NL1032376C1 - Haard, in het bijzonder voor het stoken van gas of hout. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Haard, in het bijzonder voor het stoken van gas of hout.

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een haard, in het bijzonder voor 5 het stoken van gas of hout tenminste omvattende een verbrandingsruimte, welke verbrandingsruimte aan een eerste, voorste open zijde afsluitbaar is door middel van een althans gedeeltelijk transparant paneel, welk paneel met tenminste zijn opstaande omtreksranden is omgeven door een uit lijstprofieldelen opgebouwde omlijsting en in het door het paneel gevormde vlak verplaatsbaar is voor het open 10 dan wel sluiten van de verbrandingsruimte.

Een haard volgens bovengenoemde aanhef is algemeen bekend en wordt veel toegepast als inzethaard voor het stoken van gas of hout bij plaatsing in een opstelruimte en in het bijzonder in een gevelmuur daarvan. Bij de thans bekende gas- of houthaarden bezitten deze allen een glazen deur of paneel met een 15 ijzeren kader als omlijsting. De omlijsting heeft als functie het paneel ten opzichte van de haard c.q. de verbrandingsruimte verplaatsbaar te maken in een open c.q. gesloten toestand, alsook om de afdichting tussen het paneel en de haard te verbergen.

Heden ten dage richten de technische ontwikkelingen van nieuwe 20 haarden voor het stoken van gas of hout zich op een creëren van een zo groot mogelijk vuurbeeld voor de gebruiker. Dit betekent dat het verplaatsbaar met de haard verbonden paneel een zo groot mogelijk doorzichtig oppervlak dient te bezitten met een minimale metalen (staal) omlijsting.

In de nog niet gepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage nr. 1 25 028 623 ten name van dezelfde aanvraagster is het paneel draaibaar met de haard verbonden en is de omlijsting dusdanig geconstrueerd dat bij het openen van het paneel (zulks om bijvoorbeeld toegang tot de verbrandingsruimte te creëren) aan de omlijsting een van het paneel afgerichte verplaatsing op te dringen. Zodoende kan enerzijds een openen c.q. sluiten van het paneel worden bewerkstelligd, terwijl 30 voorts, in gesloten toestand, het paneel met een minimale omlijsting in de haard kan worden opgenomen.

De uitvinding van deze octrooiaanvrage heeft echter betrekking op een haard waarbij voor het openen dan wel sluiten van de verbrandingsruimte het paneel in verticale richting verplaatsbaar is in een vlak dat gevormd wordt door het 1032376 2 paneel zelf. Met andere woorden, de haard in de onderhavige uitvinding heeft niet betrekking op een paneel dat draaibaar met de haardconstructie is verbonden.

Desondanks wordt bij deze uitvinding beoogd een haard te verschaffen volgens bovengenoemde aanhef, waarbij enerzijds een vrijwel 5 omlijstingsloos glazen paneel mogelijk wordt gemaakt zonder concessies te doen aan de constructie, waarmee het paneel in de inrichting is opgenomen en de verbrandingsruimte afsluit.

Overeenkomstig de uitvinding is hiertoe een opstaande omtreksrand van het paneel aangebrachte lijstprofieldeel opgebouwd uit een om de 10 omtreksrand vallend U-profiel, waarbij het tegen het van de verbrandingsruimte afgekeerde zijde van het paneel aanliggende been van het U-profiel een minimale lengte-afmeting bezit en het tegen het naar de verbrandingsruimte toegekeerde zijde van het paneel aanliggende been van het U-profiel over althans een deel van de lengte van het lijstprofieldeel is voorzien van een verstevigingselement.

15 Met behulp van deze uitvoeringsvorm van het paneel dat de verbrandingsruimte afsluit wordt naar de gebruiker toe een paneel met een minimale omlijsting gepresenteerd, en derhalve met een maximaal zicht op het vuurbeeld. Anderzijds wordt door de toepassing van een verstevigingselement aan de naar de verbrandingsruimte toegekeerde zijde van het paneel geen concessie gedaan aan 20 de constructie waarmee het paneel in de haardconstructie is opgenomen en daarbij de verbrandingsruimte afsluit.

Bij een andere uitvoeringsvorm waarmee een verbeterde constructie van het paneel in de haardconstructie wordt gerealiseerd en waarbij tevens een minimale omlijsting en een maximaal vuurbeeld wordt gerealiseerd, is 25 het verstevigingselement in de richting van de verbrandingsruimte verbreed uitgevoerd.

Meer specifiek strekt het verstevigingselement zich over de volledige lengte van het lijstprofieldeel uit, waarbij verder het verstevigingselement in gesloten toestand van het paneel, tegen een wand van de verbrandingsruimte 30 afsteunt. Op deze manier wordt een goede afdichting gerealiseerd, hetgeen omwille van de veiligheid wenselijk is, terwijl tevens voor de gebruiker een maximaal vuurbeeld en een minimale omlijsting wordt gerealiseerd.

Ten behoeve van de verbeterde afdichting is overeenkomstig de uitvinding op het verstevigingselement een afdichtingselement aangebracht.

3

Bij nog een verbeterde uitvoeringsvorm is overeenkomstig de uitvinding de haard voorzien van verplaatsingsmiddelen, welke ten behoeve van het met behulp van het paneel openen respectievelijk het sluiten van de verbrandingsruimte aan het paneel een van respectievelijk naar de 5 verbrandingsruimte gerichte verplaatsing opdringen.

De uitvinding zal aan de hand van een tekening nader worden toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont in:

Figuur 1a een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een haard overeenkomstig de uitvinding; 10 Figuur 1b een vooraanzicht van de uitvoeringsvorm van de haard uit figuur 1A;

Figuur 1c nog een dwarsdoorsnede van de uitvoeringsvorm van de haard uit figuur 1A;

Figuur 2 een detailaanzicht van de lijstprofieldelen van het paneel 15 van de haard overeenkomstig de uitvinding;

Figuur 3a een detailaanzicht van de geleidingsmiddelen voor het paneel;

Figuur 3b nog een detailaanzicht van de geleidingsmiddelen voor het paneel.

20 Voor een beter begrip van de onderhavige uitvinding zullen in de navolgende figuren identieke onderdelen met hetzelfde referentiecijfer worden aangeduid.

In de figuren 1a-1c worden aanzichten getoond van een eerste uitvoeringsvorm getoond van een haard overeenkomstig de uitvinding. De haard 25 wordt hierbij aangeduid met het referentiecijfer 10 en omvat ten minste een huis met daarin opgenomen een verbrandingsruimte 11 dat een voorste zijde open is, en afsluitbaar is door middel van een paneel 12. Bij deze uitvoeringsvorm kan het paneel 12 in een vlak parallel aan het door het paneel gevormde vlak worden verplaatst in een geopende en gesloten stand.

30 In figuur 1b wordt een vooraanzicht van de haard overeenkomstig de uitvinding getoond. Zoals hierboven reeds beschreven is voor het openen dan wel sluiten van de verbrandingsruimte 11, het afsluitpaneel 12 in verticale richting verplaatsbaar in een vlak dat gevormd wordt door het paneel 12 zelf. Met andere woorden, de haard in de onderhavige uitvinding hoeft geen betrekking te hebben op 4 een paneel dat draaibaar of schamierbaar met de haardconstructie 10 is verbonden. Het paneel 12 is in geopende toestand opneembaar in een in de haard 10 opgenomen ruimte 16 (zie figuur 1c). De verplaatsing van het paneel 12 in verticale richting geschiedt door middel van geschikte verplaatsingsmiddelen 50a-50b-50c.

5 Het referentiecijfer 50a is daarbij geconstrueerd als een ophangoog waaraan een ophangketting (niet weergegeven) met een eerste einde is bevestigd en over een vast in de haard 10 aangebrachte geleidingsrol 50c is geleid, en waarbij de ophangketting met zijn andere eind is verbonden met een gewicht 50b.

Teneinde het paneel enerzijds een zo groot mogelijk doorzichtig 10 oppervlak te verschaffen met een minimale metalen (stalen) omlijsting alsook een minimale inbouwruimte, is het afsluitpaneel 12 met een minimale omlijsting in de haard 10 opgenomen, zodat een zo groot mogelijk vuurbeeld voor de gebruiker kan worden gecreëerd. Meer in het bijzonder wordt met de onderhavige uitvinding haard beoogt een nauwe aansluiting van het paneel en de zijwanden van de haard c.q. de 15 verbrandingsruimte 11 te realiseren.

Zoals getoond in figuur 2 is elke zijrand 12a-12b van de omtreksrand aangebracht lijstprofieldeel 40, welke is opgebouwd uit een om de omtreksrand 12a-12b vallend U-profiel 40a, waarbij het tegen het van de verbrandingsruimte 11 afgekeerde zijde van het paneel 12 aanliggende been van 20 het U-profiel 40a een minimale lengteafmeting bezit en waarbij het tegen het naar de verbrandingsruimte 11 toegekeerde zijde 12" van het paneel 12 of althans een deel van de lengte van het lijstprofiel deel 40 is voorzien van een verstevigingselement 40b. Zoals duidelijk getoond in figuur 2, is het verstevigingselement 40b in de richting van de verbrandingsruimte 11 verbreed 25 uitgevoerd. Zodoende kan een naar het inwendige van de verbrandingsruimte toegekeerde opsluiting van het paneel 12 in het lijstprofieldeel 40, zodat een nauwe aansluiting met het zijwanddeel 10b van de haard 10 (c.q. de verbrandingsruimte 11) mogelijk wordt gemaakt, resulterende in een minimale inbouwconstructie.

Teneinde een rookgasdichte afdichting tussen het paneel 12 en de 30 verbrandingsruimte 11 te garanderen, is het verstevigingselement 40b in gesloten toestand van het paneel 12 tegen een (niet weergegeven) wand c.q. begrenzingswand van de verbrandingsruimte 11 aangebracht. De rookgasafdichting kan daarbij worden verbeterd doordat op het verstevigingselement 40b een afdichtingselement 25 is aangebracht dat in gesloten toestand van het paneel 12 5 tegen het (niet weergegeven) wanddeel van de verbrandingsruimte 11 afsteunt.

Verder is overeenkomstig de uitvinding de haard voorzien van verplaatsingsmiddelen 41-42a-42b-43, welke ten behoeve van het met het behulp van het paneel 12 openen c.q. sluiten van de verbrandingsruimte aan het paneel 12 5 een van respectievelijk naar de verbrandingsruimte gerichte verplaatsing opdringen.

Zoals duidelijk getoond in figuren 2, 3a en 3b zijn ten behoeve van een soepele, verticale verplaatsing van het paneel 12 aan weerszijden van het paneel 12 panelen 44 opgesteld, waartussen het paneel 12 met behulp van aan elk verstevigingselement 40 bevestigde en in de geleiding 44 opneembare 10 geleidingswielen 42a-42b geleidbaar zijn.

Ten behoeve van de rookgasafdichting tussen het paneel 12 en de verbrandingsruimte 11 omvattende verplaatsingsmiddelen naast de twee aan weerszijden van de open zijde van de verbrandingsruimte (het paneel 12) aangebrachte geleidingen 44 tevens een tegen een terugstelkracht in scharnierbaar 15 met het verstevigingselement 40 verbonden arm 41, waarop ten minste één en bij deze uitvoeringsvorm twee geleidingswielen 42a-42b zijn aangebracht. Tevens is de geleiding 44 voorzien van een verbreed geleidingsdeel 44a welke voorzien is van contactranden 44b voor de geleidingswielen 42a-42b, zodat, ten behoeve van het openen, respectievelijk sluiten van de verbrandingsruimte door middel van het 20 paneel 12, aan de arm 41 een horizontale, respectievelijk verticale scharnierpositie kan worden opgedrongen. De horizontale scharnierpositie van de arm 41, welke overeenkomt met de gesloten stand van het paneel 12, wordt weergegeven in figuur 3a.

Op het moment dat het paneel 12 in verticale richting omhoog wordt 25 verplaatst langs de geleidingen 44, zullen de geleidingswielen 42a-42b via de contactranden 44b van het verbreed geleidingsdeel 44a omhoog verplaatsen, zodanig dat de arm 41 een verticale stand inneemt. Door de aanliggende verplaatsing van de geleidingswielen 42a-42b langs de contactrand 44b, zal aan de arm 41, alsmede het via de steunarm 40c met het verstevigingselement 40 30 verbonden paneel 12, een van de verbrandingsruimte 11 afgekeerde verplaatsing worden opgedrongen, zodat het afdichtingselement 45 vrij komt te liggen van de (niet weergegeven) wand van de verbrandingsruimte 11 alvorens dat het paneel 12 een verticale verplaatsing langs de geleidingen 44 wordt opgedrongen.

Zodoende ontstaan er geen afschuifspanningen in het 6 afdichtingselement 45, hetgeen de levensduur van het afdichtingselement 25 aanzienlijk verlengd.

Het in verticale stand scharnieren van de arm 41, geschiedt tegen een terugstelkracht in, welke terugstelkracht gevormd c.q. geleverd wordt door een 5 veerelement 43 (zie figuur 2). Op een moment dat het paneel 12 in neerwaartse richting langs de geleiding 44 verplaatst wordt teneinde de verbrandingsruimte 11 te sluiten, zai ter plaatse van het verbreed geleidingsdeel 44a aan de arm 41 onder invloed van de door de veer 43 opgewekte terugstelkracht een horizontale positie worden opgedrongen, zodat de geleidingswielen 42a-42b zich langs de contactrand 10 44b geleid worden en aan het paneel 12 een naar de verbrandingsruimte 11 toegerichte verplaatsing wordt opgedrongen. Op deze wijze wordt het afdichtingselement 25 rechtstandig tegen het wanddeel van de verbrandingsruimte 11 aangedrukt en niet onderworpen aan afschuifkrachten.

15 1032376

Claims (9)

1. Haard, in het bijzonder voor het stoken van gas of hout tenminste omvattende een verbrandingsruimte, welke verbrandingsruimte aan een eerste, 5 voorste open zijde afsluitbaar is door middel van een althans gedeeltelijk transparant paneel, welk paneel met tenminste zijn opstaande omtreksranden is omgeven door een uit lijstprofieldelen opgebouwde omlijsting en in het door het paneel gevormde vlak verplaatsbaar is voor het open dan wel sluiten van de verbrandingsruimte, met het kenmerk, dat het om een opstaande omtreksrand van 10 het paneel aangebrachte lijstprofieldeel is opgebouwd uit een om de omtreksrand vallend U-profiel, waarbij het tegen het van de verbrandingsruimte afgekeerde zijde van het paneel aanliggende been van het U-profiel een minimale lengte-afmeting bezit en het tegen het naar de verbrandingsruimte toegekeerde zijde van het paneel aanliggende been van het U-profiel over althans een deel van de lengte van het 15 lijstprofieldeel is voorzien van een verstevigingselement.

2. Haard volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verstevigingselement in de richting van de verbrandingsruimte verbreed is uitgevoerd.

3. Haard volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het 20 verstevigingselement zich over de volledige lengte van het lijstprofieldeel uitstrekt. .

4. Haard volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verstevigingselement in gesloten toestand van het paneel tegen een wand van de verbrandingsruimte afsteunt.

5. Haard volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat op het verstevigingselement een afdichtingselement is aangebracht.

6. Haard volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de haard is voorzien van verplaatsingsmiddelen, welke ten behoeve van het met behulp van het paneel openen respectievelijk het sluiten van de verbrandingsruimte aan het paneel een van respectievelijk naar de 30 verbrandingsruimte gerichte verplaatsing opdringen.

7. Haard volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen twee aan weerszijden van de voorste open zijde van de verbrandingsruimte aangebrachte geleidingen omvatten, waartussen het paneel met 1032376 behulp van aan elk verstevigingselement bevestigde en in de geleiding opneembare geleidingswielen in het door het paneel gevormde vlak verplaatsbaar is.

8. Haard volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat tenminste één geleidingswiel is aangebracht op een tegen een terugstelkracht in scharnierbaar 5 met het verstevigingselement verbonden arm en waarbij de geleiding is voorzien van een verbreed geleidingsdeel voor het ten behoeve van het openen respectievelijk het sluiten van de verbrandingsruimte aan de arm opdringen van een horizontale respectievelijk een verticale scharnierpositie.

9. Haard volgens conclusie 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat eën 10 veerelement de terugstelkracht vormt. 1032376