NL1033281C2 - Hoortoestel, uitbreidingseenheid en werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel. - Google Patents

Hoortoestel, uitbreidingseenheid en werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel. Download PDF

Info

Publication number
NL1033281C2
NL1033281C2 NL1033281A NL1033281A NL1033281C2 NL 1033281 C2 NL1033281 C2 NL 1033281C2 NL 1033281 A NL1033281 A NL 1033281A NL 1033281 A NL1033281 A NL 1033281A NL 1033281 C2 NL1033281 C2 NL 1033281C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hearing aid
expansion unit
ear
aid according
device housing
Prior art date
Application number
NL1033281A
Other languages
English (en)
Inventor
Aeldrik Pander
Michel Martin Marie Havenith
Marcus Johannes Aloysius Kaal
Original Assignee
Exsilent Res Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1032220A external-priority patent/NL1032220C2/nl
Application filed by Exsilent Res Bv filed Critical Exsilent Res Bv
Priority to NL1033281A priority Critical patent/NL1033281C2/nl
Priority to JP2009520695A priority patent/JP2009545201A/ja
Priority to AU2007275950A priority patent/AU2007275950A1/en
Priority to US12/374,490 priority patent/US8798294B2/en
Priority to EP07793860A priority patent/EP2050307A2/en
Priority to PCT/NL2007/050359 priority patent/WO2008010716A2/en
Priority to BRPI0715205-1A priority patent/BRPI0715205A2/pt
Priority to MX2009000742A priority patent/MX2009000742A/es
Application granted granted Critical
Publication of NL1033281C2 publication Critical patent/NL1033281C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R25/00Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception
    • H04R25/65Housing parts, e.g. shells, tips or moulds, or their manufacture
    • H04R25/658Manufacture of housing parts
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R25/00Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception
    • H04R25/50Customised settings for obtaining desired overall acoustical characteristics
    • H04R25/505Customised settings for obtaining desired overall acoustical characteristics using digital signal processing
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R2225/00Details of deaf aids covered by H04R25/00, not provided for in any of its subgroups
    • H04R2225/021Behind the ear [BTE] hearing aids
    • H04R2225/0216BTE hearing aids having a receiver in the ear mould
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R2225/00Details of deaf aids covered by H04R25/00, not provided for in any of its subgroups
    • H04R2225/31Aspects of the use of accumulators in hearing aids, e.g. rechargeable batteries or fuel cells
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R2225/00Details of deaf aids covered by H04R25/00, not provided for in any of its subgroups
    • H04R2225/33Aspects relating to adaptation of the battery voltage, e.g. its regulation, increase or decrease
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R2460/00Details of hearing devices, i.e. of ear- or headphones covered by H04R1/10 or H04R5/033 but not provided for in any of their subgroups, or of hearing aids covered by H04R25/00 but not provided for in any of its subgroups
    • H04R2460/15Determination of the acoustic seal of ear moulds or ear tips of hearing devices
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R2499/00Aspects covered by H04R or H04S not otherwise provided for in their subgroups
    • H04R2499/10General applications
    • H04R2499/11Transducers incorporated or for use in hand-held devices, e.g. mobile phones, PDA's, camera's
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R25/00Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception
    • H04R25/60Mounting or interconnection of hearing aid parts, e.g. inside tips, housings or to ossicles
    • H04R25/607Mounting or interconnection of hearing aid parts, e.g. inside tips, housings or to ossicles of earhooks
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49002Electrical device making
    • Y10T29/49005Acoustic transducer

Description

Hoortoestcl, uitbreidingseenheid en werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hoortoestel, in het bijzonder één 5 omvattende een toestelhuis, dat bestemd en ingericht is om buiten een oor van een gebruiker te worden gedragen en dat samenwerkt met een in-het-oor-deel dat is voorzien van een geluidsuitgang en dat bestemd en ingericht is om althans in hoofdzaak in het oor van de gebruiker te worden ontvangen, en omvattende ten minste een elektrische voedingsbron, een microfoon, een luidspreker en een bewerkingsinrichting, om via de 10 microfoon opgevangen geluid althans ten dele bewerkt via de luidspreker weer te geven en vanuit de geluidsuitgang aan een gehoororgaan van de gebruiker af te staan. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een uitbreidingseenheid voor toepassing met een hoortoestel. Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel met een in-het-oordeel dat ingericht en bestemd is om 15 passend in een oor van een gebruiker te worden ontvangen, waarbij althans te bestemder plaatse een beeltenis van het oor wordt genomen en waarbij althans een buitenmantel van het in-het-oordeel van de beeltenis wordt afgeleid.
Een hoortoestel, ook wel (ge)hoorapparaat genoemd, is een klein elektronisch apparaat 20 waarmee slechthorenden en doven met restgehoor geluid beter kunnen waarnemen.
Voor doven dient een hoortoestel eveneens ter ondersteuning van het spraakafzien (liplezen). Er valt een technisch onderscheid te maken tussen de diverse hoortoestellen.
Van oudsher zijn er, inmiddels enigszins verouderde, analoge hoortoestellen. Deze 25 hoortoestellen hebben een toestelhuis met daarin gewoonlijk een elektrische batterij voeding, een microfoon, een bewerkingsinrichting in de vorm van een analoge versterker en een luidspreker om een elektrische uitgangssignaal van de versterker weer in geluid om te zetten. Op het toestelhuis zit vrijwel steeds bovendien een aan/uit-schakelaar, een volume-regelaar en soms een selectieknopje. Het toestelhuis 30 wordt bij deze hoortoestellen gewoonlijk achter het oor gedragen, waarbij het uitgangsgeluid met een in-het-oor-deel in de vorm van een klein slangetje binnen de gehoorgang wordt geleid. Het geluid verlaat het in-het-oor-deel vanuit een daartoe voorziene geluiduitgang en bereikt het natuurlijke gehoororgaan van de gebruiker aldus in versterkte vorm.
1033281 35 -2-
De huidige hoortoestellen zijn meestal digitale hoortoestellen. Deze hebben in plaats van een analoge versterker, zoals bij analoge toestellen, een digitale geluidbewerkingsinrichting in de vorm van een geïntegreerde schakeling, een zogenoemde chip. Deze chip zet het analoge geluid om in een elektronisch digitaal 5 signaal en is in staat daarbij het geluidssignaal te analyseren en te modificeren. De zachte geluiden worden bijvoorbeeld relatief meer versterkt dan de harde geluiden. Geavanceerde chips zijn zelfs in staat spraak te herkennen en bijgeluiden weg te filteren. Vaak zijn de toestellen dan voorzien van richtinggevoelige microfoons en verscheidene bewerkingsprogramma's voor verschillende luistersituaties. Het resultaat hiervan is dat 10 de gebruiker spraak beter kan verstaan en dat het toestel natuurlijker en rustiger klinkt.
Er bestaan hoortoestellen in allerlei soorten en maten. De bekendste zijn het achter-het-oor hoortoestel (AHO). Dit is momenteel het meest gebruikte hoortoestel.
Het toestelhuis is daarbij een oorhanger die achter het oor wordt gedragen en omvat alle 15 componenten van het toestel. Het geluid wordt via een klein slangetje, met aan een vrij uiteinde een passief in-het-oordeel, zoals een op maat gemaakt oorstukje of een min of meer standaard soft-tip, in het oor geleid. Het in-het-oordeel ligt althans nagenoeg passend in het oor en omvat de geluiduitgang van waaruit het geluid zijn weg vindt naar het trommelvlies van de gebruiker.
20
Daarnaast is er het zogenaamde in-het-oor hoortoestel (IHO). Het toestelhuis daarvan is op maat gemaakt en wordt in de concha betrekkelijk ondiep van het oor gedragen. Het toestel is daardoor minder zichtbaar dan een AHO hoortoestel. Het toestelhuis omvat alle componenten van het toestel. Dit laatste geldt eveneens voor het zogenaamde 25 completely-in-the-canal toestel (CIC). Dit toestel is kleiner en ligt dieper in het oor en zelfs grotendeels in de gehoorgang. Ook hierbij omvat het op maat aangemeten toestelhuis alle componenten van het toestel. Het toestel wordt zover in het oor gedragen, dat het zelfs (nagenoeg) volledig niet zichtbaar is.
30 Voor hoortoestellen worden gewoonlijk kleine, cirkelvormige batterijen, zogenoemde knoopcellen of hoorbatterijen, als voedingsbron gebruikt. Een verderegaande miniaturisering van hoortoestellen heeft akoestische en cosmetisch voordelen, maar wordt in grote mate begrensd door de batterij die bij een kleinere fysieke omvang in het algemeen een overeenkomstig beperktere levensduur zal kennen. Dit klemt met name 35 voor CIC-toetsellen die daardoor slechts een relatief beperkte bedrijfsduur kennen in -3- vergelijking met de grotere batterijen die in AHO-toestellen kunnen worden toegepast. Bovendien vereisen conventionele batterijen voor hun werking een toevoer van zuurstof. Een batterij compartiment dient daarom te zijn voorzien van een open luchtweg naar buiten. Daarnaast worden CIC-toestellen vaak intentioneel uitgevoerd met een open 5 verbinding tussen het proximale en distale uiteinde van het toestel, een zogenaamde venting, om occlusie te verminderen. Een dergelijke open luchtweg kan bij een CIC-toestel met een distaai batterij compartiment leiden tot een ongewenst akoestisch kanaal langs het hoortoestel met een gevaar voor rondzingen als gevolg. Daarnaast is een CIC-toestel, naarmate het dieper in de gehoorgang ligt, minder goed toegankelijk voor 10 bediening door de gebruiker. Vanuit akoestisch perspectief verdienen CIC-toestellen echter een voorkeur omdat geluid aldus op de meest natuurlijke locatie wordt opgevangen en bijzonder efficiënt naar het trommelvlies wordt geleid en, bovendien, het toestel cosmetisch minder opvalt en stoort.
15 Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd in een hoortoestel van de in de aanhef genoemde soort te voorzien dat deze voordelen althans in belangrijke mate verenigt zonder hoegenaamd de nadelen op zich te nemen.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een hoortoestel van de in de aanhef genoemde 20 soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het in-het-oor-deel fysiek van het toestelhuis is gescheiden, dat althans de microfoon en de luidspreker tezamen met de geluidsuitgang in het in-het-oor-deel zijn ondergebracht en dat althans tijdens bedrijf tussen het toestelhuis en het in-het-oor-deel een elektronische verbinding aanwezig is. Hierbij is uitgegaan van een hybride opzet waarbij de elektronische componenten van 25 het hoortoestel over afzonderlijke delen zijn verdeeld. Het toestelhuis, dat buiten het oor wordt gedragen, kan plaats bieden aan de voedingsbron en de bewerkingsinrichting, naast eventueel bedieningorganen en elektronische aansluitingen. De luidspreker en microfoon zijn daarentegen in het in-het-oor-deel ondergebracht. Hierdoor blijven akoestische voordelen zoals een diepe microfoon- en luidsprekerplaatsing behouden en 30 is, door de geringe afmetingen, het fysieke aanpasgebied groter. Bij het ontbreken van verdere componenten in het in-het-oor-deel, dat in hoofdzaak in het oor wordt gedragen, kan dit relatief klein zijn en relatief diep in het oor worden geplaatst. De algehele akoestische kwaliteit van het hoortoestel overtroeft daarmee die van een conventioneel CIC-toestel. Daar komt bij dat de plaatsruimte van de componenten die in het in-het-35 oor-deel zijn ondergebracht in het toestelhuis wordt uitgespaard, waardoor het -4- toestelhuis overeenkomstig compacter kan zijn en cosmetisch minder opvalt. Al met al verenigt het hoortoestel volgens de uitvinding aldus voordelen van AHO-toestel en van een CIC-toestel, terwijl de hiervoor aangegeven specifieke nadelen van deze toestellen althans in belangrijke mate worden vermeden.
5
Een bijzondere uitvoeringsvorm van het hoortoestel volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het in-het-oor-deel tevens de bewerkingsinrichting omvat, eventueel aangevuld met communicatieaansluitingen voor het programmeren daarvan en voor gegevensoverdracht met een externe eenheid. Door aldus de bewerkingsinrichting 10 eveneens in het in-het-oor-deel onder te brengen, kan het toestelhuis, dat buiten het oor wordt gedragen, navenant kleiner zijn en dus minder opvallend worden gedragen. Bovendien behoeft de elektronische verbinding tussen het toestelhuis en het in-het-oor-deel aldus niet (veel) meer in te houden dan een paar voedingslijnen om de componenten in het in-het-oor-deel van een voedingsspanning en -stroom te voorzien.
15
Met het oog op een elektrische voeding van in het in-het-oor-deel ondergebrachte elektronische componenten heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het hoortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat het toestelhuis een primaire voedingsbron omvat en dat het in-het-oor-deel van een secundaire voedingsbron is 20 voorzien. De primaire voedingsbron kan daarbij relatief groot zijn en biedt daarbij de gewenste levensduur terwijl de secundaire voedingsbron al of niet draadloos voortdurend wordt bijgeladen bij gebruik van het toestel. De voedingscapaciteit en daarmee de omvang van de secundaire voedingsbron kan aldus relatief beperkt blijven. In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm heeft het hoortoestel volgens de uitvinding 25 als kenmerk ten minste één van de primaire en secundaire voedingsbron een condensator omvat, in het bijzonder een ultra-condensator. Een condensator is in staat lading op te nemen en af te staan en daardoor als elektrische voedingsbron te fungeren. Doordat een condensator niet of nauwelijks een “laadgeheugen” kent, zoals veel oplaadbare batterijen, en een schier onbeperkt aantal herlaadcycli, is een condensator bij 30 uitstek geschikt als secundaire voedingsbron in de hiervoor beschreven master-slave verhouding met een primaire voedingsbron. Bovendien vereist een condensator geen zuurstoftoevoer, zodat een beluchtingskanaal, dat eventueel een parasitaire akoestisch pad zou kunnen bieden met een gevaar voor rondzingen van het toestel, achterwege kan worden gelaten.
35 -5-
In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm heeft het hoortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat de elektronische verbinding een snoerverbinding omvat. Een snoerverbinding blijkt in de praktijk een bijzonder robuuste en betrouwbare verbinding tussen beide delen van het hoortoestel, wat in voorkomende gevallen op weegt tegen het 5 vanuit cosmetisch oogpunt mogelijk als storend ervaren effect daarvan. De snoerverbinding kan daarbij vast zijn, dat wil zeggen fabrieksmatig zijn gesoldeerd of dergelijke, doch in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft het hoortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat de kabelverbinding aan ten minste één uiteinde een connector omvat voor een losneembare verbinding met ten minste één van het 10 toestelhuis en het in-het-oor-deel van het toestel. Door uit te gaan van een losneembare connectorverbinding aan beide zijden van het snoer wordt een modulaire opzet verkregen waarbij bijvoorbeeld vorm, grootte en kleur van zowel het in-het-oor-deel, het toestelhuis als het snoer naar wens van de gebruiker kunnen worden geselecteerd. Het hoortoestel kan aldus optimaal, rekening houdend met de anatomie en wensen van de 15 gebruiker, worden samengesteld.
De elektronische verbinding tussen het toestelhuis en het in-het-oor-deel van het hoortoestel kan bedraad zijn, maar ook geheel of gedeeltelijk draadloos zijn uitgevoerd. In dit opzicht heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het hoortoestel volgens 20 de uitvinding als kenmerk dat de elektronische verbinding een draadloze verbinding voor signaaloverdracht omvat. De draadloze signaaloverdracht kan daarbij schakel commando’s omvatten van eventueel op het toestelhuis aangebrachte bedienings- en/of programmeerorganen dan wel tevens of daarnaast een audiosignaal behelzen dat aldus bijvoorbeeld vanaf een in het toestelhuis ondergebrachte 25 bewerkingsinrichting naar de luidspreker wordt overgebracht of vice versa van de microfoon naar de bewerkingsinrichting.
Ook voor een elektrische voeding van in het in-het-oor-deel ondergebrachte elektronische componenten, zoals in het bijzonder een daarin opgenomen secundaire 30 voedingsbron, kan worden uitgegaan van een draadloze overdracht. Hiertoe heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het hoortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat het in-het-oor-deel een inductief inkoppelelement omvat en het toestelhuis een inductief zendelement, die in staat zijn onderling samen te werken ten einde een elektrische voedingsstroom vanuit het toestelhuis naar het in-het-oor-deel althans 35 tijdelijk te onderhouden. Een daarbij in het in-het-oor-deel toegepaste secundaire, -6- herlaadbare voedingsbron fungeert in dat geval tevens als buffer voor het geval de inductieve koppeling tijdens bedrijf onverhoopt tijdelijk onvoldoende beschikbaar is.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het hoortoestel is volgens de uitvinding 5 gekenmerkt doordat het in-het-oor-deel is opgenomen in een afzonderlijk buitenmantel die in staat en ingericht is om rondom akoestisch althans nagenoeg afsluitend aan te liggen op een wand van een gehoorgang van de gebruiker. Aldus kan het in-het-oor-deel een standaard, universele component zijn en wordt een individuele passing verzorgt door de buitenmantel die aangepast of aanpasbaar is aan de natuurlijke anatomie van de 10 gehoorgang van de gebruiker. Daarbij heeft een eerste verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het hoortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat de buitenmantel ten minste één flexibele lamel omvat om tegen de wand van de gehoorgang verend aan te liggen. Een of meer van dergelijke flexibele lamellen dragen bij aan het draagcomfort van het toestel en biedt een ruime aanpassingstolerantie.
15
In een tweede verdere bijzondere uitvoeringsvorm is het hoortoestel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de buitenmantel is aangemeten aan de natuurlijke anatomie van de gehoorgang, en aldus individueel, op maat van de gebruiker aangepast. Daarbij kan worden uitgegaan van een gebruikelijke, relatief harde bio-compatibele 20 kunststof, die op basis van een afdruk van het oor van de gebruiker werd gegoten en bewerkt, doch met voordeel wordt volgens de uitvinding de aangemeten buitenmantel uit een relatief zachte, bio-compatibele kunststof vervaardigd, die in staat is zich onder invloed van de lichaamstemperatuur van de gebruiker naar de natuurlijke anatomie van het oor te zetten. Een derglijk zachte, op maat aangemeten buitenmantel biedt een 25 verhoogd draagcomfort.
Gewoonlijk wordt een dergelijke maataanpassing vervaardigd op basis van een beeltenis in de vorm van een contactafdruk die inwendig van het oor van de gebruiker wordt genomen. Hiertoe wordt een enigszins uithardende pasta in het oor gebracht en na een 30 vaste vorm te hebben aangenomen uit het oor genomen. Op basis van deze contactafdruk wordt een (negatieve) mal gecreëerd, waarin de gewenste maataanpassing vervolgens wordt gegoten. Een bezwaar van een dergelijke vervaardigingswijze is dat daarbij geen rekening wordt gehouden met het vermogen van het gehoorgangweefsel van de gebruiker om in te veren onder invloed van een in hoofdzaak vormvast lichaam 35 als dat wordt ingebracht. Hierdoor kan de uiteindelijke maataanpassing te los in het oor -7- liggen en onvoldoende afsluiten. Bovendien wordt in het conventionele maatprocédé steeds een mal toegepast waarin het uiteindelijke maatdeel wordt gevormd. Dit vereist een belangrijke extra bewerkingsstap die behalve tot een extra onnauwkeurigheid, met name tot verhoogde productiekosten leidt.
5
De onderhavige uitvinding beoogt voorts onder meer te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel dat aan één of meer van deze bezwaren tegemoet komt.
10 Daartoe heeft een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort voor het vervaardigen van een hoortoestel volgens de onderhavige uitvinding als kenmerk dat een digitale representatie van de beeltenis word gecreëerd, dat een althans in hoofdzaak paslichaam te bestemder plaatse in het oor van de gebruiker wordt gebracht en daarvan passingsgegevens worden geregistreerd, dat de digitale representatie op basis van de 15 passingsgegevens van het paslichaam indien nodig wordt bijgesteld en dat van de eventueel bijgestelde digitale representatie van de beeltenis althans de buitenmantel van het in-het-oordeel getrouw wordt afgeleid. Het paslichaam biedt daarbij de mogelijkheid om een lokale dilatatie van de gehoorgang onder invloed daarvan vast te stellen. Dit is in de geregistreerde passingsgegevens verdisconteerd. Door uit te gaan van een digitale 20 representatie van de beeltenis en deze, zo nodig, bij te stellen op basis van de geregistreerde passingsgegevens van het paslichaam kan daarin een lokale dilatatie van het inwendige oor op betrekkelijk eenvoudige wijze, digitaal worden verwerkt. Dit leidt tot een betere passing van het uiteindelijke in-het-oordeel dat van de aldus eventueel bijgestelde digitale representatie van de beeltenis wordt afgeleid.
25
De digitale representatie kan min of meer rechtstreeks worden verkregen door het oor inwendig (digitaal) te scannen. Voor het geval de daarvoor noodzakelijke apparatuur ontbreekt, heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding als kenmerk dat de beeltenis een contactafdruk omvat en dat door middel van een drie-30 dimensionale scan een digitale representatie van de afdruk wordt verkregen.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat althans de buitenmantel van het in-het-oordeel rechtstreeks vanuit de bijgestelde digitale representatie uit een geschikt uitgangsmateriaal wordt gevormd.
35 Aldus wordt een afzonderlijke bewerkingsstap met een mal vermeden, zoals bij de -8- conventionele werkwijze gebruikelijk is. Indien echter het in-het-oordeel dient te worden gevormd uit een materiaal dat zich niet op een dergelijke wijze rechtstreeks laat vormen, kan de toevlucht worden genomen tot een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze welke volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat op basis van de 5 bij gestelde digitale representatie een vormmal uit een geschikt uitgangsmateriaal wordt gevormd en dat althans de buitenmantel van het in-het-oordeel in de vormmal wordt gevormd. Ook in dit geval is rekening gehouden met een eventuele lokale dilatatie van het oor van de gebruiker onder invloed van een in hoofdzaak vormvast lichaam dat daarin wordt gebracht, doordat voor de vervaardiging van de vormmal is uitgegaan van 10 de eventueel bijgestelde digitale representatie. Het gebruik van een vormmal sluit echter aan bij een meer conventionele vervaardigingswijze, waardoor alle daarvoor beschikbare materialen ook binnen de werkwijze volgens de uitvinding kunnen worden toegepast.
15 Met het oog op een verbeterde richtinggevoeligheid en een betere ruimtelijke geluidsbeleving heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het boortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat het toestelhuis is voorzien van ten minste één verdere microfoon. De uitgangssignalen van de afzonderlijke microfoons worden aan de bewerkingsinrichting toegevoerd, die daaruit een uitgangssignaal creëert die de 20 gewenste ruimtelijke akoestiek zoveel mogelijk benadert en de richtingsgevoeligheid vergroot. Een en ander draagt belangrijk bij aan een natuurgetrouwe, heldere en duidelijke geluidsbeleving door de gebruiker, wat met name ook de spraakverstaanbaarheid ten goede komt.
25 Ook voor het toestelhuis wordt vanuit logistiek oogpunt bij voorkeur uitgegaan van een standaard component. Om niettemin te voorzien in een individuele aanpasbaarheid daarvan heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding als kenmerk dat het toestelhuis is voorzien van een verwisselbare buitenschaal. De verwisselbare buitenschaal of mantel kan aldus bijvoorbeeld qua kleur en vormgeving worden 30 afgestemd op de gebruiker, terwijl daarin een standaard toestelhuis steekt.
In de voortschrijdende miniaturisering van hoortoestellen ontstaat een toenemende behoefte aan een compacte en betrouwbare voedingsbron die bij voorkeur niet behoeft te worden verwisseld en zuurstofloos kan werken. Zoals hiervoor aangegeven leent 35 volgens een aspect van de uitvinding met name een condensator zich bij uitstek binnen -9- dit kader als elektrische voedingsbron. Conform dit aspect van de uitvinding heeft een hoortoestel, omvattende ten minste één elektronische component en een elektrische voedingsbron voor voeding van de ten minste ene elektronische component, volgens de uitvinding als kenmerk dat de voedingsbron een ultra-condensator omvat. Onder een 5 ultra-condensator wordt binnen het kader van de onderhavige aanvrage een condensator verstaan met, in volledig geladen toestand, een energiedichtheid van meer dan circa 1.0 Wh/kg, in het bijzonder een energiedichtheid tussen circa 1 en 10 Wh/kg.
Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het hoortoestel heeft daarbij volgens de 10 uitvinding als kenmerk dat de ultra-condensator is gevormd uit een aantal althans in hoofdzaak parallel naast elkaar geplaatste langwerpige diëlektrische buisjes, in het bijzonder van koolstof, met een diameter van de orde van enkele tot enkele tientallen nanometer en een lengte die enkele duizenden tot enkele honderdduizenden malen groter is dan hun diameter. Een dergelijke ultra-condensator vereist relatief geringe 15 macroscopische afmetingen bij een voldoende groot opslag vermogen en kan als losse component in het toestel worden ondergebracht dan wel worden geïntegreerd met één van de andere elektronische componenten van het hoortoestel, in het bijzonder met een eventuele bewerkingsinrichting die gewoonlijk in een onderling compatibel fabricageproces zal worden vervaardigd.
20
In het algemeen is een potentiaalverschil over een condensator afhankelijk van de daarop aanwezige hoeveelheid lading. Omdat die hoeveelheid lading gedurende gebruik gaandeweg zal afnemen zal ook het potentiaalverschil dalen. Om niettemin de elektronische component(en) van een vaste voedingsspanning te voorzien, heeft een 25 verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het hoortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat een DC-DC omvormer is voorzien om een variabele gelijkspanning van de ultra-condensator te ontvangen en een althans nagenoeg vaste, lagere gelijkspanning af te geven en dat de ultra-condensator door tussenkomst van de DC-DC omvormer aan de ten minste ene elektronische component is gekoppeld om daarover een althans nagenoeg 30 stabiele gelijkspanning aan te leggen.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het hoortoestel is volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de ultra-condensator is gekoppeld aan een inductief inkoppelelement om, tijdens bedrijf, een extern aangelegd elektro-magnetisch 35 inductieveld in te vangen en als laadstroom daarvan te ontvangen. Aldus kan de ultra- -10- condensator contactloos, althans draadloos worden geladen en bijgeladen zonder dat de voedingsbron daarvoor uit zijn behuizing behoeft te worden verwijderd. De voedingsbron kan aldus bijvoorbeeld hermetisch worden ingegoten in het materiaal van het toestel en is daardoor uitermate bestand tegen een vochtig of zelfs nat milieu, met 5 name dat van de gehoorgang.
Met een verder aspect van de uitvinding wordt beoogt de gebruiksfunctie en/of het gebruiksgemak van een hoortoestel voor de gebruiker uit te breiden. Daartoe heeft een hoortoestel, omvattende een toestelhuis met ten minste één elektronische component, 10 volgens de uitvinding als kenmerk dat elektronische koppelingmiddelen zijn voorzien voor koppeling met een al of niet processor gestuurde, draagbare externe uitbreidingseenheid. De externe uitbreidingseenheid kan bijvoorbeeld in de kleding of aan het lichaam, bijvoorbeeld om de hals, van de gebruiker worden gedragen en biedt extra functionaliteit aan het hoortoestel.
15
Als zodanig heeft een eerste verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het hoortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat de koppelingsmiddelen middelen omvatten voor draadloze signaaloverdracht overeenkomstig een eerste protocol voor draadloze communicatie tussen het hoortoestel en de uitbreidingseenheid en dat de 20 uitbreidingseenheid bovendien is uitgerust met middelen voor draadloze signaaloverdracht overeenkomstig een afwijkend, tweede protocol voor draadloze communicatie tussen de uitbreidingseenheid en een verdere inrichting. De uitbreidingseenheid vormt aldus een draadloze doorvoerpoort tussen van de verdere inrichting en het hoortoestel. Het eerste protocol, waarmee met het hoortoestel wordt 25 gecommuniceerd, behoeft daarbij niet gestandaardiseerd te zijn en kan specifiek worden afgesteld voor de toepassing met het hoortoestel. Hierdoor kan de daarmee samenhangende elektronica beperkt worden gehouden, zowel qua kosten als qua omvang en vermogensconsumptie. De uitbreidingseenheid is vervolgens in staat tot een “vertaalslag”naar het tweede protocol dat bijvoorbeeld wel beantwoordt aan een 30 algemene standaard om met inrichtingen van verscheidene aard en herkomst te kunnen communiceren.
In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm heeft een hoortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat daarin een oplaadbare voedingsbron als voedingsbron is toegepast, dat 35 de uitbreidingseenheid is voorzien van een verdere voedingsbron en dat de -11- koppelingsmiddelen een voedingsverbinding omvatten voor voeding van de oplaadbare voedingsbron vanuit de voedingsbron van de uitbreidingseenheid. Hierbij biedt de uitbreidingseenheid een steunvoeding voor de oplaadbare voedingsbron van het hoortoestel. Voor de verdere voedingsbron kan worden gekozen voor een al dan niet 5 herlaadbare batterij of een netvoedingsaansluiting die door tussenkomst van een geschikte voedingsadapter aan een openbaar lichtnet kan worden gekoppeld. Doordat de uitbreidingseenheid minder beperkingen zal kennen voor wat betreft de fysieke afmetingen daarvan in vergelijking met het hoortoestel zelf, kan aldus op bijzonder praktische wijze de bedrijfsduur van het hoortoestel aanmerkelijk worden vergroot.
10
Door middel van de uitbreidingseenheid kan onder meer ook head-set functionaliteit worden toegevoegd aan het hoortoestel ten behoeve van telefoonverkeer. Hiertoe heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het hoortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat de uitbreidingseenheid is voorzien van ten minste één verdere microfoon.
15 Deze ten minste ene verdere microfoon kan worden toegepast voor het ontvangen van spraak van de gebruiker, waarbij de uitbreidingseenheid ingericht en in staat is om samen te werken met een persoonlijke telefooninrichting van de gebruiker om daaraan een door de ten minste ene microfoon van de uitbreidingseenheid afgegeven spraaksignaal af te staan en een daarvan ontvangen telefoonsignaal aan het hoortoestel 20 door te leiden. De ten minste ene microfoon in de uitbreidingseenheid dient zo om de spraak van de gebruiker op te vangen en als elektronisch spraaksignaal aan de telefooninrichting door te leiden, terwijl een vanuit de telefoon ontvangen audio-signaal door de uitbreidingseenheid wordt doorgeleid naar het hoortoestel om via de luidspreker daarvan aan de gebruiker te worden afgegeven. Daarnaast of in plaats daarvan kan de 25 ten minste ene microfoon van de uitbreidingseenheid ook dienen om het hoortoestel een verhoogde richtingsgevoeligheid te geven. Door de uitbreidingseenheid bijvoorbeeld uit te voeren met twee of meer microfoons die werken als een reeks van microfoons, kan richtingsgevoeligheid worden bereikt. In principe geldt daarbij dat naarmate een groter aantal microfoons wordt toegepast een grotere richtingsgevoeligheid wordt verkregen.
30 Door de uitbreidingseenheid bij een onderhoud bijvoorbeeld op tafel neer te leggen, kan deze aldus worden gebruikt als een losse richtingsgevoelige opnemer, waarvan een uitgangssignaal wordt doorgeleid naar de bewerkingsinrichting van het hoortoestel.
De uitbreidingseenheid kan tevens dienen als poort voor andere audio-bronnen. Een 35 verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het hoortoestel heeft daartoe volgens de -12- uitvinding als kenmerk dat de uitbreidingseenheid is voorzien van koppelingsmiddelen voor signaaloverdracht van een externe audiobron om daarvan een audiosignaal te ontvangen en dat de uitbreidingseenheid ingericht en in staat is om het audiosignaal aan het hoortoestel door te leiden. Daarnaast of daarenboven kan de uitbreidingseenheid zelf 5 dienst doen als persoonlijke audiobron van de begruiker. Een verdere bijzondere uitvoeringsvrom van het hoortoestel heeft hiertoe volgens de uitvinding als kenmerk dat de uitbreidingseenheid is voorzien van opslagmiddelen voor elektronische gegevensopslag, in het bijzonder een elektronisch herschrijfbaar en uitleesbaar halfgeleidergeheugen zoals Flash EEPROM (Electronically Erasable and Programmable 10 Read Only Memory). Aldus kunnen onder meer audio-bestanden in de uitbreidingseenheid worden opgeslagen. Door de processor van de uitbreidingseenheid met een geschikte, op zichzelf bekende programmacode te voeden, kan daaruit een audiosignaal worden verkregen dat aan het hoortoestel wordt afgegeven. Ten behoeve van een dergelijke en overige gegevensopslag in de uitbreidingseenheid, heeft een 15 verdere bijzondere uitvoeringsvorm va het hoortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat de uitbreidingseenheid een gestandaardiseerde communicatie-interface voor gegevensuitwisseling met een al of niet draagbare computer omvat, in het bijzonder één omvattende een standaard interface voor gegevensuitwisseling, zoals een USB (Universal Serial Bus) poort of een Firewire aansluiting. De uitbreidingseenheid 20 kan aldus op een standaard wijze voor gegevens-uitwisseling aan een doorsnee computer worden gekoppeld.
Moderne digitale hoortoestellen beschikken over een digitale bewerkingseenheid die in staat is een ontvangen audio-signaal te analyseren en selectief te versterken of eventueel 25 te dempen op basis van specifieke audio-frequenties en/of andere parameters.
Bovendien kan d bewerkingsinrichting voor verschillende situaties op basis van onderling afwijkende bewerkingsprofielen worden aangestuurd, om een nuttig signaal min of meer uit te filteren en zo helder en duidelijk mogelijk te laten klinken. Om een gebruiker in staat te stellen in een concrete situatie een gewenst aansturingsprofiel te 30 selecteren of de bewerkingsinrichting (opnieuw) te programmeren, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het hoortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat de uitbreidingseenheid is voorzien van een programmeer-interface welke in staat en ingericht is voor gegevensuitwisseling met een overeenkomstige programmeerinterface van het hoortoestel om de bewerkingsinrichting in te stellen. Aldus kan het hoortoestel 35 vanuit de uitbreidingseenheid door de gebruiker worden geprogrammeerd. Dit heeft -13- bo vendi en als vin-het-oor-deel dat het hoortoestel min of meer als standaard product kan worden geleverd en vervolgens door de gebruiker naar wens kan worden ingesteld, zodat een uitgelezen netwerk van audiciens of andere specialisten voor de verkoop en distributie niet langer is vereist, althans daarop minder een beroep behoeft te worden 5 gedaan.
Om de uitbreidingseenheid onzichtbaar onder de kleding mee te voeren heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het hoortoestel volgens de uitvinding als kenmerk dat de uitbreidingseenheid is verbonden met een halssnoer.
10
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een uitbreidingseenheid voor toepassing met een hoortoestel zoals hiervoor werd omschreven en zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: 15 figuur 1 in perspectief een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een hoortoestel volgens de uitvinding; figuur 2 een achteraanzicht van het hoortoestel van figuur 1 in gebruik; figuur 3 een zij-aanzicht van het hoortoestel van figuur 1 in gebruik; figuur 4 een eerste uitvoeringsvorm van een in-het-oordeel met een losneembare 20 buitenmantel ten behoeve van het hoortoestel van figuur 1; figuur 5 een tweede uitvoeringsvorm van een in-het-oordeel met een losneembare buitenmantel ten behoeve van het hoortoestel van figuur 1; figuur 6 in perspectief een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een hoortoestel volgens de uitvinding; 25 figuur 7 een elektronisch schema van het hoortoestel van figuur 6; figuur 8 een eerste uitvoeringsvorm van een uitbreidingseenheid volgens de uitvinding voor gebruik met een hoortoestel; figuur 9 een tweede uitvoeringsvorm van een uitbreidingseenheid volgens de uitvinding voor gebruik met een hoortoestel; en 30 figuur 1OA-G opeenvolgende stadia van vervaardiging van een in-het-oordeel conform een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding.
De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. In het bijzonder kunnen sommige dimensies terwille van de duidelijkheid in meer of mindere mater overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel 35 mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
-14-
In figuur 1 is schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een hoortoestel 1 volgens de uitvinding weergegeven. Het toestel 1 omvat en toestelhuis 10 dat achter het oor 2 wordt gedragen, zie ook figuur 2, en een in-het-oor-deel 20 dat in de gehoorgang 2 van de gebruiker wordt ontvangen, zie ook figuur 3. Het in-het-oor-deel 20 omvat aan een 5 proximale zijde een microfoon 21 om omgevingsgeluid op te vangen en aan een distale zijde een geluidsuitgang 22, zie figuur 4 en 5, om door een luidspreker 23 ontwikkeld geluid aan een trommelvlies van de gebruiker af te geven. De luidspreker 23 is daarbij eveneens in het in-het-oor-deel 20 ondergebracht. Tussen de geluidsuitgang 22 en de luidspreker 23 bevindt zich bij voorkeur een, niet nader getoonde, cerumenprotectie om 10 eventueel in de gehoorgang afgescheiden cerumen in te vangen en eventueel te bufferen zodat dit de werking van de luidspreker niet aantast. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om een lokale verbreding, bocht of obstakel in een geluidsgang tussen de luidspreker 23 en de geluidsuitgang 22 die cerumen althans tijdelijk blokkeert of invangt.
15 Het toestelhuis 10 biedt plaats aan een elektronische voedingsbron 12 en een digitale bewerkingsinrichting 13 die in staat is een door de microfoon 21 afgegeven geluidssignaal te bewerken en daarbij al of niet selectief te versterken om het aldus bewerkte en eventueel versterkte signaal aan de luidspreker 23 af te geven. Als voedingsbron 12 kan een gangbare, al of niet herlaadbare knoopcel- of andere batterij 20 worden toegepast, ofwel worden uitgegaan van een herlaadbare condensator, in het bijzonder een ultra-condensator die hierna nader zal worden beschreven. In het geval van een herlaadbare voedingsbron, wordt met voordeel uitgegaan van een gemakkelijk hanteerbaar accu-pack dat afzonderlijk kan worden afgenomen om extern te worden herladen en eventueel direct kan worden verwisseld voor een reeds volledig opgeladen 25 exemplaar. Hierdoor blijft het toestel steeds bedrijfsgereed.
Eventueel kunnen in het toestelhuis 10 één of meer verdere microfoons 11 worden voorzien die additionele ingangssignalen aan de bewerkingsinrichting afgeven om een verbeterd ruimtelijk geluidsbeeld en een verhoogde richtingsgevoeligheid te verkrijgen 30 en het omgevingsgeluid natuurgetrouwer aan de gebruiker af te geven. Het toestelhuis 10 kan daarnaast zijn uitgerust met bedieningsorganen zoals een aan/uit schakelaar 13 en een volumeknop 14 opdat de gebruiker het toestel naar wens in of uit kan schakelen en naar wens afkan stellen. Voor diepergaande wijzigingen in de instellingen van het toestel, met name het instellen van een bewerkingsprofiel of karakteristiek van de 35 bewerkingsinrichting, omvat het toestelhuis bovendien een programmeerconnector 15 -15- die kan worden gekoppeld aan specifieke programmeerapparatuur van bijvoorbeeld een onderhoudsmonteur of een audicien.
Het in-het-oor-deel 20 en het toestelhuis 10 zijn door middel van een elektronische 5 verbinding in de vorm van een verbindingssnoer 30 onderling verbonden. Het verbindingssnoer 30 omvat in dit voorbeeld een aantal aderparen, enerzijds voor een elektrische voeding van de elektronische componenten in het in-het-oor-deel 20 al of niet rechtsreeks vanuit de batterij 12 en anderzijds voor de signaaloverdracht tussen de componenten van het toestelhuis en de componenten in het in-het-oor-deel. Desgewenst 10 kan daarbij worden uitgegaan van een losneembaar snoer dat aan één of beide zijden met een geschikte connector in het betreffende deel 10,20 van het hoortoestel steekt en dat aldus bijvoorbeeld qua lengte en kleur op de gebruiker kan worden afgestemd.
Het toestelhuis 10 is voorzien van een verwisselbare buitenmantel 16 opdat ook dit deel 15 van het hoortoestel bijvoorbeeld qua kleur aan de gebruiker kan worden aangepast.
Bovendien dekt de buitenmantel 16 de programmeerconnector 15 af zodat deze minder kwetsbaar is voor inwerking van vocht en vuil van buitenaf. De bedieningsschakelaar 13 en volumeknop 14 worden, evenals een eventuele extra microfoon 11 in het toestelhuis, door de buitenmantel vrijgelaten zodat deze rechtstreeks bereikbaar blijven voor de 20 gebruiker.
De geluidskwaliteit van het hoortoestel staat of valt met een goede passing van het in-het-oor-deel 20 in het oor van de gebruiker. Een aanrakingsvlak tussen het in-het-oor-deel 20 en de gehoorgang is daarom bij voorkeur nauwkeurig aangepast aan de 25 natuurlijke anatomie van de gehoorgang. Om niettemin een min of meer standaard onderdeel voor het in-het-oor-deel te kunnen toepassen, hetgeen vanuit logistiek en fabricagetechnisch oogpunt wenselijk is, is het in-het-oor-deel 20 opgenomen in een afzonderlijk buitenmantel 25 die in staat en ingericht is om bij plaatsing rondom akoestisch althans nagenoeg afsluitend aan te liggen op een wand van de gehoorgang.
30
Daarbij kan voor de buitenmantel 25 worden uitgegaan van een vormvast en vaak relatief hard maatstuk, bijvoorbeeld van een onder invloed van al of niet zichtbaar licht hardende kunststof, dat door een oortechnicus op maat wordt aangemeten, zoals in de uitvoeringsvorm van figuur 4. Aan een distaai zijde is de buitenmantel voorzien van de -16- geluidsuitgang 22. Om het in-het-oordeel desgewenst gemakkelijk uit het oor te kunnen nemen, kan daaraan een trekkoordje 24 worden voorzien, zie ook figuur 10G.
5 In plaats van een dergelijk relatief hard, conventioneel materiaal, kan ook een relatief zachte, en enigszins vervormbare kunststof voor een op maat te maken buitenmantel 25 worden toegepast. Ook hierbij wordt de buitenmantel 25 nauwkeurig aangemeten aan de natuurlijke anatomie van de gebruiker. Voor wat betreft de daarvoor toepasbare kunststof kan bijvoorbeeld worden uitgegaan van polyurethaan of een thermoplastisch 10 rubber zoals siliconen- of ander kunstrubber. Daarbij wordt met voordeel een bio- compatibele kunststof toegepast die onder invloed van de lichaamstemperatuur zachter wordt en in staat is zich dan te zetten naar de natuurlijke anatomie van de gehoorgang.
In het bijzonder kan daarbij worden gekozen voor een gel-achtige kunststof. Een trekkoordje kan bij een dergelijke zachte maataanpassing worden voorzien, in het 15 bijzonder in de vorm van een monolytische verlenging van de buitenmantel die als een integraal geheel daaraan wordt gevormd.
Een uitvoeringsvoorbeeld van een werkwijze volgens de uitvinding voor het vervaardigen van een hoortoestel met een dergelijke op maat gemaakte buitenmantel is 20 in figuur 10A-10G in opeenvolgende stadia weergegeven. Daarbij wordt, zie figuur 10A, een beeltenis van het oor genomen, ten minste op de plaats waar het in-het-oordeel 20 zal worden gedragen. Het kan hierbij gaan om een rechtstreekse interne digitale scan van het oor of, zoals hier, om een contactafdruk 91 die op betrekkelijk conventionele, en daarom voor een gemiddelde vakman genoegzaam bekend veronderstelde wijze wordt 25 gerealiseerd. Nadat deze contactafdruk voldoende is uitgehard om de gewenste vormvastheid te verkrijgen, wordt deze uit het oor genomen, zie figuur 10B.
Bij gebruik van een relatief rigide in-het-oordeel 20 van een hoortoestel wordt de gehoorgang enigszins gedilateerd en vervormd. Daarom zal alleen bij een grote, relatief 30 ruime gehoorgang de oorafdruk 91 nauwkeurig overeenkomen met de werkelijke vorm van de gehoorgang nadat een dergelijk lichaam is ingebracht. Voor een betrouwbare maataanpassing dient daarom deze dilatatie en vervorming te worden opgenomen en in het model verwerkt. Hiertoe wordt een in hoofdzaak vormvast paslichaam 92 in het oor gebracht, zie figuur 10C, en worden passingsgegevens daarvan verzameld. Het 35 paslichaam is in bijvoorbeeld een lege of massieve module zoals ook het in-het-oordeel -17- 20, maar is voorzien van specifieke markeringen 93 en een manipuleersteel 94. Door het paslichaam op verschillende wijzen in het oor te positioneren, zie figuur 10D, en de markeringen 93 op te nemen worden positiegegevens van het paslichaam 92 in het oor geregistreerd. Deze gegevens leveren informatie over de werkelijke dilatatie en 5 vervorming van het oor in het relevante gebiedsdeel 95, zie figuur 10E, tijdens het dragen van het in-het-oordeel 20 en geven aldus een beeld van de werkelijke passing van een dergelijk lichaam in dit deel 95 van het oor. Deze gegevens kunnen overigens zowel voorafgaand aan als navolgend op het nemen van de contactafdruk 91 worden verzameld.
10
In een volgende stap van de werkwijze wordt de oorafdruk 91 in het relevante gebied 95 gescand met behulp van een 3D-scanner, zie figuur 10F, zodat daarvan een nauwkeurige digitale representatie wordt verkregen die wordt ingevoerd in 3D-modeling software. Deze 3D-software wordt gebruikt om de digitale representatie van de ruwe afdruk in de 15 software digitaal "bij te snijden" en om een geluidsuitgang te creëren. Daarbij worden de verzamelde passingsgegevens van het paslichaam 92 gebruikt om de digitale representatie van de oorafdruk 91 te corrigeren.
Het maatgedeelte en de rest van de buitenmantel 25 van het in-het-oordeel 20, zoals 20 onder meer een trekkoordje 24 om het in-het-oordeel naderhand gemakkelijk uit het oor te kunnen verwijderen, worden vervolgens van eenzelfde materiaal, in één procesgang gemaakt. Dit kan op verschillende manieren. In de eerste plaats kan uit de eventueel bijgestelde digitale representatie van de gehoorgang rechtstreeks door middel van rapid prototyping het definitieve maatproduct worden gemaakt. Daarbij is behalve het 25 trekkoordje 24 tevens de geluidsuitgang 22 in het maatdeel 25 voorzien.
In plaats daarvan kan ook van uit de eventueel bijgestelde digitale representatie van de gehoorgang door middel van rapid prototyping een vormmal 96 worden gemaakt, zie figuur 10G. Deze mal omvat een negatieve vorm 97 van het gewenste product en wordt 30 gebruikt om in een vervolgstap daarin een flexibel kunststofrnateriaal te gieten dat voor het uiteindelijke maatproduct 25 wordt gebruikt. Vervolgens wordt een geschikt materiaal in de vormmal gegoten, om zo het uiteindelijke product 25 te vormen.
Weliswaar heeft de eerste methode vanuit fabricagetechnisch perspectief een voorkeur 35 omdat geen tussenstap met een vormmal noodzakelijk is, maar kunnen in de praktijk -18- nog niet alle kunststoffen aldus worden toegepast omdat sommigen zich vooralsnog niet lenen voor rapid prototyping. Het tweede procédé sluit daarentegen dicht aan tegen een conventionele wijze van vervaardiging van hoortoestellen zodat daarbij alle gangbare kunststoffen en materialen toepasbaar zijn.
5
In plaats van een nauwkeurig op maat aangemeten maatdeel kan voor wat betreft de buitenmantel 25 overigens ook de toevlucht worden genomen tot een standaard relatief zacht en vervormbaar hol lichaam dat, binnen relatief ruime grenzen, in staat is zichzelf naar de gehoorgang te zetten. Een voorbeeld hiervan is de uitvoeringsvorm van figuur 5. 10 Hierbij is een zogenaamde soft-tip van relatief zacht en vervormbaar materiaal, bijvoorbeeld van dezelfde soort als de hiervoor omschreven relatief zachte maat-aanpassing, voorzien van flexibele lamellen 26 die verend aansluiten op de gehoorgangwand en die aldus een aanzienlijke zetting naar de natuurlijke anatomie van de gebruiker toestaan. Daarbij kan worden volstaan met een beperkt aantal 15 standaardmaten waaruit kan worden gekozen al naar gelang de grootte van de gehoorgang van de gebruiker. Een trekkoordje kan ook hierbij, bijvoorbeeld in de vorm van een monolytische verlenging als één geheel aan de buitenmantel worden gevormd. De soft-tip omvat in zijn distale zijde de geluidsuitgang 22.
20 Aldus biedt de uitvinding een modulair hoortoestel dat weliswaar voornamelijk is opgebouwd uit standaard onderdelen maar niettemin in hoge mate kan worden afgestemd op de gebruiker. Het hoortoestel is daarbij verdeeld over twee delen, te weten een in-het-oor-deel en het toestelhuis dat achter het oor wordt gedragen, en biedt met deze hybride opzet zowel akoestische, elektronische als cosmetische voordelen.
25
Een tweede uitvoeringsvoorbeeld van het hoortoestel volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 6, waarbij uitsluitend de functionele delen 10,20,30 zijn getekend. Deze uitvoeringsvorm is in grote lijnen identiek aan die van het voorgaande voorbeeld en heeft dan ook dezelfde voordelen, zij het dat in dit voorbeeld voor wat 30 betreft de elektronische voedingsbron is uitgegaan van een ultra-condensator 40 in combinatie met een DC-DC omvormer 41. Onder een ultra-condensator wordt in dit verband een condensator verstaan met minimaal een energie-gewicht verhouding van circa 1.0 Wh/kg. In de praktijk ligt deze waarde voor de huidige generatie ultra-condensatoren circa tussen 1 en 10 Wh/kg.
35 -19-
Een dergelijke ultra-condensator wordt door middel van halfgeleidertechnologie of micro-machining vervaardigd en omvat een groot aantal minuscule diëlektrische pilaartjes die onderling evenwijdig van een substraat uitgaan met een lengte vele duizenden malen groter dan hun diameter die niet meer dan enkele tientalen of hooguit 5 honderden nanometer bedraagt. Aldus kan op een relatief klein oppervlak een aanzienlijke opslagcapaciteit voor elektrische lading worden verschaft die als voedingsbron voor het hoortoestel kan dienen. In dit voorbeeld is daarbij een ultra-condensator met kolommen uit koolstof toegepast met een netto-massa van circa 5 gram en een opslagcapaciteit van circa 23 mWh, bij een energie-gewichtsverhouding van 10 4,65.
De spanning over de ultra-condensator zal met de (bedrijfs)tijd (t) van het hoortoestel dalen naarmate meer lading wordt afgenomen. Om aan de elektronische componenten in het toestel niettemin tot een maximale bedrijfsduur (td) een vaste voedingsspanning te 15 kunnen afgeven, is de ultra-condensator door tussenkomst van de DC-DC omvormer aan de elektronica van het hoortoestel gekoppeld. Een dergelijke omvormer 41 is in staat om de in de tijd afnemende gelijkspanning van de ultra-condensator te ontvangen en steeds een althans nagenoeg vaste, lagere gelijkspanning af te geven. Deze werking is schematisch in figuur 7 getoond. De in de tijd (t) variabele uitgangsspanning Vc is ter 20 linkerzijde in de figuur aangegeven en wordt door middel van de omvormer 41 omgezet in een lagere maar stabiele voedingsspanning Vs. Aldus is met een ultra-condensator als voedingsbron bij het verbruik van de huidige generatie hoortoestellen een acceptabele bedrijfsduur haalbaar.
25 De condensator kan vervolgens schier onbeperkt en relatief snel worden bijgeladen of herladen door middel van een daartoe voorziene laadaansluiting 42 en een daarop afgestemde, niet nader getoonde laadinrichting. Hierbij kan worden uitgegaan van een bedrade aansluiting van de laadinrichting, in welk geval daartoe een laadconnector in het toestelhuis zal zijn voorzien, of worden uitgegaan van een draadloze, inductieve 30 ladingsoverdracht door middel van een in het toestelhuis aangebracht inductief inkoppelelement dat in staat is lading af te nemen van een door de laadinrichting gegenereerd elektro-magnetisch inductieveld. Het laatste biedt behalve vanuit praktisch oogpunt ook voordelen van mechanische aard omdat aldus de voedingsbron van het hoortoestel volledig kan worden ingegoten en aldus hermetisch is afgesloten voor de 35 inwerking van vocht en vuil die de bedrijfsduur van de voedingsbron anders nadelig -20- zouden kunnen beïnvloeden. Daarnaast biedt een dergelijke opzet voordelen vanuit veiligheidsperspectief.
De functionaliteit van een hoortoestel 2 kan in belangrijke mate worden uitgebreid door 5 daaraan een, in dit voorbeeld processor-gestuurde, elektronische uitbreidingseenheid 50 te koppelen, zoals schematisch in figuur 8 is weergegeven. De onderlinge koppeling kan daarbij draadloos zijn, wat in de figuur tot uitdrukking is gebracht door een stippellijn 51, dan wel bedraad, aangegeven met een doorgetrokken lijn 52, in de vorm van een directe kabel- of snoerverbinding. De uitbreidingseenheid 50 kan bijvoorbeeld aan een 10 niet nader getoond halssnoer onzichtbaar, bijvoorbeeld op buikhoogte, onder de kleding worden gedragen.
In zijn meest rudimentaire vorm omvat de uitbreidingseenheid louter een steunvoeding van waaruit een herlaadbare voedingsbron van het hoortoestel 1 kan worden opgeladen. 15 Hiertoe wordt in het voorbeeld van figuur 8 uitgegaan van een (tijdelijke) directe verbinding 51, zoals een kabelverbinding of via laadcontacten waarop het toestel kan worden geplaatst, om de oplaadbare batterij of condensator van het hoortoestel 1 te voeden vanuit een, qua capaciteit, aanmerkelijk zwaardere, al of niet herlaadbare steunvoeding van de uitbreidingseenheid 50. Voor wat betreft de steunvoeding kan 20 bijvoorbeeld worden uitgegaan van een of meer al of niet herlaadbare AAA-batterijen of bovendien worden gekozen voor een netvoeding. In het laatste geval beschikt de uitbreidingseenheid over de daarvoor noodzakelijke aansluitingen en een geschikte, externe spanningsadapter. Bij toepassing van een of meer herlaadbare batterijen of accu’s in de uitbreidingseenheid wordt met voordeel uitgegaan van een accu-pack dat 25 als een geheel kan worden uit- of afgenomen om te worden verwisseld voor een vers, volledig geladen exemplaar. Het lege accu-pack kan vervolgens worden geladen in een extern laadstation, hetzij contactloos door middel van inductie hetzij via daartoe op beide delen voorziene laadcontacten, en is dan gereed voor een volgend gebruik.
30 Daarnaast dient de uitbreidingseenheid als poort (gateway) tussen het hoortoestel en verdere elektronische inrichtingen van uiteenlopende aard. Zo kan de uitbreidingseenheid worden gekoppeld aan een externe audio-bron, zoals een audio-speler 54, televisie 55, telefoon 56 of computer 57, om daarvan rechtstreeks, al of niet draadloos, een audiosignaal, in de figuur aangeduid met een muziekteken /3 61, in 35 elektronische vorm te ontvangen en bijvoorbeeld draadloos aan het hoortoestel 1 door te -21- geven. De data-overdracht kan daarbij steeds via een kabelverbinding 52 ofwel draadloos 51 plaatsvinden, al naar gelang het uitvoeringsniveau, dan wel op beide wijzen.
5 Tussen dergelijke randapparatuur 54..57 en de uitbreidingseenheid 50 kan daarbij bovendien een voedingslijn worden opgebouwd, in de figuur aangegeven met een batterij-teken 62 , om herlaadbare batterijen in de ene eenheid vanuit de andere te kunnen opladen. Daarnaast voegt de uitbreidingseenheid 50 headset-functionaliteit toe aan de (mobiele) telefoon 56 van de gebruiker. Hiertoe is de uitbreidingseenheid 10 voorzien van een microfoon 58 om spraak van de gebruiker op te vangen en naar het telefoontoestel 56 te leiden of voorziet de uitbreidingseenheid in een doorgeleiding van het door de microfoon 11,21 van het hoortoestel opgevangen geluid naar de telefoon 56. Een dergelijke extra microfoon 58 van de uitbreidingseenheid 50 kan daarnaast ook als extra opnemer voor het hoortoestel 1 worden ingezet, om de kwaliteit van het 15 hoorsignaal te bevorderen. Door een aantal van dergelijke microfoons als reeks in de uitbreidingseenheid toe te passen, kan bovendien een grote mate van richtingsgevoeligheid worden toegevoegd.
Om te voorzien in een draadloze signaaloverdracht, met name voor de uitwisseling van 20 audiosignalen en gegevens, is tussen de uitbreidingseenheid 50 en eventuele verdere apparatuur 54..57 vanuit compatibiliteits-oogpunt uitgegaan van een gestandaardiseerd protocol, zoals een standaard inffaroodprotocol, USB, WiFi, BlueTooth en dergelijke.
De uitbreidingseenheid beschikt hiertoe over de juiste interface. Tussen de uitbreidingseenheid 50 en het hoortoestel 1 is daarentegen uitgegaan van een 25 toegesneden, eigen protocol, waardoor de benodigde elektronica minder storingsgevoelig en omvangrijk is alsmede een geringere vermogensconsumptie behoeft, die respectievelijk de compactheid en levensduur van het hoortoestel ten goede komen. Ook de daarvoor benodigde interface is in de uitbreidingseenheid voorzien.
30 Verder is de uitbreidingseenheid uitgerust met een eigen elektronisch geheugen, typisch van de orde van enkele honderden Mb tot enkele tientallen Gb, met het oog op een persoonlijke gegevensopslag voor de gebruiker. Deze gegevens kunnen behalve voor de gebruiker leesbare gegevensbestanden ook muziek of multimediabestanden omvatten die dan via het hoortoestel kunnen worden beluisterd. Daarbij is uitgegaan van gangbaar 35 halfgeleidergeheugen, zoals (flash) EEPROM, dat een relatief geringe -22- vermogensconsumptie kent om de gegevens te bewaren. Voor een vlotte uitwisseling van deze en andere gegevens beschikt de uitbreidingseenheid 50 tevens over een gestandaardiseerde communicatie-interface voor gegevensuitwisseling in de vorm van een USB (Universal Serial Bus) of soortgelijke poort, wat in figuur 8 is aangeduid met 5 een overeenkomstig teken 63. Dezelfde interface kan worden benut voor het (bij)laden van een eigen voedingsbron in de uitbreidingseenheid en in eventueel daaraan gekoppelde overige randapparatuur.
Vanuit de uitbreidingseenheid kan de bewerkingsinrichting van het hoortoestel naar 10 wens worden geprogrammeerd en bij geregeld doordat de uitbreidingseenheid beschikt over een daarvoor noodzakelijke programmeerinterface die aan een programmeerconnector of -interface van het hoortoestel koppelbaar is. De daarvoor benodigde programmagegevens kunnen als firmware bestand, bijvoorbeeld vanuit de computer 57 en/of het Internet, in de uitbreidingseenheid worden geladen (download) en 15 op zijn beurt, gebruikmakend van de programmeerinterface, door de uitbreidingseenheid worden geladen (upload) in het hoortoestel. De gebruiker is aldus hiervoor niet afhankelijke van derden.
Een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een uitbreidingseenheid voor toepassing met een 20 hoortoestel is weergegeven in figuur 9. Daarbij is de uitbreidingseenheid in staat en ingericht om samen te werken met een overigens op zichzelf staande elektronische gastheerinrichting. De uitbreidingseenheid kan daartoe op de gastheerinrichting worden gestoken, al of niet bedraad daaraan worden gekoppeld of, zoals in dit voorbeeld, nagenoeg volledig zijn ondergebracht in een gestandaardiseerd insteeklichaam 75 voor 25 de gastheerinrichting. Het insteeklichaam 75 kan fysiek verschillende vormen aannemen variërend van een kaart of een module tot verscheidene vormen van staven en stekers, al naar gelang de specifieke standaard waaraan wordt beantwoord. Het insteeklichaam 75 wordt op gebruikelijke wijze in een daartoe in de gastheer- inrichting, zoals een PDA (Personal Digital Assistant) 59 of vergelijkbare hand-computer, een mobiele telefoon 30 56, een multimediaspeler 54 of een (laptop)computer, voorzien invoerslot gestoken en maakt vanaf dat moment zowel elektronisch als fysiek deel uit van de gastheerinrichting.
Voor wat betreft het lichaam 75 is hier uitgegaan van een zogenaamde Secure Digital 35 I/O (SDIO) kaart, maar in plaats daarvan kan ook de toevlucht worden genomen tot tal -23- van andere kaartformaten zoals die in gestandaardiseerde vorm beschikbaar zijn. Te denken valt daarbij bijvoorbeeld ook aan een Smart Card, zoals veelal in mobiele telefoons toegepast, een MM(Multi Media)-kaart, een PCMCLA(Personal Computer Memory Card International Association)-kaart, een Express-kaart, een CardBus-kaart of 5 een vergelijkbare kaart, al naar gelang de specifieke insteek-toepassing.
Een dergelijk insteeklichaam beschikt in het algemeen over elektrische contactvlakken waardoor een fysieke elektronische verbinding 52 tot stand wordt gebracht met de gastheerinrichting. Aldus is een onderlinge elektronische samenwerking mogelijk tussen 10 de op de kaart ondergebrachte uitbreidingseenheid en de elektronische inrichting waarin de kaart is gestoken. Zo wordt de uitbreidingseenheid bijvoorbeeld gevoed vanuit de gastheerinrichting, is daarmee gegevens- en signaaluitwisseling mogelijk en kan de uitbreidingseenheid 75 gebruik maken van perifere onderdelen van de gastheerinrichting, zoals bijvoorbeeld een luidspreker of microfoon. De 15 uitbreidingseenheid van dit voorbeeld kan, ondanks het bescheiden formaat daarvan, beschikken over althans nagenoeg dezelfde functies en mogelijkheden als uitbreidingseenheid 50 van figuur 8. De kaart 75 bevat daarbij zelf alle noodzakelijke componenten, met name voorzover die niet reeds in de elektronische gastheerinrichting 54,56,59 beschikbaar zijn.
20
In het bijzonder kan bijvoorbeeld een zender/ontvanger combinatie voor een specifiek draadloos protocol voor gegevensoverdracht met een hoortoestel op de insteekkaart 75 zijn ondergebracht. Hierdoor is het mogelijk om direct vanuit een ondersteunend apparaat (PDA, telefoon en dergelijke) een draadloze verbinding met het hoortoestel te 25 maken. Op deze wijze is het mogelijk om audio en data (instellingen) vanuit het aangesloten toestel direct naar het hoortoestel te versturen. De PDA of telefoon kan op deze wijze eveneens als bedieningselement cq. afstandsbediening fungeren. Eveneens zou het mogelijk zijn om het hoortoestel direct als headset voor telefoongesprekken te gebruiken zonder bijkomende apparatuur. Het insteekkaartje zou eveneens met een 30 geheugen en/of extra verwerkingscapaciteit (Digitale Signaal Processor) kunnen worden uitgerust.
Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot de gegeven -24- voorbeelden is beperkt, integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.
Zo is in het beschreven voorbeeld uitgegaan van een bescheiden secundair voeding in 5 het in-het-oor-deel van het hoortoestel, maar kan daarvan in de praktijk ook worden afgezien, waarbij de voeding geheel vanuit het toestelhuis plaatsvindt over een daartoe voorziene voedingsverbinding tussen beide delen van het toestel. Voor de voedingsbron is in het voorbeeld uitgegaan van een herlaadbare batterij. In plaats daarvan kan ook de toevlucht worden genomen tot een ‘normale’ eenmaal bruikbare (knoopcel) batterij of 10 kan worden uitgegaan van verwisselbare accupacks die eenvoudig kunnen worden uit-of afgenomen om tegen een volle te worden uitgewisseld en extern te worden geladen.
Andersom kan ook de bewerkingsinrichting in plaats van in het toestelhuis in het in-het-oor-deel worden ondergebracht, tezamen met de luidspreker en de microfoon, zodat 15 signaallijnen tussen beide delen van het toestel kunnen worden uitgespaard.
In het voorbeeld zijn bedieningsorganen en aansluitingen van het toestelhuis afgedekt door de daarover passende mantel. In plaats daarvan kan de mantel openingen laten ter plaatse van de bedieningsorganen en aansluitingen opdat deze steeds rechtstreeks 20 bereikbaar zijn. Ook kan geheel worden afgezien van een dergelijke losneembare mantel, waarbij de wand van het toestelhuis tevens de buitenmantel vormt. Aan de bedieningsknopjes kunnen bovendien, dankzij de toegepaste digitale techniek, diverse en meervoudige functies worden toegekend.
25 In plaats van achter het oor kan het toestelhuis ook worden aangepast om op, onder of zelfs voor het oor te worden gedragen, vergelijkbaar met een oorhanger, waarbij het uiterlijk esthetisch daarop kan worden afgestemd. Ook kan het toestelhuis desgewenst, al of niet vormgegeven als sierraad, om de hals worden gedragen, wat minder beperkingen oplegt aan het gewicht en de omvang daarvan.
30
In het getoonde voorbeeld beschikt de uitbreidingseenheid over een eigen microfoon. In plaats daarvan kan ook een koppeling tussen de uitbreidingseenheid en een microfoon van het hoortoestel worden voorzien waarbij dan een afzonderlijke microfoon in de uitbreidingseenheid achterwege kan blijven zonder in te boeten aan functionaliteit. Bij 35 een verdergaande miniaturisering van de toegepaste elektronica is ook denkbaar dat de -25- uitbreidingseenheid volledig of nagenoeg volledig in het toestelhuis worden geïntegreerd, waarbij alsdan een multi-functioneel hoortoestel wordt verkregen. In het getoonde voorbeeld voorziet de uitbreidingseenheid in een groot aantal extra functies. Het is echter mogelijk een uitbreidingseenheid met slechts een deel van deze functies uit 5 te rusten en ook is het mogelijk daaraan verdere functies toe te voegen. Aldus kan een uitbreidingseenheid in verschillende varianten worden uitgevoerd.
1033281

Claims (33)

1. Hoortoestel omvattende een toestelhuis, dat bestemd en ingericht is om buiten een oor van een gebruiker te worden gedragen en dat samenwerkt met een in-het-oor-S deel dat is voorzien van een geluidsuitgang en dat bestemd en ingericht is om althans in hoofdzaak in het oor van de gebruiker te worden ontvangen, en omvattende ten minste een elektrische voedingsbron, een microfoon, een luidspreker en een bewerkingsinrichting, om via de microfoon opgevangen geluid althans ten dele bewerkt via de luidspreker weer te geven en vanuit de geluidsuitgang aan een gehoororgaan van 10 de gebruiker af te staan met het kenmerk dat het in-het-oor-deel fysiek van het toestelhuis is gescheiden, dat althans de microfoon en de luidspreker tezamen met de geluidsuitgang in het in-het-oor-deel zijn ondergebracht en dat althans tijdens bedrijf tussen het toestelhuis en het in-het-oor-deel een elektronische verbinding aanwezig is.
2. Hoortoestel volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het in-het-oor-deel tevens de bewerkingsinrichting omvat.
3. Hoortoestel volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het toestelhuis een primaire voedingsbron omvat en dat het in-het-oor-deel van een secundaire 20 voedingsbron is voorzien.
4. Hoortoestel volgens conclusie 3 met het kenmerk dat ten minste één van de primaire en secundaire voedingsbron een condensator omvat, in het bijzonder een ultra-condensator. 25
5. Hoortoestel volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de elektronische verbinding een snoerverbinding omvat.
6. Hoortoestel volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de kabelverbinding aan ten 30 minste één uiteinde een connector omvat voor een losneembare verbinding met ten minste één van het toestelhuis en het in-het-oor-deel van het toestel.
7. Hoortoestel volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de elektronische verbinding een draadloze verbinding voor signaaloverdracht omvat. 35 1033281 -27-
8. Hoortoestel volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het in-het-oor-deel een inductief inkoppelelement omvat en het toestelhuis een inductief zendelement, die in staat zijn onderling samen te werken ten einde een elektrische voedingsstroom vanuit het toestelhuis naar het in-het-oor-deel althans tijdelijk te 5 onderhouden.
9. Hoortoestel volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het in-het-oor-deel is opgenomen in een afzonderlijk buitenmantel die in staat en ingericht is om rondom akoestisch althans nagenoeg afsluitend aan te liggen op een 10 wand van een gehoorgang van de gebruiker.
10. Hoortoestel volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de buitenmantel ten minste één flexibele lamel omvat om tegen de wand van de gehoorgang verend aan te liggen.
11. Hoortoestel volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de buitenmantel is aangemeten aan de natuurlijke anatomie van de gehoorgang.
12. Hoortoestel volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het toestelhuis is voorzien van ten minste één verdere microfoon. 20
13. Hoortoestel volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het toestelhuis is voorzien van een verwisselbare buitenschaal.
14. Hoortoestel omvattende ten minste één elektronische component en een 25 elektrische voedingsbron voor voeding van de ten minste ene elektronische component met het kenmerk dat de voedingsbron een ultra-condensator omvat, omvattende een capaciteit met, in volledig geladen toestand, een energie-gewicht verhouding meer dan circa 1.0 Wh/kg, in het bijzonder tussen circa 1 en 10 Wh/kg.
15. Hoortoestel volgens conclusie 14 met het kenmerk dat de ultra-condensator is gevormd uit een aantal althans in hoofdzaak parallel naast elkaar geplaatste langwerpige diëlektrische buisjes, in het bijzonder van koolstof, met een diameter van de orde van enkele tot enkele tientallen nanometer en een lengte die enkele duizenden tot enkele honderdduizenden malen groter is dan hun diameter. 35 -28-
16. Hoortoestel volgens conclusie 14 of 15 met het kenmerk dat een DC-DC omvormer is voorzien om een variabele gelijkspanning van de ultra-condensator te ontvangen en een althans nagenoeg vaste, lagere gelijkspanning af te geven en dat de ultra-condensator door tussenkomst van de DC-DC omvormer aan de ten minste ene 5 elektronische component is gekoppeld om daarover een althans nagenoeg stabiele gelijkspanning aan te leggen.
17. Hoortoestel volgens conclusie 14, 15 of 16 met het kenmerk dat de ultra-condensator is gekoppeld aan een inductief inkoppelelement om, tijdens bedrijf, een 10 extern aangelegd elektro-magnetisch inductieveld in te vangen en als laadstroom daarvan te ontvangen.
18. Hoortoestel omvattende een toestelhuis en ten minste één elektronische component met het kenmerk dat elektronische koppelingmiddelen zijn voorzien voor 15 koppeling met een al of niet processor gestuurde, draagbare externe uitbreidingseenheid.
19. Hoortoestel volgens conclusie 18 met het kenmerk dat de koppelingsmiddelen middelen omvatten voor draadloze signaaloverdracht overeenkomstig een eerste protocol voor draadloze communicatie tussen het hoortoestel en de uitbreidingseenheid 20 en dat de uitbreidingseenheid bovendien is uitgerust met middelen voor draadloze signaaloverdracht overeenkomstig een afwijkend, tweede protocol voor draadloze communicatie tussen de uitbreidingseenheid en een verdere inrichting.
20. Hoortoestel volgens conclusie 18 of 19 met het kenmerk dat daarin een 25 oplaadbare voedingsbron als voedingsbron is toegepast, dat de uitbreidingseenheid is voorzien van een verdere voedingsbron en dat de koppelingsmiddelen een voedingsverbinding omvatten voor voeding van de oplaadbare voedingsbron vanuit de voedingsbron van de uitbreidingseenheid.
21. Hoortoestel volgens conclusie 18, 19 of 20 met het kenmerk dat de uitbreidingseenheid is voorzien van ten minste één verdere microfoon.
22. Hoortoestel volgens één of meer der conclusies 18 tot en met 21 met het kenmerk dat de uitbreidingseenheid is voorzien van koppelingsmiddelen voor 35 signaaloverdracht van een externe audiobron om daarvan een audiosignaal te ontvangen -29- en dat de uitbreidingseenheid ingericht en in staat is om het audiosignaal aan het hoortoestel door te leiden.
23. Hoortoestel volgens één of meer der conclusies 18 tot en met 22 met het 5 kenmerk dat de uitbreidingseenheid is voorzien van opslagmiddelen voor elektronische gegevensopslag, in het bijzonder een elektronisch herschrijfbaar en uitleesbaar halfgeleidergeheugen zoals Flash EEPROM.
24. Hoortoestel volgens één of meer der conclusies 18 tot en met 23 met het 10 kenmerk dat de uitbreidingseenheid een gestandaardiseerde communicatie-interface voor gegevensuitwisseling met een al of niet draagbare computer omvat, in het bijzonder één omvattende een standaard interface voor gegevensuitwisseling, zoals een USB (Universal Serial Bus) poort of een Firewire aansluiting.
25. Hoortoestel volgens één of meer der conclusies 18 tot en met 24 met het kenmerk dat de uitbreidingseenheid is voorzien van een programmeer-interface welke in staat en ingericht is voor gegevensuitwisseling met een overeenkomstige programmeerinterface van het hoortoestel om de bewerkingsinrichting in te stellen.
26. Hoortoestel volgens één of meer der conclusies 18 tot en met 25 met het kenmerk dat de uitbreidingseenheid is verbonden met een halssnoer.
27. Hoortoestel volgens één of meer der conclusies 18 tot en met 25 met het kenmerk dat de uitbreidingseenheid in staat en ingericht is om met de elektronische 25 gastheerinrichting samen te werken.
28. Hoortoestel volgens conclusie 27 met het kenmerk dat de uitbreidingseenheid althans ten dele is ondergebracht in een van de gastheerinrichting handmatig losneembaar gestandaardiseerd insteeklichaam, in het bijzonder één uit een groep 30 omvattende een SDlO(Secure Digital Input Output)-kaart, een Smart Card, een MM(Multi Media)-kaart, een PCMCIA(Personal Computer Memory Card International Association)-kaart, een Express-kaart, een CardBus-kaart en vergelijkbare lichamen.
29. Uitbreidingseenheid zoals toepasbaar in het hoortoestel volgens één of meer der 35 conclusies 18 tot en met 28. -30-
30. Werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel met een in-het-oordeel dat ingericht en bestemd is om passend in een oor van een gebruiker te worden ontvangen, waarbij althans te bestemder plaatse een beeltenis van het oor wordt genomen en waarbij althans een buitenmantel van het in-het-oordeel van de beeltenis wordt afgeleid 5 met het kenmerk dat een digitale representatie van de beeltenis word gecreëerd, dat een althans in hoofdzaak vormvast paslichaam in het oor van de gebruiker wordt gebracht en daarvan passingsgegevens worden geregistreerd, dat de digitale representatie op basis van de passingsgegevens van het paslichaam indien nodig wordt bijgesteld en dat van de eventueel bijgestelde digitale representatie van de beeltenis althans de buitenmantel van 10 het in-het-oordeel getrouw wordt afgeleid.
31. Werkwijze volgens conclusie 30 met het kenmerk dat de beeltenis een contactafdruk omvat en dat door middel van een drie-dimensionale scan een digitale representatie van de afdruk wordt verkregen. 15
32. Werkwijze volgens conclusie 30 of 31 met het kenmerk dat althans de buitenmantel van het in-het-oordeel rechtstreeks vanuit de bijgestelde digitale representatie uit een geschikt uitgangsmateriaal wordt gevormd.
33. Werkwijze volgens conclusie 30 of 31 met het kenmerk dat op basis van de bijgestelde digitale representatie een vormmal uit een geschikt uitgangsmateriaal wordt gevormd en dat althans de buitenmantel van het in-het-oordeel in de vormmal wordt gevormd. 1033281
NL1033281A 2006-07-21 2007-01-25 Hoortoestel, uitbreidingseenheid en werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel. NL1033281C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033281A NL1033281C2 (nl) 2006-07-21 2007-01-25 Hoortoestel, uitbreidingseenheid en werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel.
JP2009520695A JP2009545201A (ja) 2006-07-21 2007-07-18 補聴器、拡張ユニット、および補聴器を製造するための方法
AU2007275950A AU2007275950A1 (en) 2006-07-21 2007-07-18 Hearing aid, expansion unit and method for manufacturing a hearing aid
US12/374,490 US8798294B2 (en) 2006-07-21 2007-07-18 Hearing aid, expansion unit and method for manufacturing a hearing aid
EP07793860A EP2050307A2 (en) 2006-07-21 2007-07-18 Hearing aid, expansion unit and method for manufacturing a hearing aid
PCT/NL2007/050359 WO2008010716A2 (en) 2006-07-21 2007-07-18 Hearing aid, expansion unit and method for manufacturing a hearing aid
BRPI0715205-1A BRPI0715205A2 (pt) 2006-07-21 2007-07-18 Dispositivo auxiliar de audição, unidade de expansão, e, método para fabricar um dispositivo auxiliar de audição
MX2009000742A MX2009000742A (es) 2006-07-21 2007-07-18 Audífono, unidad de expansión y método para fabricar un audífono.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032220A NL1032220C2 (nl) 2006-07-21 2006-07-21 Hoortoestel, uitbreidingseenheid en werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel.
NL1032220 2006-07-21
NL1033281A NL1033281C2 (nl) 2006-07-21 2007-01-25 Hoortoestel, uitbreidingseenheid en werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel.
NL1033281 2007-01-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1033281C2 true NL1033281C2 (nl) 2008-01-22

Family

ID=38957216

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033281A NL1033281C2 (nl) 2006-07-21 2007-01-25 Hoortoestel, uitbreidingseenheid en werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US8798294B2 (nl)
EP (1) EP2050307A2 (nl)
JP (1) JP2009545201A (nl)
AU (1) AU2007275950A1 (nl)
BR (1) BRPI0715205A2 (nl)
MX (1) MX2009000742A (nl)
NL (1) NL1033281C2 (nl)
WO (1) WO2008010716A2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN111917819A (zh) * 2020-06-11 2020-11-10 杭州爱听科技有限公司 一种利用移动终端智能调节助听器的方法

Families Citing this family (67)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8494195B2 (en) * 2007-02-07 2013-07-23 Starkey Laboratories, Inc. Electrical contacts using conductive silicone in hearing assistance devices
US8385573B2 (en) * 2007-09-19 2013-02-26 Starkey Laboratories, Inc. System for hearing assistance device including receiver in the canal
US8867765B2 (en) 2008-02-06 2014-10-21 Starkey Laboratories, Inc. Antenna used in conjunction with the conductors for an audio transducer
US8116495B2 (en) * 2008-03-31 2012-02-14 Starkey Laboratories, Inc. Reinforced earbud device, system and method
CA2639555A1 (en) 2008-08-11 2008-12-15 Hyman Ngo High definition litho applique and emblems
US8781141B2 (en) 2008-08-27 2014-07-15 Starkey Laboratories, Inc. Modular connection assembly for a hearing assistance device
WO2010034337A1 (en) * 2008-09-23 2010-04-01 Phonak Ag Hearing system and method for operating such a system
KR20110069134A (ko) 2008-10-10 2011-06-22 비덱스 에이/에스 맞춤형 탄성 컴포넌트를 갖는 보청기를 제조하는 방법
US8625830B2 (en) 2008-12-02 2014-01-07 Phonak Ag Modular hearing device
US20100150386A1 (en) * 2008-12-16 2010-06-17 Starkey Laboratories, Inc. Universal serial bus interfaces for a hearing aid
US8798299B1 (en) 2008-12-31 2014-08-05 Starkey Laboratories, Inc. Magnetic shielding for communication device applications
WO2010104950A1 (en) * 2009-03-11 2010-09-16 Stavros Basseas On-site, custom fitted hearing equalizer
KR101306566B1 (ko) * 2009-04-06 2013-09-09 비덱스 에이/에스 보청기 및, 이러한 보청기의 2개의 부품 사이에서 통신을 행하는 방법
US9002047B2 (en) * 2009-07-23 2015-04-07 Starkey Laboratories, Inc. Method and apparatus for an insulated electromagnetic shield for use in hearing assistance devices
EP2293600B1 (en) * 2009-07-27 2017-04-26 Sivantos Pte. Ltd. A processing unit and a receiving unit for a hearing aid device and a hearing aid device
US8538033B2 (en) * 2009-09-01 2013-09-17 Sonic Innovations, Inc. Systems and methods for obtaining hearing enhancement fittings for a hearing aid device
EP2466912B1 (en) 2009-09-21 2013-06-26 Oticon A/S Listening device with a rechargeable energy source adapted for being charged through an ITE-unit, use and method of manufacturing thereof
US8958590B2 (en) * 2009-09-21 2015-02-17 Oticon A/S Listening device with a rechargeable energy source adapted for being charged through an ITE-unit, or a connector connectable to, or a connector of, a BTE-unit
AU2010206088A1 (en) * 2009-09-21 2011-04-07 Oticon A/S A listening device with a rechargeable energy source adapted for being charged through an ITE-unit or a connector connectable to a BTE-unit
US8019092B2 (en) * 2009-10-27 2011-09-13 Savannah Marketing Group Inc. Aural device with white noise generator
WO2011110218A1 (en) * 2010-03-09 2011-09-15 Widex A/S Two part hearing aid with databus and method of communicating between the parts
US8462973B2 (en) * 2010-05-17 2013-06-11 W.L. Gore & Associates, Inc. Ear fitting
DE102010021173A1 (de) 2010-05-21 2011-11-24 Siemens Medical Instruments Pte. Ltd. Hörvorrichtung mit passiver, tief im Gehörgang sitzender Einheit
WO2011159349A1 (en) * 2010-06-14 2011-12-22 Audiotoniq, Inc. Hearing aid system
US9167339B2 (en) 2010-07-07 2015-10-20 Iii Holdings 4, Llc Hearing damage limiting headphones
US8638965B2 (en) 2010-07-14 2014-01-28 Starkey Laboratories, Inc. Receiver-in-canal hearing device cable connections
US8515110B2 (en) 2010-09-30 2013-08-20 Audiotoniq, Inc. Hearing aid with automatic mode change capabilities
US8693719B2 (en) 2010-10-08 2014-04-08 Starkey Laboratories, Inc. Adjustment and cleaning tool for a hearing assistance device
US10687150B2 (en) 2010-11-23 2020-06-16 Audiotoniq, Inc. Battery life monitor system and method
US8442253B2 (en) 2011-01-26 2013-05-14 Brainstorm Audio, Llc Hearing aid
DE102011014341A1 (de) * 2011-03-18 2012-09-20 GM Global Technology Operations LLC (n. d. Gesetzen des Staates Delaware) Kraftfahrzeugschlüssel und Verfahren zum Betreiben eines Kraftfahrzeugschlüssels
US9049526B2 (en) 2011-03-19 2015-06-02 Starkey Laboratories, Inc. Compact programming block connector for hearing assistance devices
US9398362B2 (en) 2011-04-05 2016-07-19 Blue-Gear, Inc. Universal earpiece
NL2007136C2 (nl) 2011-07-18 2013-01-21 Exsilent Res Bv Luisterondersteuningsinrichting, in het bijzonder een hoortoestel, alsmede een samendrukbare huls voor toepassing daarmee.
CN102413410A (zh) 2011-12-16 2012-04-11 江苏贝泰福医疗科技有限公司 数字式助听器
US8638960B2 (en) 2011-12-29 2014-01-28 Gn Resound A/S Hearing aid with improved localization
US10492009B2 (en) 2012-05-07 2019-11-26 Starkey Laboratories, Inc. Hearing aid with distributed processing in ear piece
US9049515B2 (en) * 2012-10-08 2015-06-02 Keith Allen Clow Wireless communication device
US9338561B2 (en) 2012-12-28 2016-05-10 Gn Resound A/S Hearing aid with improved localization
US9148733B2 (en) 2012-12-28 2015-09-29 Gn Resound A/S Hearing aid with improved localization
US9148735B2 (en) 2012-12-28 2015-09-29 Gn Resound A/S Hearing aid with improved localization
US20140307905A1 (en) * 2013-04-15 2014-10-16 Ron Jerome Leavitt Hearing Aid
US9100762B2 (en) 2013-05-22 2015-08-04 Gn Resound A/S Hearing aid with improved localization
US9906879B2 (en) 2013-11-27 2018-02-27 Starkey Laboratories, Inc. Solderless module connector for a hearing assistance device assembly
US9913052B2 (en) 2013-11-27 2018-03-06 Starkey Laboratories, Inc. Solderless hearing assistance device assembly and method
US9628922B2 (en) 2014-02-24 2017-04-18 Gn Hearing A/S Hearing aid radio power supply
US9432778B2 (en) 2014-04-04 2016-08-30 Gn Resound A/S Hearing aid with improved localization of a monaural signal source
WO2016015744A1 (en) 2014-07-28 2016-02-04 Advanced Bionics Ag Sound processor module
NL2014433B1 (nl) * 2015-03-10 2016-10-13 Exsilent Res Bv Persoonlijke gehoorinrichting, in het bijzonder een hoortoestel.
WO2017043688A1 (ko) * 2015-09-09 2017-03-16 주식회사 사운드브릿지 이어커낼 마이크가 내장된 블루투스 이어셋 및 이의 제어방법
US10034105B2 (en) * 2016-01-04 2018-07-24 Starkey Laboratories, Inc. Article with internal light source for fitting in-situ and related devices and methods
EP3273703B1 (en) * 2016-07-19 2019-10-02 Starkey Laboratories, Inc. Modular hearing device
WO2018080924A1 (en) * 2016-10-27 2018-05-03 Starkey Laboratories, Inc. Power management shell for ear-worn electronic device
WO2018117997A1 (en) * 2016-12-20 2018-06-28 Williams Todd Edward Active earmolds
DK3343955T3 (en) * 2016-12-29 2022-08-29 Oticon As Anordning til et høreapparat
US11716580B2 (en) 2018-02-28 2023-08-01 Starkey Laboratories, Inc. Health monitoring with ear-wearable devices and accessory devices
US10939216B2 (en) 2018-02-28 2021-03-02 Starkey Laboratories, Inc. Health monitoring with ear-wearable devices and accessory devices
US20190268705A1 (en) 2018-02-28 2019-08-29 Starkey Laboratories, Inc. Modular hearing assistance system
US10798497B2 (en) * 2018-07-03 2020-10-06 Tom Yu-Chi CHANG Hearing aid device and a system for controlling a hearing aid device
US10911878B2 (en) 2018-12-21 2021-02-02 Starkey Laboratories, Inc. Modularization of components of an ear-wearable device
CN109769167A (zh) * 2019-01-05 2019-05-17 深圳市韶音科技有限公司 骨传导扬声装置
CN109547906B (zh) 2019-01-05 2023-12-08 深圳市韶音科技有限公司 骨传导扬声装置
CN109788386B (zh) * 2019-01-05 2024-01-26 深圳市韶音科技有限公司 骨传导扬声装置及其耳挂的制造方法
WO2021041843A1 (en) 2019-08-30 2021-03-04 Starkey Laboratories, Inc. Hearing instruments with receiver positioned posterior to battery
US11044564B2 (en) 2019-09-30 2021-06-22 Sonova Ag Hearing systems and methods for operating a hearing system
US20220353624A1 (en) * 2019-10-31 2022-11-03 Starkey Laboratories, Inc. Ear-worn electronic system employing cooperative operation between in-ear device and at-ear device
US11864915B2 (en) 2020-03-26 2024-01-09 Starkey Laboratories, Inc. Ear-worn electronic system employing wireless powering arrangement for powering an in-ear component during sleep

Family Cites Families (42)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2406218A1 (de) 1974-02-09 1975-08-21 Micro Technic Hueber & Co Hoerhilfsgeraet fuer hoerbehinderte oder schwerhoerige
JPS5222403A (en) * 1975-08-13 1977-02-19 Seiko Epson Corp Hearing aid
CH644484A5 (en) * 1979-04-03 1984-07-31 Phonak Ag Device for inductive reception of audio signals with a hearing-aid
US4291203A (en) * 1979-09-11 1981-09-22 Gaspare Bellafiore Hearing aid device
NL8400925A (nl) * 1984-03-23 1985-10-16 Philips Nv Hoorapparaat, in het bijzonder achter-het-oor hoorapparaat.
DE4041105A1 (de) * 1990-12-21 1992-06-25 Toepholm & Westermann Verfahren zum herstellen von individuell an die konturen eines ohrkanals angepassten otoplastiken oder ohrpassstuecken
JPH0555734U (ja) 1991-12-25 1993-07-23 三菱電機株式会社 タップ
NZ256329A (en) 1992-09-18 1997-05-26 Pinnacle Research Inst Inc Dry pre-unit for capacitor power pack: manufacturing method
JPH089996Y2 (ja) * 1993-09-20 1996-03-21 栄研株式会社 小形耳掛け式集音器
WO1995028817A1 (en) * 1994-04-15 1995-10-26 Multi-Line Designs, Inc. Hearing aid apparatus powered by capacitor
US5533130A (en) * 1994-08-15 1996-07-02 Staton; Ed Cosmetically disguised hearing aid
US5721783A (en) * 1995-06-07 1998-02-24 Anderson; James C. Hearing aid with wireless remote processor
US7010137B1 (en) * 1997-03-12 2006-03-07 Sarnoff Corporation Hearing aid
US7787647B2 (en) 1997-01-13 2010-08-31 Micro Ear Technology, Inc. Portable system for programming hearing aids
JP4354631B2 (ja) * 1997-07-18 2009-10-28 リザウンド コーポレイション 耳の後ろに取り付ける補聴器装置
US6205227B1 (en) * 1998-01-31 2001-03-20 Sarnoff Corporation Peritympanic hearing instrument
US6473513B1 (en) * 1999-06-08 2002-10-29 Insonus Medical, Inc. Extended wear canal hearing device
US6724902B1 (en) * 1999-04-29 2004-04-20 Insound Medical, Inc. Canal hearing device with tubular insert
US6310789B1 (en) * 1999-06-25 2001-10-30 The Procter & Gamble Company Dynamically-controlled, intrinsically regulated charge pump power converter
US6594370B1 (en) * 1999-07-16 2003-07-15 James C. Anderson Wireless personal communication apparatus in the form of a necklace
WO1999055131A2 (de) 1999-09-08 1999-11-04 Phonak Ag Energiespeivhereinheit, vorzugsweise für ein hörgerät, verfahren und vorrichtung zum aufladen der energiespeichereinheit
US6590986B1 (en) * 1999-11-12 2003-07-08 Siemens Hearing Instruments, Inc. Patient-isolating programming interface for programming hearing aids
US6533062B1 (en) * 2000-09-25 2003-03-18 Phonak Ag Production process for custom-moulded ear-plug devices
US6484842B1 (en) * 2000-09-25 2002-11-26 Phonak Ag Custom-molded ear-plug, and process for producing a custom-molded ear-plug device
EP1272001B1 (en) 2001-06-25 2005-01-19 Widex A/S A hearing aid with a capacitor having a large capacitance
US7110562B1 (en) * 2001-08-10 2006-09-19 Hear-Wear Technologies, Llc BTE/CIC auditory device and modular connector system therefor
US7139404B2 (en) * 2001-08-10 2006-11-21 Hear-Wear Technologies, Llc BTE/CIC auditory device and modular connector system therefor
US6775389B2 (en) * 2001-08-10 2004-08-10 Advanced Bionics Corporation Ear auxiliary microphone for behind the ear hearing prosthetic
AU2002218934A1 (en) 2002-01-21 2002-03-26 Phonak Ag Method for the reconstruction of the geometry of the inner surface of a cavity
GB0201574D0 (en) * 2002-01-24 2002-03-13 Univ Dundee Hearing aid
US7061749B2 (en) * 2002-07-01 2006-06-13 Georgia Tech Research Corporation Supercapacitor having electrode material comprising single-wall carbon nanotubes and process for making the same
US7062223B2 (en) * 2003-03-18 2006-06-13 Phonak Communications Ag Mobile transceiver and electronic module for controlling the transceiver
WO2004100608A2 (en) * 2003-04-03 2004-11-18 Sonic Innovations, Inc. Hearing device fitting system and self-expanding hearing device
US20050058313A1 (en) * 2003-09-11 2005-03-17 Victorian Thomas A. External ear canal voice detection
DE10344032A1 (de) 2003-09-23 2005-06-23 Schlegel, Udo D. Hörsystem verwendbar für schwerhörige Personen
US7302071B2 (en) * 2004-09-15 2007-11-27 Schumaier Daniel R Bone conduction hearing assistance device
US7471805B2 (en) * 2004-12-20 2008-12-30 Central Coast Patent Agency, Inc. Hearing aid mechanism
US7844065B2 (en) * 2005-01-14 2010-11-30 Phonak Ag Hearing instrument
US7804975B2 (en) * 2005-07-01 2010-09-28 Phonak Ag In-ear device
EP2033487B1 (en) * 2006-06-23 2013-03-20 GN Resound A/S A hearing aid with an elongate member
US8477978B2 (en) * 2006-11-27 2013-07-02 Anova Hearing Labs, Inc. Open fit canal hearing device
WO2009083007A2 (en) * 2007-12-27 2009-07-09 Gn Resound A/S Hearing instrument with a wall formed by a printed circuit board

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN111917819A (zh) * 2020-06-11 2020-11-10 杭州爱听科技有限公司 一种利用移动终端智能调节助听器的方法

Also Published As

Publication number Publication date
BRPI0715205A2 (pt) 2013-10-15
MX2009000742A (es) 2009-04-15
WO2008010716A2 (en) 2008-01-24
US20090262964A1 (en) 2009-10-22
AU2007275950A1 (en) 2008-01-24
JP2009545201A (ja) 2009-12-17
US8798294B2 (en) 2014-08-05
EP2050307A2 (en) 2009-04-22
WO2008010716A3 (en) 2009-01-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1033281C2 (nl) Hoortoestel, uitbreidingseenheid en werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel.
NL1032220C2 (nl) Hoortoestel, uitbreidingseenheid en werkwijze voor het vervaardigen van een hoortoestel.
US8265315B2 (en) Listening system comprising a charging station with a data memory
JP4384360B2 (ja) 半永久的に装着可能なカナル型聴覚装置
EP2898705B1 (en) Cic hearing device
CA2858644C (en) Digital hearing aid
US5606621A (en) Hybrid behind-the-ear and completely-in-canal hearing aid
US8625829B2 (en) Partially implantable hearing aid
CN112997510B (zh) 模块化入耳式设备
US20090252362A1 (en) Hearing device to be carried in the auricle with an individual mold
EP3996384A1 (en) Charger and charging system for hearing devices
EP1681904A1 (en) Hearing instrument
CN102334347A (zh) 牙骨传导听力装置
CN102640521A (zh) 用于通过骨传导进行声音传递的口腔内器械
CN101953175A (zh) 模块化听力器械
CN102461211A (zh) 头戴送受话器系统和方法
US20230179901A1 (en) Ear worn device
US20210211815A1 (en) Method for charging an electrical device worn in the ear canal, electrical device, charging module, and hearing system
US20050190937A1 (en) Pocket hearing aid
EP4262240A1 (en) Removable battery designs for custom hearing instruments
CN105163258A (zh) 一种数字助听器
De Filippo Hearing Aids

Legal Events

Date Code Title Description
PD2A A request for search or an international type search has been filed
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210201