NL1033408C2

NL1033408C2 - Werkwijze resp. inrichting voor het desinfecteren van micro-organismen etc.

Info

Publication number: NL1033408C2
Application number: NL1033408A
Authority: NL
Inventors: Govert Van Oord
Original assignee: Omve Netherlands B V; Govert Van Oord
Priority date: 2007-02-16
Filing date: 2007-02-16
Publication date: 2008-08-19

Description

Titel: Werkwijze resp. inrichting voor het desinfecteren van micro-organismen etc.

Gebied van de uitvinding 5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze resp. inrichting voor het desinfecteren van objecten als voedingsmiddelen, verpakkingen, apparatuur, gereedschap etc.

Achtergrond van de uitvinding 10 Voor het desinfecteren van voedingsmiddelen, verpakkingen, apparatuur, gereedschap etc. zijn veel verschillende werkwijzen bekend. Zo openbaart W002/078751 een werkwijze en een desinfectie-apparaat waarbij gebruik wordt gemaakt van gelijktijdige blootstelling van het betreffende object aan stoom 15 en ultrageluid teneinde ziektekiemen op het oppervlak van het object te doden. Bij voorkeur wordt de onder druk staande stoom via een labium en een resonantiekamer gevoerd, die werken als "ultrasone fluit", waarbij de ultrasone trilling dus wordt opgewekt door de onder druk uittredende stoom zelf en er geen 20 aparte middelen nodig zijn voor het opwekken van de ultrasone trilling. De ultrasone trilling in de stoom bewerkstelligt dat het objectoppervlak slechts kort aan de stoom behoeft te worden blootgesteld, terwijl toch de ziektekiemen effectief worden gedood.

25

Hoewel dus met de uit W002/078751 bekende inrichting wordt bereikt dat objecten relatief kort aan stoom behoeven te worden blootgesteld, blijkt in de praktijk toch dat sommige objectsoorten vanwege de hoge temperatuur van de stoom niet op 30 deze wijze kunnen worden gedesinfecteerd. In het bijzonder is

dat het geval bij objecten die een kleine wanddikte hebben en/of van een materiaal gemaakt zijn met een relatief laag smelt- of verwekingspunt, in het bijzonder kunststof flessen zoals PET

1033408 2 (PolyEthyleenTereftalaat) flessen etc.

Samenvatting van de uitvinding

De onderhavige uitvinding beoogt te voorzien in een werkwijze 5 resp. inrichting voor het desinfecteren van voedingsmiddelen, verpakkingen, apparatuur, gereedschap etc., hierna aangeduid met objecten, waarbij een te desinfecteren object niet of niet zodanig aan een hoge temperatuur behoeft te worden blootgesteld dat het object of de inhoud ervan schade zou kunnen ondervinden.

10

Daartoe wordt er volgens de uitvinding bij voorkeur in voorzien dat het te desinfecteren object wordt blootgesteld aan een combinatie van ultrasone trilling en gas en/of plasma.

15 Het inzicht waaraan de vinding ten grondslag ligt is dat niet alleen bij stoom een combinatie met ultrasone trillingen in een voordelig effect resulteert, zoals bekend uit W002/078751, maar dat een soortgelijk voordelig effect optreedt wanneer een ander vluchtig medium dan stoom, in het bijzonder een gas en/of een 20 plasma, wordt gebruikt.

Een belangrijk voordeel van het gebruik van gas en/of plasma boven dat van stoom is, dat stoom, volgens de algemeen aanvaarde definitie en ook zoals in WO02/078751 aangegeven, een integrale 25 temperatuur zal hebben van tenminste 100°C terwijl indien, zoals de onderhavige uitvinding voorstelt, stoom wordt vervangen door een gas of (bij voorkeur "koud") plasma, de integrale temperatuur van het medium waaraan te desinfecteren objecten worden blootgesteld, aanmerkelijk lager kan liggen dan die 30 100°C, waardoor objecten als PET flessen en andere objecten die niet tegen hogere temperaturen bestand zijn, uitstekend kunnen worden gedesinfecteerd. Daarbij blijven de voordelen van het combineren met ultrasone trillingen, namelijk dat het 3 desinfectieproces effectiever en sneller kan plaatstvinden, onverkort van kracht. Wat betreft de temperatuur van ("koud") plasma dient opgemerkt te worden dat het plasma wel koud "aanvoelt" maar dat de temperatuur van de individuele 5 geïoniseerde gasmoleculen wel 3000°C kan zijn. Het desinfecteren m.b.v. koud plasma is het gevolg van die hoge temperatuur van de geïoniseerde gasmoleculen, waardoor de micro-organismen etc. geïnactiveerd (gedood) worden. Daarbij vermengen die hete geïoniseerde gasmoleculen zich echter niet met het omringende 10 gas waardoor de integrale temperatuur laag blijft. Ook vindt er ook geen substantiële temperatuuruitwisseling met de omgeving, i.c. het te desinfecteren object plaats.

Een verder voordeel van het gebruik van gas boven het gebruik 15 van stoom is dat gas veel eenvoudiger kan worden opgeslagen (bijvoorbeeld in gascilinders) dan stoom.

Voor een goed begrip worden hieronder eerst enige indicatieve omschrijvingen gegeven van de technisch-natuurkundige begrippen 20 stoom, damp, gas en plasma, ontleend aan nl.wikipedia.org (1) resp. wordnet.princeton.edu/perl/webwn (2):

Stoom: o (1) aggregatietoestand van water, ook wel waterdamp genoemd; 25 o (2) water at boiling temperature diffused in the atmosphere);

Damp: o (1) gasvormige verschijning van materialen die normaal bij kamertemperatuur en -druk vloeibaar of vast zijn 30 (bijvoorbeeld stoom); o (2) a visible suspension in the air of particles of some substance; - Gas: 4 o (1) chemische verbinding die zich in de gasfase bevindt; o (2) the state of matter distinguished from the solid and liquid states by relatively low density and viscosity, relatively great expansion and contraction with changes 5 in pressure and temperature, the ability to diffuse readily, and the spontaneous tendency to become distributed uniformly throughout any container;

Plasma: o (1) fase waarin deeltjes van een stof in meer of mindere 10 mate geïoniseerd zijn, vaak de vierde aggregatietoestand genoemd, naast vast, vloeibaar en gas; o (2) a fourth state of matter distinct from solid or liquid or gas and present in stars and fusion reactors; a gas becomes a plasma when it is heated until the atoms 15 lose all their electrons, leaving a highly electrified collection of nuclei and free electrons.

Evenals dat op zich door W002/078751 wordt voorgesteld, echter dan voor het gebruik van stoom, kan ook in de onderhavige 20 uitvinding het object bij voorkeur over althans een zekere tijdspanne gelijktijdig aan ultrasone trilling en het gas en/of plasma worden blootgesteld.

Echter kan er ook voor worden gekozen, afhankelijk van andere 25 procesparameters, dat het object op verschillende tijden binnen een bepaalde tijdspanne aan de ultrasone trilling en het gas en/of plasma wordt blootgesteld.

Wat betreft het combineren van de ultrasone trillingen en het 30 gas en/of plasma kan ervoor worden gekozen dat het gas en/of plasma in ultrasone trilling wordt gebracht en het in trilling gebrachte gas en/of plasma aan het object wordt toegevoerd. Als alternatief kan ervoor worden gekozen dat het object in 5 ultrasone trilling wordt gebracht. Beide opties kunnen naast elkaar worden uitgevoerd.

Wat het gas en/of plasma betreft zijn er ook verschillende 5 opties die overigens elkaar niet behoeven uit te sluiten: - Het gas kan een "heet" gas zijn, waarbij echter de integrale temperatuur onder de temperatuur ligt waarbij - mede gelet op de blootstellingstijd - het object geen (blijvende) schade ondervindt; 10 - Het gas kan ozon omvatten; - Het gas kan de damp van een vluchtige vloeistof omvatten (ook hier weer bij een temperatuur beneden de temperatuur waarbij -gegeven de blootstellingstijd - het object geen schade ondervindt; 15 - Het plasma kan een koud plasma zijn.

Evenals dat op zich door WO02/078751 wordt voorgesteld echter dan voor het gebruik van stoom, kan ook in de onderhavige uitvinding het gas en/of plasma tevens worden gebruikt om de 20 ultrasone trilling op te wekken, bijvoorbeeld door middel van een "ultrasone fluit" van een soort zoals die uit W002/078751 voor het gebruik van stoom wordt voorgesteld, maar die evenzo werkzaam kan zijn tezamen met een onder druk aangevoerde gas-en/of plasmastroom.

25

De uitvinding omvat behalve de werkwijze zoals in het voorgaande werd geopenbaard, tevens een inrichting waarmee de werkwijze volgens de uitvinding kan worden uitgevoerd. Hieronder zal de werkwijze volgens de uitvinding nader worden verduidelijkt aan 30 de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden van een dergelijke inrichting waarmee de werkwijze volgens de uitvinding kan worden uitgevoerd.

6

Uitvoeringsvoorbeeld

Figuur 1 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting waarmee de werkwijze volgens de uitvinding kan worden worden uitgevoerd.

5 Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van een dergelijke inrichting.

Figuur 1 toont een inrichting voor het desinfecteren van een object, hier in de vorm van een (PET) fles 1, omvattende 10 middelen die zodanig zijn ingericht dat het te desinfecteren object wordt blootgesteld aan een combinatie van ultrasone trilling en gas en/of plasma. De bedoelde middelen worden gevormd door een gasmodule 2, ultrasoonmodules 3 en 4, een besturingsmodule 5, een bestuurbaar gasventiel 6 en een 15 gasmodule 7.

Door middel van de gasmodule 2 kan aan de binnenzijde van de fles 1 - aannemende dat alleen de binnenzijde gedesinfec-teerd/gedecontamineerd moet worden - een daarvoor geschikt gas 20 worden toegevoerd en eventueel weer afgevoerd. Waar hier over gas wordt gesproken, wordt daarbij voor het gemak tevens plasma inbegrepen. De gasmodule 2 kan worden gebruikt voor het regelen van de toevoermomenten van de gasstroom, de druk, de snelheid etc. Ook kan de gasmodule 2 ingericht zijn om de gasstroom 25 bijvoorbeeld te verhitten of te ioniseren en/of om te zetten in een - bij voorkeur koud - plasma, e.e.a. onder besturing van de besturingsmodule 5.

De ultrasoonmodules 3 en 4 kunnen in dit uitvoeringsvoorbeeld 30 piëzo-elektrische elementen omvatten. Ultrasoonmodule 3 is rond de gastoevoerleiding aangebracht met het oogmerk om het daar doorheen stromende gas in ultrasone trilling te brengen. Ultrasoonmodule 4 is in de console waarop de fles 1 staat 7 aangebracht met het oogmerk om de fles 1 zelf in ultrasone trilling te brengen.

Beide ultrasoonmodules 3, 4 kunnen afzonderlijk of gelijktijdig 5 zijn ingeschakeld onder besturing van de besturingsmodule 5 die behalve dat ook het gasventiel 6 bedient. Aldus kunnen de modules 3 t/m 6 ervoor zorgen dat de fles 1 over althans een zekere tijdspanne gelijktijdig aan de ultrasone trilling en het gas en/of plasma wordt blootgesteld, maar ook - in plaats 10 daarvan of aanvullend daarop - op verschillende tijden binnen een bepaalde tijdspanne. Met andere woorden kan de besturingsmodule 5 zo worden ingesteld dat de tijden waarop de het gas in ultrasone trilling wordt gebracht (door module 2), de fles 1 in ultrasone trilling wordt gebracht (door module 4) en 15 het gas wordt toegevoerd (door module 6) elkaar hetzij geheel, hetzij deels, hetzij in het geheel niet overlappen.

Aldus wordt door de in figuur 1 getoonde configuratie bereikt dat het gas en/of plasma in ultrasone trilling wordt gebracht en 20 het in trilling gebrachte gas en/of plasma aan het object 1 wordt toegevoerd en teven het object in ultrasone trilling wordt gebracht. Het moge duidelijk zijn dat naar verkiezing module 2 of module 4 achterwege kan worden gelaten indien dat gewenst wordt.

25

Wat het toe te voeren gas betreft, dat gas kan bijvoorbeeld een heet gas zijn, ozon, de damp van een vluchtige vloeistof en/of een plasma omvatten, waarbij in het laatste geval het plasma bij voorkeur een koud plasma is.

Figuur 2 toont in detail een alternatieve uitvoeringsvorm van de ultrasoonmodule 3, hier aangeduid met 3' , waarin - in plaats een piëzo-elektrische element - de stroming van het gas en/of plasma 30 8 zelf wordt gebruikt om de ultrasone trilling op te wekken. De hier getoonde configuratie is gebaseerd op de configuratie die in W002/078751 wordt voorgesteld voor gebruik met stoom. Aanvraagster is tot het inzicht gekomen dat deze of een 5 dergelijke configuratie echter niet alleen zal kunnen werken door middel van stoom, als "ultrasone stoomfluit" maar ook met een gas of (bij voorkeur koud) plasma (evenals bijvoorbeeld bij een gewone blokfluit of een labiale orgelpijp waar immers in beide gavallen geluidstrillingen worden opgewekt door de 10 stroming en/of druk van een gas, i.c. lucht).

In de getoonde configuratie van module 3' wordt het gas via een aanvoerkanaal 10 in de richting van de fles 1 gevoerd waar het via een ringvormige spleet 11 aan een daartegenover liggend 15 labium 12 wordt toegevoerd. Daardoor wordt het gas in trilling gebracht waarvan de frequentie wordt bepaald door een ringvormige resonantieholte 13. De dimensies van resonantieholte 13 zijn zo dat, gegeven de betreffende gasparamters zoals druk, stroomsnelheid, temperatuur etc., de trillingsfrequentie in het 20 ultrasone spectrum ligt.

Het aldus in de "ultrasone gasfluit"-configuratie in ultrasone trilling gebrachte gas wordt aldus aan de binnenkant van de fles 1 toegevoerd en kan die fles 1 weer verlaten via een 25 afvoerkanaal 14 dat bijvoorbeeld concentrisch om het aanvoerkanaal 10 ligt.

1033408

Claims

1. Werkwijze voor het desinfecteren van voedingsmiddelen, verpakkingen, apparatuur, gereedschap etc., hierna aangeduid met 5 objecten, waarbij een te desinfecteren object wordt blootgesteld aan een combinatie van ultrasone trilling en gas en/of plasma.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het object over althans een zekere tijdspanne gelijktijdig aan de ultrasone 10 trilling en het gas en/of plasma wordt blootgesteld.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het object aan de ultrasone trilling en het gas en/of plasma wordt blootgesteld op verschillende tijden binnen een bepaalde tijdspanne. 15

4. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het gas en/of plasma in ultrasone trilling wordt gebracht en het in trilling gebrachte gas en/of plasma aan het object wordt toegevoerd.

5. Werkwijze volgens conclusie 1 of 4, waarbij het object in ultrasone trilling wordt gebracht.

6. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het gas een heet gas is. 25

7. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het gas ozon omvat.

8. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het gas de damp van een vluchtige vloeistof omvat. 30

9. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het plasma een koud plasma is. 1033408

10. Werkwijze volgens één van de conclusies 1, 4 of 5, waarbij het gas en/of plasma tevens wordt gebruikt om de ultrasone trilling op te wekken.

11. Inrichting voor het desinfecteren van voedingsmiddelen, verpakkingen, apparatuur, gereedschap etc., hierna aangeduid met objecten, omvattende middelen die zodanig zijn ingericht dat een te desinfecteren object (1) wordt blootgesteld aan een combinatie van ultrasone trilling en gas en/of plasma.

12. Inrichting volgens conclusie 11, omvattende middelen die zodanig zijn ingericht dat het object over althans een zekere tijdspanne gelijktijdig aan de ultrasone trilling en het gas en/of plasma wordt blootgesteld. 15

13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, omvattende middelen die zodanig zijn ingericht dat het object aan de ultrasone trilling en het gas en/of plasma wordt blootgesteld op verschillende tijden binnen een bepaalde tijdspanne. 20

14. Inrichting volgens conclusie 11, omvattende middelen (3, 3') die zodanig zijn ingericht dat het gas en/of plasma in ultrasone trilling wordt gebracht en het in trilling gebrachte gas en/of plasma aan het object wordt toegevoerd. 25

15. Inrichting volgens conclusie 11 of 14, omvattende middelen die zodanig zijn ingericht dat het object in ultrasone trilling wordt gebracht.

16. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij het gas een heet gas is.

17. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij het gas ozon omvat.

18. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij het gas de damp van een vluchtige vloeistof omvat.

19. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij het plasma een koud plasma is.

20. Inrichting volgens één van de conclusies 14 of 15, omvattende middelen (3') die zodanig zijn ingericht dat de druk 10 en/of stroming van het gas en/of plasma wordt gebruikt om de ultrasone trilling op te wekken. 1033408