NL1035229C2 - Omgeving ingericht voor het houden van dieren. - Google Patents
Omgeving ingericht voor het houden van dieren. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1035229C2 NL1035229C2 NL1035229A NL1035229A NL1035229C2 NL 1035229 C2 NL1035229 C2 NL 1035229C2 NL 1035229 A NL1035229 A NL 1035229A NL 1035229 A NL1035229 A NL 1035229A NL 1035229 C2 NL1035229 C2 NL 1035229C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- belt
- environment according
- cleaning
- animals
- environment
- Prior art date
Links
- 238000004140 cleaning Methods 0.000 title claims abstract description 61
- 241001465754 Metazoa Species 0.000 title claims abstract description 54
- 235000013365 dairy product Nutrition 0.000 title claims 2
- 239000000356 contaminant Substances 0.000 title abstract description 4
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 13
- 238000013016 damping Methods 0.000 claims description 10
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims description 10
- 239000007788 liquid Substances 0.000 claims description 9
- 230000004308 accommodation Effects 0.000 claims description 6
- 235000008733 Citrus aurantifolia Nutrition 0.000 claims description 3
- 235000011941 Tilia x europaea Nutrition 0.000 claims description 3
- 239000000645 desinfectant Substances 0.000 claims description 3
- 239000004571 lime Substances 0.000 claims description 3
- 238000005507 spraying Methods 0.000 claims 1
- 210000002700 urine Anatomy 0.000 abstract description 3
- 239000007921 spray Substances 0.000 description 5
- 239000012459 cleaning agent Substances 0.000 description 3
- 239000004033 plastic Substances 0.000 description 3
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 3
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 3
- 241000283690 Bos taurus Species 0.000 description 2
- 238000001514 detection method Methods 0.000 description 2
- 210000003608 fece Anatomy 0.000 description 2
- 235000013305 food Nutrition 0.000 description 2
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 2
- 238000000034 method Methods 0.000 description 2
- 206010052804 Drug tolerance Diseases 0.000 description 1
- 230000006978 adaptation Effects 0.000 description 1
- 238000011109 contamination Methods 0.000 description 1
- 238000001035 drying Methods 0.000 description 1
- 239000004744 fabric Substances 0.000 description 1
- 230000026781 habituation Effects 0.000 description 1
- 239000010871 livestock manure Substances 0.000 description 1
- 230000000284 resting effect Effects 0.000 description 1
- 238000007665 sagging Methods 0.000 description 1
- 238000007790 scraping Methods 0.000 description 1
- 229920002379 silicone rubber Polymers 0.000 description 1
- 230000000638 stimulation Effects 0.000 description 1
- 239000010902 straw Substances 0.000 description 1
- 239000000454 talc Substances 0.000 description 1
- 229910052623 talc Inorganic materials 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K1/00—Housing animals; Equipment therefor
- A01K1/01—Removal of dung or urine, e.g. from stables
- A01K1/0135—Removal of dung or urine, e.g. from stables by means of conveyor belts
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Zoology (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Housing For Livestock And Birds (AREA)
Description
Omgeving ingericht voor het houden van dieren
De uitvinding heeft betrekking op een omgeving ingericht voor het 5 houden van dieren.
Uit WO 02/071836 is een inrichting bekend voor het houden van dieren waarbij de vloer een beweegbare eindloze band is. Een uitvoeringsvorm met meerdere banden wordt weliswaar genoemd, maar hiervan worden geen nadere details gegeven.
10 Een nadeel van de bekende inrichting is dat deze niet bijzonder flexibel bestuurbaar is. Zo zijn er geen mogelijkheden verschaft om de vloer flexibel te kunnen aanpassen, bijvoorbeeld om deze efficiënt en veilig te kunnen reinigen. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden.
De onderhavige uitvinding beoogt dit nadeel althans ten dele te 15 ondervangen. De uitvinding verschaft daartoe een omgeving volgens conclusie 1. Een dergelijke omgeving kent het voordeel dat althans de mogelijkheid is verschaft om een van de banden te bewegen zonder dat de andere mee hoeven te bewegen, althans om deze band anders te bewegen dan de overige banden. Bijvoorbeeld ingeval een band vrij is van dieren, en dus onbelast is, is het 20 eenvoudiger, maar ook veiliger voor de dieren om de band te bewegen. Dit bewegen kan wederom worden toegepast om de band te reinigen, bijvoorbeeld door een bedienend persoon aan een uiteinde van de band. De dieren kunnen dan aanwezig zijn op een of meer van de banden die niet worden bewogen. Dit is niet alleen veiliger voor de dieren, maar verschaft tevens de mogelijkheid om een 25 minder sterke aandrijfinrichting te kunnen gebruiken. Uiteraard is het ook mogelijk om banden in verschillende richtingen of met verschillende snelheden te bewegen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de omgeving een aan een uiteinde van een band te positioneren reinigingsinrichting voor het reinigen van de band. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt de reiniging automatisch in plaats 30 van met de hand uitgevoerd. De reinigingsinrichting kan hierbij bijvoorbeeld langs een geleidingsrail of dergelijke worden verplaatst. In het bijzonder is de reinigingsinrichting beweegbaar in de richting dwars op de bewegingsrichting van de banden. Verschillende reinigingsinrichtingen zullen verderop worden besproken.
1035229 2
Met voordeel omvat de omgeving een besturingsinrichting die is ingericht om de reinigingsinrichting naar een te reinigen band te verplaatsen en de aandrijfinrichting de te reinigen band te doen bewegen. Dit maakt volautomatisch reinigen mogelijk. Bijvoorbeeld wordt volgens een bepaald criterium bepaald welke 5 band gereinigd moet worden en brengt de besturingsinrichting vervolgens de reinigingsinrichting naar de te reinigen band. Dit maakt het mogelijk om alle banden te reinigen met in beginsel slechts één reinigingsinrichting, die dan ook compacter kan worden uitgevoerd, bijvoorbeeld ter breedte van een band. Alternatief is het mogelijk om meerdere reinigingsinrichtingen te verschaffen, 10 bijvoorbeeld voor elke band één reinigingsinrichting. Deze laatste hoeven dan uiteraard niet verplaatsbaar te zijn.
In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat de omgeving een dierwaarnemingssensor, die werkzaam verbonden is met de aandrijfinrichting, en is ingericht om de aandrijfinrichting een band te doen bewegen indien de 15 dierwaarnemingssensor geen dier op de band waarneemt. Met een dergelijke dierwaarnemingssensor kan de reiniging en dergelijke verder worden geautomatiseerd, doordat telkens wanneer een band niet bezet is met een of meer dieren deze wordt bewogen. Aldus kan een optimale reiniging worden gewaarborgd. Ook andere doelen kunnen worden bereikt met deze 20 uitvoeringsvorm, bijvoorbeeld zodanig verplaatsen van de band dat deze van een nieuwe strooisellaag of dergelijke kan worden voorzien. De dierwaarnemingssensor kan bijvoorbeeld een foto-elektrische cel omvatten, of een gewichts- of bandspanningsmeter. Bij deze laatste uitvoeringsvorm kan de belasting van de band worden bepaald, en daaruit een "bezettingsgraad” van de 25 band.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de omgeving, in het bijzonder de reinigingsinrichting, voorzien van een verdringingsinrichting voor het verdringen van dieren van een band. De verdringingsinrichting kan gebruikt worden om de dieren die zich op een te reinigen band bevinden daarvan af te bewegen. Een 30 aldus vrijgemaakte band kan vervolgens worden bewogen en worden gereinigd, van een nieuwe strooisellaag worden voorzien, enz. De verdringingsinrichting kan bijvoorbeeld elektrische stimuleringsmiddelen omvatten, een over de band te bewegen duwinrichting, al dan niet uitschuifbaar, enz.
3
In voorkeursuitvoeringsvormen omvat de omgeving, in het bijzonder de reinigingsinrichting of de verdringingsinrichting, een sproeier die is ingericht voor op een te reinigen band sproeien van een reinigings- en/of desinfectiemiddel. Een dergelijke sproeier kan bijvoorbeeld de te verwijderen verontreinigingen 5 opweken, zodat deze eenvoudig van de band kunnen worden verwijderd, door een bedienend persoon of een reinigingsinrichting. Ook is het mogelijk, met name indien de sproeier is verschaft op een beweegbare verdringingsinrichting, om met de aldus eveneens beweegbare sproeier over de band en/of een eventuele ondervloer of tussenlaag te bewegen. Hierdoor wordt het mogelijk om ook deze 10 tussenlaag en/of ondervloer te reinigen. Dergelijke ondervloeren of tussenlagen zullen verderop worden toegelicht.
Met voordeel is althans een gedeelte van de aandrijf in richting opgenomen in de reinigingsinrichting. Dit verschaft het voordeel dat in beginsel slechts één aandrijving nodig is in plaats van één aandrijving per band. 15 Bijvoorbeeld kan de reinigingsinrichting een aandrijfbaar wiel of dergelijke hebben dat door aanraking met de band deze laatste kan doen rondgaan.
In uitvoeringsvormen omvat de reinigingsinrichting een of meer van een schraper, een droger en een doseerinrichting die is ingericht voor het doseren van een vaste stof zoals kalk. Met behulp van dergelijke middelen kan de 20 reinigingsinrichting de band doelmatig reinigen, bijvoorbeeld door middel van afschrapen, drogen en/of bekalken. Bijvoorbeeld een schraper biedt een compacte en zeer eenvoudige reinigingswijze, die optimaal gebruik maakt van de omstandigheid dat de band beweegt, in dit geval langs de schraper die mest en andere ongerechtigheden van de band kan schrapen.
25 In uitvoeringsvormen is de band een eindloze band. Bij deze uitvoeringsvorm kan de band eenvoudig ononderbroken bewogen worden, zonder dat een heen-en-weergaande beweging nodig is. Dit maakt de besturing zeer eenvoudig. Alternatief is er ook een band mogelijk met een lengte die groter is dan de lengte van de omgeving, waarbij de band telkens op- en weer afgewikkeld 30 wordt op twee spoelen. Hierbij zal een heen-en-weergaande beweging noodzakelijk zijn. Een dergelijke uitvoeringsvorm kan echter platter zijn, aangezien de band niet onder zichzelf terug hoeft te worden gevoerd.
In uitvoeringsvormen is de band aangebracht boven een ondervloer die is voorzien van een drainage voor het afvoeren van vloeistoffen. De band kan 4 al dan niet worden ondersteund door deze ondervloer. Bovendien zal vloeistof die van de band loopt, hetzij langs een rand, hetzij bij een uiteinde bij bewegen van de band op de ondervloer terechtkomen en alsdan via de drainage kunnen weglopen. Dit waarborgt een droge en schonere band. Hierbij kan de vloeistof betrekking 5 hebben op urine, maar ook schoonmaakmiddel en dergelijke. De ondervloer kan hierbij zijn voorzien van een of meer gaten, die bij voorkeur in een rasterpatroon zijn aangebracht en eventueel zijn aangesloten op een riolering of opvangtank.
Een voordelige uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt doordat onder de band een dempingsmateriaal is aangebracht. Een voordeel hiervan is dat de 10 omgeving, dat wil zeggen de vloer, zachter is voor dieren zoals koeien die zich erop bevinden. Het dempingsmateriaal kan bijvoorbeeld een geschikte kunststof omvatten, die naast veerkrachtig ook vloeistofbestendig is. Voorbeelden omvatten diverse siliconenrubbers.
Met voordeel omvat de band en/of het dempingsmateriaal een 15 materiaal met een open structuur. Bij deze uitvoeringsvorm vormt de band zelf, met name de open structuur ervan, een drainage. Eventuele vloeistoffen kunnen door de band zelf naar beneden weglopen. Onder de band als geheel kan dan bijvoorbeeld een opvanginrichting zijn verschaft, zoals een trechter of vergaarbak.
Met voordeel is een geleiding aangebracht tussen twee naast elkaar 20 gelegen banden. Hierdoor kan worden voorkomen dat dieren met hun poten tussen naast elkaar gelegen banden glijden of blijven haken, alsmede dat er vuil tussen de banden door binnentreedt. Een geleiding kan bijvoorbeeld een profiel omvatten waar de rand van de band zich doorheen beweegt. Dit profiel kan bijvoorbeeld U-vormig of met name H-vormig zijn. Een verder voordeel van een 25 dergelijk profiel kan zijn dat dit de band belet van een spoel, rol of dergelijke af te lopen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de omgeving voorts een voedergedeelte met een voederinrichting. Hierbij kan de vloer met de beweegbare banden als een verblijfsgedeelte worden gezien. Het voedergedeelte kan hetzij 30 een vaste vloer omvatten, hetzij eveneens een vloer met een of meer beweegbare banden. Deze uitvoeringsvorm is bij uitstek geschikt om automatische reiniging of dergelijke mogelijk te maken. Immers, is een voederinrichting een zeer goed werkend lokmiddel om dieren van een of meer andere banden weg te lokken. Derhalve omvat een voorkeursuitvoeringsvorm een voederinrichting die is 5 aangebracht boven een vast vloergedeelte. Hierbij kunnen de dieren rustig en “onbewogen" eten.
Met voordeel omvat de omgeving voorts een besturingsinrichting die is ingericht voor het aansturen van de voederinrichting en de vloer, voor het 5 toedienen van voeder in een cyclus in afhankelijkheid van, en in het bijzonder synchroon met, een cyclus voor het reinigen van de banden van de vloer. Door in een cyclus voeder toe te dienen zullen dieren die rusten op een band eveneens cyclisch naar de voederinrichting worden gelokt. Na enige tijd zal zelfs gewenning kunnen optreden. De aldus vrijkomende banden kunnen dan eveneens in een 10 cyclus worden bewogen, gereinigd enz. Met voordeel zijn er meerdere voederinrichtingen verschaft, bij voorkeur aan een zijde tegenover de reinigingsinrichting, waarbij er per band één voederinrichting is verschaft. Door zodanig toedienen van voeder in de voederinrichtingen dat ten minste één eindloze band geen voeder toegediend krijgt, zullen de dieren de voederloze 15 reinigingsband verlaten, zodat deze eenvoudig kan worden gereinigd en dergelijke.
Met voordeel is een vloerniveau van het voedergedeelte lager dan een vloerniveau van het verblijfsgedeelte. Dit voorkomt vervuiling vanuit het voedergedeelte op het verblijfsgedeelte, doordat niet gevreten voeder op een 20 band van het verblijfsgedeelte valt.
Verdere voordelen, eigenschappen en kenmerken van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de navolgende tekening die een niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld toont, waarin: - Fig. 1 in een schematisch zijaanzicht, gedeeltelijk in 25 dwarsdoorsnede, een omgeving volgens de uitvinding toont; - Fig. 2 een weergave van een gedeelte van de omgeving volgens Fig. 1 toont; en - Fig. 3 een schematisch bovenaanzicht van een ander gedeelte van de omgeving volgens Fig. 1 toont.
30 Fig. 1 toont in een schematisch zijaanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede, een omgeving volgens de uitvinding. Hierin is 1 een verblijfsgedeelte en 2 een voedergedeelte. In het verblijfsgedeelte is met 3 een eindloze band aangeduid, met 4 een ondervloer en daartussen met 5 6 dempingsmateriaal. Een drainage is met 6 aangeduid, en steunpilaren met 7, terwijl 8 een aandrijfrol is.
Een reinigingsinrichting is algemeen aangeduid met 9, en omvat een schraper op een onderstel. Met 13 is vuil aangeduid.
5 Voorts zijn verschaft een verdrijvingshek 10 alsmede een beugel of vast buitenhek 11.
Het voerdergedeelte omvat een voerhek 12.
Het verblijfsgedeelte 1 omvat een eindloze band 3 die kan draaien over een aangedreven aandrijfrol 8, alsmede niet-aangedreven hulprollen 8a en 10 8b. Hierdoor kan de eindloze band 3 in de richting van de dubbele pijl A bewegen.
Ten behoeve van meer steun, en een begrenzing voor het eventuele doorzakken van de eindloze band 3 onder het gewicht van erop lopende of staande dieren, is er een ondervloer 4 verschaft. Deze ondervloer 4 kan bijvoorbeeld een houten, kunststof of metalen vloer omvatten, hetzij massief, hetzij en met voordeel in de 15 vorm van een rooster. Deze ondervloer 4 kan desgewenst zijn geplaatst op steunpilaren 7. Tussen de ondervloer 4 en de eindloze band 3 kan desgewenst een dempingsmateriaal 5 als tussenlaag zijn aangebracht. Dit dempingsmateriaal kan bijvoorbeeld het inzakken van de eindloze band 3 beperken, alsmede een zachtere tussenlaag vormen tussen eindloze band 3 en de ondervloer 4. Dit 20 verschaft meer (lig-/sta-) comfort voor dieren zoals koeien.
Bij het bewegen van de eindloze band 3 zal deze kunnen worden gereinigd door de reinigingsinrichting 9. Een en ander zal nader worden toegelicht aan de hand van figuur 2. Het getoonde verdrijvingshek 10 kan met behulp van een hulprol 8a en een schaarinrichting worden uitgeklapt over de eindloze band 3, 25 respectievelijk de ondervloer 4. Hierdoor kunnen eventueel zich op de eindloze band 3 bevindende dieren worden verdreven, zodat er bij reinigen van de band geen gevaar voor de dieren ontstaat. Desgewenst kan het verdrijvingshek 10 worden opgeborgen achter beugel 11. Ook kan de beugel 11 dienst doen om te voorkomen dat dieren zich op de reinigingsinrichting bewegen. Het 30 voerdergedeelte 2 bevat, zeer schematisch weergegeven, een vaste vloer met daarop een voerhek 12, waar dieren hun kop doorheen kunnen steken om bij voer achter het hek te komen. Hierbij kunnen de dieren dus op een niet-bewegende vloer staan tijdens vreten. Aldus kan de band 3 ook diervrij worden gemaakt door voer aan te bieden en daardoor de dieren naar de vaste vloer te lokken. Alternatief 7 of aanvullend is tussen het voerhek 12 en het verblijfsgedeelte 1 een voergoot verschaft, waarin voer gestort kan worden.
Fig. 2 toont een weergave van een gedeelte van de omgeving volgens fig. 1. Gelijke verwijzingscijfers duiden soortgelijke onderdelen aan. De 5 reinigingsinrichting 9 is hier nader uitgewerkt, en toont een opvangbak 20, een schraper 21, een sproeier 22, een opvanggoot 23, een chassis 24 van de reinigingsinrichting, een verrijdbaar onderstel 25 en een geleiding 26.
Wanneer de eindloze band 3 door de aandrijfrol 8, met behulp van een niet getoonde aandrijfinrichting, wordt rondbewogen, zal de eindloze band 3 10 langs de schraper 21 bewegen. Eventueel aanwezig vuil 13, zoals uitwerpselen, modder, stro, voer enz., zal door de schraper 21 van de eindloze band 3 worden afgeschraapt, en terechtkomen in de opvangbak 20. De schraper 21 kan opklapbaar, instelbaar enz. zijn om bijvoorbeeld niet altijd te schrapen (slijtage) of met variabele (veer)druk te kunnen schrapen. Indien de opvangbak 20 vol is met 15 vuil 13, kan deze met behulp van een verrijdbaar onderstel 25 en de geleiding 26 worden weggereden, bijvoorbeeld naar een stortplaats.
De getoonde sproeier 22 is ingericht om de eindloze band 3 te besproeien met een vloeistof, bijvoorbeeld water of een reinigingsmiddel of desinfectiemiddel. In de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 is de sproeier 22 ingericht 20 om de eindloze band 3 te besproeien nadat de schraper 21 eventueel vuil daarvan geschraapt heeft. De sproeier 22 dient dan om restanten van het vuil te verwijderen en/of de band 3 te desinfecteren. Alternatief of aanvullend kan er een sproeier zijn verschaft die is ingericht om de eindloze band 3 te besproeien voordat de schraper 21 eventueel vuil daarvan afschraapt. Een bijbehorende 25 positie kan eenvoudig door de vakman worden bepaald. De opvanggoot 23 dient om van de eindloze band 3 afdruipend reinigingsmiddel (of water enz.) op te vangen en af te voeren. Voorts kan de sproeier 22 ook alternatief of aanvullend zijn ingericht om een vaste stof op de eindloze band 3 te sproeien, zoals kalk, talk, enz. In een dergelijk geval kan het voordelig zijn om deze alternatieve of 30 aanvullende sproeier boven de eindloze band 3 te plaatsen.
Bovendien wordt hier opgemerkt dat eventueel resterend vocht, zoals ook uit andere bronnen afkomstige vloeistoffen, zoals urine of regenwater, van de eindloze band 3 en/of de ondervloer 4, en indien aanwezig ook van het dempingsmateriaal 5, kunnen worden afgevoerd met behulp van de drainage 6 8 (zie fig. 1). De drainage kan in de ondervloer 4 en het dempingsmateriaal 5 zijn verschaft als een goot of dergelijke, doch ook als gaten in de betreffende materialen. Bovendien kan ook de eindloze band 3 doorlatend zijn uitgevoerd, zoals een raster, dat in de praktijk voldoende doorlatend is voor vloeistof maar 5 tegelijk voldoende stevig om de gewenste dieren te houden. Bijvoorbeeld kan kunststof of metaalgaas of weefsel worden toegepast voor de eindloze band 3.
Fig. 3 toont een schematisch bovenaanzicht van een ander gedeelte van de omgeving volgens Fig. 1. Dit gedeelte omvat meerdere, in hoofdzaak evenwijdige eindloze banden 3 alsmede een verplaatsbare reinigingsinrichting 9. 10 Wederom geven deze verwijzingscijfers soortgelijke onderdelen aan.
De verplaatsbare reinigingsinrichting 9 kan van de ene band 3 naar de andere band 3 worden verplaatst langs de geleiding 26, bijvoorbeeld na reinigen van een eerste band. Daartoe wordt bijvoorbeeld de onderste getoonde band 3 bewogen in de richting van pijl 31. Voorafgaand kan desgewenst het 15 verdrijvingshek 10 in de richting van pijl 30 worden bewogen om eventueel zich op de onderste band 3 bevindende dieren daarvan te verdrijven. Na reinigen van de band kan de reinigingsinrichting 9 naar de naastgelegen, of een andere, band 3 worden verplaatst, waarna deze kan worden gereinigd. Uiteraard is het mogelijk om meerdere reinigingsinrichtingen 9 te verschaffen.
20 Voorts zijn hulprollen 8b getoond. Deze staan onder een hoek ten opzichte van de bovenzijde van de eindloze banden 3, van bijvoorbeeld 45°. Hierdoor zal de eindloze band 3 aan de onderzijde minder breed zijn, waardoor plaats vrijkomt voor de steunpilaren 7.
In de praktijk is het mogelijk om de reinigingswerkwijze van de 25 eindloze banden 3-1 tot en met 3-4 met behulp van de reinigingsinrichting 9 te koppelen met toedienen van voer in een voederinrichting 2 volgens Fig. 1 (niet getoond in Fig. 3). Daartoe kan met behulp van een besturingsinrichting (hier niet getoond) de reinigingsinrichting 9 alsmede het voerdergedeelte 2 als volgt worden bediend. Allereerst wordt ervoor gezorgd dat een voerinrichting die voer verschaft 30 ter hoogte van een te reinigen eindloze band 3, bijvoorbeeld band 3-2, geen voer verschaft. Hiertoe kan de besturingsinrichting het voeren bij deze band stoppen, hetzij bij een of meer andere banden beginnen. Het resultaat zal zijn dat er een of meer andere banden zijn waar dieren voer kunnen krijgen, zodat de dieren van de te reinigen band 3-2 worden weggelokt. Dit weglokken kan voorts worden 9 ondersteund door bedienen van het verdrijvingshek 10. Vervolgens kan de te reinigen eindloze band 3-2 worden gereinigd door deze langs de reinigingsinrichting 9 te bewegen. Na voltooien van de reiniging kunnen overeenkomstige stappen worden uitgevoerd voor andere te reinigen eindloze 5 banden 3-1, 3-2 en 3-4.
Naast reinigen kan het afzonderlijk bewegen van de banden 3-1, 3-2 enz. ook andere doelen hebben. Bijvoorbeeld kunnen de banden vanaf een uiteinde worden voorzien van een nieuwe strooisellaag, kunnen deze worden geïnspecteerd op beschadigingen, enz. Ook in dat geval is het uiteraard voordelig 10 om de dieren vooraf van de band te verwijderen. Ter beveiliging kan overigens ook een sensor zoals een dierwaarnemingssensor of dergelijke zijn verschaft die de aandrijfinrichting de beweging van de band doet stoppen indien zich een dier op de band bevindt, in het bijzonder nabij het bij de reinigingsinrichting gelegen uiteinde. Bijvoorbeeld indien een dier slaapt of ziek is, zal weglokken door middel 15 van voer minder goed of niet werken.
De in Fig. 3 niet getoonde voederinrichting kan overigens alternatief ook zijn verschaft aan een zijkant van de vloer, zodat in beginsel alle banden op één na kunnen worden leeg gelokt door de voederinrichting voeder te laten verschaffen. Ook is het mogelijk om de voederinrichting te verschaffen in een 20 gedeelte van de omgeving dat is voorzien van een vaste vloer. Hierdoor kunnen de dieren van alle banden worden weggelokt.
Alternatief kan de omgeving ook een verblijfs- of voedergedeelte vormen in een grotere omgeving, waarbij de dieren bijvoorbeeld vanaf de vloer naar een in die grotere omgeving verschafte (al dan niet automatische) 25 melkinrichting worden gedreven of gelokt. Ook is het mogelijk om de dieren naar een wachtruimte voor de een of meer melkinrichtingen te drijven. Nadat de banden vrij van dieren zijn gemaakt kunnen deze worden gereinigd of dergelijke.
In Fig. 3 niet apart aangegeven zijn geleidingen tussen de banden 3-1, 3-2 enz. Deze geleidingen waarborgen de pootveiligheid voor dieren op de 30 banden. Immers, zullen de banden meestal enigszins doorzakken door betreden van de dieren, waardoor er spleten of gaten kunnen ontstaan tussen naast elkaar gelegen banden. De geleidingen, waar de banden doorheen lopen, kunnen gaten tussen de banden voorkomen, dan wel afdekken. Hiertoe kunnen de geleidingen geschikte profielen omvatten. Deze kunnen zowel afzonderlijke, en in hoofdzaak 10 stationaire onderdelen zijn, maar ook bijvoorbeeld ineengrijpende delen van de banden zelf omvatten, zoals zwaluwstaartprofielen en dergelijke. De geleidingen maken het bovendien mogelijk dat de banden onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen.
5 De getoonde uitvoeringsvoorbeelden zijn niet beperkend bedoeld doch dienen slechts als toelichting bij de uitvinding. De beschermingsomvang van de uitvinding wordt bepaald door de aangehechte conclusies.
1035229
Claims (17)
1. Een omgeving ingericht voor het houden van dieren, in het bijzonder melkdieren, voorzien van een vloer omvattende: 5. meerdere in een bewegingsrichting (A) beweegbare en aan de bewegingsrichting evenwijdige banden (3), een aandrijfinrichting ingericht voor het bewegen van de banden (3) in de bewegingsrichting (A), waarbij de aandrijfinrichting is ingericht voor het onafhankelijk van elkaar bewegen 10 van de banden (3).
2. De omgeving volgens conclusie 1, omvattende een aan een uiteinde van een band (3) te positioneren reinigingsinrichting (9) voor het reinigen van de band (3).
3. De omgeving volgens conclusie 2, waarbij de reinigingsinrichting (9) 15 beweegbaar is in de richting dwars op de bewegingsrichting (A) van de banden (3).
4. De omgeving volgens conclusie 3, omvattende een besturingsinrichting die is ingericht om de reinigingsinrichting (9) naar een te reinigen band (3) te verplaatsen en de aandrijfinrichting de te reinigen band (3) te 20 doen bewegen.
5. De omgeving volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een dierwaarnemingssensor, die werkzaam verbonden is met de aandrijfinrichting, en is ingericht om de aandrijfinrichting een band (3) te doen bewegen indien de dierwaarnemingssensor geen dier op de band (3) waarneemt.
6. De omgeving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de omgeving, in het bijzonder de reinigingsinrichting (9), is voorzien van een verdringingsinrichting (10) voor het verdringen van dieren van een band (3).
7. De omgeving volgens een der conclusies 2-6, waarbij de omgeving, in het bijzonder de reinigingsinrichting (9) of de verdringingsinrichting (10), is 30 voorzien van een sproeier (22) die is ingericht voor op een band (3) sproeien van een reinigings- en/of desinfectiemiddel.
8. De omgeving volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij althans een gedeelte van de aandrijfinrichting is opgenomen in de reinigingsinrichting (9). 1035229
9. De omgeving volgens een van de conclusies 2-8, waarbij de reinigingsinrichting (9) een of meer omvat van een schraper (21), een sproeier (22), een droger en een doseerinrichting voor het doseren van een kalk.
10. De omgeving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 5 band (3) een eindloze band is.
11. De omgeving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de band boven een ondervloer (4) is aangebracht die is voorzien van een drainage (6) voor het afvoeren van vloeistoffen.
12. De omgeving volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij 10 onder de band (3) een dempingsmateriaal (5) is aangebracht.
13. De omgeving volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de band (3) en/of het dempingsmateriaal (5) een materiaal met een open structuur omvat.
14. De omgeving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een 15 geleiding is aangebracht tussen twee naast elkaar gelegen banden (3).
15. De omgeving volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een voedergedeelte (2) met een voederinrichting.
16. De omgeving volgens conclusie 15, waarbij de omgeving voorts een besturingsinrichting omvat die ingericht is voor het aansturen van de 20 voederinrichting en de vloer, voor het toedienen van voeder in een cyclus in afhankelijkheid van, en in het bijzonder synchroon met, een cyclus voor het reinigen van de banden (3) van de vloer.
17. De omgeving volgens conclusie 15 of 16, waarbij een vloerniveau van het voedergedeelte (2) lager is dan een vloerniveau van het verblijfsgedeelte. 1035229
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1035229A NL1035229C2 (nl) | 2008-03-31 | 2008-03-31 | Omgeving ingericht voor het houden van dieren. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1035229 | 2008-03-31 | ||
NL1035229A NL1035229C2 (nl) | 2008-03-31 | 2008-03-31 | Omgeving ingericht voor het houden van dieren. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1035229C2 true NL1035229C2 (nl) | 2009-10-01 |
Family
ID=39767160
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1035229A NL1035229C2 (nl) | 2008-03-31 | 2008-03-31 | Omgeving ingericht voor het houden van dieren. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1035229C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2488823A (en) * | 2011-03-10 | 2012-09-12 | Darren Pluess | Animal cubicle cleaning system with motorised movable belt floor |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1757360A1 (de) * | 1968-04-30 | 1971-04-08 | Miele Ernst Otto | Automatische Stallsaeuberungsvorrichtung |
US4213422A (en) * | 1978-07-27 | 1980-07-22 | Hans J. Nagel | Grated floor conveyor for poultry enclosure |
EP0194730A1 (en) * | 1985-03-12 | 1986-09-17 | C. van der Lely N.V. | Implement for milking animals in a stable |
EP0636313A2 (en) * | 1993-07-28 | 1995-02-01 | Maasland N.V. | A construction for automatically milking animals |
EP0728413A1 (en) * | 1995-02-24 | 1996-08-28 | Maasland N.V. | A construction including an implement for milking animals |
NL1002289C2 (nl) * | 1996-02-09 | 1997-08-12 | Henricus Johannes Wilhel Steen | Inrichting voor het uit een stal afvoeren van dierlijke mest. |
WO1998027808A1 (en) * | 1996-12-20 | 1998-07-02 | Tommy Lindvall | Animal box for breeding |
WO2002071836A1 (en) | 2001-03-12 | 2002-09-19 | Tommy Lindvall | Animal keeping device and a method for animal keeping |
-
2008
- 2008-03-31 NL NL1035229A patent/NL1035229C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1757360A1 (de) * | 1968-04-30 | 1971-04-08 | Miele Ernst Otto | Automatische Stallsaeuberungsvorrichtung |
US4213422A (en) * | 1978-07-27 | 1980-07-22 | Hans J. Nagel | Grated floor conveyor for poultry enclosure |
EP0194730A1 (en) * | 1985-03-12 | 1986-09-17 | C. van der Lely N.V. | Implement for milking animals in a stable |
EP0636313A2 (en) * | 1993-07-28 | 1995-02-01 | Maasland N.V. | A construction for automatically milking animals |
EP0728413A1 (en) * | 1995-02-24 | 1996-08-28 | Maasland N.V. | A construction including an implement for milking animals |
NL1002289C2 (nl) * | 1996-02-09 | 1997-08-12 | Henricus Johannes Wilhel Steen | Inrichting voor het uit een stal afvoeren van dierlijke mest. |
WO1998027808A1 (en) * | 1996-12-20 | 1998-07-02 | Tommy Lindvall | Animal box for breeding |
WO2002071836A1 (en) | 2001-03-12 | 2002-09-19 | Tommy Lindvall | Animal keeping device and a method for animal keeping |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2488823A (en) * | 2011-03-10 | 2012-09-12 | Darren Pluess | Animal cubicle cleaning system with motorised movable belt floor |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR101674270B1 (ko) | 자동세척과 살균기능을 갖춘 애완견용 화장실 | |
US20090241850A1 (en) | Pet Waste Collection System | |
US20070095299A1 (en) | Method for operating a feces conveyor device | |
US20100122662A1 (en) | Animal toilet | |
JP5199700B2 (ja) | 配合装置 | |
US11044886B2 (en) | Cat litter box mat | |
CN108471718A (zh) | 畜舍,尤其用于畜养猪的畜舍 | |
EP2624684B1 (en) | Device and method for cleaning a support structure for poultry holders | |
CN115697050A (zh) | 饲养设备 | |
US20170127654A1 (en) | Apparatus and method for poultry house floor | |
IL225135A (en) | A poultry cleaning machine on a farm | |
KR20090077363A (ko) | 가금류 사육장 | |
NL1035229C2 (nl) | Omgeving ingericht voor het houden van dieren. | |
FR2923678A1 (fr) | Surface a nettoyage automatique destinee aux defecations animales | |
DK2989891T3 (en) | Laying for poultry | |
CN112273274A (zh) | 一种养殖业用方便处理粪便的养鸡箱 | |
US4213422A (en) | Grated floor conveyor for poultry enclosure | |
JP4596669B2 (ja) | 動物のサニタリー飼育装置 | |
CN202535856U (zh) | 一种智能化自动清粪板 | |
GB2488823A (en) | Animal cubicle cleaning system with motorised movable belt floor | |
EP3488690A1 (en) | Autonomous cleaning vehicle and animal shed provided therewith | |
CN108477023A (zh) | 一种用于畜牧方面的智能控制的粪便清理装置 | |
NL2027975B1 (en) | A system for gathering excreta of production animals | |
CN108575812A (zh) | 一种环保的畜牧粪便清理装置 | |
NL2024095B1 (en) | A system for gathering excreta of production animals |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20111001 |