NL1034169C2 - Wielophanging met demping- en scheidingzuiger in dezelfde cilinderruimte. - Google Patents

Description

f

Korte aanduiding: Wielophanging met demping- en scheidingzuiger in dezelfde cilinderruimte.

De uitvinding heeft betrekking op een wielophanging. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een voorwielophanging voor een motorfiets van het type omvattende een hydraulisch gedempte telescoopvork met hoofdveer.

Uit de stand van de techniek zijn vele varianten bekend van dergelijke 5 telescoopvorken voor motorfietsen. Deze omvatten veelal een telescopisch in en uit elkaar schuifbare binnen- en buitenbuis en een hoofdveer die de beide buizen in axiale richting uit elkaar drukt. Binnenin de buizen is een zuiger-cilindersysteem gemonteerd met een dempingzuiger die aangrijpt in een dempingcilinder die gevuld is met een dempingvloeistof. Met de dempingzuiger is een zuigerstang verbonden die op zijn beurt verbonden is met één 10 van beide buizen. De dempingcilinder is verbonden met de andere van de beide buizen. Teneinde volumeveranderingen op te kunnen vangen als gevolg van het veranderende volume aan zuigerstang dat naar binnen treedt in de dempingcilinder, dienen compensatie-middelen te worden voorzien. Bij zogenaamde “open” dempingsystemen worden deze compensatiemiddelen bijvoorbeeld gevormd door een luchtreservoir binnenin de buizen dat 15 enerzijds in open verbinding staat met de omgevingslucht en anderzijds met de dempingvloeistof in de dempingcilinder.

Nadelig hierbij is dat na een aantal keer inveren van de telescoopvork, er een emulsie kan ontstaan van dempingvloeistof met daarin opgenomen omgevingslucht. Deze emulsie resulteert in een minder stijve telescoopvork, en in niet-constant dempingsgedrag. Dit is 20 uiterst ongewenst voor de motorrijder en kan zelfs tot gevaarlijke situaties leiden.

Teneinde dit te ondervangen zijn zogenaamde “gesloten” dempingsystemen ontwikkeld, waarbij de dempingvloeistof wordt gescheiden van de omgevingslucht middels een onder voorspanning staand begrenzingselement. Dit begrenzingselement kan bijvoorbeeld een onder stikstofdruk staand flexibel membraan zijn, maar kan ook worden 25 gevormd door een onder veerspanning staande scheidingzuiger die aan de ene zijde aanligt tegen de dempingvloeistof en aan de andere zijde aanligt tegen een compensatiemedium, bijvoorbeeld lucht.

US 6,234,505 openbaart een dergelijke voorvorkconstructie van het “gesloten” type.

De constructie omvat hierbij een binnen- en buitenbuis waar binnenin een dempingcilinder is 30 opgesteld met een daarin heen en weer verschuifbare dempingzuiger. De dempingzuiger is hiertoe gemonteerd op een met de buitenbuis verbonden zuigerstang. Bovenop de dempingcilinder is een geleidingsbuis voorzien waarlangs een vrije scheidingzuiger heen en

1ΠΤA i fiO

J

- 2 - weer kan schuiven. De scheidingzuiger begrenst aan zijn ene zijde een met olie en lucht gevuld ringvormig reservoir tussen de zuigerstang en de binnenbuis. Aan de andere zijde begrenst de scheidingzuiger de bovenzijde van een ringvormige oliekamer tussen de dempingcilinder en de binnenbuis. Deze oliekamer staat in verbinding met de met 5 dempingvloeistof gevulde dempingcilinder. De scheidingzuiger wordt hierbij in de richting van de oliekamer gedrukt door een schroefveer die verder afsteunt op de buitenbuis. Tijdens compressie van de voorvorkconstructie beweegt de dempingzuiger zich in de dempingcilinder naar beneden en stroomt er olie van de ene zijde van de dempingzuiger naar de andere zijde via een van een regelklep voorziene uitlaatpoort in de dempingzuiger.

10 Een hoeveelheid olie die gelijk is aan het volume van het hierbij extra in de dempingcilinder binnengekomen zuigerstangdee! wordt afgevoerd naar de oliekamer rondom de dempingcilinder. Als gevolg hiervan wordt de vrije scheidingzuiger tegen de kracht van de schroefveer in naar boven bewogen overeenkomstig het extra in de oliekamer binnengestroomde volume aan olie.

15 Nadelig is dat deze bekende voorvorkconstructie veel onderdelen omvat, relatief zwaar is, complex te assembleren is en daardoor duur te vervaardigen is. Verder is het nadelig dat er nog steeds olie kan lekken vanuit het reservoir boven de scheidingzuiger naar de oliekamer daaronder, en dat er een voorziening moet worden getroffen met een doorgaande opening in de geleidingsbuis om dit weer te ondervangen.

20 De onderhavige uitvinding heeft tot doel de bovengenoemde nadelen ten minste gedeeltelijk te ondervangen dan wel een bruikbaar alternatief te verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een betrouwbare wielophanging te verschaffen van het "gesloten” type, die weinig onderdelen bevat en licht van gewicht is.

Dit doel wordt bereikt door een wielophanging volgens conclusie 1. Hierbij omvat de 25 ophanging een telescopisch in en uit elkaar schuifbare binnen- en buitenbuis die tezamen een cilinderruimte begrenzen. Een zuigerstang strekt zich uit in de cilinderruimte en is vast verbonden met de buitenbuis. Aan het vrije einde van de zuigerstang is een dempingzuiger bevestigd die aangrijpt in een met dempingvloeistof gevuld deel van de cilinderruimte. Er is een scheidingzuiger voorzien die in langsrichting ten opzichte van de zuigerstang heen en 30 weer beweegbaar is en aan zijn ene zijde een met compensatiemedium gevuld deel van de cilinderruimte begrenst. De scheidingzuiger ligt met zijn andere zijde aan tegen het met dempingvloeistof gevulde deel van de cilinderruimte. Een hoofdveer oefent enerzijds druk uit op de buitenbuis en anderzijds druk uit op de scheidingzuiger. Aldus zijn de dempingzuiger en de scheidingzuiger met voordeel werkzaam in dezelfde cilinderruimte en grijpen daarbij 35 beide in axiale richting verschuifbaar aan op eenzelfde cilindrisch binnenomtrekswanddeel van de binnenbuis.

- 3 -

Met voordeel kan de wielophanging volgens de uitvinding aldus weinig onderdelen omvatten terwijl deze toch van het ugeslotenD dempingtype is, waarbij er geen emulsie-vorming kan optreden in het met dempingvloeistof gevulde deel van de cilinderruimte. Het is zelfs mogelijk gebleken om een aanzienlijke onderdelenreductie te bereiken, waarbij met 5 name het aantal kritische onderdelen zeer beperkt is ten opzichte van bekende “gesloten” dempingsystemen. De assemblage van de constructie kan snel en eenvoudig plaats vinden. Het onafgeveerde gewicht van de constructie is aanmerkelijk lager dan bij de bekende “gesloten” dempingsystemen. Dit is bijvoorbeeld belangrijk bij toepassing als voorwiel-ophanging voor een motorfiets omdat de voorwielophanging bij het onafgeveerde gewicht 10 van het voorwiel hoort. Een lager gewicht leidt tot een verbetering van het wegcontact, en daardoor tot een verbetering van de rijeigenschappen. De prijs/kwaliteit verhouding kan met voordeel hoog zijn. Verder is het voordelig dat de dempingvloeistof volledig gescheiden kan blijven van het compensatiemedium. Hierdoor kunnen ze elk afzonderlijk zodanig worden gekozen dat ze optimaal zijn voor de functie die ze dienen te vervullen. Tijdens een ingaande 15 slag compenseert een opschuiven van de scheidingzuiger de inbrenging van extra zuigerstangvolume in het met dempingvloeistof gevulde deel van de cilinderruimte. Hierbij zorgt het opschuiven van de scheidingzuiger bovendien voor een extra drukopbouw van de hoofdveer.

In het bijzonder omvat de hoofdveer een veerelement, bijvoorbeeld een schroefveer 20 dat zich binnenin de cilinderruimte in axiale richting uitstrekt, in het met compensatiemedium gevulde deel van de cilinderruimte, en met zijn ene einde druk uitoefent op de buitenbuis en met zijn andere einde druk uitoefent op de scheidingszuiger. In aanvulling hierop of als variant kan de hoofdveer ook een gasveer omvatten die bij voorkeur wordt gevormd door een comprimeerbaar gasvormig deel van het compensatiemedium dat opgesloten is in het 25 betreffende deel van de cilinderruimte.

Het compensatiemedium omvat in een voorkeursuitvoeringsvorm ten minste een deel smeermiddel, in het bijzonder een smeerolie. Deze smeerolie kan dan zorg dragen voor een goede smering van de bewegende onderdelen aan de desbetreffende zijde van de scheidingzuiger, zoals de zuigerstang, de hoofdveer en de scheidingzuiger zelf. De 30 dempingvloeistof, bijvoorbeeld dempingolie, kan nu met voordeel optimale demping-eigenschappen hebben. Dit zullen veelal andere eigenschappen zijn dan die van het bovengenoemde smeermiddel. Zo kan het smeermiddel een hogere viscositeit hebben dan de dempingvloeistof. Verder kan het compensatiemedium geheel of gedeeltelijk uit een gas bestaan, bijvoorbeeld lucht die direct of indirect in verbinding staat met de omgevingslucht 35 teneinde de benodigde volumeveranderingen op te kunnen vangen. Bij voorkeur is het gasvormige deel van het compensatiemedium opgesloten in het betreffende deel van de cilinderruimte, en zorgt de comprimeerbaarheid van het gasvormige deel voor het opvangen - 4 - van de benodigde volumeveranderingen. Het gasvormige deel kan hierbij, zoals hierboven vermeld, geheel of gedeeltelijk de functie van hoofdveer vervullen.

In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat de scheidingzuiger een geleidingsdeel dat aangrijpt op de zuigerstang. Het geleidingsdeel centreert de zuigerstang in de cilinderruimte 5 en zorgt voor een adequate geleiding tijdens inveren en uitveren van de ophanging. Het geleidingsdeel wordt bij voorkeur gevormd door een wrijvingsverminderend lagerelement dat gekoppeld is met de scheidingzuiger, bijvoorbeeld een lagerbus. De lagerbus kan hierbij met voordeel worden gesmeerd met smeermiddel indien dat deel uitmaakt van het compensatie-medium. In een variant omvat de scheidingzuiger hiertoe een doorstromingskanaal dat zich 10 uitstrekt tussen de met compensatiemedium gevulde ruimte en het geleidingsdeel.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat de scheidingzuiger een afdichtingsdeel, bijvoorbeeld een ringvormig afdichtingselement, dat afdichtend aanligt tegen de zuigerstang. Hierdoor kunnen de zuigerstang en de scheidingzuiger ten opzichte van elkaar heen en weer bewegen zonder dat het compensatiemedium en de dempingvloeistof zich met elkaar 15 kunnen gaan vermengen. Het afdichtingsdeel is bij voorkeur ingericht om zich onder druk van het compensatiemedium en/of van de dempingvloeistof vaster aan te drukken tegen de zuigerstang en/of de scheidingzuiger, en omvat hiertoe bijvoorbeeld één of meerdere flexibele lippen. In een verdere variant omvat de scheidingzuiger hierbij een doorstromingskanaal dat zich uitstrekt tussen de met compensatiemedium gevulde ruimte en het 20 afdichtingsdeel.

Voor het begrenzen van de in- en uitschuifbeweging van de buitenbuis ten opzichte van de binnenbuis zijn bij voorkeur dempingmiddelen voorzien tussen de scheidingzuiger en de buitenbuis resp. tussen de scheidingzuiger en de dempingzuiger. Deze dempingmiddelen kunnen een hydraulische stop en/of veermiddelen omvatten.

25 Verdere voorkeursuitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de onderconclusies.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een motorfiets volgens conclusie 22.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: 30 - figuur 1 een opengewerkt aanzicht is in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding tijdens een compressieslag; - figuur 2 een aanzicht is overeenkomstig figuur 1 tijdens een reboundslag; en - figuur 3 een deelaanzicht is van figuur 1 bij maximale uitschuiving.

35 In figuur 1 is de wielophanging in zijn geheel aangeduid met het verwijzingcijfer 1. De ophanging 1 omvat een buitenbuis 2 en een binnenbuis 3 die telescopisch in elkaar grijpen. Tussen de buizen 2, 3 zijn lagerbussen 4, 5 voorzien die zorgen voor een goede geleiding.

- 5 -

Verder zijn nabij het vrije einde van de buitenbuis 2 nog een afdichting 7 en een vuilafstrijker 8 voorzien. De binnenbuis 3 is aan zijn uiteinde, tijdens gebruik het onderaan gelegen deel van de ophanging 1, voorzien van een asopname 10 waarmee de ophanging 1 aan een wielas (niet getoond) kan worden bevestigd. Er is een vulopening 11 voorzien voor het 5 kunnen (bij)vullen van een deel 14a, 14b van een cilinderruimte 14 binnenin de binnenbuis 3 met dempingvloeistof. De buitenbuis 2 is aan zijn uiteinde, tijdens gebruik het bovenaangelegen deel van de ophanging 1, voorzien van een (schroeQdeksel 15. Met het schroefdeksel 15 is een zuigerstang 18 verbonden die zich uitstrekt in de cilinderruimte 14. Aan het vrije einde van de zuigerstang 18 is een dempingzuiger 19 bevestigd. De 10 dempingzuiger 19 is voorzien van een rebounddemping 20 en een compressiedemping 21. De dempingen 20, 21 omvatten kleppen, in het bijzonder pakketten shims, die opengaan bij een bepaalde drukbelasting tijdens een bewegen van de dempingzuiger 19 door de met dempingvloeistof gevulde delen 14a, 14b van de cilinderruimte 14. Bij opengaan geven de kleppen doorstromingskanalen vrij die zich van de ene zijde naar de andere zijde door de 15 dempingzuiger 19 uitstrekken. Hierdoor kan dempingvloeistof van de ene naar de andere zijde van de dempingzuiger 19 stromen, waarbij demping plaatsvindt.

De zuigerstang 18 is uitgevoerd als spindel waar binnenin zich een stelbuis 24 uitstrekt. De stelbuis 24 is aan zijn vrije einde voorzien van een veerbelaste naaldverstelling 25 die een by-passkanaal 26 in de dempingzuiger 19 in meer of mindere mate vrijgeeft. De 20 stelbuis 24 is voorzien van een bedieningsknop 27 waarmee de naaldpositie naar wens kan worden ingesteld.

Er is een scheidingzuiger 30 voorzien die over de zuigerstang 18 heen en weer kan schuiven. De scheidingzuiger 30 ligt met zijn ene zijde, tijdens gebruik zijn onderzijde, aan tegen het met dempingvloeistof gevulde deel 14b van de cilinderruimte 14. Met zijn andere 25 zijde, tijdens gebruik zijn bovenzijde, begrenst de scheidingzuiger 30 een met compensatie-medium gevuld deel 14c van de cilinderruimte 14.

De scheidingzuiger 30 omvat een in een groef in de binnenomtrekswand opgenomen afdichtingselement 31, alsmede een in een groef in de binnenomtrekswand opgenomen lagerbus 32. In groeven in de buitenomtrekswand zijn twee afdichtingsringen 33 en een 30 zuigerveer 34 opgenomen die tezamen zorgen voor geleiding en afdichting van de scheidingzuiger 30. Evenzo is de dempingzuiger 19 voorzien van een in een groef in de buitenomtrekswand opgenomen zuigerveer 36. Overeenkomstig de uitvinding grijpen zowel de scheidingzuiger 30 alsook de dempingzuiger 19 aldus in axiale richting verschuifbaar aan op de dezelfde cilindrische binnenomtrekswanddelen van de binnenbuis 3.

35 Tussen het deksel 15 en de scheidingzuiger 30 is een metalen schroeflijnvormig gewikkelde hoofdveer 40 voorzien die zich uitstrekt door het met compensatiemedium gevuld deel 14c van de cilinderruimte 14, en daarbij de scheidingzuiger 30 onder voorspanning - 6 - tegen het met dempingvloeistof gevulde deel 14b van de cilinderruimte 14 drukt. Vulstukken 41 tussen de hoofdveer 40 en het deksel 15 resp. de scheidingzuiger 30 zorgen hierbij voor een gewenste initiële voorspanning.

Met het deksel 15 is een zich rondom de zuigerstang 18 uitstrekkend zuigerlichaam 5 44 verbonden. De scheidingzuiger 30 omvat een cilinderdeel 45 dat zich, onder vrijlating van een ringvormige spleet die in hoofdzaak complementair is aan het zuigerlichaam 44, uitstrekt rondom de zuigerstang 18. Tezamen vormen het zuigerlichaam 44 en het cilinderdeel 45 een hydraulische stop voor het begrenzen van een ingaande schuifbeweging van de buitenbuis 2 ten opzichte van de binnenbuis 3. Met voordeel vormt het cilinderdeel 45 met zijn buiten-10 omtrekswand tevens een centreerdeel voor de hoofdveer 40 binnen het met compensatiemedium gevuld deel 14c van de cilinderruimte 14.

De scheidingzuiger 30 is voorzien van een doorstromingskanaal 48 dat zich uitstrekt tussen het met compensatiemedium gevuld deel 14c van de cilinderruimte 14 enerzijds, en het afdichtingselement 31 en de lagerbus 32 anderzijds. Via de lagerbus 32 staat het 15 doorstromingskanaal 48 tevens in verbinding met het cilinderdeel 45. Aldus wordt met voordeel zorg gedragen voor een goede smering van de lagerbus 32 over de zuigerstang 18, een extra afdichtende aandrukking van een flexibele lip van het afdichtingselement 31 tegen de zuigerstang 18, en een goede dempende werking van de hydraulische stop. De andere zijde van het afdichtingselement is eveneens voorzien van een dergelijke flexibele lip die 20 onder inwerking van de druk van de dempingvloeistof zorg draagt voor een zeer betrouwbare afdichting.

Tussen de dempingzuiger 19 en de scheidingzuiger 30 zijn eveneens demping-middelen voorzien die een aanslagdrukveer 50 omvatten. De aanslagdrukveer 50 is hierbij over de zuigerstang 18 geleid middels geleidingsbussen 51. De aanslagdrukveer 50 zorgt 25 voor een begrenzing van een uitschuifbeweging van de buitenbuis 2 ten opzichte van de binnenbuis 3.

Tijdens inveren (compressieslag) van de ophanging 1 (fig. 1) beweegt de dempingzuiger 19 zich in de cilinderruimte 14 naar beneden, en zal er dempingvloeistof via de compressiedemping 21 en het by-passkanaal 26 van de ene zijde 14a naarde andere 30 zijde 14b van de dempingzuiger 19 stromen. De scheidingzuiger 30 wordt hierbij tegen de hoofdveer 40 omhoog gedrukt over een afstand die overeenkomt met het extra volume aan zuigerstang 18 dat in het met dempingvloeistof gevulde deel 14b van de cilinderruimte 14 naar binnen is gekomen. De druk in het met compensatiemedium gevulde deel 14c zal hierdoor toenemen, als gevolg waarvan het compensatiemedium wordt gecomprimeerd. Aan 35 het einde van de compressieslag zal desgewenst de hydraulische stop in werking treden, waarbij er compensatiemedium uit het cilinderdeel 45 zal worden gedrukt via het - 7 - doorstromingskanaal 48 en via een kleine spleet tussen het cilinderdeel 45 en het zuigerlichaam 44.

Tijdens uitveren (reboundslag) van de ophanging 1 (fig. 2) beweegt de dempingzuiger zich in de cilinderruimte 14 naar boven, en zal er dempingvloeistof via de rebounddemping 5 21 en het by-passkanaal 26 van de zijde 14b naar de zijde 14a van de dempingzuiger19 stromen. De scheidingzuiger 30 wordt hierbij door de hoofdveer 40 omlaag gedrukt over een afstand die overeenkomt met het afgenomen volume aan zuigerstang 18 dat uit het met dempingvloeistof gevulde deel 14b van de cilinderruimte 14 verdwenen is. De druk in het met compensatiemedium gevulde deel 14c zal hierdoor afnemen, als gevolg waarvan het 10 compensatiemedium weer kan uitzetten. Aan het begin van de ingaande slag zal de hydraulische stop ophouden te werken, doordat er compensatiemedium in het cilinderdeel 45 terugstroomt via het doorstromingskanaal 48 en via de kleine spleet tussen het cilinderdeel 45 en het zuigerlichaam 44. Aan het einde van de reboundslag zal desgewenst de aanslagdrukveer 50 aan komen te liggen tegen zowel de scheidingzuiger 30 alsook tegen de 15 dempingzuiger 19 en voor demping zorgen.

Naast de getoonde uitvoeringsvorm zijn vele varianten mogelijk. Zo kunnen de diverse onderdelen andersvormig worden uitgevoerd, en uit diverse materialen worden vervaardigd. Verder kan de wielophanging worden toegepast op diverse soorten voertuigen, zoals auto’s, (sneeuwscooters, en dergelijke. De wielophanging volgens de uitvinding is 20 echter met name geschikt gebleken als voorwielophanging voor een motorfiets, vanwege de gewichtsbesparing en de verbetering van de rijeigenschappen.

Aldus is volgens de uitvinding een wielophanging verschaft met een multifunctionele scheidingzuiger die de dempingvloeistof volledig gescheiden houdt van een compensatiemedium, die een hydraulische stop, een zuigerstanggeleiding en een veerschotel vormt, en 25 die tijdens indrukking van de hoofdveer tijdens een ingaande slag zorgt voor een extra indrukking van de hoofdveer tijdens deze slag.

1034169

Claims (22)

1. Wielophanging, omvattende: • een telescopisch in en uit elkaar schuifbare binnen- en buitenbuis die tezamen een cilinderruimte begrenzen; - een zuigerstang die zich uitstrekt in de cilinderruimte en die vast verbonden is met de 5 buitenbuis en aan het vrije einde waarvan een dempingzuiger bevestigd is die aangrijpt in een met dempingvloeistof gevulde ruimte; - een scheidingzuiger die in langsrichting ten opzichte van de zuigerstang heen en weer beweegbaar is en aan zijn ene zijde een met compensatiemedium gevulde ruimte begrenst; en 10. een hoofdveer die enerzijds druk uitoefent op de buitenbuis en anderzijds druk uitoefent op de scheidingzuiger; met het kenmerk, dat de dempingzuiger en de scheidingzuiger werkzaam zijn in dezelfde genoemde cilinderruimte en daarbij beide in axiale richting verschuifbaar aangrijpen op eenzelfde cilindrisch 15 binnenomtrekswanddeel van de binnenbuis, waarbij de scheidingzuiger aan zijn andere zijde aanligt tegen de met dempingvloeistof gevulde ruimte.

2. Wielophanging volgens conclusie 1, waarbij de scheidingzuiger een geleidingsdeel omvat 20 dat aangrijpt op de zuigerstang en deze geleidt.

3. Wielophanging volgens conclusie 2, waarbij het stanggeleidingsdeel een wrijvingsverminderend lagerelement omvat.

4. Wielophanging volgens conclusie 3 of 4, waarbij de scheidingzuiger een doorstromingskanaal omvat dat zich uitstrekt tussen de met compensatiemedium gevulde ruimte en het stanggeleidingsdeel.

5. Wielophanging volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de scheidingzuiger 30 een afdichtingsdeel omvat dat afdichtend aanligt tegen de zuigerstang.

6. Wielophanging volgens conclusie 5, waarbij het stangafdichtingsdeel een ringvormig afdichtingselement omvat. 1034169 - 9 -

7. Wielophanging volgens conclusie 5 of 6, waarbij de scheidingzuiger een doorstromingskanaal omvat dat zich uitstrekt tussen de met compensatiemedium gevulde ruimte en het stangafdichtingsdeel.

8. Wielophanging volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij dempingmiddelen voorzien zijn tussen de scheidingzuiger en de buitenbuis voor het begrenzen van een inschuifbeweging van de buitenbuis ten opzichte van de binnenbuis.

9. Wielophanging volgens conclusie 8, waarbij de dempingmiddelen een hydraulische stop 10 omvatten, welke hydraulische stop een in elkaar grijpbaar zuiger- en cilinderdeel omvatten waarvan er één voorzien is aan de scheidingzuiger en de andere voorzien is aan de buitenbuis.

10. Wielophanging volgens conclusie 9, waarbij de scheidingzuiger het cilinderdeel van de 15 hydraulische stop omvat.

11. Wielophanging volgens conclusie 10, waarbij de scheidingzuiger een doorstromingskanaal omvat dat zich uitstrekt tussen de met compensatiemedium gevulde ruimte en het cilinderdeel van de hydraulische stop. 20

12. Wielophanging volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hoofdveer een veerelement omdat dat zich binnenin de cilinderruimte in axiale richting uitstrekt in de met compensatiemedium gevulde ruimte, en met zijn ene einde druk uitoefent op de buitenbuis en met zijn andere einde druk uitoefent op de scheidingzuiger. 25

13. Wielophanging volgens conclusie 12, waarbij de scheidingzuiger een centreerdeel omvat voor het veerelement.

14 Wielophanging volgens conclusie 13 en één van de conclusies 10-11, waarbij het 30 cilinderdeel van de hydraulische stop het centreerdeel vormt voor het veerlement.

15. Wielophanging volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de scheidingzuiger ten minste één afdichtingselement omvat dat afdichtend aanligt tegen het cilindrische binnenomtrekswanddeel van de binnenbuis. 35

16. Wielophanging volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de scheidingzuiger een buitenomtreksgroef omvat met een daarin opgenomen zuigerveer. - 10 -

17. Wielophanging volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het compensatiemedium een smeermiddel omvat, in het bijzonder een smeerolie.

18. Wielophanging volgens conclusie 17, waarbij het smeermiddel een hogere viscositeit heeft dan de dempingvloeistof.

19. Wielophanging volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij dempingmiddelen voorzien zijn tussen de dempingzuiger en de scheidingzuiger voor het begrenzen van een 10 uitschuifbeweging van de buitenbuis ten opzichte van de binnenbuis.

20. Wielophanging volgens conclusie 19, waarbij de dempingmiddelen een aanslagdrukveer omvatten.

21. Wielophanging volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het met compensatiemedium gevulde deel van de cilinderruimte is afgedicht ten opzichte van de buitenlucht.

22. Motorfiets voorzien van een wielophanging volgens één van de voorgaande conclusies. 20 1036169