NL1032352C2 - Nagelindrijfinrichting, hulpstuk daarvoor en werkwijze. - Google Patents

Description

NAGELINDRIJFINRICHTING, HULPSTUK DAARVOOR EN WERKWIJZE.

De onderhavige uitvinding betreft een nagelin-drijfinrichting. Verder betreft de onderhavige uitvinding 5 een hulpstuk voor een nagelindrijfinrichting. Verder betreft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het inbrengen van nagels met behulp van een nagelindrijfinrichting.

Voor het indrijven van nagels of spijkers wordt op 10 zichzelf bekende wijze gebruik gemaakt van bijvoorbeeld gasschiethamers. Een voorbeeld van een dergelijke gas-schiethamer is een gasschiethamer van de aanvrager van deze octrooiaanvraag zoals de "powers trak-it".

Met behulp van een dergelijke gasschiethamer is 15 het mogelijk om in een magazijn geplaatste strips van spijkers achtereenvolgens onder aandrijving van een verbrandingsmotor in te drijven in het te vernagelen object. Bij het voorgaande genoemde voorbeeld wordt gebruik gemaakt van door middel van plastic op afstand van elkaar 20 gerangschikte nagels. Het is op alternatieve wijze mogelijk tegen elkaar gerangschikte nagels met bijvoorbeeld papier tot een strip te bevestigen. Bekende gasschiethamers zijn geschikt voor nagels met een lengte van bijvoorbeeld vijf tot tien centimeter.

25 In bijvoorbeeld de dakdekkerij wordt naast derge lijke lange nagels tevens gebruik gemaakt van relatief korte nagels met een verhoudingsgewijs grote kop voor bijvoorbeeld het bevestigen van relatief zacht dakbedekkings-materiaal en/of haften, met een lengte van bijvoorbeeld 30 2,5 tot 3,5 centimeters, die bijvoorbeeld bekend staat als 'haften' nagels. Een bekend nadeel van de toepassing van de relatief lange nagels en de relatief korte nagels is dat op de verwerkingslocatie verschillende apparaten zijn vereist voor zowel de lange als de korte nagels. Dit is in 35 de praktijk omslachtig en kostbaar.

Teneinde dergelijke nadelen van de stand van de techniek te ondervangen verschaft de onderhavige uitvin- 1032352 2 ding een nagelindrijfinrichting voor het in een object drijven van ten minste een eerste, relatief lange nagel-soort en een tweede relatief korte nagelsoort, omvattende: - een aandrijfeenheid voor het aandrijven van een 5 stoot- of duworgaan voor het in het object drijven van de nagel, - een magazijn voor het houden van een voorraad bij voorkeur in een reeks gerangschikte nagels, - een loop voor het in de langsrichting daarvan 10 doorheen drijven van een nagel tijdens het in het object drijven van de nagel, waarbij de loop een zij invoer omvat voor de eerste en tweede nagelsoort, - een actuator voor het actueren van de indrijf-handeling, en 15 - een hulpstuk voor het faciliteren van het in het object drijven van de tweede relatief korte nagelsoort.

Een voordeel van een dergelijke inrichting volgens de onderhavige uitvinding is dat door middel van een nagelindrijf inrichting zowel de langere nagels als de korte-20 re nagels kunnen worden verwerkt. Hierbij kunnen lange nagels worden verwerkt onder gebruikmaking van de open zij-invoer van de loop. Voorts is het mogelijk dat onder gebruikmaking van het hulpstuk de inrichting op betrouwbare wijze geschikt is voor toepassing van de korte nagels zo-25 als de zogenoemde "haften nagels".

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is in de nagelindrijfinrichting het hulpstuk bevestigbaar op een aan de loop gerangschikte actuator voor het indrijfproces en/of op losmaakbare wijze aan de nagelindrijfinrichting 30 bevestigbaar. Een voordeel hiervan is dat het hulpstuk op eenvoudige wijze bevestigbaar is aan de inrichting middels bijvoorbeeld het vastdraaien van een schroefelement. Het is evenzeer mogelijk een ander vergrendelingsprincipe toe te passen voor deze bevestiging.

35 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het hulpstuk een geleidingsorgaan dat in de aan de loop gemonteerde positie van het hulpstuk een geleiding verschaft 3 voor de korte nagelsoort. Een voordeel van een dergelijke uitvoeringsvorm is dat het mogelijk wordt dat de loop aan alle zijden in hoofdzaak afgesloten is ofwel dat de loop in hoofdzaak aan alle zijden een geleiding biedt voor kor-5 te nagels die bij een open zijwand van de loop schuin uit de loop zouden kunnen uittreden zonder de geleiding. Het is hierbij van belang op te merken dat een verder voordeel is dat na verwijdering van het hulpstuk en daarover de geleiding de zijinvoer van de loop weer open is waardoor de 10 relatief lange eerste nagelsoort hierdoor in de loop kan worden ingebracht.

Bij verdere voorkeur omvat het hulpstuk van de na-gelindrijfinrichting een in hoofdzaak beschermend actua-tie-einddeel voor het beschermen van het object bij de ac-15 tuatie van het indrijfproces. Een bekende gasschiethamer is nabij de kop van de loop voorzien van uitsteeksels voor het voorkomen van wegglijden tijdens de actuatiehandeling. Het in hoofdzaak beschermend actuatie-einddeel van het hulpstuk is in het bijzonder geschikt voor het uitvoeren 20 van een actuatiehandeling bij een relatief kwetsbare of zachte dakbedekking, zoals stroken die teer omvatten. Dergelijke teerstroken worden namelijk veelal vastgezet met de relatief korte nagels.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het 25 hulpstuk van de nagelindrijfinrichting een positionerings-orgaan voor het tijdens de actuatie positioneren van ten minste een deel van de in de reeks gerangschikte nagels voor het verschaffen van een geschikte oriëntatie ten opzichte van de loop. Een voordeel van een dergelijk positi-30 oneringsorgaan is dat een of meerdere nagels van de reeks naast de nagel die zich in de loop bevindt en die door de actueringshandeling zal worden ingeslagen door middel van het positioneringsorgaan zullen worden aangedrukt. Hierdoor wordt de oriëntatie van de strip met nagels in het 35 magazijn verbeterd door een verbeterde positionering van de voorste nagels ten opzichte van de invoer van de loop.

4

Hierbij worden bij voorkeur de punten van de nagels aangedrukt door middel van het positioneringsorgaan.

Bij voorkeur omvat het positioneringsorgaan een aandrukeinddeel dat zich in de richting van het magazijn 5 uitstrekt onder een hoek met de loop die in hoofdzaak overeenkomstig is met de hoek van het magazijn ten opzichte van de loop. Hierdoor wordt het mogelijk een aantal nagels tegelijkertijd aan te drukken waardoor de positieve invloed van het aandrukeinddeel op de strip met nagels 10 wordt verbeterd.

Bij voorkeur is het magazijn aangepast voor geleiding van tenminste de uiteinden van zowel de eerste als de tweede soort nagels. Hierdoor wordt met name voor de relatief korte tweede soort nagels voorkomen dat deze in een 15 gekantelde positie ten opzichte van de geleidingsrichting van het magazijn terecht komen hetgeen op enig punt in het magazijn de doorvoer zou kunnen verhinderen of stremmen. Hierbij heeft het de voorkeur dat het magazijn is aangepast voor geleiding van tenminste de uiteinden van zowel 20 de eerste als de tweede soort nagels. Hierbij is het van belang dat het aandrukmechanisme van de nagels voldoende ruimte heeft in een magazijn dat zoals in het voorgaande is omschreven geschikt is voor de korte "haften" nagels of kopspijkers.

25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het hulpstuk uitgevoerd omvattende: - een in hoofdzaak cilindervormig of afgevlakt cilindervormig basislichaam, - een bevestigingsorgaan voor bevestiging aan de 30 nagelindrijfinrichting, - een in hoofdzaak vlak kops einde met een door-laatopening voor nagels, welke doorlaatopening zich in de gebruikspositie van het hulpstuk in lijn bevindt met de loop, en 35 - een in hoofdzaak plaatvormig of vlak orgaan dat dienst doet als positioneringsorgaan.

5

Een voordeel van een dergelijk hulpstuk is dat het geschikt is voor eenvoudige positionering ter hoogte van het uiteinde van de loop van de nagelindrijfinrichting. Hierbij wordt het in hoofdzaak plaatvormige of vlakke or-5 gaan zodanig georiënteerd dat deze aan de zijde van de loop daarvan kan dienen als geleiding voor door de loop te drijven korte nagels. Voorts kan een dergelijk plaatvormig vlak orgaan dienst doen als aandrukeinddeel voor de nog in het magazijn aanwezige nagelreeks of tenminste een deel 10 daarvan nabij de loop. Voorts kan het vlakke kopse einde dienst doen als bescherming van het te nagelen object tijdens de actuatiehandeling, in casu het aandrukken van de kop van de loop tegen het object waardoor de aandrijfeenheid mede wordt geactueerd.

15 Bij voorkeur omvat een zijwand van het hulpstuk een deel voor het mogelijk maken van een relatief korte nagelafstand ten opzichte van uit het werkstuk stekende delen.

Een verder aspect van de onderhavige uitvinding 20 betreft een hulpstuk voor een nagelindrijfinrichting volgens een of meer van de conclusies 1/9.

Een verder aspect van de onderhavige uitvinding betreft de werkwijze voor het indrijven van nagels omvattende stappen voor het gebruik waarvan de nagelindrijfin-25 richting en/of hulpstuk volgens een of meer van de voorgaande conclusies. Hierbij is het mogelijk de nagelindrijf inrichting te gebruiken met hulpstuk. Voorts is het mogelijk de nagelindrijfinrichting te gebruiken zonder hulpstuk. Voordelen van de onderhavige uitvinding zijn 30 derhalve onder meer dat korte nagels kunnen worden ingébracht in een object onder gebruikmaking van een eenvoudig plaatsbaar hulpstuk met een inrichting die voor dergelijke korte nagels over het algemeen ongeschikt zou zijn. Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uit-35 vinding zullen in het navolgende worden beschreven onder verwijzing naar de aangehechte figuren, waarin: 6 -Fig. 1 een schematisch weergegeven, deels open gewerkt zijaanzicht is van een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de. onderhavige uitvinding in een rusttoestand; -Fig. 2 een zelfde weergave is van de uitvoering-5 vorm van figuur 1 in een geactueerde werkingstoestand; -Fig. 3 een vooraanzicht is van een voorkeursuitvoeringsvorm van een hulpstuk volgens de onderhavige uitvinding; -Fig. 4 een dwarsdoorsnede is van het hulpstuk van 10 figuur 3 langs de lijn A-A; -Fig. 5 een bovenaanzicht is van het hulpstuk van figuur 3; -Fig. 6 een onderaanzicht is van het hulpstuk van figuur 3 in combinatie met een schematische weergave van 15 een magazijn van een nagelindrijfinrichting.

Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm (fig. 1) volgens de onderhavige uitvinding betreft een gasschiethamer 1 omvattende onder meer huis 24 omvattende een verbrandingsmotor en een brandstofhouder, een handgreep 26, een 20 accu 27, een bedieningsknop 23. Een dergelijke inrichting is op zichzelf bekend en de werking van deze onderdelen zullen in deze tekst niet in detail worden beschreven. Voorts omvat de inrichting een op zichzelf bekende loop 3 met een daar langs gerangschikte actuator 25, die aan het 25 einde van de loop uitmondt in een om de loop gerangschikte actuatorkop met spitse punten die bij het actueren van de inrichting bijvoorbeeld wegglijden voorkomen.

Voorts omvat de inrichting een magazijn 4 dat geschikt is voor het houden van in strips gerangschikte na-30 gels. Deze nagels worden op zodanige wijze in het magazijn gerangschikt dat de koppen 21 van de nagels zich bevinden in de kopgeleidingssleuf 22. De spil van de nagel met de aan het andere einde ten opzichte van de kop gerangschikte punt strekt zich vanaf de kopgeleidingssleuf 22 uit in het 35 magazijn. Hierbij is de lengte van de spijker zodanig dat deze maximaal reikt tot aan de onderrand 19 van het magazijn. Hierbij strekt de spil zich uit tussen zijwanden 20 7 van het magazijn, welke zijwanden zijn voorzien van ope-ningen 18 die enerzijds gewichtsbesparend zijn en anderzijds zicht in het magazijn bieden. Voorts is er in het magazijn een aandrukslede 17 voorzien van het in de rich-5 ting van de loop aandrukken van de strip en spij kers.

Vanwege de aanwezigheid van deze slede 17 is een relatief groot deel van het magazijn ter hoogte van deze slede noodzakelijkerwijs open. Hierdoor kunnen de in de figuur getoonde relatief korte spijkers 13 dwars op de ge-10 leiderichting van de slede kantelen. Teneinde dit kantelen van de spijkers 13 te voorkomen is aan het begin van de slede een bevestigingsorgaan 15 bevestigd waarbij een ge-leidestang 16 zich in de geleiderichting van het magazijn uitstrekt vanaf dit bevestigingsorgaan. Bij voorkeur ge-15 schiedt dit op de wijze zoals is getoond in figuur 2 waarbij de geleidestang 16 zich achter de slede uitstrekt. De slede wordt bij voorkeur onder voorspanning gehouden door middel van een oprolbare vlakke ve.er.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt over het 20 aan de loop aanwezige actuatie-orgaan 25 een hulpstuk 2 geplaatst en vervolgens middels een schroefelement in de opening 7 vastgezet. Hierbij wordt een voorbeeld een schroefdraad M6 toegepast. Het hulpstuk omvat een in hoofdzaak afgevlakte cirkelvormige wand 5 die om het actu-25 atie-element wordt geplaatst. Voorts omvat het hulpstuk 2 een kopse wand 6 met daarin een opening die in figuur 1 in het verlengde van de loop is getoond. Voorts omvat het hulpstuk een vlakke plaat 8 die zich deels door de in hoofdzaak cilindervormige wand 5 uitstrekt aan de zijde 30 van het magazijn wanneer het hulpstuk is geplaatst op de inrichting. De vlakke plaat 8 heeft een 'loop-wand' 10 waarmee een deel van de loop van de gasschiethamer wordt gedefinieerd. Hiermee worden de getoonde, relatief korte spijkers 13 door de loop geleid waardoor geen risico be-35 staat dat deze uittreden door de open zijde van de loop die geschikt is voor het toelaten van een lange spil van δ de spijker die zich uitstrekt tot nabij de onderrand van het magazijn 19.

Voorts is de vlakke plaat 8 aan de bovenzijde voor zien van een aandrukwand 11 die ten opzichte van de loop 5 een zodanige hoek heeft dat deze een aantal, zoals bijvoorbeeld de getoonde vier spijkerpunten, kan aandrukken in de actuatietoestand van het hulpstuk zoals is getoond in figuur 2. Hierdoor wordt de strip met spijkers bij elke actuatie van de inrichting hernieuwd zo optimaal mogelijk 10 gepositioneerd ten opzichte van de loop.

In figuur 1 is de inrichting getoond in de passieve toestand waarbij de actuatie-eenheid 25, de spijker aandrijfstaaf 12 en het hulpstuk zich bevinden in de rust-positie. Voor het in een werkstuk 28 drijven van een spij-15 ker wordt het hulpstuk en de actuatie-eenheid 25 ten op zichte van de loop en de inrichting omhoog gedrukt in de richting van de pijl C door het naar beneden drukken in de richting van de pijl A van de gasschiethamer. Hierdoor wordt de actuatie-eenheid 25 waarvan een pen zich uit-20 strekt langs de loop in de inrichting gedreven en de verbrandingsmotor op op zichzelf bekende wijze geactiveerd wanneer tevens de bedieningsknop 23 is geactueerd.

Vervolgens wordt de spijkeraandrijfstang 12 door de verbrandingsmotor neerwaarts gestoten en duwt deze de 25 spijker 13 door de loop neerwaarts. Door het actueren van het hulpstuk 2 wordt de aandrukwand 11 van de plaat 8 van het hulpstuk aangedrukt tegen de spijkerreeks waardoor de voorste spijker die zich in de loop bevindt zo optimaal mogelijk wordt georiënteerd vlak voordat de spijkeraan-30 drijfstang 12 deze van de strip zal losrukken en in het werkstuk 28 zal drijven. Bij deze aandrijfhandeling wordt de spijker door de loop en tevens door de geleidewand 10 van de plaat 8 op geschikte wijze neerwaarts geleid door de loop en uiteindelijk door de opening 9 aan de onderzij-35 de van de kopse plaat 6 van het hulpstuk.

In de figuren 3-6 is het hulpstuk in groter detail getoond. In figuur 6 is een onderaanzicht van het hulpstuk 9 getoond waarbij de twee zijwanden van het magazijn zijn getoond zoals deze zich in de gebruikspositie van het hulpstuk aan weerszijde langs plaat 8 uitstrekken. De uiteinden van de zijwanden 20 van het magazijn met onderbro-5 ken lijnen getoond aangezien deze zich in onderaanzicht boven de getoonde positie van het hulpstuk dienen te bevinden.

Hiertoe zijn de wanden van het magazijn voorzien van een inham of opening 29. De spillen van lange spijkers 10 bevinden zich hierdoor bij het benaderen van de open zijde van de loop voor een deel in deze vrije ruimte. Doordat dergelijke lange spijkers tevens worden geleid door een hoger deel van het magazijn zullen dergelijke lange spijkers hierdoor in de lengterichting georiënteerd blijven.

15 Uit de open zijde van de loop volgt een verder voordeel van de onderhavige uitvinding. Door het toepassen van het hulpstuk op een dergelijke lange aan de zijkant open loop bestaat het voordeel dat een eventuele verstoring bij de aanvoer en/of doorvoer van met name korte 20 spijkers deze verstoring op eenvoudige wijze kan worden verholpen doordat met de vingers en/of met gereedschap door de aanwezigheid van veel vrije ruimte door ondermeer de opening 29 van het magazijn de verstoring kan worden verholpen. Zeker indien het hulpstuk is verwijderd, is 25 door een dergelijke rangschikking veel ruimte beschikbaar om toegang te verkrijgen tot de loop. Een dergelijk belangrijk voordeel is niet mogelijk bij een gasschiethamer die specifiek geschikt is voor de korte kopspijkers ofwel haften nagels, ondermeer omdat de beschikbare ruimte bij 30 een dergelijke relatief korte loop zeer gering is.

Een verder voordeel van de getoonde uitvoeringsvorm is dat aan twee zijden de wand van het hulpstuk is afgevlakt waardoor de afstand van de in te brengen nagel ten opzichte van de buitenzijde van de wand relatief ge-35 ring is. Hierdoor kunnen nagels dicht tegen een opstaande rand of muur worden ingebracht. Een zelfde afgevlakte wand is denkbaar aan de voorzijde van het hulpstuk of bijvoor- 10 beeld in elke denkbare hoek langs de omtrek van de wand afhankelijk van de toepassing van de gasschiethamer. De stevigheid van de hierdoor verzwakte zijwand kan worden verkregen door de kopse plaat en of verdikkingen van ande-5 re delen van het hulpstuk.

In het voorgaande is de onderhavige uitvinding beschreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. De beschreven inrichting is bijvoorbeeld beschreven aan de hand van nagels met een ronde kop en onder een be-10 paalde hoek. De uitvinding is hiertoe niet beperkt en kan eveneens worden toegepast met nagels met een D-vormige kop en onder elke willekeurige hoek. Voorts is de uitvinding beschreven aan de hand van een gasschiethamer. De uitvinding is echter eveneens geschikt voor een inrichting met 15 een kruitschiethamer of een inrichting onder aandrijving van bijvoorbeeld luchtdruk of een elektromotor.

Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen worden beschreven geacht in combinatie daarvan waarbij alle combinaties die op basis van dit document 20 door een vakman kunnen worden gemaakt dienen te worden meegelezen. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet beperkend voor de beschermingsomvang van deze tekst. De gevraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclusies.

25 1032352

Claims (12)

1. Nagelindrijfinrichting voor het in een object drijven van ten minste een eerste, relatief lange nagel-5 soort en een tweede relatief korte nagelsoort, omvattende: - een aandrijfeenheid voor het aandrijven van een stoot- of duworgaan voor het in het object drijven van de nagel, - een magazijn voor het houden van een voorraad 10 bij voorkeur in een reeks gerangschikte nagels, - een loop voor het in de langsrichting daarvan doorheen drijven van een nagel tijdens het in het object drijven van de nagel, waarbij de loop een zij invoer omvat voor de eerste en tweede nagelsoort, 15. een actuator voor het actueren van de indrijf- handeling, en - een hulpstuk voor het faciliteren van het in het object drijven van de tweede relatief korte nagelsoort.

2. Nagelindrijfinrichting volgens conclusie 1 waarbij het hulpstuk bevestigbaar is op een aan de loop gerangschikte actuator voor het indrijfproces en/of op een losmaakbare wijze aan de nagelindrijfinrichting bevestigbaar is. 25

3. Nagelindrijfinrichting volgens conclusie 1 of 2 waarbij het hulpstuk een geleidingsorgaan omvat dat in de aan de loop gemonteerde positie van het hulpstuk een geleiding verschaft voor de korte nagelsoort. 30

4. Nagelindrijfinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het hulpstuk een in hoofdzaak beschermend actuatie-einddeel omvat voor het beschermen van het object bij de actuatie van het indrijf- 35 proces. 1032352

5. Nagelindrijfinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het hulpstuk een positio-neringsorgaan omvat voor het tijdens de actuatie positioneren van ten minste een deel van de in de reeksgerang- 5 schikte nagels voor het verschaffen van een geschikte oriëntatie ten opzichte van de loop.

6. Nagelindrijfinrichting volgens conclusie 5 waarbij het positioneringsorgaan een aandrukeinddeel omvat 10 dat zich in de richting van het magazijn uitstrekt onder een hoek met de loop die in hoofdzaak overeenkomstig is met de hoek van het magazijn ten opzichte van de loop.

7. Nagelindrijfinrichting volgens een of meer van 15 de voorgaande conclusies waarbij het magazijn is aangepast voor geleiding van ten minste de uiteinden van zowel de eerste als de tweede soort nagels.

8. Nagelindrijfinrichting volgens conclusie 7 20 waarbij het magazijn is voorzien van een of twee geleidingen voor het voorkomen van kantelen van de korte nagels in een richting die afwijkt van de doorvoerrichting van het magazijn.

9. Nagelindrijfinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het hulpstuk is uitgevoerd omvattende: - een in hoofdzaak cilindervormig of afgevlakt cilindervormig basislichaam, 30. een bevestigingsorgaan voor bevestiging aan de nagelindrij finrichting, - een in hoofdzaak vlak kops einde met een door-laatopening voor nagels, welke doorlaatopening zich in de gebruikspositie van het hulpstuk in lijn bevindt met de 35 loop, en - een in hoofdzaak plaatvormig of vlak orgaan dat dienst doet als positioneringsorgaan.

10. Nagelaandrijfinrichting volgens een of meer van de conclusies 1-9 waarbij het hulpstuk een of meer af-vlakkingen in een zijwand daarvan omvat. 5

11. Hulpstuk voor een nagelindrijfinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies.

12. Werkwijze voor het indrijven van nagels omvat-10 tende stappen voor het gebruiken van een nagelindrijfinrichting en/of een hulpstuk volgens een of meer van de voorgaande conclusies. 1032352