kan het tweede klemoppervlak zich in de vierde, ingeklapte positie bevinden. Het eerste klemoppervlak bevindt zich dan, door de werking van het voorspanningselement, in de tweede, lagere positie. Teneinde de wandelstok na gebruik aan bijvoorbeeld een tafelblad te bevestigen kan de gebruiker het eerste klemoppervlak in contact brengen 30 met een bovenzijde van het tafelblad. Dit kan zonder acht te slaan op het 4 tweede klemoppervlak, dat zich op dit moment nog in zijn vierde, ingeklapte positie bevindt en dus nog niet in contact kan komen met het tafelblad, noch met de bovenzijde noch met een onderzijde daarvan. Dit brengt met zich dat het in contact brengen van het eerste klemoppervlak met een bovenzijde van δ het tafelblad door een vloeiende, neerwaartse beweging van de wandelstok kan worden bewerkstelligd. Het eerste klemoppervlak kan als geheel, in één ogenblik, contact maken met het tafeloppervlak, en behoeft daarna niet meer over de bovenzijde van het tafelblad verschoven te worden, zoals hierna duidelijk zal worden. Hierdoor worden krassen en deuken van het 10 tafeloppervlak voorkomen. Nadat het eerste klemoppervlak met de bovenzijde van tafelblad in contact is gebracht kan het eerste klemoppervlak, vanuit zijn tweede, (ten opzichte van de in hoofdzaak verticaal georiënteerde wandelstok) lagere positie richting zijn eerste hogere positie worden bewogen. In wezen gebeurt dit vanzelf wanneer de eerder 15 genoemde neerwaartse beweging van de wandelstok wordt doorgezet.
Hoewel bij het neerwaarts bewegen van de wandelstok en het ten opzichte van de wandelstok omhoog bewegen van het eerste - nu achter het tafelblad gehaakte - klemoppervlak richting zijn eerste positie een kracht dient te worden uitgeoefend die tegengesteld is aan die van het 20 voorspanningselement, kan deze kracht dusdanig klein zijn dat deze gemakkelijk, óók door minder valide gebruikers, kan worden gegenereerd. Wanneer de wandelstok voldoende ver neerwaarts is bewogen, kan het tweede klemoppervlak vanuit de vierde, ingeklapte positie in de derde, uitgeklapte positie worden gescharnierd. Wat Voldoende ver’ is kan 25 afhankelijk zijn van de dikte van het tafelblad. Het tweede klemoppervlak ligt nu tegenover de onderzijde van het tafelblad en, wanneer het tafelblad wordt weggedacht, eveneens in hoofdzaak tegenover het eerste klemoppervlak. Wordt de wandelstok vervolgens behoedzaam losgelaten, dan zal het eerste klemoppervlak door het voorspanningselement worden 30 terugbewogen richting zijn tweede, lagere positie, en dus richting het 5 tweede klemoppervlak. Daarbij zal het tafelblad tussen de het eerste en het tweede klemoppervlak worden geklemd. Aldus kan de wandelstok betrouwbaar aan het tafelblad worden bevestigd, zonder het gevaar dat de stok door zijn eigen instabiliteit omvalt. Het zal duidelijk zijn dat de 5 wandelstok door het in omgekeerde volgorde doorlopen van de hierboven beschreven stappen weer van het tafelblad kan worden losgenomen.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding omvat de wandelstokhouder middelen voor het richting de derde positie bewegen van het tweede klemoppervlak wanneer het eerste klemoppervlak vanuit de 10 tweede positie richting de eerste positie wordt bewogen.
Hoewel het tweede klemoppervlak bij het parkeren van de wandelstok handmatig van de vierde, ingeklapte positie naar de derde, uitgeklapte positie kan worden bewogen gebeurt dit met het oog op het gebruiksgemak bij voorkeur automatisch. Het richting de derde positie 15 bewegen van het tweede klemoppervlak is gewenst wanneer het eerste klemoppervlak vanuit de tweede positie richting de eerste positie wordt bewogen. De middelen die de beweging van het tweede klemoppervlak beheersen kunnen divers zijn, en bijvoorbeeld veren, veerscharnieren en/of passieve koppelelementen omvatten, waarbij de koppelelementen de 20 beweging van het eerste klemoppervlak direct kunnen overbrengen op het tweede klemoppervlak.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding omvat de wandelstokhouder middelen voor het richting de vierde positie bewegen van het tweede klemoppervlak wanneer het eerste klemoppervlak richting de 25 tweede positie wordt bewogen.
Hoewel het tweede klemoppervlak bij losnemen van de geparkeerde wandelstok handmatig van de derde, uitgeklapte positie naar de vierde, ingeklapte positie kan worden bewogen gebeurt dit met het oog op het gebruiksgemak bij voorkeur automatisch. Het richting de vierde positie 30 bewegen van het tweede klemoppervlak is gewenst wanneer het eerste 6 klemoppervlak richting de tweede positie wordt bewogen. De middelen die de beweging van het tweede klemoppervlak beheersen kunnen divers zijn, en bijvoorbeeld veren, veerscharnieren en/of passieve koppelelementen omvatten, waarbij de koppelelementen de beweging van het eerste 5 klemoppervlak direct kunnen overbrengen op het tweede klemoppervlak.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is het eerste klemoppervlak en/of het tweede klemoppervlak voorzien van een deformeerbaar materiaal.
Het deformeerbare materiaal kan bewerkstelligen dat een 10 klemoppervlak optimaal contact maakt met een oppervlak van een voorwerp waaraan de wandelstokhouder wordt bevestigd. Meer contact mét betekent een betere grip óp het voorwerp, en dus een betrouwbaardere bevestiging.
Dit is in het bijzonder van belang wanneer het oppervlak van het voorwerp niet vlak maar gekromd of onregelmatig gevormd is.
15 Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is het eerste en/of het tweede klemoppervlak voorzien van een anti-slip materiaal.
Het anti-slip materiaal voorkomt dat een klemoppervlak gemakkelijk wordt verschoven ten opzichte van een oppervlak van een voorwerp waarop het aangrijpt, en verhoogt zo de betrouwbaarheid van de 20 bevestiging.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de wandelstokhouder tevens voorzien van een haak.
Niet altijd zal het klemmend bevestigen van de wandelstokhouder aan bijvoorbeeld een tafelblad de meest gewenste optie zijn om een 25 wandelstok tijdelijk te parkeren. Daarom kan de wandelstokhouder tevens worden uitgerust met een haak waaraan de wandelstokhouder, bij wijze van alternatief, kan worden opgehangen. Dit verschaft de gebruiker de keuze hoe hij de wandelstok in een gegeven situatie wil stallen. Opgemerkt zij dat de haak in veel gevallen een daadwerkelijke aanvulling vormt welke niet 30 overbodig is naast een handvat van de wandelstok. Een handvat steekt 7 doorgaans in hoofdzaak radiaal uit ten opzichte van het been van de wandelstok, en is bijgevolg onvoldoende gekromd om een stabiele ophangvoorziening te vormen.
De hiervoor genoemde en andere kenmerken en voordelen van de 5 uitvinding zullen in het navolgende nader worden toegelicht aan de hand van enkele figuren.
Beknopte figuurbeschrijving
Fig. 1 is een schematisch perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvorm van een wandelstokhouder volgens de onderhavige 10 uitvinding;
Fig. 2 illustreert schematisch hoe een van de in Fig. 1 getoonde wandelstokhouder voorziene wandelstok aan een tafelblad kan worden bevestigd; en
Fig. 3 en Fig. 4 tonen schematisch de werking van een mechanisme 15 dat het automatisch in- en uitklappen van het tweede klemoppervlak verzorgt.
Uitgebreide figuurbeschrijving
Fig. 1 is een schematisch perspectiefaanzicht van een 20 uitvoeringsvorm van een wandelstokhouder 1 volgens de onderhavige uitvinding. De wandelstokhouder 1 is gemonteerd op een wandelstok 2. Rechts in Fig. 1 zijn de wandelstok 2 en de wandelstokhouder 1 in een totaalaanzicht weergegeven; links in Fig. 1 is de wandelstokhouder 1 uitvergroot afgebeeld.
25 De wandelstokhouder 1 omvat een lichaam 4 dat met behulp van een tweetal ringen 6 aan de wandelstok 2 is bevestigd. De ringen 6 hebben een binnendiameter die overeenstemt met de dikte van de wandelstok 2. Door het gebruik van ringen 6 met verschillende diameters kan de 8 wandelstokhouder 1 op wandelstokken 2 met navenant verschillende dikten worden gemonteerd. Hierdoor is de wandelstokhouder 1 universeel toepasbaar, en kan deze na fabricage van een wandelstok 2 daarop worden aangebracht, desgewenst door een gebruiker zelf. Alternatief is het mogelijk 5 de wandelstokhouder in de wandelstok 1 te integreren, zodat het lichaam 4 is opgenomen in het been van de wandelstok 2.
Voorts omvat de wandelstokhouder 1 een wagen 8, welke wagen 8 zich van binnen het lichaam 4, via een in het lichaam voorziene gleuf 10, tot buiten het lichaam uitstrekt (zie ook Fig. 3 en Fig. 4). De wagen 8 is middels 10 een cilindervormig lichaam 22 (getoond in Fig. 3 en Fig. 4) schuifbaar in het lichaam 4 beweegbaar. Het zich aan de buitenzijde van het lichaam 4 bevindende deel van de wagen 8 omvat aan een bovenzijde een haak 12, met behulp waarvan de wandelstok 2 kan worden opgehangen, bijvoorbeeld aan een deurkruk, een stoel of een ander meubel. Aan een onderzijde is het zich 15 buiten het lichaam 4 bevindende deel van de wagen 8 voorzien van een boogvorm 16 die eindigt in een gevorkt onderdeel 14. Een onderzijde van dit gevorkte onderdeel 14 vormt het eerste klemoppervlak 15 van de wandelstokhouder 1.
Aan de hand van Fig. 2 zal de werking en het gebruik van de 20 wandelstokhouder 1 schematisch nader worden toegelicht. Fig. 2 toont, van links naar rechts vier stadia in het proces van bevestiging van een van een wandelstokhouder 1 voorziene wandelstok 2 aan een tafelblad 20. De vier stadia zijn achtereenvolgens aangeduid met de letters A, B, C en D.
Stadium A toont hoe het eerste klemoppervlak 15, voorzien aan de 25 onderzijde van onderdeel 14, in contact wordt gebracht een bovenzijde 20a van een tafelblad 20. Dit kan zonder acht te slaan op het tweede klemoppervlak 17, dat zich op dit moment nog in zijn vierde, ingeklapte positie bevindt en dus nog niet in contact kan komen met het tafelblad 20. Het in contact brengen van het eerste klemoppervlak 15 met de bovenzijde 30 20a van het tafelblad 20 kan hierdoor in een vloeiende, neerwaartse 9 beweging van de wandelstok 2 worden bewerkstelligd. Het eerste klemoppervlak 15 kan als geheel, in één ogenblik, contact maken met de tafel 20, en behoeft daarna niet meer over de bovenzijde 20a van het tafelblad verschoven te worden, zoals hierna duidelijk zal worden. Hierdoor 5 worden krassen en deuken op/in de tafel 20 voorkomen.
Stadium B toont hoe de genoemde neerwaartse beweging van de wandelstok 2 wordt doorgezet. Hierdoor wordt de wagen 8, daarbij geleid door het lichaam 4, ten opzichte van de wandelstok 2 omhoog geduwd. Met de wagen 8 verplaatst het aan de onderzijde daarvan voorziene eerste 10 klemoppervlak 15 zich, vanuit de tweede positie, richting de eerste positie.
Stadium C toont het moment waarop de wandelstok 2 zover neerwaarts is bewogen, dat de plaat 18 ongehinderd naar buiten het lichaam 4 kan worden gekanteld. Door het uitklappen van de plaat 18 komt de bovenzijde daarvan, corresponderend met het tweede klemoppervlak 17 15 van de wandelstokhouder 1, tegenover de onderzijde 20b van het tafelblad 20 te liggen. Hoe ver de wandelstok 2 naar beneden dient te worden bewogen om het vrij uitklappen van de plaat 18 mogelijk te maken zal afhangen van de dikte van het tafelblad 20. Wordt de wandelstok 2 rustig losgelaten uit de in stadium C getoonde positie, dan zal de wagen 8, en 20 daarmee het eerste klemoppervlak 15, door een voorspanningselement (niet getoond) worden terugbewogen richting zijn tweede, lagere positie, en dus richting het tweede klemoppervlak 17 dat is voorzien aan een bovenzijde van de nu uitgeklapte plaat 18. Daarbij zal het tafelblad 20 tussen het eerste 15 en het tweede klemoppervlak 17 worden geklemd, zodanig dat het 25 eerste klemoppervlak 15 contact maakt met de bovenzijde 20a van het tafelblad 20, en het tweede klemoppervlak 17 contact maakt met de onderzijde 20b van het tafelblad 20. Stadium D toont deze situatie. Aldus kan de wandelstok 2 betrouwbaar aan het tafelblad 20 worden bevestigd, zonder het gevaar dat de stok door zijn eigen instabiliteit omvalt. Het zal 30 duidelijk zijn dat de wandelstok 2 door het in omgekeerde volgorde 9 10 doorlopen van de hierboven beschreven stappen weer van het tafelblad 20 kan worden losgenomen.
Fig. 3 en Fig. 4 tonen schematisch de werking van een mechanisme dat het automatisch in- en uitklappen van het tweede klemoppervlak 17 5 verzorgt. Fig. 3 toont de wandelstokhouder 1 in een toestand die correspondeert met die van stadium A van Fig. 2, terwijl Fig. 4 de wandelstokhouder 1 toont in een toestand die correspondeert met die van stadium D van Fig. 2. In Fig. 3 en Fig. 4 is het lichaam 4 van de wandelstokhouder 1 doorzichtig weergegeven teneinde het te bespreken 10 mechanisme zichtbaar te maken.
In Fig. 3 en Fig. 4 is zichtbaar dat de wagen 8 een cilindervormig deel 22 omvat dat zich binnen het lichaam 4 bevindt. Het cilindervormig deel 22 is binnen het lichaam 4 op en neer beweegbaar, waarbij het lichaam 4 ten opzichte van het cilindervormige deel 22 dienst doet als geleider. Op 15 het cilindervormige deel 22 grijpt een niet getoond voorspanningselement — bijvoorbeeld een mechanische veer - aan, die enerzijds met het cilindervormige deel 22 en anderzijds met het lichaam 4 verbonden is. Het voorspanningselement is ingericht om het cilindervormige deel 22, en daarmee de hele wagen 8, steeds naar beneden te drijven, d.w.z. naar de 20 positie die de wagen inneemt in Fig. 3. In deze positie van de wagen 8 bevindt het eerste klemoppervlak 15, voorzien aan de onderzijde van onderdeel 14, zich in de tweede positie. Aan een onderzijde van het cilindervormig deel 22 is voorts een stootelement 24 voorzien, waarvan de functie verderop zal worden toegelicht. Het moge duidelijk zijn dat het 25 cilindervormige deel 22 via de gleuf 10 in lichaam 4 verbonden is met de in Fig. 1 zichtbare onderdelen van de wagen 8, zoals de haak 12, de boogvorm 16, en het onderdeel 14. Eveneens zichtbaar in Fig. 3 en Fig. 4 is hoe de plaat 18 middels een veerscharnier 26 met het lichaam 4 is verbonden. Het veerscharnier 26 is in de plaat 18 geïntegreerd, en staat onder een zodanige 30 voorspanning dat de plaat 18 steeds richting de uitgeklapte toestand - 11 getoond in Fig. 4 - wordt gedreven. Aan een zijde tegenover de zijde die plaat 18 inneemt ten opzichte van het veerscharnier 26 bevindt zich een plaatdeel 19, dat star met plaat 18 is verbonden.
De werking van het mechanisme is als volgt. Wanneer het eerste 5 klemoppervlak 15 op bijvoorbeeld een bovenzijde 20a van een tafelblad 20 wordt geplaatst (stadium A in Fig. 2), en het met een wandelstok 2 verbonden lichaam 4 naar beneden wordt bewogen (stadium B in Fig. 2), zal de wagen 8 ten opzichte van de wandelstok 2 omhoog bewegen. In Fig. 3 betekent dit dat het cilindervormige lichaam 22 binnen het lichaam 4 10 omhoog beweegt. Door deze onderlinge beweging van de wagen 8 en het lichaam 4 beweegt ook het stootlichaam 24 omhoog. Het door het veerscharnier 26 tegen het stootlichaam 24 gedrongen plaatdeel 19 - dat star verbonden is met plaat 18 - zal hierdoor kantelen. Naarmate het stootlichaam 24 ten opzichte van het lichaam 4 verder omhoog beweegt 15 kantelt dus ook plaat 18 meer naar buiten, richting de uitgeklapte positie die is getoond in Fig. 4. Aldus wordt het tweede klemoppervlak 17 dat is voorzien aan een zijde van plaat 18 richting de derde positie bewogen.
Vanzelfsprekend kantelt de plaat 18 slechts wanneer deze niet wordt belemmerd door het zich onder het eerste klemoppervlak 15 20 bevindende tafelblad. Het kantelen van de plaat 18 kan daarom in een praktische situatie ineens geschieden, waarbij het tweede klemoppervlak 17 niet gradueel maar ineens vanuit de vierde in de derde positie wordt gedreven. Het klik-geluid dat hierbij vrijkomt kan voor de gebruiker het signaal zijn dat de wandelstokhouder 1 gereed is om het tafelblad 20 aan te 25 grijpen.
Wordt de wandelstokhouder 1 losgenomen van het tafelblad 20, dan zal het voorspanningselement de wagen 8 terugdrijven naar de in Fig. 3 getoonde uitgangspositie. Daarbij zal het stootlichaam 24 contact maken met het plaatdeel 19, en dit plaatdeel, tezamen met de ermee verbonden 30 plaat 18, tegen de voorspanning van het veerscharnier 26 in, terugkantelen 12 in de uitgangspositie. Het gevorkte onderdeel 14 en de boogvorm 16, maken een onbelemmerde terugkeer van de plaat 18 in de uitgangspositie van Fig. 3 mogelijk.
Hoewel in het voorgaande de onderhavige uitvinding is toegelicht 5 aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden dient te worden opgemerkt dat de uitvinding niet tot deze uitvoeringsvoorbeelden is beperkt. Door een vakman kunnen verschillende aanpassingen en wijzigingen op de besproken uitvoeringsvoorbeelden worden aangebracht zonder dat hierdoor de gedachte en het bereik van de uitvinding, zoals neergelegd in de 10 hiernavolgende conclusies, wordt verlaten. In het bijzonder kunnen daarbij verschillende hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden gecombineerd tot nieuwe uitvoeringsvormen.
1035988

Claims (9)

1. Wandelstokhouder (1), omvattende: - een lichaam (4); - een eerste klemoppervlak (15) dat schuifbaar verbonden is met het lichaam en dat beweegbaar is tussen een eerste positie en een tweede 5 positie; - een tweede klemoppervlak (17) dat scharnierbaar verbonden is met het lichaam en dat beweegbaar is tussen een derde positie en een vierde positie; en - een voorspanningselement dat is ingericht om het eerste 10 klemoppervlak richting de tweede positie te drijven, waarbij het eerste klemoppervlak en het zich in de derde positie bevindende tweede klemoppervlak in hoofdzaak tegenover elkaar liggen, in welke toestand de beide klemoppervlakken door althans de werking van het voorspanningselement richting elkaar worden gedreven. 15
2. Wandelstokhouder volgens conclusie 1, omvattende middelen (26) voor het richting de derde positie bewegen van het tweede klemoppervlak (17) wanneer het eerste klemoppervlak (15) vanuit de tweede positie richting de eerste positie wordt bewogen. 20
3. Wandelstokhouder volgens conclusie 1 of 2, omvattende middelen (24, 19) voor het richting de vierde positie bewegen van het tweede klemoppervlak (17) wanneer het eerste klemoppervlak (15) richting de tweede positie wordt bewogen. 25 1 03 59 88
4. Wandelstokhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tweede klemoppervlak (17) in de vierde positie althans gedeeltelijk is op genomen in het lichaam (4).
5. Wandelstokhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste klemoppervlak (15) en/of het tweede klemoppervlak (17) is voorzien van een deformeerbaar materiaal.
6. Wandelstokhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 10 het eerste klemoppervlak (15) en/of het tweede klemoppervlak (17) is voorzien van een anti-slip materiaal.
7. Wandelstokhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de wandelstokhouder is voorzien van een haak (12). 15
8. Wandelstokhouder volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van ten minste een ring (6) voor het daarin opnemen van een wandelstok (2).
9. Wandelstok voorzien van een wandelstokhouder (1) volgens een der voorgaande conclusies. 1035988
NL1035988A 2008-09-26 2008-09-26 Wandelstokhouder. NL1035988C (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035988A NL1035988C (nl) 2008-09-26 2008-09-26 Wandelstokhouder.
PCT/NL2009/050576 WO2010036112A2 (en) 2008-09-26 2009-09-25 Walking stick holder

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035988A NL1035988C (nl) 2008-09-26 2008-09-26 Wandelstokhouder.
NL1035988 2008-09-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1035988C true NL1035988C (nl) 2010-03-29

Family

ID=40578879

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1035988A NL1035988C (nl) 2008-09-26 2008-09-26 Wandelstokhouder.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1035988C (nl)
WO (1) WO2010036112A2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9596912B2 (en) * 2015-02-08 2017-03-21 Jerome E Sacks T-handle folding cane with unobtrusive table clamp
USD831329S1 (en) 2016-06-07 2018-10-23 Jose Barahona Storage and retrieval unit for walking cane

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5046693A (en) * 1990-09-26 1991-09-10 Browne William A Microphone stand coupler
US5573025A (en) * 1995-11-13 1996-11-12 Atlas; Gerald D. Cane with engaging member
DE20018306U1 (de) * 2000-10-26 2001-06-07 Schroth Wilfried Gehstock und Waffenhalter

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5046693A (en) * 1990-09-26 1991-09-10 Browne William A Microphone stand coupler
US5573025A (en) * 1995-11-13 1996-11-12 Atlas; Gerald D. Cane with engaging member
DE20018306U1 (de) * 2000-10-26 2001-06-07 Schroth Wilfried Gehstock und Waffenhalter

Also Published As

Publication number Publication date
WO2010036112A2 (en) 2010-04-01
WO2010036112A3 (en) 2010-08-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6196512B1 (en) Book stand
US2359016A (en) Article handling apparatus
US20100187063A1 (en) Laptop tray for roll-aboard luggage
FR2975895A1 (fr) Vehicule a au moins trois points d'appui stable sur le sol
NL1035988C (nl) Wandelstokhouder.
US20070176524A1 (en) Storage system with storage container and supporting framework
US20080060562A1 (en) Extendable assembly for supporting sofa table
US20040222177A1 (en) Vertically moving rack
AU2011326577A1 (en) Folding table transportation and storage system
US6796564B2 (en) Table dolly
WO2017031626A1 (en) Balancing structures
US8844948B1 (en) Shopping cart crutch assembly
US4758007A (en) Shopping cart stepladder
CN210249413U (zh) 折叠杯架
GB2392417A (en) Trolley
NL8201620A (nl) Strijkinrichting.
FR2822103A1 (fr) Table de peinture a positions multiples
WO2017187094A1 (fr) Systeme a tablette pour fauteuil roulant, et fauteuil roulant equipe d'un tel systeme
EP0739805A1 (fr) Chariot de libre-service
CH633996A5 (en) Supplementary device for movement members
NL1005513C2 (nl) Montagehulp voor een fiets.
CN211269635U (zh) 一种基于红外感应识别的计算机配件展销装置
EP3653170B1 (fr) Table elevatrice
EP0686009B1 (fr) Table de travail
FR2850002A1 (fr) Structure modulable pour l'installation d'etageres suspendues ou elements supports analogues

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20120412