NL1035196C2 - Deur en een met de deur samenwerkend deurkozijn. - Google Patents

Description

Deur en een met de deur samenwerkend deurkozijn

De uitvinding heeft betrekking op een deur en een met de deur samenwerkend deurkozijn, welke deur scharnierend verbonden is met de vloer en de bovendorpel.

5

Een dergelijke deur is algemeen bekend,

Dergelijke deuren waarbij de deur niet via scharnieren verbonden is met het deurkozijn, maar scharniert rond een systeem dat verbonden is met de vloer respectievelijk de 10 bovendorpel, wordt veel toegepast in deuren die vingerveilig moeten zijn en/of bij deuren waarbij brandbeveiliging belangrijk is. De reden hiervoor is dat enerzijds de deuren dusdanig nauwkeurig afgehangen kunnen worden ten opzichte van het kozijn, dat de ruimte tussen de deurrand en het kozijn te klein is om een vinger hierin te kunnen klemmen en juist door deze kleine ruimte in geval yan brand een redelijke 15 afscherming geven.

In de praktijk is echter gebleken dat dergelijke deuren nog onvoldoende brandveilig zijn doordat als gevolg van de vervorming van de deur rondom de deur reten en openingen kunnen ontstaan waardoor de brand niet langer wordt tegengehouden. Dit treedt vooral 20 op aan de zijde van de rand waar zich de scharnieren bevinden, aangezien hier de deur slechts boven en onder wordt vastgehouden. In het middengedeelte kan daarbij het deurvlak gaan bol staan in de richting van de open zijde, dit wil zeggen naar die zijde waarnaar de deur open gaat, als gevolg van de warmte-ontwikkeling waardoor de brandbeveiliging ophoudt effectief te zijn.

25

De uitvinding stelt zich tot doel een deur van het bovengenoemde type te verschaffen waarbij de genoemde nadelen worden vermeden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de rand van de deur aan de 30 scharnierzijde is opgenomen in een U-vormig profiel dat deel uitmaakt van het deurkozijn.

Door de aanwezigheid van een U-profiel dat de schamierrand van de deur ten minste gedeeltelijk omsluit, wordt de vervorming van de deur als gevolg van de bij brand 35 ontstane hitte aanzienlijk teruggedrongen, zodat de deur gemakkelijker aan de gestelde normen kan voldoen.

1035196

Andere kenmerken en voordelen van de deur en een met de deur samenwerkend kozijn zullen duidelijke worden uit de hiernavolgende beschrijving waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen.

2 5 Hierin is:

Fig. 1 een aanzicht van een deur en een daarmee samenwerkend deurkozijn volgens de uitvinding, 10 Fig. 2 een doorsnede volgens de lijn ll-ll in figuur 1,

Fig. 3 een doorsnede volgens de lijn lll-lll in figuur 1, en

Fig.4 een doorsnede op grotere schaal conform figuur 3 van de scharnierzijde van de 15 deur en een daarmee samenwerken deurkozijn volgens de uitvinding.

In de figuren 1, 2 en 3 is een deur met deurkozijn weergegeven volgens de uitvinding, welke deur in de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat uit een deurblad 1 In geval van een brandwerende deur heeft is een dergelijk deurblad opgebouwd uit meerdere lagen. 20 Een typische samenstelling zou kunnen zijn een eerste laag vervaardigd uit staalplaat met een dikte van 3 mm, daarop een tweede laag uit steenwol met een dikte van 50 mm, vervolgens een brandwerende laag op basis van gipsplaat zoals die in de handel wordt gebracht onder de merknaam Promotec H, met een dikte van 10 mm, een vierde laag van 10 mm vervaardig uit neopreen en tenslotte een vijfde laag van 2 mm 25 staalplaat.

In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn in de deurplaat twee afsluitbare openingen aangebracht die specifiek zijn voor bepaalde toepassingen zoals bijvoorbeeld als deur in een inrichting voor geestelijk zieken. Het betreft hier een opening of doorgang 2 die 30 dient als kijkopening en een luik 3 dat gebruikt kan worden voor het doorgeven van bepaalde dingen zoals voedsel of dergelijke.

De deurplaat 1 is verder voorzien van een handgreep 4 waarmede de deur geopend of gesloten kan worden. De deur heeft een open zijde, dit wil zeggen een zijde waarin de 35 deur geopend kan worden. Deze zijde is in figuur 1 de zijde van aanzicht, en in de figuren 2 en 3 de naar beneden gerichte rand van het deurblad. De andere zijde van het deurblad wordt aangeduid als de sluitzijde. Verder heeft het deurblad een 3 opstaande rand 5 waarmede de deur aanligt tegen een deurpost 7 en die bij het openen van de deur zich verwijdert van de deurpost 7. De tweede opstaande rand 6 van de deur is de scharnierzijde 6 die aanligt tegen de deurpost 8, en aan welke zijde de deur is voorzien van een schamierconstructie teneinde de deur te openen of te 5 sluiten, waarbij de opstaande rand slechts verdraaid wordt ten opzichte van het deurkozijn 6 maar niet verder relatief beweegt ten opzichte van de deurkozijn 8.

In de weergegeven uitvoeringsvorm van de deur is de scharnierzijde 6 van het deurblad op een bijzondere wijze uitgevoerd. De scharnierzijde 6 heeft de vorm van de koker of 10 cilinder 10 met een diameter die groter is dan de dikte van het deurblad 1, waarbij de cilinder 8 uitsteekt naar de open zijde van het deurblad, maar aan de sluitzijde tangentieel aansluit aan de sluitzijde van het deurblad 1. De cilinder 8 strekt zich uit over de volledige hoogte van het deurblad 1, en de bovenzijde, respectievelijk onderzijde van de cilinder is scharnierend verbonden met de bovendorpel 15 respectievelijk onderdorpel of vloer. In de meest eenvoudige uitvoeringsvorm kan een dergelijke schamierconstructie worden verkregen door de bovenzijde en onderzijde van de cilinder te voorzien van een pen die draaiend kan worden opgenomen in een opening in de bovendorpel respectievelijk de onderdorpel. Bij voorkeur valt de scharnieras van de deur samen met de aslijn van de cilinder 10.

20

Uiteraard zijn andere draaisystemen evenzeer mogelijk, maar in verband met de uitvinding is het belangrijk dat de deur scharnierend verbonden is met de bovendorpel en de onderdorpel en niet met het deurkozijn 8.

25 De opstaande rand 5 van het deurblad 1 heeft een afgeschuinde rand die aansluit op een afgeschuinde rand in het deurkozijn 7 zoals duidelijk weergegeven in de figuren 2 en 3, waardoor een betrouwbare en veilige aansluiting tussen de deur en het deurkozijn ontstaat aan die zijde van de deurplaat 1.

30 Aan de scharnierzijde is gekozen voor een speciale constructie waardoor enerzijds een vingerveilige oplossing wordt verkregen, en anderzijds een betere brandbeveiliging ontstaat. Dit is meer gedetailleerd weergegeven in figuur 4. In horizontale doorsnede heeft het deurkozijn 8 aan de scharnierzijde van de deur een in hoofdzaak U-vorm.

Deze U-vorm bestaat gezien vanaf de sluitzijde van de deur uit een deel 12 dat in de 35 richting van het andere deurkozijn uitsteekt tot nagenoeg halfweg de diameter van de cilinder 10 en waarvan het hoekpunt 13 op een kleine afstand van 2 tot 4 mm ligt van de buitenomtrek van de cilinder. Hierdoor kan worden vermeden dat kinderen of 4 geestelijk zieke personen per ongeluk met hun vinger tussen de deur komen wanneer deze geopend is, aangezien de vrije ruimte beperkt is en constant.

Op het deel 12 sluit een deel 14 aan dat in hoofdzaak de omtrek van de cilinder volgt 5 en dat eindigt in een punt 15 die eveneens op een kleine afstand van enkele millimeter van de buitenomtrek van de cilinder 10. Anderzijds steekt de punt 15 zover uit in de richting van het andere deurkozijn dat de punt 15 uitsteekt tot voorbij het deel van de omtrek van de cilinder 10 dat het verst in de richting van het deurkozijn 8 is gelegen. Zoals aangegeven in figuur 4 overlapt de punt 15 over een afstand d met de 10 buitenomtrek van de cilinder 10. Hierdoor wordt bereikt dat wanneer ten gevolge van brand of oververhitting de deur de neiging krijgt om te vervormen, de schamierzijde van de deur niet direct wordt weggedrukt van het deurkozijn, maar wordt tegengehouden door het bij de punt 15 behorende deel van het deurkozijn. Aldus zal de deur niet zo snel gaan gapen aan de schamierzijde en een grote brandveiligheid garanderen. In de 15 weergegeven uitvoeringsvorm van figuur 4 is tegen een gedeelte van de punt nog een zwelrubber 16 bevestigd waardoor de afdichting nog wordt verbeterd, maar in de praktijk kan het ook zonder de zwelrubber 16 worden uitgevoerd.

In geval van verhitting van de deur zal de deur uitzetten in alle richtingen, dus ook in de 20 breedte waardoor de overlapping tussen de punt 15 en de scharnierrand van de deur nog groter wordt en de deur nog steviger zal worden vastgehouden door de bij de punt 15 behorende deel van het deurkozijn.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de beschreven en weergegeven 25 uitvoeringsvormen, maar dat binnen de omschrijving van de conclusies talrijke wijzigingen kunnen worden aangebracht die deel uitmaken van de uitvinding.

1035196

Claims (9)

1. Deur en een met de deur samenwerkend deurkozijn, welke deur scharnierend verbonden is met een onderdorpel en een bovendorpel, met het kenmerk, dat de rand 5 van de deur aan de scharnierzijde is opgenomen in een U-vormig profiel dat deel uitmaakt van het deurkozijn.

2. Deur en een met de deur samenwerkend deurkozijn volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eindrand van de flens van het U-profiel aan de sluitzijde zich in 10 hoofdzaak uitstrekt tot de scharnierlijn van de deur

3. Deur en een met de deur samenwerkend deurkozijn volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de eindrand van de flens van het U-profiel aan de open zijde zich uitstrekt over een afstand die ligt tussen de scharnierlijn van de deur en de daarbij 15 behorende rand van de deur

4. Deur en een met de deur samenwerkend deurkozijn volgens een der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de rand van de deur aan de scharnierzijde de vorm heeft van een kokervormig element dat de scharnierlijn omvat en dat het deurblad een dikte heeft 20 die kleiner is dan de overeenkomstige afmeting van het kokervormig element.

5. Deur en een met de deur samenwerkenddeurkozijn volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het kokervormig element de vorm van een cilinder heeft.

6. Deur en een met de deur samenwerkend deurkozijn volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de aslijn van de cilinder samenvalt met de scharnierlijn van de deur.

7. Deur en een met de deur samenwerkend deurkozijn volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat het kokervormig element zich gedeeltelijk binnen het U-vormig profiel 30 bevindt.

8. Deur en een met de deur samenwerkend deurkozijn volgens een der conclusies 4 tot 7, met het kenmerk, dat de sluitzijde van de deur vlak aansluit op de buitenomtrek van de koker. 35

9. Deur en een met de deur samenwerkend deurkozijn volgens conclusie 5 of 6 en een der conclusies 7 of 8, met het kenmerk, dat de afstand tussen de buitenomtrek van de 10 3 0 19 6 cilinder en de uiteinden van de flenzen van het U-profiel kleiner is dan de gemiddelde dikte van een vinger. 1030196