NL1034705C2

NL1034705C2 - Two-dimensional product transferring method, involves providing constant delay of single product in transport direction, and constantly removing products using conveyor in transport direction

Info

Publication number: NL1034705C2
Application number: NL1034705A
Authority: NL
Inventors: Menno Koppen; Freek Willem Laurens De Ridder; Ronald Timmerman; Eddy Littel
Original assignee: Buhrs Zaandam Bv
Priority date: 2007-11-15
Filing date: 2007-11-15
Publication date: 2009-05-18

Abstract

The method involves using a conveyor (1) to invoke power sliding of stacked products (3), and providing a constant delay of a single product in a transport direction. Some of the products are accelerated, and the products are constantly removed using another conveyor in another transport direction. An independent claim is also included for a device for transferring two-dimensional products, comprising a conveyor.

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor het overbrengen van producten van een eerste op een tweede transporteur.Title: Device and method for transferring products from a first to a second conveyor.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het overbrengen van in hoofdzaak tweedimensionale producten van een eerste transporteur met een eerste transportrichting op een tweede transporteur met een tweede transportrichting, welke tweede transportrichting niet parallel is aan de 5 eerste transportrichting.The invention relates to a method for transferring substantially two-dimensional products from a first conveyor with a first conveying direction to a second conveyor with a second conveying direction, which second conveying direction is not parallel to the first conveying direction.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit de praktijk, en wordt onder meer toegepast in de apparaten die aanvraagster op de markt brengt voor het verwerken van producten als tijdschriften, kranten, poststukken, CD’s, DVD’s, (plastic) kaarten etc. Een nadeel van de bekende werkwijze vloeit 10 voort uit het feit dat, als gevolg van het onderlinge transportrichtingsverschil tussen de eerste transporteur en de tweede transporteur, de snelheid van een over te brengen product, althans de richting daarvan, bij de overbrenging van de eerste op de tweede transporteur dient te worden gewijzigd. Dit betekent veelal dat het product 15 in de eerste transportrichting dient te worden afgeremd, terwijl het in de tweede transportrichting dient te worden versneld. Het afremmen van het product geschiedt in de bekende werkwijze door het product tegen een aanslagoppervlak te doen lopen. Bij deze botsing, waarbij een voorzijde van het product contact maakt met het aanslagoppervlak, heeft een achterzijde 20 van het product - indien dit product althans enigszins flexibel is - de neiging op te krullen. Tevens bestaat de kans dat het product door de botsing ongedefinieerd terugkaatst van de aanslag, en scheef komt te liggen. Op vergelijkbare wijze leidt ook het versnellen van het product door bijvoorbeeld botsing met een zich met een transportsnelheid van de tweede 25 transporteur voortbewegende meeneemnok mogelijk tot vervorming of ongecontroleerde heroriëntatie van het product. Gegeven onder meer de \ 0 3 4 7 0 5 2 grote verwerkingssnelheid van de bedoelde apparaten, denk aan 15.000 tot 30.000 producten per uur, leiden tijdelijk dan wel permanent vervormde en/of onregelmatig georiënteerde en derhalve niet volledig controleerbare producten in de continue stroom te verwerken producten gemakkelijk tot 5 verstoringen in het verwerkingsproces.Such a method is known from practice, and is used, inter alia, in the devices that the applicant puts on the market for processing products such as magazines, newspapers, postal items, CDs, DVDs, (plastic) cards etc. A disadvantage of the known The method results from the fact that, as a result of the mutual transport direction difference between the first conveyor and the second conveyor, the speed of a product to be transferred, or at least the direction thereof, has to be determined when transferring the first to the second conveyor. are being changed. This often means that the product 15 must be decelerated in the first conveying direction, while it must be accelerated in the second conveying direction. The braking of the product takes place in the known method by running the product against a stop surface. In this collision, where a front side of the product makes contact with the stop surface, a rear side of the product - if this product is at least somewhat flexible - tends to curl up. There is also a chance that the product will bounce back undefined from the attack due to the collision and become skewed. Similarly, the acceleration of the product due to, for example, collision with a carrier cam moving at a transport speed of the second conveyor may lead to distortion or uncontrolled reorientation of the product. Given, among other things, the high processing speed of the devices in question, think of 15,000 to 30,000 products per hour, temporary or permanently deformed and / or irregularly oriented and therefore not fully controllable products lead to the continuous flow. products easily process up to 5 disruptions in the processing process.

De uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen zonder het hiervoor genoemde nadeel. Tevens beoogt de uitvinding een inrichting te verschaffen voor het uitvoeren van de bedoelde werkwijze.The object of the invention is to provide a method without the aforementioned disadvantage. It is also an object of the invention to provide a device for performing the intended method.

De uitvinding voorziet hiertoe in een werkwijze overeenkomstig het 10 eerder beschreven type, omvattende het met behulp van de eerste transporteur in de eerste transportrichting aanvoeren van een stroom staffelsge wijs gestapelde producten; het telkens in de eerste transportrichting vertragen van een enkel product; het telkens in de tweede transportrichting versnellen van het enkele product; en het telkens afvoeren 15 van het enkele product met behulp van de tweede transporteur in de tweede transportrichting.To this end, the invention provides a method according to the type described above, comprising supplying a stream of stacked products stacked by means of the first conveyor in the first conveying direction; delaying a single product in the first transport direction; accelerating the single product in each case in the second transport direction; and discharging the single product in each case with the aid of the second conveyor in the second conveying direction.

De oplossing die de onderhavige uitvinding biedt voor het beschreven probleem is onder meer gelegen in het staffelsgewijs of dakpansgewijs gestapeld aanvoeren van de producten met behulp van de 20 eerste transporteur. Door de producten niet sequentieel-gescheiden aan te voeren, zoals gebruikelijk in de bekende werkwijze, maar staffelsgewijs gestapeld, wordt in de eerste plaats een hogere productdichtheid op de eerste transporteur bereikt. Dit heeft tot gevolg dat de snelheid waarmee de eerste transporteur de producten transporteert kan worden verkleind 25 zonder dat dit een negatief effect heeft op het aantal per tijdseenheid aangevoerde producten. Door het verlagen van de transportsnelheid van de eerste transporteur hoeven de over te brengen producten alvorens zij worden overgebracht minder te worden vertraagd. Een botsing met een aanslagoppervlak bijvoorbeeld, is daardoor minder heftig, i.e. heeft een 30 kleinere impulsverandering van het product tot gevolg, hetgeen weer leidt 3 tot een kleinere neiging tot opkrullen en/of heroriëntatie. Voor zover de neiging tot opkrullen of onvoorspelbare heroriëntatie onder omstandigheden toch aanwezig mocht zijn wordt deze onderdrukt door een gedeeltelijk op het afgeremde product rustend volgend product. Om voorts het verschil tussen 5 de snelheid van het afgeremde product en de snelheid waarmee delen van de tweede transporteur - zoals bijvoorbeeld een meeneemnok of een transportoppervlak daarvan - bewegen, te verkleinen, wordt het product, alvorens het aan de tweede transporteur wordt overgedragen, in de transportrichting van de tweede transporteur versneld. Ook door deze 10 (voor)versnelling neemt de kans op bij de overdracht van de eerste op de tweede transporteur opkrullende producten af. Met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding kan aldus het risico op haperingen in het verwerkingsproces ten gevolge van tijdens de overdracht van een eerste op een tweede transporteur vervormende en/of zich heroriënterende producten 15 effectief worden geëlimineerd.The solution that the present invention offers for the described problem lies, inter alia, in the stacked or roof tile stacked supply of the products with the aid of the first conveyor. By not feeding the products sequentially-separated, as is customary in the known method, but stacked in steps, a higher product density is achieved on the first conveyor in the first place. This has the consequence that the speed with which the first conveyor transports the products can be reduced without this having a negative effect on the number of products supplied per unit of time. By reducing the transport speed of the first conveyor, the products to be transferred need to be less delayed before they are transferred. A collision with a stop surface, for example, is therefore less severe, i.e. results in a smaller pulse change of the product, which in turn leads to a smaller tendency to curl up and / or reorientation. Insofar as the tendency for curling up or unpredictable reorientation should nevertheless be present under certain circumstances, it is suppressed by a product that partially rests on the curbed product. Furthermore, in order to reduce the difference between the speed of the braked product and the speed with which parts of the second conveyor - such as for example a carrier cam or a conveying surface thereof - move, the product is brought into the second conveyor, the transport direction of the second conveyor is accelerated. This (pre) acceleration also reduces the chance of transferring the first products curling onto the second conveyor. With the aid of the method according to the invention, the risk of interruptions in the processing process resulting from deforming and / or reorienting products during the transfer of a first product onto a second conveyor can thus be effectively eliminated.

Met betrekking tot de in deze tekst gebruikte terminologie wordt het volgende op gemerkt. De eerste en tweede transporteur betreffen transporteurs met een zich, althans lokaal, in een in hoofdzaak tweedimensionaal vlak uitstrekkend transportoppervlak. In de praktijk zal 20 een dergelijk transportoppervlak vaak horizontaal georiënteerd zijn, maar noodzakelijk is dit niet. Evenmin dient het transportoppervlak volledig continu te zijn zoals in het geval van bijvoorbeeld een bandtransporteur.Regarding the terminology used in this text, the following is noted. The first and second conveyors are conveyors with a conveying surface extending, at least locally, in a substantially two-dimensional plane. In practice, such a transport surface will often be horizontally oriented, but this is not necessary. Nor should the transport surface be completely continuous as in the case of, for example, a belt conveyor.

Het transportoppervlak van de eerste transporteur strekt zich, daar waar de producten ten behoeve van de overbrenging op de tweede transporteur 25 worden vertraagd, bij voorkeur in hoofdzaak uit in een vlak parallel aan dat waarin het transportoppervlak van de tweede transporteur zich uitstrekt, daar waar de producten op het transportoppervlak van de tweede transporteur worden overgebracht. Noodzakelijk is dit echter niet. Een eerste of tweede transporteur kan voorts producten transporteren over of 30 langs een anders dan rechtlijnig transporttraject. Onder de in de conclusies 4 bedoelde eerste transportrichting dient ook in een dergelijk geval te worden verstaan, de richting waarin producten door de eerste transporteur worden voortbewogen vlak voordat zij worden vertraagd ten behoeve van het overbrengen van die producten op de tweede transporteur. Onder de in de 5 conclusies bedoelde tweede transportrichting dient, wederom tevens in het geval van een niet-rechtlijnig transporttraject, te worden verstaan, de richting waarin producten door de tweede transporteur worden voortbewogen vlak nadat zij op de tweede transporteur zijn overgebracht. Voor de transportsnelheden van de eerste en de tweede transporteur geldt 10 mutatis mutandis hetzelfde als voor de transportrichtingen.The transport surface of the first conveyor, where the products are delayed for transfer to the second conveyor 25, preferably extends substantially in a plane parallel to that in which the transport surface of the second conveyor extends, where the products are transferred to the transport surface of the second conveyor. However, this is not necessary. A first or second conveyor can furthermore transport products over or along a transport route other than a straight line. In such a case, the first conveying direction referred to in claims 4 is also understood to mean the direction in which products are advanced by the first conveyor just before they are delayed for the purpose of transferring those products to the second conveyor. The second conveying direction referred to in the claims is to be understood, again also in the case of a non-linear conveying path, the direction in which products are advanced by the second conveyor just after they have been transferred to the second conveyor. The same applies mutatis mutandis for the transport speeds of the first and the second conveyor as for the transport directions.

Volgens een nader aspect van de uitvinding leidt het telkens in de eerste transportrichting vertragen van het enkele product tot een snelheidscomponent van in hoofdzaak 0 m/s van het enkele product in een richting loodrecht op de tweede transportrichting.According to a further aspect of the invention, delaying the single product in the first conveying direction each leads to a speed component of substantially 0 m / s of the single product in a direction perpendicular to the second conveying direction.

15 Het verdient de voorkeur de snelheidscomponent van het enkele product loodrecht op de tweede transportrichting steeds tot 0 m/s te reduceren. Ten gevolge van een dergelijke snelheidscomponent zou het product na versnelling in de tweede transportrichting immers met een andere bewegingsrichting dan de transportrichting van de tweede 20 transporteur op het transportoppervlak van de tweede transporteur kunnen belanden, hetgeen ongewenste wrijving veroorzaakt en het bovendien mogelijk maakt dat het product zich in een afwijkende richting voortbeweegt.It is preferable to always reduce the speed component of the single product perpendicular to the second transport direction to 0 m / s. As a result of such a speed component, after acceleration in the second conveying direction, the product could end up on the conveying surface of the second conveyor with a different direction of movement than the conveying direction of the second conveyor, which causes undesired friction and moreover makes it possible for the product moves in a different direction.

Volgens een nader aspect van de uitvinding wordt het telkens 25 vertragen van het enkele product in hoofdzaak door een enkele, korte stoot bewerkstelligd.According to a further aspect of the invention, the slowing down of the single product is in each case substantially effected by a single, short burst.

Het met een enkele, korte stoot bewerkstelligen van de gewenste vertraging van het enkele product heeft het voordeel dat de statische wrijving tussen het bedoelde product, en een staffelsge wijs daarop gestapeld 30 volgend product overwonnen wordt. Hierdoor wordt slechts het bedoelde 5 enkele product vertraagd, en niet tevens reeds het daarop volgende product. Bij een te langzame vertraging van een enkel product bestaat het gevaar dat meerdere, daaropvolgende producten zouden worden vertraagd, hetgeen tot een herordening van de staffelsgewijze staneling zou kunnen leiden, en 5 daarmee tot verstoringen in de aanvoer en/of afvoer van de producten.Achieving the desired delay of the single product with a single, short burst has the advantage that the static friction between the intended product and a graduated product stacked thereon is overcome. As a result, only the intended single product is delayed, and not also the subsequent product. In the event of a single product being delayed too slowly, there is a risk that several subsequent products would be delayed, which could lead to a reorganization of the scale stoppage, and thus to disruptions in the supply and / or removal of the products.

Volgens een nader aspect van de uitvinding leidt het telkens in de tweede transportrichting versnellen van het enkele product tot een snelheid in de tweede transportrichting die in hoofdzaak gelijk is aan een transportsnelheid van de tweede transporteur in de tweede 10 transportrichting.According to a further aspect of the invention, accelerating the single product in each case in the second conveying direction leads to a speed in the second conveying direction that is substantially equal to a conveying speed of the second conveyor in the second conveying direction.

Teneinde vervormingen van het enkele product als gevolg van een eerste contact met bewegende delen van de tweede tweede transporteur — zoals bijvoorbeeld het transportoppervlak of een meeneemnok — te voorkomen, wordt het over te brengen product bij voorkeur versneld totdat 15 het in hoofdzaak de transportsnelheid van de tweede transporteur bezit.In order to prevent deformations of the single product as a result of a first contact with moving parts of the second second conveyor - such as, for example, the transport surface or a entraining cam - the product to be transferred is preferably accelerated until substantially the transport speed of the second carrier.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is een transportsnelheid van de tweede transporteur in de tweede transportrichting groter dan een transportsnelheid van de eerste transporteur in de eerste transportrichting.According to a further elaboration of the invention, a conveying speed of the second conveyor in the second conveying direction is greater than a conveying speed of the first conveyor in the first conveying direction.

20 Door staffelsgewijs gestapelde producten met een lage snelheid aan te voeren, en de afvoer van de producten met een hogere snelheid te laten plaatsvinden wordt bereikt dat de werkwijze voor overbrenging van de producten een werkwijze voor het althans ten dele ontstaffelen van de producten insluit. De voor volledige onstaffeling benodigde verhouding 25 tussen de eerste transportsnelheid en de tweede transportsnelheid hangt onder meer af van mate van overlap waarmee de staffelsgewijs gestapelde producten worden aangevoerd en de afmetingen van de getransporteerde producten.By supplying stacked products at a low speed in a stacked manner and allowing the products to be discharged at a higher speed, it is achieved that the method for transferring the products includes a method for at least partially demolishing the products. The ratio between the first transport speed and the second transport speed required for complete staggering depends, inter alia, on the degree of overlap with which the stacked products are supplied and the dimensions of the transported products.

De onderhavige uitvinding voorziet tevens in een inrichting voor 30 het uitvoeren van de hiervoor beschreven werkwijze, omvattende een eerste 6 transporteur met een eerste transportrichting voor het aanvoeren van producten; een tweede transporteur met een tweede- transportrichting voor het afvoeren van producten, welke tweede transportrichting niet parallel is aan de eerste transportrichting; een aanslag voor het in gebruik telkens tot 5 in hoofdzaak 0 m/s reduceren van een snelheidscomponent van een enkel aangevoerd product in een richting loodrecht op de tweede transportrichting; versnellingsmiddelen voor het in gebruik telkens versnellen van een enkel af te voeren product in de tweede transportrichting tot bij benadering een snelheid die overeenstemt met een transportsnelheid 10 van de tweede transporteur, waarbij de eerste transporteur een productstaffelstapeltransporteur is die in gebruik een transportsnelheid heeft die zodanig laag is dat producten bij het raken van de aanslag niet opkrullen of terugkaatsen, en waarbij de verhouding tussen de transportsnelheid van de eerste transporteur en de transportsnelheid van 15 de tweede transporteur in gebruik zodanig is dat met behulp van de eerste transporteur in staffelsgewijs gestapelde toestand aangevoerde producten met behulp van de tweede transporteur in ontstaffelde toestand worden afgevoerd.The present invention also provides a device for performing the above described method, comprising a first 6 conveyor with a first conveying direction for supplying products; a second conveyor with a second conveying direction for discharging products, which second conveying direction is not parallel to the first conveying direction; a stop for reducing in use in each case to 5 substantially 0 m / s a speed component of a single product supplied in a direction perpendicular to the second transport direction; accelerating means for accelerating in use in each case a single product to be discharged in the second conveying direction to an approximate speed corresponding to a conveying speed of the second conveyor, wherein the first conveying device is a product stack stacking conveyor which in use has a conveying speed which is so low is that products do not curl or rebound when the stop is hit, and wherein the ratio between the conveying speed of the first conveyor and the conveying speed of the second conveyor in use is such that products supplied in a graduated state by means of the first conveyor be discharged in an unfurled state with the aid of the second conveyor.

De inrichting is geschikt voor het betrouwbaar en snel ontstaffelen 20 van staffelsgewijs aangevoerde producten, in een richting niet parallel aan de aanvoerrichting van de bedoelde producten, overeenkomstig de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. Door de transportrichtingen van de eerste en de tweede transporteur onderling loodrecht te oriënteren kan zelfs een haakse onstaffelaar worden gecreëerd.The device is suitable for reliably and quickly de-stalking 20 products supplied in a graduated manner, in a direction not parallel to the supply direction of the said products, in accordance with the method according to the present invention. By orienting the conveying directions of the first and the second conveyor relative to each other perpendicularly, even an angular staffler can be created.

25 Volgens een nader aspect van de uitvinding omvatten de versnellingsmiddelen ten minste één rond een rotatie-as roteerbaar aandrijfbare nok, welke nok zich niet in alle richtingen die loodrecht op de rotatie-as staan even ver van de rotatie-as uitstrekt, en welke nok voorts een aangrijpoppervlak omvat voor het aangrijpen op het te versnellen 30 product.According to a further aspect of the invention the accelerating means comprise at least one rotatable cam that can be rotated about a rotation axis, which cam does not extend equally far from the rotation axis in all directions perpendicular to the rotation axis, and which cam further comprises an engagement surface for engaging the product to be accelerated.

77

Voor het uit de staffelsgewijs gestapelde aanvoerstroom van producten verwijderen van een enkel product, en het althans initieel versnellen van het product in de tweede transportrichting, kan een roteerbaar aandrijfbare nok worden gebruikt. De nok kan continu worden 5 aangedreven op een snelheid die is afgestemd op onder meer de transportsnelheid van de eerste transporteur, en de afmetingen en overlap van de aangevoerde producten. Bij een voordelige afstelling van de rotatiesnelheid van de nok kan een aangevoerd product tot een positie naast, boven of onder de nok bewegen wanneer de nok zich slechts in 10 beperkte mate uitstrekt in de richting van het product. Door de rotatie van de nok zal vervolgens een zich verder van de rotatie-as van de nok bevindend aangrijpoppervlak richting het product draaien, aangrijpen op het product, en het product uit de staffelsgewijs gestapelde aanvoerstroom producten verwijderen in de tweede transportrichting. Dit proces kan 15 continu plaatsvinden, zonder de noodzaak de transportsnelheid van de eerste transporteur - i.e. de snelheid waarmee de producten worden aangevoerd - of de rotatiesnelheid van de nok tussentijds te wijzigen.For removing a single product from the graduated supply stream of products, and at least initially accelerating the product in the second conveying direction, a rotatable drivable cam can be used. The cam can be continuously driven at a speed that is tuned, inter alia, to the transport speed of the first conveyor, and the dimensions and overlap of the products supplied. With an advantageous adjustment of the rotational speed of the cam, a supplied product can move to a position adjacent, above or below the cam when the cam only extends to a limited extent in the direction of the product. As a result of the rotation of the cam, an engagement surface further away from the axis of rotation of the cam will rotate towards the product, engage the product, and remove the product from the stacked supply stream of products in the second transport direction. This process can take place continuously, without the need to change the transport speed of the first conveyor - i.e. the speed at which the products are supplied - or the rotational speed of the cam in the interim.

Volgens een nader aspect van de uitvinding omvatten de versnellingsmiddelen ten minste één paar klemrollen, van welk paar ten 20 minste één klemrol roteerbaar aandrijfbaar is.According to a further aspect of the invention the accelerating means comprise at least one pair of pinch rollers, at least one pair of which pinch rollers can be rotatably driven.

In hoofdzaak tweedimensionale producten kunnen door twee tegenover elkaar gelegen klemrollen worden aangegrepen, en worden versneld in de transportrichting van de tweede transporteur. Teneinde een versnelling te bewerkstelligen is vereist dat ten minste één van de twee 25 klemrollen kan worden aangedreven. De aandrijving kan tot een constante rotatiesnelheid van de klemrol leiden, of zo zijn ingericht dat de rotatiesnelheid periodiek - nl. voor ieder te versnellen product - van klein naar groot wordt op gebouwd. De andere klemrol kan passief uitgevoerd zijn in die zin dat hij het aangegrepen of ingeklemde product slechts geleidt, of 30 actief, in die zin dat hij het product behalve geleidt ook versnelt als hiervoor 8 beschreven. Doordat een product tussen de klemrollen door getrokken wordt vindt geen ongecontroleerde vervorming van het product plaats.Substantially two-dimensional products can be engaged by two opposite clamping rollers, and be accelerated in the transport direction of the second conveyor. In order to effect an acceleration, it is required that at least one of the two clamping rollers can be driven. The drive can lead to a constant rotational speed of the pinch roller, or be arranged such that the rotational speed is periodically built up - from each product to be accelerated - from small to large. The other clamping roller can be designed passively in the sense that it merely guides the engaged or clamped product, or actively, in the sense that it not only guides the product but also accelerates it as described above. Because a product is pulled between the clamping rollers, no uncontrolled deformation of the product takes place.

De hiervoor genoemde en andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen in het navolgende worden toegelicht aan de hand van 5 enkele uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding, in het licht van de volgende begeleidende figuren.The aforementioned and other features and advantages of the invention will be explained below with reference to a few exemplary embodiments of the invention, in the light of the following accompanying figures.

Figuur 1 toont in verschillende chronologisch geordende perspectiefaanzichten A-E schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een 10 inrichting volgende de onderhavige uitvinding die de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding uitvoert.Figure 1 schematically shows, in various chronologically ordered perspective views A-E, an exemplary embodiment of a device according to the present invention that performs the method according to the present invention.

Ten behoeve van de duidelijkheid zijn de in de onderstaande figuurbeschrijving te noemen elementen slechts in perspectiefaanzicht A 15 aangeduid met referentietekens; in de overige perspectiefaanzichten zijn zij onmiddellijk herkenbaar. Figuur 1 toont in het bijzonder een eerste transporteur 1, een tweede transporteur 2, een reeks staffelsgewijs gestapelde producten 3, 3’, 3” etc., een aflegplateau 4, een aanslag 5, een tweetal draaibaar aandrijfbare nokken 6, 6’ met aangrijpoppervlakken 7 20 respectievelijk 7’, en twee paren klemrollen 8, 8’ en 9, 9’.For the sake of clarity, the elements to be mentioned in the description of the figures below are only indicated by reference marks in perspective view A; they are immediately recognizable in the other perspective views. Figure 1 shows in particular a first conveyor 1, a second conveyor 2, a series of products 3, 3 ', 3 ", etc. stacked in steps, a depositing platform 4, a stop 5, two rotatably driven cams 6, 6' with engagement surfaces 7, 7 'and 2 pairs of pinch rollers 8, 8' and 9, 9 ', respectively.

In figuur 1 is te zien hoe een eerste transporteur 1 een reeks staffelsgewijs gestapelde producten 3 (gearceerd), 3’, 3” etc. aanvoert in een eerste, met Tl gemarkeerde, transportrichting. De transporteur 1 is in de figuur uitgevoerd als een bandtransporteur, maar andere typen 25 transporteurs zijn evenzeer bruikbaar zolang deze maar in staat zijn tot het staffelsgewijs gestapeld transporteren van de gewenste producten. Wijzen waarop de staffelsgewijze stapeling van producten kan worden gerealiseerd zijn bekend uit de praktijk.Figure 1 shows how a first conveyor 1 supplies a series of products 3 (shaded), 3 ", 3" etc. stacked in rows in a first direction of transport marked with T1. In the figure, the conveyor 1 is designed as a belt conveyor, but other types of conveyors are equally usable as long as they are capable of stacking the desired products in stacks. Ways in which the graduated stacking of products can be realized are known from practice.

Stroomafwaarts, bezien in de eerste transportrichting Tl, is aan 30 het einde van de eerste transporteur 1 een aflegplateau 4 voorzien. De door 9 de eerste transporteur 1 getransporteerde producten 3, 3’, 3” etc. zullen achtereenvolgend op dit aflegplateau 4 geschoven worden. Het aflegplateau 4 vormt een niet bewegend oppervlak waarop de producten eenvoudig en efficiënt kunnen worden afgeremd. Het afremmen van een product terwijl 5 het nog rust op het bewegende transportoppervlak van de eerste transporteur 1 is wel mogelijk, maar geniet vanwege de dan optredende wrijving tussen product en transportoppervlak niet de voorkeur. Voor het telkens afremmen van een enkel product is aan een, bezien in de eerste transportrichting, stroomafwaartse zijde van het aflegplateau 4 een aanslag 10 5 voorzien. Eén voor één zullen de producten 3, 3’, 3” door de beweging van transporteur 1, over het aflegplateau 4, tegen deze aanslag 5 gevoerd worden.Downstream, viewed in the first conveying direction T1, a depositing platform 4 is provided at the end of the first conveyor 1. The products 3, 3 ", 3" etc. transported by 9 the first conveyor 1 will be successively pushed onto this depositing platform 4. The depositing platform 4 forms a non-moving surface on which the products can be braked simply and efficiently. Braking a product while still resting on the moving conveying surface of the first conveyor 1 is possible, but is not preferred because of the friction between the product and the conveying surface then occurring. A stop 10 is provided on a downstream side of the depositing platform 4 for braking a single product in each case, viewed in the first transport direction. One by one, the products 3, 3 ", 3" will be moved against the stop 5 by the movement of the conveyor 1, over the depositing platform 4.

Telkens wanneer een enkel product, in perspectiefaanzicht B is dit het gearceerde product 3, tegen de aanslag 5 loopt wordt het product 15 vertraagd. Hierbij wordt de snelheid van het product in de richting loodrecht op de transportrichting T2 van de tweede transporteur gereduceerd tot 0 m/s. In perspectiefaanzicht B komt het product 3 zelfs helemaal tot stilstand. De initiële snelheid van product 3, d.w.z. de snelheid van product 3 juist voordat het wordt vertraagd, stemt overeen met de 20 transportsnelheid van de transporteur 1. Deze snelheid is dusdanig laag, dat het in korte tijd tot 0 m/s vertragen van het product 3 niet leidt tot het opkrullen of noemenswaardig terugkaatsen ervan. De korte stoot tegen de aanslag 5 bewerkstelligt evenwel dat tussen product 3 en het daarop steunende, volgende product 3’ de statische wrijving overwonnen wordt, 25 zodat slechts product 3, en niet beide producten 3, 3’ door de botsing van product 3 met de aanslag 5 tot stilstand komen.Whenever a single product, in perspective view B, is the shaded product 3, the stopper 5 encounters the product 15. Hereby the speed of the product in the direction perpendicular to the transport direction T2 of the second conveyor is reduced to 0 m / s. In perspective view B, the product 3 even comes to a complete stop. The initial speed of product 3, ie the speed of product 3 just before it is slowed, corresponds to the transport speed of the conveyor 1. This speed is so low that the slowing down of the product to 0 m / s in a short time 3 does not lead to curling or noticeably rebounding thereof. The short knock against the stop 5, however, ensures that static friction is overcome between product 3 and the following product 3 ', which is supported by it, so that only product 3, and not both products 3, 3' due to the collision of product 3 with the stop 5 stop.

De aanslag 5 bezit bij voorkeur een eenvoudig, zich in de transportrichting T2 uitstrekkend aanslagoppervlak. Een dergelijk oppervlak functioneert niet alleen als stootvlak voor het over een relatief 10 groot oppervlak uitoefenen van de vertragingskracht, maar tevens als geleider bij het versnellen van een product in de transportrichting T2.The stop 5 preferably has a simple stop surface extending in the conveying direction T2. Such a surface not only functions as an impact surface for exerting the deceleration force over a relatively large surface, but also as a guide for accelerating a product in the conveying direction T2.

De rond een rotatie-as roteerbaar aandrijfbare nokken 6, 6’ strekken zich niet in alle richtingen die loodrecht op de rotatie-as staan 5 even ver van de rotatie-as uit. Ter verduidelijking van de vorm van een nok 6, 6’ kan men zich een imaginaire cilinder met radius r voorstellen, waarvan de symmetrie-as in hoofdzaak samenvalt met de rotatie-as van de nok. Over een zeker hoekbereik bezit de nok 6, 6’ dan een aangrijpoppervlak 7 respectievelijk T, dat bij voorkeur samenvalt met een deel van het 10 buitenoppervlak van de cilinder. In de andere, buiten het bedoelde hoekbereik vallende richtingen rond de rotatie-as strekt de nok 6, 6’ zich bij voorkeur niet uit buiten het imagiaire cilinderlichaam. De radius r van de cylinder is zo gekozen, dat een aangrijpoppervlak 7, 7’ van een nok 6, 6’ -althans tijdelijk - voldoende contact maakt met een product 3 wanneer dit 15 zich op het aflegplateau 4, en tegen het aanslagoppervlak 5 bevindt. De convexe vorm van het aangrijpoppervlak 7, T biedt voorts het voordeel dat een product in een vloeiende aangrijpende en voortduwende rotatiebeweging van de nok 6, 6’ gedurende enige tijd kan worden versneld. Door onderlinge afstemming van de transportsnelheid van de eerste transporteur 1 en de 20 rotatiesnelheid van de nokken 6, 6’ worden producten tegen de aanslag 5 gevoerd wanneer de aangrijpoppervlakken 7, 7’ van de nokken 6, 6’ zich niet in een aangrijpende oriëntatie bevinden, zoals voor product 3 zichbaar is in de perspectiefaanzichten A en B. Door de continue draaiing van de nokken 6, 6’ zullen de aangrijpoppervlakken 7, 7’ echter snel na het tot stilstand 25 komen van een product aangrijpen op dit product. Als gevolg van de aangrijping door de roterende aangrijpoppervlakken 7, 7’ zal het product dan uit de staffelsgewijs gestapelde aanvoerstroom worden bewogen in de tweede transportrichting T2. Zie perspectiefaanzicht C, waarin dit voor product 3 is weergegeven.The cams 6, 6 rotatably rotatable about an axis of rotation do not extend equally far from the axis of rotation in all directions perpendicular to the axis of rotation. To clarify the shape of a cam 6, 6 ', one can imagine an imaginary cylinder with radius r, the axis of symmetry of which substantially coincides with the axis of rotation of the cam. Over a certain angular range the cam 6, 6 'then has an engagement surface 7 and T, respectively, which preferably coincide with a part of the outer surface of the cylinder. In the other directions outside the intended angular range around the axis of rotation, the cam 6, 6 'preferably does not extend beyond the imaginary cylinder body. The radius r of the cylinder is chosen such that an engagement surface 7, 7 'of a cam 6, 6' - at least temporarily - makes sufficient contact with a product 3 when it is on the depositing platform 4 and against the stop surface 5 . The convex shape of the engaging surface 7, T further offers the advantage that a product can be accelerated in a smooth engaging and continuous rotational movement of the cam 6, 6 'for some time. By coordinating the conveying speed of the first conveyor 1 and the rotational speed of the cams 6, 6 ', products are fed against the stop 5 when the engaging surfaces 7, 7' of the cams 6, 6 'are not in an engaging orientation , as can be seen for product 3 in the perspective views A and B. Due to the continuous rotation of the cams 6, 6 ', however, the engagement surfaces 7, 7' will engage on this product soon after a product comes to a standstill. As a result of the engagement by the rotating engagement surfaces 7, 7 ', the product will then be moved from the stacked supply stream stacked in the second transport direction T2. See perspective view C, in which this is shown for product 3.

1111

Indien de versnelling van het product 3 die door de nokken 6, 6’ kan worden gerealiseerd onvoldoende is om de snelheid van het product 3 in overeenstemming te brengen met de transportsnelheid van de tweede transporteur 2, kan de inrichting worden voorzien van één of meer paren 5 klemrollen 8, 8’ en 9, 9’. Het product 3 wordt dan door de nokken 6, 6’ tot tussen de klemrollen 8, 8’ en 9, 9’ bewogen, vanaf welk moment de klemrollen 8, 8’ en 9, 9’ paarsgewijs op het product aangrijpen, en het product tot de gewenste snelheid versnellen. Ten minste één van de klemrollen 8, 8’, 9, 9’ dient te zijn bekrachtigd. Een niet bekrachtigde 10 klemrol kan immers slechts dienen ter geleiding van een te versnellen product, en/of - in samenwerking met de bekrachtigde klemrol - zorgen voor voldoende klemming van het product tussen de beide klemrollen zodat het zonder dynamische wrijving kan worden versneld. In de perspectiefaanzichten C en D is te zien hoe de klemrollen 8, 8’, 9, 9’ 15 aangrijpen op product 3, en dit versnellen in de tweede transportrichting T2.If the acceleration of the product 3 that can be realized by the cams 6, 6 'is insufficient to match the speed of the product 3 with the transport speed of the second conveyor 2, the device can be provided with one or more pairs 5 pinch rollers 8, 8 'and 9, 9'. The product 3 is then moved by the cams 6, 6 'to between the clamping rollers 8, 8' and 9, 9 ', from which moment the clamping rollers 8, 8' and 9, 9 'engage the product in pairs, and the product to the desired speed. At least one of the pinch rollers 8, 8 ", 9, 9" must be energized. After all, a non-energized clamping roller can only serve to guide a product to be accelerated, and / or - in cooperation with the energized clamping roller - ensure sufficient clamping of the product between the two clamping rollers so that it can be accelerated without dynamic friction. The perspective views C and D show how the clamping rollers 8, 8 ", 9, 9" 15 engage with product 3 and accelerate this in the second transport direction T2.

Wanneer het product 3 is versneld tot op of rond de transportsnelheid van de tweede transporteur 2, kan het op het transportoppervlak van de tweede transporteur 2 worden overgebracht. De 20 tweede transporteur kan een bandtransporteur zijn, maar bijvoorbeeld ook een nokkentransporteur zoals getoond. In het geval van de getoonde nokkentransporteur 2 wordt een overgebracht product voortgestuwd door een of meer middels een bekrachtigde ketting aangedreven meeneemnokken, terwijl in het geval van een bandtransporteur het 25 transportoppervlak van de transporteur zorgt voor de voortbeweging van een product. De in figuur 1 weergegeven nokkentransporteur 2 bevindt zich ten opzichte van de eerste transporteur 1 en het aflegplateau 4 in een verlaagde positie. Hierdoor belandt een product, nadat het loskomt van de klemrollen 8, 8’, 9, 9’ vanzelf op het transportoppervlak van de tweede 30 transporteur 2. In perspectiefaanzicht E is dit weergegeven voor product 3.When the product 3 is accelerated to or around the transport speed of the second conveyor 2, it can be transferred to the transport surface of the second conveyor 2. The second conveyor can be a belt conveyor, but also, for example, a cam conveyor as shown. In the case of the cam conveyor 2 shown, a transferred product is propelled by one or more drive cams driven by means of a powered chain, while in the case of a belt conveyor the conveying surface of the conveyor ensures the movement of a product. The cam conveyor 2 shown in Figure 1 is in a lowered position relative to the first conveyor 1 and the depositing platform 4. As a result, a product, after being released from the pinch rollers 8, 8 ", 9, 9", automatically lands on the transport surface of the second conveyor 2. This is shown for product 3 in perspective view E.

1212

Door een goede onderlinge afstemming van de transportsnelheden van de eerste en de tweede transporteur 1, 2 en de rotatiesnelheden van de nokken 6, 6’ en de mogelijk bekrachtigde klemrollen 8, 8’, 9, 9’ kan de inrichting getoond in figuur 1 worden gebruikt voor het geheel of 5 gedeeltelijk (haaks) ontstaffelen van een stroom staffelsgewijs gestapelde producten, terwijl de producten betrouwbaar en snel van de eerste op de tweede transporteur worden overgebracht.By means of good mutual coordination of the transport speeds of the first and the second conveyor 1, 2 and the rotational speeds of the cams 6, 6 'and the possibly energized clamping rollers 8, 8', 9, 9 ', the device shown in Figure 1 can be used for fully or partially (perpendicular) de-stalking of a stream of products stacked in steps, while the products are reliably and quickly transferred from the first to the second conveyor.

10347051034705

Claims

Method for transferring substantially two-dimensional products (3, 3 ', 3 ”, etc.) from a first conveyor (1) with a first conveying direction (T1) to a second conveyor (2) with a second conveying direction (T2) , which second conveying direction is not parallel to the first conveying direction, comprising • supplying a stream of products stacked by the staff with the aid of the first conveyor in the first conveying direction; • each time delaying a single product in the first transport direction; • each time accelerating the single product in the second transport direction; and • discharging the single product in each case with the aid of the second conveyor in the second conveying direction. 15

A method according to any one of the preceding claims, wherein the delaying of the single product in each case in the first transport direction leads to a speed component of substantially 0 m / s of the single product in a direction perpendicular to the second transport direction. 20

3. Method as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first transport direction is substantially perpendicular to the second transport direction.

A method according to any one of the preceding claims, wherein the slowing down of the single product is achieved essentially by a single, short burst. 1034705

5. Method as claimed in any of the foregoing claims, wherein accelerating the single product in each case in the second conveying direction leads to a speed in the second conveying direction which is substantially equal to a conveying speed of the second conveyor in the second conveying direction.

6. Method as claimed in any of the foregoing claims, wherein a transport speed of the second conveyor in the second transport direction is greater than a transport speed of the first conveyor in the first transport direction.

7. Method according to claim 6, wherein the conveying speed of the second conveyor is so greater than the conveying speed of the first conveyor that it is possible to sequentially separate the products supplied stacked by the first conveyor with the aid of the second conveyor to feed.

An apparatus comprising 20. a first conveyor (1) with a first conveying direction (T1) for supplying products; • a second conveyor (2) with a second conveying direction (T2) for discharging products, which second conveying direction is not parallel to the first conveying direction; 25. a stop (5) for reducing in use in each case to substantially 0 m / s a speed component of a single product supplied in a direction perpendicular to the second transport direction; Acceleration means (6, 6 ", 8, 8", 9, 9 ") for accelerating in use in each case a single product to be discharged in the second conveying direction to an approximate speed corresponding to a conveying speed of the second conveyor; wherein the first conveyor is a product stack stacking conveyor which in use has a conveying speed that is so low that products do not curl or rebound when the stop hits, and wherein the ratio between the conveying speed of the first conveyor and the conveying speed of the second conveyor in use is such that with the aid of the first conveyor in a stacked-up state products are discharged with the aid of the second conveyor in the de-stalked state.

9. Device as claimed in claim 8, wherein the accelerating means comprise at least one rotatable cam rotatable about a rotation axis, which cam does not extend equally far from the rotation axis in all directions perpendicular to the rotation axis, and which also comprises an engagement surface for engaging the product to be accelerated.

The device of claim 9, wherein the engagement surface of the at least one cam is substantially convex. 20

Device as claimed in any of the claims 8-10, wherein the accelerating means comprise at least one pair of clamping rollers, of which pair at least one clamping roller can be rotatably driven. \ 0 3 4 7 0 5