NL1034479C2

NL1034479C2 - Inrichting voor het dempen van de beweging van een deur, lade of raam.

Info

Publication number: NL1034479C2
Application number: NL1034479A
Authority: NL
Inventors: Maresa Heleen Schaeffer
Original assignee: Bin Innovations Bv
Priority date: 2007-10-05
Filing date: 2007-10-05
Publication date: 2009-04-07

Description

Titel: Inrichting voor het dempen van de beweging van een deur, lade of raam.

De uitvinding betreft een inrichting voor het dempen van de beweging van een deur, lade of raam.

Dergelijke inrichtingen zijn bekend uit de praktijk, en worden 5 gebruikt om te voorkomen dat bijvoorbeeld een deur, lade of raam met een klap dichtvalt. Niet alleen kan de klap geluidsmatig als hinderlijk worden ervaren, zij kan tevens gepaard gaan met onder meer beschadiging van de deur, de lade of het raam, dan wel het kozijn of de kast waarmee zij samenwerken of waarvan zij deel uitmaken. De bekende inrichtingen 10 bewerkstelligen een gecontroleerde dissipatie of tijdelijke opslag van de bewegingsenergie van een dichtvallende deur, lade of raam, in de regel door gebruik van bijvoorbeeld vloeistofdempers en veerkrachtige onderdelen zoals spiraalveren. Een nadeel van de bekende inrichtingen is dat deze werkzame componenten van mechanische aard omvatten. Hierdoor zijn zij 15 slijtgevoelig, hetgeen de levensduur van de inrichtingen beperkt. Daarnaast bestaan de bekende inrichtingen dikwijls uit een veelheid aan onderdelen, hetgeen de productie ervan relatief duur maakt.

De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen zonder ten minste een van de hiervoor genoemde nadelen.

20 Met dit doel verschaft de uitvinding een inrichting van het hiervoor vermelde type, omvattende een retardatie-onderdeel dat in hoofdzaak is vervaardigd uit een elektrisch geleidend materiaal, en een magneet, waarbij het retardatie-onderdeel en de magneet zijn ingericht voor onderlinge interactie, bij welke interactie het retardatie-onderdeel zodanig door, 25 althans ten opzichte van, het magnetisch veld van de magneet beweegt dat de onderlinge beweging van het retardatie-onderdeel en de magneet wordt 1034479 2 gedempt, waarbij het retardatie-onderdeel verbindbaar is met de deur, de lade of het raam, en de magneet verbindbaar is met een raam- of deurkozijn dan wel een kastwerk, of vice versa.

Het is een fysisch gegeven dat een elektrisch geleidend voorwerp 5 dat zich beweegt door, althans ten opzichte van, een constant of veranderend magnetisch veld, een kracht ondervindt die de beweging van het voorwerp dempt. Het verdient hierbij aantekening dat het, voor wat betreft het te bereiken dempingseffect, niet uitmaakt of het elektrisch geleidend voorwerp beweegt ten opzichte van het magnetisch veld, of 10 andersom. Het gaat er slechts om dat ten minste sprake is van een relatieve beweging. Voor de onderhavige inrichting betekent dit dat wanneer het retardatie-onderdeel binnen het magnetisch veld van de magneet ten opzichte van dit magnetisch veld beweegt, de onderlinge beweging tussen het retardatie-onderdeel en de magneet wordt gedempt. Fysiek mechanisch 15 of wrijvend contact tussen het retardatie-onderdeel en de magneet is voor het bewerkstelligen van het dempingseffect niet noodzakelijk, en wordt bij voorkeur zelfs voorkomen met het oog op het onnodig optreden van slijtage. De door de uitvinding verschafte inrichting bestaat aldus in essentie uit twee onderdelen, welke zonder fysiek contact een dempend effect op hun 20 onderlinge beweging bewerkstelligen. De mate van demping wordt door meerdere factoren bepaald, waaronder de sterkte van het magnetisch veld, en de snelheid waarmee het retardatie-onderdeel ten opzichte van het magnetisch veld beweegt. Naar mate het magnetisch veld sterker en de relatieve snelheid groter is, neemt de mate van demping toe. Teneinde de 25 beweging van een deur (daaronder begrepen huis- en kamerdeuren, meubeldeuren, schuifdeuren etc.), een lade of een raam te dempen, dient de deur, lade of raam te zijn voorzien van ofwel een retardatie-onderdeel ofwel een magneet, terwijl het corresponderende kozijn of kastwerk dient te zijn van respectievelijk een magneet of retardatie-onderdeel.

3

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is zowel het retardatie-onderdeel als de magneet voorzien van middelen met behulp waarvan zij kunnen worden bevestigd aan een retardatie-onderdeeldrager zoals bijvoorbeeld een deur, respectievelijk aan een magneetdrager zoals 5 bijvoorbeeld een deurkozijn, of vice versa

Voor het aanbrengen van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding op een deur/lade/raam en bijbehorend kozijn/kastwerk zijn het retardatie-onderdeel en de magneet voorzien van middelen met behulp waarvan zij in of op de hiervoor genoemde lichamen kunnen worden 10 bevestigd. Bij de bedoelde middelen kan onder meer worden gedacht aan schroef- of spijkergaten, lijmvlakken, nagels, een pen of gat voor een pen-gat verbinding etc. Overigens kan een inrichting ook reeds tijdens fabricage van een deur/lade/raam c.q. kozijn/kastwerk worden aangebracht, waarbij het retardatie-onderdeel en/of de magneet ten behoeve van bijvoorbeeld een 15 mooie afwering in de genoemde lichamen kunnen worden geïntegreerd.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding omvat de inrichting voorts een magneethouder, welke magneethouder is voorzien van een eerste oppervlak en een tegenover dit eerste oppervlak gelegen tweede oppervlak, welk tweede oppervlak zich in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt 20 aan het eerste oppervlak, waarbij de reeds genoemde magneet is voorzien op het eerste oppervlak en een tweede magneet is voorzien op het tweede oppervlak, zodanig dat zich tussen de twee magneten een spleet bevindt waarin een magnetisch veld heerst waarin het retardatie-onderdeel ontvangbaar is.

25 Hoewel de inrichting met slechts een magneet volledig functioneel kan zijn wordt het retardatie-onderdeel bij voorkeur ontvangen in een magnetisch veld tussen ten minste twee tegenover elkaar gelegen magneten. Een voordeel van een dergelijke configuratie is dat het magnetisch veld van twee magneten tezamen sterker is dan dat van een van 30 de magneten afzonderlijk, waardoor een grotere mate van demping kan 4 worden bewerkstelligd. Opgemerkt zij dat het ontvangen van het retardatie-onderdeel tussen elkaar aantrekkende polen om deze reden de voorkeur verdient boven het ontvangen van het retardatie-onderdeel tussen elkaar afstotende polen. Niettemin levert het ontvangen van het retardatie-5 onderdeel tussen twee elkaar afstotende polen evenzeer een functionele inrichting op zolang er een netto magnetisch veld in de spleet bestaat.

Volgens een nader aspect van de uitvinding is de magneethouder voorzien van middelen met behulp waarvan de magneethouder bevestigbaar is aan een magneethouderdrager, zoals bijvoorbeeld een deur of deurkozijn.

10 De magneethouder is bij voorkeur voorzien van middelen om de montage ervan te vereenvoudigen. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan schroef- of spijkergaten, lijmvlakken, nagels, een pen of gat voor een pen-gat verbinding etc.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding omvat de 15 magneethouder middelen voor het wijzigen van de onderlinge afstand tussen de twee met de magneethouder verbonden magneten, zodanig dat de breedte van de spleet tussen beide hierdoor wordt vergroot of verkleind.

Door het wijzigen van de breedte van de spleet tussen de magneten is het mogelijk de sterkte van het magnetisch veld in de spleet te wijzigen.

20 Dit maakt het mogelijk de gewenste door de inrichting te bewerkstelligen mate van demping in te stellen. Tevens vergroot de mogelijkheid de breedte van de spleet in te stellen het installatiegemak, nu de tolerantie voor het in de spleet ontvangen van het retardatie-onderdeel indien nodig kan worden bijgesteld.

25 Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan het retardatie-onderdeel een permanente magnetisatie hebben, welke magnetisatie zodanig is dat tijdens de interactie tussen het retardatie-onderdeel en een of meer magneten een afstotende kracht optreedt.

5

Ter vergroting van het te bereiken dempingseffect kan het retardatie-onderdeel ook zelf worden voorzien van een permanente magnetisatie.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding wordt een 5 inrichting volgens de onderhavige uitvinding gecombineerd met een dranger.

Onder een dranger dient elke inrichting te worden verstaan welke als doel en functie heeft het sluiten van een deur, lade of raam. De combinatie biedt het voordeel dat de deur, de lade of het raam wel steeds 10 sluit, maar op een gecontroleerde wijze, zonder dat daarbij het risico op beschadiging bestaat en/of bovenmatige geluid wordt geproduceerd.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding voorts van een derde magneet voorzien die is ingericht voor samenwerking met een magnetiseerbaar materiaaldeel, 15 waarbij de derde magneet op een beweegbaar deel, zoals een deur, lade of raam is bevestigd en het magnetiseerbare deel op een stationair deel zoals een kozijn of kastlichaam is bevestigd, of vice versa, waarbij de derde magneet en het magnetiseerbare materiaaldeel in een gesloten toestand van het beweegbare deel zodanig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd dat 20 deze elkaar aantrekken voor het in de gesloten toestand houden van het beweegbare deel.

De uitvinding verschaft voorts een lade met bijpassend kastwerk voorzien van een inrichting volgens de uitvinding. Tevens verschaft de uitvinding een deur en een raam met bijpassend kozijn voorzien van een 25 inrichting volgens de uitvinding

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van enkele figuren.

FIGUREN

6

Figuren 1-3 tonen schematische perspectiefaanzichten van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 4 toont een schematisch vooraanzicht van een deel van een houder, welke houder is voorzien van een tweetal magneten en middelen 5 voor het wijzigen van de afstand tussen deze magneten.

Figuur 5 toont een schematische dwarsdoorsnede van een kast(werk) met bijpassende lade voorzien van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

10 FIGUURBESCHRIJVING

Figuren 1-3 tonen schematische perspectiefaanzichten van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding. In het bijzonder tonen de figuren een retardatie-onderdeel 1, een viertal magneten 3, 3’, 4, 4’, welke magneten zijn verbonden met een 15 magneethouder 2, welke magneethouder 2 is voorzien van bevestigingsgaten 5, 5’. Achtereenvolgens tonen de figuren hoe het retardatie-onderdeel 1 wordt ontvangen in de ruimten tussen respectievelijk de magneten 3 en 3’, en 4 en 4’.

Retardatie-onderdeel 1 is in de getoonde uitvoeringsvorm 20 uitgevoerd als een plaatvormig object. Een voordeel van de plaatvorm is dat deze relatief veel oppervlak biedt, via welk oppervlak het retardatie-onderdeel 1 in interactie kan treden met het magnetisch veld van de magneten 3, 3’, 4, 4’. Niettemin kunnen de vorm en de afmetingen van het retardatie-onderdeel 1 in beginsel vrij worden bepaald, afhankelijk van de 25 gewenste toepassing. Bij voorkeur is het retardatie-onderdeel in hoofdzaak vervaardigd metaal, of een legering. Koper is bijzonder geschikt door zijn goede elektrische geleidbaarheid, terwijl koper niet of slecht magnetiseerbaar is, zodat tussen het retardatie-onderdeel en de gebruikte magneten geen of nauwelijks onderlinge aantrekking of afstoting ontstaat 7 als gevolg hiervan, en de sluitbeweging van bijvoorbeeld een deur een voorspelbaar gedrag behoudt.

De magneten 3, 3’, 4 en 4’ zijn paarsgewijs bevestigd op een houder 2. De tegenover elkaar gelegen magneten 3 en 3’, respectievelijk 4 en 4’, 5 hebben bij voorkeur een gelijke polarisatie, waardoor in de ruimten tussen de magneten 3, 3’ resp. 4, 4’ - waarin het retardatie-onderdeel ontvangen wordt - een optimale magnetische veldsterkte heerst. De magneten 3, 3’, 4, 4’ zijn weergegeven als permanente magneten. Het is evenwel ook mogelijk de magneten uit te voeren als elektromagneten. Dergelijke magneten 10 hebben het voordeel dat de sterkte ervan variabel is, welke sterkte op eenvoudige wijze kan worden geregeld teneinde de gewenste mate van demping te bewerkstelligen.

Aan de bovenzijde van de magneethouder bevinden zich enkele bevestigingsgaten 5, 5’, met behulp waarvan de magneethouder aan 15 bijvoorbeeld een deur of deurkozijn kan worden bevestigd. Evenzeer is het mogelijk het oppervlak waarin de bevestigingsgaten 5, 5’ zijn aangebracht te gebruiken als lijmoppervlak ten behoeve van een dergelijke bevestiging. Op dezelfde wijze kan het achtervlak la van het retardatie-onderdeel worden gebruikt voor de bevestiging van het retardatie-onderdeel aan bijvoorbeeld 20 een deur of deurkozijn.

Figuur 4 toont een schematisch vooraanzicht van een deel van de houder 2. Getoond zijn in het bijzonder twee tegenover elkaar gelegen en met de houder verbonden magneten 3, 3’, en middelen 6, 7 welke het mogelijk maken de breedte van de spleet tussen de magneten 3, 3’ op 25 eenvoudige wijze te vergroten of te verkleinen door middel van een schroevendraaier 8. Het vergroten of verkleinen van de afstand tussen de magneten 3, 3’ heeft invloed op de sterkte van het magnetisch veld in de ruimte tussen de magneten 3, 3’, en derhalve op de mate van demping die met de inrichting wordt bewerkstelligd.

» 8

Deuren (waaronder begrepen kamerdeuren, kastdeuren, schuifdeuren etc., en tevens op vergelijkbare wijze, al dan niet scharnierende, ramen en dergelijke) en laden, respectievelijk kastwerken en raamwerken (ofwel kozijnen) kunnen op een veelheid aan manieren worden 5 voorzien van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding. Denkbaar is bijvoorbeeld een deur, welke langs althans een deel van een omtrek is voorzien van een langwerpig retardatie-onderdeel in de vorm van een strip, terwijl het raamwerk of kozijn waarop de deur aansluit overeenkomstig is voorzien van een langwerpige magneet. Afhankelijk van hoe de inrichting in 10 concrete wordt aangebracht kan deze werkzaam zijn gedurende het gehele sluitproces van de deur (wanneer de typisch horizontale omtrekdelen van de deur en het raamwerk zijn voorzien van retardatie-onderdelen en magneten), of slechts op het laatste moment (wanneer de typisch verticale omtrekdelen van de deur en het raamwerk zijn voorzien van retardatie* 15 onderdelen en magneten). Tevens kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een lade, waarvan een bodem of een zijwand een retardatie-onderdeel omvat, welk retardatie-onderdeel bij het dichtschuiven van de lade langs een op of in het kastwerk voorziene magneet beweegt, zodat de beweging van de lade tijdens het sluiten van de lade wordt geremd. Weer een andere 20 implementatie van de inrichting wordt getoond in figuur 5. Deze figuur toont een schematische dwarsdoorsnede van een kastwerk 10 met een daarin beweegbare lade 9. De lade 9 is aan een onderzijde voorzien van een houder 2 met magneten, zoals getoond in de figuren 1-3. Aan de achterzijde van het kastwerk 10 is een retardatie-onderdeel 1 voorzien. Bij het sluiten 25 van de lade 9 wordt het retardatie-onderdeel ontvangen tussen de magnetische polen van de magneten in de houder 2. Hierdoor zal de beweging van de lade worden geremd.

Hoewel in het voorgaande de onderhavige uitvinding is toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden dient te worden opgemerkt 30 dat de uitvinding niet tot deze uitvoeringsvoorbeelden is beperkt. Door een 9 vakman kunnen verschillende aanpassingen en wijzigingen op de besproken uitvoeringsvoorbeelden worden aangebracht zonder dat hierdoor de gedachte en het bereik van de uitvinding, zoals neergelegd in de hiernavolgende conclusies, wordt verlaten.

1034479

Claims

1. Inrichting voor het dempen van de beweging van een deur, lade of raam, omvattende een retardatie-onderdeel (1) dat in hoofdzaak is vervaardigd uit een elektrisch geleidend materiaal, en een magneet (3, 3’, 4, 4’), waarbij het retardatie-onderdeel (1) en de magneet (3, 3’, 4, 4’) 5 zijn ingericht voor onderlinge interactie, bij welke interactie het retardatie-onderdeel (1) zodanig door, althans ten opzichte van, het magnetisch veld van de magneet (3, 3’, 4, 4’) beweegt dat de onderlinge beweging van het retardatie-onderdeel (1) en de magneet (3, 3’, 4, 4’) wordt gedempt, waarbij het retardatie-onderdeel (1) verbindbaar is met 10 de deur, de lade of het raam, en de magneet (3, 3’, 4, 4’) verbindbaar is met een raam- of deurkozijn dan wel een kastwerk, of vice versa.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij zowel het retardatie-onderdeel als de magneet is voorzien van middelen met behulp waarvan zij kunnen worden bevestigd aan een retardatie-onderdeeldrager zoals 15 bijvoorbeeld een deur, respectievelijk aan een magneetdrager zoals bijvoorbeeld een deurkozijn, of vice versa

3. Inrichting volgens conclusie 1, voorts omvattende een magneethouder, welke magneethouder is voorzien van een eerste oppervlak en een tegenover dit eerste oppervlak gelegen tweede 20 oppervlak, welk tweede oppervlak zich in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt aan het eerste oppervlak, waarbij de reeds genoemde magneet is voorzien op het eerste oppervlak en een tweede magneet is voorzien op het tweede oppervlak, zodanig dat zich tussen de twee magneten een spleet bevindt waarin een magnetisch veld heerst waarin het retardatie-25 onderdeel ontvangbaar is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de magneethouder is voorzien van middelen met behulp waarvan de magneethouder 1 03 4 47 9 bevestigbaar is aan een magneethouderdrager, zoals bijvoorbeeld een deur of deurkozijn.

5. Inrichting volgens een der conclusies 3-4, waarbij de magneethouder middelen omvat voor het wijzigen van de onderlinge 5 afstand tussen de twee met de magneethouder verbonden magneten, zodanig dat de breedte van de spleet tussen beide hierdoor wordt vergroot of verkleind.

6. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, waarbij het retardatie-onderdeel een permanente magnetisatie heeft, welke magnetisatie 10 zodanig is dat tijdens de interactie tussen het retardatie-onderdeel en een of meer magneten een afstotende kracht optreedt.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij een derde magneet is voorzien die is ingericht voor samenwerking met een magnetiseerbaar materiaaldeel, waarbij de derde magneet op een 15 beweegbaar deel, zoals een deur, lade of raam is bevestigd en het magnetiseerbare deel op een stationair deel zoals een kozijn of kastlichaam is bevestigd, of vice versa, waarbij de derde magneet en het magnetiseerbare materiaaldeel in een gesloten toestand van het beweegbare deel zodanig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd dat 20 deze elkaar aantrekken voor het in de gesloten toestand houden van het beweegbare deel.

8. Dranger voorzien van een inrichting volgens een der conclusies 1-6.

9. Lade met bijpassend kastwerk voorzien van een inrichting volgens een der conclusies 1-7.

10. Raam of deur met bijpassend kozijn voorzien van een inrichting volgens een der conclusies 1-7. 1034479