NL1035342C2

NL1035342C2 - Creel system for delivering thread or yarn to processing device i.e. tufting machine, has support element provided with holder for holding stock wire, and transport system for feeding yarn from holder to tufting machine

Info

Publication number: NL1035342C2
Application number: NL1035342A
Authority: NL
Inventors: Berend Siebert; Egbert Eddie Van De Wetering
Original assignee: Edel Grass B V
Priority date: 2008-04-24
Filing date: 2008-04-24
Publication date: 2009-10-27

Abstract

The system (28) has a support element provided with a holder for holding a fiber wire (12). A transport system is provided for feeding the yarn from the holder to a tufting machine (4) in a yarn processing facility, where the support element is provided with bearings. An independent claim is also included for a method for delivering yarn or thread to a processing device i.e. tufting machine.

Description

Creelsysteem, tuftmachine voorzien van een creelsysteem en werkwijze daarvoorCreation system, tufting machine with a creeling system and method for this

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 creelsysteem voor het aanvoeren van draad of garen naar een verwerkende inrichting en meer in het bijzonder naar een tuftmachine.The present invention relates to a creper system for feeding thread or yarn to a processing device and more particularly to a tufting machine.

Uit de praktijk bekende creelsystemen omvatten een gestel waarop een houder met een tweetal verende pennen is 10 voorzien. Op deze houders of pennen kunnen bobijnen, dat wil zeggen een rol of klos waarop vezelmateriaal in de vorm van een draad is gewikkeld, worden geplaatst. Het vezelmateriaal of de draad wordt vanaf deze bobijnen afgewikkeld en getransporteerd naar een verwerkende inrichting. Een 15 dergelijke verwerkende inrichting betreft bijvoorbeeld een zogeheten tuftmachine. Hierin wordt het vezelmateriaal aangebracht in een doek, zodanig dat bijvoorbeeld een tapijt of kunstgras wordt verkregen. De in de praktijk gehanteerde bobijnen hebben een gewicht van zo'n 6,5 kilogram. De 20 bobijnen dienen tijdig verwisseld te worden om stilstand van de machine zo veel mogelijk te voorkomen. In de praktijk wordt hiertoe veel gebruik gemaakt van dubbele houders zodat, net voor het opraken van het vezelmateriaal op een rol, een bobijn alvast op een naast gelegen houder geplaatst 25 kan worden. Gezien het grote aantal bobijnen dat in een relatief kort tijdsbestek verwisseld dient te worden gaat een dergelijke verwisseling in de praktijk veelal gepaard met een relatief lange stilstand van de installatie. Tevens dienen de bobijnen in een relatief kort tijdsbestek 30 geplaatst te worden. Deze plaatsing is gezien het gewicht van de bobijnen een vrij zware handeling wat leidt tot een fysieke belasting voor degene die deze wisseling uit dienen te voeren.Creation systems known from practice comprise a frame on which a holder with two resilient pins is provided. Bobbins, i.e. a roll or spool on which fiber material in the form of a thread is wound, can be placed on these holders or pins. The fiber material or thread is unwound from these bobbins and transported to a processing device. Such a processing device relates, for example, to a so-called tufting machine. Herein, the fiber material is applied in a cloth such that, for example, a carpet or artificial grass is obtained. The coils used in practice have a weight of around 6.5 kilograms. The 20 coils must be changed in time to prevent the machine from standing still as much as possible. In practice, double containers are used for this purpose so that, just before the fiber material runs out on a roll, a bobbin can already be placed on an adjacent container. In view of the large number of coils that must be changed in a relatively short period of time, such a change is in practice often accompanied by a relatively long standstill of the installation. The coils must also be placed in a relatively short period of time. In view of the weight of the coils, this placement is a fairly heavy operation, which leads to a physical load for those who have to carry out this change.

1035342 21035342 2

De onderhavige uitvinding heeft als doel te voorzien in een creelsysteem waarmee het productieproces op efficiënte wijze bedreven kan worden en waarbij de arbo-technische omstandigheden verbeterd kunnen worden.The present invention has for its object to provide a creating system with which the production process can be operated efficiently and in which the working conditions can be improved.

5 Dit doel wordt bereikt met het creelsysteem voor het aanvoeren van draad of garen naar een verwerkende inrichting, zoals een tuftmachine, volgens de uitvinding, waarbij het creelsysteem omvattende: - een gestel voorzien van een ten opzichte van het 10 gestel verplaatsbaar draagelement; en - één of meer aan het draagelement voorziene houders voor het vasthouden van een voorraad draad.This object is achieved with the crimping system for feeding thread or yarn to a processing device, such as a tufting machine, according to the invention, wherein the crimping system comprises: - a frame provided with a supporting element displaceable relative to the frame; and - one or more holders provided on the support element for holding a supply of wire.

Door de houders te voorzien op een draagelement, waarbij het draagelement verplaatsbaar is ten opzichte van 15 het gestel, is het mogelijk deze houders ten opzichte van het gestel te verplaatsen. Dit betekent dat bij een benodigde verwisseling van de bobijnen het mogelijk is het gestel enigszins te verplaatsen in met name de langsrichting van het gestel. Door deze verplaatsing kunnen de nieuwe 20 bobijnen eenvoudig geplaatst kunnen worden zonder bijvoorbeeld hinder te ondervinden van staanders van het gestel. Dit vermindert de hoeveelheid manoeuvres die uitgevoerd dienen te worden met een nieuwe bobijn. Hiermee wordt bewerkstelligd dat de benodigde werkzaamheden worden 25 verminderd. Bijkomend kan de plaatsing van de bobijnen in een breder tijdsbereik worden uitgevoerd. Door de nieuwe werkwijze kan stilstand van de installatie worden tegengegaan waardoor de efficiëntie van het gehele productieproces wordt vergroot. Een verder bijkomend 30 voordeel is dat door de eenvoudige plaatsing van de nieuwe bobijnen de fysieke belasting verminderd voor degene die de bobijnen verwisselt. Dit verbetert de werkomstandigheden.By providing the holders on a support element, wherein the support element is movable relative to the frame, it is possible to move these holders relative to the frame. This means that with a required change of the bobbins it is possible to move the frame slightly, in particular in the longitudinal direction of the frame. Due to this displacement, the new bobins can easily be placed without, for example, being hindered by uprights of the frame. This reduces the amount of maneuvers that must be performed with a new coil. This ensures that the required work is reduced. In addition, the placement of the coils can be performed in a wider time range. Thanks to the new method, downtime of the installation can be prevented, which increases the efficiency of the entire production process. A further additional advantage is that due to the simple placement of the new coils the physical load is reduced for the person who exchanges the coils. This improves the working conditions.

33

Bij voorkeur wordt het creelsysteem voorzien van een transportsysteem voor het voeren van het garen van de houder naar een inrichting voor verwerking van het garen.The creel system is preferably provided with a conveying system for feeding the yarn from the holder to a device for processing the yarn.

Bij de uit de praktijk bekende systemen voor het 5 voeren van garen vanaf een bobijn naar bijvoorbeeld een tuftmachine wordt gebruik gemaakt van ronde buizen waardoor het draad wordt geleid vanaf de rol of bobijn naar de tuftmachine. Doordat in het creelsysteem volgens de onderhavige uitvinding het draagelement waarop de bobijnen 10 zijn geplaatst beweegbaar is ten opzichte van het gestel kan een bobijn recht voor de opening van een dergelijke buis worden geplaatst. Na verwisseling van de bobijnen, waarbij een nieuwe bobijn wordt voorzien op de houder direct naast de houder met de bobijn die bijna leeg is, kan een relatief 15 kleine verplaatsing van het draagelement ten opzichte van het gestel volstaan. Ten opzichte van de bekende systemen waarbij de houders vast zijn georiënteerd ten opzichte van het gestel en de buisopening van het transportsysteem wordt een betere geleiding van het draad bewerkstelligd. Dit komt 20 doordat in het bekende systeem een compromis gevonden moet worden tussen de positie van twee naast gelegen houders en de opening van de buis. In het creelsysteem volgens de onderhavige uitvinding kan de positie van de houder met de bobijn ten opzichte van de buisopening van het 25 transportsysteem telkens optimaal worden ingesteld door middel van het ten opzichte van het gestel verplaatsbare draagelement. Hiermee wordt de geleiding van het garen vanaf de bobijn naar de tuftmachine sterk verbeterd. Dit leidt tot minder storingen, bijvoorbeeld ten gevolge van het stuk 30 trekken van de draad, waarmee de gehele efficiëntie van het productieproces wordt vergroot.In systems known for practicing yarn from a bobbin to, for example, a tufting machine, use is made of round tubes through which the thread is guided from the coil or bobbin to the tufting machine. Because in the creel system according to the present invention the supporting element on which the bobbins 10 are placed is movable relative to the frame, a bobbin can be placed directly in front of the opening of such a tube. After changing the bobbins, wherein a new bobbin is provided on the holder directly next to the holder with the bobbin that is almost empty, a relatively small displacement of the supporting element relative to the frame can suffice. Compared to the known systems in which the holders are rigidly oriented with respect to the frame and the tube opening of the conveyor system, a better conduction of the wire is achieved. This is because in the known system a compromise has to be found between the position of two adjacent containers and the opening of the tube. In the creel system according to the present invention, the position of the holder with the bobbin relative to the tube opening of the conveyor system can in each case be optimally adjusted by means of the carrying element which is displaceable relative to the frame. This greatly improves the conduction of the yarn from the bobbin to the tufting machine. This leads to fewer malfunctions, for example as a result of the breaking of the wire, thereby increasing the entire efficiency of the production process.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn de houders van het 4 creelsysteem in hoofdzaak haaks voorzien op de lengterichting van het gestel.In an advantageous preferred embodiment according to the present invention, the holders of the creel system are provided substantially perpendicular to the longitudinal direction of the frame.

Om in bekende creelsystemen een werkbaar compromis te realiseren tussen de positie van de buisopeningen in het 5 transportsysteem en de twee naast gelegen houders worden deze houders onder een hoek voorzien. Dit leidt tot extra spanningen aangezien de draad vanaf de bobijn onder een hoek in het transportsysteem moet worden geleid. Bijkomend kan deze draad aan de achterzijde van de bobijn, dat wil zeggen 10 de zijde het verst gelegen van de buisopening, als het ware vanaf de bobijn glijden. Hierdoor zullen haperingen optreden met veelal stilstand van de installatie tot gevolg. Door het voorzien van de houders in een richting in hoofdzaak loodrecht op de lengterichting van het gestel, kunnen de 15 bobijnen geplaatst worden in de afvoerrichting van de draad in het transportsysteem. Door het verplaatsbare draagelement is het derhalve mogelijk een dergelijke bobijn te plaatsen exact voor de opening van de buis van het transportsysteem, waardoor spanningen in de draad zo veel mogelijk worden 20 tegengegaan. Een bijkomend voordeel hierbij is dat door deze optimale plaatsing de draad aan de achterzijde van de bobijn niet van de rol zal lopen. Hiermee wordt stilstand van de installatie tegengegaan. Bij voorkeur worden per afnamepunt of buisopening van het transportsysteem ten minste twee 25 houders voorzien. Uiteraard zijn meerdere houders eveneens mogelijk. Door het voorzien van ten minste twee houders is het mogelijk om de bobijnen reeds te vervangen voordat de draad op de in gebruik zijnde bobijn opgeraakt. Hiermee wordt onnodige stilstand van de installatie ten gevolge van 30 het benodigde verwisselen van de bobijnen zo veel mogelijk tegengegaan. Een bijkomend voordeel hierbij is dat door de in hoofdzaak loodrechte plaatsing van de bobijnen ten opzichte van het draagelement uit het gestel de bobijnen reeds geplaatst kunnen worden terwijl de in gebruik zijnde 5 bobijn nog lang niet op is. Ter vergelijking, in bekende systemen waarbij de bobijnen onder een hoek zijn voorzien worden deze zo dicht mogelijk bij de buisopening geplaatst waardoor het plaatsen van een bobijn op de naast gelegen 5 houder slechts mogelijk is zodra een significant deel van de draad op de in gebruik zijnde bobijn is verwerkt. In het creelsysteem volgens de onderhavige uitvinding is derhalve een grotere tijdsperiode beschikbaar voor het plaatsen van nieuwe bobijnen. Dit spreidt niet alleen het fysiek zware 10 werk van het verwisselen, dit beperkt tevens de stilstandtijd van de installatie.In order to realize a workable compromise in known creel systems between the position of the tube openings in the conveyor system and the two adjacent holders, these holders are provided at an angle. This leads to additional stresses since the wire has to be guided from the bobbin at an angle into the transport system. In addition, this thread can, as it were, slide from the bobbin at the rear of the bobbin, that is to say the side furthest away from the pipe opening. As a result, malfunctions will occur, which often results in the plant stopping. By providing the holders in a direction substantially perpendicular to the longitudinal direction of the frame, the bobbins can be placed in the discharge direction of the wire in the transport system. Due to the movable support element, it is therefore possible to place such a bobbin exactly in front of the opening of the tube of the conveyor system, whereby tensions in the wire are prevented as much as possible. An additional advantage here is that, due to this optimum placement, the thread at the rear of the bobbin will not run off the roll. This prevents downtime of the installation. Preferably, at least two holders are provided per delivery point or pipe opening of the transport system. Of course, several holders are also possible. By providing at least two holders, it is possible to replace the bobbins before the wire runs out on the bobbin in use. With this, unnecessary stoppage of the installation as a result of the necessary changing of the coils is prevented as much as possible. An additional advantage here is that due to the substantially perpendicular placement of the bobbins relative to the support element from the frame, the bobbins can already be placed while the bobbin being used is not nearly used up. For comparison, in known systems where the bobbins are provided at an angle, they are placed as close as possible to the tube opening, so that placing of a bobbin on the adjacent holder is only possible as soon as a significant part of the wire is in use. bobijn has been processed. In the creel system according to the present invention, therefore, a larger period of time is available for placing new coils. This not only spreads the physically demanding work of changing, it also limits the downtime of the installation.

In een voordelige voorkeursuitvoerings volgens de onderhavige uitvinding omvat de houder een pen-vormig lichaam, waarover een bobijn aanbrengbaar is.In an advantageous preferred embodiment according to the present invention, the holder comprises a pin-shaped body, over which a bobbin can be applied.

15 Door bobijnen te voorzien direct op een pen-vormig lichaam of staaf wordt het plaatsen van nieuwe bobijnen op de houder sterk vereenvoudigd. Uit de praktijk bekende systemen maken gebruik van verende pennen of klemmen waardoor plaatsing van de bobijn een extra handeling 20 vereist. Gezien het gewicht van een nieuwe bobijn reduceert het creelsysteem volgens de onderhavige uitvinding een vermindering van de fysieke belasting van degene die verwisseling uit dient te voeren. Als bijkomend voordeel geldt dat door de reductie in handelingen het verwisselen 25 sneller kan worden uitgevoerd, wat de algehele efficiëntie van het productieproces bevordert. Een verder bijkomend voordeel is dat door het niet benodigd zijn van de verende organen of verende pennen de aanwezige spanningen in de draad verder worden gereduceerd wat leidt tot een kleinere 30 kans op bijvoorbeeld draadbreuk. Tevens zijn minder onderdelen nodig voor de houders in het creelsysteem.By providing bobbins directly on a pin-shaped body or rod, placing new bobbins on the holder is greatly simplified. Systems known from practice make use of resilient pins or clamps, whereby placement of the bobbin requires an additional operation. In view of the weight of a new bobbin, the creel system according to the present invention reduces a reduction in the physical load of the person who has to perform the change. An additional advantage is that, due to the reduction in operations, changing can be carried out faster, which promotes the overall efficiency of the production process. A further additional advantage is that, due to the spring members or pins not being required, the stresses present in the wire are further reduced, which leads to a smaller chance of, for example, wire breaking. Fewer parts are also required for the holders in the creeling system.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is het draagelement voorzien van 6 lagers voor het verplaatsen van het draagelement ten opzichte van het gestel.In an advantageous preferred embodiment according to the present invention, the bearing element is provided with 6 bearings for displacing the bearing element relative to the frame.

Door lagers of wielen te voorzien aan het draagelement dat verplaatsbaar is ten opzichte van het 5 gestel is het mogelijk om zonder een onnodig, zware, fysieke belasting het draagelement met daarop de houders en de bobijnen te verplaatsen. Bij voorkeur wordt hierbij het gestel aan de onderzijde voorzien van een geleider. Door het draagelement te voorzien van een wiel of rol wordt het 10 draagelement door de geleider in de gewenste, nagenoeg verticale positie gehouden ook tijdens de verplaatsing. Bij voorkeur is het gestel aan de bovenzijde voorzien van een geleider voor het geleiden van een draagelement, waarbij het draagelement is voorzien van een wiel of rol. Hiermee hangt 15 het draagelement als het ware in het gestel. Het aantal wielen of rollen aan het draagelement wordt afgestemd op onder meer de grootte van het draagelement en de te plaatsen bobijnen. Bij voorkeur zijn de onderste en/of bovenste geleider van een zodanig open constructie voorzien dat geen 20 vuilophoping zal optreden in de geleider. Hiermee worden de benodigde krachten voor de verplaatsing van het draagelement met de bobijnen beperkt. Tevens worden storingen aan het systeem vermeden.By providing bearings or wheels on the support element that is displaceable relative to the frame, it is possible to move the support element with the holders and bobbins thereon without an unnecessary, heavy physical load. The frame is herein preferably provided with a conductor on the underside. By providing the bearing element with a wheel or roller, the bearing element is held by the guide in the desired, substantially vertical position, also during the displacement. The frame is preferably provided on the top with a guide for guiding a support element, the support element being provided with a wheel or roller. The supporting element thus hangs in the frame as it were. The number of wheels or rollers on the support element is adjusted to, among other things, the size of the support element and the bobbins to be placed. The lower and / or upper conductor are preferably provided with an open construction such that no dirt accumulation will occur in the conductor. This limits the forces required for moving the support element with the bobbins. System malfunctions are also avoided.

De uitvinding heeft verder betrekking op een 25 tuftmachine voorzien van een creelsysteem zoals bovenstaand beschreven en een werkwijze voor het aanvoeren van garen of draad naar de verwerkende inrichting, zoals een dergelijke tuftmachine. Een dergelijke tuftmachine of werkwijze bieden gelijke effecten en voordelen als die beschreven zijn voor 30 het creelsysteem.The invention further relates to a tufting machine provided with a creating system as described above and a method for supplying yarn or thread to the processing device, such as such a tufting machine. Such a tufting machine or method offers the same effects and advantages as those described for the creating system.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin tonen: 7 - Figuur 1 een schematische weergave van een installatie met een tuftmachine volgens de uitvinding; - Figuur 2 een aanzicht van een detail uit een bekend 5 creelsysteem; - Figuur 3 een aanzicht van een creelsysteem volgens de uitvinding; - Figuur 4 een zijaanzicht van het creelsysteem uit figuur 3; 10 - Figuur 5 een verder zijaanzicht van het creelsysteem uit figuur 3; en - Figuur 6 een vooraanzicht van het creelsysteem uit figuur 3.Further advantages, features and details of the invention are elucidated on the basis of preferred embodiments thereof, wherein reference is made to the accompanying drawing, in which: 7 - Figure 1 shows a schematic representation of an installation with a tufting machine according to the invention; Figure 2 shows a view of a detail from a known creel system; Figure 3 shows a view of a creel system according to the invention; Figure 4 is a side view of the creel system of Figure 3; Figure 5 is a further side view of the creel system of Figure 3; and - Figure 6 shows a front view of the creel system of Figure 3.

15 Een procesinstallatie 2 (figuur 1) omvat een tuftmachine 4. Tuftmachine 4 beschikt over naalden 6 die voor een rechtlijnige beweging worden aangedreven door een aandrijfmechanisme 8. Naalden 6 ponsen door vezeldoek 10. In dit tuftdoek 10 kan ondermeer polypropyleen zijn verwerkt.A process installation 2 (Figure 1) comprises a tufting machine 4. Tufting machine 4 has needles 6 which are driven for a linear movement by a drive mechanism 8. Needles 6 punching through fiber cloth 10. Polypropylene can be incorporated in this tufting cloth 10, among other things.

20 Naalden 6 ponsen vezelmateriaal, dat wordt aangevoerd als vezeldraad 12, in doek 10. De vezeldraad 12 bestaat uit kunststof materiaal en kan als een zogeheten mono-filament, eventueel getwijnd, of als een gefibrilleerde strook worden voorzien. Zodra de naalden 6 met draad 12 door het doek 10 25 zijn geponst wordt de vezeldraad 12 op de juiste lengte afgesneden door mes 14. Doek 10 wordt aangevoerd met doekaanvoersysteem 16 waarin doek 10 wordt aangeleverd door een rol 18. Via geleidingsrollen 20, 22, 24 wordt het doek 10 geleid naar de aandrijfas 26. Draad 12 wordt aangevoerd 30 vanaf creelsysteem 28 waarin bobines met draad geplaatst kunnen worden. Vanaf deze klossen 30 wordt de draad via een buizensysteem 32 en geleidingsrollen 34, 36 gevoerd naar tuftmachine 4. De klossen of bobijnen 30 zoals weergegeven wegen zo'n 6,5 kg. Zodra de voorraad draad 12 op een 8 dergelijke bobijn 30 op dreigt te raken, dient deze bobijn 30 vervangen te worden zodat de tuftmachine 4 verder kan draaien. Draad 12 wordt van een bobijn 30 getrokken of gezogen en via buizensysteem 32 geleid naar tuftmachine 4.Needles 6 punching fiber material, which is supplied as fiber wire 12, in cloth 10. The fiber wire 12 consists of plastic material and can be provided as a so-called monofilament, optionally twisted, or as a fibrillated strip. As soon as the needles 6 with thread 12 have been punched through the cloth 10, the fiber thread 12 is cut to the correct length by knife 14. Cloth 10 is supplied with cloth feeding system 16 in which cloth 10 is supplied by a roller 18. Via guide rollers 20, 22, 24, the cloth 10 is guided to the drive shaft 26. Thread 12 is supplied 30 from creel system 28 into which bobbins with thread can be placed. From these bobbins 30 the wire is fed via a pipe system 32 and guide rollers 34, 36 to tufting machine 4. The bobbins or bobbins 30 as shown weigh about 6.5 kg. As soon as the supply of wire 12 on such a bobbin 30 threatens to run out, this bobbin 30 must be replaced so that the tufting machine 4 can continue to run. Wire 12 is pulled or sucked from a bobbin 30 and guided via tube system 32 to tufting machine 4.

5 In tuftmachine 4 wordt draad 12 verwerkt tot de vezels of polen van het eindproduct.In tufting machine 4, wire 12 is processed into the fibers or poles of the end product.

Zodra doek 10 in de tuftmachine is voorzien van vezels van draad 12 wordt het doek afgevoerd via het doekafvoersysteem 38. Doek 10 wordt hierbij door tuftmachine 10 4 getrokken via aandrijfas 40. Door middel van geleidingsrollen 41, 42, 44, 46, 48, 50, 52 en 54 wordt het eindproduct via een soort walsen 56, 58 opgerold op rol 60. Rol 60 met het eindproduct kan worden opgeslagen en/of worden getransporteerd naar de locatie waar het product 15 geplaatst zal worden.As soon as cloth 10 in the tufting machine is provided with fibers from wire 12, the cloth is discharged via the cloth removal system 38. Cloth 10 is hereby pulled through tufting machine 10 via drive shaft 40. By means of guide rollers 41, 42, 44, 46, 48, 50 52 and 54 the end product is rolled up on a roll 60 via a kind of rollers 56, 58. Roll 60 with the end product can be stored and / or transported to the location where the product 15 will be placed.

Een bekend creelsysteem 62 omvat een aantal staanders 64. Aan deze staanders zijn een aantal pennen 66 voorzien. Bij elke pen 66 zijn twee verende pennen 68 aangebracht om de bobijn 70 goed te kunnen positioneren op 20 pen 66. Per twee in horizontale richting naast gelegen pennen 66 is één buis (niet getoond) voorzien van buizensysteem 32 waarmee de draad 12 van bobijn 70 afgenomen kan worden. Om draad 12 zo recht mogelijk in buis 32 te geleiden zijn pennen 66 onder een hoek ten opzichte van 25 elkaar aangebracht.A known creating system 62 comprises a number of uprights 64. A number of pins 66 are provided on these uprights. At each pin 66 two resilient pins 68 are provided to enable proper positioning of the bobbin 70 on pin 66. For every two pins 66 located horizontally next to one another, one tube (not shown) is provided with tube system 32 with which the thread 12 of bobbin 70 can be taken off. In order to guide wire 12 as straight as possible into tube 32, pins 66 are arranged at an angle to each other.

Een creelsysteem 72 (figuur 3) volgens de uitvinding omvat een gestel 74 dat geplaatst kan worden op een ondergrond. In gestel 74 is een verplaatsbaar draagelement 76 voorzien. Aan dit draagelement 76 kunnen de 30 bobijnen 30 worden opgehangen. Vanaf deze bobijnen 30 kan draad 12 verder worden gevoerd naar tuftmachine 4 .A creel system 72 (Figure 3) according to the invention comprises a frame 74 that can be placed on a surface. A movable support element 76 is provided in frame 74. The bobins 30 can be suspended from this bearing element 76. From these bobbins 30, wire 12 can be fed further to tufting machine 4.

De bobijnen 30 zijn in het creelsysteem 72 volgens de uitvinding (figuur 4) gerangschikt in evenwijdige rijen. De pennen 78 zijn geplaatst nagenoeg haaks op de 9 lengterichting van het gestel 74. Twee in horizontale richting naastgelegen pennen 78 maken gebruik van dezelfde buis 32 waarmee draad 12 van bobijn 30 wordt afgenomen en gevoerd naar tuftmachine 4. Draagelement 76 is voorzien van 5 een aantal schuimrubberen kussens 80. Kussens 80 dienen voor de juiste positionering van de bobijnen op het draagelement 76. Tevens absorberen deze eventuele schokken bij het plaatsen van de bobijn 30 op pen 78. Gestel 74 omvat een aantal staanders 82 die onderling zijn verbonden door 10 liggers 84 in dwarsrichting en liggers 86 in lengterichting van het creelsysteem 72. Aan de onderzijde is gestel 74 voorzien van een geleider 88 die is geplaatst op dwarsliggers 84. Geleider 88 wordt gevormd door twee hoekprofielen die met hun ruggen naar elkaar toe zijn 15 geplaatst. Aan de bovenzijde van gestel 74 is een geleider 90 voorzien gevormd door twee U-profielen die met de opening naar elkaar toe zijn gericht.The bobins 30 are arranged in parallel rows in the creel system 72 according to the invention (Figure 4). The pins 78 are positioned substantially at right angles to the 9 longitudinal direction of the frame 74. Two pins 78 adjacent to horizontal use the same tube 32 with which wire 12 is removed from bobbin 30 and fed to tufting machine 4. Carrying element 76 is provided with a number of foam cushions 80. Cushions 80 serve for the correct positioning of the bobbins on the support element 76. They also absorb any shocks when placing the bobbin 30 on pin 78. Frame 74 comprises a number of uprights 82 which are mutually connected by 10 beams. 84 in the transverse direction and beams 86 in the longitudinal direction of the creeper system 72. At the bottom, frame 74 is provided with a guide 88 which is placed on sleepers 84. Guide 88 is formed by two angle profiles placed with their backs towards each other. At the top of frame 74 there is provided a conductor 90 formed by two U-profiles that face each other with the opening.

Draagelement 76 (figuur 5) is aan de onderzijde voorzien van een geleidingswiel 92. Dit wiel loopt tegen de 20 opstaande randen van de beide hoekprofielen die samen geleider 88 vormen. Aan de bovenzijde is draagelement 76 voorzien van een aantal paren van wielen 94. Wielen 94 lopen over een rand van het zijwaarts geplaatste U-profiel die samen de bovengeleider 90 vormen. Het aantal wielen 92, 94 25 is afhankelijk van de lengte van creelsysteem 72. Daarnaast hangt het aantal onder meer af van het aantal bobijnen 30 dat in verticale richting boven elkaar geplaatst kan worden en of er, zoals in de getoonde uitvoeringsvorm, aan weerszijden van het draagelement bobijnen geplaatst kunnen 30 worden. Dit aan weerszijden plaatsen heeft als bijkomend voordeel dat een grotere stabiliteit voor het draagelement wordt verkregen. In de getoonde uitvoeringsvorm hangt het draagelement 76 aan de bovengeleider 90 met behulp van wielparen 94. De ondergeleider 88 dient ter voorkoming van 10 het uitzwenken van draagelement 76 tijdens bijvoorbeeld het verplaatsen van draagelement 76 ten opzichte van het gestel 74. Beide geleiders 88, 90 zijn van een open constructie om vuilophoping tegen te gaan. Zo is bijvoorbeeld aan de 5 ondergeleider 88 geen verbinding voorzien tussen de beide hoekprofielen. In plaats van de hoekprofielen in ondergeleider 88 kunnen eventueel strips worden toegepast.Supporting element 76 (Figure 5) is provided with a guide wheel 92 on the underside. This wheel runs against the upright edges of the two corner profiles which together form conductor 88. On the upper side, the carrying element 76 is provided with a number of pairs of wheels 94. Wheels 94 run over an edge of the laterally placed U-profile which together form the upper conductor 90. The number of wheels 92, 94 depends on the length of creating system 72. In addition, the number depends, inter alia, on the number of bobins 30 that can be placed above each other in vertical direction and whether, as in the embodiment shown, on either side of the supporting element can be placed. Placing this on either side has the additional advantage that greater stability is obtained for the supporting element. In the embodiment shown, the bearing element 76 is suspended from the upper guide 90 by means of wheel pairs 94. The lower guide 88 serves to prevent the swinging-out of bearing element 76 during, for example, moving bearing element 76 relative to the frame 74. Both guides 88, 90 are of an open construction to prevent dirt accumulation. For example, no connection is provided on the bottom conductor 88 between the two corner profiles. Instead of the corner profiles in lower conductor 88, strips may optionally be used.

Tijdens productie met een tuftmachine 4 bevindt zich een verticale rij pennen 78 met daarop geplaatst 10 bobijnen 30 met draad 12 zich voor de openingen van het buissysteem 32. Hierdoor kan draad 12 onder een minimale trekspanning worden gevoerd in buissysteem 32 en vervolgens worden gevoerd naar tuftmachine 4. Buizen 32 zijn aangebracht langs de staanders 82. Aangezien een pen 78 met 15 bobijn 30 die op dat moment gebruikt wordt voor de productie met tuftmachine 4 zich recht achter een staander 82 bevindt zal naastgelegen pen 78, die op dat moment niet wordt gebruikt, zich bevinden tussen twee naastgelegen staanders 82. Hierdoor is deze pen 78 vrij toegankelijk om een nieuwe 20 bobijn 30 te plaatsen. Deze plaatsing kan relatief eenvoudig worden uitgevoerd doordat de pen 78 nagenoeg haaks is geplaatst op de langsrichting van het draagelement 76. Door deze configuratie van pennen 78 is het verder mogelijk om te allen tijde de niet in gebruik zijnde pennen 78 te voorzien 25 van een nieuwe bobijn 30. Hiermee kunnen diverse efficiëntie-voordelen worden behaald. Na de plaatsing van een nieuwe bobijn 30 en het opraken van de draad 12 op een in gebruik zijnde bobijn 30 zal het draagelement enigszins worden verplaatst ten opzichte van het gestel 74, zodanig 30 dat de nieuwe bobijn zich gaat bevinden recht voor de opening van het buissysteem. Vervolgens kan op een gewenst ogenblik de gebruikte bobijn 30 worden verwisseld voor een nieuwe bobijn 30.During production with a tufting machine 4, a vertical row of pins 78 with 10 bobbins 30 placed thereon with wire 12 is located in front of the openings of the pipe system 32. This allows wire 12 to be fed into pipe system 32 under minimal tensile stress and subsequently fed to tufting machine 4. Tubes 32 are arranged along the uprights 82. Since a pin 78 with bobbin 30 that is currently being used for production with tufting machine 4 is located directly behind an upright 82, adjacent pin 78, which is not being used at that moment are located between two adjacent uprights 82. As a result, this pin 78 is freely accessible for placing a new bobbin 30. This placement can be carried out relatively easily because the pin 78 is placed substantially perpendicular to the longitudinal direction of the support element 76. This configuration of pins 78 furthermore makes it possible to provide the unused pins 78 with a new one at all times. Bobbin 30. This can be used to achieve various efficiency benefits. After placing a new bobbin 30 and running out of the wire 12 on a bobbin 30 in use, the supporting element will be moved slightly relative to the frame 74, such that the new bobbin will be located directly in front of the opening of the bobbin. pipe system. Subsequently, the used coil line 30 can be exchanged for a new coil line 30 at a desired moment.

1111

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn. zo 5 is het bijvoorbeeld denkbaar om naast toepassing van het creelsysteem ten behoeve van een tuftmachines een soortgelijk systeem te gebruiken voor andere productieprocessen waarbij draad wordt gevoerd naar een verwerkende inrichting.The present invention is by no means limited to the preferred embodiments described above. The rights sought are defined by the following claims, within the scope of which many modifications can be envisaged. it is thus conceivable, for example, to use a similar system for other production processes in addition to the use of the scooping system for a tufting machine, wherein wire is fed to a processing device.

10 3 5 3 A 210 3 5 3 A 2

Claims

CLAIMS 1. Creel system for supplying thread or yarn to a processing device, such as a tufting machine, comprising: - a frame provided with a supporting element movable relative to the frame; and - one or more holders provided on the support element for holding a supply of wire. 10

Creel system according to claim 1, wherein the creel system is provided with a conveyor system for feeding the yarn from the holder to a device for processing the yarn, such as a tufting machine. 15

Creation system according to claim 1 or 2, wherein the holders are provided substantially perpendicular to the longitudinal direction of the frame.

Creation system as claimed in claim 1, 2 or 3, wherein at least two containers are provided per collection point of the transport system.

5. Creation system according to one or more of the claims 1-4, wherein the holder comprises a pin-shaped body over which a bobbin can be applied.

6. Creation system according to one or more of the claims 1-5, wherein the bearing element is provided with bearings for displacing the bearing element relative to the frame. 1035342

Creation system according to one or more of claims 1-6, wherein the frame comprises a lower conductor on the underside.

8. Creation system as claimed in one or more of the claims 1-7, wherein the frame is provided on the top with a guide for guiding the support element.

9. Creation system according to claim 7 or 8, wherein the lower and / or upper conductor is provided with an open construction such that no dirt accumulation will occur in the conductor.

A tufting machine provided with a scooping system according to one or more of claims 1-9.

11. Method for supplying yarn or thread to a processing device, such as a tufting machine, comprising the steps of: - providing thread on one or more holders provided on a support element in a creel system, the support element being movable relative to a frame for providing wire; and - feeding wire from the holders to the processing device. 1 0 3 ü 3 4 2