NL1031293C2 - Inrichting en werkwijze voor het afzinken van een waterbouwelement. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het afzinken van een waterbouwelement. Download PDF

Info

Publication number
NL1031293C2
NL1031293C2 NL1031293A NL1031293A NL1031293C2 NL 1031293 C2 NL1031293 C2 NL 1031293C2 NL 1031293 A NL1031293 A NL 1031293A NL 1031293 A NL1031293 A NL 1031293A NL 1031293 C2 NL1031293 C2 NL 1031293C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
filling
support
filling element
support device
hydraulic
Prior art date
Application number
NL1031293A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Theodorus Al Huijbers
Original Assignee
Den Herik Beheer B V Van
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Den Herik Beheer B V Van filed Critical Den Herik Beheer B V Van
Priority to NL1031293A priority Critical patent/NL1031293C2/nl
Priority to EP07103456.5A priority patent/EP1830007A3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1031293C2 publication Critical patent/NL1031293C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D15/00Handling building or like materials for hydraulic engineering or foundations
    • E02D15/08Sinking workpieces into water or soil inasmuch as not provided for elsewhere
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B35/00Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for
    • B63B35/003Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for for transporting very large loads, e.g. offshore structure modules
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/12Revetment of banks, dams, watercourses, or the like, e.g. the sea-floor
    • E02B3/121Devices for applying linings on banks or the water bottom
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/12Revetment of banks, dams, watercourses, or the like, e.g. the sea-floor
    • E02B3/122Flexible prefabricated covering elements, e.g. mats, strips
    • E02B3/127Flexible prefabricated covering elements, e.g. mats, strips bags filled at the side

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)

Description

Inrichting en werkwijze voor het afzinken van een waterbouw- element
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het plaatsen van een waterbouwelement op een bodem onder een wateroppervlak, voorzien van een afzinkopening door welke het element neerlaatbaar is.
5 Tevens heeft de uitvinding betrekking op een werk wijze voor het afzinken van een waterbouwelement op een bodem onder een wateroppervlak, waarbij het element op een steunin-richting wordt geplaatst alvorens het element wordt neergelaten.
10 Een dergelijke werkwijze en inrichting zijn bekend uit de praktijk. De bekende inrichting is een ponton die wordt gebruikt samen met een splijtbak waarin het te plaatsen waterbouwelement kan worden geplaatst. Wanneer het ponton of, in het algemeen, de inrichting de gewenste positie heeft be-15 reikt wordt de splijtbak geopend zodat het waterbouwelement onder invloed van de zwaartekracht naar de bodem onder het wateroppervlak kan afzinken.
Het behoeft geen betoog dat deze bekende wijze van plaatsen van een waterbouwelement onnauwkeurig is. Zo behoeft 20 het afzinken niet in een zuiver verticale lijn plaats te vinden en kan het element, wanneer dit op de bodem is aangeland, vanwege het verloop van die bodem wegrollen. Bovendien bestaat het risico van scheuren wanneer voor het waterbouwelement een vulelement wordt toegepast dat boven het wateropper-25 vlak is gevuld met op de bodem te plaatsen materiaal, en ineens afgezonken wordt.
Het onder invloed van de zwaartekracht afzinken in de waterkolom boven de bodem is te meer problematisch wanneer bedacht wordt dat het hier valhoogten kan betreffen van meer 30 dan vijf meter. Een eventueel lokaal aanwezige stroming in de waterkolom kan bij dergelijke diepten al snel tot niet te verwaarlozen afwijkingen aanleiding zijn ten opzichte van de gewenste positie waarin het waterbouwelement op de bodem moet worden geplaatst.
1031293 2
Met de uitvinding is beoogd de zojuist bedoelde problemen tegen te gaan.
De uitvinding is daartoe belichaamd in een inrichting en in een werkwijze zoals gespecificeerd in een of meer 5 van de navolgende conclusies.
In een eerste aspect is de inrichting volgens de uitvinding erdoor gekenmerkt dat deze een in of boven de af-zinkopening plaatsbare steuninrichting heeft voor het water-bouwelement, welke steuninrichting vanaf de afzinkopening 10 neerlaatbaar is. Dit biedt het voordeel dat het waterbouwele-ment op de steuninrichting kan worden geplaatst waarna dit element tezamen met de steuninrichting kan worden neergelaten . voor het nauwkeurig plaatsen op een gewenste positie op de bodem.
15 Geschikt wordt de inrichting zo uitgerust dat de steuninrichting gekoppeld is met op de inrichting geplaatste lieren.
In een verder aspect van de uitvinding is de inrichting erdoor gekenmerkt dat de steuninrichting deelbaar is 20 uitgevoerd voor het vrijgeven van het waterbouwelement. Dit blijkt een effectieve manier te zijn om het waterbouwelement, nadat dit bij de bodem is gebracht op gecontroleerde wijze op de gewenste positie te plaatsen.
Een voordelige uitvoeringsvorm die aan de zojuist 25 bedoelde functie beantwoordt, bezit het kenmerk dat de steuninrichting een eerste deel en een tweede deel heeft die omstreeks het midden van de afzinkopening met elkaar koppelbaar en losneembaar zijn. Verrassenderwijs is gebleken dat deze oplossing werkzaam is ondanks het grote gewicht van het wa-30 terbouwelement dat rust op de steuninrichting.
In de zojuist bedoelde uitvoeringsvorm is eenvoudig de werkwij ze volgens de uitvinding uitvoerbaar waarin het vulelement, nadat dit op de steuninrichting is geplaatst en daarop rust, wordt gevuld met op de bodem te plaatsen materi-35 aal waarna het vulelement na completering van het vullen tezamen met de steuninrichting kan worden neergelaten.
Nadat het vulelement nabij of op haar bestemmingspo-sitie is gekomen kan de steuninrichting van onder het vulele- 3 ment worden verwijderd onder achterlating van het vulelement op de bodem.
Na plaatsing van het vulelement op de bodem kan de steuninrichting weer naar haar beginpositie worden gebracht 5 teneinde te worden gereedgemaakt voor het ondersteunen van een volgend vulelement dat, na te zijn gevuld, weer kan worden neergelaten.
In een meer de voorkeur genietende uitvoeringsvorm bezit de inrichting het kenmerk dat de steuninrichting een 10 eerste steunbalk en een tweede steunbalk bezit die plaatsbaar zijn in of boven de afzinkopening en nabij tegenover elkaar liggende randen van de afzinkopening. Dit biedt een zeer betrouwbare en verrassend eenvoudige manier om tot een gecontroleerd neerlaten van het waterbouwelement te kunnen komen. 15 Bijzonder bruikbaar blijkt verrassenderwijs de uit voering van de inrichting waarin de eerste steunbalk en de tweede steunbalk ieder zijn voorzien van een in de lengte van de balk verlopende holte met een onderzijdige sleuf welke holte is ingericht voor het omvatten van een op druk belast-20 bare slurf die deel vormt van of koppelbaar is met een door de sleuf geleidbaar hangorgaan.
De zojuist getypeerde inrichting laat met voordeel een werkwijze toe waarin in iedere holte van de steunbalken een op druk belastbare slurf wordt gevoerd, waarbij het hang-25 orgaan dat is verbonden met deze slurven door de beide sleuven van de steunbalken reikt. De slurven kunnen vervolgens op druk worden gebracht zodanig dat deze zich in de holten van de steunbalken vastzetten. Op het hangorgaan of daarmee verbonden kan het vulelement dan worden respectievelijk zijn 30 aangebracht die vervolgens met op de bodem te plaatsen materiaal kan worden gevuld. Voor het verkrijgen van dit vulelement is het mogelijk gebruik te maken van een doek die op de inrichting wordt geplaatst, waarna dit doek wordt gevuld met een geschikt vulmateriaal, en waarna vervolgens het doek 35 wordt dichtgeslagen en gesloten.
De is de vorige alinea besproken uitvoeringsvorm bezit bovendien het voordeel dat nadat het vulelement nabij of op zijn bestemmingspositie is gekomen, slechts de druk van de 4 slurven behoeft te worden gehaald zodat deze de holten van de steunbalken via de sleuven kunnen verlaten voor het vrijgeven en op de bodem achtergelaten van het vulelement.
In weer een ander aspect van de uitvinding is de in-5 richting erdoor gekenmerkt dat voorzien is in aanvoerpijpen voor het vullen van een op de steuninrichting te plaatsen vulelement dat na te zijn gevuld functioneert als waterbouw-element.
Ten behoeve van de nauwkeurigheid van de positione- 10 ring van de plaatsing is de inrichting er bij voorkeur verder door gekenmerkt dat deze voorzien is van stuurmiddelen voor het positioneren, alsmede een meetinrichting voor het bepalen van een actuele positie, waarbij de stuurmiddelen in afhankelijkheid van de meetinrichting functioneel zijn.
15 De uitvinding zal in het navolgende verder worden toegelicht aan de hand van enkele de conclusies niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden en onder verwijzing naar de tekening.
In de tekening toont: 20 - figuur 1 het voor gebruik gereedmaken van een eer ste inrichting volgens de uitvinding voor het plaatsen van een waterbouwelement; - figuur 2 een voor gebruik gerede vorm van de inrichting volgens figuur 1; 25 - figuur 3 een aanvangsfase van het plaatsen van een te vullen vulelement op de inrichting volgens figuur 1; - figuur 4 de inrichting volgens figuur 1 terwijl het plaatsen van het nog ongevulde vulelement is gecompleteerd; 30 - figuur 5 het vullen van het vulelement ter comple tering van het af te zinken waterbouwelement; - figuur 6 het neerlaten van het waterbouwelement; - figuur 7 het positioneren van het waterbouwelement op de bodem; 35 - figuur 8 het achterlaten van het waterbouwelement op de bodem; - figuur 9 het voor gebruik gereed maken van een tweede inrichting volgens de uitvinding voor het plaatsen van 5 een waterbouwelement; - figuur 10 een aanvangsfase van het plaatsen van een te vullen vulelement op de inrichting volgens figuur 9; - figuur 11 het begin van het vullen van het vulele-5 ment terwijl dit op de inrichting rust; - figuur 12 het completeren van het vullen van het vulelement voordat dit wordt neergelaten; en - figuur 13 een detail van de in de inrichting volgens figuur 9 gebruikte steuninrichting.
10 In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.
Verwijzend nu eerst naar figuur 4 wordt een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding in de vorm van een vaartuig 1 getoond. Het vaartuig 1 drijft op een 15 waterkolom die zich boven een bodem 2 bevindt.
Ten behoeve van het plaatsen van een waterbouwelement (de figuren 6, 7 en 8 tonen dergelijke waterbouwelemen-ten 3) op de bodem 2 onder het wateroppervlak is het vaartuig 1 voorzien van een afzinkopening 4 door welke het waterbouw-20 element neerlaatbaar is.
In groter detail toont figuur 2 dat ten behoeve van de plaatsing van het waterbouwelement, de afzinkopening 4 voorzien is van een in de afzinkopening 4 plaatsbare steuninrichting 5 voor het waterbouwelement. Deze steuninrichting 5 25 is vanaf de afzinkopening 4 neerlaatbaar tot aan de bodem 2 waarop het waterbouwelement dient te worden geplaatst.
Ten behoeve van het neerlaten van de steuninrichting 5 is op de inrichting 1 een aantal lieren 6 geplaatst waarmee de steuninrichting 5 is gekoppeld en waarmee deze steunin-30 richting 5 terwijl daar een waterbouwelement op rust kan worden neergelaten.
Figuur 1 laat het gereedmaken van de steuninrichting 5 zien. Deze steuninrichting 5 is namelijk in een eerste uitvoeringsvorm deelbaar uitgevoerd voor het vrijgeven van het 35 waterbouwelement. In figuur 1 is getoond dat de steuninrichting 5 gereed wordt gemaakt voor het ondersteunen van een waterbouwelement door een eerste deel 7 en een tweede deel 8 die de steuninrichting 5 vormen aan elkaar te bevestigen.
f 6
Nadat het eerste deel 7 en het tweede deel 8 van de steuninrichting 5 aan elkaar gekoppeld zijn hetgeen resulteert in de situatie zoals getoond in figuur 2, is 'deze gereed voor het daarop plaatsen van een doek of vulelement 9 5 dat na vulling met af te zinken materiaal het waterbouwele-ment zal vormen. Figuur 3 toont een beginstadium van het aanvoeren van een dergelijke doek of vulelement 9. In figuur 4 is getoond dat het vulelement 9 geheel geplaatst is in de af-zinkopening 4 terwijl dit daarbij rust op de steuninrichting 10 5.
Figuur 5 toont dat het vulelement 9 na het bereiken van de in figuur 4 getoonde positie gevuld kan worden door daartoe geschikt materiaal met aanvoerpijp^n 12 in de door het vulelement 9 begrensde ruimte in te brengen. Ook is het 15 mogelijk om, zoals hierboven genoemd, ter vorming van het wa-terbouwelement een open doek op de inrichting te plaatsen, deze met stortmateriaal te vullen, en het doek daarna dicht te slaan en dicht te naaien.
Figuur 6 toont het neerlaten van het gevulde vulele-20 ment 9 door het vieren van de lieren 6 waardoor de steuninrichting 5 met het daarop rustende vulelement 9 wordt neergelaten naar de bodem 2 onder het wateroppervlak.
In figuur 7 is het positioneren van het gevulde vulelement dat als waterbouwelement 3 dient getoond waartoe het 25 vaartuig 1 is voorzien van stuurmiddelen voor het positioneren alsmede een meetinrichting voor het bepalen van een actuele positie van het vaartuig 1, waarbij de stuurmiddelen in afhankelijkheid van de meetinrichting functioneel zijn. Voor de stuurmiddelen kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van 30 studpalen of trekankers dan wel van een geschikt aantal stuurschroeven die zich aan de onderzijde van het vaartuig 1 bevinden. Voor de meetinrichting kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van het Global Positioning System GPS.
Nadat het als waterbouwelement 3 functionerende vul-35 element 9 op de gewenste positie is gebracht toont figuur 8 dat het eerste deel 7 en het tweede deel 8 van de steuninrichting 5 losgekoppeld zijn en omhoog kunnen worden gehesen, teneinde te worden gereedgemaakt voor het ondersteunen en 7 neerlaten van een volgend vulélement. Ten behoeve van dat gereedmaken dient om te beginnen eerst de, aan de hand van figuur 1 hierboven toegelichte bevestiging van het eerste deel 7 en het tweede deel 8 van de steuninrichting 5, te worden 5 uitgevoerd. Het verdere verloop van de procedure is dan zoals hierboven toegelicht onder verwijzing naar figuur 2-8.
In het voorgaande is een complete bedrijfscyclus in het gebruik van een eerste inrichting volgens de uitvinding toegelicht. Hiernavolgend zal een dergelijke bedrijfscyclus 10 van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding worden toegelicht onder verwijzing naar de figuren 9-13.
Figuur 9 toont wederom een als vaartuig 1 uitgevoerde inrichting die in het getoonde geval voorzien is van een 15 steuninrichting 5 welke een eerste steunbalk 5' en een tweede steunbalk 5" bezit die opgehangen zijn aan lieren 6. Met behulp van deze lieren 6 kunnen de eerste steunbalk 5' en de tweede steunbalk 5" in of boven de afzinkopening 4 worden gebracht in welke positie het op de steuninrichting 5 aanbren-20 gen van een daarop rustend vulelement 9 het eenvoudigst kan verlopen.
Figuur 9 toont dat de eerste steunbalk 5' en de tweede steunbalk 5" aan de langere zijden van de afzinkope-ning 4 zijn geplaatst.
25 Figuur 13 laat een kopsaanzicht van een dergelijke steunbalk 5', 5" zien dat toont dat deze steunbalken aan de onderzijde zijn voorzien van een in de lengte van de steunbalk 5', 5" verlopende holte 10 met een onderzijdige sleuf 11. Deze holte 10 is ingericht voor het omvatten van een op 30 druk belastbare slurf die deel vormt van, respectievelijk koppelbaar is met, een door de sleuf 11 geleidbaar hangorgaan 5"' . Hierbij kan overigens worden opgemerkt dat dit hangorgaan 5"' zowel een hangdoek kan zijn waarop het vulelement 9 los kan worden geplaatst, of - zoals in het getoonde geval -35 gevormd kan worden door het vulelement 9 zelve zodat dit vulelement 9, wanneer dit met de eerste steunbalk 5' en tweede steunbalk 5" is gekoppeld, als zelfdragend kan worden gezien.
In figuur 10 is het begin getoond van de stap dat op 8 druk belastbare slurven die geïntegreerd zijn of koppelbaar zijn met het vulelement 9, zowel aan de ene zijde als aan de andere zijde van de afzinkopening 4 door de respectievelijke holten 10 van de steunbalken 5', 5" worden gevoerd. In figuur 5 11 is deze bewerking gecompleteerd en kunnen de slurven op druk worden gebracht zodanig dat deze zich in de holten 10 van de steunbalken 5', 5" vastzetten en steunpunten bieden voor het hangorgaan 5"'. Reeds is gememoreerd dat het hangor-gaan 5"' één geheel kan vormen met het vulelement 9, dit 10 vormt de meest voordelige uitvoeringsvorm. Eveneens is echter mogelijk om het hangorgaan 5"' gescheiden van het vulelement 9 uit te voeren en het vulelement 9 na plaatsing van het hangorgaan 5"' daarop aan te brengen.
Figuur 12 laat vervolgens zien dat met de aanvoer-15 pijpen 12 het vullen van het vulelement 9 kan worden uitgevoerd zodat deze, na te zijn gevuld, kan functioneren als waterbouw element . Alternatief kan ter vorming van het water-bouwelement een doek op de inrichting worden geplaatst, welke vervolgens met stortmateriaal wordt gevuld, waarna het doek 20 kan worden dichtgeslagen en gesloten, bijvoorbeeld door naaien.
Het na het vullen van het vulelement 9 neerlaten daarvan geschiedt in deze tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding op overeenkomstige wijze als 25 is toegelicht aan de hand van de figuren 6-8 met betrekking tot de eerste uitvoeringsvorm van de inrichting. Het verschil ten opzichte van de eerste uitvoeringsvorm bestaat er nu in dat bij de in fig. 9-12 getoonde inrichting, nadat het vulelement 9 nabij of op zijn bestemmingspositie is gekomen, de 30 druk van de slurven wordt gehaald zodat deze slurven de holten 10 van de steunbalken 5', 5" via de sleuven 11 kunnen verlaten voor het vrijgeven van het vulelement 9 en achterlaten daarvan op de bodem 2. Dit is voor de vakman geheel duidelijk en behoeft niet verder te worden toegelicht aan de 35 hand van en onder verwijzing naar specifieke figuren.
Na voltooiing van de zojuist bedoelde werkwijzestap kunnen de steunbalken 5', 5" met de lieren 6 weer omhoog worden gehaald en teruggebracht naar de in figuur 9 getoonde po- 9 sitie van waaraf de plaatsing van een volgend waterbouwele-ment kan worden voorbereid en uitgevoerd op de zojuist toegelichte manier.
1031293

Claims (14)

1. Inrichting (1) voor het plaatsen van een water-bouwelement (3) op een bodem (2) onder een wateroppervlak, voorzien van een afzinkopening (4) door welke het waterbouw-element (3) neerlaatbaar is, met het kenmerk/ dat deze een in 5 of boven de afzinkopening (4) plaatsbare steuninrichting (5) heeft voor het waterbouwelement (3), welke steuninrichting (5) vanaf de afzinkopening (4) neerlaatbaar is.
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk/ dat de steuninrichting (5) gekoppeld is met op de in- 10 richting (1) geplaatste lieren (6).
3. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de steuninrichting (5) deelbaar is uitgevoerd voor het vrijgeven van het waterbouwelement (3).
4. Inrichting (1) volgens conclusie 3, met het ken- 15 merk, dat de steuninrichting (5) een eerste deel (7) en een tweede deel (8) heeft die omstreeks het midden van de afzinkopening (4) met elkaar koppelbaar en losneembaar zijn.
5. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de steuninrichting (5) een eerste steunbalk (5') 20 en een tweede steunbalk (5") bezit die plaatsbaar zijn in of boven de afzinkopening (4) en nabij tegenover elkaar liggende randen van de afzinkopening (4).
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de eerste steunbalk (5') en de tweede steunbalk (5") ie- 25 der zijn voorzien van een in de lengte van de balk verlopende holte (10) met een onderzijdige sleuf (11), welke holte (10) is ingericht voor het omvatten van een op druk belastbare slurf die deel vormt van of koppelbaar is met een door de sleuf (11) geleidbaar hangorgaan (5"' ) .
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het hangorgaan (5) een integraal deel vormt van het waterbouwelement (3) .
8. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voorzien is in aanvoerpijpen (12) 35 voor het vullen van een op de steuninrichting (5) te plaatsen 1031293 vulelement (9) dat na te zijn gevuld kan functioneren als wa-terbouwelement (3).
9. Inrichting (1) volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat deze voorzien is van stuurmiddelen voor 5 het positioneren, alsmede een meetinrichting voor het bepalen van een actuele positie, waarbij de stuurmiddelen in afhankelijkheid van de meetinrichting functioneel zijn.
10. Werkwijze voor het afzinken van een waterbouw-element (3) op een bodem (2) onder een wateroppervlak, waar- 10 bij het waterbouwelement (3) op een steuninrichting (5) wordt geplaatst alvorens het element (3) wordt neergelaten, met het kenmerk, dat voor het waterbouwelement (3) gebruikt wordt gemaakt van een vulelement (9) dat op de steuninrichting (5) wordt geplaatst, dat het vulelement (9) terwijl dit op de 15 steuninrichting (5) rust, wordt gevuld met op de bodem (2) te plaatsen materiaal, en dat het vulelement (9) na completering van het vullen tezamen met de steuninrichting (5) wordt neergelaten.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, 20 dat nadat het vulelement (9) nabij of op zijn bestemmingspo- sitie is gekomen, de steuninrichting (5) vanonder het vulelement (9) wordt verwijderd onder achterlating van het vulelement (9) .
12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, met het 25 kenmerk, dat na plaatsing van het vulelement (9) op de bodem (2) de steuninrichting (5) naar een beginpositie wordt gebracht en wordt gereedgemaakt voor het ondersteunen en neerlaten van een volgend vulelement (9) .
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk» dat het vulelement (9) wordt gevuld door het achtereenvolgens plaatsen van een doek op de steuninrichting (5), het vullen van dit doek met stortmateriaal, en het dichtslaan en sluiten van het doek.
13. Werkwijze volgens conclusie 10 of 12, met het 30 kenmerk, dat een steuninrichting (5) wordt geselecteerd van het type dat is uitgerust met een eerste steunbalk (5') en een tweede steunbalk (5") die ieder in de lengte een holte (10) met een onderzijdige sleuf (11) bezitten, dat in de holten (10) van de steunbalken (5', 5") op druk belastbare 35 slurven worden gevoerd, met welke slurven een hangorgaan (5"') is verbonden dat door de beide sleuven (11) van de steunbalken (57, 5") reikt, dat de slurven op druk worden gebracht zodanig dat deze zich in de holten (10) van de steun- balken (5', 5") vastzetten, dat op het hangorgaan (5"') of daarmee verbonden het vulelement (9) wordt of is aangebracht en dat vervolgens het vullen van het vulelement (9) wordt uitgevoerd.
14. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat nadat het vulelement (9) nabij of op zijn bestemmingspo-sitie is gekomen, de druk van de slurven wordt gehaald zodat deze de holten (10) van de steunbalken (5', 5") via de sleuven (11) kunnen verlaten voor het vrijgeven en op de bodem 15 (2) achterlaten van het vulelement (9). 1031293
NL1031293A 2006-03-03 2006-03-03 Inrichting en werkwijze voor het afzinken van een waterbouwelement. NL1031293C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031293A NL1031293C2 (nl) 2006-03-03 2006-03-03 Inrichting en werkwijze voor het afzinken van een waterbouwelement.
EP07103456.5A EP1830007A3 (en) 2006-03-03 2007-03-02 Apparatus and method for submerging a water construction element

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031293 2006-03-03
NL1031293A NL1031293C2 (nl) 2006-03-03 2006-03-03 Inrichting en werkwijze voor het afzinken van een waterbouwelement.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1031293C2 true NL1031293C2 (nl) 2007-09-04

Family

ID=37199050

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1031293A NL1031293C2 (nl) 2006-03-03 2006-03-03 Inrichting en werkwijze voor het afzinken van een waterbouwelement.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1830007A3 (nl)
NL (1) NL1031293C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102013000860A1 (de) * 2013-01-18 2014-07-24 Hagn Umwelttechnik Gmbh Kanalabdichtung

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3144092A1 (de) * 1981-11-06 1983-05-26 Bernhard Prof. Dr.-Ing. 4630 Bochum Maidl Verfahren zum schutz bzw. kolkschutz von natuerlichen boeden, kuenstlichen aufschuettungen und systemen sowie bauwerken unter wasser auf der basis von colcrete-betonmatten oder gefuellten gewebematten
WO1997029247A1 (en) * 1996-02-08 1997-08-14 Ten Cate Nicolon B.V. Flexible container

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3144092A1 (de) * 1981-11-06 1983-05-26 Bernhard Prof. Dr.-Ing. 4630 Bochum Maidl Verfahren zum schutz bzw. kolkschutz von natuerlichen boeden, kuenstlichen aufschuettungen und systemen sowie bauwerken unter wasser auf der basis von colcrete-betonmatten oder gefuellten gewebematten
WO1997029247A1 (en) * 1996-02-08 1997-08-14 Ten Cate Nicolon B.V. Flexible container

Also Published As

Publication number Publication date
EP1830007A3 (en) 2013-08-21
EP1830007A2 (en) 2007-09-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019832A4 (nl) Inrichting voor het vervaardigen van een fundering voor een zich op hoogte bevindende massa, bijbehorende werkwijze en samenstel van de inrichting en een opvijzelbaar platform.
NL1031293C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het afzinken van een waterbouwelement.
JP6342427B2 (ja) 指向性冷却を用いたロストワックス鋳造法を使用した部品製造方法
FR2583799A1 (fr) Procede pour installer la superstructure monobloc d'une plate-forme marine sur les piles d'une structure inferieure reposant sur le fond de la mer.
CN102359111B (zh) 水下砼浇筑标高控制装置及使用方法
BR112019002110B1 (pt) Sistema de instalação de material antissocavação em uma fundação marinha autoflutuante, e métodos e usos associados ao dito sistema
RO112442B1 (ro) Instalatie pentru lansarea verticala a unei conducte
FR2823485A1 (fr) Dispositif de mise a l'eau et de recuperation d'un vehicule sous-marin et procede de mise en oeuvre
DK171998B1 (da) Fremgangsmåde til installation af en marinekonstruktion
CN109681268A (zh) 一种用于模拟金属地下矿山采场充填过程的室内实验方法
CN207991944U (zh) 一种应用于斜坡桩基的水平拉力试验装置
EP0106745A2 (fr) Procédé et installation de pose d'un tapis de protection sur un fond immergé
KR101617439B1 (ko) 부력재의 부력시험장치 및 이를 이용한 부력시험방법
CN202323956U (zh) 水下砼浇筑标高控制装置
RU2383462C2 (ru) Способ испытания модели морского инженерного сооружения в ледовом опытовом бассейне и устройство для его осуществления
FI87908C (fi) Sjoeankare anordnad foer nedsaenkning laengs en lutande bana
CN109113040B (zh) 水中测量观测平台及其施工方法和水中测量观测系统
NL2021201B1 (en) Method for installation of an offshore structure using one or more cranes
FR2609301A1 (fr) Dispositif d'accrochage de consoles pour plates-formes munies d'un organe de securite
FR2808041A1 (fr) Dispositif de liaison des rives superieures de deux banches disposees en vis a vis
CN220438091U (zh) 一种岩溶率测量装置
ITMI20100678A1 (it) Metodo per la realizzazione di un'opera galleggiante e opera galleggiante cosi' realizzata
NL1021719C2 (nl) Werkwijze voor het omkeren van een betonlichaam, alsmede werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen cascobak en werkwijze voor het vervaardigen van een vaartuig.
CN109440654A (zh) 一种可实现不封路上跨桥梁的施工设备及其施工方法
FI91790B (fi) Laite kelluvan öljypuomin asentamiseen veden pinnalle

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20101001

BK Erratum

Free format text: ONTERECHT VERVALLEN OP 01.10.2010PUBLIKATIE VERVAL I.E. 13.10.2010I.E. 2010/34

Effective date: 20070904

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20131001