NL1034512C2 - Piongrijper, pion, set van ten minste een pion en piongrijper. - Google Patents

Description

Titel: Piongrijper, pion, set van ten minste een pion en piongrijper

De uitvinding heeft betrekking op een piongrijper voor samenwerking met een pion omvattende een langgerekt lichaam, waarbij het langgerekte lichaam is voorzien van een activeerbare pal.

GB 2 406 600 beschrijft een piongrijper waarvan een buisvormig 5 lichaam is voorzien van twee pallen. De pallen kunnen worden bediend vanaf het handvat van de piongrijper. Om een pion neer te zetten of op te rapen, worden de pallen geactiveerd zodat een buisvormig lichaam door een opening van een pion kan bewegen. Zodra de pion is neergezet of opgepakt, worden de pallen gedeactiveerd. De pallen kunnen worden geactiveerd 10 hetzij handmatig, hetzij automatisch.

Een dergelijke piongrijper is bekend om pionnen zoals verkeerspionnen of sportpionnen op te rapen, te verplaatsen of neer te zetten.

Nadelig aan de bekende piongrijper is dat bij het uitvoeren van een 15 serie opraap- of neerzethandelingen bij elke handeling de pallen moeten worden geactiveerd. Dit is voor de gebruiker zwaar werk, wat intensief en vermoeiend is.

De uitvinding beoogt onder meer een piongrijper die eenvoudiger in gebruik is.

20 Hiertoe voorziet de uitvinding in een piongrijper voor samenwerking met een pion omvattende een langgerekt lichaam, waarbij het langgerekte lichaam is voorzien van een activeerbare pal voor samenwerking met de pion, met het kenmerk dat het langgerekte lichaam instelbaar is in een eerste stand voor het neerzetten van een pion en een tweede stand voor het 25 oprapen van een pion.

Doordat de piongrijper instelbaar is tussen een eerste stand voor het neerzetten van een pion en een tweede stand voor het oprapen van een pion, 1034512 2 hoeft niet meer voor elke oppak· of neerzethandeling de pal apart te worden geactiveerd. Hierdoor wordt het eenvoudiger om een serie oppak- of neerzethandelingen uit te voeren.

Wanneer het buisvormige lichaam via een hendel van een handvat 5 van de piongrijper instelbaar is tussen de eerste stand en de tweede stand, is het voor de gebruiker gemakkelijk om de piongrijper in de gewenste stand in te stellen.

Wanneer het buisvormige lichaam een buitenlichaam omvat waarin een van de pal voorzien binnenlichaam telescopisch beweegbaar is, kan op 10 voordelige wijze de piongrijper worden ingesteld door het binnenüchaam te bewegen ten opzichte van het buitenlichaam.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een pion voor samenwerking met een piongrijper.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een set van ten minste een 15 pion en een piongrijper.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn weergegeven in de volgconclusies.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. In de tekening 20 toont:

Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een piongrijper overeenkomstig de uitvinding;

Fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van een handvat met een hendel in de tweede stand; 25 Fig. 3 een schematische weergave van het oprapen van een pion met een piongrijper overeenkomstig de uitvinding;

Fig. 4 een schematische weergave van het neerzetten van een pion met een piongrijper overeenkomstig de uitvinding; en

Fig. 5 een schematische weergave van een pal.

3

De figuren betreffen slechts schematische weergaven van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, en worden gegeven bij wijze van niet-limiterend uitvoeringsvoorbeeld. In de figuren zijn gelijke onderdelen met gelijke verwijzingscijfers weergegeven.

5 Fig. 1 toont een piongrijper 1 met een handvat 2 en een langgerekt lichaam, in het bijzonder een buisvormig lichaam 3. Het langgerekte lichaam 3 is voorzien van een activeerbare pal 4. In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat het lichaam 3 een buitenlichaam 5 waarin een binnenlichaam 6 telescopisch beweegbaar is. Hier zijn het buitenlichaam 5 en het 10 binnenlichaam 6 uitgevoerd als een buitenbuis 5 respectievelijk binnenbuis 6. De pal 4 is verbonden met de binnenbuis 6. Op de pal 4 van de piongrijper 1 kunnen meerdere pionnen 8 rusten. De pionnen 8 kunnen op deze wijze eenvoudig worden verplaatst, neergezet of opgeraapt.

Via een hendel 7 kan de piongrijper 1 worden ingesteld in een eerste 15 stand voor het neerzetten van een pion en een tweede stand voor het oprapen van een pion. In Fig. 1 is de hendel 7 getoond in de eerste stand en in Fig. 2 is de hendel 7 getoond in de tweede stand.

In de eerste stand voor het neerzetten van een pion 8 steekt de binnenbuis 6 verder uit de buitenbuis 5 dan in de tweede stand. Hierdoor 20 kan bij het neerzetten van een pion 8 de piongrijper 1 eerst een grondoppervlak raken voor de neer te zetten pion 8, zoals in Fig. 4 te zien. Zodra de piongrijper 1 het grondoppervlak raakt, drukt de gebruiker de piongrijper 1 tegen het grondoppervlak. Hierdoor schuift de buitenbuis 5 over de binnenbuis 6 waardoor de pal 4 wordt geactiveerd en naar een 25 ingeklapte stand toe beweegt tegen de werking van een veer 10 in, zoals te zien in Fig. 4b en Fig. 4c. De neer te zetten pion 8 komt dan vrij en kan op het grondoppervlak worden neergezet. Daarna beweegt de pal 4 zich door de veer 10 weer naar de uitgeklapte stand waardoor de pionnen 8 weer op de pal 4 kunnen rusten. In Fig. 5 wordt de pal 4 met een veer 10 getoond. De 30 veer 10 is hier uitgevoerd als spiraalveer. De veer kan echter ook op een 4 andere wijze zijn uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld als wrijving in het scharnier van de pal 4.

In de tweede stand steekt de binnenbuis 6 minder ver uit de buitenbuis 5 dan in de eerste stand. Hierdoor raakt bij het oprapen van een 5 pion 8 de piongrijper 1 het bodemoppervlak niet, zoals getoond in Fig. 3. Bij het oprapen van een pion 8 wordt de pal geactiveerd doordat het buisvormige lichaam 3 met pal 4 door een ingangsopening 9 van de pion heen beweegt. De ingangsopening 9 is smaller dan de pal 4, waardoor de pal 4 naar een ingeklapte stand toe wordt bewogen tegen de werking van een 10 veer in, zoals te zien in Fig. 3b en Fig. 3c. Zodra de pal 4 door de ingangsopening 9 is bewogen, klapt de pal 4 door de veerwerking weer naar de uitgeklapte stand en kan de op te rapen pion 8 op de pal 4 rusten. De veerwerking kan in dit geval worden geleverd door eenzelfde veer 10 als bij het neerzetten van de pion, er kan echter ook gebruik worden gemaakt van 15 een separate veer.

De pion 8 is bij voorkeur voorzien van een ingangsopening 9 waardoorheen de piongrijper 1 kan worden geleid. Bij voorkeur correspondeert een binnenafmeting van de ingangsopening 9 met de doorsnede-afmeting van het langgerekte lichaam 3 van de piongrijper 1. Ook 20 is bij voorkeur de hoogte van de pion 8 kleiner dan de afstand tussen de pal 4 en het uiteinde 11 van het langgerekte lichaam 3 dat in contact komt met het grondoppervlak in de eerste stand van de piongrijper 1. Zo kan bij het neerzetten van een pion 8, het uiteinde 11 het grondoppervlak eerder raken dan de pion 8.

25 De pal 4 is hier uitgevoerd als twee vingers die onder veerwerking beweegbaar zijn tussen een ingeklapte stand en een uitgeklapte stand. Er kunnen ook één of juist meer dan twee vingers worden toegepast of de pal kan ook zijn uitgevoerd als een kegelvormig lichaam dat kan worden ingevouwen.

5

De hendel 7 is hier uitgevoerd als een deel van het handvat dat opwaarts te verstellen is. Er kan bijvoorbeeld ook gebruik worden gemaakt van een knop die kan worden ingedrukt om de piongrijper in te stellen in de eerste of de tweede stand.

5 Vele varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.

1034512

Claims (12)

1. Piongrijper voor samenwerking met een pion omvattende een langgerekt lichaam, waarbij het langgerekte lichaam is voorzien van een activeerbare pal voor samenwerking met de pion, met het kenmerk dat het langgerekte lichaam instelbaar is in een eerste stand voor het neerzetten 5 van een pion en een tweede stand voor het oprapen van een pion.

2. Piongrijper volgens conclusie 1, waarbij het langgerekte lichaam via een hendel instelbaar is tussen de eerste stand en de tweede stand.

3. Piongrijper volgens conclusie 2, waarbij de hendel zich bevindt bij een handvat aan een uiteinde van het langgerekte lichaam.

4. Piongrijper volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de pal tegen veerwerking in activeerbaar is van een uitgeklapte stand naar een ingeklapte stand.

5. Piongrijper volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het langgerekte lichaam een buitenlichaam omvat waarin een van de pal 15 voorzien binnenlichaam telescopisch beweegbaar is.

6. Piongrijper volgens conclusie 5, waarbij het binnenlichaam ten opzichte van het buitenlichaam instelbaar is tussen de eerste stand waarin het binnenlichaam verder uit het buitenlichaam steekt dan in de tweede stand en de tweede stand waarin het binnenlichaam minder ver uit het 20 buitenlichaam steekt dan in de eerste stand.

7. Piongrijper volgens conclusie 5 of 6, waarbij in de eerste stand de pal activeerbaar is door beweging van het binnenlichaam in het buitenlichaam door het drukken van het langgerekte lichaam op een grondoppervlak.

8. Piongrijper volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in de tweede stand de pal activeerbaar is door beweging van de pal doorheen een ingangsopening van de pion. 1034512

9. Pion voor samenwerking met een piongrijper volgens een der conclusies 1-8.

10. Set van ten minste een pion en een piongrijper volgens een der conclusies 1-8.

11. Werkwijze voor het oprapen van een pion met een piongrijper voorzien van een pal omvattende; - het in een tweede stand instellen van de piongrijper, waarbij neerwaartse beweging van de pal vanuit een uitgangspositie wordt tegengegaan; - het door een ingangsopening van de pion heen leiden van de piongrijper 10 waarbij de pal tegen veerwerking in naar binnen beweegt tot de pal zich na de ingangsopening onder de veerwerking terug beweegt naar de uitgangspositie; - het optillen van de piongrijper met pion, waarbij de pion steunt op de pal.

12. Werkwijze voor het neerzetten van een pion met een piongrijper 15 voorzien van een pal omvattende: - het in een eerste stand instellen van de piongrijper, waarbij opwaartse beweging van de pal vanuit een uitgangspositie wordt tegengegaan; - het op een grondoppervlak plaatsen van de piongrijper; - het indrukken van de piongrijper, waarbij de pal naar binnen wordt 20 bewogen; - het loslaten van een pion op het grondoppervlak; - het optillen van de piongrijper. 1034512