NL1033726C2 - Gewasbeschermingssysteem. - Google Patents

Gewasbeschermingssysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1033726C2
NL1033726C2 NL1033726A NL1033726A NL1033726C2 NL 1033726 C2 NL1033726 C2 NL 1033726C2 NL 1033726 A NL1033726 A NL 1033726A NL 1033726 A NL1033726 A NL 1033726A NL 1033726 C2 NL1033726 C2 NL 1033726C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
nematodes
carrier
protection system
pest
crop protection
Prior art date
Application number
NL1033726A
Other languages
English (en)
Inventor
Eric Anthonius Gerardus Peterus Kerklaan
Original Assignee
Cooeperatie Horticoop U A
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cooeperatie Horticoop U A filed Critical Cooeperatie Horticoop U A
Priority to NL1033726A priority Critical patent/NL1033726C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1033726C2 publication Critical patent/NL1033726C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N25/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators, characterised by their forms, or by their non-active ingredients or by their methods of application, e.g. seed treatment or sequential application; Substances for reducing the noxious effect of the active ingredients to organisms other than pests
    • A01N25/002Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators, characterised by their forms, or by their non-active ingredients or by their methods of application, e.g. seed treatment or sequential application; Substances for reducing the noxious effect of the active ingredients to organisms other than pests containing a foodstuff as carrier or diluent, i.e. baits
    • A01N25/008Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators, characterised by their forms, or by their non-active ingredients or by their methods of application, e.g. seed treatment or sequential application; Substances for reducing the noxious effect of the active ingredients to organisms other than pests containing a foodstuff as carrier or diluent, i.e. baits molluscicidal
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N63/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing microorganisms, viruses, microbial fungi, animals or substances produced by, or obtained from, microorganisms, viruses, microbial fungi or animals, e.g. enzymes or fermentates
    • A01N63/10Animals; Substances produced thereby or obtained therefrom
    • A01N63/12Nematodes

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Virology (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Description

9
Titel: Gewasbeschermingssysteem.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gewasbeschermingssysteem omvattende parasitaire nematoden geladen op een vaste drager, waarbij de drager een lokmiddel voor een plaagdier omvat en waarbij het gastheerbereik van genoemde nematoden genoemd plaagdier 5 omvat. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van genoemd gewasbeschermingssysteem en op een werkwijze voor het beschermen van gewassen omvattende het gebruik van het gewasbeschermingssysteem volgens de uitvinding.
10 Plaaginsecten kunnen de economische waarde van land- en tuinbouwproducten ernstig verminderen. Vraat aan ondergrondse of bovengrondse delen van een plant kan de groei en ontwikkeling van het gewas beperken waardoor de opbrengst daalt, maar kan tevens de esthetische waarde van vruchten en bloemen volledig wegnemen waardoor een onverkoopbaar 15 product ontstaat. Een voorbeeld van dat laatste is vraat aan Cymbidium bloemen door slakken. Cymbidium, een orchideeënsoort, is een uitstekend houdbare snijbloem waarvan de planten in afzonderlijke potten worden gehouden en opgekweekt. Net als vele andere orchideeën bevat de stengel van de plant kenmerkende verdikkingen (pseudo-bulben of schijnknollen) waarin 20 voedsel en vocht wordt opgeslagen. Vanuit deze bulben vormen zich enerzijds de schede vormige bladeren en anderzijds een dicht netwerk van dikke wortels. De plant, die het merendeel van het j aar slechts als een hoeveelheid groene bladeren voorkomt, vormt slechts één keer per jaar gedurende een aantal weken één of meerder bloeistengels of bloemaren, welke als gehele tak kunnen 25 worden gesneden en met een waterflesje aan de steel worden verkocht en opgeslagen. Bloemen die door vraat zijn aangetast verliezen hun esthetische waarde en beperken daarmee de economische waarde van een gehele tak.
103 3 7 2 6 2
De slakken die verantwoordelijk zijn voor de aantasting kunnen door uiteenlopende oorzaken in de teeltarealen terechtkomen, doorgaans via een verontreinigde waterbron. De slakken zoeken overdag beschutting tussen de lage plantdelen in de pot, zoals tussen de bulben en het groeisubstraat. ’s 5 Nachts kruipen de slakken tegen de stengels omhoog en doen zich tegoed aan de bloemen. De bladeren worden niet tot nauwelijks gegeten.
Om plaagdieren in land- en tuinbouw gewassen te bestrijden worden veelal chemische middelen toegepast. Een nadeel van deze bestrijdingsmethode is dat vanwege de giftigheid de percelen gedurende 10 bepaalde tijd niet toegankelijk zijn. Dit geldt met name voor de glastuinbouw. In het algemeen geldt dat de bespoten planten zonder beschermende middelen ook niet dienen te worden aangeraakt. Een ander nadeel van de chemische methode is dat zij vaak weinig selectief of specifiek is. Dat betekent dat wanneer voor bepaalde plagen biologische bestrijding wordt toegepast (bijv.
15 sluipwespen of roofmijten voor het bestrijden van witte vlieg, bladluis, spintmijten of trips) ook de nuttige insecten door het bestrijdingsmiddel worden gedood zodat de chemische methode vaak niet goed is te combineren met biologische methoden. Nog een nadeel van chemische bestrijding is dat de toepassing door gecertificeerde instanties en/of gediplomeerde of speciaal 20 opgeleid personeel dient te gebeuren. Dat betekent enerzijds dat de toediening kostbaar is, en anderzijds dat de teler zelf niet altijd eenzijdig kan beslissen over het moment van toediening.
Een alternatief voor de chemische bestrijdingsmethode is een biologische methode. Zo zijn er preparaten van nematoden (aaltjes) in de 25 handel waarmee plaagdieren zoals insecten, maar ook weekdieren zoals slakken, kunnen worden geïnfecteerd. Deze parasitaire nematoden dringen het plaagdier binnen en scheiden een symbiotische bacterie af die het plaagdier doodt. Het dode kadaver vormt een voedingsbron voor een nieuwe generatie nematoden, die daarna op zoek gaan naar een nieuwe gastheer. Het voordeel 30 van deze bestrijdingsmethode is dat zij volledig ongevaarlijk is voor mensen en 3 ook het milieu niet belast. Bovendien is de methode selectief omdat de nematoden zo zijn te kiezen dat zij alleen bepaalde plaagdieren infecteren en anderen met rust laten. De parasitaire nematoden worden eveneens toegepast voor het bestrijden van slakken in Cymbidium teelt.
5 De toepassing van parasitaire nematoden in de land- en tuinbouw heeft belangrijke voordelen. Contact tussen de nematode en de het plaagdier leidt in de meeste gevallen tot een infectie en tot de dood van het plaagdier. Echter, de inzet van parasitaire nematoden kent ook nadelen.Voor de toediening worden de nematoden gesuspendeerd in water en met deze 10 waterige suspensie worden de planten of het substraat waarin zij staan bedruppeld, gedompeld, besproeid of gebroesd en hierbij doet zich tegelijkertijd een belangrijk nadeel van deze methode gelden, welk probleem thans voor het eerst wordt onderkend: Doordat in het geval van bijvoorbeeld Cymbidium, als boven beschreven, het plaagdier zich tussen plantendelen verschuilt, 15 ontkomen veel individuen aan contact met de vloeistof en daarmee aan contact met de nematode. In kleine proefsystemen waar zeer zorgvuldig op en tussen alle delen van de grillige morfologie van de plant kan worden toegediend en behandeld is de bestrijdingsmethode effectief. Echter, een cymbidiumkwekerij omvat doorgaans grote oppervlakten soms tot vele hectaren en het is dan ook 20 ondoenlijk om iedere pot of iedere plant afzonderlijk zorgvuldig te behandelen zodanig dat iedere locatie doelmatig wordt behandeld, d.w.z. dat bijvoorbeeld contact met de plaagdieren wordt gewaarborgd. Omdat het succes van de bestrijdingsmethode waarbij parasitaire nematoden worden toegepast dus afhangt van de zorgvuldigheid van behandeling is een bijkomend nadeel van 25 deze methode dat voor de uitvoering daarvoor getraind personeel is vereist. De tijd die wordt besteed per pot of plant is bovendien lang, zodat vele manuren nodig zijn om alle planten van één behandeling of toediening te voorzien. De noodzakelijke meerdere toedieningen per bloeiseizoen verhogen de kosten nog verder.
4
Geautomatiseerde druppelsystemen voor het toedienen van vloeistof aan planten zijn weliswaar beschikbaar maar hebben het nadeel dat zij complexe installaties nodig maken. Bovendien wordt door de druppelsgewijze en dus beperkte locale toediening het probleem van een zorgvuldige en 5 intensieve behandeling waarbij iedere plek doelmatig wordt behandeld niet opgelost. Uiteraard is grootschalige besproeiing een mogelijkheid, maar daarvoor zijn zeer grote hoeveelheden nematoden vereist. Er is daarom behoefte aan een verbeterde methode voor het bestrijden van plaagdieren in land- en tuinbouwgewassen.
10 Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een werkwijze voor het bestrijden van plagen in land- en tuinbouwgewassen te verschaffen waarbij middelen worden toegepast die niet giftig zijn en ongevaarlijk zijn voor mensen en die het milieu niet belasten. Het is tevens een doel van de onderhavige uitvinding om een dergelijke werkwijze te verschaffen die 15 selectief is zodat zij kan worden gecombineerd met andere biologische methoden van gewasbescherming. Het is voorts een doel van de onderhavige uitvinding om een dergelijke werkwijze te verschaffen die door ongetraind personeel kan worden uitgevoerd, waarbij de teler zelf kan beslissen over het moment van toediening en waarbij tijd die wordt besteed per pot of plant 20 relatief kort is. Bovendien is het een doel van de uitvinding te voorzien in een werkwijze die zodanig effectief is dat een enkelvoudige behandeling in hoofdzaak leidt tot een veel grotere en bij voorkeur volledige bestrijding van de plaag.
Dit doel wordt thans bereikt door de aspecten van de onderhavige 25 uitvinding.
In een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een gewasbeschermingssysteem omvattende parasitaire nematoden geladen op een vaste drager, waarbij de drager een lokmiddel voor een plaagdier omvat en waarbij het gastheerbereik van genoemde nematoden genoemd plaagdier 30 omvat.
5
De parasitaire nematoden zijn niet giftig en ongevaarlijk voor mensen en belasten het milieu niet. De parasitaire nematoden zijn selectief voor specifieke plaagdieren en de toepassing van het gewasbeschermingssysteem kan daarom worden gecombineerd met andere 5 biologische methoden van gewasbescherming. Doordat de parasitaire nematoden op een vaste drager zijn geladen is toediening door middel van een vloeibare drager niet meer nodig. Het gewasbeschermingssysteem kan eenvoudig door vrijwel ongetraind personeel in de nabijheid van de te behandelen plant of op het substraat in een pot worden aangebracht. Hiermee 10 wordt een belangrijk doel van de uitvinding bereikt, namelijk dat geen getraind personeel nodig is. Een effectieve behandeling ter bestrijding van het plaagdier wordt nu bereikt doordat de drager een lokmiddel voor het plaagdier omvat. Het plaagdier zal actief het gewasbeschermingssysteem opzoeken waarbij door contact met het gewasbeschermingssysteem infectie met de 15 nematoden optreedt. Uiteraard is het essentieel dat het plaagdier dat door het lokmiddel wordt aangetrokken en het plaagdier dat door de nematode kan worden geïnfecteerd dezelfde zijn, d.w.z. dat het gastheerbereik van de nematoden past bij het plaagdier dat wordt gelokt.
De term "gastheerbereik", zoals hierin gebruikt, verwijst naar het 20 spectrum van plaagdieren dat door de nematode kan worden geïnfecteerd.
Insectenparasitaire nematoden infecteren slechts bepaalde soorten insecten en andere lagere dieren. De term "insecten" in de context van "insectenparasitaire nematoden" en in de context van "gastheerbereik" is expliciet niet beperkt tot de gelijknamige taxonomische orde, maar verwijst naar alle plaagdieren die 25 door nematoden kunnen worden geïnfecteerd en gedood, met inbegrip van insecten, spinnen, luizen, ringwormen, kreeftachtigen en weekdieren.
Voorbeelden van (insecten)parasitaire nematoden (met hun thans bekende gastheren) zijn o.a. nematoden behorende tot de groep van Heterorhabditis spp., zoals H. bacteriophora, H. indica, H. marelatus en H.
30 megidis (gastheerbereik: engerlingen, i.e. larven van bladsprietkevers, zoals 6 o.a. van meikever, junikever, rozekever, Sallandkever, taxuskever); en nematoden behorende tot de groep van Steinernema spp. zoals S. carpocapsae (taxuskever, oevervlieg, rupsen, aardrupsen, emelten), S. feltiae (varenrouwmug, emelten), S. kraussei (taxuskever), S. riobrave (div.
5 snuitkevers, veenmol en div. bodem-bewonende plagen en plagen van opgeslagen producten als granen), en S. scapterisci (veenmol) of Phasmarhabditis spp. zoals P. neopapillosa of P. hermaphrodita hermaphrodita (naaktslak). Deze nematodengroepen dragen (insecten)pathogene bacteriën in hun lichaam - Photorhabdus-bacteriën in het 10 geval van Heterorhabditis spp., Xenorhabdus-bacteriën in het geval van Steinernema spp., en Moraxella osloensis ingeval van Phasmarhabditis P. neopapillosa of P. hermaphrodita - en worden dientengevolge als entomopathogeen of ook wel entomofaag aangeduid.
De associatie van bacteriën met de nematoden is van belang voor 15 zowel de voeding en dus de groei van de nematoden, maar ook voor het vermogen van de nematoden om de gastheren te doden. De United States Octrooipublicaties 5,527,525 en 5,849,284 beschrijven in de sectie met de koptekst "Requirement for Associated Bacteria" de mogelijke associatie tussen verschillende soorten Phasmarhabditis nematoden met verschillende soorten 20 van bacteriën. Ook in de onderhavige uitvinding kunnen verschillende nematoden met diverse soorten van bacteriën worden gecombineerd. Naar voornoemde passage van de aangeduide octrooipublicaties wordt expliciet verwezen in de context van de onderhavige uitvinding. De nematoden kunnen vooraf in de aanwezigheid van de groei-bevorderende en pathogeniciteit-25 inducerende bacterie worden gekweekt, of deze kunnen in combinatie aan de drager worden toegevoegd. De nematoden kunnen voorts in gedroogde of gedeeltelijk gedroogde vorm worden toegepast. In die vorm zijn de nematoden nog steeds infectieus, maar zijn zij stabieler en beter bestand tegen temperatuurswisselingen en droogtestress waarmee de houdbaarheid van het 30 product wordt verhoogd.
7
De nematoden die in de onderhavige uitvinding kunnen worden toegepast kunnen eenvoudig van geschikte leveranciers worden betrokken, zoals bijvoorbeeld van Becker Underwood, Ames, Iowa, U.S.A. Doorgaans worden de nematoden geleverd in kleisubstantie (vermiculiet) die de 5 nematoden gemakkelijk vrijgeeft in water. De nematoden worden bij voorkeur toegepast in een stadium van de levenscyclus waarin zij het meest infectieus zijn. Het infectieuze stadium is een juveniel stadium (infectieuze juveniel of IJ) soms aangeduid als 'dauer' en is het enige levensstadium van de nematode dat buiten de gastheer bestaat. De nematoden zijn in dit stadium tevens meer 10 bestand tegen ongunstige omgevingscondities. De bacteriën zijn aanwezig in het darmkanaal van de nematode. Wanneer het een geschikte gastheer ontwaart, dringt de nematode door natuurlijke lichaamsopeningen (anus, tracheale openingen, mond) of bij slakken ook wel via de huid, de gastheer binnen en dringt daarna dieper door in de lichaamsholte. Daar laat deze de 15 bacteriën vrij die zich delen en de gastheer doden. Ingeval van de slak stopt deze binnen 24 tot 48 uur met eten als gevolg van de bacteriële infectie. Hierdoor wordt direct verminderde vraat waargenomen. De slak sterft doorgaans binnen een week. De nematoden ontwikkelen zich tot volwassen alen en planten zich voort waarbij zij zich voeden met bacteriecellen in het 20 kadaver van de gastheer. Wanneer het voedsel op raakt worden infectieuze juvenielen geproduceerd die uittreden uit het kadaver op zoek naar nieuwe gastheren. Het reproducerend vermogen van entomopathogene nematoden is zeer hoog. Duizenden nematoden kunnen worden geproduceerd uit een enkel geïnfecteerd insect.
25 In aspecten van de onderhavige uitvinding worden de nematoden geformuleerd op vaste dragers. Geschikte vast dragers zijn bijvoorbeeld houtskool, klei, vermiculiet, turf of kokosmateriaal dat in de tuinbouw wordt gebruikt, sponsachtig materiaal van synthetische polymeren zoals polyether· polyurethaan, maar ook gelen zoals alginaat of polyacrylamide gelen.
30 Plantaardige dragers genieten de voorkeur, met name omdat deze als 8 natuurlijk lokmiddel kunnen fungeren. Stukjes van (gesneden) fruit of groente zijn uitermate geschikt als drager. Met name is gebleken dat gekookte aardappel zeer geschikt is voor het lokken van slakken. De drager kan iedere geschikte vorm aannemen, bijvoorbeeld de vorm van een schijf, korrel, brok, 5 strip, tablet, capsule, gel, pasta of emulsie.
De drager is bij voorkeur zodanig gekozen dat de nematoden niet uitdrogen. Hiertoe kan de nematode bijvoorbeeld in de drager worden ingekapseld waardoor uitdroging wordt tegengegaan. Bij voorkeur biedt de drager een vochtige omgeving waarin de nematoden gedurende langere tijd 10 (enkele dagen tot enkele weken) kunnen overleven. De vochtige omgeving kan bijvoorbeeld worden geboden door te voorzien in een water-houdende (vochtige) drager. Een voorbeeld daarvan is een bevochtigde drager, maar ook verse of gekookte groente bieden een omgeving van geschikte vochtigheid. Alternatief kunnen de nematoden worden aangebracht op of ingekapseld in een gel-15 vormige drager. De term "gel-vormig" betekent dat de drager een polymere of deeltjesvormige, al dan niet gecrosslinkte matrix omvat waarin water wordt vastgehouden.
De drager is bij voorkeur eetbaar voor het plaagdier. Voorbeelden van eetbare dragers zijn biet, spruit, aardappel, wortel of stukjes daarvan of 20 graankorrels. Een eetbare drager heeft het voordeel dat wanneer het plaagdier zich met de drager voedt, hij tegelijkertijd nematoden binnenkrijgt die op de drager zijn aangebracht.
De drager kan voorts voedingsbestanddelen voor de nematode omvatten, die er toe dienen om de nematoden op de drager langer in leven te 25 houden. Een geschikt voedingsbestanddeel voor nematoden vormen bacteriën. Zoals hierboven reeds beschreven betreft het hier in dat geval een groei-bevorderende en pathogeniciteit-inducerende bacterie, die als voedingsbestanddeel voor de nematode aan de drager wordt toegevoegd.
De vakman zal begrijpen dat de drager kan worden geladen met één of met 30 meerdere soorten van nematoden, en dientengevolge ook met één of meerdere Λ 9 soorten bacteriën, waardoor in combinatie meerdere soorten plaagdieren zijn te bestrijden.
De drager die wordt toegepast in het gewasbeschermingssysteem volgens de uitvinding omvat een lokmiddel. Dit omvat de mogelijkheid dat de 5 drager zelf het lokmiddel is en/of dat de drager een aanvullend lokmiddel omvat. Het toe te passen lokmiddel is uiteraard afhankelijk van het plaagdier dat moet worden bestreden. De vakman is bekend met de diverse mogelijkheden om plaagdieren te lokken. Zo kan het lokmiddel een voedingsbestanddeel, een feromoon of willekeurig iedere andere substantie of 10 vluchtige stof zijn die het kenmerk heeft dat een plaagdier daartoe wordt aangetrokken. Een zeer geschikt lokmiddel voor slakken is bijvoorbeeld gekookte aardappel.
De uitvinding omvat ook een werkwijze voor het vervaardigen van een gewasbeschermingssysteem zoals hierbovenbeschreven, welke werkwijze 15 het laden van insectenparasitaire nematoden op een vaste drager omvat, waarbij die drager een lokmiddel voor een plaagdier omvat en waarbij het gastheerbereik van genoemde nematoden genoemd plaagdier omvat. Een dergelijke werkwijze omvat het gedurende voldoende tijd in contact brengen van de nematoden met de drager, zodat de drager voldoende nematoden zal 20 hebben opgenomen om effectief het plaagdier te kunnen infecteren. Indien additioneel lokmiddel aan de drager wordt toegevoegd kan dit gebeuren voorafgaand aan de belading met nematoden of nadat belading heeft plaatsgevonden. Dit laatste verdient de voorkeur omdat er dan geen interferentie van het lokmiddel met de belading door nematoden kan 25 plaatsvinden. Het is niet nodig dat het lokmiddel intensief met de drager vermengd wordt: aanwezigheid van het lokmiddel op (de buitenkant van) de drager of in de onmiddellijke nabijheid van de drager zal voldoende zijn om de plaagdieren te lokken en in contact te brengen met de nematoden in en op de drager.
t 10
De uitvinding omvat verder ook een werkwijze voor het bestrijden van insectenplagen in land- en tuinbouwgewassen omvattende de stappen van het verschaffen van een gewasbeschermingssysteem volgens de uitvinding, en het plaatsen van genoemd gewasbeschermingssysteem in de nabijheid van een 5 plant zodanig dat het lokmiddel het plaagdier lokt. Zoals hierboven aangegeven zal door het lokmiddel het plaagdier worden gelokt naar de plaats waar de drager met de nematoden zich bevindt, waarna de nematoden door contact met het plaagdier door deze zullen worden opgenomen. Dientengevolge zal het plaagdier worden vernietigd, waardoor de plaag die door het plaagdier 10 wordt veroorzaakt zal verminderen of totaal zal verdwijnen.
Zoals uit onderstaand voorbeeld volgt is behandeling met het gewasbeschermingssysteem effectief bij de bestrijding van slakken, in die zin dat de economische schade door deze slakken veroorzaakt aan de plant (in het voorbeeld de bloemen van de orchidee Cymbidium) substantieel wordt 15 teruggebracht. Tevens blijkt uit het voorbeeld dat de werking na eenmalige toepassing van het gewasbeschermingssysteem enkele weken aanhoudt, hetgeen betekent dat toepassing van het systeem weinig zal interfereren met de normale teelt en bedrijfsvoering van de gewassen en ook dat slechts een geringere personele inzet (minder gekwalificeerd personeel en op termijn ook 20 kwantitatief minder) voor de toepassing van het systeem vereist is.
VOORBEELD
25 Als drager wordt gebruik gemaakt van aardappelschijfjes van circa 4 mm dikte. Er wordt gebruik gemaakt van 3 rassen, t.w. het vroege ras 'Première', het standaard ras 'Hansa' en het late ras 'Agria'.
Aan de aardappelschijfjes worden geen stoffen toegevoegd, zodat deze gegarandeerd glutenvrij zijn.
0 11
De aardappelschijfjes worden gemiddeld 30 minuten geblancheerd, dit afhankelijk van de hardheid van de verse aardappel. Door met de blancheertijd iets te variëren, wordt er een constant eindproduct gerealiseerd. Door het blancheren en het vrij zijn van gluten ontstaat een optimale drager 5 voor de nematoden, waarbij een optimale open poriestructuur het belangrijkst is. Op de dragers kunnen zich zo ook makkelijk verschillende micro-organismen ontwikkelen, die nuttig zijn voor de overleving en ontwikkeling van de nematoden en welke niet schadelijk zijn voor de cultuurgewassen.
10 De aardappelschijfjes worden geladen met nematoden, die slakken kunnen parasiteren. In dit geval werd gebruik gemaakt van de nematode Phasmarhabditis hermaphrodita met de symbiotische bacterie Moraxella spp.
Bereidingswijze: 15 1. Er werd gebruik gemaakt van leidingwater van circa 20 °C en een neutrale pH van rond de 7.
2. Per liter water werden circa 125 miljoen nematoden toegevoegd.
3. Afhankelijk van de grootte van de aardappelschijfjes werden er aan bovenstaande oplossing circa 2 kg aardappelschijfjes toegevoegd.
20 4. Aan het mengsel werden 2 eetlepels aardappelzetmeel toegevoegd, zodat de aardappelschijfjes langer vochtig bleven met als resultaat langer levende nematoden. Eventueel werd er ook nog een scheutje plantaardige olie (bijv. olijfolie) toegevoegd met hetzelfde doel.
5. Deze oplossing werd door middel van goed roeren ongeveer 10 minuten 25 goed gemengd.
6. Hierna bleef de oplossing 1 uur staan, zodat de nematoden zich goed in en op de aardappelschijfjes kunnen nestelen.
7. Hierna werden de met nematoden geladen aardappelschijfjes vochtig verpakt in afsluitbare kunststof bakjes. De schijfjes hoeven dus eerst 30 niet uit te lekken voor het verpakken.
# 12 8. De restvloeistof kan worden hergebruikt om een volgende charge te maken.
Er werd gewerkt met bakjes van 2,4 kg. Hierin zitten gemiddeld 600 met 5 nematoden geladen aardappelschijfjes.
In een overdoos werden 6 bakjes verpakt. Dit in combinatie met 4 koelelementen, zodat de temperatuur voldoende laag bleef en de (beperkte) houdbaarheid dus verlengd werd.
De aardappelschijfjes werden zo snel mogelijk in het door slakken belaagd 10 gewas uitgezet. Bij voorkeur werd 1 aardappelschijfje per pot geplaatst.
Door over het aardappelschijfje te kruipen en/of door er van te eten krijgt de slak voldoende nematoden binnen, zodat deze effectief bestreden wordt.
Onderzoeken in meerdere herhalingen en op meerdere locaties hebben tot 15 dusver het volgende resultaat opgeleverd:
Parasitering: 1. Eén week na de start van de toepassingen hebben we vastgesteld dat minimaal 70% van de slakken door de nematode met de bijbehorende 20 bacterie wordt geparasiteerd.
2. Afhankelijk van het klimaat en dus de mate van indroging van het aardappelschijfje worden slakken tot 2 - 3 weken na de toepassing nog geparasiteerd.
3. Alle geparasiteerde slakken sterven na verloop van tijd als gevolg van 25 het binnendringen van de nematoden en de bijbehorende bacteriën.
Bloemschade: 1. De schade door slakkenvraat aan de bloemen bij Cymbidium varieert per cultivar van enkele procenten tot soms wel 50% aangetaste bloemen.
v_/ 13 2. In cultivars waar in onbehandelde proefvakken 20 - 30% van de bloemtakken waren beschadigd door slakkenvraat, is in de behandelde vakken de schade teruggebracht tot circa 2%.
5 1033726

Claims (11)

1. Een gewasbeschermingssysteem omvattende parasitaire nematoden geladen op een vaste drager, waarbij de drager een lokmiddel voor een plaagdier omvat en waarbij het gastheerbereik van genoemde nematoden genoemd plaagdier omvat, waarbij de drager gekookte aardappel omvat, 5 waarbij het plaagdier een slak is, en waarbij de nematoden de soort Phasmarhabditis hermaphrodita omvatten.
2. Gewasbeschermingssysteem volgens conclusie 1, waarbij de hoeveelheid nematoden geladen op genoemde drager doelmatig is om te voorzien in een dodelijke infectie van het plaagdier bij contact tussen plaagdier en drager.
3. Gewasbeschermingssysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de drager tevens lokmiddel is.
4. Gewasbeschermingssysteem volgens conclusie 3, waarbij de drager een aanvullend lokmiddel omvat.
5. Gewasbeschermingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, 15 waarbij de drager eetbaar is voor het plaagdier.
6. Gewasbeschermingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de drager voedingsbestanddelen voor de nematode omvat.
7. Gewasbeschermingssysteem volgens conclusie 6, waarbij de drager voor het plaagdier pathogene bacteriën omvat.
8. Gewasbeschermingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de drager is geladen met meerdere soorten nematoden voor meerdere soorten plaagdieren.
9. Gewasbeschermingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de drager de vorm van een schijf, korrel, brok, strip, tablet, capsule, 25 gel of emulsie heeft.
10. Werkwijze voor het vervaardigen van een gewasbeschermingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende het laden van 103 3 726 λ genoemde parasitaire nematoden op genoemde vaste drager, waarbij genoemde drager een lokmiddel voor een plaagdier omvat en waarbij het gastheerbereik van genoemde nematoden genoemd plaagdier omvat.
11. Werkwijze voor het bestrijden van plagen in land* en tuinbouwgewassen 5 omvattende de stappen van het verschaffen van een gewasbeschermingssysteem volgens één van de conclusies 1-9, en het plaatsen van genoemd gewasbeschermingssysteem in de nabijheid van een plant zodanig dat het lokmiddel het plaagdier lokt. 1033726
NL1033726A 2007-04-20 2007-04-20 Gewasbeschermingssysteem. NL1033726C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033726A NL1033726C2 (nl) 2007-04-20 2007-04-20 Gewasbeschermingssysteem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033726A NL1033726C2 (nl) 2007-04-20 2007-04-20 Gewasbeschermingssysteem.
NL1033726 2007-04-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1033726C2 true NL1033726C2 (nl) 2008-10-21

Family

ID=39047528

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033726A NL1033726C2 (nl) 2007-04-20 2007-04-20 Gewasbeschermingssysteem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1033726C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2389805A3 (en) * 2010-05-27 2012-11-14 Becker Underwood Limited Biological control of molluscs with nematodes
EP3355691A4 (en) * 2015-10-02 2019-03-27 The Regents of the University of California BIOPESTICIDE OF DESTRUCTION OF MOLLUSCS

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SU1337017A1 (ru) * 1986-03-24 1987-09-15 Институт биологии Карельского филиала АН СССР Питательна среда дл культивировани почвенных нематод рода СернаLовUS
US4753799A (en) * 1985-10-23 1988-06-28 Plant Genetics, Inc. Production of hydrogel encapsulated nematodes
WO1991001736A1 (en) * 1989-08-03 1991-02-21 Temple University Insecticide delivery system and attractant
WO1993000816A1 (en) * 1991-07-11 1993-01-21 Agricultural Genetics Company Limited Biological control of molluscs
JPH09110603A (ja) * 1995-10-20 1997-04-28 Fumakilla Ltd 腹足類誘引防除毒餌剤
EP0909532A1 (en) * 1997-10-16 1999-04-21 Development Center For Biotechnology Environmentally compatible porous material comprising beneficial nematodes and its preparation

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4753799A (en) * 1985-10-23 1988-06-28 Plant Genetics, Inc. Production of hydrogel encapsulated nematodes
SU1337017A1 (ru) * 1986-03-24 1987-09-15 Институт биологии Карельского филиала АН СССР Питательна среда дл культивировани почвенных нематод рода СернаLовUS
WO1991001736A1 (en) * 1989-08-03 1991-02-21 Temple University Insecticide delivery system and attractant
WO1993000816A1 (en) * 1991-07-11 1993-01-21 Agricultural Genetics Company Limited Biological control of molluscs
US5849284A (en) * 1991-07-11 1998-12-15 Agricultural Genetics Company Ltd. Biological control of molluscs with dauer larvae of Phasmarhabditis nematodes
JPH09110603A (ja) * 1995-10-20 1997-04-28 Fumakilla Ltd 腹足類誘引防除毒餌剤
EP0909532A1 (en) * 1997-10-16 1999-04-21 Development Center For Biotechnology Environmentally compatible porous material comprising beneficial nematodes and its preparation

Non-Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
BCPC SYMPOSIUM PROCEEDINGS (SLUGS & SNAILS), vol. 80, 2003, pages 89 - 94 *
DATABASE BIOSIS [online] BIOSCIENCES INFORMATION SERVICE, PHILADELPHIA, PA, US; 1977, SENSEMAN D M: "STARCH A POTENT FEEDING STIMULANT FOR THE TERRESTRIAL SLUG ARIOLIMAX-CALIFORNICUS", XP002469327, Database accession no. PREV197865071101 *
DATABASE BIOSIS [online] BIOSCIENCES INFORMATION SERVICE, PHILADELPHIA, PA, US; 1981, SAHLEY C ET AL: "1 TRIAL ASSOCIATIVE LEARNING MODIFIES FOOD ODOR PREFERENCES OF A TERRESTRIAL MOLLUSK", XP002469328, Database accession no. PREV198172021579 *
DATABASE CA [online] CHEMICAL ABSTRACTS SERVICE, COLUMBUS, OHIO, US; A.ESTER ET AL.: "Efficacy of pesticides to control Lehmannia valentiana (Ferussac) in orchids (Cymbidium) in greenhouse experiments", XP002469330, retrieved from STN-INTERNATIONAL Database accession no. 142:34009 *
DATABASE CA [online] CHEMICAL ABSTRACTS SERVICE, COLUMBUS, OHIO, US; XP002469329, retrieved from STN-INTERNATIONAL Database accession no. 127:46494 *
DATABASE WPI Week 198816, Derwent World Patents Index; AN 1988-110241, XP002469331 *
JOURNAL OF CHEMICAL ECOLOGY, vol. 3, no. 6, 1977, pages 707 - 716, ISSN: 0098-0331 *
PROCEEDINGS OF THE NATIONAL ACADEMY OF SCIENCES OF THE UNITED STATES OF AMERICA, vol. 78, no. 1, 1981, pages 640 - 642, ISSN: 0027-8424 *

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2389805A3 (en) * 2010-05-27 2012-11-14 Becker Underwood Limited Biological control of molluscs with nematodes
EP3355691A4 (en) * 2015-10-02 2019-03-27 The Regents of the University of California BIOPESTICIDE OF DESTRUCTION OF MOLLUSCS
US10772333B2 (en) 2015-10-02 2020-09-15 The Regents Of The University Of California Mollusk-killing biopesticide
US11825808B2 (en) 2015-10-02 2023-11-28 The Regents Of The University Of California Mollusk-killing biopesticide

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Dhillon et al. The melon fruit fly, Bactrocera cucurbitae: A review of its biology and management
Moorhouse et al. A review of the biology and control of the vine weevil, Otiorhynchus sulcatus (Coleoptera: Curculionidae)
Vreysen et al. The sterile insect technique as a component of sustainable area-wide integrated pest management of selected horticultural insect pests
Ryckewaert et al. Fruit flies (Diptera: Tephritidae) on vegetable crops in Reunion Island (Indian Ocean): state of knowledge, control+ methods and prospects for management
Veeresh Pest ants of India
Johnson Pest control in postharvest nuts
Abd-Elgawad The mediterranean fruit fly (Diptera: Tephritidae), a key pest of citrus in Egypt
Pinnamaneni et al. Integrated Pest Management (IPM) in Oil Palm, Elaeis guineensis Jacq.
Addesso et al. Organic treatments for control of pepper weevil (Coleoptera: Curculionidae)
Lale Preliminary studies on the effect of solar heat on oviposition, development and adult mortality of the cowpea bruchidCallosobruchus maculatus (F.) in the Nigerian savanna
Singh et al. Arthropod pests of fig and their management
JP2006158348A (ja) 生物防除法
NL1033726C2 (nl) Gewasbeschermingssysteem.
Khan et al. Pests of apple
Mohan et al. Pests and their management in coconut
Khan et al. Insect pests of walnut and their management
Neagu Frăsin Integrated pestand disease management in sweet cherry and plum orchards.
Usha et al. Pest and disease control strategies in organic fruit production
Chowdhury et al. Biology of ladybird beetle Micraspis discolors (Fab.)(Coccinellidae: Coleoptera).
Glen et al. The discovery and commercialization of a slug parasitic nematode.
Rana et al. Traditional methods of insect pest management in India
Nancarrow et al. Dead snails leave no trails: natural pest control for home and garden
Verma Chapter-3 Integrated Pest Management: An Option for Sustainable Agriculture
Maddaloni 20 IS PLENTY: THE MOST INFAMOUS OF THE INVASIVE SPECIES
Martini et al. 2023–2024 Florida Citrus Production Guide: Plant Bugs, Chewing Insect Pests, Caribbean Fruit Fly, and Thrips: CPG ch. 26, CG005/ENY-605, rev. 5/2023

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
PD Change of ownership

Owner name: KOPPERT B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), MERGE; FORMER OWNER NAME: COOEPERATIEF KONINKLIJK TUINBOUWCENTRUM HORTICOOP U.A.

Effective date: 20190607

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220501