NL1031864C1 - Werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product, in het bijzonder een bloemenemmer. - Google Patents
Werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product, in het bijzonder een bloemenemmer. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1031864C1 NL1031864C1 NL1031864A NL1031864A NL1031864C1 NL 1031864 C1 NL1031864 C1 NL 1031864C1 NL 1031864 A NL1031864 A NL 1031864A NL 1031864 A NL1031864 A NL 1031864A NL 1031864 C1 NL1031864 C1 NL 1031864C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- injection mold
- injection
- product
- liquid plastic
- internal space
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/0046—Details relating to the filling pattern or flow paths or flow characteristics of moulding material in the mould cavity
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/0025—Preventing defects on the moulded article, e.g. weld lines, shrinkage marks
- B29C2045/0027—Gate or gate mark locations
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/0025—Preventing defects on the moulded article, e.g. weld lines, shrinkage marks
- B29C2045/0032—Preventing defects on the moulded article, e.g. weld lines, shrinkage marks sequential injection from multiple gates, e.g. to avoid weld lines
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29L—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
- B29L2031/00—Other particular articles
- B29L2031/712—Containers; Packaging elements or accessories, Packages
- B29L2031/7136—Vases, pots, e.g. for flowers
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
- Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
Description
» *
Titel: Werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product, in het bijzonder een bloemenemmer
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product met een bodem en een zich vanaf de bodem uitstrekkende opstaande wand door middel van een spuitgietproces, waarbij een spuitgietmal met een inwendige ruimte 5 voor het vormen van het product wordt toegepast, en waarbij de inwendige ruimte van de spuitgietmal onder uitoefening van druk wordt gevuld met vloeibaar plastic.
Plastic producten met een bodem en een zich vanaf de bodem uitstrekkende opstaande wand zijn algemeen bekend. Dergelijke producten 10 kunnen bijvoorbeeld als emmers of vazen toepassing vinden. In veel gevallen heeft de bodem van dergelijke producten de vorm van een platte schijf met een cirkelronde omtrek, en heeft de opstaande wand van dergelijke producten de vorm van een holle cilinder met een cirkelronde binnen- en buitenomtrek, die in de richting van de bodem 15 taps toelopend kan zijn. Er zijn echter ook andere uitvoeringsvormen van het product mogelijk, bijvoorbeeld een uitvoeringsvorm waarin de bodem een vierkante omtrek heeft, en waarin de binnen- en buitenomtrek van de opstaande wand eveneens vierkant zijn.
In het hiernavolgende zal de uitvinding worden uitgelegd en 20 beschreven in de context van bloemenemmers, dat wil zeggen emmers die bestemd zijn om gevuld te worden met een hoeveelheid water en snijbloemen, al dan niet samengebonden tot boeketten. Dat neemt niet weg, dat de uitvinding ook van toepassing is op plastic producten die bestemd zijn voor ander gebruik of een andere toepassing.
25 Bloemenemmers die door middel van spuitgieten uit plastic worden vervaardigd, worden gevormd in een spuitgietmal met een inwendige ruimte, waarbij een vorm van de inwendige ruimte exact is afgestemd op een gewenste vorm van de bloemenemmer. Er zijn derhalve in de inwendige ruimte van de spuitgietmal twee delen te onder-30 scheiden: één deel dat dient voor het vormen van de bodem van de bloemenemmer, en één deel dat dient voor het vormen van de opstaande wand van de bloemenemmer. Omwille van de duidelijkheid zal het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het 1031864
I I
2 vormen van de bodem van de bloemenemmer hiernavolgend worden aangeduid als bodemvormholte, terwijl het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de opstaande wand van de bloemenemmer zal worden aangeduid als wandvormholte.
5 Volgens de stand van de techniek wordt tijdens het vervaardi- gingsproces van een bloemenemmer vloeibaar plastic op één centrale plaats in de bodemvormholte ingebracht. Onder uitoefening van druk stroomt het plastic naar de rand van de bodemvormholte, en stroomt vervolgens de wandvormholte binnen, waarbij de stroom van richting 10 verandert. Uiteindelijk wordt op deze wijze de volledige inwendige ruimte van de spuitgietmal gevuld, waarbij de bloemenemmer vanaf een bovenrand van de opstaande wand tot aan een middelpunt van de bodem wordt gevormd. Nadat het plastic voldoende is afgekoeld om vormvast te kunnen zijn, kan de bloemenemmer uit de spuitgietmal worden ver-15 wijderd. Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat bloemenemmers doorgaans in massaproductie gevormd worden, waarbij in elke toegepaste spuitgietmal het proces van het vullen van de inwendige ruimte van de spuitgietmal met vloeibaar plastic en het proces van het uitnemen van de gevormde emmer voortdurend worden afgewisseld.
20 Bloemenemmers zijn wegwerpproducten, die tegen een lage kost prijs dienen te worden vervaardigd. Bovendien worden bloemenemmers tijdens transport en gebruik nauwelijks belast. Het zou daarom interessant zijn om ten behoeve van het vervaardigen van bloemen-emmers zo min mogelijk materiaal te gebruiken, in ieder geval minder 25 dan tot nu toe gangbaar is. Er van uitgaande dat een buitenomtrek en een hoogte van de bloemenemmers min of meer gelijk gehouden worden, zou een materiaalbesparing verkregen kunnen worden door een wanddikte van de bloemenemmers te verkleinen. Gelet op het feit dat de bloemenemmers tijdens hun levensduur niet noemenswaardig belast 30 worden, is er ruimte om de bloemenemmers minder robuust uit te voeren. Verkleining van de wanddikte is in de stand van de techniek echter geen reële optie, omdat als gevolg van de wijze waarop de bloemenemmers vervaardigd worden, er een praktische ondergrens aan de wanddikte is.
35 Op het vakgebied van het spuitgieten is het algemeen bekend dat een verkleining van de wanddikte van een te vervaardigen product gepaard gaat met een verhoging van de druk die nodig is om er voor te zorgen dat de volledige inwendige ruimte van een toegepaste spuitgietmal met plastic gevuld wordt, volgens een progressief 40 verband, dat wil zeggen een meer dan evenredig verband. Dit effect I ( 3 is des te groter wanneer alleen de wanddikte verkleind wordt en de overige afmetingen van het product min of meer gelijk blijven, waarbij de verhouding tussen de wanddikte en een zogeheten vloeiweg, dat wil zeggen een maximale afstand waarover het plastic vanaf een 5 plaats van inspuiting door de spuitgietmal moet vloeien teneinde de spuitgietmal volledig te vullen, wijzigt. In de praktijk wordt een ondergrens van de wanddikte van de bloemenemmers daarom bepaald door een maximaal toelaatbare en/of haalbare druk tijdens het spuitgiet-proces.
10 Het is een doel van de uitvinding om ondanks het hierboven geschetste probleem toch een verkleining van de wanddikte van bloemenemmers te realiseren. Het gestelde doel wordt bereikt door tijdens het spuitgietproces op meer dan één plaats in de inwendige ruimte van de toegepaste spuitgietmal vloeibaar plastic in te 15 brengen.
Volgens de uitvinding wordt tijdens het vervaardigingsproces van een bloemenemmer op minstens twee verschillende plaatsen vloeibaar plastic in de spuitgietmal ingespoten. Hierdoor kan bij gelijkblijvende druk een kleinere wanddikte worden gerealiseerd. De 20 plaatsen waarop vloeibaar plastic in de inwendige ruimte van de spuitgietmal wordt ingebracht kunnen namelijk zodanig worden gekozen, dat de vloeiweg aanzienlijk kleiner is. Wanneer de druk niet verlaagd hoeft te worden, is er daarmee ruimte verkregen om de wanddikte te verkleinen. Dit heeft als belangrijk voordeel dat materiaal 25 wordt bespaard, waardoor kosten worden verlaagd en het milieu wordt ontzien. De kosten worden verder verlaagd doordat tijdens het vervaardigingsproces van de bloemenemmer een afkoeltijd van de bloemenemmer in de spuitgietmal als gevolg van de kleinere wanddikte korter is. Een ander voordeel is dat een stapelhoogte van de bloemenemmers 30 verkleind wordt, hetgeen vooral gunstig is met het oog op opslag en transport van de bloemenemmers.
De uitvinding biedt meer mogelijkheden dan het verkleinen van de wanddikte van bloemenemmers. Zo is het ook mogelijk een druk-verlaging te realiseren, wanneer de wanddikte niet verkleind wordt, 35 of in ieder geval niet maximaal verkleind wordt. Er kunnen dan minder zware spuitgietmachines worden toegepast, en het spuitgietproces kost minder energie.
Bij voorkeur wordt de werkwijze volgende de uitvinding uitgevoerd door op ten minste één plaats in een bodemvormholte van een 40 toegepaste spuitgietmal en op ten minste twee plaatsen in een wand- I i 4 vormholte van de toegepaste spuitgietmal vloeibaar plastic in te brengen. Volgens een praktische toepassing van de werkwijze wordt op een centrale plaats in de bodemvormholte en op drie plaatsen in de wandvormholte vloeibaar plastic ingebracht. Voor een goed verloop 5 van het spuitgietproces is het gunstig wanneer de drie plaatsen van inspuiting in de wandvormholte gelijkelijk over een omtrek van deze holte verdeeld zijn, en wanneer deze zich op een substantiële afstand van een aansluiting van de wandvormholte op de bodemvormholte bevinden. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval wanneer de plaatsen 10 van inspuiting zich in een gebied dat zich uitstrekt van een kwart tot driekwart van een hoogte van de wandvormholte bevinden. In het algemeen is het gunstig wanneer de diverse plaatsen van inspuiten goed over het te vormen product verdeeld zijn, omdat dan de vloeiweg zo klein mogelijk kan zijn. Het is zelfs mogelijk een vloeiweg te 15 realiseren die ongeveer de helft is van de vloeiweg die voor een conventioneel spuitgietproces, waarbij alleen op een centrale plaats van de bodemvormholte vloeibaar plastic in de spuitgietmal wordt gespoten, geldt.
Teneinde het insluiten van lucht tijdens het spuitgietproces te 20 voorkomen, is het voordelig wanneer een proces van het inspuiten van vloeibaar plastic in de wandvormholte van een toegepaste spuitgietmal later wordt gestart dan een proces van het inspuiten van vloeibaar plastic in de bodemvormholte. In het bijzonder is het voordelig wanneer een proces van het inspuiten van vloeibaar plastic in de 25 wandvormholte pas wordt gestart wanneer een vloeifront van het plastic dat in eerste instantie in de bodemvormholte is ingebracht, de plaatsen van inspuiting in de wandvormholte heeft bereikt.
Het inspuiten van vloeibaar plastic op meer dan één plaats in de spuitgietmal kan goed worden gerealiseerd door een stelsel van 30 toevoerleidingen met aan een uiteinde van elke toevoerleiding een inspuitorgaan toe te passen. Een dergelijk inspuitorgaan kan afsluitbaar zijn, en bijvoorbeeld een naaldafsluiter omvatten. Naald-afsluiters zijn goed aan te sturen, zodat op nauwkeurige wijze gedefinieerde hoeveelheden vloeibaar plastic kunnen worden afgegeven.
35
De genoemde en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving, waarbij verwezen zal worden naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aan-40 duiden, en waarin:
, I
5 figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een bloemenemmer toont; figuur 2 de positionering van inspuitelementen ten opzichte van een door middel van spuitgieten te vormen bloemenemmer illustreert; figuren 3a, 3b, 3c, 3d en 3e opeenvolgende stadia van een spuitgiet-5 proces van een bloemenemmer illustreren; en figuur 4 schematisch een perspectivisch aanzicht van een stelsel van toevoerleidingen en inspuitelementen toont en de positionering van dit stelsel ten opzichte van een door middel van spuitgieten te vormen bloemenemmer illustreert.
10
Figuur 1 toont een bloemenemmer 1, die een bodem 2 en een zich vanaf de bodem uitstrekkende opstaande wand 3 heeft. In het getoonde voorbeeld heeft de bodem 2 een cirkelronde omtrek, en is de opstaande wand 3 gevormd als een holle cilinder die in de richting van 15 de bodem 2 taps toeloopt, en die een cirkelronde binnen- en buitenomtrek heeft. Aan een zijde die niet met de bodem 2 verbonden is, is de opstaande wand 3 voorzien van een ringvormige rand 4. Deze rand 4 dient ter verfraaiing van het uiterlijk van de bloemenemmer 1, en biedt bovendien een gebruiker van de bloemenemmer 1 een gemakkelijke 20 mogelijkheid de bloemenemmer 1 op te pakken en vast te houden.
In figuur 1 is de bloemenemmer 1 in een normale oriëntatie getoond, dat wil zeggen met de bodem 2 aan de onderzijde. Een open zijde van de bloemenemmer 1 bevindt zich dan aan de bovenzijde. In deze oriëntatie kan de bloemenemmer 1 gevuld worden met water, en 25 kunnen bloemen in de bloemenemmer 1 worden geplaatst.
Door de tapse vorm van de opstaande wand 3 is de bloemenemmer 1 in staat een identieke bloemenemmer 1 voor een groot deel op te nemen, waardoor de bloemenemmer 1 goed stapelbaar is. Dit is gunstig met het oog op transport en opslag van de bloemenemmer 1.
30
De bloemenemmer 1 wordt door middel van spuitgieten uit plastic vervaardigd. Bij het spuitgietproces wordt gebruik gemaakt van een spuitgietmal (niet getoond) met een inwendige ruimte, waarbij een vorm van de inwendige ruimte exact is afgestemd op de vorm van de 35 bloemenemmer 1. De bloemenemmer 1 wordt dan verkregen door de inwendige ruimte van de spuitgietmal te vullen met vloeibaar plastic en dit te laten afkoelen. De spuitgietmal is in ten minste twee delen verdeeld, die onder invloed van een sluitkracht tijdens het spuitgietproces strak tegen elkaar aan worden gedrukt. Nadat een 40 bloemenemmer 1 in de spuitgietmal gevormd is, worden de delen van de
. I
6 spuitgietmal van elkaar af bewogen, en kan de bloemenemmer 1 uit de spuitgietmal worden verwijderd.
Gedurende het spuitgietproces van de bloemenemmer 1 wordt op diverse plaatsen vloeibaar plastic in de spuitgietmal ingespoten. In 5 figuur 2 is een mogelijke opstelling van inspuitelementen 5, 6 van een spuitgietmachine getoond, waarbij tevens een te vormen bloemenemmer. 1 is getoond. Aangezien de vorm van de bloemenemmer 1 overeenkomt met de vorm van de inwendige ruimte van de spuitgietmal die tijdens het spuitgietproces wordt toegepast, kan figuur 2 dienen ter 10 illustratie van de opstelling van de inspuitelementen 5, 6 ten opzichte van deze ruimte.
In het hiernavolgende zal de inwendige ruimte van de spuitgietmal worden aangeduid als vormholte, zal een deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat ingericht is om de bodem 2 van de 15 bloemenemmer 1 te vormen worden aangeduid als bodemvormholte, en zal een deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat ingericht is om de opstaande wand 3 van de bloemenemmer 1 te vormen worden aangeduid als wandvormholte.
In de opstelling zoals getoond in figuur 2 is er één centraal 20 gepositioneerd inspuitelement 5 dat dient voor het inspuiten van vloeibaar plastic in de bodemvormholte, en zijn er drie inspuitelementen 6 die dienen voor het inspuiten van vloeibaar plastic in de wandvormholte. Omwille van de duidelijkheid zal het eerstgenoemde inspuitelement 5 worden aangeduid als centraal bodemelement 5, 25 terwijl de laatstgenoemde inspuitelementen 6 zullen worden aangeduid als omtrekselementen 6. In het getoonde voorbeeld zijn de omtreks-elementen 6 gelijkelijk over een buitenomtrek van de opstaande wand 3 van de te vormen bloemenemmer 1 verdeeld, en bevinden de omtrekselementen 6 zich op ongeveer een derde van een hoogte van de op-30 staande wand 3, gezien vanaf de bodem 2 van de te vormen bloemenemmer 1. Naar analogie hiermee geldt dat in een spuitgietmachine voor het vormen van de getoonde bloemenemmer 1 de omtrekselementen 6 gelijkelijk over een omtrek van de wandvormholte van een toegepaste spuitgietmal zijn verdeeld, en dat de omtrekselementen 6 zich be-35 vinden op ongeveer een derde van een hoogte van de wandvormholte van de toegepaste spuitgietmal, gezien vanaf de bodemvormholte.
| De wijze waarop een spuitgietproces van de bloemenemmer 1 plaatsvindt, zal hiernavolgend aan de hand van figuren 3a, 3b, 3c, « l 7 3d en 3e worden toegelicht. Evenals in figuur 2 zijn in deze figuren de inspuitelementen 5, 6 en een te vormen bloemenemmer 1 getoond.
In een eerste stadium van het spuitgietproces wordt alleen het centrale bodemelement 5 geactiveerd om vloeibaar plastic in de vorm-5 holte van de spuitgietmal in te brengen. In figuur 3a is geïllustreerd dat hierdoor allereerst de bodemvormholte zich vult met vloeibaar plastic, waarbij het plastic vanuit een centraal punt in de bodemvormholte naar alle kanten uitvloeit. Een min of meer cirkelvormig vloeifront van het plastic is aangeduid met het ver-10 wijzingscijfer 7.
Op een gegeven moment bereikt het plastic een omtrek van de bodemvormholte, en daarmee tevens de plaats waar de wandvormholte op de bodemvormholte aansluit. Op deze plaats verandert de richting waarin het plastic vloeit. Voordat het plastic deze plaats bereikt, 15 vloeit het in een radiale richting, uit het midden van de bodemvormholte vandaan. Op deze plaats verandert de vloeirichting van het plastic, en begint een proces waarin de wandvormholte met plastic wordt gevuld, waarbij het plastic vanaf de aansluiting van de bodemvormholte op de wandvormholte in de richting van een gedeelte van de 20 wandvormholte dat bestemd is om de rand 4 te vormen, vloeit. In figuur 3b is geïllustreerd hoe de bodemvormholte volledig met vloeibaar plastic gevuld is, en hoe een aansluitend eerste gedeelte van de wandvormholte eveneens met vloeibaar plastic gevuld is.
Een moment tijdens het spuitgietproces waarop het vloeifront 7 25 van het plastic op gelijke hoogte is gekomen met de omtrekselementen 6 is geïllustreerd in figuur 3c. Op dat moment worden de omtrekselementen 6 geactiveerd om vloeibaar plastic in de wandvormholte in te brengen, terwijl de aanvoer van vloeibaar plastic door het centrale bodemelement 5 stopt. Vanaf het. niveau van de omtreks-30 elementen 6 beweegt het vloeifront 7 van het plastic steeds verder in de richting van het gedeelte van de wandvormholte dat bestemd is om de rand 4 te vormen. Het verdere verloop van het vloeifront 7 van het plastic is geïllustreerd in figuren 3d en 3e.
Het spuitgietproces stopt wanneer de vormholte van de spuit-35 gietmal volledig gevuld is met plastic. Wanneer het plastic zodanig is afgekoeld dat het in staat is zijn vorm vast te houden, worden de delen van de spuitgietmal van elkaar af bewogen, en wordt de aldus vervaardigde bloemenemmer 1 uit de spuitgietmal verwijderd.
8 , l
Bij voorkeur maken de inspuitelementen 5, 6 deel uit van een stelsel 8 van toevoerleidingen 9, zoals schematisch in figuur 4 is getoond. Bij voorkeur zijn in ieder geval de omtrekselementen 6 afsluitbaar, en omvatten bijvoorbeeld naaldafsluiters.
5
Zoals hierboven is aangegeven, wordt tijdens een spuitgiet-proces van een bloemenemmer 1 eerst alleen het centrale bodemelement 5 geactiveerd om vloeibaar plastic in de vormholte van de spuitgiet-mal in te brengen. De omtrekselementen 6 worden pas geactiveerd 10 wanneer het vloeifront 7 van het plastic ter hoogte van deze elementen 6 is gekomen, teneinde een goed resultaat van het spuit-gietproces te waarborgen. Wanneer de omtrekselementen 6 eerder zouden worden geactiveerd, dan zou een situatie kunnen ontstaan waarin een vloeifront 7 van het plastic dat afgegeven is door het 15 centrale bodemelement 5 en een vloeifront 7 van het plastic dat afgegeven is door een omtrekselement 6 naar elkaar toe bewegen, waarbij lucht ingesloten kan raken. Door een juiste afstemming van de toevoer van vloeibaar plastic op de diverse plaatsen in de spuit-gietmal wordt bereikt dat de hoeveelheden plastic die van ver-20 schillende inspuitelementen 5, 6 afkomstig zijn, goed op elkaar aansluiten .
Er zijn diverse manieren denkbaar om tijdige activering van de omtrekselementen 6 na de start van een spuitgietproces te realiseren. Zo kan het moment van activering van de omtrekselementen 6 zijn ge-25 relateerd aan de afgifte van een bepaald volume aan vloeibaar plastic door het centrale bodemelement 5.
Volgens de stand van de techniek wordt een bloemenemmer 1 in een spuitgietproces vervaardigd door slechts een enkel inspuit-30 element toe te passen, waarbij dit inspuitelement is gepositioneerd als het centrale bodemelement 5 dat tijdens het hierboven beschreven spuitgietproces volgens de uitvinding wordt toegepast. Een belangrijk voordeel van de toepassing van extra inspuitelementen 6 die over de omtrek van de wandvormholte zijn gepositioneerd, is dat een 35 vloeiweg van het plastic kleiner is. Immers, de totale afstand die het plastic vanaf elk inspuitelement 5, 6 door de vormholte van de spuitgietmal moet afleggen is dan kleiner. In het bijzonder is het niet nodig dat het plastic helemaal van het middelpunt van de bodem-vormholte naar het gedeelte van de van de wandvormholte dat bestemd 40 is om de rand 4 te vormen, vloeit.
, V
9
Doordat bij het spuitgietproces volgens de uitvinding de vloei-weg kleiner is, terwijl toch een bloemenemmer 1 met een bepaalde hoogte gevormd wordt, kunnen de drukken tijdens het spuitgietproces lager zijn. Het is ook mogelijk om een bloemenemmer 1 met een 5 kleinere wanddikte te vervaardigen, zonder dat de drukken hoger worden dan de drukken die bij conventionele spuitgietprocessen van bloemenemmers 1 gelden.
Het aantal en de positionering van de inspuitelementen 5, 6 kunnen binnen het kader van de uitvinding vrij gekozen worden, waar-10 bij het belangrijk is dat het aantal inspuitelementen 5, 6 hoger dan één is, en dat de positionering van de inspuitelementen 5, 6 er op is gericht om volledige vulling van de vormholte van de spuitgietmal te waarborgen en insluiting van lucht te voorkomen.
15 Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Deze conclusies hebben 20 enerzijds betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product met een bodem en een zich vanaf de bodem uitstrekkende opstaande wand door middel van een spuitgietproces, en anderzijds op een inrichting die bestemd is om te worden toegepast ten behoeve van het door middel van een spuitgietproces vervaardigen van 25 een plastic product met een bodem en een zich vanaf de bodem uitstrekkende opstaande wand.
In het voorgaande is beschreven dat een plastic bloemenemmer 1 tijdens een spuitgietproces wordt vervaardigd door een spuitgietmal 30 met een inwendige ruimte toe te passen en vloeibaar plastic in die ruimte in te brengen. Tijdens een conventioneel spuitgietproces wordt alleen op een centrale positie in een deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van een bodem 2 van de bloemenemmer 1 plastic ingebracht, terwijl tijdens het spuit-35 gietproces volgens de uitvinding op meer dan één plaats plastic in de spuitgietmal wordt ingespoten. Zo is het mogelijk om bijvoorbeeld niet alleen plastic op de centrale positie in het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de bodem 2 van de bloemenemmer 1 plastic in te brengen, maar ook op 40 posities in een deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat , 1 10 dient voor het vormen van een opstaande wand 3 van de bloemenemmer 1. Hierdoor wordt bereikt, dat een vloeiweg van het plastic korter is, waardoor de wanddikte van de bloemenemmer 1 kleiner kan zijn en/of de drukken tijdens het spuitgietproces lager kunnen zijn.
1031864
Claims (19)
1. Werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product (1) met een bodem (2) en een zich vanaf de bodem (2) uitstrekkende opstaande wand (3) door middel van een spuitgietproces, waarbij een spuitgiet-mal met een inwendige ruimte voor het vormen van het product (1) 5 wordt toegepast, waarbij de inwendige ruimte van de spuitgietmal onder uitoefening van druk wordt gevuld met vloeibaar plastic, en waarbij op meer dan één plaats in de inwendige ruimte van de spuitgietmal vloeibaar plastic wordt ingebracht.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij op ten minste één plaats in een deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de bodem (2) van het product (1) vloeibaar plastic wordt ingebracht, en waarbij op ten minste twee plaatsen in een deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor 15 het vormen van de opstaande wand (3) van het product (1) vloeibaar plastic wordt ingebracht.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij op één centrale plaats in het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient 20 voor het vormen van de bodem (2) van het product (1) vloeibaar plastic wordt ingebracht.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, waarbij op drie plaatsen in het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor 25 het vormen van de opstaande wand (3) van het product (1) vloeibaar plastic wordt ingebracht.
5. Werkwijze volgens een willekeurige der conclusies 2-4, waarbij de plaatsen waarop in het deel van de inwendige ruimte van de spuit- 30 gietmal dat dient voor het vormen van de opstaande wand (3) van het product (1) vloeibaar plastic wordt ingebracht, gelijkelijk over een omtrek van dit deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal verdeeld zijn.
6. Werkwijze volgens een willekeurige der conclusies 2-5, waarbij de plaatsen waarop in het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de opstaande wand (3) van het 1031864 , ( product (1) vloeibaar plastic wordt ingebracht, zich op een substantiële afstand van een aansluiting van dit deel op het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de bodem (2) van het product (1) bevinden. 5
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de plaatsen waarop in het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de opstaande wand (3) van het product (1) vloeibaar plastic wordt ingebracht, zich in een gebied dat zich uitstrekt van 10 een kwart tot driekwart van een hoogte van dit deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal bevinden.
8. Werkwijze volgens een willekeurige der conclusies 2-7, waarbij een proces van het inspuiten van vloeibaar plastic in het deel van 15 de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de opstaande wand (3) van het product (1) later wordt gestart dan een proces van het inspuiten van vloeibaar plastic in het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de bodem (2) van het product (1). 20
9. Werkwijze volgens een willekeurige der conclusies 1-8, waarbij ten behoeve van het toevoeren van vloeibaar plastic aan de inwendige ruimte van de spuitgietmal een stelsel (8) van toevoerleidingen (9) met aan een uiteinde van elke toevoerleiding een inspuitorgaan (5, 25 6) wordt toegepast.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij ten minste één inspuitorgaan (5, 6) afsluitbaar is.
11. Inrichting die bestemd is om te worden toegepast ten behoeve van het door middel van een spuitgietproces vervaardigen van een plastic product (1) met een bodem (2) en een zich vanaf de bodem (2) uitstrekkende opstaande wand (3), omvattende: - een spuitgietmal met een inwendige ruimte voor het vormen van het 35 product (1); en - ten minste twee inspuitorganen (5, 6) voor het op verschillende plaatsen in de inwendige ruimte van de spuitgietmal toevoeren van vloeibaar plastic.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij ten minste één in-spuitorgaan (5) is opgesteld om op ten minste één plaats in een deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de bodem (2) van het product (1) vloeibaar plastic in te 5 brengen, en waarbij ten minste twee inspuitorganen (6) zijn opgesteld om op ten minste twee verschillende plaatsen in een deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de opstaande wand (3) van het product (1) vloeibaar plastic in te brengen. 10
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij één inspuitorgaan (5) is opgesteld om op één centrale plaats in het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de bodem (2) van het product (1) vloeibaar plastic in te brengen. 15
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij drie inspuitorganen (6) zijn opgesteld om op drie verschillende plaatsen in het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de opstaande wand (3) van het product (1) vloeibaar 20 plastic in te brengen.
15. Inrichting volgens een willekeurige der conclusies 12-14, waar bij de inspuitorganen (6) die dienen om vloeibaar plastic in te brengen in het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat 25 dient voor het vormen van de opstaande wand (3) van het product (1), gelijkelijk verdeeld over een omtrek van dit deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal zijn opgesteld.
16. Inrichting volgens een willekeurige der conclusies 12-15, waar-30 bij de inspuitorganen (6) die dienen om vloeibaar plastic in te brengen in het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het vormen van de opstaande wand (3) van het product (1), op een substantiële afstand van een aansluiting van dit deel op het deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal dat dient voor het 35 vormen van de bodem (2) van het product (1) in de vormholte van de spuitgietmal uitkomen.
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de plaatsen waarop de spuitorganen (6) in het deel van de inwendige ruimte van de spuit- 40 gietmal dat dient voor het vormen van de opstaande wand (3) van het product (1) uitkomen, zich in een gebied dat zich uitstrekt van een kwart tot driekwart van een hoogte van dit deel van de inwendige ruimte van de spuitgietmal bevinden.
18. Inrichting volgens een willekeurige der conclusies 11-17, voorts omvattende een stelsel (8) van toevoerleidingen (9) voor het toevoeren van vloeibaar plastic aan de inwendige ruimte van de spuitgietmal, waarbij zich aan een uiteinde van elke toevoerleiding een inspuitorgaan (5, 6) bevindt. 10
19. Inrichting volgens conclusie 18, waarbij ten minste één inspuitorgaan (5, 6) afsluitbaar is. 1031864
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1031864A NL1031864C1 (nl) | 2006-05-23 | 2006-05-23 | Werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product, in het bijzonder een bloemenemmer. |
NL1033143A NL1033143C1 (nl) | 2006-05-23 | 2006-12-28 | Werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product, in het bijzonder een bloemenemmer. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1031864 | 2006-05-23 | ||
NL1031864A NL1031864C1 (nl) | 2006-05-23 | 2006-05-23 | Werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product, in het bijzonder een bloemenemmer. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1031864C1 true NL1031864C1 (nl) | 2006-08-09 |
Family
ID=37026060
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1031864A NL1031864C1 (nl) | 2006-05-23 | 2006-05-23 | Werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product, in het bijzonder een bloemenemmer. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1031864C1 (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2999972A1 (fr) * | 2012-12-26 | 2014-06-27 | Plastic Omnium Cie | Procede d’injection plastique pour la fabrication d’une cuve de conteneur de collecte de dechets et moule mettant en œuvre un tel procede |
WO2016190736A2 (en) | 2015-05-28 | 2016-12-01 | Naber Beheer B.V. | Method for manufacturing a plastic product such as a flower bucket |
-
2006
- 2006-05-23 NL NL1031864A patent/NL1031864C1/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2999972A1 (fr) * | 2012-12-26 | 2014-06-27 | Plastic Omnium Cie | Procede d’injection plastique pour la fabrication d’une cuve de conteneur de collecte de dechets et moule mettant en œuvre un tel procede |
EP2749387A1 (fr) * | 2012-12-26 | 2014-07-02 | Compagnie Plastic Omnium | Procédé d'injection plastique pour la fabrication d'une cuve de conteneur de collecte de déchets et moule mettant en oeuvre un tel procédé |
CN103963211A (zh) * | 2012-12-26 | 2014-08-06 | 全耐塑料公司 | 用于制造废品收集容器桶的注塑方法及实施该方法的模具 |
CN103963211B (zh) * | 2012-12-26 | 2017-05-03 | 全耐塑料公司 | 用于制造废品收集容器桶的注塑方法及实施该方法的模具 |
WO2016190736A2 (en) | 2015-05-28 | 2016-12-01 | Naber Beheer B.V. | Method for manufacturing a plastic product such as a flower bucket |
NL2014880A (nl) * | 2015-05-28 | 2016-12-07 | Naber Beheer B V | Werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product zoals een bloemenemmer. |
WO2016190736A3 (en) * | 2015-05-28 | 2017-03-16 | Naber Beheer B.V. | Method for manufacturing a plastic product such as a flower bucket |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1033143C1 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product, in het bijzonder een bloemenemmer. | |
NL1031864C1 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product, in het bijzonder een bloemenemmer. | |
TW200833575A (en) | Article storage device | |
EP1632330A4 (en) | METHOD AND MOLDING MACHINE, MATRIX AND MOLDED ARTICLE | |
NL2014880B1 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een plastic product zoals een bloemenemmer. | |
TW200932473A (en) | Apparatuses and methods | |
CN106715075B (zh) | 同步独立控制的双侧pcb模塑技术 | |
FR2975987A1 (fr) | Dispositif et procede de marquage interne d'un article en verre creux | |
CN107207103A (zh) | 用于装填机的管子夹持器 | |
KR20220065661A (ko) | 마이크로니들 어레이 및 이의 제조방법 | |
USD869504S1 (en) | Liquid pump for injection mold | |
CN109514805A (zh) | 用于生产由注射模制的塑料材料制成的中空物品的方法和装置 | |
KR20190006708A (ko) | 화장품 용기용 명판 자동 사출성형방법 | |
NL2001397C2 (nl) | Stapelbare PET-verpakking en werkwijze voor de productie daarvan. | |
CN104589604B (zh) | 液态硅胶注射成型系统及其生产液态硅胶成型产品的方法 | |
JP4113690B2 (ja) | 成形機における製品受取部の進退装置及び成形機における製品用容器の移動装置 | |
US10166702B2 (en) | Device and method for the manufacturing of a support for the human body | |
US10875228B2 (en) | Injection moulding method | |
CN201136275Y (zh) | 可控顶杆出模装置 | |
CN206336476U (zh) | 用于具有锥形构造的食品的支承装置 | |
TWI638621B (zh) | 口紅充填機 | |
JP3640246B2 (ja) | 多数個取り成形方法 | |
KR102292305B1 (ko) | 팽창식 용기 주입 방식의 젤리 제조 방법 | |
NL2011948C2 (nl) | Gespuitgiet kunststof krat en werkwijze daarvoor. | |
CN208468953U (zh) | 一种分瓣推管推出机构注射模具 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20120523 |