NL1033566C2 - Railway system, as well as method for constructing a rail system and method for adapting a rail system. - Google Patents

Railway system, as well as method for constructing a rail system and method for adapting a rail system. Download PDF

Info

Publication number
NL1033566C2
NL1033566C2 NL1033566A NL1033566A NL1033566C2 NL 1033566 C2 NL1033566 C2 NL 1033566C2 NL 1033566 A NL1033566 A NL 1033566A NL 1033566 A NL1033566 A NL 1033566A NL 1033566 C2 NL1033566 C2 NL 1033566C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rail
transition element
recess
carrier
wear
Prior art date
Application number
NL1033566A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Johannes Wilhelmus Innemee
Original Assignee
Grontmij Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Grontmij Nederland B V filed Critical Grontmij Nederland B V
Priority to NL1033566A priority Critical patent/NL1033566C2/en
Priority to EP08153147.7A priority patent/EP1975317B1/en
Priority to DK08153147.7T priority patent/DK1975317T3/en
Priority to PL08153147T priority patent/PL1975317T3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1033566C2 publication Critical patent/NL1033566C2/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B7/00Switches; Crossings
    • E01B7/02Tongues; Associated constructions
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B31/00Working rails, sleepers, baseplates, or the like, in or on the line; Machines, tools, or auxiliary devices specially designed therefor
    • E01B31/02Working rail or other metal track components on the spot
    • E01B31/12Removing metal from rails, rail joints, or baseplates, e.g. for deburring welds, reconditioning worn rails
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B31/00Working rails, sleepers, baseplates, or the like, in or on the line; Machines, tools, or auxiliary devices specially designed therefor
    • E01B31/02Working rail or other metal track components on the spot
    • E01B31/18Reconditioning or repairing worn or damaged parts on the spot, e.g. applying inlays, building-up rails by welding; Heating or cooling of parts on the spot, e.g. for reducing joint gaps, for hardening rails

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Railway Tracks (AREA)
  • Train Traffic Observation, Control, And Security (AREA)
  • Vehicle Step Arrangements And Article Storage (AREA)
  • Machines For Laying And Maintaining Railways (AREA)

Description

Titel: Spoorwegsysteem, alsmede werkwijze voor aanleggen van een railsysteem en werkwijze voor aanpassen van een spoorwegsysteemTitle: Railway system, as well as method for constructing a rail system and method for adapting a rail system

De uitvinding heeft betrekking op een spoorwegsysteem, voorzien van rails om treinwielen te geleiden, waarbij het systeem ten minste één overgangsdeel omvat, bijvoorbeeld een wisseldeel of kruisingsdeel, dat is voorzien van: 5 -een tussen een eerste en tweede stand verplaatsbaar overgangselement, in het bijzonder een wisseltong of puntstuk; -een eerste railstuk; en -een aantal zich onder het railstuk en overgangselement uitstrekkende dragers, in het bijzonder glijdstoelen; 10 waarbij een bovenzijde van althans een eerste drager genoemd railstuk ondersteunt; waarbij het overgangselement zich bij genoemde eerste stand op afstand van het railstuk bevindt, waarbij het overgangselement bij zijn tweede stand een kopdeel 15 van het railstuk met een bovendeel raakt, en met een benedendeel op de bovenzijde van de eerste drager rust.The invention relates to a rail system provided with rails for guiding train wheels, the system comprising at least one transition part, for example a switch part or crossing part, which is provided with: a transition element movable between a first and second position, in the in particular a changeover tongue or tip piece; -a first rail section; and a number of carriers extending under the rail section and transition element, in particular sliding chairs; 10, wherein an upper side of at least a first carrier supports said rail section; the transition element being spaced apart from the rail section at said first position, the transition element touching at its second position a head part 15 of the rail part with an upper part and resting with a lower part on the upper side of the first carrier.

Een dergelijk systeem is uit de praktijk bekend, en omvat bijvoorbeeld een wisseldeel of spoorwegkruisdeel, vertakking, of dergelijke. Zoals algemeen bekend is een spoorwegwissel doorgaans voorzien van een 20 ten opzichte van een aanslagspoorstaaf verplaatsbare wisseltong (e. switch blade), of een beweegbare naald van een puntstuk. De tong, of puntstuk, steunt op een glijdstoel. Voorheen werd smeermiddel toegepast, om een goede glijding van de tong (of puntstuk) over de glijdstoel te kunnen verkrijgen. Echter, het aanbrengen van smeermiddel was arbeidsintensief 25 en derhalve kostbaar. Heden wordt smering van het beweegbare overgangselement derhalve steeds minder toegepast.Such a system is known from practice, and comprises, for example, a switch part or railway cross part, branching, or the like. As is generally known, a railway switch is generally provided with a switch tongue (e. Switch blade) that can be moved relative to a stop rail, or a movable needle of a pointed piece. The tongue, or tip, is supported by a sliding chair. Previously, lubricant was used to ensure good sliding of the tongue (or tip) over the sliding chair. However, applying lubricant was labor-intensive and therefore costly. Nowadays lubrication of the movable transition element is therefore used less and less.

1033566 21033566 2

Het bekende spoorwegsysteem blijkt relatief storingsgevoelig te zijn. Een groot aantal van de storingen is afkomstig van railovergangsdelen zoals wissels. In de praktijk blijkt in het bijzonder, dat het overgangselement (bijv. wisseltong) na verloop van tijd niet goed meer in 5 staat is om een gewenste tweede stand te bereiken. In het bijzonder blijkt, dat een spleet blijft bestaan tussen de wisseltong en de kop van de aanslagspoorstaaf wanneer gepoogd is (bijv. door een aandrijving) om de wisseltong in de tweede stand te brengen. In veel gevallen wordt een dergelijk 'falen' van een wissel tijdig opgemerkt, door een op zichzelf bekend 10 storingsmeldsysteem, en kan de wissel worden gerepareerd. Echter, de reparatie van de wissel kan veel tijd vergen, hetgeen tot groot oponthoud kan leiden voor vervoer over het respectieve spoordeel. Daarnaast is het mogelijk dat niet tijdig wordt opgemerkt, dat het overgangselement zijn tweede stand niet meer kan bereiken, hetgeen trein-ontsporing tot gevolg 15 kan hebben.The known rail system appears to be relatively susceptible to interference. A large number of failures come from rail transition parts such as points. In practice it appears in particular that the transition element (e.g. change-over tongue) is no longer able to reach a desired second position after some time. In particular, it appears that a gap remains between the switch tongue and the stop rail head when attempted (e.g. by a drive) to bring the switch tongue into the second position. In many cases, such a 'failure' of a switch is noticed in time by a fault reporting system known per se, and the switch can be repaired. However, the repair of the switch can take a lot of time, which can lead to major delays for transport on the respective rail. In addition, it is possible that it is not noticed in time that the transition element can no longer reach its second position, which may result in train derailment.

Gebleken is, dat de wisseltong en glijdstoel aan slijtage onderhevig zijn. Een belangrijk deel van de hierboven genoemde storingen kan aan deze slijtage worden toegeschreven. Bij inspectie van het railovergangsdeel blijkt dat een bovenzijde van de glijdstoel, na verloop van tijd, door de slijtage is 20 ingekerfd daar waar de wisseltong naar zijn tweede stand over de stoel schuift (zie tevens figuren 4B, 5 en 6). Het door de wisseltong inkerven van de glijdstoel blijkt gepaard te gaan met de vorming van een braam (bijv. een omhoogstaande rand, rib, of dergelijke). Bovendien kan vuil zich ophopen in de kerf en bij de gevormde braam. Zowel het inkerven van de glijdstoel als 25 zodanig, de gevormde braam, als het zich ophopende vuil hebben tot gevolg, dat de wisseltong steeds minder goed in staat is om zijn tweede stand te halen. Tot op heden worden de versleten dragers (indien tijdig ontdekt) vervangen, tijdens reparatiewerkzaamheden, hetgeen tot bovengenoemde gevolgen leidt, en materiaalverlies betekent.It has been found that the switch tongue and sliding chair are subject to wear. An important part of the malfunctions mentioned above can be attributed to this wear. Upon inspection of the rail transition part, it appears that an upper side of the sliding chair is notched over time due to the wear where the switch tongue slides over the chair to its second position (see also Figures 4B, 5 and 6). The notching of the sliding chair through the alternating tongue appears to be accompanied by the formation of a burr (e.g. an upstanding edge, rib, or the like). Moreover, dirt can accumulate in the notch and with the formed burr. Both the notching of the sliding chair as such, the burr formed, and the accumulating dirt have the consequence that the changing tongue is less and less able to reach its second position. To date, the worn out supports (if discovered in time) are replaced during repair work, which leads to the aforementioned consequences, and means loss of material.

33

De onderhavige uitvinding beoogt de hiervoor beschreven problematiek op te lossen. In het bijzonder beoogt de uitvinding storingen van het spoorwegsysteem tegen te gaan, op een duurzame en economisch rendabele wijze.The present invention has for its object to solve the above-described problems. In particular, it is an object of the invention to prevent failures of the rail system in a sustainable and economically viable manner.

5 Volgens de uitvinding wordt het systeem hiertoe gekenmerkt doordat de genoemde bovenzijde van de drager is voorzien van een uitsparing, zodanig, dat een benedenrand van het benedendeel van het overgangselement zich boven een bodem van die uitsparing bevindt, op afstand van die bodem, bij genoemde tweede stand van het 10 overgangselement.According to the invention, the system is characterized for this purpose in that said upper side of the carrier is provided with a recess, such that a lower edge of the lower part of the transition element is situated above a bottom of said recess, at a distance from said bottom, at said bottom. second position of the transition element.

Op deze verassend eenvoudige wijze kunnen bovengenoemde storingen van het railsysteem goed worden tegengegaan. Hierbij wordt vermeden dat een genoemde kerf en braam kunnen worden gevormd, althans gedurende een relatief lange operationele periode, zodat een 15 volledige vervanging van de drager ten gevolge van slijtage gedurende relatief lange tijd kan worden vermeden. Een idee van de uitvinding is, om vorming van een kerf en braam in een genoemde drager (bijv. een glijdstoel) vóór te zijn, door die drager reeds op een geschikte locatie van een uitsparing te voorzien.In this surprisingly simple manner, the above-mentioned failures of the rail system can be effectively prevented. Hereby it is avoided that a said notch and burr can be formed, at least during a relatively long operational period, so that a complete replacement of the carrier due to wear during a relatively long time can be avoided. An idea of the invention is to prevent the formation of a notch and burr in said carrier (e.g. a sliding chair) by providing that carrier with a recess at a suitable location.

20 Verder biedt de uitvinding een werkwijze voor het aanleggen van een railsysteem, in het bijzonder een systeem volgens de uitvinding, omvattende: -het voorzien van een overgangselement; -het voorzien van een eerste railstuk; en 25 -het voorzien van een aantal dragers om het railstuk en overgangselement te dragen; waarbij de bovenzijde van althans een eerste drager genoemd railstuk ondersteunt; waarbij na montage het overgangselement zich bij een eerste stand 30 op afstand van het railstuk bevindt, waarbij het overgangselement bij een 4 tweede stand een kopdeel van het railstuk met een bovendeel raakt, en met een benedendeel op de bovenzijde van de eerste drager rust, waarbij de werkwijze wordt gekenmerkt doordat de genoemde bovenzijde van de drager wordt voorzien van een uitsparing, zodanig, dat 5 een benedenrand van het benedendeel van het overgangselement zich boven een bodem van die uitsparing bevindt, op afstand van die bodem, bij genoemde tweede stand van het overgangselement.The invention further provides a method for constructing a rail system, in particular a system according to the invention, comprising: providing a transition element; providing a first rail section; and providing a number of carriers to support the rail section and transition element; wherein the top side of at least a first carrier supports said rail section; wherein, after mounting, the transition element is at a first position 30 spaced from the rail section, the transition element touching a head part of the rail section with a top part in a second position and resting with a bottom part on the top side of the first support, wherein the method is characterized in that said upper side of the carrier is provided with a recess, such that a lower edge of the lower part of the transition element is situated above a bottom of said recess, at a distance from said bottom, at said second position of the support. transition element.

De uitvinding biedt bovendien een werkwijze voor het aanpassen van een spoorwegsysteem, welk systeem is voorzien van: 10 -een tussen een eerste en tweede stand verplaatsbaar overgangselement, in het bijzonder een wisseltong of puntstuk; -een eerste railstuk; en -een aantal zich onder het railstuk en overgangselement uitstrekkende dragers, in het bijzonder glijdstoelen; 15 waarbij het overgangselement zich een genoemde eerste stand op afstand van het railstuk bevindt, waarbij het overgangselement bij een gewenste stand een kopdeel van het railstuk met een bovendeel raakt, en met een benedendeel op de bovenzijde van de eerste drager rust.The invention moreover provides a method for adapting a rail system, which system is provided with: a transition element that can be moved between a first and second position, in particular a switch tongue or point piece; -a first rail section; and a number of carriers extending under the rail section and transition element, in particular sliding chairs; Wherein the transition element is a said first position at a distance from the rail piece, wherein at a desired position the transition element touches a head part of the rail piece with an upper part and rests with a lower part on the upper side of the first carrier.

20 In dit geval wordt de werkwijze gekenmerkt doordat een slijtageplek, welke het gevolg is van beweging van het overgangselement, van de bovenzijde van de eerste drager wordt gedetecteerd, waarbij een uitsparing in de gedetecteerde slijtageplek wordt aangebracht, om een braamdeel van de slijtageplek weg te nemen en/of om een uitsparingsdeel 25 van de slijtageplek in de richting van het railstuk te vergroten.In this case, the method is characterized in that a wear site, which is the result of movement of the transition element, is detected from the top of the first carrier, a recess being provided in the detected wear site to remove a burr portion from the wear site and / or to enlarge a recess part 25 of the wear site in the direction of the rail section.

Genoemde slijtageplek kan bijvoorbeeld een genoemde braam omvatten, of een door slijtage gevormde uitsparing, bijv. een kerf, of beide; in het laatste geval wordt de door de werkwijze aan te brengen uitsparing bij voorkeur aangebracht om de braam weg te nemen en om de reeds 30 (tijdens spoorgebruik) door slijtage gevormde uitsparing ten minste naar het 5 railstuk toe te verlengen en op geschikte locatie verder uit te diepen. Genoemde slijtageplek is bijvoorbeeld het gevolg van wrijving tussen de onderzijde van het overgangselement en een bovenzijde van de drager (mogelijk in combinatie met zich op de drager bevindende vervuiling, bijv.Said wear site can for instance comprise a said burr, or a recess formed by wear, e.g. a notch, or both; in the latter case the recess to be provided by the method is preferably arranged to remove the burr and to extend the recess already formed (during track use) due to wear at least towards the rail section and further out at a suitable location to go deep. Said wear site is, for example, the result of friction between the underside of the transition element and an upper side of the support (possibly in combination with contamination present on the support, e.g.

5 zand en dergelijke), wanneer de genoemd element over de drager schuift.5, sand and the like), when said element slides over the carrier.

Met deze werkwijzen kunnen bovengenoemde storingen goed worden tegengegaan, in het bijzonder al in de fase van het aanleggen van een railsysteem, of om een reeds gelegd systeem op geschikte wijze aan te passen.With these methods, the above-mentioned failures can be effectively prevented, in particular already at the installation phase of a rail system, or in order to adapt an already installed system in a suitable manner.

10 Nadere voordelige uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. Thans zal de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont: fig. 1 schematisch een bovenaanzicht van een deel van een uitvoeringsvoorbeeld van een spoorwegsysteem; 15 fig. 2A een detail Q van fig. 1, waarbij het overgangselement in de eerste stand is gebracht; fig. 2B een dergelijk detail als fig. 2A, waarbij het overgangselement in de tweede stand is gebracht; fig. 3 een zijaanzicht via de pijl P van fig. 2B; 20 fig. 4A een doorsnede-aanzicht over lijn IV-IV van fig. 2B, waarbij slechts de aanslagspoorstaaf, drager en het overgangselement deels zijn getoond; fig. 4B een dergelijk aanzicht als fig. 4A, na slijtage van de drager; fig. 5 een dergelijk aanzicht als fig. 4B, met de aanslagspoorstaaf 25 en gesleten glijdstoel; fig. 6 een bovenaanzicht van het in fig. 5 weergegeven deel van het systeem; fig. 7 een dergelijk aanzicht als fig. 4A, van een uitvoering volgens de uitvinding; 6 fig. 8 een bovenaanzicht van het in fig. 7 weergegeven deel van het systeem; en fig. 9 een dergelijk aanzicht als fig. 7, van een alternatieve uitvoering.Further advantageous elaborations of the invention are described in the subclaims. The invention will now be elucidated on the basis of an exemplary embodiment and the drawing. In the drawing: Fig. 1 schematically shows a top view of a part of an exemplary embodiment of a rail system; Fig. 2A shows a detail Q of Fig. 1, wherein the transition element is brought into the first position; Fig. 2B shows such a detail as Fig. 2A, wherein the transition element is brought into the second position; Fig. 3 is a side view via the arrow P of Fig. 2B; Fig. 4A is a sectional view along line IV-IV of Fig. 2B, with only the stop rail, carrier and the transition element being partially shown; Fig. 4B shows such a view as Fig. 4A, after wear of the carrier; Fig. 5 shows a similar view to Fig. 4B, with the stop rail 25 and a worn sliding chair; Fig. 6 is a top view of the part of the system shown in Fig. 5; Fig. 7 shows such a view as Fig. 4A of an embodiment according to the invention; Fig. 6 shows a top view of the part of the system shown in Fig. 7; and Fig. 9 shows such a view as Fig. 7, of an alternative embodiment.

5 Gelijke of overeenkomstige maatregelen worden in deze aanvrage met gelijke of overeenkomstige verwijzingstekens aangeduid.In this application, the same or corresponding measures are indicated by the same or corresponding reference numerals.

Figuren 1-3 tonen, schematisch, een deel van een spoorwegsysteem. Een dergelijk systeem is op zichzelf uit de praktijk bekend. Het systeem is voorzien van rails om treinwielen te geleiden. Het 10 systeem omvat doorgaans een groot aantal overgangsdelen, bijvoorbeeld wisseldelen, kruisingen, vertakkingen, of andere overgangsdelen, in het bijzonder om naderende treinen in gewenste richtingen verder te geleiden.Figures 1-3 show, schematically, a part of a rail system. Such a system is known per se from practice. The system is equipped with rails to guide train wheels. The system generally comprises a large number of transition parts, for example switch parts, crossings, branches, or other transition parts, in particular to further guide approaching trains in desired directions.

De figuren tonen een voorbeeld van een genoemd overgangsdeel (vertakking) van het netwerk. Het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is een 15 wisseldeel, voorzien van een overgangselement, te weten een beweegbare wisseltong 2. Voor de vakman zal duidelijk dat een wisseldeel tevens bijvoorbeeld een of meer op zichzelf bekende beweegbare puntstukken of dergelijke kan omvatten; bovendien kan een wisseldeel bijvoorbeeld verschillende beweegbare wisseltongen omvatten, afhankelijk van de 20 wisselconfiguratie.The figures show an example of a said transition part (branch) of the network. The exemplary embodiment shown is a switch part provided with a transition element, namely a movable switch tongue 2. It will be clear to a person skilled in the art that a switch part can also comprise, for example, one or more movable tip pieces or the like known per se; moreover, a switch part may comprise, for example, different movable switch tongues, depending on the switch configuration.

Het is voordelig wanneer genoemd wisseltong 2 als zodanig is vervaardigd uit een (op zichzelf niet weergegeven) tweede railstuk, bij voorkeur een railstuk dat eenzelfde doorsnede-profiel heeft als spoorstaven waarmee andere delen van het spoorwegnet zijn aangelegd. Een dergelijke 25 vervaardiging van wisseltongen is algemeen bekend uit te praktijk, en bijzonder voordelig met het oog op mechanische eigenschappen en fabricagevoordelen. Bij een dergelijke vervaardiging wordt doorgaans een genoemd tweede railstuk (i.e. een spoorstaaf) voorzien, waarbij het tweede railstuk wordt bewerkt, in het bijzonder door middel van een 30 materiaalafhameproces, bijvoorbeeld een schaafproces, slijpproces, 7 zaagproces, boorproces, of dergelijke, om daaruit genoemd overgangselement 2 te vormen.It is advantageous if said switch tongue 2 is manufactured as such from a second rail section (not shown in itself), preferably a rail section that has the same cross-sectional profile as rails with which other parts of the rail network are laid. Such a manufacture of switch tongs is generally known from practice, and particularly advantageous in view of mechanical properties and manufacturing advantages. In such a manufacture a said second rail piece (ie a rail) is usually provided, wherein the second rail piece is machined, in particular by means of a material scraping process, for instance a planing process, grinding process, 7 sawing process, drilling process, or the like, to remove therefrom to form said transition element 2.

De wisseltong 2 is tussen een eerste en tweede stand verplaatsbaar; pijl X in fig. 2A geeft een verplaatsingsrichting in de richting 5 van genoemde tweede stand weer. Verder omvat het wisseldeel ten minste een eerste railstuk 1 (de aanslagspoorstaaf 1) en een aantal zich onder het railstuk 1 en de wisseltong 2 uitstrekkende dragers 3, 103, in het bijzonder glijdstoelen omvattende een eerste stoel 3 en overige stoelen 103.The switch tongue 2 is movable between a first and second position; arrow X in fig. 2A shows a direction of movement in the direction 5 of said second position. Furthermore, the change-over part comprises at least a first rail piece 1 (the stop rail 1) and a number of carriers 3, 103 extending below the rail piece 1 and the change-over tongue 2, in particular sliding seats comprising a first seat 3 and other seats 103.

Doorgaans zijn de spoorstaven 1, wisseltongen 2 (en andere 10 overgangsdelen) en glijdstoelen 3, 103 van ijzer of staal vervaardigd. Een glijdstoel 3, 103 kan bijvoorbeeld door middel van een gietproces en/of geschikt materiaal-bewerkingsproces zijn vervaardigd. Een dikte H van elke glijdstoel 3, 103 (zie fig. 3), gemeten in een verticale richting, kan bijvoorbeeld in het bereik van 1-5 cm liggen, en is in het bijzonder circa 2 cm 15 (bijv. 18 mm).The rails 1, switch tongues 2 (and other transition parts) and sliding chairs 3, 103 are generally made of iron or steel. A sliding chair 3, 103 can for instance be manufactured by means of a casting process and / or suitable material processing process. A thickness H of each sliding chair 3, 103 (see Fig. 3), measured in a vertical direction, can for instance be in the range of 1-5 cm, and is in particular approximately 2 cm (e.g. 18 mm).

In het bijzonder kan elke drager 3, 103 een onderzijde van de staaf 1 en een onderzijde van het overgangsdeel 2 ondersteunen, zodanig dat die onderzijden zich op in hoofdzaak dezelfde hoogte bevinden wanneer het overgangsdeel 2 zich in de tweede stand bevindt (zoals in Fig. 4A is 20 weergegeven), bij een uitgangssituatie van het systeem.In particular, each carrier 3, 103 can support an underside of the rod 1 and an underside of the transition part 2, such that said undersides are at substantially the same height when the transition part 2 is in the second position (as in FIG. 4A is shown) at an initial situation of the system.

In een nadere uitwerking is het systeem voorzien van op zichzelf bekende, op een geschikte ondergrond (bijv. een spoorbed) aangebrachte steunen 10, zoals bielzen, waarbij de glijdstoelen 3, 103 met geschikte bevestigingsmiddelen 11 direct of indirect aan die steunen 10 zijn bevestigd. 25 Andere onderdelen, bijvoorbeeld tussenplaten, kunnen tussen glijdstoelen 3, 103 enerzijds en steunen 10 anderzijds zijn aangebracht, indien gewenst.In a further elaboration, the system is provided with per se known supports 10, such as sleepers, arranged on a suitable substrate (e.g. a track bed), wherein the sliding seats 3, 103 with suitable fixing means 11 are directly or indirectly attached to said supports 10. Other components, for example intermediate plates, can be arranged between sliding seats 3, 103 on the one hand and supports 10 on the other, if desired.

De wisseltong 2 bevindt zich bij genoemde eerste stand (zie fig. 2) op afstand van het railstuk 1 (althans, raakt het spoorstaafdeel 1 niet). Bij een gewenste tweede stand raakt slechts een wisseltong-bovendeel 2a het 30 railstuk 1 (te weten het kopdeel la van het railstuk 1), in het bijzonder op 8 een positie boven de drager 3, bijvoorbeeld boven een naar boven gekeerd schuifvlak 3s van een eerste genoemde glijdstoel 3 (al dan niet met een deel van de voet lb van de rail daartussen). Zoals uit de figuren volgt raakt het wisseltong-bovenstuk 2a hierbij in het bijzonder slechts een langszijde van 5 de railkop la. Bij deze gewenste tweede stand rust (steunt) een tong-benedendeel 2b met een respectieve onderzijde (schuifvlak) op het schuifvlak 3s van de eerste glijdstoel 3; het laatstgenoemde benedendeel 2b bevindt zich dan bovendien op afstand van het railstuk 1, en een onderrand 2r (althans, een voorste dwarsrand 2r van de onderzijde) van de wisseltong 10 2 is dan nog van het railstuk 1 verwijderd.The switch tongue 2 is located at said first position (see Fig. 2) at a distance from the rail section 1 (at least, the rail section 1 does not touch). In a desired second position, only a switch tongue upper part 2a touches the rail part 1 (namely the head part la of the rail part 1), in particular at a position above the carrier 3, for example above an upwardly sliding surface 3s of a the first-mentioned sliding chair 3 (with or without a part of the foot lb of the rail between them). As follows from the figures, the switch tongue upper part 2a here in particular only touches a longitudinal side of the rail head la. In this desired second position, a tongue lower part 2b with a respective lower side (sliding surface) rests (supports) on the sliding surface 3s of the first sliding chair 3; the last-mentioned lower part 2b is then moreover spaced from the rail section 1, and a lower edge 2r (at least a front transverse edge 2r of the lower side) of the switch tongue 2 is then still removed from the rail section 1.

Bij genoemde gewenste tweede stand bevindt een naar de railstaaf 1 toegekeerde onderrand 2r (althans, zich nabij die staaf 1 uitstrekkende kopse rand) van de onderzijde van de wisseltong 2 zich op een positie die met een streeplijn G in de tekening wordt aangeduid; deze positie bevindt 15 zich op een bepaalde afstand T van de onderzijde van de railstaaf 1 (zie Fig. 4A). Laatstgenoemde afstand T is bij voorkeur groter dan 1 mm, en kan bijvoorbeeld in het bereik van circa 0,5-2 cm liggen.In the said desired second position, a lower edge 2r (at least, end edge extending near that rod 1) towards the rail rod 1 is situated from the underside of the switch tongue 2 at a position indicated by a dashed line G in the drawing; this position is located at a certain distance T from the underside of the rail rod 1 (see Fig. 4A). The latter distance T is preferably greater than 1 mm, and may, for example, be in the range of approximately 0.5-2 cm.

Een actuator M, bijvoorbeeld elektrische, mechanische pneumatische of hydraulische aandrijving M, is voorzien om de wisseltong 2 20 tussen genoemde standen te bewegen. De aandrijving M kan hiertoe bijvoorbeeld via een respectieve aangedreven stang 15 of dergelijke aan de wisseltong 2 zijn gekoppeld.An actuator M, for example electric, mechanical pneumatic or hydraulic drive M, is provided for moving the switch tongue 2 between said positions. For this purpose, the drive M can be coupled, for example via a respective driven rod 15 or the like, to the switch tongue 2.

Optioneel is de eerste glijdstoel 3 bijvoorbeeld voorzien van een heuveldeel 6 (rolheuvel), en de wisseltong 2 kan zijn voorzien van een rol 7 25 voor samenwerking met dat heuveldeel 6, welke rol 7 bij voorkeur van een bovenvlak van het heuveldeel 6 af rolbaar is naar het eerste railstuk 1 toe wanneer het overgangselement 2 naar zijn tweede stand wordt bewogen. Door deze samenwerking kan de wisseltong 2 worden opgetild, althans van het bovenvlak 3s van de glijdstoel 3 worden afgenomen, en weer op de 30 glijdstoel worden teruggezet, onder invloed van de actuator M.Optionally, the first sliding chair 3 is, for example, provided with a hill part 6 (rolling hill), and the switch tongue 2 can be provided with a roller 7 for cooperation with said hill part 6, which roller 7 can preferably be rolled off an upper surface of the hill part 6 towards the first rail section 1 when the transition element 2 is moved to its second position. As a result of this cooperation, the switch tongue 2 can be lifted, at least taken off the upper surface 3s of the sliding chair 3, and be put back on the sliding chair again, under the influence of the actuator M.

99

Figuur 4A toont met een pijl XI een mogelijke eerste verschuiving/verplaatsingsrichting van de wisseltong 2 ten opzichte van de aanslagspoorstaaf 1, welke richting over een bepaalde afstand enigszins schuin neerwaarts is. Verder kan de wisseltong bijvoorbeeld in een richting 5 in hoofdzaak evenwijdig aan de bovenzijde van de glijdstoel beweegbaar zijn, hetgeen met een pijl X2 in figuren 3 en 4A is getoond.Figure 4A shows with an arrow XI a possible first shift / displacement direction of the switch tongue 2 relative to the stop rail 1, which direction is slightly obliquely downward over a certain distance. Furthermore, the switch tongue can for instance be movable in a direction 5 substantially parallel to the top of the sliding chair, which is shown with an arrow X2 in figures 3 and 4A.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld kan laatstgenoemde beweging bijvoorbeeld een laatste deel van de wisseltong-beweging omvatten indien de tong 2 naar zijn tweede stand wordt gebracht (daarbij is de rol 7 van de 10 heuvel 6 afgenomen), waarbij de onderzijde van de wisseltong 2 over het glijdvlak 3s van de drager 3 schuift.In the exemplary embodiment, the last-mentioned movement may comprise, for example, a last part of the switch tongue movement if the tongue 2 is brought to its second position (the roller 7 has been taken away from the hill 6), the underside of the switch tongue 2 over the sliding surface 3s off the carrier 3.

Bij het uit de praktijk bekende systeem kan een dergelijke configuratie tot de in figuren 4B, 5,6 getoonde slijtageproblemen leiden. In het bijzonder blijkt de eerste glijdstoel 3 te slijten, hetgeen leidt tot een 15 inkeping U in de bovenzijde van de glijdstoel 3 en een braam K aan een kopse kant van die inkeping (inkerving) U. Een dergelijke slijtage kan tevens voorkomen bij een of meer van de andere stoelen 103.In the system known from practice, such a configuration can lead to the wear problems shown in Figs. 4B, 5,6. In particular, the first sliding chair 3 appears to wear, which leads to a notch U in the upper side of the sliding chair 3 and a burr K on an end face of that notch (notch) U. Such wear can also occur with one or more of the other seats 103.

Ten gevolge van deze slijtage is de positie van de wisseltong 2, bij de naar de aanslagstaaf 1 toe bewogen stand, lager dan de positie vóór de 20 slijtage (vergelijk fig. 4A en 4B). Verder kan de braam K tot een vergroting van de horizontale afstand tussen de wisseltong 2 en railstaaf 1 leiden. Derhalve kan de wisseltong 2 genoemde gewenste tweede stand (zie fig. 4A) niet meer bereiken, het een en ander tot gevolg hebbend dat een spleet S blijft bestaan tussen wisseltong 2 en aanslagstaaf 1 wanneer de tong 2 door 25 de aandrijving M naar de tweede stand is bewogen (althans, na een poging van de aandrijving om de wisseltong 2 in de tweede stand te brengen).As a result of this wear, the position of the switch tongue 2, at the position moved towards the stop bar 1, is lower than the position before the wear (compare Figs. 4A and 4B). Furthermore, the burr K can lead to an increase in the horizontal distance between the switch tongue 2 and the rail rod 1. Therefore, the desired second position (see Fig. 4A) of the switch tongue 2 can no longer reach the result that a gap S continues to exist between switch tongue 2 and stop rod 1 when the tongue 2 is driven by the drive M to the second position has been moved (at least, after an attempt by the drive to bring the switch tongue 2 to the second position).

Figuren 7-8 tonen een relatief eenvoudige, effectieve oplossing voor dit probleem (een gewenste tweede stand van een onderste deel van de wisseltong 2 is in Fig.7 met streeplijnen aangeduid). Op voordelige wijze is 30 de bovenzijde van de glijdstoel 3 voorzien van een uitsparing 5 (bijvoorbeeld 10 groef of sleuf, in het onderhavige geval met een rechthoekige doorsnede), zodanig, dat de benedenrand 2r van het benedendeel 2b van het overgangselement 2 zich boven (of in) die uitsparing 5 bevindt bij genoemde gewenste tweede stand van het overgangselement 2. Hierbij bevindt de 5 genoemde benedenrand 2r zich op afstand van een naar boven gekeerde bodem 5b van de uitsparing 5, althans: tegenover die bodem 5b. Een virtueel verticaal dwarsvlak V dat de dwarspositie G van de onderrand 2r van de wisseltong 2 bij de tweede stand omvat, doorsnijdt de uitsparing 5.Figures 7-8 show a relatively simple, effective solution to this problem (a desired second position of a lower part of the switch tongue 2 is indicated by broken lines in Figure 7). The upper side of the sliding chair 3 is advantageously provided with a recess 5 (for example 10 groove or slot, in the present case with a rectangular cross-section), such that the lower edge 2r of the lower part 2b of the transition element 2 is above ( or in said recess 5 at said desired second position of the transition element 2. The lower edge 2r mentioned here is located at a distance from a bottom 5b of the recess 5 facing upwards, at least opposite that bottom 5b. A virtual vertical transverse plane V comprising the transverse position G of the lower edge 2r of the switch tongue 2 at the second position cuts through the recess 5.

Zoals is weergegeven kan de uitsparing 5 zich bijvoorbeeld op 10 relatief korte afstand uitstrekken van de voet lb van de spoorstaaf 1; alternatief kan de uitsparing bijvoorbeeld direct aansluiten op de voet lb van de spoorstaaf 1 (zoals bij het voorbeeld volgens Fig. 9). De uitsparing 5 kan zich bijvoorbeeld parallel uitstrekken ten opzichte van de naburige/nabije spoorstaaf 1.As shown, the recess 5 can for instance extend at a relatively short distance from the foot 1b of the rail 1; alternatively, the recess can, for example, connect directly to the base 1b of the rail 1 (as in the example according to Fig. 9). The recess 5 can, for example, extend parallel to the neighboring / nearby rail 1.

15 Genoemde uitsparing 5 kan bijvoorbeeld worden aangebracht tijdens de fabricage van de drager 3, bijvoorbeeld tijdens een gietproces en/of door middel van een materiaalafnameproces.Said recess 5 can for instance be provided during the manufacture of the carrier 3, for instance during a casting process and / or by means of a material removal process.

Een andere optie is dat de in Fig. 5-6 getoonde, reeds gemonteerde drager alsnog van een dergelijke uitsparing 5 wordt voorzien. In dat geval 20 kan genoemde uitsparing 5 worden aangebracht langs een rand van de slijtageplek, om de braam K weg te nemen, en om een deel van de reeds door slijtage gevormde kerf ('slijtage-uitsparing') U verder uit de diepen en te verlengen in de richting van het railstuk 1.Another option is that the data shown in FIG. 5-6, already mounted carrier is still provided with such a recess 5. In that case, said recess 5 can be provided along an edge of the wear site, to remove the burr K, and to remove a part of the notch already formed by wear ("wear recess") from the depths and extend in the direction of the rail section 1.

Volgens een nadere uitwerking kan genoemde uitsparing 5 een 25 diepte D in het bereik van circa 1-10 mm hebben, in het bijzonder een diepte in het bereik van circa 1-5 mm (gemeten vanaf de bovenzijde 3s van de drager 3). Tijdens gebruik is de wisseltong 2 over een bepaalde afstand over de bovenzijde 3s van de eerste glijdstoel 3 schuifbaar (glijdbaar) naar deze uitsparing 5 toe (bijv. in de richting X2), en vervolgens met het voorste deel 30 (omvattende de benedenrand 2r) enigszins over de uitsparing 5, om de tong 11 2 in zijn tweede stand te brengen. De onderzijde van genoemd overgangselement (i.e. wisseltong 2) kan bijvoorbeeld over een afstand LI van ten minste circa 1 mm over genoemde uitsparing 5 reiken, bijv. gezien in een bovenaanzicht, wanneer dat element zich in zijn tweede stand 5 bevindt.According to a further elaboration, said recess 5 can have a depth D in the range of approximately 1-10 mm, in particular a depth in the range of approximately 1-5 mm (measured from the top 3s of the carrier 3). During use, the switch tongue 2 is slidable (slidable) over a certain distance over the upper side 3s of the first sliding chair 3 towards this recess 5 (e.g. in the direction X2), and subsequently with the front part 30 (comprising the lower edge 2r) slightly over the recess 5, to bring the tongue 11 2 into its second position. The underside of said transition element (i.e. change-over tongue 2) can, for example, extend over said recess 5 over a distance L1 of at least approximately 1 mm, e.g. seen in a plan view, when said element is in its second position 5.

Figuur 9 toont schematisch een alternatieve uitvoering (in dit geval met een driehoekig gevormde uitsparing 5'), waarbij de eerste glijdstoel 3 is voorzien van een zich onder de uitsparing 5' uitstrekkend versterkingsdeel 3b. Het versterkingsdeel 3b kan de drager ter plekke versterken. Het 10 versterkingsdeel 3b kan bijvoorbeeld uit één stuk met een overig deel van de stoel 3 zijn vervaardigd. Anderzijds kan het versterkingsdeel bijvoorbeeld vast aan een onderzijde van de stoel 3 zijn bevestigd, bijvoorbeeld door middel van een geschikte lasverbinding en/of op een andere wijze. Een zich na montage doorgaans onder de glijdstoel bevindend onderdeel van het 15 spoorwegsysteem, bijvoorbeeld een bovengenoemde biels 10 en/of tussenplaat, kan bijvoorbeeld op zichzelf zijn of worden voorzien van een geschikte uitsparing om een onder de glijdstoel 3 uitstekend versterkingsdeel of verdikking 3b te ontvangen, hetgeen de vakman duidelijk zal zijn.Figure 9 shows schematically an alternative embodiment (in this case with a triangular shaped recess 5 '), wherein the first sliding chair 3 is provided with a reinforcing part 3b extending below the recess 5'. The reinforcement part 3b can reinforce the support on site. The reinforcement part 3b can for instance be manufactured in one piece with an other part of the chair 3. On the other hand, the reinforcement part can for instance be fixedly attached to a bottom side of the chair 3, for instance by means of a suitable welding connection and / or in another way. A component of the railway system, usually located below the sliding chair after assembly, for example an above-mentioned sleepers 10 and / or intermediate plate, can for instance be on its own or be provided with a suitable recess to receive a reinforcing part or bulge 3b protruding under the sliding chair 3 which will be clear to the skilled person.

20 Door toepassing van de uitsparing 5 in de bovenzijde van de glijdstoel 3 kunnen storingen goed worden vermeden. In het bijzonder kan vorming van een bovengenoemde braam K worden voorkomen, waartoe mogelijk schraapsel, afkomstig van een bovenbeschreven slijtage tussen tong 2 en stoel 3, eenvoudig in de uitsparing 5 wordt opgevangen. Verder 25 kan ophoping van vuil tussen aanslagstaaf 1 en wisseltong 2 worden verminderd. Op deze manier kan de wisseltong 2 gedurende een relatief lange operationele periode een gewenste tweede stand bereiken om contact met maken met de kop la van de aanslagstaaf 1.By using the recess 5 in the top of the sliding chair 3, malfunctions can be properly avoided. In particular, formation of the above-mentioned burr K can be prevented, for which possibly scraps resulting from an above-described wear between tongue 2 and chair 3 can simply be collected in the recess 5. Furthermore, the accumulation of dirt between the stop bar 1 and the switch tongue 2 can be reduced. In this way, the switch tongue 2 can reach a desired second position during a relatively long operational period in order to make contact with the head la of the stop bar 1.

De onderhavige uitvinding kan met relatief weinig of nagenoeg 30 geen extra kosten in de praktijk worden gebracht. Een groot aantal 12 wisselstoringen ten gevolge van glijdstoelslijtage, en/of storingen die betrekking hebben op slijtageproblemen bij andere bewegende overgangselementen dan wisseltongen, kunnen bijzonder goed worden vermeden, zodanig dat het spoor goed beschikbaar blijft voor goederen· en 5 personenvervoer.The present invention can be put into practice with relatively little or virtually no additional costs. A large number of 12 points failures due to glide chair wear, and / or failures related to wear problems with moving transition elements other than points, can be avoided particularly well, such that the track remains well available for goods and passenger transport.

Zoals genoemd verschaft de uitvinding een voordelige werkwijze voor het aanleggen van een railsysteem, bijvoorbeeld een in de figuren weergegeven systeem. Het is dan voordelig wanneer de werkwijze wordt gekenmerkt doordat een genoemde bovenzijde van de drager 3 (bijv.As mentioned, the invention provides an advantageous method for constructing a rail system, for example a system shown in the figures. It is then advantageous if the method is characterized in that a said top side of the carrier 3 (e.g.

10 glijdstoel) wordt voorzien van een uitsparing 5, zodanig, dat de benedenrand van het benedendeel 2b van het overgangselement 2 zich boven die uitsparing 5 bevindt bij genoemde tweede stand van het overgangselemenet 2.10 slider chair) is provided with a recess 5, such that the lower edge of the lower part 2b of the transition element 2 is located above that recess 5 at said second position of the transition element 2.

Volgens een nadere uitwerking kan de werkwijze detectie van 15 vorming van een genoemde slijtageplek in de bovenzijde van de eerste drager 3 omvatten, en het aanbrengen van genoemde uitsparing bij een gedetecteerde slijtageplek, zodanig dat die uitsparing de slijtageplek ten minste gedeeltelijk wegneemt.According to a further elaboration, the method may comprise detection of formation of a said wear site in the upper side of the first carrier 3, and providing said recess at a detected wear site, such that said recess at least partially removes the wear site.

Bovendien kan een werkwijze voor het aanpassen van een 20 spoorwegsysteem worden voorzien, waarbij de werkwijze wordt gekenmerkt doordat een slijtageplek van de bovenzijde van de drager 3, welke plek het gevolg is van beweging van het overgangselement 2, wordt gedetecteerd, waarbij een uitsparing langs en/of door een gedetecteerde slijtageplek wordt aangebracht, zodanig dat die uitsparing ten minste een zich nabij het 25 railstuk bevindend deel van de slijtageplek wegneemt. In het bijzonder wordt de uitsparing in de gedetecteerde slijtageplek aangebracht, om een braamdeel van de slijtageplek weg te nemen en/of om een slijtage-uitsparing (bijv. kerf) van de slijtageplek in de richting van het railstuk 1 te vergroten, en tenminste nabij het railstuk 1 (althans, langs de gewenste eindpositie G 30 van het overgangselement 2) te verdiepen.Moreover, a method for adapting a rail system can be provided, the method being characterized in that a wear location of the top of the carrier 3, which location is the result of movement of the transition element 2, is detected, a recess along and / or is provided by a detected wear location, such that said recess removes at least a part of the wear location located near the rail section. In particular, the recess is provided in the detected wear site, to remove a burr part from the wear site and / or to enlarge a wear recess (e.g. notch) of the wear site in the direction of the rail section 1, and at least near deepen the rail section 1 (at least, along the desired end position G of the transition element 2).

1313

Het op deze manier aanpassen van het spoorwegsysteem kan geschieden op een moment dat de slijtage nog niet zo ver gevorderd is, dat het overgangselement 2 niet meer zijn gewenste tweede stand kan bereiken.The adaptation of the rail system in this way can take place at a time when the wear is not yet so advanced that the transition element 2 can no longer reach its desired second position.

Alternatief kan een dergelijke aanpassingswerkwijze worden 5 toegepast bij een vergevorderde slijtageplek, om bijvoorbeeld ten minste een genoemde braam K weg te nemen en een reeds gevormde inkerving verder uit de diepen, zodanig dat het overgangselement 2 vervolgens wel weer een gewenste tweede stand kan bereiken (en vorming van een genoemde spleet S ten gevolge van de braam K ongedaan kan worden gemaakt).Alternatively, such an adaptation method can be applied at an advanced wear site, for example to remove at least one said burr K and a notch already formed further from the deeps, such that the transition element 2 can then again reach a desired second position (and formation of a said gap S due to the burr K can be undone).

10 Zo kan de uitsparing 5, 5' bijvoorbeeld zodanig worden aangebracht dat die uitsparing 5, 5' ten minste een genoemde op de drager 3 gevormde braam wegneemt, en bovendien een verdere uitdieping van de drager levert ter plekke van de gedetecteerde braam. Daarnaast kan de uitsparing 5, 5' bijvoorbeeld ten minste een voorste deel van een reeds gevormde kerf 15 overlappen, in het bijzonder het voorste deel dat zich met meest nabij de rail 1 bevindt. Bij voorkeur overlapt een aan nog te brengen uitsparing 5, 5' zowel een genoemde braam, om de braam weg te nemen, als ten minste een deel van een reeds gevormde kerf U.The recess 5, 5 'can for instance be arranged such that said recess 5, 5' removes at least one said burr formed on the carrier 3, and moreover provides a further deepening of the carrier at the location of the detected burr. In addition, the recess 5, 5 'can, for example, overlap at least a front part of a notch 15 already formed, in particular the front part which is located near the rail 1. Preferably, a recess 5, 5 'yet to be provided overlaps both a said burr to remove the burr and at least a part of a notch U already formed.

Door slijtageplekken te detecteren bij het achteraf aanbrengen van 20 de uitsparingen 5, 5'in de dragers 3, kan elke uitsparing op zeer eenvoudige wijze op de juiste positie in de drager 3 worden aangebracht, aangezien die positie vanzelf door de respectieve slijtageplek kan worden aangegeven.By detecting wear spots when the recesses 5, 5 'are subsequently provided in the carriers 3, each recess can be provided in a very simple manner at the correct position in the carrier 3, since that position can of course be indicated by the respective wear location. .

Voor de vakman zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Diverse wijzigingen zijn mogelijk 25 binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende conclusies.It will be clear to those skilled in the art that the invention is not limited to the exemplary embodiments described. Various changes are possible within the scope of the invention as set forth in the following claims.

Zo kunnen bijvoorbeeld diverse dragers van één spoorwegsysteem-overgangsdeel van een genoemde uitsparing zijn voorzien. Elk overgangsdeel kan slechts één genoemd verplaatsbaar overgangselement 30 (bijv. wisseltong of puntstuk) omvatten, of een aantal (één of meer) 14 genoemde verplaatsbare overgangselementen (bijv. wisseltongen en/of puntstukken). Een genoemde wissel kan diverse wisseltypen omvatten, bijvoorbeeld een zo genoemde, op zichzelf bekende Engelse wissel (zoals een heel of een half Engels wissel), symmetrische wissel, driewegwissel, 5 hogesnelheidswissel, en/of andere wissel.For example, various carriers of one rail system transition part can be provided with a recess mentioned. Each transition part may comprise only one said movable transition element 30 (e.g. switch tongue or tip piece), or a number of (one or more) 14 said movable transition element (e.g. switch points and / or tip pieces). Said switch may comprise various switch types, for example a so-called English switch (known as a full or half English switch), symmetrical switch, three-way switch, high-speed switch, and / or other switch.

Een genoemde uitsparing 5 (bijv. sleuf of groef, of concaaf dragerdeel) kan diverse vormen omvatten gezien in een (in het bijzonder verticale) dwarsdoorsnede, bijvoorbeeld vierkant of rechthoekig (zie fig. 7), in hoofdzaak driehoekig (zoals in Fig. 9), gekromd (bijv. een in hoofdzaak 10 halfcilindrische uitsparing), trapeziumvormig, zwaluwstaartvormig, en/of anderszins.Said recess 5 (e.g. slot or groove, or concave carrier part) can comprise various shapes seen in a (in particular vertical) cross-section, for example square or rectangular (see Fig. 7), substantially triangular (as in Fig. 9 ), curved (e.g. a substantially semi-cylindrical recess), trapezoidal, dovetail-shaped, and / or otherwise.

Genoemde benedenrand 2r van het overgangsdeel (dat bijv. naar het railstuk 1 is toegekeerd bij de tweede stand van het overgangsdeel), kan bijvoorbeeld een relatief scherpe rand omvatten, of zijn voorzien van een 15 ronding. Deze benedenrand 2r wordt in het bijzonder gevormd door een voorste (i.e. naar de rail 1 toegekeerde) dwarslijn 2r van de onderzijde van het overgangsdeel 2. Verder is genoemd overgangselement 2 in het bijzonder, tijdens gebruik, met een naar beneden gekeerde onderzijde over een bepaalde afstand over de bovenzijde 3s van de drager 3 schuifbaar 20 (glijdbaar), naar het eerste railstuk 1 toe, waarbij de bovenzijde 3s van de drager 3 slechts een geschikt glijvlak levert, en niet beweegt.Said lower edge 2r of the transition part (which, for example, faces the rail piece 1 at the second position of the transition part), can for instance comprise a relatively sharp edge, or be provided with a curve. This lower edge 2r is in particular formed by a front (ie facing the rail 1) transverse line 2r from the underside of the transition part 2. Furthermore, said transition element 2 is in particular, during use, with an underside facing downwards over a certain distance over the upper side 3s of the carrier 3 slidable (slidable), towards the first rail section 1, the upper side 3s of the carrier 3 providing only a suitable sliding surface and not moving.

1 o 3 3 3 ö .1 o 3 3 3 ö.

Claims (13)

1. Spoorwegsysteem, voorzien van rails om treinwielen te geleiden, waarbij het systeem ten minste één overgangsdeel omvat, bijvoorbeeld een wisseldeel of kruisingsdeel, dat is voorzien van: -een tussen een eerste en tweede stand verplaatsbaar overgangselement (2), 5 in het bijzonder een wisseltong of puntstuk; -een eerste railstuk (1); en -een aantal zich onder het railstuk (1) en overgangselement (2) uitstrekkende dragers (3), in het bijzonder glijdstoelen; waarbij een bovenzijde van althans een eerste drager genoemd railstuk 10 ondersteunt; waarbij het overgangselement (2) zich bij genoemde eerste stand op afstand van het railstuk (1) bevindt, waarbij het overgangselement (2) bij zijn tweede stand een kopdeel (la) van het railstuk (1) met een bovendeel (2a) raakt, en met een benedendeel (2b) 15 op de bovenzijde van de eerste drager (3) rust, met het kenmerk, dat de genoemde bovenzijde van de drager (3) is voorzien van een uitsparing (5), zodanig, dat een benedenrand (2r) van het benedendeel (2b) van het overgangselement (2) zich boven een bodem (5b) van die uitsparing (5) 20 bevindt, op afstand van die bodem, bij genoemde tweede stand van het overgangselement (2).A rail system provided with rails for guiding train wheels, wherein the system comprises at least one transition part, for example an alternating part or crossing part, which is provided with: a transition element (2) that is movable between a first and second position, in particular an alternating tongue or point piece; a first rail section (1); and a number of carriers (3) extending below the rail section (1) and transition element (2), in particular sliding chairs; wherein an upper side of at least a first carrier supports said rail piece 10; the transition element (2) being spaced apart from the rail section (1) at said first position, the transition element (2) touching a head part (1a) of the rail part (1) with an upper part (2a) at its second position, and with a lower part (2b) resting on the upper side of the first carrier (3), characterized in that said upper side of the carrier (3) is provided with a recess (5) such that a lower edge (2r) ) of the lower part (2b) of the transition element (2) is located above a bottom (5b) of said recess (5), at a distance from said bottom, at said second position of the transition element (2). 2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij genoemde uitsparing (5) een diepte (D) in het bereik van circa 1-10 mm heeft, in het bijzonder een diepte in het bpreik van circa 1-5 mm.System according to claim 1, wherein said recess (5) has a depth (D) in the range of approximately 1-10 mm, in particular a depth in the range of approximately 1-5 mm. 3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste drager (3) is voorzien van een zich onder genoemde uitsparing uitstrekkend versterkingsdeel (3b). 103306cA system according to claim 1 or 2, wherein the first carrier (3) is provided with a reinforcing part (3b) extending below said recess. 103306c 4. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste de eerste drager (3) is voorzien van een heuveldeel (6), en het overgangselement (2) is voorzien van een rol (7) voor samenwerking met dat heuveldeel (6), welke rol (7) van een bovenvlak van het heuveldeel (6) af 5 rolbaar is naar het eerste railstuk (1) toe wanneer het overgangselement (2) naar zijn tweede stand wordt bewogen.A system according to any one of the preceding claims, wherein at least the first carrier (3) is provided with a hill part (6), and the transition element (2) is provided with a roller (7) for cooperation with said hill part (6), which roller (7) can be rolled away from an upper surface of the hill part (6) towards the first rail section (1) when the transition element (2) is moved to its second position. 5. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd overgangselement over een bepaalde afstand over de bovenzijde van de eerste drager (3) schuifbaar is, naar genoemde uitsparing (5) toe om dat 10 element in zijn tweede stand te brengen.5. System as claimed in any of the foregoing claims, wherein said transition element is slidable over a certain distance over the top of the first carrier (3), towards said recess (5) to bring said element into its second position. 6. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de onderzijde van genoemd overgangselement over een afstand (LI) van ten minste circa 1 mm over genoemde uitsparing reikt, wanneer dat element zich in zijn tweede stand bevindt.A system according to any one of the preceding claims, wherein the underside of said transition element extends over said recess over a distance (L1) of at least approximately 1 mm when said element is in its second position. 7. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een dikte van genoemd eerste draagelement, in het bijzonder gemeten in verticale richting, in het bereik van 1-5 cm ligt, en in het bijzonder circa 2 cm bedraagt.System as claimed in any of the foregoing claims, wherein a thickness of said first support element, in particular measured in vertical direction, is in the range of 1-5 cm, and is in particular approximately 2 cm. 8. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd 20 overgangselement als zodanig is vervaardigd uit een tweede railstuk, bij voorkeur een railstuk dat eenzelfde doorsnede-profiel heeft als genoemd eerste railstuk (1).8. System as claimed in any of the foregoing claims, wherein said transition element as such is manufactured from a second rail piece, preferably a rail piece that has the same cross-sectional profile as said first rail piece (1). 9. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde eerste drager (3) aan de bovenzijde een slijtageplek omvat, en genoemde 25 uitsparing (5) zich ten minste uitstrekt langs een rand van die slijtageplek.9. System as claimed in any of the foregoing claims, wherein said first carrier (3) comprises a wear location on the top side, and said recess (5) extends at least along an edge of said wear location. 10. Werkwijze voor het aanleggen van een railsysteem, in het bijzonder een systeem volgens één der voorgaande conclusies, omvattende: -het voorzien van een overgangselement (2); -het voorzien van een eerste railstuk (1); en -het voorzien van een aantal dragers (3) om het railstuk en overgangselement te dragen; waarbij de bovenzijde van een eerste drager genoemd railstuk ondersteunt, althans na montage, waarbij na montage het overgangselement (2) zich bij 5 een eerste stand op afstand van het railstuk (1) bevindt, waarbij het overgangselement (2) bij een tweede stand een kopdeel (la) van het railstuk (1) met een bovendeel (2a) raakt, en met een benedendeel (2b) op de bovenzijde van de eerste drager (3) rust, gekenmerkt doordat de genoemde bovenzijde van de drager (3) wordt 10 voorzien van een uitsparing (5), zodanig, dat een benedenrand van het benedendeel (2b) van het overgangselement (2) zich boven een bodem van die uitsparing (5) bevindt, op afstand van die bodem, bij genoemde tweede stand van het overgangselement (2).Method for constructing a rail system, in particular a system according to any one of the preceding claims, comprising: - providing a transition element (2); - providing a first rail piece (1); and - providing a number of carriers (3) for supporting the rail section and transition element; wherein the top side of a first carrier supports said rail section, at least after mounting, wherein after transition the transition element (2) is located at a first position at a distance from the rail section (1), wherein the transition element (2) at a second position head part (1a) of the rail piece (1) touches an upper part (2a) and rests with a lower part (2b) on the top of the first support (3), characterized in that said top of the support (3) is provided with a recess (5) such that a lower edge of the lower part (2b) of the transition element (2) is located above a bottom of said recess (5), at a distance from said bottom, at said second position of the transition element (2). 11. Werkwijze volgens conclusie 10, omvattende detectie van een 15 slijtageplek van de bovenzijde van de eerste drager (3), en het aanbrengen van genoemde uitsparing bij een gedetecteerde slijtageplek, zodanig dat die uitsparing de slijtageplek ten minste gedeeltelijk wegneemt.11. Method as claimed in claim 10, comprising detection of a wear location from the top of the first carrier (3), and providing said recess at a detected wear location, such that said recess at least partially removes the wear location. 12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, waarbij een tweede railstuk wordt voorzien, waarbij het eerste en tweede railstuk hetzelfde railprofiel 20 omvatten, gezien in dwarsdoorsnede, waarbij het tweede railstuk wordt bewerkt, in het bijzonder door middel van een materiaalafnameproces, om daaruit genoemd overgangselement te vormen.12. Method as claimed in claim 10 or 11, wherein a second rail piece is provided, wherein the first and second rail piece comprise the same rail profile 20, seen in cross-section, wherein the second rail piece is machined, in particular by means of a material removal process, among others transitional element. 13. Werkwijze voor het aanpassen van een spoorwegsysteem, welk systeem is voorzien van: 25 -een tussen een eerste en tweede stand verplaatsbaar overgangselement (2), in het bijzonder een wisseltong of puntstuk; -een eerste railstuk (1); en -een aantal zich onder het railstuk (1) en overgangselement (2) uitstrekkende dragers (3), in het bijzonder glijdstoelen; waarbij het overgangselement (2) zich bij genoemde eerste stand op afstand van het railstuk (1) bevindt, waarbij het overgangselement (2) bij een gewenste tweede stand een kopdeel (la) van het railstuk (1) met een bovendeel (2a) raakt, en met een 5 benedendeel (2b) op de bovenzijde van de eerste drager (3) rust, waarbij de werkwijze wordt gekenmerkt doordat een slijtageplek van de bovenzijde van de eerste drager (3), welke plek het gevolg is van beweging van het overgangselement (2), wordt gedetecteerd, waarbij een uitsparing (5) in de gedetecteerde slijtageplek wordt aangebracht, om een braamdeel 10 van de slijtageplek weg te nemen en/of om een uitsparingsdeel van de slijtageplek in de richting van het railstuk (1) te vergroten.13. Method for adapting a rail system, which system is provided with: a transition element (2) movable between a first and second position, in particular a switch tongue or point piece; a first rail section (1); and a number of carriers (3) extending below the rail section (1) and transition element (2), in particular sliding chairs; the transition element (2) being spaced apart from the rail section (1) at said first position, the transition element (2) touching a head part (1a) of the rail section (1) with an upper part (2a) at a desired second position and with a lower part (2b) resting on the upper side of the first carrier (3), the method being characterized in that a wear location of the upper side of the first carrier (3), which location is the result of movement of the transition element (2) is detected, wherein a recess (5) is provided in the detected wear site, to remove a burr part 10 from the wear site and / or to enlarge a recess part from the wear site in the direction of the rail section (1) .
NL1033566A 2007-03-20 2007-03-20 Railway system, as well as method for constructing a rail system and method for adapting a rail system. NL1033566C2 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033566A NL1033566C2 (en) 2007-03-20 2007-03-20 Railway system, as well as method for constructing a rail system and method for adapting a rail system.
EP08153147.7A EP1975317B1 (en) 2007-03-20 2008-03-20 Method for adjusting a railway system
DK08153147.7T DK1975317T3 (en) 2007-03-20 2008-03-20 A method for adjusting a rail system
PL08153147T PL1975317T3 (en) 2007-03-20 2008-03-20 Method for adjusting a railway system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033566A NL1033566C2 (en) 2007-03-20 2007-03-20 Railway system, as well as method for constructing a rail system and method for adapting a rail system.
NL1033566 2007-03-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1033566C2 true NL1033566C2 (en) 2008-09-23

Family

ID=38606682

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033566A NL1033566C2 (en) 2007-03-20 2007-03-20 Railway system, as well as method for constructing a rail system and method for adapting a rail system.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1975317B1 (en)
DK (1) DK1975317T3 (en)
NL (1) NL1033566C2 (en)
PL (1) PL1975317T3 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2021576B1 (en) * 2017-09-06 2019-07-18 Volkerrail Nederland Bv Tongue striker and equipped train lane change.

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2610649A1 (en) * 1987-01-22 1988-08-12 Nippon Sharyo Seizo Kk ROUTING FOR RAILWAY TRACKS
EP0401201A1 (en) * 1989-06-02 1990-12-05 VOEST-ALPINE Eisenbahnsysteme Aktiengesellschaft Slide chair, slide plate, i. e. tie plate for railway switches or crossings
FR2685020A1 (en) * 1991-12-12 1993-06-18 Sncf Device intended for mounting a point tongue and a stock rail mutually combined on a sleeper

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2610649A1 (en) * 1987-01-22 1988-08-12 Nippon Sharyo Seizo Kk ROUTING FOR RAILWAY TRACKS
EP0401201A1 (en) * 1989-06-02 1990-12-05 VOEST-ALPINE Eisenbahnsysteme Aktiengesellschaft Slide chair, slide plate, i. e. tie plate for railway switches or crossings
FR2685020A1 (en) * 1991-12-12 1993-06-18 Sncf Device intended for mounting a point tongue and a stock rail mutually combined on a sleeper

Also Published As

Publication number Publication date
EP1975317A3 (en) 2010-06-16
PL1975317T3 (en) 2015-09-30
EP1975317A2 (en) 2008-10-01
EP1975317B1 (en) 2015-04-08
DK1975317T3 (en) 2015-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2005216405B2 (en) Turnout/crossover section for railway track
US8424812B1 (en) Elevated frog and rail track assembly
US7571681B2 (en) Apparatus and method of railroad tie replacement
US9206556B2 (en) Elevated frog and rail crossing track assembly
NL1033566C2 (en) Railway system, as well as method for constructing a rail system and method for adapting a rail system.
KR100860138B1 (en) Crossing of railroad separator and the control system
US20070007394A1 (en) System, method, and apparatus for railroad turnout and derail lift frog
US7185860B2 (en) Tongue switch
ATE356254T1 (en) ELEVATED DIRECTION SECTION FOR A RAILWAY TRACK
GB2568341A (en) Apparatus and components of turnout/crossover section for railway track
US6672516B1 (en) Thick web miter rail joint system between stationary and vertically movable track sections
CN102770598A (en) Tamping machine with an additional lifting device
KR200393796Y1 (en) A base plate in railway diverging machine
CN108368679B (en) Method for renewing the ties of a track consisting of rails and ties and track-laying machine
RU2817446C2 (en) Method for reprofiling at least one switch point of railroad switch laid in rail line
JP2007211565A (en) Movable rail support device in movable crossing of turnout
NL1030217C2 (en) Intake switch, deployment location and method for guiding the wheels of a rail vehicle.
KR101175347B1 (en) Railroad separator
NL1023824C2 (en) Check rail for railway points, has wear resistant strip releasably connected to seat to act as wheel guide
JP5534539B2 (en) Branch system for railway system
CA3217674A1 (en) Method for reprofiling at least one switch blade
RU2431712C1 (en) Device to re-lay rails with replacement of working edge in curved sections of railway track with various types of rail braces
US793990A (en) Railway-switch.
US3118642A (en) Railroad frogs
JP4693173B2 (en) Track member moving device

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up