NL1031365C2

NL1031365C2 - Device is provided to tie plants for their support where they produce long stalks and branches, such as peppers, tomatoes, cucumbers or aubergines

Info

Publication number: NL1031365C2
Application number: NL1031365A
Authority: NL
Inventors: Geertrudes Johannes Spierings
Original assignee: Bato Plastics B V
Priority date: 2006-03-14
Filing date: 2006-03-14
Publication date: 2007-09-17

Abstract

The device (1) is provided to tie plants for their support where they produce long stalks and branches (14), such as peppers (15), tomatoes, cucumbers or aubergines and has a hook-shaped part (2) and a fixture part to fix to the device a connecting wire (16). The connecting wire at the top is connected to a support wire (17). During growth, the branch or stem is fixed with clamps (18) to the connecting wire (16), so that the plant with its fruit (15) is upwardly connected.

Description

AANBINDINRICHTING VOOR EEN PLANTBINDING DEVICE FOR A PLANT

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanbinden van een gewas zoals paprika, tomaat of 5 aubergine.The invention relates to a device for tying a crop such as pepper, tomato or eggplant.

Bij het telen van paprika bijvoorbeeld in een kas worden in horizontale richting steundraden gespannen. Aan deze steundraden worden vervolgens geleidingsdraden geknoopt. Elke geleidingsdraad wordt aan zijn andere uiteinde aan een 10 paprikaplant geknoopt. Dit dient door getraind personeel gedaan te worden. Het aanbinden van paprikaplanten is derhalve een arbeidsintensief en kostbaar proces.For example, when growing bell peppers in a greenhouse, support wires are tensioned in the horizontal direction. Guide wires are then tied to these support wires. Each guide wire is tied to a bell pepper plant at its other end. This must be done by trained personnel. Tying bell pepper plants is therefore a labor-intensive and costly process.

De uitvinding heeft ten doel een verbeterde methode voor het aanbinden van paprikaplanten te verschaffen.The invention has for its object to provide an improved method for binding bell pepper plants.

15 Volgens de uitvinding wordt voorzien in een aanbindinrichting, welke omvat een om de tak/stam van een plant behorende tot het gewas aan te brengen haakvormig deel en een bevestigingsdeel voor het aan de aanbindinrichting bevestigen van een geleidingsdraad. De aanbindinrichting 20 wordt op eenvoudige wijze aan de tak/stam van de plant nabij de wortel daarvan gehaakt. Door de aanbindinrichting wordt het aan geleidingsdraden binden van planten vereenvoudigd.According to the invention, a connecting device is provided, which comprises a hook-shaped part to be arranged around the branch / stem of a plant and a fixing part for fixing a guide wire to the connecting device. The connecting device 20 is easily hooked to the branch / stem of the plant near its root. The binding device simplifies the binding of plants to guide wires.

Tijdens de groei zal de plant langs de geleidingsdraad omhoog geleid worden. Afhankelijk van de 25 eigenschappen van de plant wordt de plant met klemmen aan de geleidingsdraad gehouden of rondom de geleidingsdraad gewikkeld.During the growth, the plant will be guided upwards along the guide wire. Depending on the properties of the plant, the plant is held with clamps on the guide wire or wound around the guide wire.

Bij voorkeur omvat het bevestigingsdeel tenminste één kikkervormig element dat is voorzien van twee uitsteeksels 30 waarmee de geleidingsdraad vastgezet kan worden. Hierdoor is het mogelijk de geleidingsdraad strak te spannen. De geleidingsdraad is dikwijls van een dusdanig materiaal vervaardigd dat dit onder het gewicht van de plant uitrekt.The mounting part preferably comprises at least one frog-shaped element which is provided with two protrusions 30 with which the guide wire can be fixed. This makes it possible to tighten the guide wire tightly. The guide wire is often made of such a material that it extends under the weight of the plant.

1031365 21031365 2

Met behulp van het kikkervormige element wordt de geleidingsdraad naar wens een of meerdere keren om de uitsteeksels gewikkeld totdat de geleidingsdraad weer strak staat.With the aid of the frog-shaped element, the guide wire is wound around the protrusions one or more times as desired until the guide wire is again tight.

5 Volgens een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm omvat het bevestigingsdeel een derde uitsteeksel gelegen op afstand van de twee uitsteeksels van het kikkervormige element. Het derde uitsteeksel vormt samen met een van de twee andere uitsteeksels een tweede kikkervormige element. De 10 afstanden tussen de uitsteeksels van beide kikkervormige elementen zijn verschillend. Afhankelijk van de hoeveelheid draad die opgebonden moet worden op het weer strak te spannen, kan de draad om de kleinere of grotere kikker gewikkeld worden.According to a particularly advantageous embodiment, the fixing part comprises a third protrusion located at a distance from the two protrusions of the frog-shaped element. The third protrusion, together with one of the other two protrusions, forms a second frog-shaped element. The distances between the protrusions of both frog-shaped elements are different. Depending on the amount of wire that needs to be tied up to tighten the weather, the wire can be wrapped around the smaller or larger frog.

15 Bij voorkeur heeft het haakvormige deel een niet- gesloten, hoofdzakelijk driehoekige vorm. De stam/tak van de plant wordt eenvoudig in deze vorm aangebracht en vastgehouden.The hook-shaped part preferably has an unsealed, substantially triangular shape. The stem / branch of the plant is simply applied and retained in this form.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvat de 20 aanbindinrichting een hoofdzakelijk langwerpig orgaan, waarbij het haakvormig deel het ene en het bevestigingsdeel het andere uiteinde van het langwerpige orgaan vormt. Een dergelijke vorm vergemakkelijkt het aan de plant haken van de aanbindinrichting.According to an advantageous embodiment, the connecting device comprises a substantially elongated member, the hook-shaped part forming the one end and the fixing part the other end of the elongated member. Such a shape makes it easier to hook the binding device onto the plant.

25 Bij voorkeur is althans een deel gelegen tussen het haakvormige deel en het bevestigingsdeel buigbaar. Hierdoor is de aanbindinrichting nog gemakkelijk rond de plant aan te brengen.Preferably at least a part located between the hook-shaped part and the fixing part is bendable. As a result, the connecting device can still be easily arranged around the plant.

30 Teneinde de aanbindinrichting goed te kunnen vasthouden tijdens het aanbinden van een plant is bij voorkeur tussen het haakvormige deel en het bevestigingsdeel een van het langwerpige orgaan uitstekend vasthouddeel 3 voorzien. Het vasthouddeel kan daarnaast zijn voorzien van ribben voor het verhogen van de grip.In order to be able to properly hold the binding device during the binding of a plant, a holding part 3 protruding from the elongate member is preferably provided between the hook-shaped part and the fixing part. The retaining member can also be provided with ribs for increasing the grip.

De uitvinding heeft daarnaast betrekking op het gebruik van een inrichting voor het aanbinden van een gewas 5 dat lange spuiten produceert zoals paprika, tomaat of aubergine, in een kas.The invention furthermore relates to the use of a device for tying a crop that produces long syringes, such as bell pepper, tomato or eggplant, in a greenhouse.

Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het in een kas aanbinden van een gewas dat lange stainmen/takken produceert, zoals paprika, tomaat, 10 komkommer of aubergine, waarbij de werkwijze omvat het hoofdzakelijk horizontaal in de kas aanbrengen van een steundraad; het aan de steundraad bevestigen van een eerste uiteinde van een geleidingsdraad; het aan een aanbindinrichting bevestigen van een tweede uiteinde van de 15 geleidingsdraad, en het aan een plant behorende tot het gewas nabij de wortel daarvan haken van de aanbindinrichting, waarbij de aanbindinrichting een aanbindinrichting volgens een van de voorgaande conclusies is.Finally, the invention relates to a method for tying a crop producing long stainmen / branches in a greenhouse, such as bell pepper, tomato, cucumber or eggplant, the method comprising arranging a support wire substantially horizontally in the greenhouse; attaching to the support wire a first end of a guide wire; attaching a second end of the guide wire to a connecting device, and hooking the connecting device to a plant near the root thereof, the connecting device being a connecting device according to any one of the preceding claims.

Bij voorkeur wordt de tak/stam tijdens de groei langs 20 de geleidingsdraad omhoog geleid en daaraan bevestigd. Dit kan bijvoorbeeld door middel van klemmen gebeuren.The branch / trunk is preferably led upwards along the guide wire during growth and attached to it. This can be done, for example, by means of clamps.

De uitvinding zal nu nader worden verduidelijkt aan de hand van de bijgevoegde tekeningen, in de tekeningen toont: 25 Figuur IA een perspectivisch aanzicht van een inrichting voor het aanbinden van een gewas dat lange takken/stammen produceert, gezien op de ene zijde;The invention will now be further elucidated with reference to the appended drawings, in the drawings: Figure 1A shows a perspective view of a device for tying a crop that produces long branches / stems, seen on one side;

Figuur 1B een aanzicht overeenkomstig figuur IA, gezien op de andere zijde; 30 Figuur 2 een zijaanzicht van de aanbindinrichting van figuur 1;Figure 1B shows a view corresponding to Figure IA, seen on the other side; Figure 2 is a side view of the connecting device of Figure 1;

Figuur 3 een andere uitvoeringsvorm van een aanbindinrichting volgens de uitvinding, en 4Figure 3 shows another embodiment of a binding device according to the invention, and 4

Figuur 4 toepassing van de aanbindinrichting bij een paprikaplant.Figure 4 application of the binding device to a bell pepper plant.

In figuren IA, 1B en 2 wordt een eerste uitvoeringsvorm getoond van een aanbindinrichting 1 voor een 5 gewas dat lange takken/stammen produceert, zoals paprika, tomaat, komkommer of aubergine. Dergelijk gewas krijgt vruchtvorming aan de tak/stam die tijdens de groei een zodanige lengte krijgt dat deze opgebonden dient te worden.Figures 1A, 1B and 2 show a first embodiment of a binding device 1 for a crop that produces long branches / stems, such as bell pepper, tomato, cucumber or eggplant. Such a crop develops fruit on the branch / stem that during growth grows to such a length that it must be tied up.

De aanbindinrichting 1 omvat een om de tak/stam van een plant 10 aan te brengen haakvormig deel 2 en een bevestigingsdeel 3 voor het bevestigen van een geleidingsdraad.The connecting device 1 comprises a hook-shaped part 2 to be arranged around the branch / stem of a plant 10 and a fixing part 3 for fixing a guide wire.

Het bevestigingsdeel 3 omvat een eerste kikkervormige element 4 dat is voorzien van twee uitsteeksels 5,6 waarmee de geleidingsdraad vastgezet kan worden. Het meest naar 15 buiten gelegen uitsteeksel 5 is onderdeel van een V-vormige groef aan het uiteinde van de aanbindinrichting. De V-vormige groef loopt over in een inkeping 7. Wanneer een geleidingsdraad aan de aanbindinrichting bevestigd is zal deze, geleid door de V-vormige groef, in de inkeping geraken. 20 Het bevestigingsdeel 3 omvat een derde uitsteeksel 8 gelegen op afstand van de twee uitsteeksels 5,6 van het eerste kikkervormige element 4. Het derde uitsteeksel 8 vormt samen met het op de grootste afstand daarvan gelegen uitsteeksel 5 een tweede kikkervormige element 9. De eerste 25 kikker 4 is gelijk aan de tweede kikker 9. Hierdoor kunnen verschillende lengtes geleidingsdraad gewikkeld worden.The mounting part 3 comprises a first frog-shaped element 4 which is provided with two protrusions 5,6 with which the guide wire can be fixed. The outermost projection 5 is part of a V-shaped groove at the end of the connecting device. The V-shaped groove overflows into a notch 7. When a guide wire is attached to the connecting device, it will, guided by the V-shaped groove, get into the notch. The mounting part 3 comprises a third protrusion 8 located at a distance from the two protrusions 5, 6 of the first frog-shaped element 4. The third protrusion 8 together with the protrusion 5 situated at the greatest distance therefrom forms a second frog-shaped element 9. The first Frog 4 is the same as the second frog 9. This allows different lengths of guide wire to be wound.

Aan het andere eind van het hoofzakelijk langwerpige orgaan omvat de aanbindinrichting een haakvormige deel 2 met een niet-gesloten, hoofdzakelijk driehoekige vorm. De tak of 30 stam van de plant kan door de opening heen tot in de driehoekige vorm aangebracht worden.At the other end of the substantially elongated member, the connecting device comprises a hook-shaped part 2 with a non-closed, substantially triangular shape. The branch or stem of the plant can be arranged through the opening into the triangular shape.

Verder is een deel van het langwerpige basisorgaan 10 buigbaar. In de figuren is dit buigbare deel met 5 verwijzingscijfer 11 aangeduid. Aan het iangwerpige basisorgaan 10 is daarnaast een vasthouddeel 12 bevestigd, het vasthouddeel is voorzien van een aantal ribben 13 ter verhoging van de grip. In een tweede uitvoeringsvorm van de 5 aanbindinrichting, welke in figuur 3 wordt getoond is een dergelijk vasthouddeel niet voorzien.Furthermore, part of the elongate base member 10 is bendable. In the figures, this flexible part is indicated by reference numeral 11. A retaining part 12 is also attached to the elongate base member 10, the retaining part being provided with a number of ribs 13 for increasing the grip. In a second embodiment of the connecting device, which is shown in Figure 3, such a retaining part is not provided.

In figuur 4 wordt een toepassing van de aanbindinrichting 1 getoond. De aanbindinrichting 1 is met het haakvormige deel 2 aan een tak/stam 14 van een 10 paprikaplant 15 gehaakt. Aan het andere uiteinde van de aanbindinrichting 1 is een geleidingsdraad 16 bevestigd. De geleidingsdraad 16 is enkele keren om de eerste en/of tweede kikker 4,9 geslagen. De geleidingsdraad 16 is bovenaan aan een steundraad 17 geknoopt. De geleidingsdraad 16 wordt zo 15 vaak als nodig om een of beide kikkers 4,9 geslagen totdat de geleidingsdraad 16 strak gespannen staat. Tijdens de groei wordt de tak/stam met klemmen 18 aan de geleidingsdraad 16 bevestigd, zodat de paprikaplant 15 met zijn vruchten omhoog geleid wordt.Figure 4 shows an application of the connecting device 1. The connecting device 1 is hooked with the hook-shaped part 2 to a branch / trunk 14 of a bell pepper plant 15. A guide wire 16 is attached to the other end of the connecting device 1. The guide wire 16 is wrapped around the first and / or second frog 4.9 several times. The guide wire 16 is knotted at the top of a support wire 17. The guide wire 16 is wrapped around one or both frogs 4,9 as often as necessary until the guide wire 16 is tightly tensioned. During the growth, the branch / trunk is attached to the guide wire 16 with clamps 18, so that the pepper plant 15 with its fruits is guided upwards.

20 De uitvinding is niet beperkt tot de uitvoerings vormen getoond in de tekeningen.The invention is not limited to the embodiments shown in the drawings.

10313651031365

Claims

A device for tying a crop that produces long stems and / or branches, such as bell pepper, tomato, cucumber or eggplant, the device comprising a stem and / or branch of a plant belonging to said crop bring hook-shaped part and a fixing part for attaching a guide wire to the connecting device. 10

2. Mounting device as claimed in claim 1, wherein the fixing part comprises at least one frog-shaped element which is provided with two protrusions with which the guide wire can be fixed. 15

A tie device according to claim 2, wherein the mounting part comprises a third protrusion spaced apart from the two protrusions of the frog-shaped element. 20

Tying device according to one of the preceding claims, wherein the hook-shaped part has an unsealed, substantially triangular shape.

5. Connecting device according to one of the preceding claims, wherein the connecting device comprises a substantially elongated member, the hook-shaped part forming one end and the fixing part forming the other end of the elongated member. 30

A connecting device according to any one of the preceding claims, wherein at least a part located between the hook-shaped part and the fixing part is bendable. 1031365

Tying device according to one of the preceding claims, wherein a holding part protruding from the elongate member is provided between the hook-shaped part and the fixing part. 5

Use in a greenhouse of a device for tying a crop that produces long branches and / or stems such as bell pepper, tomato, cucumber or eggplant, according to one of the preceding claims 1-7. 10

9. Method for tying a crop in a greenhouse that produces long branches and / or stems, such as bell pepper, tomato or eggplant, the method comprising: arranging a support wire substantially horizontally in the greenhouse, attaching it to the support wire from a first end of a guidewire, attaching a second end of the guidewire to a binding device, and 20. hooking the binding device belonging to the plant near the root thereof, the binding device being a connecting device according to one of the preceding claims.

Method according to claim 9, wherein the crop is guided upwards along the guide wire during growth and attached to it. 30 10 3 13 6 5