NL1035596C2 - Ophanginrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Ophanginrichting

De uitvinding heeft betrekking op een ophanginrichting voor tekst en/of afbeeldingen met een 5 in hoofdzaak driehoekig bevestigingsdeel met een zich vanaf een in hoofdzaak horizontale rand van het bevestigingsdeel uitstrekkende doorzichtige hoes uit een flexibel materiaal, met twee langsranden en een onderrand, welke hoes is voorzien van een opneemsleuf voor het opnemen van een afbeelding en van afdekmiddelen voor het afdekken van de opneemsleuf.

Een dergelijke ophanginrichting is bekend uit Gebrauchsmuster G 93 05 267.7 waarin 10 een vlag wordt omschreven waarbij in de doorzichtige hoes afbeeldingen kunnen worden geplaatst, welke hoes via een stok of mast aan een gevel kan worden bevestigd ten behoeve van reclame uitingen. De vlag is bestemd voor het geven van informatie aan zich in de nabijheid bevindende personen.. De sleuf waarin de verwisselbare afbeelding wordt aangebracht is afsluitbaar via een flap.

15 De bekende ophanginrichting heeft als nadeel dat de verwisselbare afbeelding niet op gemakkelijke wijze in de hoes kan worden opgenomen en dat de flap vocht kan doorlaten waardoor de afbeelding in de hoes kan vervormen of waardoor zich condens aan de binnenzijde van de hoes kan afzetten.

De middenstand heeft voor het adverteren van reclame of het onder de aandacht van 20 het publiek brengen van een aanbieding tevens de beschikking over onder andere borden die op een trottoir kunnen worden neergezet. Deze borden kunnen allerlei vormen en afmetingen hebben, maar voor het neerzetten is een gemeentelijke vergunning noodzakelijk. In de regel worden deze voorzieningen door het winkelende publiek als belemmerend voor de doorgang ervaren.

25 Uit het Japanse octrooischrift JP 2005141097 is een uithanginrichting bekend voor een banier, bestaande uit een doorzichtige hoes waar een poster of afbeelding in geschoven kan worden, waarna de uithanginrichting met een koker langs de lange zijde van de hoes op een schuinstaande stok of mast wordt geschoven.

in deze stand van de techniek zijn speciale maatregelen nodig, zoals de toepassing 30 van een stijf materiaal voor de hoes, of andere verstijvingsmiddelen zoals steunarmen, om te voorkomen dat de hoes plooit, waardoor de poster of afbeelding die zich in de hoes bevindt, niet goed kan worden waargenomen en eventuele teksten daarop niet kunnen worden gelezen.

De uitvinding beoogt bovengenoemde nadelen op te heffen. De uitvinding beoogt met 35 name een ophanginrichting te verschaffen waarmee op gemakkelijke wijze een afbeelding en/of tekst kan worden uitgewisseld. Het is tevens een doel van de uitvinding te voorzien in 1035596 - 2 - een ophanginrichting waarbij de afbeelding op vochtbestendige wijze in de doorzichtige hoes kan worden opgenomen.

Hiertoe heeft een ophanginrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de 5 opneemsleuf is aangebracht langs ten minste een van de langsranden en/of langs de onderrand en is voorzien van hersluitbare verbindingsmiddelen die randen van de sleuf onderling op waterdichte wijze verbindt.

Doordat de opneemsleuf niet langs de bovenzijde, maar langs een vrije omtrekszijde 10 van de hoes is aangebracht, wordt vrije toegang tot de hoes verkregen en wordt het inbrengen niet gehinderd door een zich langs het bevestigingsdeel uitstrekkende ophangmast. Verder wordt de weerbestendigheid vergroot door verbinding van de randen via de losneembare afsluiting op die positie waar de kans op het binnendringen van vocht het geringst is, dat wil zeggen, langs de langsranden en/of de onderrand van de hoes.

15

De verbindingsmiddelen kunnen op voordelige wijze worden uitgevoerd als een langs een eerste rand van de sleuf aangebracht hol profiel alsmede een langs een tweede rand van de sleuf aangebracht uistekend profiel dat klemmend in het holle profiel kan worden opgenomen. Dergelijke profielen zijn algemeen bekend uit de verpakkingsindustrie en 20 worden toegepast voor het sluiten van kunststof zakken. Een geschikt profiel is bijvoorbeeld beschreven in US 2005/0244083.

In een verdere uitvoeringsvorm is voorzien in een langs de sleuf verplaatsbaar klemorgaan waartussen de profieldelen kunnen worden opgenomen voor het verplaatsen van 25 het uitstekende profiel in het holle profiel en voor verwijdering daaruit, door verschuiven van het klemorgaan langs de profieldelen. Een dergelijke “slide zipper' waarborgt een gemakkelijk openen en sluiten en bewerkstelligt een vochtbestendige afdichting.

In een verdere uitvoeringsvorm is het afbeeldingsdeel langs de bovenrand voorzien 30 van bevestigingsmiddelen voor losneembare verbinding van het afbeeldingsdeel met het bevestigingsdeel. Door het losnemen van het afbeeldingsdeel van het bevestigingsdeel, kan het laatstgenoemde aan de gevel bevestigd blijven, terwijl op een andere positie of locatie de afbeelding in het afbeeldingsdeel kan worden vervangen.

35 Met deze uitvoeringsvorm is het tevens mogelijk om een niet in een hoes geplaatste afbeelding uit te wisselen met het bevestigingsdeel. Het bevestigingsdeel kan uit duurzaam en weerbestendig materiaal zijn uitgevoerd, en kan zijn voorzien van een hoogwaardige - 3 - opdruk of andere hoogwaardige materialen. Het afbeetdingsdeel, dat kan een opdruk op doek of kunststof kan omvatten, kan telkens worden uitgewisseld al naar gelang de boodschap die wordt overgebracht varieert.

Het ophangdeel kan van een flexibel of van een stijf materiaal zijn vervaardigd. Een 5 voorbeeld van een flexibel materiaal is zeildoek. Een voorbeeld van een stijf materiaal is een kunststof plaatmateriaal. Oe toepassing van het driehoekige ophangdeel voorkomt dat de -in een praktische uitvoering flexibele - rechthoekige hoes plooit als gevolg van de zwaartekracht wanneer deze aan een schuinstaande vlaggenmast of vlaggenstok wordt opgehangen.

10 In een uitvoeringsvorm van de vlag volgens de onderhavige uitvinding omvatten de ophangmiddelen ten minste twee koorden die nabij de einden van de schuine zijde van het ophangdeel zijn aangebracht. De koorden maken een eenvoudige bevestiging van de vlag aan een vlaggenmast of vlaggenstok mogelijk.

In een andere uitvoeringsvorm van de vlag volgens de onderhavige uitvinding 15 omvatten de ophangmiddelen een langwerpige koker die is bestemd voor het opnemen van een deel van de vlaggenstok, welke koker langs de schuine zijde van het ophangdeel is aangebracht. De koker omvat twee tegenover elkaar liggende einden omvat, waarbij ten minste één einde open is voor het doorlaten van de vlaggenstok. Indien de koker één open einde en een gesloten einde heeft, kan de koker aan het open einde daarvan over een 20 uiteinde van een vlaggenmast of vlaggenstok worden geschoven (waarbij de gebruikelijke knop aan het einde van de vlaggenmast of vlaggenstok kan ontbreken) totdat het einde van de vlaggenmast of vlaggenstok tegen het gesloten einde van de koker stuit. Indien de koker twee tegenover elkaar liggende open uiteinden heeft, kan de koker aan een open einde daarvan over een uiteinde van een vlaggenmast of vlaggenstok worden geschoven (waarbij 25 de gebruikelijke knop aan het einde van de vlaggenmast of vlaggenstok kan ontbreken) totdat de koker geheel over de vlaggenmast of vlaggenstok is geschoven, en de vlaggenmast of vlaggenstok aan beide einden uit de koker steekt. Om verder schuiven van de koker over de vlaggenmast of vlaggenstok te voorkomen kan de koker op een geschikte wijze worden vastgezet ten opzichte van de vlaggenmast of vlaggenstok, bijvoorbeeld 30 mechanisch (spijker, schroef) of op basis van wrijving.

In een uitvoeringsvorm van de vlag volgens de onderhavige uitvinding is het ophangdeel ondoorzichtig. Het ophangdeel kan aldus worden voorzien van een bedrukking met willekeurige tekens.

In een uitvoeringsvorm van de vlag volgens de onderhavige uitvinding omvat de hoes 35 aan één of meer randen een opening voor het aanbrengen van de poster of afbeelding. De plaats van de opening wordt bij voorkeur zodanig gekozen dat op de vlag terechtkomend vocht, zoals regen, niet direct in het inwendige van de hoes terecht kan komen, en daarbij de - 4 - integriteit van de poster of afbeelding aantast. Indien om praktische redenen een opening op een andere plaats wordt gekozen, of wanneer vochtindringing in de hoes zoveel mogelijk moet worden voorkomen, voorziet men de opening van de hoes van een lucht- en/of vochtdichte sluiting.

5 In een uitvoeringsvorm van de vlag volgens de onderhavige uitvinding bedraagt een hoek tussen de rechte zijde en de schuine zijde van het ophangdeel tussen 20 graden en 70 graden, of meer in het bijzonder in hoofdzaak 45 graden. Een en ander wordt in hoofdzaak bepaald door de oriëntatie van de vlaggenmast of vlaggenstok waarmee de vlag een samenstel dient te vormen. Daarbij is een hoek tussen de rechte zijde en de schuine zijde 10 van het ophangdeel in hoofdzaak gelijk aan een hoek waaronder de vlaggenstok ten opzichte van een verticaal wordt opgesteld.

De hoes kan langs een eerste zijde van de opneemsleuf zijn voorzien van een lip die over de afsluitmiddelen aan een tweede zijde van de opneemsleuf tegen de hoes kan worden 15 bevestigd voor het verminderen van de krachten op de afsluitmiddelen. De flap kan door middel van een strook klittenbandmateriaal (haakvormig of lusvormig) worden bevestigd aan de hoes waarop een strook contra-klittenbandmateriaal is bevestigd. Hierdoor kunnen krachten die worden opgewekt door wind en wapperen van de hoes worden opgenomen zodat de afsluitmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van een rits, niet zodanig worden belast dat 20 zij open springen. Daarnaast biedt de flap ook bescherming tegen doorlekken van de afsluitmiddelen. Verder kan in geval van een defecte rits de afsluitfunctie door de flap worden overgenomen, zodat de hoes gewoon kan blijven functioneren.

De onderhavige uitvinding zal aan de hand van de volgende figuren nader worden 25 toegelicht.

Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvorm van de vlag volgens de uitvinding aan een vlaggenstok,

Figuur 2 toont schematisch een andere uitvoeringsvorm van de vlag volgens de uitvinding aan een vlaggenstok, 30 Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm waarbij de verbindingsmiddelen langs een zijrand van de hoes zijn aangebracht,

Fig. 4 toont schematisch een dwarsdoorsnede van de profteldelen en een klemorgaan volgens een uitvoeringsvorm van de verbindingsmiddelen en

Fig. 5 toont een uitvoeringsvorm waarbij een afbeeldingsdeel in zijn geheel langs de 35 bovenrand van het bevestigingsdeel losneembaar is.

In de verschillende figuren hebben gelijke verwijzigingscijfers betrekking op gelijke onderdelen, of op onderdelen met een soortgelijke functie.

- 5 -

Zoals figuur 1 illustreert, omvat een reclamevlag 1 een hoes 2 van een doorzichtige folie, die flexibel kan zijn, en waarin een poster of affiche of dergelijke kan worden geschoven, en een ophangdeel 3. Voor het uitsteken van de vlag 1 aan een gevel wordt gebruik gemaakt van een vlaggenstok 6 die is gestoken in een bekende vlaggenstokhouder 5 7. Het bovenste deel van de vlag of het ophangdeel 3 is in hoofdzaak driehoekig, en bestaat uit stevig constructiedoek, zoals bijvoorbeeld zeildoek, waaraan langs de lange onderzijde (een rechte zijde van de driehoek) de transparante hoes 2 is bevestigd. Door deze driehoekige vorm van het ophangdeel 3 hangt de hoes 2 in hoofdzaak verticaal, van de gevel af, en is de informatie in de hoes 2 daardoor goed leesbaar. Het ophangdeel kan zijn bedrukt 10 met verschillende tekens, zoals een tekst, een logo, en dergelijke. De vlag 1 is met behulp van koorden 4 aan de vlaggenstok 6 bevestigd.

In de uitvoeringsvorm die is geïllustreerd in figuur 2 is het ophangdeel 3 langs de schuine zijde daarvan voorzien van een koker 5, die over de vlaggenstok 6 wordt geschoven. De koker 5 kan aan een binnenzijde zijn voorzien van ringen of een bus die niet 15 verschuifbaar in de koker zijn opgenomen. Hierdoor blijft de koker vrij roteerbaar om de vlaggenstok 6 en komt deze niet vast te zitten indien de hoes door de wind rondom de vlaggenstok 6 wondt gedraaid. Hierdoor wordt voorkomen dat de hoes zich onder de invloed van de wind rondom de stok 6 draait.

Om te voorkomen dat de vlag 1 naar beneden zakt, is het hoogstgelegen einde van 20 de koker 5 dicht. Het van de vlaggenstokhouder 7 afgekeerde uiteinde van de vlaggenstok 6 is in dit geval niet voorzien van de gebruikelijke (oranjekleurige) knop of bal. Het voomoemde einde van de koker 5 kan ook open zijn, waarbij de koker 5 op de vlaggenstok 6 wordt vastgezet om te voorkomen dat de vlag 1 naar beneden zakt.

De transparante hoes 2 heeft de maat van een standaard affiche, bijvoorbeeld A0-25 formaat of A1-formaat of dergelijke, maar kan ook vierkant van vorm zijn.

De transparante hoes 2 kan aan één, twee of drie zijden (zijkanten en/of onderkant) zijn voorzien van een opening om de affiche er gemakkelijk, zonder te beschadigen, in te kunnen schuiven. Om te voorkomen dat er aan de binnenzijde van de hoes 2 condens optreedt, is de hoes 2 voorzien van een lucht- en/of vochtdichte sluiting.

30 In fig. 3 wordt een ophanginrichting 9 getoond met een driehoekig bevestigingsdeel 10 dat is verbonden met een drager, zoals een mast 11 die onder een hoek tussen 20° en 70°, bij voorkeur ca. 45° met een verticale wand 12 is verbonden. Een doorzichtige hoes 13 is met een bovenrand 14 verbonden met het bevestigingsdeel 10. Langs de langsrand 16 en onderrand 17, zijn de voorzijde en achterzijde van de doorzichtige hoes 13 door een smelt- of 35 hechtnaad met elkaar verbonden. Aan de langszijde 15 van de hoes 13 bevindt zich een opneemsleuf waardoorheen een afbeelding in de hoes 13, tussen de voorzijde en de - 6 - achterzijde daarvan kan worden aangebracht. Langs de langszijde 15 bevinden zich verbindingsmiddelen 19, zoals nader geïllustreerd in fig. 5.

Zoals blijkt uit Fig. 5 omvtten de verbindingsmiddelen 19 een langs de opneemsleuf 18 5 tussen een voorste vel 20 en een achterste vel 21 van de hoes 13 gelegen hol profieldeel 23 en een daar onder elastische vervorming klemmend in passend complementair profieldeel 24. Een klemorgaan 25 kan langs de profieldelen 23,24, uit het vlak van tekening worden verschoven om de profieldelen 23, 24 onderling te verbinden of vrij te geven. Een geschikte uitvoering van de profieldelen 23, 24 en klemorgaan 25 zijn bijvoorbeeld beschreven in 10 EP-A-1 279 612.

Het is eveneens mogelijk om de profieldelen 23, 24 uit te voeren zonder klemorgaan 25, zoals bijvoorbeeld beschreven in US-A- 2005/0244083. In plaats van onderlinge verbinding van het voorste vel 20 en achterste vel 21 van de hoes 13 door de verbindingsmiddelen 19, 15 kan de opneemsleuf 18 zijn aangebracht in één van de vellen 20 of 21, waarbij de voorste en het achterste vellen 20, 21 langs hun omtreksranden 15,16,17 onderling permanent zijn verbonden.

In de uitvoeringsvorm volgens Fig. 6, is ophanginrichting 29 getoond met een 20 afbeeldingsdeel 30 dat via verbindingsmiddelen 31 langs een bovenrand 14 van het afbeeldingsdeel losneembaar is verbonden met het bevestigingsdeel 10. Het afbeeldingsdeel 30 kan een ondergrond omvatten uit doek, papier of kunststof of een laminaat daarvan, met een permanente opdruk, of kan een hoes 13 met verbindingsmiddelen 19 volgens fig. 3 omvatten.

25 30 1035596

Claims (10)

1. Ophanginrichting (1,9) voor tekst en/of afbeeldingen met een in hoofdzaak driehoekig bevestigingsdeel (3,10) met een en zich vanaf een in hoofdzaak horizontale rand (14) van het bevestigingsdeel (3,10) uitstrekkende doorzichtige hoes (2,13) uit een flexibel materiaal, met twee langsranden (15,16) en een onderrand (17), welke hoes (2,13) is voorzien van een 5 opneemsteuf (18) voor het opnemen van een afbeelding en van afsluitmiddelen (19) voor het afsluiten van de opneemsleuf, met het kenmerk, dat de opneemsleuf is aangebracht langs ten minste een van de langsranden (15,16) en/of langs de horizontale rand (14) of langs de onderrand (17) en is voorzien van hersluitbare verbindingsmiddelen (19) die randen van de opneemsleuf (18) onderling op waterdichte wijze verbindt. 10

2. Ophanginrichting (1,9) volgens conclusie 1, waarbij de verbindingmiddelen (19) een langs een eerste rand van de sleuf aangebracht hol profiel (23) omvatten alsmede een langs een tweede rand van de sleuf aangebracht uistekend profiel (24) dat klemmend in het holle profiel kan worden opgenomen. 15

3. Ophanginrichting (1,9) volgens conclusie 2, waarbij is voorzien in een langs de sleuf (18) verplaatsbaar klemorgaan (25) waartussen de profieldelen (23,24) kunnen worden opgenomen voor het verplaatsen van het uitstekende profiel (24) in het holle profiel (23) en voor verwijdering daaruit, door verschuiven van het klemorgaan langs de profielen (23,24). 20

4. Ophanginrichting (1,9) volgens conclusie 1,2 of 3, waarbij de verbindingsmiddelen (19) zich langs de onderrand (17) en ten minste een van de langsranden (15,16) uitstrekken.

5. Ophanginrichting (1,9) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoes 25 (2,13) langs de horizontale rand (14) is voorzien van bevestigingsmiddelen (19) voor losneembare bevestiging van de hoes aan het bevestigingsdeel (3,10).

6. Ophanginrichting (29) voor afbeeldingen met een in hoofdzaak driehoekig bevestigingsdeel (10) met een zich vanaf een in hoofdzaak horizontale rand (14) van het 30 bevestigingsdeel (10) uitstrekkende afbeeldingsdeel (30), met het kenmerk, dat het afbeeldingsdeel (30) langs de bovenrand (14) is voorzien van bevestigingsmiddelen (31) voor losneembare bevestiging van het afbeeldingsdeel (30) aan het bevestigingsdeel (10). 1035596 - 8 -

7. Ophanginrichting (1,9,30) volgens conclusie 5 of 6, waarbij het bevestigingsdeel (10) is voorzien van een afbeelding.

8. Ophanginrichting (29) volgens conclusie 6, waarbij de verbindingmiddelen (31) een 5 langs een eerste rand van het bevestigingdeel (10) of het afbeeldingsdeel (30) aangebracht hol profiel (23) omvatten alsmede een langs een tweede rand van het bevestigingdeel (10) of het afbeeldingsdeel (30) aangebracht uistekend profiel (24) dat klemmend in het holle profiel kan worden opgenomen.

9. Ophanginrichting (29) volgens conclusie 8, waarbij is voorzien in een langs de profielen (23,24) verplaatsbaar klemorgaan (25) waartussen de profielen (23,24) kunnen worden opgenomen voor het verplaatsen van uitstekende profiel in het holle profiel en voor verwijdering daaruit, door verschuiven van het klemorgaan langs de profieldelen.

10. Ophanginrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoes (2,13) langs een eerste zijde van de opneemsleuf (18) is voorzien van een lip die over de afsluitmiddelen (19) aan een tweede zijde van de opneemsleuf (18) tegen de hoes kan worden bevestigd voor het verminderen van de krachten op de afsluitmiddelen (19). 1035596