NL1031449C2 - Hydraulisch remsysteem voor een fiets. - Google Patents

Description

Hydraulisch remsysteem voor een fiets

De uitvinding heeft betrekking op een hydraulisch remsysteem voor een fiets die al dan niet is voorzien van een hulpmotor, omvattende een remschijf en met de remschijf samenwerkende remklauwen, alsmede vloeistofhoudende leidingen 5 die verlopen tussen een bedieningsorgaan en de remklauwen, en welk systeem verder een in een eerste kamer opgenomen en daarin verplaatsbare veerbelaste zuiger bezit.

Een dergelijk hydraulisch remsysteem is bekend uit het Amerikaans octrooischrift US-B-6 435 318.

10 In het bekende hydraulische remsysteem dient de veerbelaste zuiger ervoor om bij bruusk remmen het blokkeren van de rem en het mogelijk over de kop slaan van de fiets te voorkomen.

Een nadeel van het bekende hydraulisch remsysteem is 15 dat de montage van de remklauwen ten opzichte van de remschijf zeer nauwkeurig moet geschieden omdat in het bekende systeem slechts een beperkte slag kan worden opgebracht. In de ruststand moeten de remklauwen daarom bijna tegen de remschijf aanliggen. In de praktijk resulteert dit in tijdens 20 het fietsen aanlopende remmen en een voortdurende noodzaak tot na-stelling van de remklauwen als gevolg van slijtage.

Ook is nadelig dat de nauwkeurige afstelling weer herhaald moet worden bij verwisselen van de wielen.

Een doelstelling van de uitvinding is om dit bekende 25 hydraulisch remsysteem te verbeteren waardoor het mogelijk wordt om de afstelling met toepassing van grotere toleranties uit te voeren.

Het hydraulisch remsysteem volgens de uitvinding wordt daartoe gekenmerkt door een of meer van de aangehechte 30 conclusies.

In een eerste aspect van de uitvinding is het hydraulisch remsysteem erdoor gekenmerkt dat de zuiger voorzien is van een op de zuiger gefixeerde staaf die is aangebracht op de veerbelaste zijde van de zuiger en die in dwarsrichting 35 gezien een geringere diameter dan de zuiger heeft, dat de 1031449 2 staaf vanuit de eerste kamer reikt tot in een tweede kamer, en dat de eerste kamer en de tweede kamer beide zijn aangesloten op een eerste vloeistofhoudende leiding die gekoppeld is met het bedieningsorgaan.

5 Het is daarbij gewenst dat een tweede vloeistofhou dende leiding de tweede kamer koppelt met de remklauwen, en dat de tweede kamer is voorzien van een afdichting tussen de eerste vloeistofhoudende leiding en de tweede vloeistofhoudende leiding die effectief wordt door verstelling van de 10 zuiger met de daarop gefixeerde staaf.

Met het remsysteem volgens de uitvinding kan worden bewerkstelligd dat bij toename van de druk in de eerste vloeistofhoudende leiding door bediening van het bedieningsorgaan, aanvankelijk de zuiger een stationaire positie in de 15 eerste kamer handhaaft doordat de veer van de veerbelaste zuiger en de druk die uitgeoefend wordt op een oppervlak van de staaf in de tweede kamer, ten minste een in de eerste kamer op de zuiger uitgeoefende druk compenseert.

Tegelijk wordt bereikt dat de met het bedieningsor-20 gaan uitgeoefende druk via de tweede kamer de remklauwen verstelt tot deze aanliggen tegen de remschijf.

Door verdere druktoename ten gevolge van de bediening van het bedieningsorgaan kan de druk in de eerste kamer en de tweede kamer verder toenemen tot een niveau waarbij de 25 op de zuiger uitgeoefende druk groter wordt dan de veerkracht op de zuiger en de op de staaf uitgeoefende druk gezamenlijk. Zodra dit het geval is vertaalt zich dit in een verstelling van de zuiger met de daarop gefixeerde staaf waarbij de staaf verder de tweede kamer wordt ingebracht, en de genoemde af-30 dichting tussen de eerste vloeistofhoudende leiding en de tweede vloeistofhoudende leiding effectief kan worden. Voor de afdichting kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een quad-ring of een lip-seal. Een eenvoudige realisatievorm bestaat erin dat de afdichting gevormd wordt uit het samenstel 35 van de staaf en een in de tweede kamer opgenomen o-ring. De staaf komt door haar verstelling nauwkeurig passend in de o-ring te liggen waardoor deze tezamen een afdichting vormen tussen de op de tweede kamer aangesloten eerste vloeistofhou- 3 dende leiding en de tweede vloeistofhoudende leiding. Een verdere bediening van het bedieningsorgaan verzorgt vervolgens dat de daardoor aangebrachte druk in de eerste vloei-stofhoudende leiding en de eerste kamer, via de zuiger en de 5 staaf op de vloeistof in de tweede vloeistofhoudende leiding wordt uitgeoefend waarbij de respectievelijke diameters van de zuiger en de staaf vooraf bepaald zijn in afhankelijkheid van een gewenste remkrachtversterking tussen het bedieningsorgaan en de remklauwen.

10 Een verder aspect van het hydraulisch remsysteem volgens de uitvinding is dat de veer van de veerbelaste zuiger een vooraf bepaalde veerkarakteristiek heeft ter bepaling van een benodigde hoeveelheid met het bedieningsorgaan uit te oefenen remkracht voor het effectief worden van de remklau-15 wen.

De uitvinding zal in het navolgende verder worden toegelicht aan de hand van de tekening en een de octrooicon-clusies niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld van het hydraulisch remsysteem volgens de uitvinding.

20 In de tekening toont een enkele figuur een hydrau lisch vervangingsschema volgens welke het hydraulisch remsysteem volgens de uitvinding kan zijn uitgevoerd.

In de figuur is een bedieningsorgaan in de vorm van een remhendel 1 getoond welke functioneel gekoppeld is met 25 een remcilinder 2 waarin zich een zuiger 3 met een werkzaam oppervlak Ab bevindt. Deze zuiger is veerbelast met een veer welke een veerstijfheid Cb heeft en welke ertoe dient dat de zuiger 3 in rust een neutrale positie inneemt.

De remzuiger 2 is via een eerste vloeistofhoudende 30 leiding 4 gekoppeld met een remkrachtversterker 5 waarvan de functie hierna nog verder zal worden toegelicht.

Vanaf de remkrachtversterker 5 loopt een tweede vloeistofhoudende leiding 6 naar een stel remklauwen 7 tussen welke zich een remschijf 8 bevindt. De remklauwen 7 zijn bij 35 voorkeur veerbelast met een veer die een veerstijfheid Cr bezit teneinde deze remklauwen 7 een voorkeurspositie te geven waarin deze vrijlopen van de remschijven 8.

4

De crux van de uitvinding is gelegen in de rem-krachtversterker 5 en de wijze waarop deze werkzaam gekoppeld is met, en geschakeld is tussen de eerste vloeistofhoudende leiding 4 en de tweede vloeistofhoudende leiding 6.

5 De remkrachtversterker 5 bezit een in een eerste ka mer 10 opgenomen en daarin verplaatsbare veerbelaste zuiger 11. Deze zuiger 11 is voorzien van een daarop gefixeerde staaf 12 die is aangebracht op de veerbelaste zijde van de zuiger 11. Dit is in de figuur getoond doordat de staaf 12 10 zich aan de zijde bevindt waar ook de veer 13 zich bevindt.

Duidelijk toont de figuur verder dat in dwarsrich-ting gezien de staaf 12 een geringere diameter heeft dan de zuiger 11 en dat de staaf 12 vanuit de eerste kamer 10 reikt tot in een tweede kamer 14. Zowel de eerste kamer 10 als de 15 tweede kamer 14 zijn aangesloten op de eerste vloeistofhoudende leiding 4 die gekoppeld is met het bedieningsorgaan 1.

De koppeling naar de remklauwen 7 is verzorgd doordat de tweede vloeistofhoudende leiding 6 de tweede kamer 14 koppelt met de remklauwen 7.

20 Van belang is voorts dat de tweede kamer 14 is voor zien van een afdichting 12, 15 tussen de eerste vloeistofhoudende leiding 4 en de tweede vloeistofhoudende leiding 6 die pas actief wordt nadat de remklauwen 7 tot tegen de remschijf 8 zijn versteld. Dit wordt bereikt doordat een bediening van 25 de remhendel 1 aanvankelijk tot gevolg heeft dat in de eerste vloeistofhoudende leiding 4 aanwezige olie via de tweede kamer 14 en de tweede vloeistofhoudende leiding 6 de remklauwen 7 verstelt totdat deze tegen de remschijf 8 aanliggen. De remdruk die in de tweede kamer 14 op het werkzaam oppervlak Av 30 van de staaf 12 en mitsdien op de zuiger 11 wordt uitgeoefend tezamen met de veerkracht die veer 13 op de zuiger 11 uitoefent is in die fase nog groter dan dezelfde remdruk die de olie in de eerste kamer 10 uitoefent op het aan de andere zijde gelegen werkzaam oppervlak A* van de zuiger 11.

35 Zodra het punt is bereikt dat de remklauwen 7 aan liggen tegen de remschijf 8 leidt een verdere verstelling van de remhendel 1 tot toename van de druk in de eerste vloeistofhoudende leiding 4 waardoor de druk op het werkzaam op- 5 pervlak A* van de zuiger 11 toeneemt en deze bij een vooraf bepaalde waarde, de veerbelasting 13 op de zuiger 11 en de remdruk in de tweede kamer 14 op het werkzaam oppervlak Av van de staaf 12 overtreft. Op dat moment verplaatst zich de zui-5 ger 11 en de daarop gefixeerde staaf 12 tegen de druk van de veer 13 in, waardoor de staaf 12 de tweede kamer 14 verder . wordt ingebracht en in samenwerking komt met een o-ring 15. Daarbij vormen de staaf 12 en de o-ring 15 een afdichting 12, 15 tussen de eerste vloeistofhoudende leiding 4 en de tweede 10 vloeistofhoudende leiding 6. Een daaropvolgende verdere bediening van de remhendel 1 waardoor de druk in de eerste vloeistofhoudende leiding 4 verder toeneemt leidt tot een overeenkomstige drukuitoefening op het werkzaam oppervlak Ak van de zuiger 11 en een daarmee corresponderende drukuitoefe-15 ning via de met de zuiger 11 gekoppelde staaf 12 op de olie die zich in de tweede vloeistofhoudende leiding 6 bevindt. De verhouding tussen het werkzaam oppervlak Ak van de zuiger 11 en het werkzame oppervlak Av van de staaf 12 bepaalt de mate van drukversterking tussen de eerste vloeistofhoudende lei-20 ding 4 en de tweede vloeistofhoudende leiding 6. De remklauwen 7 worden daardoor versterkt op de remschijf 8 aangedrukt. De met de remklauwen 7 op de remschijf 8 uitgeoefende remdruk verhoudt zich derhalve ten opzichte van de met de remhendel 1 uitgeoefende druk door het verhoudingsgetal Ak/Av.

25 Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat de in de tweede kamer 14 voorziene afdichting tussen de eerste vloeistofhoudende leiding 4 en de tweede vloeistofhoudende leiding 6, niet alleen met een o-ring 15 kan worden uitgevoerd, maar dat daarvoor ook gebruik gemaakt kan worden van bijvoorbeeld 30 een quad-ring of een lip-seal.

10 3 14 4 9

Claims (5)

1. Hydraulisch remsysteem voor een fiets die al dan niet is voorzien van een hulpmotor, omvattende een remschijf (8) en met de remschijf (8) samenwerkende remklauwen (7), 5 alsmede vloeistofhoudende leidingen (4, 6) die verlopen tussen een bedieningsorgaan (1) en de remklauwen (7), en welk systeem verder een in een eerste kamer (10) opgenomen en daarin verplaatsbare veerbelaste zuiger (11) bezit, met het kenmerk, dat de zuiger (11) voorzien is van een op de zuiger 10 gefixeerde staaf (12) die is aangebracht op de veerbelaste zijde van de zuiger (11) en die in dwarsrichting gezien een geringere diameter dan de zuiger heeft, dat de staaf (12) vanuit de eerste kamer (10) reikt tot in een tweede kamer (14), en dat de eerste kamer (10) en de tweede kamer (14) 15 beide zijn aangesloten op een eerste vloeistofhoudende leiding (4) die gekoppeld is met het bedieningsorgaan (1).

2. Hydraulisch remsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een tweede vloeistofhoudende leiding (6) de tweede kamer (14) koppelt met de remklauwen (7), en dat de 20 tweede kamer (14) is voorzien van een afdichting (12, 15) tussen de eerste vloeistofhoudende leiding (4) en de tweede vloeistofhoudende leiding (6) die effectief wordt door verstelling van de zuiger (11) met de daarop gefixeerde staaf (12).

3. Hydraulisch remsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de afdichting (12, 15) is uitgevoerd door het samenstel van de staaf (12) en een in de tweede kamer (14) aangebrachte o-ring (15).

4. Hydraulisch remsysteem volgens een der conclusies 30 1-3, mat het kenmerk, dat de respectievelijke diameters van de zuiger (11) en de staaf (12) vooraf bepaald zijn in afhankelijkheid van een gewenste remkrachtversterking tussen het bedieningsorgaan (1) en de remklauwen (7).

5. Hydraulisch remsysteem volgens een der conclusies 35 1-4, met het kenmerk, dat de veer van de veerbelaste zuiger (11) een vooraf bepaalde veerkarakteristiek heeft ter bepa- 1 0 3 1 44 9 ling van een benodigde hoeveelheid met het bedieningsorgaan (1) uit te oefenen remkracht voor het effectief worden van de remklauwen (7). 1031449