NL1034155C2 - Kozijn voor een raam of deur, een intrekbare afsluiting voor gebruik in een dergelijk kozijn en een samenstel van een dergelijk kozijn met de daarin opgenomen intrekbare afsluiting. - Google Patents

Description

Titel: Kozijn voor een raam of deur, een intrekbare afsluiting voor gebruik in een dergelijk kozijn en een samenstel van een dergelijk kozijn met de daarin op genomen intrekbare afsluiting.

De uitvinding heeft betrekking op een kozijn voor een raam of deur, voorzien van een, een omtrek van een raam- of deuropening begrenzende, sponning voor het op nemen van een raam of deur, waarbij het kozijn beschikt over een eerste en een tweede, zich op afstand van elkaar in 5 hoofdzaak verticaal uitstrekkende, stijlen en een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende bovenlijst, die een verbinding vormt tussen boveneinden van de eerste en tweede verticale stijlen.

Dergelijke kozijnen zijn ondermeer bekend voor gebruik bij voertuigen met een woonfunctie, zoals caravans en campers. Bij het gebruik 10 van dit soort voertuigen, maar ook als het kozijnen van tuindeuren betreft, bestaat er vaak behoefte om deze kozijnen ten behoeve van ventilatie niet voortdurend met een deur afgesloten te hebben. Door het in de natuur aanwezig zijn van voor de mens hinderlijke, of zelfs schadelijke, insecten kan aan deze ventilatiebehoefte niet altijd worden voldaan. Om aan dit 15 bezwaar tegemoet te komen wordt in EP 1036700 voorgesteld om een dergelijk kozijn behalve van een deur ook te voorzien van een permanent aangebrachte insectenwering. Hiertoe heeft de insectenwering bij EP 1036700 een gebruiksstand en een niet-gebruiksstand. In de niet-gebruiksstand wordt de insectenwering opgenomen in een zichtbare 20 uitsparing aan de binnenzijde van de deur. Hierdoor is de insectenwering, wanneer deze buiten gebruik is, kwetsbaar voor beschadigingen. Dit kan afbreuk doen aan de effectiviteit van de insectenwering, maar het zichtbaar zijn van de ongebruikte insectenwering doet ook afbreuk aan de beleving van het uiterlijk van de binnenzijde van de deur. In DE 29905415 wordt als 25 oplossing voorgeslagen om de aan de binnenzijde van het kozijn 1034155 2 aangebrachte insectenwering elektrisch op en afrolbaar te maken vanuit een langs een bovenlijst van het kozijn aangebrachte opnamekast. Om de door het kozijn begrensde opening toegankelijk te houden moet bij het passeren zowel binnen als buiten een elektrische schakelaar worden 5 bediend. Dit wordt in de praktijk vaak als hinderlijk ervaren, omdat enerzijds moet worden gewacht tot de insectenwering elektrisch zover geopend is dat passage mogelijk is. Anderzijds nemen veel personen nadat zij gepasseerd zijn niet meer de moeite om de insectenwering weer te sluiten, hetgeen irritaties kan opwekken bij dezelfde persoon of bij andere 10 personen die van dezelfde inrichting gebruik maken.

De onderhavige uitvinding stelt zich tot doel om minstens één van de nadelen van de stand van de techniek te elimineren of te verbeteren. Het is ook een doel van de onderhavige uitvinding om alternatieve constructies te verschaffen die in vervaardiging en gebruik gemakkelijker zijn en die 15 bovendien verhoudingsgewijs voordelig gemaakt kunnen worden.

Alternatief is het een doel van de uitvinding om het publiek een op zijn minst nuttige keuzemogelijkheid te verschaffen.

Daartoe voorziet de uitvinding, volgens de hoofdconclusie, in een kozijn van de hierboven omschreven soort, waarbij in een enkele van de 20 eerste en tweede stijlen en de bovenlijst een uitsparing is gevormd voor het opnemen van een intrekbare afsluiting. Hiermee kan een afscherming, in de vorm van een insectenwering, maar ook in de vorm van een ventilerende zonweringsinrichting, permanent aan een deur- of raamkozijn worden bevestigd, terwijl deze in een buitengebruikstelling buiten het bereik van 25 een deur of venster kan worden opgeborgen. Ook wordt met de voorgestelde uitsparing bereikt, dat de afscherming buiten gebruik geheel aan het zicht onttrokken is en bovendien geen gevaar loopt te worden beschadigd.

Verder voorziet de uitvinding in een samenstel van een dergelijk kozijn en een daaraan bevestigde raam of deur, evenals een samenstel van 30 een dergelijk kozijn en een daarin opgenomen intrekbare afsluiting. Aldus 3 beoogt de vinding een oplossing te bieden voor raam en deuropeningen waar insectenwering gewenst is.

Andere voordelige toepassingen en uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn samengevat in de onderconclusies. In het geval van nieuwe 5 raam en deurkozijnen kan men dit eenvoudig bereiken door de gewenste insecten- of zonwering te integreren in het kozijn zelf, waardoor achteraf geen additionele producten op of tegen het kozijn behoeven te worden bevestigd. Dergelijke achteraf aan te brengen inrichtingen moeten deels weer hun stevigheid uit de eigen constructie halen. Bij inbouw volgens de 10 uitvinding kan gebruik worden gemaakt van de reeds aanwezige kozijnsterkte. Een ander voordeel is dat de insectenwering onzichtbaar is weggewerkt en alleen in het zicht komt, wanneer het raam of de deur geopend is. Kleur en vorm van de insectenwering zijn hierdoor ook van minder belang. Bij gebruik van een als cassettesysteem uitgevoerde rolhor 15 of plisséhor is de compacte oprol-, respectievelijk, vouwmaat bepalend voor de te voorziene uitsparing. Naast de toepassing in kozijnen van onroerende zaken, waaronder woningen, is de oplossing in het bijzonder ideaal voor inbouw in keten, caravans, campers, boten, auto's, bussen en dergelijken. Ofschoon door de uitvinding wellicht vooraf de keuze voor de toepasbare 20 afscherming zal zijn bepaalt, zal dit ook zéér kosten besparend zijn door de met de uitvinding te realiseren materiaalbesparingen.

De uitvinding zal nu aan de hand van de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van een aantal uitvoeringsvormen nader worden toegelicht. Hierbij zal worden verwezen naar de bijbehorende tekeningen, 25 waarin:

Figuur 1 een vooraanzicht van een raam- of deurkozijn volgens de uitvinding toont, waarin een intrekbare afscherming is gemonteerd;

Figuur 2, in bovenaanzicht, een doorsnede toont van het samenstel volgens figuur 1 over de daarin aangegeven doorsnede II-II; 4

Figuur 3A een bovenaanzicht toont van een intrekbare afscherming van het geplisseerde type;

Figuur 3B een bovenaanzicht toont van een intrekbare afscherming van het oprolbare type; en 5 Figuur 4, in deelaanzicht, een vooraanzicht van het bovenste deel toont van de intrekbare afscherming volgens figuur 3A.

Figuur 1 toont een kozijn 1, dat is voorzien van een verticale, of nagenoeg verticale, eerste stijl 3 en een tweede parallel daaraan, of nagenoeg parallel daaraan, verlopende tweede stijl 5. De respectievelijke 10 boveneinden van de eerste stijl 3 en de tweede stijl 5 zijn met elkaar verbonden door een bovenlijst 7. Daarbij wordt, althans in het hier beschreven voorbeeld, door de eerste en tweede stijlen 3 en 4, de bovenlijst 7 en een onderdorpel 9 een sponning voor een deuropening 10 gevormd. Zoals te zien is in Figuur 2, kan het kozijn 1 verder voorzien zijn van een deur 11, 15 die draaibaar met een scharnierverbinding 13 aan de eerste verticale stijl 3 is bevestigd. Verder toont Figuur 2, dat de tweede verticale stijl 5 voorzien is van een aanslaglijst 15 voor het in gesloten stand begrenzen van de deurbeweging. Niet getoond, maar voor de deskundige vanzelfsprekend, kunnen zowel de deur 11 als de tweede verticale stijl 5 met het gebruikelijke 20 deurbeslag en/of sluit garnituur zijn uitgerust. Ook de eerste verticale stijl 3 kan van een bijbehorende aanslaglijst 17 zijn voorzien. Meer in het bijzonder toont Figuur 2 een uitsparing 19, die in de eerste verticale stijl 3 is gevormd. Deze uitsparing 19 werkt samen met een intrekbare afsluiting of afscherming 21, die in ingetrokken toestand in de uitsparing 19 kan worden 25 opgenomen. Zowel in Figuur 1, als in Figuur 2, is te zien dat de intrekbare afscherming 21 een, althans bij deze uitvoering geplisseerde, baan open geweven stof of horrengaas 23 heeft, die aan een verticale zijde begrenst is door een voorlijst 25. De stofbaan 23 is langs de hoogte van zijn verticale vrije langsrand bevestigd aan de voorlijst 25. In de uitsparing 19 is de 30 afscherming 21 met een vaste profielrail 27 aan de bodem van de uitsparing 5 19 bevestigd. De stofbaan 23 is daarbij ook langs de hoogte van een tegenoverliggende langsrand met de profielrail 27 verbonden.

De voorlijst 25 is met een boveneinde verbonden met een eerste geleidingsprofiel 29 en aan een ondereinde met een tweede geleidingsprofiel 5 31. Deze verbinding kan, zoals in dit voorbeeld, zijn uitgevoerd met eerste en tweede hoekverbindingelementen 33, 35. Voor de deskundige is slechts van belang, dat bij het bewegen van de voorlijst 25, naar links of rechts in Figuur 1, de geleidingsprofielen 29 en 31 in horizontale richting meebewegen. Om deze beweging mogelijk te maken is de bodem van de 10 uitsparing 19 voorzien van een eerste glijblok 37 en een tweede glijblok 39. Elk glijblok is daarbij voorzien van een opening, waarin een vrij einde van het bijbehorende eerste of tweede geleidingsprofiel 29, respectievelijk 31, verschuifbaar is opgenomen. Zowel het eerste geleidingsprofiel 29, als het tweede geleidingsprofiel 31, hebben een U-vormige doorsnede waarvan de 15 openingen naar elkaar toe zijn gericht. Dit verschaft een bruikbare opname voor de boven- en respectievelijk de onderrand van het geplisseerde schermmateriaal. Voor een verdere geleiding van de baan geplisseerd materiaal 23 kan het nodig zijn om over de hoogte van het scherm een toepasselijk aantal spankoorden 41, 43, 45 en/of 47 aan te brengen. Deze 20 spankoorden verlopen, op bekende wijze, door opeenvolgende openingen in de plooien van het geplisseerde materiaal. Deze spankoorden verlopen elk vanaf de voorlijst 25 tot aan de profielrail 27, alwaar ze worden afgebogen naar het dichtstbijzijnde glijblok, om vervolgens weer te worden afgebogen voor bevestiging aan een vrij uiteinde van het bijbehorende eerste, 25 respectievelijk tweede geleidingsprofiel 29, respectievelijk 31. Dergelijke spankoorden, die veelal door een trekveer, zoals de in Figuur 2 zichtbare trekveer 49, onder spanning worden gehouden, zijn op zichzelf bekend. Er kan in dit verband worden volstaan met een verwijzing naar US 4762159 en EP 0311304 voor een meer gedetailleerde beschrijving van mogelijke 30 spankoordopties.

6

Figuur 3A toont een doorsnede in bovenaanzicht van de afscherming 21 uit Figuur 2 en laat herkennen dat de voorlijst 25 ook een U-vormige doorsnede heeft met twee parallelle benen 51, 53 waartussen de opening van de U-vorm wordt gedefinieerd. De opening van de U-vormige 5 voorlijst is gericht naar de profielrail 27 en de lengte van de benen 51 en 53 is gekozen in overeenstemming met de diepte van de uitsparing 19 en de dikte van het geplisseerde materiaal 23 in ingetrokken toestand. Hiermee wordt bereikt, dat de voorlijst 25 in ingetrokken toestand, met het daarin verzamelde geplisseerde materiaal 23, geheel wordt opgenomen in de 10 uitsparing 19 en geen belemmering vormt voor het in gesloten toestand brengen van de deur 11 (zie Figuur 2). Verder wordt hiermee bereikt, dat de afscherming in ongebruikte toestand volledig wordt beschermd tegen vervuiling en/of beschadiging.

Figuur 3B toont, in een gelijksoortig aanzicht als Figuur 3A, een 15 alternatieve uitvoering waarbij de intrekbare afsluit of afscherming 123 van een oprolbaar type is. De in Figuur 3B gebruikte verwijzingscijfers zijn voor overeenkomstige elementen een vol honderdtal hoger gekozen dan de tot nog toe gebruikte verwijzingscijfers. Zoals bij dit type afscherming gebruikelijk wordt het schermmateriaal 123 op een veerbelaste rol 160 20 opgewikkeld. Omdat het materiaal hierdoor op spanning wordt gehouden kunnen de bij de eerder beschreven uitvoeringsvorm besproken spankoorden komen te vervallen. Op voordelige wijze is de veerbelaste rol 160, waarop het schermmateriaal 123 wordt opgewikkeld, in de U-vormige voorlijst 125 ondergebracht en is een tegenoverliggende eindrand van het 25 schermmateriaal 123 aan een profielrail 127 bevestigd. Vanzelfsprekend wordt de lengte van de benen 151 en 153 van de U-vormige voorlijst 125 nu zodanig gekozen dat deze rekening houden met de diameter van de rol 160, wanneer het scherm 123 daarop geheel is opgewikkeld. Voor wat betreft de verdere uitvoering van deze oprolbare variant, met inbegrip van de 30 geleidingsprofielen, is deze geheel gelijk aan de tot dusver besproken 7 vouwbare varianten. Hoewel in het voorbeeld van Figuur 3B slechts een enkele veerbelaste rol wordt gebruikt, wordt hier nog verwezen naar de mogelijkheid om ook verscheidene veerbelaste rollen te gebruiken. Daartoe leent zich ook een uitvoering zoals beschreven in aanvraagster’s Europese 5 octrooi EP 0860578.

Figuur 4 toont een uitvergroot detail van het bovenste gedeelte van een intrekbare afsluiting voor gebruik in een kozijn met uitsparing, zoals hiervoor beschreven. In dit geval gaat het om een variant waarbij de spankoorden 41 en 43 onder spanning worden gehouden door een trekveer 10 55 die aan het uiteinde van her geleidingsprofiel 29 is bevestigd. Vanaf de trekveer 55 loopt een eerste spankoord 41 naar het glijblok 37, door middel waarvan het wordt afgebogen om in lengterichting van de profielrail 27 naar de doorvoeropening 57 te verlopen. In de doorvoeropening 57 wordt het eerste spankoord 41 weer afgebogen om zich parallel aan het 15 geleidingsprofiel 29, door het schermmateriaal 23, naar de voorlijst 25 uit te strekken. Een tweede spankoord 43 loopt eveneens vanaf de trekveer 55 naar het bovenste glijblok 37, om zich vanaf daar in de lengterichting van de profielrail 27 uit te strekken naar een verderop gelegen doorvoeropening (buiten het bereik van Figuur 4).

20 Ruimte voor het opnemen van de geleidinsprofielen 29, 31, bij een ingetrokken afscherming, kan bij caravans en campers gemakkelijk worden voorzien in de ruimt die zich tussen de binnen en de buitenwand bevindt. De geleidingsprofïelen 29, 31 zouden in geval van toepassing in woningen langs de glijblokken 37, 39 in de spouwruimte van een dubbelsteense muur 25 kunnen schuiven. Wanneer de geleider flexibel is, zoals de geleidingsketting van de plisséhordeur, volgens EP 0999335 of EP 1447517, is volledige integratie binnen de gangbare kozijnafmetingen haalbaar. In dat geval kunnen de geleiders in verticale richting worden afgebogen en worden opgenomen in het inwendige van de vaste profiellijst 27 of in een hol 30 uitgevoerde eerste stijl 3. Ook is het mogelijk om een flexibele geleider in de 8 voorlijst 25 af te buigen, wanneer de geleiders hun vaste verbinding hebben met de vaste profiellijs 27. De bekende flexibele geleiders hebben een uitvoering, die enigszins vergelijkbaar is met een rupsketting. Het is ook denkbaar dat een flexibele geleider kan worden gevormd uit telescopisch in 5 elkaar schuifbare losse geleiderelementen met een korte lengte. Van belang is slechts dat dergelijke “verdwijnende” geleiders uit korte elementen zijn samengesteld, die elk ten minste over een zich vertikaal uitstrekkend vlak beschikken waarmee het schermmateriaal in het vlak van de deur- of raamopening kan worden gehouden. Daarmee zijn ook geleidingsprofielen, 10 of profïelelementen, denkbaar die een van de U-vorm afwijkende dwarsdoorsnede hebben. Ook kunnen de, al dan niet in elkaar schuifbare, elementen van een uit elementen opgebouwde geleider in verticale richting worden gebracht om te worden opgenomen in één van de verticale profielen of lijsten.

15 De beweegbare eerste en tweede geleidingsprofielen 29, 31, of zij nu flexibel zijn of star, kunnen ook nog zodanig onder veerkracht worden gebracht dat zij steeds de intrekbare afsluiting, respectievelijk afscherming 21 naar de gesloten stand bewegen. Hierdoor wordt de interkbare afsluiting 21 zelfsluitend, hetgeen weer een ander nadeel van de stand van de 20 techniek verhelpt. Verder nog zou men een eventueel geleiderspoor, indien daartoe aanleiding bestaat, ook in de bovenlijst en een dorpel van het kozijn kunnen voorzien zodat het kozijn zelf als geleiderkanaal voor de insectenwering kan dienen.

Verondersteld wordt dat de constructie en de werking van de 25 onderhavige uitvinding uit de voorafgaande beschrijving duidelijk blijken. De uitvinding is niet beperkt tot om het even welke hierin beschreven uitvoeringsvorm en, binnen het vermogen van de vakman, zijn er wijzigingen mogelijk die binnen de omvang van de bescherming geacht moeten worden te liggen. Eveneens worden alle kinematische omkeringen 30 geacht binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding te 9 zijn begrepen. Uitdrukkingen, zoals “bestaande uit”, wanneer gebruikt in deze beschrijving of de bijgaande conclusies, moeten niet als een uitputtende opsomming, maar eerder in een inclusieve betekenis, worden opgevat. Uitdrukkingen zoals: "middel voor..." moeten worden gelezen als: 5 "component gevormd voor..." of "element geconstrueerd om..." en dienen te worden opgevat alle equivalenten voor de beschreven constructies mede te omvatten. Het gebruik van uitdrukkingen als: "kritisch", "voordelig", "gewenst" enz., is niet bedoeld om de uitvinding te beperken. Bovendien kunnen ook eigenschappen die niet specifiek of uitdrukkelijk worden 10 beschreven of geëist in de constructie volgens de onderhavige uitvinding worden omvat zonder dat wordt afgeweken van de beschermingsomvang.

1034155

Claims (15)

1. Samenstel van een kozijn voor een raam of deur, voorzien van een, een omtrek van een raam- of deuropening begrenzende, sponning voor het 5 opnemen van een raam of deur, waarbij het kozijn beschikt over een eerste en een tweede, zich op afstand van elkaar in hoofdzaak verticaal uitstrekkende, stijlen en een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende bovenlijst, die een verbinding vormt tussen boveneinden van de eerste en tweede verticale stijlen, en waarbij in een enkele van de eerste en tweede stijlen en de 10 bovenlijst een uitsparing is gevormd voor het opnemen van een intrekbare afsluiting alsmede een in de uitsparing opgenomen intrekbare afsluiting, waarbij de intrekbare afsluiting uitgevoerd is met een beweegbare voorlijst, waarbij de voorlijst in zijn bewegingen door geleidingsmiddelen wordt geleid, en waarbij de geleidingsmiddelen zijn voorzien van ten minste een eerste star 15 uitgevoerd geleidingsprofiel dat met een vrij einde verschuifbaar is opgenomen in een eerste opening in de uitsparing en met zijn andere einde bevestigd is aan een boveneinde van de voorlijst.

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de uitsparing in de eerste 20 verticale stijl is aangebracht.

3. Samenstel van een kozijn volgens conclusie 1 of 2, verder voorzien van een daaraan draaibaar bevestigde raam of deur.

4. Samenstel volgens conclusie 3, waarbij de raam of deur met een scharnierverbinding aan de eerste verticale stijl is bevestigd.

5. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de intrekbare afsluiting een afsluiting van het oprolbare type is. 30 1034155

6. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de intrekbare afsluiting een afsluiting van het geplisseerde type is.

7. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de geleidingsmiddelen verder 5 voorzien zijn van een tweede geleidingsprofiel dat met een vrij einde verschuifbaar is opgenomen in een tweede opening in de uitsparing en met zijn andere einde bevestigd is aan een ondereinde van de voorlijst.

8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij het tweede geleidingsprofiel 10 star is uitgevoerd.

9. Samenstel volgens conclusie 1 of 7, waarbij ten minste het eerste geleidingsprofiel een naar de intrekbare afscherming gerichte open U-vormige dwarsdoorsnede heeft voor opname van een rand van de intrekbare 15 afscherming.

10. Intrekbare afsluiting voor gebruik in een samenstel volgens conclusie 1, waarbij de beweegbare afsluiting voorzien is van een intrekbaar schermmateriaal, een beweegbare voorlijst en middelen voor het geleiden van 20 de voorlijst, en waarbij de middelen voor het geleiden van de voorlijst voorzien zijn van een eerste star uitgevoerd geleidingsprofiel dat met een vrij einde verschuifbaar is opgenomen in een eerste glijblok en met een tegenoverliggend einde aan een boveneinde van de voorlijst bevestigd is.

11. Intrekbare afsluiting volgens conclusie 10, waarbij de middelen voor het geleiden van de voorlijst verder voorzien zijn van een tweede geleidingsprofiel dat met een vrij einde verschuifbaar is opgenomen in een tweede glijblok en met een tegenoverliggend einde aan een ondereinde van de voorlijst bevestigd is. 30

12. Intrekbare afsluiting volgens conclusie 11, waarbij het tweede geleidingsprofiel star is uitgevoerd.

13. Intrekbare afsluiting volgens conclusie 11 of 12, waarbij het eerste 5 en het tweede glijblok geassocieerd zijn met een zich daartussen uitstrekkende profielrail, die zich parallel aan de voorlijst uitstrekt en dat de baan intrekbaar schermmateriaal zich tussen de voorlijst en de profielrail uitstrekt aan daaraan met corresponderende tegenoverliggende langsranden bevestigd is. 10

14. Intrekbare afsluiting volgens conclusie 11, 12 of 13, waarbij ten minste een enkele van de eerste en tweede geleidingsprofielen een naar de baan schermmateriaal toe open U-vormige dwarsdoorsnede heeft.

15. Intrekbare afsluiting volgens een van de conclusies 10, 11, 12, 13 of 14, waarbij de voorlijst een naar de baan schermmateriaal toe open U-vormige dwarsdoorsnede heeft. 1034155