NL1033097C1

NL1033097C1 - Bekledingssamenstelling.

Info

Publication number: NL1033097C1
Application number: NL1033097A
Authority: NL
Inventors: Celia Charlotte Taylor; David Elliot; Ralph Edward Chandler; Peter Mark Spiers; Gary Thomas Wren
Original assignee: Ici Plc
Priority date: 2005-12-21
Filing date: 2006-12-20
Publication date: 2007-06-25
Also published as: AU2006328980B2; GB0805049D0; US9249331B2; TWI410468B; TW200740940A; CA2603961C; MY140478A; CN1986714A; UY30054A1; US20110186781A1; GB0624741D0; GB2444011A; GB0805180D0; WO2007071331A3; EP1811000A3; CN1990612A; AU2006328980A1; RU2439107C2; CZ17634U1; DE202006019058U1

Description

a

Bekledingssamenstelling

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een be-kledingssamenstelling en een werkwijze voor het produceren van een bekledingssamenstelling.

Verven of vergelijkbare bekledingssamenstellingen zo-5 als lakken, vernissen of houtbeitsen worden door zowel de ervaren professionele schilder als de relatief onervaren doe-het-zelf-schilder gebruikt voor een verscheidenheid aan redenen. Gewoonlijk zijn deze het opfleuren van de omgeving en/of het overeen laten komen van de kleur van een 10 specifiek deel van het meubilair, de vloer of wandbedek-king en andere oppervlakken die men in gebouwen aantreft.

De kleur van een bekledingssamenstelling wordt vaak gedefinieerd in termen van de CIELAB-helderheidswaarde, L* daarvan, de CIELAB-kleurverzadigingswaarde, C*, daarvan 15 (chroma-waarde) en de CIELAB-kleurtoonwaarde, h. "CIE" staat voor de "Commission Internationale de l'Eclairage" en de CIELAB L*-, C*- en h-waarden zijn bekend en worden wijd en zijd gebruikt. L* is een maat voor de waargenomen helderheid van de kleur en de "chroma" of kleurverzadi-20 ging, C*, is een maat van de intensiteit van een kleur, d.w.z. de mate waarin het ofwel een pastelkleur of een sterke kleur of iets daartussen is. De "kleurtoon" h, is

103 3 097J

2 een maat voor hoe roodachtig, geelachtig, groenachtig of blauwachtig een kleur is.

De kleurtoon is gedefinieerd door de Commission Internationale de l'Eclairage (CIE) in de "International Vo-5 cabulary of Lighting", 4e Editie, CIE 17.4 (1987), ISBN

3900734070 als zijnde "het kenmerk van een visuele sensatie volgens welke een oppervlak vergelijkbaar lijkt te zijn met één van de waargenomen kleuren rood, geel, groen en blauw of een combinatie van twee van hen". De kleur-10 toonhoek definieert de positie van de kleurtoon in de CIE L*, a*, b*-kleurenruimte waar rood, geel, groen en blauw liggen onder hoeken van 0°, 90°, 180° en 270°. Wiskundig gezien is de CIE-kleurtoonhoek, h, gedefinieerd door: 15 h = arctan (b*/a*) waarbij a* en b* meten waar de kleur ligt op de respectieve opponerende rood-groene en geel-blauwe assen. Zij houden verband met de tristimuluswaarden X, Y en Z: 20 a* = 500 [X/Xn)A0,333-(Y/Yn)Λ0,333] b* = 200 [Y/Yn)Λ0,333-(Z/Zn)Λ0,333] waarbij Xn, Yn en Zn de tristimuluswaarden zijn voor de 25 referentie wit onder de relevante belichting (bijvoorbeeld D65 daglicht, noordelijke hemel).

Een andere gebruikelijke toegepaste maat van helderheid is de lichtreflectiewaarde ("Light Reflectance Value", LRV of Y) . Deze meet de helderheid op een andere 30 schaal dan L*, die overeenkomt met de fysische hoeveelheid zichtbaar licht gereflecteerd op een oppervlak.

Klanten kiezen een bekledingssamenstelling op basis van de vereisten van de ruimte waarin de bekledingssamenstelling moet worden gebruikt, waarbij die specifieke be-35 kledingssamenstelling is gedefinieerd door de helderheids-, kleurverzadigings- en kleurtoonwaarden.

3

Klanten willen vaak ruimten zo licht mogelijk maken, terwijl zij nog steeds gebruik willen maken van decoratieve kleuren. Dit is in het bijzonder het geval voor kleine donkere ruimten. Met de beperkte beschikbare ruimte voor 5 gebouwen en de daaruit volgende afname in kamerafmetingen is de kans groot dat klanten steeds meer zullen streven naar het lichter en ook kleurrijk maken van ruimten.

De bekende bekledingssamenstellingen zijn beperkt wat betreft hun LRV voor de specifieke vereiste kleurverzadi-10 ging en zijn daarom dientengevolge, als zij worden aangebracht op een oppervlak in de ruimte, beperkt in hoeverre zij kunnen bijdragen aan het lichter maken van de ruimte.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een bekledingssamenstelling die, als zij wordt aangebracht op 15 een oppervlak in een ruimte, de ruimte lichter maakt dan mogelijk is met de op dit moment beschikbare bekledingssamenstellingen met een vergelijkbare kleurverzadiging.

Zo wordt er volgens de uitvinding een gekleurde bekledingssamenstelling verschaft omvattende een witte ba-2 0 sisverf en ten minste één gekleurd pigment in een vorm die gemakkelijk kan worden gemengd met de witte basisverf, waarbij de witte basisverf een filmvormend polymeer, een vloeibare drager, één of meer dekkende witte pigmenten en één of meer vulstoffen omvat, waarbij de gekleurde bekle-25 dingssamenstelling een lichtreflectiewaarde van Y van minder dan 110 heeft en meer dan gedefinieerd door de vergelijking: Y = mC + K 30 waarbij 25 > C > 1,0 , waarbij C de kleurverzadiging van de gekleurde bekledingssamenstelling is, m en K empirische coëfficiënten zijn die worden gekozen afhankelijk van het type en het aantal van het type van het ten minste één ge-35 kleurde pigment en afhangen van de kleurtoonhoek van de bekledingssamenstelling.

* 4

Door het aanbrengen van een samenstelling met een LRV die, in droge toestand, in het hierboven gedefinieerde traject is, op een oppervlak in een ruimte, wordt de ruimte lichter gemaakt dan het geval zal zijn met de op dit 5 moment beschikbare bekledingssamenstellingen met een vergelijkbare kleurverzadigding.

De empirische constanten m en K worden gekozen afhankelijk van het type, d.w.z. organisch of anorganisch, en het aantal van het type gekleurde pigmenten, d.w.z. 1, 2 10 of 3 of meer en hangen af van de kleurtoonhoek van de gekleurde bekledingssamenstelling. Het zal duidelijk moeten zijn dat de term organisch ook metaal-organische ligand-pigmenten omvat.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding die een 15 kleurenzone A beschrijft, wordt de minimaal vereiste LRV van de gekleurde bekledingssamenstelling berekend met de empirische constanten m en K zoals gedefinieerd in Tabel 3.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding die een 20 kleurenzone B beschrijft, wordt de minimaal vereiste LRV van de gekleurde bekledingssamenstelling berekend met de empirische constanten m en K zoals gedefinieerd in Tabel 4. De minimale LRV voor het verkrijgen van een gekleurde bekledingszonde in kleurenzone A is hoger dan die vereist 25 voor kleurenzone B, d.w.z. kleurenzone B is een bredere zone.

Eén wijze voor het bereiken van een gekleurde bekledingssamenstelling in zone A vereist dat de witte basis-verf een minimale LRV van 93 heeft, de gekleurde bekle-30 dingssamenstellingen maximum van 0,015 gew.% lampzwartpig-ment heeft, berekend op het totale droge gewicht van gekleurde bekledingssamenstelling (berekend op een gebruikelijk vastestofgewichtspercentage van 50% voor dit type bekledingssamenstelling) en ofwel een maximum van twee orga-35 nische gekleurde pigmenten, ofwel een maximum van één anorganisch gekleurd pigment, ofwel een mengsel van één organisch pigment en één anorganisch pigment, waarbij het β 5 organische pigment in staat is een gekleurde bekledingssa-menstelling te produceren met een eerste kleurtoon en het anorganische pigment in staat is een gekleurde bekledings-samenstelling te produceren met een tweede kleurtoon, 5 waarbij de eerste en tweede kleurtonen met een maximale hoek van 20° zijn gescheiden, heeft. Als de bekledingssa-menstellingen binnen een verschil van 20° zijn, worden zij beschouwd als zijnde van een vergelijkbare kleurtoon.

Eén wijze voor het bereiken van een gekleurde bekle-10 dingssamenstelling in zone B vereist dat de witte basis-verf een minimale LRV van 93, de gekleurde bekledingssa-menstelling een maximum van 0,022 gew.% lampzwartpigment heeft, berekend op het totale droge gewicht van gekleurde bekledingssamenstelling (berekend op een gebruikelijk vas-15 testofgewichtspercentage van 50% voor dit type bekledingssamenstelling) en verder ofwel drie of meer organische gekleurde pigmenten in significante hoeveelheden, ofwel twee of meer anorganische gekleurde pigmenten in significante hoeveelheden, ofwel een mengsel van één organisch pigment 20 en één anorganisch pigment, waarbij het organische pigment in staat is een gekleurde bekledingssamenstelling te produceren met een eerste kleurtoon en het anorganische pigment in staat is een gekleurde bekledingssamenstelling te produceren met een tweede kleurtoon, waarbij de eerste en 25 tweede kleurtonen meer dan 20° van elkaar zijn gescheiden.

Het zal dus duidelijk zijn dat de minimaal vereiste LRV van de gekleurde bekledingssamenstelling voor het bereiken van kleurenzone A of B afhangt van de gebruikte gekleurde pigmenten.

30 De minimale LRV van 93 voor de witte basisverf kan worden bereikt door de keuze van de één of meer dekkende witte pigmenten en één of meer vulstoffen volgens de vergelijking : 6 F. (i-w). <y>pi9 Y^öel = A + -

w + (1 -w) .F

5 waarbij w de gewichtsfractie is van de vulstof, berekend op het totale gewicht van de één of meer dekkende witte pigmenten en één of meer vulstoffen, A en F empirische coëfficiënten zijn met de respectieve waarden van 0,785 en -0,0969, <Yeuft> de gewichtsgemiddelde lichtref lectiewaarde 10 is van de dekkende witte pigmenten van de één of meer vulstoffen en <Ypig> de gewichtsgemiddelde lichtreflectiewaarde is van de één of meer dekkende witte pigmenten, waarbij de gewichtsgemiddelde lichtreflectiewaarde worden gedefinieerd door de vergelijkingen: 15 lY \ - W'^ext en !y \_ ("x) 2>. ’ 20

Het is daarom mogelijk een witte basisverf te verkrijgen met de vereiste LRV door het overeenkomstig kiezen 25 van de witte pigmenten en vulstoffen.

Geschikte voorbeelden van witte pigmenten omvatten verschillende kwaliteiten titaandioxide verkregen via de schonere chlorideproductreroute in tegenstelling tot de enigszins vuilere kwaliteiten van de sulfaatwerkwijze. 30 Vanwege de LRV-waarde ervan zou ook bariumsulfaat kunnen worden gebruikt.

Geschikte vulmiddelen omvatten calciumcarbonaten van geprecipiteerde kwaliteit, direct gedolven calciumcarbonaten, magnesiumcalciumcarbonaten van schone kwaliteit (do-35 lomiet), gecalcineerde vermalen kleien van schone kwaliteit (aluminiumsilicaten) en magnesiumsilicaten van schone 7 gezuiverde kwaliteit. De kleien van vuilere kwaliteit die vaak worden gebruikt in verven, moeten worden vermeden.

In een andere uitvoeringsvorm kan, om te zorgen dat de gekleurde bekledingssamenstelling wordt gedefinieerd 5 binnen de kleurenzone A, de gekleurde bekledingssamenstelling een fotoluminescente verbinding omvatten die in staat is licht te emitteren in een specifiek deel van het zichtbare spectrum, zodat zij de kleurverzadiging van de gekleurde bekledingssamenstelling vergroot. De fotolumines-10 cente verbinding ("photoluminescent compound" (PLC) kan een optische bleekmaker, een fluorescerend pigment of een fosforescerend pigment zijn. Het zal duidelijk zijn dat het gebruik van de PLC voor het verkrijgen van de minimale vereiste LRV voor zone A niet afhangt van een minimaal LRV 15 van 93 van de witte basisverf.

Geschikte optische bleekmiddelen omvatten Ciba® Uvi-tex® NFW en Tinopal CBSX (van Ciba Speciality Chemicals PLC, Charter Way, Macclesfield, Cheshire SK10 2NX), en Eastobrite OBI [CAS 1533-45-5] (Easman Chemicals, PO Box 20 431, Kingsport TN 37662, USA) .

Geschikte fluorescerende pigmenten omvatten Chartreuse AFN 10 (Radiant Color NV, Europark 1046, B-3530

Houthalen, België), Invisible Blue S, Invisible Cyan S, Invisible Yellow S, Invisible Lemon S, Invisible Red S en 25 Invisible Red R (Glowbug Ltd. Lisle Lane, Ely, Cambs. CB7 4AS, UK), Cartax CXDP [CAS 10128-55-9] (Clariant UK Ltd. West Yorks., LS 18 4RP, UK), en Lumogen F570 (BASF pic, PO Box 4, Earl Road, Cheadle Hulme, Cheadle, Cheshire SK8 6QG) .

30 Geschikte fosforescente pigmenten omvatten met zware metalen gedoteerde strontiumaluminaten en gedoteerde zink-sulfides (van Lawrence Industries, PO Box 3000, Tamworth, Staffs. B79 7XJ). Anorganische fosforen hebben de voorkeur boven organische fosforen vanwege de kosten en de licht-35 vastheid, waarbij geschikte voorbeelden worden gegeven in "Inorganic Phosphors; Compositions, Preparation and Optical Properties) (anorganische fosforen; samenstellingen, 8 bereiding en optische eigenschappen), redactie W M Yen en M J Weber, ISBN 0849319498, CRC Press, publicatiedatum 25 juni 2004.

Het is daarom voordelig mogelijk om de kleurverzadi-5 ging van een gekleurde bekledingssamenstelling te vergroten door gebruik te maken van een PLC vanwege de emissie door fluorescentie of fosforescentie in hetzelfde deel van het zichtbare spectrum als het deel van het invallende licht dat preferent wordt gereflecteerd door de aanwezige 10 gekleurde pigmenten. Dit doet de noodzaak teniet om gebruik te maken van een grotere concentratie gekleurd pigment met de bijbehorende vermindering van de helderheid van de gekleurde bekledingssamenstelling vanwege het feit dat meer licht wordt geabsorbeerd door de gekleurde pig-15 menten. Omgekeerd is het mogelijk om een PLC te gebruiken om hetzelfde niveau aan kleurverzadiging te behouden en de concentratie aan gekleurd pigment te verminderen, zodat minder licht wordt geabsorbeerd en daardoor de LRV van de gekleurde bekledingssamenstelling toeneemt.

20 De PLC kan worden aangebracht als de bovenste heldere bekledingssamenstelling over een basisbekledingsamenstel-ling, maar de PLC kan ook in een vorm van een optisch bleekmiddel of fluorescent pigment worden gedispergeerd in de witte basisverf.

25 Door gebruik te maken van de hoeveelheden vulstof en wit pigment zoals gedefinieerd door de bovenstaande vergelijking, is het mogelijk een gekleurde bekledingssamenstelling te verschaffen die een hogere LRV heeft dan van de samenstellingen bekend in de techniek.

30 Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt er een werkwijze verschaft voor het produceren van een bekledingssamenstelling omvattende een witte basisverf en ten minste één gekleurd pigment in een vorm die gemakkelijk kan worden gemengd met de witte basisverf, waarbij de wit-35 te basisverf een filmvormend polymeer, een vloeibare drager, één of meer dekkende witte pigmenten en één of meer vulstoffen omvat, waarbij de gekleurde bekledingssamen- 9 stelling een lichtreflectiewaarde Y van minder dan 110 heeft en meer dan waarde gedefinieerd hieronder door Vergelijking 4, door keuze van de hoeveelheden vulstof en wit pigment zoals gedefinieerd in de onderstaande Vergelijking 5 1.

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt er een werkwijze verschaft voor het produceren van een bekle-dingssamenstelling omvattende een witte basisverf en ten minste één gekleurd pigment in een vorm die gemakkelijk 10 kan worden gemengd met een witte basisverf, waarbij de witte basisverf een filmvormend polymeer, een vloeibare drager, één of meer dekkende witte pigmenten en één of meer vulstoffen omvat, waarbij de gekleurde bekledingssa-menstelling een lichtreflectiewaarde Y van minder dan 110 15 heeft en meer dan de waarde gedefinieerd door de onderstaande Vergelijking 4, door het toevoegen van een fluorescent pigment dat in staat is licht te emitteren in een specifiek deel van het zichtbare spectrum, zodat het de kleurverzadiging van de gekleurde bekledingssamenstelling 20 vergroot.

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het produceren van een bekledingssamenstelling omvattende een witte basisverf en ten minste één gekleurd pigment in een vorm die gemakkelijk 25 kan worden gemengd met de witte basisverf, waarbij de witte basisverf een filmvormend polymeer, een vloeibare drager, één of meer dekkende witte pigmenten en één of meer vulstoffen omvat, waarbij de gekleurde bekledingssamenstelling een lichtref lectiewaarde Y van minder dan 110 en 30 meer dan de waarde gedefinieerd door de onderstaande Vergelijking 4 heeft, door het toevoegen van een fotolumines-cente verbinding die in staat is licht te emitteren in een specifiek deel van het zichtbare spectrum, zodat zij de kleurverzadiging van de gekleurde bekledingssamenstelling 35 vergroot.

10

De uitvinding zal nu bij wijze van voorbeeld worden beschreven met verwijzing naar Bijlage A en de bijgevoegde tekeningen waarin geldt:

Figuur 1 is een grafiek die de (LRV/K) versus (kleur-5 verzadiging vermenigvuldigd met (-m/K)) toont voor de gekleurde bekledingssamenstellingsvoorbeelden (zone A) en

Figuur 2 is een grafiek die de (LRV/K versus (kleurverzadiging vermenigvuldigd met (-m/K) ) toont voor de gekleurde bekledingssamenstellingsvoorbeelden (zone B).

10 Er wordt een gekleurde bekledingssamenstelling ge vormd door het samenmengen van een witte basisverf omvattende onder andere componenten, pigmenten en vulstoffen en een stabiele gekleurde pigmentdispersie die gemakkelijk met de witte basisverf kan worden gemengd. De gekleurde 15 bekledingssamenstellingen van Voorbeeld 1 tot 47 worden in Tabel 1 van Bijlage A gegeven. In Tabel 1 verwijst PLC naar een fotoluminescente verbinding, waarvan F een fluorescent pigment, O een optisch bleekmiddel en P een fosfo-rescerend pigment is. Tabel 1 identificeert ook het aantal 20 en het type van de gebruikte gekleurde pigmenten.

De pigmenten en vulstoffen van de witte basisverf worden gekozen volgens hun afzonderlijke LRV's zodat de lichtreflectiewaarde van de witte basisverf ofwel boven een minimale vereist is, in welk geval de witte basisverf 25 kan worden geclassificeerd als schoon (Voorbeelden 1 en 45) of onder een minimale vereiste, in welk geval de witte basisverf kan worden geclassificeerd als vuil (Voorbeeld 17) .

30 METING VAN DE LICHTREFLECTIEWAARDE

De lichtref lectiewaarde van de pigmenten en vulstoffen in poedervorm wordt als volgt gemeten:

Eerst wordt het poeder toegevoegd aan een ondiepe 35 schaal zodat het de schaal volledig opvult. Men heeft ontdekt dat de deksel van een verfblik van 250 ml een geschikt schaal is voor dit doel. De gevulde schaal wordt 11 vervolgens tussen twee vellen polymeerfilm ("Melinex"™, filmtype S, 19 micrometer dik) geplaatst en deze worden zo samengeniet dat de gevulde deksel nauwsluitend is ingeklemd tussen de twee vellen. De LRV van het poeder in de 5 schaal kan nu in een verticale oriëntatie tegen de stan-daardopening van een kleurenspectrofotometer worden gemeten. Hoewel de bovengenoemde werkwijze wordt gebruikt voor het meten van de LRV van de poeders, kan elke bekende werkwij ze voor het meten van de LRV worden gebruikt.

10 De LRV van de witte basisverven en de Kleurtoon,

Kleurverzadiging en LRV van gekleurde bekledingssamenstel-lingen worden van de gedroogde bekleding gemeten met een spectrofotometer.

15 BEREIDING VAN EEN WITTE BASISVERF (VOORBEELD 1)

De witte basisverf omvat de componenten en hoeveelheden zoals gedefinieerd in de onderstaande Tabel 2.

Tabel 2 2 0 ____^

Component Sub- Naam sub- Chemische naam Gew. LRV

compo- component sub-component % nent nr.

Vloeibare 1 Kraanwater Water 33,8 drager______ 2 Dispergeer- Waterige oplossing 0,2 middel van een ammoniumzout van een acrylpolymeer 3 Schuim on- Minerale-oliemengsel 0,1 derdrukJcend (siliconenvrij) toevoegsel ___ 4 Niet- Waterige oplossing 0,5 ionische op- van geëthoxyleerde pervlakte- alcoholen actieve stof ___ 5 Coalescerend Benzylalcohol 1,0 oplosmiddel ____ 12

Component Sub - Naam sub- Chemische n a am Gew. LRV

compo- component sub-component % nent nr.___ 6 Biocide Waterige oplossing 0,05 van izothiazolines en gehalogeneerde alco-holderivaten 7 Verdikkings- Natriumcarboxymethyl- 0,7 middel cellulose 8 Ammoniak 0,88 SG ammoniako- 0,04 plossing

Vulstof 9 Vulstof A Calciummagnesiumcar- 7,0 92,9 bo-naten van bekle-dings-kwaliteit

Vulstof 10 Vulstof B Calciummagnesiumcar- 8,6 93,6 bo-naten van bekle-dings-kwaliteit

Pigment 11 Pigment A Titaandioxiden van 14,7 98,1 be-kledingskwaliteit ___(rutiel)___

Pigment 12 Pigment B Dekkende styreen- 4,8 97,0 acrylcopolymeerlatex (30 gew.% vaste stof)

Filmvor- 13 Bindmiddel Acrylcopolymeerlatex 28,5 mend po- (53 gew.% vaste stot) lymeer filmvormend bij ka- ___mer- temperatuur___

Het zal duidelijk moeten zijn dat witte pigmenten worden onderscheiden van vulstoffen door een grotere LRV 5 (Y >95). Deze groep omvat anorganische verbindingen zoals titaandioxide en bariumsulfaat. De groep omvat ook dekkende polymere pigmenten zoals "Ropaque", verkrijgbaar van de 13

Rohm and Haas Company, 100 Independence Mall West, Philadelphia, PA, 19106-2399, USA.

De witte basisverf wordt als volgt bereid: 5

Eerst wordt een "dissolver"(een hogesnelheidsmenginrichting) (gebruikelijke afmetingen: diameter van 110 mm) geladen met 15 delen van het kraanwater. De roerder van de dissolver wordt ingesteld op lage snelheid (gewoonlijk 300 10 rpm) en sub-componenten 2 tot 6 worden toegevoegd, gevolgd door sub-componenten 9 tot 11. De roersnelheid wordt vervolgens verhoogd tot een hogere snelheid gewoonlijk 1500 rpm) en gedurende 10 minuten op die snelheid gehouden, zodat de componenten worden gedispergeerd. Er wordt een ver-15 dere 10 delen van het water toegevoegd om de gedispergeer-de componenten te verdunnen, gevolgd door het toevoegen van sub-component 7 en dispergeren bij hoge snelheid gedurende een verdere 20 minuten. Vervolgens worden een verdere vijf delen water toegevoegd. Naar dit preparaat wordt 20 verwezen als de maalpasta.

Vervolgens wordt sub-component 13 toegevoegd aan afzonderlijk mengvat (gebruikelijke bladgrootte: diameter van 150 mm) en wordt de roerder gestart (gebruikelijke roersnelheid: 500 rpm) . Vervolgens worden sub-componenten 25 12, 8, de maalpasta en 3,8 delen water achtereenvolgens aan het afzonderlijke mengvat toegevoegd en wordt de in-houd gedurende 10 minuten geroerd. Voor de duidelijkheid, het zal duidelijk moeten zijn dat de term "deel" betrekking heeft op het gewichtspercentage van de witte basis-30 verf en dat bijvoorbeeld 15 delen tapwater betrekking heeft op 15 gew.% van de witte basisverf. Men kan zien dat het totaal aantal delen water gelijk is aan 33,8, d.w.z. het gewichtspercentage aan water in de witte basisverf.

De witte basisverf van Voorbeeld 1 wordt zo bereid 35 dat het een LRV heeft die ten minste 93 is. Vulstoffen A en B en pigmenten A en B worden zo gekozen volgens hun LRV1s dat zij voldoen aan de minimale LRV-vereiste van de 14 witte basisverf. Deze keuze is gebaseerd op de onderstaande Vergelijking 1.

w.<Y>ext+ F. (1-w) . <Y>pig ^ Ymod el = A + ’

W + (1 - w) . F

Vergelijking 1 10 waarbij w de gewichtsfractie is van de vulstof, berekend op het totale gewicht van de één of meer dekkende witte pigmenten en de één of meer vulstoffen, A en F empirische coëfficiënten zijn met de respectieve waarden 0,785 en 15, -0,0969, <Yex t> de gewichtsgemiddelde lichtreflectiewaarde is van de één of meer vulstoffen en <Ypiff> de gewichtsgemiddelde lichtref lectiewaarde is van één of meer dekkende witte pigmenten, waarbij de gewichtsgemiddelde lichtre-flectiewaarden worden gedefinieerd door de onderstaande 20 vergelijkingen 2 en 3 (γ \ _ Σ/^'·^βχί iy \ 5>/-y* 25 *m)~ Σ". ' ( λ)__Σ^Γ

Vergelijking 2 Vergelijking 3

In dit in detail in Tabel 2 beschreven voorbeeld, 30 vormen de vulstoffen 15,6 gew.% van de witte basisverf en vormen de pigmenten 19,5 gew.% van de witte basisvërf en daarom is w gelijk aan 0,44.

Het toepassen van de gegevens van Tabel 2 op Vergelijkingen 2 en 3 geeft de gewichtsgemiddelde lichtreflec-35 tiewaarde van de één of meer vulstoffen en de één of meer dekkende witte pigmenten. Het invullen van deze waarde in Vergelijking 1 levert éen LRV (l^j) op van de witte ba- 15 sisverf van 95,4. De gemeten LRV van de witte basisverf is 95,6.

Zo kan men zien dat de vulstoffen en pigmenten specifiek zijn gekozen wat betreft zowel type als hoeveelheid 5 voor het creëren van een witte basisverf die een minimale LRV van 93 heeft.

BEREIDING VAN EEN GEKLEURDE BEKLEDINGSSAMENSTELLING (VOORBEELD 2) 10

De gekleurde bekledingssamenstelling volgens Voorbeeld 2 van Tabel 1 wordt bereid door het toevoegen en doorroeren van 0,0176 g van een organisch gekleurd pigment in de vorm van Cl Pigment Red 112 Monoazo (CAS 6535-46-2) 15 aan 1298 g (1 liter) van de witte basisverf van Voorbeeld 1. Het gekleurde pigment wordt verschaft in een stabiele dispersie (kleurmiddel) die makkelijk mengbaar is met de witte basisverf van Voorbeeld 1. Ook is het, als alternatief voor het doorroeren van het kleurmiddel, mogelijk het 2 0 kleurmiddel en de witte basisverf zo te schudden dat de gekleurde bekledingssamenstelling wordt geproduceerd.

De uitvinding heeft betrekking op een gekleurde bekledingssamenstelling met een LRV-waarde Y die kleiner is dan 110 en groter dan die gedefinieerd met de onderstaande 25 Vergelijking 4:

Y = mC + K

Vergelijking 4 30 C is de kleurverzadiging van de gekleurde bekledingssamenstelling en heeft als beperking: 25 > C > 1,0.

De empirische constanten m en K worden gekozen afhankelijk van het type, d.w.z. organisch of anorganisch, en 35 het aantal van de typen gekleurde pigmenten, d.w.z. één, twee, drie of meer, en hangen af van de kleurtoonhoek van de gekleurde bekledingssamenstelling.

16

Voor kleurzone A zijn m en K gedefinieerd volgens Tabel 3 en voor kleurzone B zijn m en K gedefinieerd volgens Tabel 4.

5 Tabel 3

TlenSY---- toon- ,

^Ir.· m_A k A

_0 -1.364 91,713 _10 -1.,356 91,952 20 -1,443 91.757 _30 -1,387 92,262 40 -1.305 92,703 _50 -1,209 93.071 _60 -1,113 93,440 _70 -1,017 93.808 80 -0,822 94.732 _90 -0.485 93,225 100 -0,330 92,357 110 -0,525 92,872 120 -0719 93.386 130 -0,919 93,803 140 -0.945 93,661 150 -0.970 93.520 160 -0,996 93,378 170 -1,034 93,238 180 -1,127 93,104 190 -1.220 92.971 200 -1,312 93.086 210 -1,513 92.208 220 -1.745 91330 230 -1980 90.509 240 -1,949 90.197 250 -1.919 89,886 260 -1,888 89,575 270 -1.858 89.263 280 -1,827 88,952 290 -1,797 88.641 300 -1,799 88,878 310 -1.840 89.482 320 -1.808 89.998 330 -1.450 91,389 340 -1,360 91,340 350 -1,362 91,526 360 -1,364 91>713 17

Tabel 4 "Kleurt—-- toön-

hoafc/ m B K B

0 -1,650 90,213 _10 -1,643 90,452 _20 -1.587 90,957 30 -1,581 87.462 40 -1.433 91,903 50 -1.337 92.271 _60 -1,267 89,640 _70 -1,145 93,008 80 -0.911 93.432 90 -0.553 92.425 100 -0,355 91.557 110 -0>558 88.072 120 -0,743 92.586 130 -1.006 93,003 140 -1.032 92,861 150 -1.057 92,720 160 -1.083 92.578 170 -1,131 92.438 180 -1,224 92.304 190 -1.317 92.171 200 -1,410 92,286 210 -1-643 91.408 220 -1,874 90.530 230 -2.169 89.709 240 -2.138 89,397 250 -2,145 86.086 260 -2.077 88.775 270 -2.047 88,463 280 -2.016 88.152 290 -1,985 87.841 300 -1,968 88.078 310 -2,009 88.682 320 -1,986 89J98 330 -1.806 89.889 340 -1.646 89.840 350 -1.648 90.026 360 -1.650 90,213~ 18

Het zal duidelijk moeten zijn dat de waarden van m en K bij kleurtoonhoeken liggen tussen die getoond in Tabellen 3 en 4 worden verkregen door lineaire interpolatie.

Zo definieert Vergelijking 4 twee minimale LRV's die 5 zijn vereist voor kleurenzones A en B, afhankelijk van het gebruikte type en aantal gekleurde pigmenten.

Na het bereiden van de witte basisverf van Voorbeeld 1 en vervolgens toevoegen van het gekleurde pigment, werden de LRV, kleurtoon en kleurverzadiging van de gekleurde 10 bekledingssamenstelling gemeten met een spectrofotometer en de resultaten worden, samen met de minimaal vereiste LRV voor de bekledingssamenstelling om in het traject gedefinieerd door Vergelijking 4 te zijn, gegeven in Tabel 5 van Bijlage A.

15 Om te bepalen of een bekledingssamenstelling wel of niet in de afgebakende zone gedefinieerd door Vergelijking 4 valt, worden de LRV, kleurverzadiging en kleurtoon gemeten. De minimaal vereiste LRV wordt berekend met Vergelijking 4, met de gemeten kleurverzadigingswaarde en de m- en 20 K-waarde die overeenkomen met de gemeten kleurtoonhoek gekozen uit ofwel Tabel 3, ofwel 4, afhankelijk van het feit of Zone A of Zone B van toepassing is. Als de gemeten LRV groter is dan de minimaal vereiste LRV en kleiner dan 110, valt de bekledingssamenstelling binnen de afgebakende zo-25 ne.

Men kan zien in Tabel 5 dat de gemeten LRV van de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 2 90,5 is en dat dit kleiner is dan 110 en groter dan de minimale LRV van 87,9 die is vereist volgens Vergelijking 4 (Zone A) 30 voor de kleurtoon en kleurverzadiging van de gekleurde bekledingssamenstelling.

De gekleurde bekledingssamenstelling valt in het traject gedefinieerd door Vergelijking 4 (Zone A) dankzij de keuze van één organisch gekleurd pigment in een signifi-35 cante hoeveelheid, zonder lampzwart pigment, en de keuze van de dekkende pigmenten en vulstoffen volgens Vergelij- 19 king 1 zodat de witte basisverf een LRV groter dan 93 heeft, d.w.z. het is een schone witte basisverf.

Om twijfel te vermijden geldt dat de term significant verband houdt met de hoeveelheid gekleurde pigment vereist 5 om significant afbreuk te doen aan de helderheid van de gekleurde bekledingssamenstelling, bij een specifieke kleurverzadiging. Of de hoeveelheid van het gekleurde pigment wel of niet significant wordt beschouwd, wordt bepaald door de hoeveelheid die is vereist om een kleurver-10 schil, delta E (CIE 1965, 10° waarnemer) van 2 verkrijgen voor een anorganisch pigment en 3,5 voor een organisch pigment. Hoeveelheden pigment onder deze niveaus worden niet significant beschouwd en vormen daarom geen pigment voor het doel van het bepalen van een aantal aanwezige 15 pigmenten voor de bepaling of kleurzone A of B van toepassing is voor de minimaal vereiste LRV.

Tabel 9 geeft de maximaal toegelaten hoeveelheden van de gekleurde pigmenten gebruikt in de witte basisverf van Voorbeeld 1 voordat zij significant afbreuk doen aan de 20 helderheid van de gekleurde bekledingssamenstelling. Deze hoeveelheid wordt gedefinieerd door de hoeveelheid gekleurd pigment dat de kleur van de bekledingssamenstelling verandert met de getoonde hoeveelheden. De kleurverandering wordt gekwantificeerd in termen van delta E voor de 25 standaard waarnemer onder 10° zoals gedefinieerd door de CIE in 1965 (zie bijv. "The Reproduction of Colour" (de reproductie van kleur) door R.W.G. Hunt, Wiley, 2004, ISBN 0470024259). Hierbij werden de niveaus voorspeld met de Kubelka-Munk-theorie en experimentele verstrooiing- en ab-30 sorptiecoëfficiënten voor de witte basisverf en gekleurde pigmenten (zie P. Kubelka en F. Munk, Zeits. f. techn. Physik, (12); 593-601, 1931). Zij zouden ook door experi menten kunnen worden verkregen.

20

Tabel 9

Gekleurd pig- Type Maximaal Voorspelde Voorspelde ment toegelaten niveau in niveau in kleurver- witte basis witte basis scbil (CIE van Voorbeeld van Voordelta 8(10° 1, beeld 1, _waarnemer)) gew.%__g/1_

Cl Pigment anorganisch 2 0,0026 0,034

Red 101_____

Cl Pigment anorganisch 2 0,0085 0,11

Yellow 42_____

Cl Pigment organisch 3,5 0,00048 0,0063

Blue 15.3_____

Cl Pigment organisch 3,5 0,00056 0,0073

Violet 23_____

Cl Pigment organisch 3,5 0,00089 0,012

Red 112_____

Cl Pigment organisch 3,5 0,0041 0,053

Yellow 74 __ BEREIDING VAN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGSSAMEN-5 STELLINGEN (VOORBEELDEN 3 TOT 16)

Voorbeeld 3 tot 16 zijn voorbeelden van alternatieve gekleurde bekledingssamenstellingen die ook gebruik maken van organische gekleurde pigmenten voor het verkrijgen van 10 een andere kleurtoon en kleurverzadiging. Elk van de organische pigmenten wordt toegevoegd aan 1298 g van de witte basisverf van Voorbeeld 1. Het type en hoeveelheid van het gekleurde pigment, samen met de kleurverzadiging, kleurtoon en minimaal vereiste LRV en gemeten LRV voor de ge-15 kleurde bekledingssamenstelling worden gegeven in Tabellen 1 en 5 op dezelfde wijze als in Voorbeeld 2.

Men kan zien in Tabellen 1 en 5 dat door het verschaffen van een witte basisverf met een LRV van meer dan 93 en gebruik te maken van ofwel één ofwel twee gekleurde 21 organische pigmenten, d.w.z. een maximum van twee organische pigmenten, en minder dan 0,015 gew.% lampzwartpigment door te werken zonder zwart pigment, valt de verkregen gekleurde bekledingssamenstelling in het LRV-traject gedefi-5 nieerd door Vergelijking 4 (Zone A).

BEREIDING VAN EEN ALTERNATIEVE WITTE BASISVERF (VOORBEELD 17) 10 Een alternatieve witte basisverf omvat de componenten en hoeveelheden zoals gedefinieerd in de onderstaande Tabel 6.

Tabel 6 15 __

Component Sub- Haam sub- Chemische naam Gew.% LRV

compo- component sub-component nest nr.

Vloeiba- 1 Kraanwater Water 37,98 re drager____ 2 Dispergeer- Waterige oplossing 0,3 middel van een ammonium- zout van een acrylpolymeer 3 Schuimonder- Minerale-olie- 0,2 drukkend mengsel (silico-toevoegsel nenvrij)__ 4 Niet- Waterige oplossing 0,69 ionische op- van geëthoxyleerde pervlakte- alcoholen actieve stof ___ 5 Coalesceren- Terpentine en 2,85 de oplosmid- hoogkokende es- delen teralcoholen __ 6 Biocide Waterige oplossing 0,2 van isothizolines en formaldehyde _

Component Sub- Naam sub- Chemische naam Gew.% LRV

22 compo- component sub-component nent nr.

7 Verdikkings- Natriumcarboxy- 0,55 middel methylcellulose Θ Ammoniak 0,88 SG ammoniak- 0,03 oplossing

Vulstof 9 Vulstof A Kaolien 14,0 85,0 10 Vulstof B Kaolien 11,0 87,0 11 Vulstof C Calciumcarbonaat 10,2 95,2

Pigment 12 Pigment A Titaandioxide van 9,5 95,5 bekledingskwali-teit (rutiel)

Filvor- 13 Bindmiddel Styreen-acrylco- 12,5 mend po- polymeerlatex (50 lymeer gew.% vaste stof), filmvormend bij kamertemperatuur

De alternatieve witte basisverf van Voorbeeld 17 wordt als volgt bereid:

Eerst wordt dezelfde dissolver als hierboven gebruikt 5 beladen met 25 delen kraanwater. De roerder van de dissolver wordt ingesteld op lage snelheid en sub-component 2, 0,1 delen van sub-component 3 worden toegevoegd, gevolgd door sub-componenten 9 tot 11. De roersnelheid wordt vervolgens verhoogd tot een hogere snelheid en componenten 12 10 en 7 worden toegevoegd. Het mengsel wordt gedurende 30 minuten gedispergeerd. Vervolgens worden een verdere 12,98 delen van het water toegevoegd om de gedispergeerde componenten te verdunnen, gevolgd door het toevoegen van 0,1 delen sub-component 3 en sub-component 6 en een dispersie 15 bij hoge snelheid gedurende een verdere 10 minuten. Naar dit preparaat wordt verwezen als de maalpasta.

Vervolgens wordt sub-component 13 toegevoegd aan een afzonderlijk mengvat, hetzelfde als hierboven gebruikt, en wordt de roerder gestart. Vervolgens worden sub-component 23 8 en de maalpasta aan het mengvat toegevoegd en wordt de inhoud 10 minuten geroerd.

Met de LRV's van de pigmenten en vulstoffen uit Tabel 6, geeft Vergelijking 1 een lichtref lectiewaarde (Ymodei) 5 van 89,7 voor de witte basisverf. De gemeten LRV van de witte basisverf is 89,2.

Zo is de witte basisverf van Voorbeeld 17 zo bereid dat de verf een LRV heeft die lager is dan 93, waarbij de vulstoffen A, B en C en pigment A overeenkomstig zijn ge-10 kozen. De witte basisverf van Voorbeeld 17 is daarom een vuile basis, in tegenstelling tot de schone basis van Voorbeeld 1.

BEREIDING VAN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGSSAMEN-15 STELLING (VOORBEELDEN 18 EN 19)

De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 18 wordt bereid door het toevoegen en doorroeren van 0,725 g van een organisch gekleurd pigment in de vorm van Cl Pig-20 ment Yellow 74 Monoazo aan 1414 g (1 liter) van de witte basisverf van Voorbeeld 1. Het gekleurde pigment wordt verschaft in een stabiele dispersie (kleurmiddel) die mengbaar is met de witte basisverf van Voorbeeld 1 op dezelfde wijze als de gekleurde pigmenten van Voorbeelden 2 25 tot 16 gemakkelijk mengbaar waren met de witte basisverf van Voorbeeld 1.

Deze gekleurde bekledingssamenstelling heeft een kleurtoon van 94,3, een kleurverzadiging van 15,7 en een gemeten LRV van 85,9. Uit Vergelijking 4 is de minimaal 30 vereiste LRV 86,3. Men kan dus zien dat de gekleurde bekledingssamenstelling die de basisverf van Voorbeeld 17 en het pigment van Voorbeeld 18 omvat, niet valt binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone A).

De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 19 35 wordt bereid met de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 18 als een basisbekleding, d.w.z. aangebracht op een eerst te verven oppervlak en vervolgens aanbrengen van 24 een heldere bovenste bekledingssamenstelling die een foto-luminescente verbinding bevat in de vorm van een fosfores-cent pigment bovenop de basisbekleding.

De bovenste bekledingssamenstelling omvat de compo-5 nenten van de onderstaande Tabel 7.

Tabel 7

Component Sub- Naam sub-component Chemische naam Gew.% compo- sub-component nent __nr.____

Vloeibare 1 Kraanwater Water 8,24 drager __ 2 Bevochtingsmiddel Glycolether 2,35 3 Schuimonderdrukkend Minerale- 0,329 toevoegsel oliemengsel __(siliconenvrij) 4 Anionisch oppervlak- Sulfosuccinaat 0,145 ___te-actieve stof___ 5 Coalescerende oplos- Hoogkokende es- 1,49 middelen teralcoholen 6 Biocide Waterige oplos- 0,196 sing van isothiazolines en gehaloge-neerde alcohol- __derivaten__ 7 Verdikkingsmiddel A Reologie-modi- 4,34 ficerend middel op basis van hydrofoob gemodificeerd ethyleenoxide-urethaan (HEUR)

Component Sub- Naam sub-component Chemische naam Gew.% 25 compo- sub-component nent _ nr._______ 8 Verdikkingsmiddel B Reologiemodifi- 0,504 cerend middel op basis van hydrofoob gemodificeerd alkali - opzwelbare emulsie (HASE)

Bindmiddel 9 Bindmiddel Acrylcopoly- 80,40 meerlatex (46 gew.% vaste stof), filmvor-mend bij kamer- ___temperatuur_

Pigment 10 Fostorescent pigment Zeldzame-aarde- 2,0 metaalgedoteerd strontiumalumi-naat, kwaliteit: SA-50 Yellow, van Lawrence Industries, P.0 Box 3000, Tamworth, ____Staffs. B79 7XJ I_

Zo kan men zien dat de bovenste bekledingssamenstel-ling geen andere gekleurde pigmenten bevat naar het fosfo-rescerende pigment.

5

De bovenste bekledingssamenstelling wordt als volgt bereid:

Eerst wordt een mengvat beladen met 6,26 delen sub-10 component 1 en het geheel van sub-componenten 2 en 5. On- 26 der roeren worden sub-componenten 7 en 8 langzaam toegevoegd. Dit mengsel wordt een verdere 2 minuten geroerd voorafgaand aan het toevoegen van sub-componenten 4 en 3. Dit mengsel wordt vervolgens een verdere 10 minuten ge-5 roerd voorafgaand aan het toevoegen van sub-component 6 en 8,72 delen sub-component 9. Dit mengsel wordt gedurende een verdere 20 minuten geroerd en vervolgens wordt de rest van sub-component 9 langzaam toegevoegd terwijl men nog steeds roert. De rest van sub-component 1 wordt vervolgens 10 toegevoegd, het mengsel wordt gedurende een verdere 20 minuten geroerd en vervolgens wordt sub-component 10 toegevoegd .

De bovenste bekledingssamenstelling wordt daarna aan-15 gebracht over de basisbekledingssamenstelling van Voorbeeld 18.

Men kan in Tabel 5 zien dat de basisbekledingssamenstelling een LRV heeft die buiten het traject van Verge-20 lijking 4 (Zone A) valt. Als echter de bovenste bekle-dingssamenstelling wordt aangebracht over de basisbekledingssamenstelling, is de gemeten LRV 85,8, wat hoger is dan het minimum van 84,7 dat wordt vereist door Vergelijking 4 (Zone A) . Men kan dus zien dat het het fosforesce-25 rende pigment in de gekleurde bovenste bekledingssamen-stelling is dat het mogelijk maakt dat de gecombineerde basis- en bovenste bekledingssamenstelling vallen in het traject van Vergelijking 4 (Zone A). Meer in het bijzonder is het het feit dat een geel fosforescerend pigment wordt 3 0 gebruikt in de bovenste bekledingssamenstelling dat zorgt dat de kleurverzadiging van de gecombineerde bekleding toeneemt als gevolg van de aanwezigheid van het gele pigment in de basisbekleding.

Verder kan men ook zien dat de LRV van de gecombi-35 neerde basis- en bovenste bekledingssamenstelling wordt bereikt met een vuile witte basisverf en dat daarom het fosforescerende pigment in staat is de kleurverzadiging 27 van de gecombineerde bekledingssamenstelling te verhogen, ondanks het gebruik van de vuile witte basisverf.

BEREIDING VAN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGSSAMEN-5 STELLINGEN (VOORBEELDEN 20 EN 21)

Voorbeelden 20 en 21 zijn identiek aan Voorbeelden 18 en 19, af gezien van het feit dat een organisch rood pigment wordt gebruikt in de basisbekleding van Voorbeeld 20 10 en daarom een rood fosforescerend pigment (SA-50 Red, van Lawrence Industries) in de bovenste heldere bekleding van Voorbeeld 21 wordt gebruikt.

Een vergelijking van Voorbeelden 20 en 21 laat zien dat het het gebruik is van het rode fosforescerende pig-15 ment in de bovenste heldere bekleding dat de kleurverzadiging van de gecombineerde bekleding verhoogt.

BEREIDING VAN EEN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGSSAMENSTELLING (VOORBEELD 22) 20

De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 22 wordt bereid door het dispergeren van 5,0 g van een foto-luminescente verbinding in de vorm van fluorescent pigment Chartreuse AFN 10 (Radiant Color NV, Europark 1046, B-3530 25 Houthalen, België)in 1414 g (1 liter) van de witte basisverf van Voorbeeld 17.

In Tabellen 1 en 5 kan men zien dat de gekleurde bekleding die een mengsel omvat van de vuile basisbekleding van Voorbeeld 17 en het fluorescente pigment, valt binnen 30 het traject van Vergelijking 4 (Zone A) . Zo is het gebruik van een fluorescent pigment voor het verhogen van de kleurverzadiging en LRV ook van toepassing op een bekledingssamenstelling op basis van een vuile basis.

28 BEREIDING VAN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGSSAMENSTELLINGEN (VOORBEELDEN 23 EN 24)

De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 23 5 wordt bereid door het toevoegen van 0,0740 g magenta organische gekleurde pigment in de vorm van Cl Pigment Red 122 Quinacridone aan 1414 g (1 liter) van de witte basisverf van Voorbeeld 17. Men kan zien in Tabel 5 dat de gekleurde bekledingssamenstelling niet binnen het traject van Verge-10 lij king 4 (Zone A) valt.

De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 24 wordt bereid door het toevoegen van 7,07 g fluorescent pigment AFN 18 Magenta (Radiant Color NV, Europark 1046, B-3530 Houthalen, België) aan de gekleurde bekledingssa-15 menstelling van Voorbeeld 23.

In Tabellen 1 en 5 kan men zien dat het toevoegen van het fluorescente pigment een gekleurde bekledingssamenstelling oplevert die valt binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone A).

20 BEREIDING VAN EEN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGSSAMENSTELLING (VOORBEELD 25)

De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 25 25 wordt bereid met de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 23 als een basisbekleding en vervolgens toevoegen van een heldere bovenste bekledingssamenstelling die een fluorescente verbinding bevat.

De bovenste bekledingssamenstelling bevat de compo-30 nenten van Tabel 7A

Component Sub- Naam sub-component Chemische na am Gew.% 29

Tabel 7A

compo- sub-component nent nr.___

Vloeibare 1 Kraanwater Water 39,48 drager 2 2 Bevochtingsmiddel Glycolether__2,289 3 Schuimonderdrukkend Minerale- 0,308 toevoegsel oliemengsel (sili conenvrij ) 4 Niet-ionisch opper- C13-C15 Vetzuur- 0,011 vlakte-actieve stot alcoholethoxylaat, ____80% in water__ 5 Anionisch pigment- Polycarbonzuur- 0,498 dispergeermiddel zout, 25% in water 6 Coalescerende op- Benzylalcohol en 2,139 losmiddelen hoogkokende es- ____teralcoholen__ 7 Verdikkingsmiddel A Reologiemodifice- 5,970 rend middel op basis van hydrofoob gemodificeerd ethyleenoxideuret-haan (HEUR) 8 Verdikkingsmiddel B Natriumcarboxy- 0,706 methylcellulose 9 Ammoniak Waterige ammoniak- 0,100 oplossing 0,880 g/ml

Component Sub- Naam sub - component Chemische naam Gew.% 30 compo- sub-component nent nr ♦

Filmvor- 10 Bindmiddel Acrylcopolymeer- 42,77 mend latex (50 gew.% 6 polymeer vaste stof), film- vormend bij kamertemperatuur

Pigment__11__Matteringsmiddel Synthetisch silica 5,224 12 Fluorescent- AFN 18 Magenta van 0,498 pigmentdispersie Radiant Color NV,

Europark 1046, B-3530 Houthalen, ____België__

De bovenste bekledingssamenstelling wordt als volgt bereid: 5 Eerst wordt een dissolvervat zoals hierboven gebruikt beladen met 24,87 delen van sub-component 1 en 1,108 delen sub-component 3. De inhoud wordt geroerd bij lage snelheid. Sub-componenten 4 en 8 worden langzaam toegevoegd en het mengsel wordt gedurende 30 minuten geroerd. Sub-10 componenten 5, 6, 2 en 7 en een verdere 9,59 delen van sub-component 1 worden vervolgens langzaam toegevoegd, gevolgd door het langzaam toevoegen van sub-component 11. Het mengsel wordt vervolgens gedispergeerd bij een hogere snelheid gedurende 60 minuten en het resterende deel van 15 sub-component 1 wordt toegevoegd. Naar dit preparaat wordt verwezen als de maalpasta.

Vervolgens wordt sub-component 10 toegevoegd aan een afzonderlijk mengvat zoals hierboven gebruikt, en wordt de roerder gestart. Sub-component 9 wordt langzaam toegevoegd 20 gevolgd door de maalpasta. Daarna wordt sub-component 12 toegevoegd en wordt de inhoud gedurende 5 minuten geroerd.

31

De bovenste bekledingssamenstelling wordt vervolgens aangebracht over de basisbekledingssamenstelling van Voorbeeld 23 .

Men kan in Tabel 5 zien dat de basisbekledingssamen-5 stelling een LRV heeft die buiten het traject van Vergelijking 4 (Zone A) is. Als echter de bovenste bekledingssamenstelling wordt aangebracht over de basisbekledingssamenstelling, is de gemeten LRV 68,3, wat hoger is dan het door Vergelijking 4 (Zone A) vereiste minimum van 61,9. Zo 10 kan men zien dat het het fluorescente pigment in de gekleurde bovenste bekledingssamenstelling is dat het mogelijk maakt dat de gecombineerde basis- en bovenste bekledingssamenstelling vallen binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone A). Meer in het bijzonder is het het feit dat 15 een magenta fluorescent pigment wordt gebruikt in de bovenste bekleding dat de kleurverzadiging van de gecombineerde bekleding verhoogt vanwege de aanwezigheid van het rode pigment in de basisbekleding.

Verder kan men ook zien dat de LRV van de gecombi-20 neerde basis- en bovenste bekledingssamenstelling wordt bereikt met een vuile witte basisverf en dat daarom het fluorescente pigment in staat is de kleurverzadiging te verhogen van de gecombineerde bekledingssamenstelling ondanks het gebruik van een vuile witte basisverf.

2 5 Men kan ook zien dat het fluorescente pigment kan worden gebruikt als een deel van een bovenste bekledingssamenstelling, alsmede worden gedispergeerd in de witte basisverf zoals beschreven met betrekking tot de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 22.

30 BEREIDING VAN EEN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGSSAMENSTELLING (VOORBEELD 26)

De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 26 35 wordt bereid door het dispergeren van 5,0 g van fluorescent pigment Chartreuse AFN 10 (Radiant Color NV, Europark 32 1046, B-3530 Houthalen, België) aan 1298 g (1 liter) van de schone witte basisverf van Voorbeeld 1.

In Tabel 5 kan men zien dat het fluorescente pigment een gekleurde bekledingssamenstelling verschaft in het ho-5 ge deel van het traject gedefinieerd door Vergelijking 4 (Zone A) .

BEREIDING VAN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGSSAMEN-STELLINGEN (VOORBEELDEN 27 EN 28) 10

De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 27 wordt bereid door het toevoegen van 0,0364 g gekleurd organisch pigment in de vorm van Cl Pigment Blue 15.3 Pht-halocyanine (CAS 14 7-14-8) aan 1414 g (1 liter) van de 15 witte basisverf van Voorbeeld 17. Men kan in Tabel 5 zien dat de gekleurde bekledingssamenstelling niet valt binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone A).

De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 28 wordt bereid door het toevoegen van 84,8 g van een fotolu-20 minescente verbinding in de vorm van optisch bleekmiddel Ciba® Uvitex®NFW (van Ciba Speciality Chemicals PLC, Charter Way, Macclesfield, Cheshire SK10 2NX) aan de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 27.

In Tabellen 1 en 5 kan men zien dat het toevoegen van 25 het optische bleekmiddel een gekleurde bekledingssamenstelling oplevert die valt binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone A) ondanks het feit dat een vuile witte basisverf is gebruikt, dankzij de toegenomen kleurverzadiging en LRV.

30 BEREIDING VAN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGSSAMENSTELLING (VOORBEELD 29)

De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 29 35 is identiek aan de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 27, afgezien van het feit dat het organische blauwe pigment wordt toegevoegd aan de witte basisverf van 33

Voorbeeld 1, d.w.z. de schone basisverf, in tegenstelling tot de vuile witte basisverf van Voorbeeld 17.

In Tabel 5 kan men zien dat de gekleurde bekledings-samenstelling valt binnen het traject van Vergelijking 4 5 (Zone A).

BEREIDING VAN EEN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGS-SAMENSTELLING (VOORBEELD 30) 10 De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 30 wordt bereid door het toevoegen van 26,0 g optisch bleekmiddel in de vorm van Ciba® Uvitex®NFW (van Ciba Speciality Chemicals PLC, Charter Way, Macclesfield, Cheshire SK10 2NX) aan de gekleurde bekledingssamenstelling van 15 Voorbeeld 29.

In Tabel 5 kan men zien dat de gekleurde bekledingssamenstelling valt in een hoog deel van het traject van Vergelijking 4 (Zone A).

20 BEREIDING VAN EEN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGS- SAMENSTELLINGEN (VOORBEELDEN 31 TOT 44)

Voorbeelden 31 tot 44 zijn voorbeelden van alternatieve gekleurde bekledingssamenstellingen met een andere 25 kleurtoon en kleurverzadiging die gebruik maken van gekleurde pigmenten in de vorm van anorganische pigmenten naast de organische pigmenten in het geval van Voorbeelden 32, 36, 39, 40, 41, 42 en 43, en lampzwartpigment in het geval van Voorbeeld 44. Voorbeelden 31, 33, 34, 35, 37 en 30 38 gebruiken alleen anorganische pigmenten. Elk van de an organische pigmenten wordt toegevoegd aan 12 98 g van de witte basisverf van Voorbeeld 1. Het type en hoeveelheid van het gekleurde pigment, samen met de kleurverzadiging, kleurtoon, minimaal vereiste LRV en gemeten LRV voor de 35 gekleurde bekledingssamenstelling worden gegeven in Tabellen 1 en 5 op dezelfde wijze als voor Voorbeelden 2 tot 30.

34

Voorbeeld 31 en Voorbeelden 33 tot en met 35 bevatten twee anorganisch gekleurde pigmenten, d.w.z. meer dan het maximum van één anorganisch gekleurde pigment dat is vereist voor de m- en K-waarden met betrekking tot kleurenzo-5 ne A en daarom worden de waarden van m en K van Tabel 4 ingevuld in Vergelijking 4 om te bepalen of de minimaal vereiste LRV in het traject gedefinieerd door Vergelijking (Zone B) valt. Men kan zien in Tabel 5 dat de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 31 binnen het tra-10 ject van Vergelijking 4 (Zone B) valt.

Voorbeeld 32 bevat één anorganisch gekleurd pigment en één organisch gekleurd pigment, maar de pigmenten zijn niet van een vergelijkbare kleurtoon en daarom worden de m- en K-waarden van Tabel 4 ingevuld in Vergelijking 4 om 15 te bepalen of de minimaal vereiste LRV in het traject gedefinieerd door Vergelijking 4 (Zone B) valt. Men kan zien in Tabel 5 dat de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 32 binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone B) valt.

20 Voorbeeld 36 bevat een mengsel van één anorganisch gekleurd pigment en een organisch gekleurd pigment, maar in Tabel 9 kan men zien dat de hoeveelheid van Pigment Red 112 lager is dan de waarde vereist om significant te zijn en daarom omvat, voor de doelen van het bepalen van de re-25 levante kleurenzone, Voorbeeld 36 slechts één anorganisch pigment en daarom zijn de m- en K-waarden voor kleurenzone A van toepassing. Men kan zien in Tabel 5 dat de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 36 binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone A) valt.

30 Voorbeeld 37 bevat twee anorganische pigmenten en daarom zijn de m- en K-waarden voor kleurenzone B van toe passing. Men kan zien in Tabel 5 dat de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 37 binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone B) valt.

35 Voorbeeld 38 bevat twee anorganische pigmenten, maar in Tabel 9 kan men zien dat de hoeveelheid van Pigment Red 101 lager is dan de hoeveelheid die vereist is om signifi- 35 cant te zijn en daarom bevat, voor de doelen van het bepalen van de relevante kleurenzone, Voorbeeld 38 slechts één anorganisch pigment, en daarom zijn de m- en K-waarden voor kleurenzone A van toepassing. Men kan zien in Tabel 5 5 dat de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 38 binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone A) valt.

Voorbeelden 39, 40 en 41 bevatten een mengsel van meer dan één anorganisch gekleurd pigment, en één organisch gekleurd pigment, maar de twee gele pigmenten worden 10 beschouwd als zijnde van een vergelijkbare kleurtoon, wat wordt aangegeven met (h) in Tabel 5, en daarom zijn de trien K-waarden voor kleurenzone A van toepassing. Men kan zien in Tabel 5 dat de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeelden 39, 4 0 en 41 binnen het traject van Verge-15 lijking 4 (Zone A) vallen.

Voorbeelden 42 en 43 bevatten een mengsel van twee organische gekleurde pigmenten en één anorganisch gekleurd pigment.

In het geval van Voorbeeld 42 zijn de hoeveelheden 20 van Pigment Yellow 42 en Pigment Violet 23 kleiner dan die vereist om significant te zijn en daarom bevat, voor de doeleinden van het bepalen van de relevante kleurenzone, Voorbeeld 42 slechts één organisch pigment en daarom zijn m- en K-waarden voor kleurenzone A van toepassing. Men kan 25 zien in Tabel 5 dat de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 42 binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone A) valt.

In het geval van Voorbeeld 43 is de hoeveelheid van Pigment Blue 15.3 kleiner dan die vereist om significant 30 te zijn en daarom bevat, voor de doeleinden van het bepalen van de relevante kleurenzone, Voorbeeld 43 één organisch pigment en één anorganisch pigment, waarbij deze pigmenten niet van een vergelijkbare kleurtoon zijn. Daarom zijn de m- en K-waarden voor kleurzone B van toepas-35 sing. Men kan zien in Tabel 5 dat de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 43 binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone B) valt.

36

Voorbeeld 44 bevat slechts één zwart pigment in een hoeveelheid van meer dan 0,015 gew.%, maar minder dan 0,022% van het totale droge gewicht van de gekleurde be-kledingssamenstelling. Daarom zijn de m- en K-waarden voor 5 kleurenzone B van toepassing. Men kan zien in Tabel 5 dat de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 44 binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone B) valt.

BEREIDING VAN EEN ALTERNATIEVE WITTE BASISVERF (VOOR-10 BEELD 45)

Een alternatieve witte basisverf omvat de componenten en hoeveelheden zoals gedefinieerd in de onderstaande Tabel 8 .

15

Tabel 8

Component Sub- Naam sub- Chemische naam Gew.% LRV

compo- component sub-component nent nr. ___

Vloeiba- 1 Kraanwater Hater 15,0 re drager _ 2 Bevochti- Glycolether 2,40 gingsmiddel _ 3 Dispergeer- Waterige oplossing 1,00 middel van een ammonium- zout van een acrylpolymeer 4 Schuimonder- Minerale- 0,3 drukkend toe- oliemengsel (sili- voegsel conenvrij) 5 Niet-ionisch Waterige oplossing 0,2 oppervlakte- van geêthoxyleerde actieve stof vetalcoholen 6 Coalescerend Hoogkokende es- 1,25 oplosmiddel teralcoholen 37

Component Sub- Naam sub- Chemische naam Gew.% LRV

compo- component sub-component nent nr.

7 Biocide Waterige oplossin- 0,18 gen van isothia-zolines en gehalo-geneerde alkanol-derivaten 8 Verdikkings- Reologiemodifi- 2,50 middelen cerende middelen op basis van hydrofoob gemodificeerd ethyleenoxi-deurethaan (HEUR) en hydrofoob gemodificeerd polyace-taal-polyether _ _ (HMPAPE)

Vulstof 9 Vulstof Calciummagnesium- 6,0 92,9 carbonaat van be-kledingskwaliteit

Pigment 10 Pigment A Titaandioxide van 18,0 98,1 bekledingskwali-teit (rutiel 11 Pigment B Dekkende styreen- 6,20 acrylcopolymeer-latex (30 gew.% vaste stof)

Filvor- 12 Bindmiddel Acrylco- 47,0 mend po- polymeerlatex (53 lymeer gew.% vaste stof), filmvormend bij kamertemperatuur 38

De alternatieve witte basisverf van Voorbeeld 45 wordt als volgt bereid:

Eerst wordt een dissolver beladen met vier delen van 5 het kraanwater. De roerder van de dissolver wordt ingesteld op lage snelheid en sub-componenten 7, 3, 0,2 delen van 4 en 5 worden toegevoegd, gevolgd door sub-componenten 9 tot 11. De roersnelheid wordt vervolgens verhoogd tot een hogere snelheid en het mengsel wordt gedurende 10 mi-10 nuten gedispergeerd. Sub-componenten 6, 2 en 8 worden toegevoegd en het mengsel wordt gedurende 20 minuten gedispergeerd. Vervolgens worden 3 delen van sub-component 1 toegevoegd. Naar dit preparaat wordt verwezen als de maal-pasta.

15 Sub-componenten 11 en 12 worden vervolgens toegevoegd aan een apart mengvat en de roerder wordt gestart. Daarna worden sub-component 11, 6,04 delen sub-component 1, de maalpaste, de resterende 0,1 delen van sub-component 4 en de resterende 1,93 delen water achtereenvolgens toegevoegd 20 en wordt de inhoud gedurende 10 minuten geroerd.

De witte basisverf van Voorbeeld 45 wordt zo bereid dat de verf een LRV heeft die hoger is dan 93, waarbij de vulstof en pigment A en B overeenkomstig worden gekozen. Vergelijking 1 geeft de lichtreflectiewaarde (Ymodei) van de 25 witte basisverf van Voorbeeld 45 als zijnde 96,7. De gemeten LRV van de witte basisverf is 96,1. De witte basisverf van Voorbeeld 45 is dus een schone basis.

BEREIDING VAN EEN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGS-30 SAMENSTELLING (VOORBEELD 46)

De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 46 wordt bereid door het toevoegen van 0,00503 g Cl Pigment Black 7 lampzwart, 0,134 g Cl Pigment Yellow 42 en 35 0,000348 g Cl Pigment Red 255 DPP, alle in de vorm van stabiele dispersies (kleurmiddelen), aan 1243 g (1 liter) van de witte basisverf van Voorbeeld 45. De gekleurde pig- 39 menten worden verschaft in een stabiele dispersie (kleur-middel) die makkelijk mengbaar is met de witte basisverf van Voorbeeld 45.

Voorbeeld 46 bevat zwart pigment in een hoeveelheid 5 van minder dan 0,015 gew.% van het totale droge gewicht van de gekleurde bekledingssamenstelling. De hoeveelheid Pigment Red 255 is niet significant en daarom bevat het mengsel één anorganisch pigment, en zijn de m en K-waarden voor kleurenzone A van toepassing. Men kan in Tabel 5 zien 10 dat de gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 46 binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone A) valt.

Men kan zien in Tabel 5 dat de gekleurde bekledingssamenstelling binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone A) valt.

15 BEREIDING VAN EEN ALTERNATIEVE GEKLEURDE BEKLEDINGSSAMENSTELLING (VOORBEELD 47)

De gekleurde bekledingssamenstelling van Voorbeeld 47 20 wordt bereid door het toevoegen van 0,130 g Cl Pigment Black 7 lampzwart aan 1298 g (1 liter) van de witte basisverf van Voorbeeld 45. De gekleurde pigment wordt verschaft als een stabiele dispersie (kleurmiddel) die gemakkelijk mengbaar is met de witte basisverf van Voorbeeld 1. 25 Voorbeeld 47 bevat alleen zwart pigment in een hoe veelheid groter dan 0,022 gew.% van het totale droge gewicht van de gekleurde bekledingssamenstelling. Daarom zijn de m- en K-waarden voor kleurenzone B van toepassing. Men kan in Tabel 5 zien dat de gekleurde bekledingssamen-30 stelling van Voorbeeld 47 niet binnen het traject van Vergelijking 4 (Zone B) valt.

Het zal duidelijk moeten zijn dat hoewel de grens voor het zwarte pigment betrekking heeft op het gebruik van lampzwart, de grenzen zullen variëren afhankelijk van 35 het type zwart pigment. Een zwart pigment dat niet zo sterk is als lampzwart kan bijvoorbeeld in een grote hoeveelheid worden toegevoegd. De criteria voor het bepalen 40 van de toegelaten grote hoeveelheid zwart pigment voor alternatieve zwarte pigmenten zijn dezelfde als hierboven gebruikt met betrekking tot de bepaling of een gekleurd pigment wel of niet aanwezig is in significante hoeveelhe-5 den, d.w.z. dat alternatieve zwarte pigmenten kunnen worden gebruikt tot aan een niveau dat een vergelijkbaar kleurverschil in de bekledingssamenstelling oplevert.

Voor het gemak worden LRV- en kleurverzadigingswaar-den voor alle bekledingssamenstellingsvoorbeelden voor zo-10 wel kleurenzone A als B getoond in Figuren 1 en 2. De LRV-en kleurverzadigingswaarden voor elke bekledingssamenstelling zijn geschaald zoals getoond in de benoemingen van de assen met m- en K-waarden overeenkomstig met de kleurtoon van elke bekledingssamenstelling zoals bepaald uit Tabel-15 len 3 en 4. Het schalen verdeelt de LRV- en kleurverzadigingswaarden door de snijpunten op elk as van de rechte lijn die de minimale LRV definieert van de bekledingssamenstelling bij elke kleurtoon. Dit maakt het mogelijk alle gegeven uit te zetten in tweedimensionale grafiek.

20 Zo kan men zien dat de uitvinding betrekking heeft op het creëren van gekleurde bekledingssamenstelling die ofwel liggen in kleurenzone A, ofwel B, door ofwel keuze van het aantal en type van de gekleurde pigmenten en de samenstelling van de witte basisverf voor het bereiken van een 25 minimale LRV van 93, ofwel door gebruik te maken van foto-luminescente verbindingen onafhankelijk van de LRV van de witte basisverf.

41

Bijlage A

__Tabel 1___

Voor- Witte Type en hoeveelheid Aantal PLC Or ga- Anorganisch Zwart beeld basis- gekleurd pigment ge- nisch pigment ("h· num- verf kleur- pig- voor een mer de ment vergelijk- pigmen- bare kleurton toon als organisch pigment)

2 1298 g 0,017 g Cl 1 N J N N

Voor- Pigment Red 112

beeld 1 Monoazo (CAS

___6535-46-2_ __ _

3 1298 g 0,115 g Cl Pig- 1 N J N N

Voor- ment Yellow 74 beeld 1 Monoazo (CAS ___6358-31-2)_

4 1298 g 0,115 g Cl Pig- 2 N J N N

Voor- ment Yellow 74 beeld 1 Monoazo (CAS 6358-31-2)

0,00709 g Cl Pigment Green 7 (CAS

___1328-53-6)_____

5 1298 g 0,0613 g Pigment 1 N J N N

Voor- Blue 15.3 beeld 1 Ftaiocyanine (CAS 147-14-8)

6 1298 g 0,0246 g Cl 1 N J N N

Voor- Pigment Red 122 beeld 1 Chinacridon(CAS 16043-40-6)

Voor- Witte Type en hoeveelheid Aantal PLC Orga- Anorganisch Zwart 42 beeld basis- gekleurd pigment ge- nisch pigment ("h" num- verf kleur- pig- voor een mer de ment vergelijk- pigmen- bare kleurton toon als organisch pigment)

7 1298 g 0,0527 g Cl 1 N J N N

Voor- Pigment Red 112

beeld 1 Monoazo (CAS

___6535-46-2)_____

8 1298 g 0,345 g Cl Pig- 1 N J N N

Voor- ment Yellow 74

beeld 1 Monoazo (CAS

___6358-31-2)______

9 1298 g 0,0345 g Cl 2 N J N N

Voor- Pigment Yellow 74 beeld 1 Monoazo (CAS 6358-31-2),

0,0425 g Cl Pigment Green 7 (CAS

___1328-53-6)______

10 1298 g 0,0182 g Cl 2 N J N N

Voor- Pigment Blue 15.3 beeld 1 Ftaiocyanine (CAS 147-14-8), 0,00822 g Cl Pigment Violet 23 Dioxazine (CAS 6358-30-1)

Voor- Witte Type en hoeveelheid Aantal PLC Orga- Anorganisch Zwart 43 beeld basis- gekleurd pigment ge- nisch pigment ("h" num- verf kleur- pig- voor een mer de ment vergelijk- pigmen- bare kleurton toon als organisch pigment)

11 1298 g 0,00822 g Cl 2 N J N N

Voor- Pigment Violet 23 beeld 1 Dioxazine (CAS 6358-30-1), 0,0370 g Cl Pigment Red 122 Chinacridon(CAS 16043-40-6)

12 1298 g 0,158 g Cl 1 N J N N

Voor- Pigment Red 112 beeld 1 Monoazo (CAS 6535-46-2)

13 1298 g 1,04 g Cl Pigment 1 N J N N

Voor- Yellow 74 Monoazo beeld 1 (CAS 6358-31-2)

14 1298 g 0,104 g Cl 2 N J N N

Voor- Pigment Yellow 74

beeld 1 Monoazo (CAS

6358-31-2), 0,128 g Cl Pigment Green 7 (CAS 1328-53-6) 44

Voor- Hitte Type en hoeveelheid Aantal PLC Orga- Anorganisch Zwart beeld basis- gekleurd pigment ge- nisch pigment ("h" num- verf kleur- pig- voor een mer de ment vergelijk- pigmen- bare kleurton toon als organisch pigment)

15 1298 g 0,0547 g Cl 2 N J N N

Voor- Pigment Blue 15.3 beeld 1 Ftalocyanine (CAS 147-14-8), 0,0251 g Cl Pigment Violet 23 Dioxazine (CAS 6358-30-1)

16 1298 g 0,0251 g Cl 2 N J N N

Voor- Pigment Violet 23

beeld 1 Dioxazine (CAS

6358-30-1), 0,111 g Cl Pigment Red 122 Chinacridon(CAS 16043-40-6) 17 Basis- - - verf

18 1414 g 0,725 g van Cl 1 N J N N

Voor- Pigment Yellow 74

beeld Monoazo (CAS

__17 6358-31-2)______

19 Als 18 Als 18 1 P(SA50 J N N

Yellow)

Voor- Witte Type en hoeveelheid Aantal PLC Orga- Anorganisch Zwart 45 beeld basis- gekleurd pigment ge- nisch pigment ("h" num- verf kleur- pig- voor een mer de ment vergelijk- pigmen- bare kleur- ten toon als organisch pigment) _

20 1414 g 0,0527g van Cl 1 N J N N

Voor- Pigment Red 112

beeld Monoazo (CAS

__17 6535-46-2)______

21 Als 20 Als 20 1 P(SA 50 J N N

Red) _

22 1414 g F 1 F N N N

Voorbeeld 17______

23 1414 g 0,074 g van Cl 1 N J N N

Voor- Pigment Red 122

beeld Chinacridon (CAS

17 16043-40-6)______

24 Als 23 Als 23__1__F__J__N__N

25 1414 g Als 23 1 F J N N

Voorbeeld __17_______

26 1298 g F 1 F J N N

Voorbeeld 1 ___

27 1414 g 0,0364 g van Cl 1 N J N N

Voor- Pigment Blue 15.3

beeld Ftalocyanine (CAS

17 147-14-8) 46

Voor- Hitte Type en hoeveelheid Aantal PLC Orga- Anorganisch Zwart beeld basis- gekleurd pigment ge- nisch pigment ('h* num- verf kleur- pig- voor een mer de ment vergelijk- pigmen- bare kleurton toon als organisch pigment)

28 1414 g Als Voorbeeld 27 1 O J N N

Voorbeeld 17

29 1298 g Als Voorbeeld 27 1 N J N N

Voorbeeld 1

30 1298 g Als Voorbeeld 27 1 0 J N N

Voorbeeld 1

31 1298 g 1,35 g Cl Pigment 2 N N J N

Voor- Yellow 42 (CAS

beeld 1 51274-00-1), 0,557 g Cl Pigment Red 101 ___(CAS 1345-25-1)

32 1298 g 0,0678 g Cl 2 N J J N

Voor- Pigment Red 112 beeld 1 Monoazo (CAS 6535-46-2),

3,12 g Cl Pigment Yellow 42 (CAS

___51274-00-1)_____

33 1298 g 1,92 Cl Pigment 2 N N J N

Voor- Yellow 42 (CAS

beeld l 51274-00-1), 0, 193 g Cl Pigment Red 101 ___(CAS 1345-25-1)______

Voor- Witte Type en hoeveel- Aantal PLC Orga- Anorganisch Zwart 47 beeld basis- heid gekleurd gekleur- nisch pigment ("h" num- verf pigment de pig- pig- voor een mer menten ment vergelijk bare kleurtoon als organisch pigment)

34 1298 g 1,26 g Cl 2 N N J N

Voor- Pigment Yellow beeld 1 42 (CAS 51274- 00-1), 0,126 g Cl Pigment Red 101 (CAS 1345-25-1)

1298 g 1,61 g Cl 2 N N J N

35 Voor- Pigment Yellow beeld 1 42 (CAS 51274- 00-1), 0,141 g Cl Pigment Red 101 (CAS 1345- _ 25-1) _

36 1298 g 0,0104 g Cl 1 N N J N

Voor- Pigment Red

beeld 1 112 Azo(CAS

6535-46-2), 0,890 g Cl Pigment Yellow 42 (CAS 51274-00-1) ___]_______

Voor- Witte Type en hoeveel- Aantal PLC Orga- Anorganisch Zwart 48 beeld basis- heid gekleurd gekleur- nisch pigment ("h" num- verf pigment de pig- pig- voor een oer menten ment vergelijk bare kleurtoon als organisch pigment)

37 1298 g 4,29 Cl 2 N N J N

Voor- Pigment Yellow beeld 1 42 (CAS 51274- 00-1), 0,0594 g Cl Pigment Red 101 (CAS 1345-25-1)

38 1298 g 1,67 g Cl 1 N N J N

Voor- Pigment Yellow beeld 1 42 (CAS 51274- 00-1), 0,0223 g Cl Pigment Red 101 (CAS 1345-25-1)

39 1298 g 0,186 g Cl 2 N J J(h) N

Voor- Pigment Yellow beeld 1 74 Monoazo (CAS 6358-31- 2) , 3,78 g Cl Pigment Yellow 42(CAS 51274-00-1) » 49

Voor- Witte Type en hoeveel- Aantal PLC Orga- Anorganisch Zwart beeld basis- heid gekleurd gekleur- nisch pigment ("h" nuxn- verf pigment de pig- pig- voor een mer menten ment vergelijk bare kleurtoon als organisch pigment)

40 1298 g 1,03 g Cl Pig- 2 N J J(h) N

Voor- ment Yellow 74 beeld 1 Monoazo (CAS 6358-31-2) , 1,32 g Cl Pigment Yellow 42(CAS 51274-00-1)

41 1298 g 0,584 g Cl 2 N J J(h) N

Voor- Pigment Yellow beeld 1 74

Monoazo (CAS 6358-31-2), 0,200 g Cl Pigment Yellow 42(CAS 51274-00-1)

Voor- Witte Type en hoeveel- Aantal PLC Orga- Anorganisch Zwart 50 beeld basis- heid gekleurd gekleur- nisch pigment ("h* num- verf pigment de pig- pig- voor een mer menten ment vergelijk bare kleurtoon als organisch pigment)

42 1298 g 0,0771 g Cl 2 N J N N

Voor- Pigment Yellow beeld 1 42(CAS 51274- 00-1), 0,00473 g Cl Pigment Violet 23(CAS 6358-30-1)

Dioxazine 0,0346 g Cl Pigment Blue 15.3

Ftalocyanine (CAS147-14-8)

43 1298 g 0,119 g Cl 3 N J J N

Voor- Pigment Yel- beeld 1 low 42 (CAS 51274-00-1), 0,0666 g Cl Pigment Violet 23 Dioxazine (CAS 6358-30-1) , 0,00115 g Cl Pigment Blue 15.3

Ftalocyanine (CAS147 -14 - 8)

Voor- Hitte Type en hoeveel- Aantal PLC Orga- Anorganisch Zwart 51 beeld basis- heid gekleurd gekleur- nisch pigment ("h" num- verf pigment de pig- pig- voor een mer menten ment vergelijk bare kleurtoon alB organisch pigment)

44 1298 g 0,0863 g Cl 0 N N N J

Voor- Pigment Black beeld 1 7 Lampzwart (CAS 1333-86- ___4J______ 45 Witte - - basis- verf

46 1243 g 0,00503 g Cl 1 N N J J

Voor- Pigment Black beeld 7 Lampzwart 45 (CAS 1333-86- 4) , 0,134 g Cl Pigment Yellow 42 (CAS 51274-00-1),

0,000348 g Cl Pigment Red 255 DPP (CAS

___54660-00-3) ,______

47 1298 g 0,130 g Cl 0 N N N J

Voor- Pigment Black beeld 1 7 Lampzwart

(CAS

___1333-86-4)______ 52

Tabel 5

Voorbeeld Kleur- Kleurver- LRVg^,ttn LRVv,r.llt Voldoet aan nr. toon zadiging Vergelijking 4 (Zone A of B)? 1 (witte - basisver f) _ 2 __21, 0 2/7 90,5 87,9__J (A)_ 3 __98,6__8/3__93,3__89,6__J (A)_ 4 128,0 4,4 93,2 89,9 _J (A)_ 5 __186,0__3^_4__91,6__89,0__J(A)_ 6 __354,0__2__90,4__88,5__J (A)_ 7 __4/.__5/3__86,1__83,9__J (A)_ 8 __95,6__13,7__92,0__87,3__J(A)_ 9 __156,0__6/3__89, 8__86,7__J(A)_ 10 __240,0__3/3__86,7__83,2__J (A)_ 11 __318,0__4/.__85,8__82,5__J (A)_ 12 __0,00__10,4__79, 0 77,5 _J (A)_ 13 __94,0__21, 8__90,0__83,6__J (A)_ 14 __160,0__10,8__85, 0__82,6__J(A)_ 15 248,0 6,8 81,0 76,9 J(A) 16 334,0 10,3__79,0__76,8__J(A)_ 17 (witte - basis-verf) 18 __94,3__15,7__85,9__86,3__J(B)_ 19 __100, 0__22,3__85,8__84,7__J (A)_ 20 33,7 4,02 84,2 87,0 J(B)_ 21 24,5 10,4 79,9 77,2 J(A)_ 22 100,0__22,6__85,8__80,8__J (A)_ 53

Voorbeeld Kleur- Kleurver- LRVgen.t.n LRVv.r.1>t Voldoet aan nr. toon zadiging Vergelijking 4 ___(Zone A of B)? 23 __18,2__3,18__84,2__87,3__N_ 24 339,0 15, 9__72,8__69,6__J (A)_ 25 __340,0__21,7__68,3__61,9__J(A)_ 26 __116,3__25,7__99, 94__76,6__J (A)_ 27 169, 0__3,99__85,1__89,2 N_ 28 __217,0__5,47__85,8__82,3__J(A)_ 29 209,0 7,12__87,3__81,6__J(A)_ 30 244,0__10,81__89,2__71,8__J(A)_ 31 __55,1__12,2__75,3__75,1__J(B)_ 32 62,6 15,0 76,0 72,0 J(B) 33 __70,4 12,9 80,0__78,4__J(B)_ 34 __71,2__11, 2__82,7__80,6__J(B)_ 35 72,1 12,2 81,5 79,7 J(B) 36 __74,3__9,33__86,5__85,5__J (A)_ 37 __77,1__18, 3__77,8__75,4__J(B)_ 38 __80,0__12,8__84,4 84,2 J (A)_ 39 __80,6__19,4__79,7__79,1__J(A)_ 40 __87,1__22,9__84,0__80,3__J (A)_ 41 __92,3__18,0__89,3__84,9__J (A)_ 42 __209,0__5,33__84,9__84,3__J(A)_ 43 __295,0__6,86__76,2__74,4__J(B)_ 44 127,5 1,47 92,3 91,5 J (B)_ 45 (witte - basis-verf) 46 __98, 6__3,48__92,1__91,3__J (A)_ 47 __134__1,29__91,2__91,6__N_ 1033097

Claims

1. Gekleurde bekledingssamenstelling omvattende een witte basisverf en ten minste één gekleurd pigment in een vorm die gemakkelijk kan worden gemengd met de witte basisverf, waarbij de witte basisverf een filmvormend poly-5 meer, een vloeibare drager, één of meer dekkende witte pigmenten en één of meer vulstoffen omvat, waarbij de gekleurde bekledingssamenstelling een lichtreflectiewaarde Y heeft die kleiner is dan 110 en groter dan de waarde gedefinieerd met de vergelijking: 10 Y = mC + K, waarbij 25>C>1,0, waarbij C de kleurverzadiging ("chroma") is van de gekleurde bekledingssamenstelling, m en K empi- 15 rische coëfficiënten zijn die worden gekozen afhankelijk van het type en het aantal van het type van het ten minste één gekleurde pigment, en afhangen van de kleurtoonhoek van de bekledingssamenstelling.

2. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens conclu sie 1, waarbij de witte basisverf een minimale lichtre-flectiewaarde van 93 heeft.

3. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens conclu- 25 sie 1 of 2, waarbij de witte basisverf een minimale lichtref lectiewaarde (Ymodel) van 93 heeft, gedefinieerd door de keuze van één of meer dekkende witte pigmenten en één of meer vulstoffen volgens de vergelijking: 30 w. <Y>ext+ F. (1-w) . <Y>pig ^model = A + w + (1 - w) . F 1033097 waarbij w de gewichtsfractie van de vulstof is, berekend op het totale gewicht van de één of meer dekkende witte pigmenten en één of meer vulstoffen, A en F empirische coëfficiënten zijn met de respectieve waarden 0,785 en 5 -0,0969, <Yexe> de gewichtsgemiddelde lichtreflectiewaarde is van de één of meer vulstoffen en de gewichtsge middelde lichtref lectiewaarde is van één of meer dekkende witte pigmenten, waarbij de gewichtsgemiddelde lichtre-flectiewaarden worden gedefinieerd met de vergelijkingen: 10 ,y V en (y . \ = (Y"'" ’ {m Σ,". 15

4. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens conclu sie 2 of conclusie 3 voor zover afhankelijk van conclusie 2, waarbij m en K een minimale lichtref lectiewaarde voor de gekleurde bekledingssamenstelling bepalen met betrekking tot een kleurenzone A tussen dit minimum en 110, 25 waarbij m en K zijn gedefinieerd volgens de volgende tabel : Kleur- ''toon . , . κ~„ v _ m_A k_A __ _0 -1,364 91.713 5 10 -1.356 91,952 _20 -1,443 91.757 _30 -1,387 92.262 _40 -1,305 92 703 _50 -1.209 93,071 _60 -1,113 93.440 _70 -1,017 93.808 10 80 -0,822 94J32 _90 -0.485 93,225 100 -0,330 92,357 110 -0.525 92,872 120 -0,719 93.386 130 -0.919 93.803 140 -0.945 93,661 15 150 -0.970 93,520 160 -0,996 93.378 170 -1,034 93.238 180 -1,127 93,104 190 -1,220 92.971 200 -1.312 93,086 20 210 -1,513 92,208 220 -1,745 91.330 230 -1,980 90.509 240 -1.949 90,197 250 -1.919 89.886 260 -1,888 89.575 270 -1,858 89,263 25 280 -1,827 88.952 290 -1,797 88.641 300 -1,799 88,878 310 -1,840 89.482 320 -1.808 89^998 330 -1,450 91,389 340 -1,360 91.340 30 350 -1,362 91,526 360 -1,364 91,713"

5. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens conclu-35 sie 4, waarbij het ten minste één gekleurde pigment een maximum is van twee organisch gekleurde pigmenten in significante hoeveelheden en er een maximum van 0,015 gew.% lampzwartpigment is, berekend op het totale droge gewicht van de gekleurde bekledingssamenstelling.

6. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens conclu-5 sie 4 of 5, waarbij het ten minste ene gekleurde pigment een maximum is van één anorganisch pigment in een significante hoeveelheid en er een maximum is van 0,015 gew.% lampzwartpigment, berekend op het totale droge gewicht van de gekleurde bekledingssamenstelling. 10

7. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens een van de conclusies 4 tot 7, waarbij het ten minste één gekleurde pigment één organisch pigment en één anorganisch pigment omvat, waarbij het organische pigment in staat is een 15 gekleurde bekledingssamenstelling te produceren met een eerste kleurtoon en het anorganische pigment in staat is een gekleurde bekledingssamenstelling te produceren met een tweede kleurtoon, waarbij de eerste en tweede kleurtonen zijn gescheiden door een maximale hoek van 20° en er 20 een maximum van 0,015 gew.% lampzwart is, berekend op het totale droge gewicht van de gekleurde bekledingssamenstelling.

8. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens conclu-25 sie 2 of conclusie 3 voor zover afhankelijk van conclusie 2, waarbij m en K een minimale lichtreflectiewaarde van de gekleurde bekledingssamenstelling bepalen met betrekking tot een kleurenzone B tussen dit minimum en 110, waarbij m en K zijn gedefinieerd volgens de volgende tabel: Kleur- ' .SS/ m B KB O -1,650 90,213 _10 -1,643 90.452 5 20 -1,587 90.957 _30 -1,581 87,462 _40 -1.433 91,903 _50 -1.337 92.271 _60 -1,267 89.640 _70 -1,145 93,008 _80 -0.911 93,432 10 90 -0,553 92,425 100 -0.355 91,557 110 -0,558 88.072 120 -0.743 92,586 130 -1,006 93.003 140 -1,032 92,861 150 -1,057 92,720 15 160 -1,083 92.578 170 -1.131 92.438 180 -1,224 92.304 190 -1,317 92,171 200 -1.410 92.286 210 -1,643 91.408 220 -1,874 90,530 ü 230 -2.169 89.709 240 -2,138 89,397 250 -2,145 86,086 260 -2.077 88.775 270 -2,047 88,463 280 -2,016 88,152 2 5 290 -1.985 87.841 300 -1.968 88,078 310 -2,009 88,682 320 -1,986 89.198 330 -1,806 89,889 340 -1,646 89,840 350 -1,648 90,026 3 0 Γ 360 -1,650 90,213

9. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens conclu sie 8, waarbij het ten minste ene gekleurde pigment drie of meer organische gekleurde pigmenten in significante hoeveelheden is en er een maximum van 0,022 gew.% lamp-zwartpigment is, berekend op het totale droge gewicht van de gekleurde bekledingssamenstelling.

10. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens conclu sie 8 of 9, waarbij het ten minste ene gekleurde pigment twee of meer anorganische gekleurde pigmenten is in significante hoeveelheden en er een maximum is van 0,022 gew.% lampzwartpigment, berekend op het totale gewicht van de 10 gekleurde bekledingssamenstelling.

11. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens een van de conclusies 8 tot 10, waarbij het ten minste ene gekleurde pigment één organisch pigment en één anorganisch 15 pigment omvat, waarbij het organisch pigment in staat is een gekleurde bekledingssamenstelling te produceren met een eerste kleurtoon en het anorganische pigment in staat is een gekleurde bekledingssamenstelling te produceren met een tweede kleurtoon, waarbij de eerste en tweede kleurto-20 nen door meer dan 20° worden gescheiden, en er een maximum van 0,022 gew.% lampzwartpigment is, berekend op het totale droge gewicht van de gekleurde bekledingssamenstelling.

12. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens een van 25 de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de gekleurde pigmenten een fluorescent pigment is dat in staat is licht te emitteren in een specifiek deel van het zichtbare spectrum, zodat het de kleurverzadiging van de gekleurde bekledingssamenstelling vergroot. 30

13. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de gekleurde bekledingssamenstelling een specifieke kleurtoon heeft en de gekleurde bekledingssamenstelling verder een fotoluminescen- 35 te verbinding omvat die in staat is licht te emitteren in een specifiek deel van het zichtbare spectrum, zodat het ·- de kleurverzadiging van de gekleurde bekledingssamenstel-ling vergroot.

14. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens conclu-5 sie 13, waarbij de fotoluminescente verbinding één of meer is van een optisch bleekmiddel, een fluorescent pigment of een fosforescerend pigment.

15. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens conclu-10 sie 14, waarbij het optische bleekmiddel of het fluorescente pigment in de witte basisverf van de gekleurde bekledingssamenstelling wordt gedispergeerd.

16. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens con-15 clusie 14, omvattende een basisbekledingssamenstelling en een bovenste bekledingssamenstelling, waarbij de bovenste bekledingssamenstelling de fotoluminescente verbinding bevat, zodat, als de bovenste bekledingssamenstelling bovenop de basisbekledingssamenstelling wordt aangebracht, de 20 fotoluminescente verbinding de kleurverzadiging vergroot van de gekleurde bekledingssamenstelling zodat de gecombineerde gekleurde bekledingssamenstelling een lichtreflec-tiewaarde in de kleurenzone A heeft.

17. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens conclu sie 16, waarbij de basisbekledingssamenstelling een licht-reflectiewaarde heeft die lager is dan die vereist om in kleurenzone A te zijn.

18. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens conclu sie 16 of 17, waarbij de witte basisverf van de basisbekledingssamenstelling een lichtreflectiewaarde onder 93 heeft.

19. Gekleurde bekledingssamenstelling volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de gekleurde bekledingssamenstelling een architectonische emulsiebekledingssamen- IV stelling is die geschikt is voor aanbrengen op wanden en/of plafonds.

20. Gebruik van een fotoluminescente verbinding voor 5 het vergroten van de kleurverzadiging van een gekleurde bekledingssamenstelling. 103 3 097