NL1031604C2 - Methode en systeem voor het opzetten van een spraakverbinding tussen niet-VoIP en een VoIP enabled terminalsets. - Google Patents

Methode en systeem voor het opzetten van een spraakverbinding tussen niet-VoIP en een VoIP enabled terminalsets. Download PDF

Info

Publication number
NL1031604C2
NL1031604C2 NL1031604A NL1031604A NL1031604C2 NL 1031604 C2 NL1031604 C2 NL 1031604C2 NL 1031604 A NL1031604 A NL 1031604A NL 1031604 A NL1031604 A NL 1031604A NL 1031604 C2 NL1031604 C2 NL 1031604C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
terminal set
network
voip
voip voice
connection
Prior art date
Application number
NL1031604A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Gerard Snip
Jeroen Verdonk
Evert Jaap Lugt
Martin Smink
Original Assignee
Buzzaa Media Group B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Buzzaa Media Group B V filed Critical Buzzaa Media Group B V
Priority to NL1031604A priority Critical patent/NL1031604C2/nl
Priority to EP07747381A priority patent/EP2014077A1/en
Priority to US12/297,559 priority patent/US20090168762A1/en
Priority to PCT/NL2007/050157 priority patent/WO2007120043A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1031604C2 publication Critical patent/NL1031604C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M7/00Arrangements for interconnection between switching centres
    • H04M7/12Arrangements for interconnection between switching centres for working between exchanges having different types of switching equipment, e.g. power-driven and step by step or decimal and non-decimal
    • H04M7/1205Arrangements for interconnection between switching centres for working between exchanges having different types of switching equipment, e.g. power-driven and step by step or decimal and non-decimal where the types of switching equipement comprises PSTN/ISDN equipment and switching equipment of networks other than PSTN/ISDN, e.g. Internet Protocol networks
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L9/00Cryptographic mechanisms or cryptographic arrangements for secret or secure communications; Network security protocols
    • H04L9/40Network security protocols
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M7/00Arrangements for interconnection between switching centres
    • H04M7/12Arrangements for interconnection between switching centres for working between exchanges having different types of switching equipment, e.g. power-driven and step by step or decimal and non-decimal
    • H04M7/1205Arrangements for interconnection between switching centres for working between exchanges having different types of switching equipment, e.g. power-driven and step by step or decimal and non-decimal where the types of switching equipement comprises PSTN/ISDN equipment and switching equipment of networks other than PSTN/ISDN, e.g. Internet Protocol networks
    • H04M7/128Details of addressing, directories or routing tables
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L51/00User-to-user messaging in packet-switching networks, transmitted according to store-and-forward or real-time protocols, e.g. e-mail
    • H04L51/04Real-time or near real-time messaging, e.g. instant messaging [IM]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Computer Security & Cryptography (AREA)
  • Telephonic Communication Services (AREA)
  • Data Exchanges In Wide-Area Networks (AREA)

Description

Titel: Methode en systeem voor het opzetten van een spraakverbinding tussen niet-VoIP en VoIP enabled terminalsets
Gebied
De uitvinding betreft een methode resp. systeem voor het 5 opzetten van een spraakverbinding tussen een eerste terminalset, geschikt voor niet op een Internet Protocol IP gebaseerd spraakverkeer (nVoIP) en IP dataverkeer met een lage bitrate, en een tweede terminalset, geschikt voor op IP (met relatief hoge bitrate) gebaseerd spraakverkeer (VoIP) en IP dataverkeer.
10 In het bijzonder - echter niet exclusief - betreft de uitvinding een methode resp. systeem voor het opzetten van een spraakverbinding tussen een mobiele terminalset, bijvoorbeeld een moderne GSM terminalset, die niet bij uitstek geschikt is voor VoIP spraak maar wel geschikt is voor het uitwisselen van 15 IP data met een lage bitrate, en een andere, wèl bij uitstek voor VoIP spraak geschikte tweede terminalset, zoals bijvoorbeeld een via ADSL of ander breedbandmedium met het Internet verbonden PC.
Achtergrond 20 Voor long-distance gesprekken wordt steeds vaker gebruik gemaakt van VoIP spraakoplossingen. VoIP spraak werkt echter niet bij gebruik van de huidige, populaire standaard mobiele telefoontoestellen (GSM). Wèl met mobiele telefoons die werken via UMTS; UMTS is momenteel echter nog erg duur en niet 25 wijdverspreid.
Adressering binnen Instant Messaging (IM) en VoIP spraak gebeurt vaak op basis van identificatiecodes, buddy's genaamd. Wereldburgers kennen en herkennen hun familie vrienden en kennissen als buddy's, en het zou handig zijn als naast diensten 30 als IM en VoIP spraak ook reguliere communicatievormen (zoals bijvoorbeeld POTS) gebruik kunnen gaan maken van deze 1 π 1 β n z adressering.
2
Samenvatting
Een eerste doel van de uitvinding is het verschaffen van een vrijwel transparante en goedkope koppeling tussen een eerste 5 terminalset en een tweede terminalset en andersom en gemixt. Een tweede doel van de uitvinding is het kunnen weergeven of de eerste of de tweede terminalset online (via het Internet bereikbaar) is of niet (zgn. "presence aware"), waardoor de gebruikers (namelijk van de betreffende eerste terminalsets en 10 de tweede terminalsets) in staat zijn om betere contacten te houden met vrienden en zakenrelaties evenals tussen tweede terminalsets onderling.
Een derde doel van de uitvinding is de adressering van mobiele terminalsets wijzigen van de adressering van telefoonnummers 15 naar identificatiecodes om nieuwe Internet en telecommunicatiediensten mogelijk te maken en anonimiteit te kunnen bieden aan gebruikers van mobiele terminalsets.
Ter verwezenlijking van die oogmerken wordt er door de uitvinding - in het kort gezegd - in voorzien dat alleen IP 20 dataverbindingen met een lage bitrate worden gebruikt om gesprekken op te zetten en dat het voice verkeer deels via een eerste, niet-VoIP spraak (zoals GSM) verbinding loopt en deels via een tweede, VoIP spraakverbinding naar de voor VoIP spraak geschikte terminalset.
25 Meer expliciet geformuleerd omvat de uitvinding een methode voor het opzetten van een spraakverbinding tussen een eerste terminalset die geschikt is voor de overdracht van op IP gebaseerde besturingsdata met een lage bitrate, hierna aangeduid met IP data, via een voor dergelijke IP data geschikte 30 verbinding, hierna aangeduid met IP dataverbinding, en voor de overdracht van niet-VoIP spraaksignalen via een voor dergelijk 3 niet-VoIP spraaksignalen geschikt netwerk, bijvoorbeeld een GSM of POTS telefonie netwerk, hierna aangeduid met niet-VoIP spraaknetwerk, en een tweede terminalset, die geschikt is voor de overdracht van IP data en van hetzij VoIP spraaksignalen via 5 een voor dergelijke VoIP spraaksignalen geschikt netwerk, bijvoorbeeld het (breedband) Internet, hierna aangeduid met VoIP spraaknetwerk, hetzij niet-VoIP spraaksignalen via het niet-VoIP spraaknetwerk, waarbij, door de eerste terminalset dan wel door de tweede terminalset een spraakverbinding tussen beide 10 terminalsets wordt geïnitieerd onder gebruikmaking van doorschakelmiddelen, welke zijn ingericht • om IP data, relevant voor het opzetten van de spraakverbinding tussen de eerste en tweede terminalset, te kunnen uitwisselen met het niet-VoIP spraaknetwerk en het VoIP spraaknetwerk; 15 · voor het door middel van die IP data opzetten van een eerste deel-spraakverbinding tussen de eerste terminalset en de doorschakelmiddelen via het niet-VoIP spraaknetwerk; • voor het door middel van die IP data opzetten van één of meer verdere deel-spraakverbindingen tussen de doorschakelmiddelen 20 en de tweede terminalset via het VoIP spraaknetwerk en/of het niet-VoIP spraaknetwerk, • en voor het doorkoppelen van de eerste en de genoemde één of meer verdere deel-spraakverbindingen.
Er kunnen zich verschillende situaties voordoen, die - gebaseerd 25 op het voorgaande - steeds op wat verschillende wijze dienen te worden uitgewerkt.
Ia. Indien de tweede terminalset geschikt is voor de overdracht van VoIP spraaksignalen via het VoIP spraaknetwerk en de eerste - niet voor VoIP spraak geschikte - terminalset een verbinding 30 naar de tweede terminalset wil opzetten, verloopt de werkwijze als volgt: • in een initiële registratiefase wordt in eerste 4 registratiemiddelen (bijvoorbeeld een centrale of gedistribueerde database) voor de eerste terminalset een eerste identificatiecode (bijvoorbeeld een IP adres) geregistreerd met daarbij een geldig netwerkadres (i.c. GSM of 5 POTS telefoonnummer) van die eerste terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk, alsmede voor de tweede terminalset een tweede identificatiecode (bijvoorbeeld het IP adres van een "buddy"); • de eerste terminalset kan vervolgens een verbinding naar de 10 tweede terminalset initiëren door het uitvoeren van de volgende stappen: o via een IP dataverbinding geeft de eerste terminalset aan de doorschakelmiddelen zijn eigen, eerste identificatiecode door, alsmede de tweede 15 identificatiecode, behorend bij de op te roepen tweede terminalset; o uit de eerste registratiemiddelen wordt het bij de eerste identificatiecode behorende netwerkadres van de eerste terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk opgezocht; 20 o het aldus aan de hand van de eerste identificatiecode in de eerste registratiemiddelen opgezochte netwerkadres van de eerste terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk wordt door de doorschakelmiddelen tijdelijk opgeslagen in tweede registratiemiddelen, tezamen met de tweede 25 identificatiecode, behorend bij de tweede terminalset waarheen een verbinding wordt gewenst;
o de eerste terminalset kiest vervolgens via het niet-VoIP spraaknetwerk een voor de doorschakelmiddelen geldig netwerkadres bij het niet-VoIP spraaknetwerk aan en geeft 30 daarbij zijn eigen netwerkadres bij het niet-VoIP
spraaknetwerk door, welk netwerkadres door het niet-VoIP spraaknetwerk aan de doorschakelmiddelen wordt doorgegeven; 5 o de doorschakelmiddelen zoeken in de tweede registratiemiddelen de bij dat aldus via het niet-VoIP spraaknetwerk ontvangen netwerkadres behorende tweede identificatiecode op, behorend bij de tweede terminalset 5 waarheen een verbinding wordt gewenst en brengen vervolgens een spraakverbinding met de tweede terminalset tot stand via het voor VoIP spraaksignalen geschikte VoIP spraaknetwerk; de doorschakelmiddelen koppelen de eerste en de tweede 10 spraakverbinding met elkaar.
lb. Indien de tweede terminalset geschikt is voor de overdracht van VoIP spraaksignalen via het VoIP spraaknetwerk en die tweede terminalset wil een verbinding naar de eerste terminalset opzetten, kan de werkwijze volgens een eerste optie als volgt 15 verlopen: • via een IP dataverbinding geeft de tweede terminalset aan de doorschakelmiddelen zijn eigen identificatiecode door, alsmede de identificatiecode behorend bij de op te roepen terminalset; • uit de eerste registratiemiddelen van de betreffende 20 doorschakelmiddelen wordt het bij de identificatiecode van op te roepen eerste terminalset behorende netwerkadres van die eerste terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk opgezocht; • via een IP dataverbinding zenden de doorschakelmiddelen aan de op te roepen eerste terminalset een verzoek om een verbinding 25 met de oproepende tweede terminalset te initiëren op de verder in conclusie 2 aangegeven wijze.
lc. Indien de tweede terminalset geschikt is voor de overdracht van VoIP spraaksignalen via het VoIP spraaknetwerk en de tweede terminalset een verbinding naar de eerste terminalset wil 30 opzetten, kan de werkwijze volgens een tweede optie als volgt verlopen: • via een IP dataverbinding geeft de tweede terminalset aan de 6 doorschakelmiddelen zijn eigen identificatiecode door, alsmede de identificatiecode behorend bij de op te roepen terminalset; • uit de eerste registratiemiddelen van de betreffende doorschakelmiddelen wordt het bij de identificatiecode van op 5 te roepen eerste terminalset behorende netwerkadres van die eerste terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk opgezocht; • de doorschakelmiddelen initiëren een niet-VoIP spraakverbinding via het niet-VoIP spraaknetwerk met de betreffende eerste terminalset en een VoIP spraakverbinding 10 via het VoIP spraaknetwerk met de oproepende tweede terminal en verbinden beide spraakverbindingen met elkaar door.
Ila. Indien de tweede terminalset, evenals de eerste terminalset geschikt is voor niet-VoIP spraaksignalen via het niet-VoIP spraaknetwerk, met andere woorden als geen van beide 15 terminalsets geschikt zijn voor VoIP, kunnen de terminals volgens een eerste optie met elkaar verbonden worden op een hieronder aangegeven wijze. Deze optionele werkwijze is geschikt voor de situatie dat weliswaar geen van beide terminalsets VoIP enabled zijn, maar dat ze wel beide door middel van IP data 20 eikaars IP adressen kunnen gebruiken met behulp van "buddy lists"; beide terminalsets zijn bijvoorbeeld "state-of-the-art" GSM telefoontoestellen. De werkwijze kan als volgt verlopen: • in een initiële registratiefase wordt in eerste registratiemiddelen voor de eerste terminalset een eerste 25 identificatiecode geregistreerd met daarbij een geldig netwerkadres van die eerste terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk, alsmede voor de tweede terminalset een tweede identificatiecode met daarbij een geldig netwerkadres van die tweede terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk; 30 · de eerste of de tweede terminalset initieert een verbinding naar de tweede resp. eerste terminalset door het uitvoeren van de volgende stappen: 7 o via een IP dataverbinding geeft de initiërende terminalset aan de doorschakelmiddelen zijn eigen identificatiecode door, alsmede de identificatiecode behorend bij de op te roepen terminalset; 5 o uit de eerste registratiemiddelen wordt het bij de identificatiecode behorende netwerkadres van de initiërende terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk opgezocht, alsmede het bij de identificatiecode behorende netwerkadres van de op te roepen terminalset 10 bij het niet-VoIP spraaknetwerk; o het aldus aan de hand van de identificatiecode van de initiërende terminalset in de eerste registratiemiddelen opgezochte netwerkadres van die terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk wordt door 15 de doorschakelmiddelen tijdelijk opgeslagen in tweede registratiemiddelen, tezamen met de identificatiecode van de tweede terminalset, behorend bij de op te roepen terminalset waarheen een verbinding wordt gewenst; o de eerste terminalset kiest vervolgens via het niet-20 VoIP spraaknetwerk een voor de doorschakelmiddelen geldig netwerkadres bij het niet-VoIP spraaknetwerk aan en geeft daarbij zijn eigen netwerkadres bij het niet-VoIP spraaknetwerk door, welk netwerkadres door het niet-VoIP spraaknetwerk aan de doorschakelmiddelen 25 wordt doorgegeven; o de doorschakelmiddelen zoeken in de tweede registratiemiddelen de bij dat aldus via het niet-VoIP spraaknetwerk ontvangen netwerkadres behorende tweede identificatiecode op, behorend bij de tweede 30 terminalset waarheen een verbinding wordt gewenst en brengen vervolgens een spraakverbinding tot stand met de tweede terminalset via het niet voor VoIP spraaksignalen geschikte eerste netwerk; 8 o de doorschakelmiddelen koppelen de eerste en de tweede spraakverbinding met elkaar.
Ilb. Indien de tweede terminalset, evenals de eerste terminalset geschikt is voor niet-VoIP spraaksignalen via het niet-VoIP 5 spraaknetwerk, met andere woorden als geen van beide terminalsets geschikt zijn voor VoIP, kunnen de terminals volgens een tweede optie met elkaar verbonden worden op een hieronder aangegeven wijze. Deze tweede optionele werkwijze is geschikt voor de situatie dat geen van beide terminalsets VoIP 10 enabled zijn, en dat slechts één, alleen de eerste terminalset een eigen IP adres heeft; de tweede terminal is bijvoorbeeld een wat oudere, niet IP enabled GSM of een conventioneel POTS telefoontoestel. De werkwijze volgens deze tweede optie kan als volgt verlopen: 15 · in een initiële registratiefase wordt in eerste registratiemiddelen voor de eerste terminalset een eerste identificatiecode geregistreerd met daarbij een geldig netwerkadres van die eerste terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk; 20 · de eerste terminalset initieert een verbinding naar de tweede terminalset door het uitvoeren van de volgende stappen: o via een IP dataverbinding geeft de eerste terminalset aan de doorschakelmiddelen zijn eigen identificatiecode door, alsmede het netwerkadres van de tweede 25 terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk; o uit de eerste registratiemiddelen wordt het bij de identificatiecode behorende netwerkadres van de eerste terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk opgezocht; o het aldus aan de hand van de identificatiecode van de 30 eerste terminalset in de eerste registratiemiddelen opgezochte netwerkadres van die terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk wordt door de doorschakelmiddelen tijdelijk opgeslagen in tweede 9 registratiemiddelen, tezamen met het netwerkadres van de tweede terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk; o de eerste terminalset kiest vervolgens via het niet-VoIP spraaknetwerk een voor de doorschakelmiddelen 5 geldig netwerkadres bij het niet-VoIP spraaknetwerk aan en geeft daarbij zijn eigen netwerkadres bij het niet-VoIP spraaknetwerk door, welk netwerkadres door het niet-VoIP spraaknetwerk aan de doorschakelmiddelen wordt doorgegeven; 10 o de doorschakelmiddelen zoeken in de tweede registratiemiddelen het bij dat aldus via het niet-VoIP spraaknetwerk ontvangen netwerkadres van de eerste terminalset behorende netwerkadres van de tweede terminalset op en brengen vervolgens een 15 spraakverbinding tot stand met de tweede terminalset via het niet voor VoIP spraaksignalen geschikte eerste netwerk; o de doorschakelmiddelen koppelen de eerste en de tweede spraakverbinding met elkaar.
20 In het voorgaande werd steeds gesproken over een (eerste resp. tweede) terminalset. Hierop wordt thans nader ingegaan.
lila. De eerste terminalset of elk der beide terminalsets kan een voor niet-VoIP spraaksignalen geschikte - dus een voor VoIP spraaksignalen niet geschikte - module omvatten, alsmede een 25 voor IP data geschikte module. Bijvoorbeeld is de eerste
terminalset of zijn beide terminalsets "state-of-the-art" GSM telefoontoestellen, weliswaar niet geschikt zijn voor VoIP spraak - waarvoor een grote bandbreedte resp. transmissiesnelheid vereist is - maar wel geschikt, via een 30 ingebouwde IP data module, voor het uitwisselen van IP data (incl. IP adressen), waardoor gebruik kan worden gemaakt van ''buddy lists". In deze optie bevindt de voor niet-VoIP
10 spraaksignalen geschikte module en een voor IP data geschikte module zich dus fysiek in eenzelfde terminal. In het bijzonder kan de terminalset gevormd worden door een telefonieterminal, zoals een modern GSM telefoontoestel.
5 Illb. De eerste terminalset of elk der beide terminalsets kan een voor niet-VoIP spraaksignalen geschikte module - ongeschikt voor VoIP spraaksignalen - telefonieterminal omvatten die evenmin voor IP data geschikt is; met andere woorden een telefonieterminal die in het geheel niet geschikt is voor welke 10 vorm van IP ook, bijvoorbeeld een ouder GSM toestel of een
conventioneel POTS telefoontoestel. Dit gemis kan echter worden gecompenseerd door de terminalset in dit geval te laten bestaan uit het niet voor IP geschikte telefoontoestel tezamen met een voor IP data geschikte computerterminal ("PC"). Met die laatste 15 kan dan, bijvoorbeeld gebruikmakend van een op die PC
geïnstalleerde "buddy list", via IP data een spraakverbinding tussen beide telefoontoestellen te initiëren, die deels via het niet-VoIP netwerk (bijvoorbeeld GSM of POTS), deels via het IP netwerk (bijvoorbeeld het Internet of een Intranet) loopt. De 20 hele verbinding - die via IP data wordt opgezet - ziet er dan schematisch zo uit: terminal A (niet-VoIP) <-> telefonienetwerk A (niet-VoIP) <-> doorschakelserver A (niet-VoIP/VoIP) <-> Internet (VoIP) <-> doorschakelserver B (VoIP/ niet-VoIP) <-> telefonienetwerk B (of 25 A) (niet-VoIP) <-> terminal B (niet-VoIP).
Opgemerkt wordt dat doorschakelserver A en doorschakelserver B beide behoren tot de in het voorgaande genoemde doorschakelmiddelen. Beide, de doorschakelserver A en de doorschakelserver B kunnen gevormd worden door een en hetzelfde 30 doorschakelorgaan, in het bijzonder als terminal A en terminal B zich geografisch in eikaars nabijheid bevinden. Als terminal A en terminal B zich geografisch verder van elkaar af bevinden, 11 kunnen de doorschakelmiddelen gevormd worden door afzonderlijke - fysiek en geografisch van elkaar gescheiden - doorschakelorganen, de doorschakelservers A en B, die met elkaar verbonden kunnen worden door middel het VoIP netwerk (het 5 Internet).
Behalve de in het voorgaande gepresenteerd methode, omvat de uitvinding tevens een systeem ingericht voor het uitvoeren van die methode volgens de uitvinding. Een uitvoeringsvoorbeeld van een dergelijk systeem zal in het navolgende aan de hand van 10 enige figuren worden besproken.
Uitvoeringsvoorbeeld
Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een systeem dat is ingericht voor het uitvoeren van de hierboven besproken methode. Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van dergelijk 15 systeem, ingericht voor het uitvoeren van de hierboven besproken methode.
Figuur 1 toont een systeem voor het opzetten van een spraakverbinding tussen een eerste terminalset Tl en een tweede terminalset T2. Terminalset Tl is geschikt voor de overdracht 20 van niet VoIP spraaksignalen vl, bijvoorbeeld GSM, en op IP data c met een lage bitrate, via een eerste netwerk NI, i.c. een openbaar GSM netwerk.
Terminalset T2 is geschikt voor de overdracht van VoIP spraaksignalen v2 (VoIP) en van op IP data c via een VoIP 25 spraaknetwerk N2, bijvoorbeeld het Internet. Het getoonde systeem omvat voorts een doorschakelserver DS die is ingericht voor het via een IP dataverbinding (c) met een lage bitrate tussen de eerste terminalset en de tweede terminalset initiëren van een spraakverbinding (vl-v2) tussen die eerste en de tweede 30 terminalset. De doorschakelserver DS is voorzien van ondermeer een besturingsorgaan Ctr om de voor het opzetten van de gewenste 12 spraakverbinding (vl-v2) tussen de eerste en tweede terminalset relevante besturingsdata c te kunnen uitwisselen met enerzijds het niet-VoIP spraaknetwerk NI en anderzijds het VoIP spraaknetwerk N2.
5 Het besturingsorgaan Ctr, tezamen met een eerste register R1 en een tweede register R2, draagt zorg voor het door middel van die IP data c opzetten van een eerste spraakverbinding vl door het niet-VoIP spraaknetwerk NI tussen de eerste terminalset Tl en de doorschakelserver DS. Voorts zorgt het besturingsorgaan Ctr, 10 tezamen met het eerste en tweede register voor het door middel van die IP data c opzetten van een tweede spraakverbinding v2 door het VoIP spraaknetwerk N2 tussen de doorschakelserver DS en de tweede terminalset T2 en tenslotte voor het doorkoppelen van de eerste spraakverbinding vl en tweede spraakverbinding v2.
15 Als gezegd omvat de doorschakelserver DS een eerste register Rl, ingericht voor het in een initiële registratiefase voor de eerste terminalset registreren van een eerste identificatiecode ID1 met daarbij een (of het) geldig netwerkadres ("GSM telefoonnummer") TNI van die eerste terminalset bij het niet-20 VoIP spraaknetwerk ("ID1; TN1"), alsmede voor de tweede terminalset een tweede identificatiecode ID2 (zonder telefoonnummer: "ID2; - ").
De doorschakelserver DS is - middels het besturingsorgaan Ctr -ingericht om, wanneer de eerste terminalset Tl - via een IP 25 dataverbinding - een spraakverbinding met de tweede terminalset wenst op te zetten, van die eerste terminalset Tl de waarde van diens identificatiecode ID1 te ontvangen, alsmede de waarde van de identificatiecode ID2 van de tweede terminalset. Terminalset Tl kan ID1 en ID2 bijvoorbeeld aan de doorschakelserver DS 30 doorgeven doordat de gebruiker van terminalset Tl gebruik maakt van zijn/haar in een geheugen van terminalset Tl opgeslagen "buddy list"; IDl en ID2 zijn bijvoorbeeld de IP adressen van Tl 13 en T2 .
Het besturingsorgaan Ctr is ingericht om uit het eerste register Rl het bij de eerste identificatiecode ID1 behorende netwerkadres TN1 (het telefoonnummer) van de eerste terminalset 5 bij het niet-VoIP spraaknetwerk (het telefoonnet) NI, op te zoeken.
Het aldus aan de hand van de ontvangen eerste identificatiecode ID1 in het register Rl opgezochte netwerkadres TN1 van terminalset Tl bij het niet-VoIP spraaknetwerk NI wordt 10 tijdelijk (bijvoorbeeld voor een periode p) opgeslagen in een tweede register R2, tezamen met de identificatiecode ID2 van de terminalset T2 waarheen een verbinding moet worden opgezet: register Rl bevat dan dus een record met als inhoud "TN1;ID2".
De doorschakelserver DS is - middels het besturingsorgaan Ctr -15 ingericht om via een IP dataverbinding (c) met lage bitrate aan de eerste terminalset Tl een voor het niet-VoIP spraaknetwerk geldig netwerkadres TN2 door te geven, bijvoorbeeld een daarvoor ingesteld 0800- of 0900-nummer of mobiel telefoonnummer. Dit kan een telefoonnummer zijn dat voor alle op te zetten verbindingen 20 gelijk is, bijvoorbeeld het nummer 0900 123456 of dat, bijvoorbeeld ten behoeve van de spreiding van connectie requests in drukke perioden, per nieuw connectie request verschillend kan zijn.
Het besturingsorgaan Ctr is voorts ingericht om, zodra 25 terminalset Tl - binnen periode p - via netwerk NI het door de doorschakelmiddelen doorgegeven netwerkadres TN2 aankiest het netwerkadres TN1 door middel van "Calling Line Identification" (CLI) te detecteren. Als periode p verstreken is zonder dat Tl gebeld heeft, kan het betreffende record in register R2 worden 30 gewist, waarmee registervervuiling wordt tegengegaan.
Het besturingsorgaan Ctr is verder ingericht om in het tweede 14 register R2 de bij dat aldus via het niet-VoIP spraaknetwerk - via CLI - ontvangen netwerkadres TN1 behorende tweede identificatiecode ID2, behorend bij de terminalset T2 waarheen een verbinding moet worden opgezet, op te zoeken en vervolgens 5 via het VoIP spraaknetwerk een spraakverbinding v2 met de tweede terminalset tot stand te brengen.
Het besturingsorgaan Ctr tenslotte is ingericht om de eerste spraakverbinding vl en de tweede spraakverbinding v2 met elkaar door te koppelen, waarmee aldus de gewenste spraakverbinding vl 10 <-> v2 tot stand gekomen is, gevormd door (niet-VoIP) spraakverbinding vl en (VoIP) spraakverbinding v2.
Gebruikers (die zich in de initiële fase moeten hebben geregistreerd in register Rl) kunnen op hun mobiele telefoon of PDA - de eerste terminalset Tl - een lijst ("buddy list") met 15 (in dit geval) VoIP spraakgebruikers - hiervoor aangeduid als tweede terminalsets T2 - bijhouden. Indien zo'n VoIP spraakgebruiker online is, kan deze gebeld worden met een "druk op de knop", waardoor aan de doorschakelmiddelen IDl (van Tl) en ID2 (van T2) wordt doorgegeven. Telefoon Tl belt vervolgens naar 20 het door de doorschakelserver DS doorgegeven - of tevoren, bijvoorbeeld uit gedrukte documentatie, bekende - telefoonnummer TN2 en geeft door middel van "CLI" zijn eigen telefoonnummer, TN1, door. De doorschakelmiddelen herleidt uit de inhoud van register Rl van TN1 het doel-adres ID2, waardoor server DS de 25 spraakverbinding vl (TN1 <-> DS via het GSM-net NI) kan doorschakelen met de VoIP spraakverbinding v2 (DS <-> ID2 via het Internet N2).
Ia. Indien de tweede terminalset T2 geschikt is voor de overdracht van VoIP spraaksignalen v2 via het VoIP spraaknetwerk 30 N2 en de eerste - niet voor VoIP spraaksignalen geschikte - terminalset Tl een verbinding naar de tweede terminalset T2 wil opzetten, verloopt de werkwijze dus als in het voorgaande 15 geschetst.
lb. Indien - andersom - de tweede terminalset T2 een verbinding naar de eerste terminalset Tl wil opzetten, kan de werkwijze volgens een eerste optie als volgt verlopen: 5 · via een IP dataverbinding (c) geeft terminalset T2 - bijvoorbeeld gebruikmakend van zijn "address book" of "buddy list" - aan de doorschakelserver DS zijn eigen identificatiecode ID2 door en de identificatiecode ID1, behorend bij de op te roepen terminalset Tl; 10 · uit het eerste register R1 wordt het bij de identificatiecode ID1 van op te roepen eerste terminalset Tl behorende netwerkadres TNI van die eerste terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk NI opgezocht; • via IP data c zendt de doorschakelserver DS aan de op te 15 roepen eerste terminalset Tl een request om vanaf die zijde een verbinding met de oproepende tweede terminalset T2 te initiëren. Als dat request - via de gebruiker van terminalset Tl of automatisch, buiten deze om - wordt gehonoreerd, wordt vervolgens een spraakverbinding van Tl naar T2 opgezet op de 20 wijze die in het voorgaande onder Ia. werd uiteengezet.
lc. Indien de tweede terminalset T2 geschikt is voor de overdracht van VoIP spraaksignalen via het VoIP spraaknetwerk en die tweede terminalset T2 een verbinding naar de eerste terminalset Tl wil opzetten, kan de werkwijze volgens een tweede 25 optie als volgt verlopen: • via een IP dataverbinding (c) geeft de tweede terminalset T2 aan de doorschakelserver DS zijn eigen identificatiecode ID2 door, alsmede de identificatiecode ID1 behorend bij de op te roepen terminalset Tl; 30 · uit het eerste register R1 van de doorschakelserver DS wordt het bij de identificatiecode ID1 van op te roepen eerste terminalset Tl behorende netwerkadres TNI van die eerste 16 terminalset Tl bij het niet-VoIP spraaknetwerk Tl opgezocht;
• de doorschakelserver DS initieert een niet-VoIP
spraakverbinding vl via het niet-VoIP spraaknetwerk NI met de betreffende eerste terminalset Tl en een VoIP spraakverbinding 5 v2 via het VoIP spraaknetwerk met de oproepende tweede terminal en verbindt beide spraakverbindingen met elkaar door (vl <-> v2).
Voor het navolgende wordt (mede) verwezen naar figuur 2, waarin een situatie wordt voorgesteld waarin beide, de eerste en de 10 tweede terminalset Tl en T2 niet voor VoIP geschikt zijn.
Voorts wordt in figuur 2 elk der terminalsets gevormd door een niet voor IP (noch voor VoIP, noch voor IP data) geschikte spraakterminal - een "ouderwets" (vast of mobiel) telefoontoestel Tla resp. T2a en een eerste resp. tweede 15 dataterminal Tlb resp. T2b, bijvoorbeeld een PC. In figuur 2 vormen Tla en Tlb dus met elkaar terminalset Tl en T2a en T2b vormen tezamen terminalset T2.
Voorts stelt figuur 2 een situatie voor dat tussen Tl en T2 een grote afstand is, bijvoorbeeld dat zij van elkaar gescheiden 20 zijn door lands- of continentsgrenzen. In dat geval zullen de doorschakelmiddelen DS doorgaans gevormd moeten worden uit tenminste twee doorschakelservers, te weten één aan de zijde van Tl en één aan de zijde van T2.
Hieronder wordt in geregelde volgorde op een en ander nader 25 ingegaan.
Ha. Indien de tweede terminalset T2, evenals de eerste terminalset Tl geschikt is voor niet-VoIP spraaksignalen via het niet-VoIP spraaknetwerk Nl (Nla resp. Nlb in figuur 2), met andere woorden als geen van beide terminalsets geschikt zijn 30 voor VoIP, kunnen de terminals volgens een eerste optie met 17 elkaar verbonden worden op een hieronder aangegeven wijze. Deze optionele werkwijze is dus geschikt voor de situatie dat weliswaar geen van beide terminalsets VoIP enabled zijn, maar dat ze beide wel IP data enabled zijn en via IP data c eikaars 5 IP adressen kunnen gebruiken met behulp van "buddy lists"; beide terminalsets zijn bijvoorbeeld "state-of-the-art" GSM telefoontoestellen die een IP data module bezitten. De werkwijze kan als volgt verlopen: • in een initiële registratiefase wordt in het eerste register 10 R1 voor de eerste terminalset Tl een eerste identificatiecode ID1 geregistreerd met daarbij een geldig netwerkadres TN1 van die eerste terminalset Tl bij het niet-VoIP spraaknetwerk NI, alsmede voor de tweede terminalset T2 een tweede identificatiecode ID2 met daarbij een geldig netwerkadres van 15 die tweede terminalset T2 bij het niet-VoIP spraaknetwerk NI; • de eerste of de tweede terminalset T2 initieert een verbinding naar de tweede resp. eerste terminalset Tl (de situatie is symmetrisch, immers beide terminals Tl en T2 zijn wel IP data enabled, maar niet VoIP enabled) door het uitvoeren van de 20 volgende stappen: o via een IP dataverbinding (c) geeft de initiërende terminalset (bijvoorbeeld Tl) aan de doorschakelserver DS zijn eigen identificatiecode ID1 door, alsmede de identificatiecode ID2 behorend bij de op te roepen 25 terminalset; o uit het eerste register R1 wordt het bij de identificatiecode behorende netwerkadres TN1 (TNla in figuur 2) van de initiërende terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk NI opgezocht, alsmede het bij de 30 identificatiecode behorende netwerkadres TN1'(TNlb in figuur 2) van de op te roepen terminalset T2 bij het niet-VoIP spraaknetwerk NI (Nlb in figuur 2); o het aldus aan de hand van de identificatiecode van de 18 initiërende terminalset in het eerste register R1 opgezochte netwerkadres TNI van die terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk NI wordt door de doorschakelserver DS tijdelijk opgeslagen in tweede 5 register R2, tezamen met de identificatiecode ID2 van de tweede terminalset T2 waarheen een verbinding wordt gewenst; o de eerste terminalset Tl kiest vervolgens via het niet-VoIP spraaknetwerk NI een voor de doorschakelserver DS 10 geldig netwerkadres TN2 bij het niet-VoIP spraaknetwerk NI aan en geeft daarbij zijn eigen netwerkadres TN1 bij het niet-VoIP spraaknetwerk Nl door, welk netwerkadres TN1 door het niet-VoIP spraaknetwerk Nl aan de doorschakelserver DS wordt doorgegeven; 15 o de doorschakelserver DS zoekt in het tweede register R2 de bij dat aldus via het niet-VoIP spraaknetwerk Nl ontvangen netwerkadres TN1 behorende tweede identificatiecode op, behorend bij de tweede terminalset T2 waarheen een verbinding wordt gewenst en 20 brengt vervolgens een spraakverbinding v tot stand met de tweede terminalset T2 via het voor niet-VoIP spraaksignalen vl geschikte eerste netwerk Nl; o de doorschakelserver DS koppelt de eerste en de tweede spraakverbinding v2 met elkaar.
25 Ilb. Indien - evenals in de hierboven aangegeven situatie - de tweede terminalset T2, evenals de eerste terminalset Tl geschikt is voor niet-VoIP spraaksignalen vl via het niet-VoIP spraaknetwerk Nl, met andere woorden als geen van beide terminalsets geschikt zijn voor VoIP, kunnen de terminals 30 volgens een tweede optie met elkaar verbonden worden op een hieronder aangegeven wijze. Deze tweede optionele werkwijze is geschikt voor de situatie dat geen van beide terminalsets VoIP enabled zijn en dat slechts één, alleen de eerste terminalset Tl 19 een eigen IP adres heeft; de tweede terminal is bijvoorbeeld een wat oudere, niet IP enabled GSM of een conventioneel POTS telefoontoestel. De werkwijze volgens deze tweede optie kan als volgt verlopen: 5 · in een initiële registratiefase wordt in eerste register R1 voor de eerste terminalset Tl een eerste identificatiecode ID1 geregistreerd met daarbij een geldig netwerkadres TNI van die eerste terminalset Tl bij het niet-VoIP spraaknetwerk Nl; • de eerste terminalset Tl initieert een verbinding naar de 10 tweede terminalset T2 door het uitvoeren van de volgende stappen: o via een IP dataverbinding (c) geeft de eerste terminalset Tl aan de doorschakelserver DS zijn eigen identificatiecode ID1 door, alsmede het netwerkadres 15 TN1' (TNlb in figuur 2) van de tweede terminalset T2 bij het niet-VoIP spraaknetwerk NI (Nlb in figuur 2); o uit het eerste register R1 wordt het bij de identificatiecode ID1 behorende netwerkadres van de eerste terminalset Tl bij het niet-VoIP spraaknetwerk 20 NI opgezocht; o het aldus aan de hand van de identificatiecode van de eerste terminalset Tl in het eerste register R1 opgezochte netwerkadres TNI van die terminalset Tl bij het niet-VoIP spraaknetwerk NI wordt door de 25 doorschakelserver DS tijdelijk opgeslagen in het tweede register R2, tezamen met het netwerkadres TN1' (TNlb in figuur 2) van de tweede terminalset T2 bij het niet-VoIP spraaknetwerk NI (Nlb in figuur 2); o de eerste terminalset Tl kiest vervolgens via het niet-
30 VoIP spraaknetwerk Nl een voor de doorschakelserver DS
geldig netwerkadres TN2 (TN2a in figuur 2) bij het niet-VoIP spraaknetwerk Nl aan en geeft daarbij zijn eigen netwerkadres bij het niet-VoIP spraaknetwerk Nl 20 door, welk netwerkadres door het niet-VoIP spraaknetwerk NI aan de doorschakelserver DS wordt doorgegeven ("CLI");
o de doorschakelserver DS zoekt in het tweede register R2 5 het bij dat aldus via het niet-VoIP spraaknetwerk NI
ontvangen netwerkadres TNla van de eerste terminal behorende netwerkadres TN1' (TNlb in figuur 2) van de tweede terminalset T2 (om precies te zijn het telefoonnummer van het POTS telefoontoestel T2a) op en 10 brengt vervolgens een spraakverbinding v tot stand met de tweede terminalset T2 via het voor niet-VoIP spraaksignalen vl geschikte eerste netwerk NI (in figuur 2 gevormd door beide voor niet-VoIP geschikte netwerken - telefonienetwerken - Nla en Nlb in figuur 15 2); o de doorschakelserver DS (beide samenwerkende doorschakelservers DSa en DSb) koppelt de eerste en de tweede spraakverbinding v2 met elkaar.
lila. In het voorgaande werd steeds gesproken over een eerste 20 resp. tweede terminalset Tl resp. T2. Zoals in het voorgaande reeds aangeduid kan de eerste terminalset Tl of elk der beide terminalsets Tl en T2 een voor niet-VoIP spraaksignalen vl geschikte - dus een voor VoIP spraaksignalen v2 niet geschikte -module omvatten, alsmede een voor IP data c geschikte module.
25 Bijvoorbeeld is de eerste terminalset Tl of zijn beide terminalsets "state-of-the-art" GSM telefoontoestellen, weliswaar niet geschikt zijn voor VoIP spraak - waarvoor een grote bandbreedte resp. transmissiesnelheid vereist is - maar wel geschikt, via een ingebouwde IP data module, voor het 30 uitwisselen van IP data (zoals IP adressen), waardoor gebruik kan worden gemaakt van "buddy lists" etc. In deze situatie bevinden de voor niet-VoIP spraaksignalen vl geschikte module en de voor IP data geschikte module zich dus fysiek in eenzelfde 21 terminal.
lllb. De eerste terminalset Tl of elk der beide terminalsets Tl en T2 kan een voor niet-VoIP spraaksignalen vl geschikte module - ongeschikt voor VoIP spraaksignalen v2 - telefonieterminal 5 omvatten die evenmin voor IP data geschikt is; met andere woorden een telefonieterminal die in het geheel niet geschikt is voor welke vorm van IP ook, bijvoorbeeld een ouder GSM toestel of een conventioneel POTS telefoontoestel. Dit gemis kan echter - zoals in figuur 2 wordt voorgesteld - worden gecompenseerd 10 door de terminalset in dit geval te laten bestaan uit het niet voor IP geschikte telefoontoestel Tla resp. T2a tezamen met een voor IP data geschikte computerterminal ("PC") Tlb resp. T2b.
Met die laatste kan dan, bijvoorbeeld gebruikmakend van een op die PC geïnstalleerde "buddy list", via IP data c een 15 spraakverbinding tussen beide telefoontoestellen worden geïnitieerd, die deels via het niet-VoIP netwerk (bijvoorbeeld GSM of POTS) loopt (spraakverbinding vl), deels (spraakverbinding v2) via het IP netwerk (bijvoorbeeld het Internet of een Intranet).
20 De hele verbinding - die via IP data c wordt opgezet - ziet er dan schematisch zo uit: terminal Tla (niet-VoIP) <-> telefonienetwerk Nla (niet-VoIP) <-> doorschakelserver DSa (niet-VoIP/VoIP) <-> Internet N2(VoIP) <-> doorschakelserver DSb (VoIP/ niet-VoIP) <-> telefonienetwerk 25 Nlb (niet-VoIP) <-> terminal T2a (niet-VoIP).
lllc. Opgemerkt wordt dat de doorschakelserver DSa en de doorschakelserver DSb beide behoren tot de in de voorgaande paragraaf genoemde doorschakeldoorschaikelmiddelen; er kan ook worden gesteld dat beide servers tezamen één, over twee locaties 30 gedistribueerde doorschakelserver DS vormen. In het bijzonder als terminal Tla en terminal T2a zich geografisch in eikaars 22 nabijheid bevinden kunnen zij beide, via eenzelfde telefonienetwerk NI verbinding maken met dezelfde doorschakelserver DS. Als - zoals in figuur 2 is voorgesteld -terminal Tla en terminal T2a geografisch verder van elkaar 5 bevinden, kan de doorschakelserver dus gevormd zijn door de afzonderlijke - fysiek en geografisch van elkaar gescheiden -doorschakelservers DSa en DSb, die met elkaar verbonden worden door middel het IP data en VoIP netwerk (het Internet).
Illd. Wat betreft de registers in de doorschakelservers DSa en 10 DSb, elk van deze doorschakelservers kan voorzien zijn van een eerste register Rla resp. Rib en een tweede register R2a resp. R2b, waarbij de doorschakelservers DSa en DSb zijn ingericht om zonodig de in de registers ingeschreven data, te weten de in het voorgaande genoemde adressen ID1, ID2, TNla, TNlb, TN2a en TN2b 15 en hun onderlinge relaties, onderling te kunnen uitwisselen en aldus, evenals de doorschakelservers DSa en DSb, gedistribueerde (eerste resp. tweede) registers te vormen.
In figuur 2 zijn de overeenkomstige organen, signalen etc. gelabeld met "a" resp. "b"; in de voorgaande tekst zijn die 20 labels omwille van de leesbaarheid niet steeds aangegeven.
Voor de volledigheid wordt tenslotte wellicht ten overvloede nog opgemerkt: • dat (ondermeer blijkens de figuren) wordt verondersteld dat de IP data via het telefonienetwerk kan worden overgedragen 25 (bijvoorbeeld gebruikmakend van ADSL);
• dat waar gesproken wordt van een via een niet-VoIP spraaknetwerk, bedoeld is een voor niet-VoIP spraaksignalen geschikt netwerk, wat echter niet inhoudt dat het niet-VoIP spraaknetwerk ongeschikt voor de overdracht van VoIP
30 spraaksignalen zou zijn; een dergelijk netwerk - bijvoorbeeld het conventionele POTS telefonienetwerk - is immers bijvoorbeeld door middel van ADSL etc. geschikt voor 23 de overdracht van IP verkeer, zowel IP data met lage banbreedte als IP verkeer - waaronder VoIP - waarvoor een grotere bandbreedte vereist is; • dat waar gesproken wordt van een via een niet-VoIP 5 terminalset bedoeld wordt een terminalset - zijnde één integrale terminal of de combinatie van een niet voor IP geschikte spraakterminal en een voor IP data geschikte terminal - die wel geschikt is voor (smalband) IP data maar niet voor (breedband) VoIP spraak.
1 0 3 1 6 0 4

Claims (11)

1. Methode voor het opzetten van een spraakverbinding tussen een eerste terminalset (Tl) die geschikt is voor de overdracht van op IP gebaseerde besturingsdata met een lage bitrate, hierna 5 aangeduid met IP data (c), via een voor dergelijke IP data (c) geschikte verbinding, hierna aangeduid met IP dataverbinding, en voor de overdracht van niet-VoIP spraaksignalen (vl) via een voor dergelijk niet-VoIP spraaksignalen (vl) geschikt netwerk, hierna aangeduid met niet-VoIP spraaknetwerk (NI), en een tweede 10 terminalset (T2), die geschikt is voor de overdracht van IP data (c) en van hetzij VoIP spraaksignalen (v2) via een voor dergelijke VoIP spraaksignalen geschikt netwerk, hierna aangeduid met VoIP spraaknetwerk (N2), hetzij niet-VoIP spraaksignalen (vl) via het niet-VoIP spraaknetwerk (Nl), 15 waarbij, door de eerste terminalset (Tl) dan wel door de tweede terminalset (T2) een spraakverbinding tussen beide terminalsets wordt geïnitieerd onder gebruikmaking van doorschakelmiddelen (DS), welke zijn ingericht om IP data (c), relevant voor het opzetten van de 20 spraakverbinding tussen de eerste en tweede terminalset (T2), te kunnen uitwisselen met het niet-VoIP spraaknetwerk (Nl) en het VoIP spraaknetwerk (N2); voor het door middel van die IP data (c) opzetten van een eerste deel-spraakverbinding tussen de eerste terminalset 25 (Tl) en de doorschakelmiddelen (DS) via het niet-VoIP spraaknetwerk (Nl) ; voor het door middel van die IP data (c) opzetten van één of meer verdere deel-spraakverbindingen tussen de doorschakelmiddelen (DS) en de tweede terminalset (T2) 30 via het VoIP spraaknetwerk (N2) en/of het niet-VoIP spraaknetwerk (Nl), en voor het doorkoppelen van de eerste en de genoemde één 1031604 of meer verdere deel-spraakverbindingen.
2. Methode volgens conclusie 1, waarbij de tweede terminalset (T2) geschikt is voor de overdracht van VoIP spraaksignalen via het VoIP spraaknetwerk (N2); 5. waarbij in een initiële registratiefase in eerste registratiemiddelen voor de eerste terminalset (Tl) een eerste identificatiecode wordt geregistreerd met daarbij een geldig netwerkadres van die eerste terminalset (Tl) bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI), alsmede voor de 10 tweede terminalset (T2) een tweede identificatiecode; - en waarbij de eerste terminalset (Tl) een verbinding naar de tweede terminalset (T2) initieert door het uitvoeren van de volgende stappen: o via een IP dataverbinding geeft de eerste 15 terminalset (Tl) aan de doorschakelmiddelen (DS) zijn eigen, eerste identificatiecode door, alsmede de tweede identificatiecode, behorend bij de op te roepen tweede terminalset (T2); o uit de eerste registratiemiddelen wordt het bij de 20 eerste identificatiecode behorende netwerkadres van de eerste terminalset (Tl) bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) opgezocht; o het aldus aan de hand van de eerste identificatiecode in de eerste registratiemiddelen 25 opgezochte netwerkadres van de eerste terminalset (Tl) bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) wordt door de doorschakelmiddelen (DS) tijdelijk opgeslagen in tweede registratiemiddelen, tezamen met de tweede identificatiecode, behorend bij de 30 tweede terminalset (T2) waarheen een verbinding wordt gewenst; o de eerste terminalset (Tl) kiest vervolgens via het niet-VoIP spraaknetwerk (Nl) een voor de doorschakelmiddelen (DS) geldig netwerkadres bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) aan en geeft daarbij zijn eigen netwerkadres bij het niet-VoIP spraaknetwerk (Nl) door, welk netwerkadres door het 5 niet-VoIP spraaknetwerk (Nl) aan de doorschakelmiddelen (DS) wordt doorgegeven; o de doorschakelmiddelen (DS) zoeken in de tweede registratiemiddelen de bij dat aldus via het niet-VoIP spraaknetwerk (Nl) ontvangen netwerkadres 10 behorende tweede identificatiecode op, behorend bij de tweede terminalset (T2) waarheen een verbinding wordt gewenst en brengen vervolgens een spraakverbinding met de tweede terminalset (T2) tot stand via het voor VoIP spraaksignalen geschikte 15 VoIP spraaknetwerk (N2); o de doorschakelmiddelen (DS) koppelen de eerste en de tweede spraakverbinding met elkaar.
3. Methode volgens conclusie 2, waarbij de tweede terminalset (T2) een verbinding naar de eerste terminalset (Tl) initieert 20 door middel van de volgende stappen: via een IP dataverbinding geeft de tweede terminalset (T2) aan de doorschakelmiddelen (DS) zijn eigen identificatiecode door, alsmede de identificatiecode behorend bij de op te roepen terminalset; 25. uit de eerste registratiemiddelen van de betreffende doorschakelmiddelen (DS) wordt het bij de identificatiecode van op te roepen eerste terminalset (Tl) behorende netwerkadres van die eerste terminalset (Tl) bij het niet-VoIP spraaknetwerk (Nl) opgezocht; 30. via een IP dataverbinding zenden de doorschakelmiddelen (DS) aan de op te roepen eerste terminalset (Tl) een verzoek om een verbinding met de oproepende tweede terminalset (T2) te initiëren op de verder in conclusie 2 aangegeven wijze.
4. Methode volgens conclusie 2, waarbij de tweede terminalset (T2) een verbinding naar de eerste terminalset (Tl) initieert door middel van de volgende stappen: 5. via een IP dataverbinding geeft de tweede terminalset (T2) aan de doorschakelmiddelen (DS) zijn eigen identificatiecode door, alsmede de identificatiecode behorend bij de op te roepen terminalset; - uit de eerste registratiemiddelen van de betreffende 10 doorschakelmiddelen (DS) wordt het bij de identificatiecode van op te roepen eerste terminalset (Tl) behorende netwerkadres van die eerste terminalset (Tl) bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) opgezocht; de doorschakelmiddelen (DS) initiëren een niet-VoIP 15 spraakverbinding via het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) met de betreffende eerste terminalset (Tl) en een VoIP spraakverbinding via het VoIP spraaknetwerk (N2) met de oproepende tweede terminal en verbinden beide spraakverbindingen met elkaar door.
5. Methode volgens conclusie 1, waarbij de tweede terminalset (T2), evenals de eerste terminalset (Tl) geschikt is voor niet-VoIP spraaksignalen (vl) via het niet-VoIP spraaknetwerk (NI); - waarbij in een initiële registratiefase in eerste 25 registratiemiddelen voor de eerste terminalset (Tl) een eerste identificatiecode wordt geregistreerd met daarbij een geldig netwerkadres van die eerste terminalset (Tl) bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI), alsmede voor de tweede terminalset (T2) een tweede identificatiecode met 30 daarbij een geldig netwerkadres van die tweede terminalset (T2) bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI); en waarbij hetzij de eerste hetzij de tweede terminalset (T2) een verbinding naar de tweede resp. eerste terminalset (Tl) initieert door het uitvoeren van de volgende stappen: o via een IP dataverbinding geeft de initiërende 5 terminalset aan de doorschakelmiddelen (DS) zijn eigen identificatiecode door, alsmede de identificatiecode behorend bij de op te roepen terminalset; o uit de eerste registratiemiddelen wordt het bij de 10 identificatiecode behorende netwerkadres van de initiërende terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) opgezocht, alsmede het bij de identificatiecode behorende netwerkadres van de op te roepen terminalset bij het niet-VoIP 15 spraaknetwerk (NI); o het aldus aan de hand van de identificatiecode van de initiërende terminalset in de eerste registratiemiddelen opgezochte netwerkadres van die terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) 20 wordt door de doorschakelmiddelen (DS) tijdelijk opgeslagen in tweede registratiemiddelen, tezamen met de identificatiecode van de tweede terminalset (T2), behorend bij de op te roepen terminalset waarheen een verbinding wordt gewenst; 25. de eerste terminalset (Tl) kiest vervolgens via het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) een voor de doorschakelmiddelen (DS) geldig netwerkadres bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) aan en geeft daarbij zijn eigen netwerkadres bij het niet-VoIP 30 spraaknetwerk (NI) door, welk netwerkadres door het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) aan de doorschakelmiddelen (DS) wordt doorgegeven; o de doorschakelmiddelen (DS) zoeken in de tweede registratiemiddelen de bij dat aldus via het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) ontvangen netwerkadres behorende tweede identificatiecode respectievelijk netwerkadres op, behorend bij de tweede terminalset 5 (T2) waarheen een verbinding wordt gewenst en brengen vervolgens een spraakverbinding tot stand met de tweede terminalset (T2) via het niet voor VoIP spraaksignalen geschikte eerste netwerk; o de doorschakelmiddelen (DS) koppelen de eerste en 10 de tweede spraakverbinding met elkaar.
6. Methode volgens conclusie 1, waarbij de tweede terminalset (T2), evenals de eerste terminalset (Tl) geschikt is voor niet-VoIP spraaksignalen (vl) via het niet-VoIP spraaknetwerk (NI); 15. waarbij in een initiële registratiefase in eerste registratiemiddelen voor de eerste terminalset (Tl) een eerste identificatiecode wordt geregistreerd met daarbij een geldig netwerkadres van die eerste terminalset (Tl) bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI); 20. en waarbij de eerste terminalset (Tl) een verbinding naar de tweede terminalset (T2) initieert door het uitvoeren van de volgende stappen: o via een IP dataverbinding geeft de eerste terminalset (Tl) aan de doorschakelmiddelen (DS) 25 zijn eigen identificatiecode door, alsmede het netwerkadres van de tweede terminalset (T2) bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI); o uit de eerste registratiemiddelen wordt het bij de identificatiecode behorende netwerkadres van de 30 eerste terminalset (Tl) bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) opgezocht; o het aldus aan de hand van de identificatiecode van de eerste terminalset (Tl) in de eerste registratiemiddelen opgezochte netwerkadres van die terminalset bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) wordt door de doorschakelmiddelen (DS) tijdelijk opgeslagen in tweede registratiemiddelen, tezamen 5 met het netwerkadres van de tweede terminalset (T2) bij het niet-VoIP spraaknetwerk (NI); o de eerste terminalset (Tl) kiest vervolgens via het niet-VoIP spraaknetwerk (NI) een voor de doorschakelmiddelen (DS) geldig netwerkadres bij 10 het niet-VoIP spraaknetwerk (Nl) aan en geeft daarbij zijn eigen netwerkadres bij het niet-VoIP spraaknetwerk (Nl) door, welk netwerkadres door het niet-VoIP spraaknetwerk (Nl) aan de doorschakelmiddelen (DS) wordt doorgegeven; 15. de doorschakelmiddelen (DS) zoeken in de tweede registratiemiddelen het bij dat aldus via het niet-VoIP spraaknetwerk (Nl) ontvangen netwerkadres van de eerste terminalset (Tl) behorende netwerkadres van de tweede terminalset (T2) op en brengen 20 vervolgens een spraakverbinding tot stand met de tweede terminalset (T2) via het niet voor VoIP spraaksignalen geschikte eerste netwerk; o de doorschakelmiddelen (DS) koppelen de eerste en de tweede spraakverbinding met elkaar.
7. Methode volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste terminalset (Tl) of beide terminalsets elk een voor niet-VoIP spraaksignalen (vl) geschikte module en een voor IP data (c) geschikte module omvatten.
8. Methode volgens conclusie 7, waarbij van de eerste terminalset 30 (Tl) of van beide terminalsets elk de voor niet-VoIP spraaksignalen (vl) geschikte module en de voor IP data (c) geschikte module deel uitmaken van een voor niet-VoIP spraaksignalen (vl) en voor IP data (c) geschikte telefonieterminal.
9. Methode volgens conclusie 7, waarbij van de eerste terminalset (Tl) of van beide terminalsets elk de voor VoIP spraaksignalen 5 geschikte module en de voor IP data (c) geschikte module een voor VoIP spraaksignalen en voor IP data (c) geschikte telefonieterminal is.
10 VoIP spraaksignalen (vl) geschikte module een niet voor VoIP spraaksignalen en evenmin voor IP data (c) geschikte telefonieterminal is en de voor IP data (c) geschikte module een voor IP data (c) geschikte computerterminal is.
10. Methode volgens conclusie 7, waarbij van de eerste terminalset (Tl) of van beide terminalsets elk de voor niet-
11. Systeem ingericht voor het uitvoeren van de methode volgens 15 een of meer der voorgaande conclusies, omvattende de genoemde doorschakelmiddelen (DS) en de genoemde eerste en tweede registratiemiddelen. 1031604
NL1031604A 2006-04-18 2006-04-18 Methode en systeem voor het opzetten van een spraakverbinding tussen niet-VoIP en een VoIP enabled terminalsets. NL1031604C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031604A NL1031604C2 (nl) 2006-04-18 2006-04-18 Methode en systeem voor het opzetten van een spraakverbinding tussen niet-VoIP en een VoIP enabled terminalsets.
EP07747381A EP2014077A1 (en) 2006-04-18 2007-04-17 Method and system for setting up a voice connection
US12/297,559 US20090168762A1 (en) 2006-04-18 2007-04-17 Method and System for Setting Up a Voice Connection
PCT/NL2007/050157 WO2007120043A1 (en) 2006-04-18 2007-04-17 Method and system for setting up a voice connection

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031604A NL1031604C2 (nl) 2006-04-18 2006-04-18 Methode en systeem voor het opzetten van een spraakverbinding tussen niet-VoIP en een VoIP enabled terminalsets.
NL1031604 2006-04-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1031604C2 true NL1031604C2 (nl) 2007-10-19

Family

ID=37499289

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1031604A NL1031604C2 (nl) 2006-04-18 2006-04-18 Methode en systeem voor het opzetten van een spraakverbinding tussen niet-VoIP en een VoIP enabled terminalsets.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20090168762A1 (nl)
EP (1) EP2014077A1 (nl)
NL (1) NL1031604C2 (nl)
WO (1) WO2007120043A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR20130086787A (ko) 2012-01-26 2013-08-05 삼성전자주식회사 음성 지연 방지를 위한 VoIP 음성 데이터 처리 방법 및 장치
US9246988B2 (en) 2013-06-17 2016-01-26 Google Inc. Managing data communications based on phone calls between mobile computing devices
WO2019119211A1 (en) * 2017-12-18 2019-06-27 Lenovo (Beijing) Limited Indicating a network for a remote unit

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0915596A2 (en) * 1997-10-08 1999-05-12 AT&T Corp. Method for interconnecting a telephone network with a data network
WO2001024501A1 (en) * 1999-09-27 2001-04-05 3Com Corporation System and method for controlling telephone service using a wireless personal information device
WO2002093889A1 (en) * 2001-05-16 2002-11-21 Worldcom, Inc. System and methods for receiving telephone calls via instant messaging

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1429574A1 (en) * 2002-12-10 2004-06-16 Koninklijke KPN N.V. Method and system for notification
US20070291734A1 (en) * 2005-05-27 2007-12-20 Medhavi Bhatia Methods and Apparatus for Multistage Routing of Packets Using Call Templates
US20060291477A1 (en) * 2005-06-28 2006-12-28 Marian Croak Method and apparatus for dynamically calculating the capacity of a packet network

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0915596A2 (en) * 1997-10-08 1999-05-12 AT&T Corp. Method for interconnecting a telephone network with a data network
WO2001024501A1 (en) * 1999-09-27 2001-04-05 3Com Corporation System and method for controlling telephone service using a wireless personal information device
WO2002093889A1 (en) * 2001-05-16 2002-11-21 Worldcom, Inc. System and methods for receiving telephone calls via instant messaging

Also Published As

Publication number Publication date
EP2014077A1 (en) 2009-01-14
WO2007120043A1 (en) 2007-10-25
US20090168762A1 (en) 2009-07-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1397923B1 (en) Mobile instant messaging and presence service
CN100375078C (zh) 用于无线移动终端的语音和文本组聊天的方法和系统
US9491275B2 (en) Systems, methods and computer program products for aggregating contact information
US20090067592A1 (en) Method And System For Associating Related Messages Of Different Types
CN101897167A (zh) 用于通信网络中多媒体内容的定制共享的系统和方法
CN101766011A (zh) 用于同步的呼叫协议信息的集中式呼叫日志
WO2011050012A2 (en) Hierarchal structuring of nodes in a peer-to-peer network
KR20120040231A (ko) 인스턴트 메시징 서비스와 단문 메시지 서비스 간의 연동을 위한 방법 및 시스템
CN101208941B (zh) 利用出现检测执行自动联络分配的方法和系统
CN110178354A (zh) 消息会话中继协议/超文本传输协议文件传输
EP1665720B1 (en) Implementing a web server on a mobile station
NL1031604C2 (nl) Methode en systeem voor het opzetten van een spraakverbinding tussen niet-VoIP en een VoIP enabled terminalsets.
US20180144377A1 (en) Traffic Routing Optimizer
CN101557556B (zh) 提供与位置信息相关联的在线黄页电话簿的系统和方法
JP5442409B2 (ja) 呼接続制御装置、発信者識別情報通知システム、及びプログラム
KR100706346B1 (ko) 모바일 커뮤니티 서비스 제공 서버 및 방법
CN101385293A (zh) 与多个用户的通信方法、装置、通信管理服务器以及通信终端
KR101978972B1 (ko) 향상된 자동 발신자 식별 해석
IL186878A (en) Method and apparatus for enabling communications between users
JP2005323172A (ja) Rfidタグを用いたネットワークシステム
CN1620049B (zh) 为消息的发送者提供与消息的接受者相关联的服务提供商标识符
JP2009284460A (ja) モバイル通信プラットフォームが異質プラットフォームに跨るマルチメディア伝送システム
WO2012063211A1 (en) Methods and social media portal servers for message transmission
JP6763557B1 (ja) ボタン電話システム、アドレス帳管理方法およびアドレス帳管理プログラム
US20220335495A1 (en) System and Method for Communication within a Product-oriented Social Network

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20101101