NL1031704C2

NL1031704C2 - Bril.

Info

Publication number: NL1031704C2
Application number: NL1031704A
Authority: NL
Inventors: Gerrit Ludolph Van Der Heijde; Willem Peter Louwerse
Original assignee: Stichting Right On Sight
Priority date: 2006-04-27
Filing date: 2006-04-27
Publication date: 2007-10-30
Also published as: ATE514970T1; US7637608B2; EP2013657A1; EP2013657B1; WO2008002131A1; US20090122254A1

Description

Bril

De uitvinding heeft betrekking op een bril, omvattende een montuur en een lenssysteem voor zichtcorrectie, welke ten minste een door een eerste lens en een tweede lens gevormd lenzenpaar heeft, welke eerste en tweede lens gezien 5 in de zichtweg achter elkaar zijn opgesteld en onderling verstelbaar zijn voor het realiseren van een gewenste mate van zichtcorrectie.

Een bril met een dergelijk lenssysteem is bekend uit onder meer US-A-5,644,374.

10 Met de uitvinding is beoogd een dergelijke bril te verschaffen waarbij de verstelling voor het realiseren van de gewenste mate van zichtcorrectie zeer eenvoudig kan verlopen en naar gelang de behoefte eenvoudig kan worden aangepast.

Een verder doel van de uitvinding is om een dergelijke bril 15 te verschaffen die vrij kan zijn van voorzieningen voor het corrigeren van de pupilafstand tussen de lenzen van de bril. Weer een verder doel van de uitvinding is een dergelijke bril te verschaffen die eenvoudig te reinigen valt en waarmee verdere voordelen bereikbaar zijn die uit het navolgende duide-20 lijk zullen worden.

De bril volgens de uitvinding is gekenmerkt door een of meer van de navolgende conclusies.

In een eerste aspect van de uitvinding is de bril erdoor gekenmerkt dat de eerste lens positie-invariant is op-25 genomen in het montuur, en dat de tweede lens langszijdig verplaatsbaar is langs de eerste lens. Hiermee is een robuuste uitvoeringsvorm aan de bril volgens de uitvinding gegeven, . waarbij de bril ook eenvoudig instelbaar is door het langszijdig verplaatsen van de tweede lens langs de eerste lens.

30 In een volgend aspect van de uitvinding is de bril erdoor gekenmerkt dat de tweede lens langs de eerste lens verstelbaar is in een richting loodrecht op een brug van het montuur.

Dit biedt het voordeel dat de pupilafstand van de 35 lenzen voor de beide ogen van de gebruiker invariant is en niet verandert bij wijziging van de instelling van de tweede f031704- 2 lens ten opzichte van de eerste lens.

Voor de eenvoud in het gebruik van de bril volgens de uitvinding is deze er bij voorkeur door gekenmerkt dat deze is uitgevoerd met een daartoe dienend verstelorgaan voor 5 de tweede lens.

In weer een ander aspect van de uitvinding is de bril erdoor gekenmerkt dat de tweede lens wegklapbaar is van de eerste lens. Hierdoor wordt een eenvoudige mogelijkheid verschaft om de beide lenzen te reinigen. Volledigheidshalve 10 kan hierbij overigens worden opgemerkt dat de eerste lens zich voor de tweede lens kan bevinden maar dat dit even goed andersom kan worden uitgevoerd.

Het wegklapbaar zijn van de tweede lens kan eenvoudig worden gerealiseerd door de bril zodanig uit te voeren 15 dat de tweede lens een scharnierende koppeling met het montuur bezit.

Een elegante en voordelige uitvoering kan aan de bril worden gegeven door deze zodanig uit te voeren dat de scharnierende koppeling van de tweede lens met het montuur, 20 geïntegreerd is met het verstelorgaan voor de· tweede lens.

De hiermee te bereiken voordelen in eenvoud van constructie en besparing van kosten door beperking van het aantal toe te passen onderdelen wordt verder bevorderd door de bril zo uit te voeren dat de scharnierende koppeling tevens 25 is ingericht voor het koppelen van een oorveer aan het montuur .

Geschikt is de bril verder voorzien van een bedie-ningsorgaan voor het instellen c.q. verstellen van de tweede lens waarbij het bedieningsorgaan in een eerste voorkeursuit-30 voeringsvorm geïntegreerd is opgenomen in een oorveer.

In een tweede voorkeursuitvoeringsvorm is het zojuist bedoelde bedieningsorgaan geïntegreerd opgenomen in het montuur.

De plaatsing van het bedieningsorgaan kan op ver-35 scheidene wijzen gerealiseerd zijn. Doorgaans is het echter voordelig dat het bedieningsorgaan zich boven aan het montuur bevindt.

3

In weer een verder aspect van de uitvinding is de bril erdoor gekenmerkt dat voorzien is in een vergrendeling voor het in een gebruiksgerede stand vergrendelen van de tweede lens. Deze vergrendeling heeft als enkel oogmerk dat 5 de tweede lens blijft aanliggen tegen de in het montuur opgenomen eerste lens. De vergrendeling staat er niet aan in de weg dat de tweede lens ten behoeve van de scherpstelling ten opzichte van de eerste lens langszijdig verplaatst kan worden.

10 De vergrendeling kan eenvoudig worden uitgevoerd met samenwerkende klikranden die zijn gevormd aan het montuur en aan de tweede lens.

De uitvinding zal in het navolgende verder worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening waarin enkele de 15 conclusies niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden van de bril volgens de uitvinding worden getoond.

In de tekening tonen: figuur la en figuur lb een eerste uitvoeringsvorm van de bril volgens de uitvinding in respectievelijk een ach-20 teraanzicht en een bovenaanzicht; figuur 2a en figuur 2b een tweede uitvoeringsvorm van de bril volgens de uitvinding in een achteraanzicht en een bovenaanzicht; de figuren 3a-3c een derde uitvoeringsvorm van de 25 bril volgens de uitvinding in respectievelijk een achteraanzicht en een detailweergave van de koppeling montuur-veer-lens; de figuren 4a-4c een deel van een volgende uitvoeringsvorm van de bril volgens de uitvinding met in detail ge-30 toond een eerste uitvoering van een verstelorgaan; de figuren 5a-5c een deel van een verdere uitvoeringsvorm van de bril volgens de uitvinding met in detail getoond een tweede uitvoering van een verstelorgaan; en figuur 6a-6c nog weer een verdere uitvoeringsvorm 35 van de bril volgens de uitvinding met in detail getoond een derde uitvoering van een verstelorgaan.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.

4

Verwijzend nu eerst naar de figuren la, lb, 2a en 2b wordt de bril volgens de uitvinding in een eerste respectievelijk tweede uitvoeringsvorm getoond.

Zowel de uitvoeringsvorm getoond in figuur la/lb als 5 de uitvoeringsvorm getoond in figuur 2a/2b bezit een montuur 1 en een lenssysteem voor zichtcorrectie welke ten minste een door een eerste lens 2 en een tweede lens 4 gevormd lenzenpaar 2, 4 heeft, welke eerste lens 2 en tweede lens 4 in de zichtweg gezien achter elkaar zijn opgesteld en onderling 10 verstelbaar zijn voor het realiseren van een gewenste mate van zichtcorrectie.

In beide uitvoeringsvormen is de eerste lens 2 posi-tie-invariant opgenomen in het montuur 1 en is de tweede lens 4 langszijdig verplaatsbaar langs de eerste lens 2 uitge-15 voerd. Hiertoe is de tweede lens 4 langs de eerste lens 2 verstelbaar in een richting die bij voorkeur loodrecht op de brug 3 van het montuur 1 ligt, waarmee wordt bereikt dat de pupilafstand van de lenzen voor de beide ogen van de gebruiker van de bril volgens de uitvinding invariant blijft. Bij 20 "horizontale" positionering van het montuur 1, geschiedt de verstelling van de tweede lens 4 in "verticale" richting.

Ten behoeve van de verstelling van de tweede lens 4 is de bril uitgerust met een verstelorgaan 8, 9 voor de tweede lens 4. Tevens is de tweede lens 4 wegklapbaar van de eer-25 ste lens 2 en bezit deze daartoe een scharnierende koppeling 8, 9 met het montuur 1.

Een variant op de hiervoor toegelichte uitvoeringsvormen van de figuren la/lb en 2a/2b toont figuur 3a. In figuur 3a is een uitvoeringsvorm getoond waarin de tweede lens 30 4 langs de eerste lens 2 verstelbaar is in een richting die evenwijdig verloopt aan de brug 3. Huiselijk gezegd: bij "horizontale" positionering van het montuur 1 geschiedt de verstelling van de tweede lens 4 eveneens in "horizontale" richting.

35 De verstelling van de tweede lens 4 geschiedt door middel van de verstelling van een bout 9 die met de tweede lens 4 is gekoppeld en die in het scharnierbare T-vormig koppelstuk 8 reikt. Door deze uitvoering is het ook mogelijk dat ) 5 de tweede lens 4 van de eerste lens 2 wordt weggeklapt, hetgeen nuttig is voor de reiniging van de lenzen.

Zoals zowel de beide uitvoeringsvormen van de figuren la/lb en 2a/2b als de uitvoeringsvorm van figuur 3a laten 5 zien is de scharnierende koppeling 8, 9 van de tweede lens 4 met het montuur 1 geïntegreerd met het verstelorgaan 8, 9 voor de tweede lens 4. Dit vormt overigens geen noodzaak maar biedt voordelen ter zake van de eenvoud van de constructie van de bril en de besparing op onderdelen. Daartoe is verder 10 voordelig dat de scharnierende koppeling 8, 9 zoals de diverse uitvoeringsvormen laten zien tevens is ingericht voor het koppelen van een oorveer 5 aan het montuur 1.

De beide in figuur la/lb en figuur 2a/2b getoonde uitvoeringsvormen en de uitvoeringsvorm van figuur 3a (zie 15 met name de detailweergave in figuur 3b en 3c) laten verder zien dat een bedieningsorgaan 7 aanwezig is voor het instellen c.q. verstellen van de tweede lens 4.

De figuren 4a-4c laten zien dat het bedieningsorgaan 7 geïntegreerd kan zijn opgenomen in een oorveer 5 zodat bij 20 het verstellen van de tweede lens 4 ten opzichte van de in de montuur 1 opgenomen lens, deze tweede lens 4 tezamen met de oorveer 5 in hoogte ten opzichte van het montuur 1 versteld wordt.

Figuur 4a laat de instelling zien bij een zichtcor-25 rectie van -3.5 dioptrie, figuur 4b bij -6 dioptrie en figuur 4c bij -1 dioptrie.

In de figuren 5a-5c is een uitvoering getoond waarin het bedieningsorgaan 7 geïntegreerd is opgenomen in het montuur 1. In deze uitvoeringsvorm is de oorveer 5 stationair 30 ten opzichte van het montuur 1 en wordt bij bediening van het bedieningsorgaan 7 slechts de tweede lens 4 in hoogte versteld ten opzichte van het montuur 1 en de daarin zich bevindende invariant opgestelde eerste lens.

Figuur 5a toont een instelling behorend bij -3.5 35 dioptrie, figuur 5b toont de instelling van de tweede lens 4 bij -6 dioptrie terwijl figuur 5c de instelling van de tweede lens 4 bij -1 dioptrie toont.

6

In de figuren 6a-6c is op overeenkomstige wijze weer een andere realisatievorm voor de instelling van de tweede lens 4 ten opzichte van de eerste lens die zich invariant in het montuur 1 bevindt getoond, waarbij het bedieningsorgaan 7 5 zich nu boven aan het montuur 1 bevindt.

Verwijzend nu weer naar de figuren lb en 2b is verder getoond dat de bril een vergrendeling 11, 12 bezit voor het in een gebruiksgerede stand van de tweede lens 4 ten opzichte van de eerste lens 2 vergrendelen van deze tweede lens 10 4. De vergrendeling is daartoe geschikt uitgevoerd met samen werkende klikranden 11, 12 die zijn gevormd aan het montuur 1 en aan de tweede lens 4.

Gezien de hiervoor gegeven toelichting is het aan de vakman duidelijk dat de bril volgens de uitvinding zich in 15 vele mogelijke varianten laat realiseren zonder verlaten van de uitvindingsgedachte en blijvend binnen de beschermingsom-vang die toekomt aan de navolgende conclusies.

Zo is het bijvoorbeeld ten aanzien van de wegklap-baarheid van de tweede lens denkbaar dat deze scharnierbaar 20 is aan de zijde van de brug 3 van het montuur 1.

Ook is denkbaar om de scharnierende koppeling 8, 9 gescheiden uit te voeren van het verstelorgaan waarmee de tweede lens ten opzichte van de eerste lens versteld wordt. Eveneens is het mogelijk om de oorveer van een separaat 25 scharnier te voorzien waarmee deze gekoppeld is met het montuur 1.

f0317 04-

Claims

1. Bril, omvattende een montuur (1) en een lenssysteem voor zichtcorrectie, welke ten minste een door een eerste lens (2) en een tweede lens (4) gevormd lenzenpaar (2,4) 5 heeft, welke eerste (2) en tweede lens (4) gezien in de zichtweg achter elkaar zijn opgesteld en onderling verstelbaar zijn voor het realiseren van een gewenste mate van zichtcorrectie, met het kenmerk, dat de eerste lens (2) posi-tie-invariant is opgenomen in het montuur (1), en de tweede 10 lens (4) langszijdig verplaatsbaar is langs de eerste lens (2) .

2. Bril volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede lens (4) langs de eerste lens (2) verstelbaar is in een richting loodrecht op een brug (3) van het montuur (1).

3. Bril volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voorzien is in een verstelorgaan (8, 9) voor de tweede lens (4) .

4. Bril volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de tweede lens (4) wegklapbaar is van de eerste 20 lens (2).

5. Bril volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tweede lens (4) een scharnierende koppeling (8, 9) met het montuur (1) bezit.

6. Bril volgens conclusie 3 en conclusie 5, met het 25 kenmerk, dat de scharnierende koppeling (8, 9) van de tweede lens (4) met het montuur (1) geïntegreerd is met het verstelorgaan (8, 9) voor de tweede lens (4).

7. Bril volgens een der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de scharnierende koppeling (8, 9) tevens is inge- 30 richt voor het koppelen van een oorveer (5) aan het montuur (1) .

8. Bril volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat voorzien is in een bedieningsorgaan (7) voor het instellen c.q. verstellen van de tweede lens (4) dat geïnte- 35 greerd is opgenomen in een oorveer (5).

9. Bril volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat voorzien is in een bedieningsorgaan (7) voor het 1031704- instellen c.q. verstellen van de tweede lens (4) dat geïntegreerd is opgenomen in het montuur (1).

10. Bril volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan (7) zich bovenaan het montuur (1) be- 5 vindt.

11. Bril volgens een der conclusies 4-10, met het kenmerk, dat voorzien is in een vergrendeling (11, 12) voor het in een gebruiksgerede stand vergrendelen van de tweede lens (4) .

12. Bril volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de vergrendeling (11, 12) is uitgevoerd met samenwerkende klikranden (11, 12) die zijn gevormd aan het montuur (1) en aan de tweede lens (4). \ 1031704-