NL1031154C2 - Inrichting en werkwijze voor het transporteren van goederen. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor het transporteren van goederen

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren van goederen, in het bijzonder textiel, omvattende een omsloten kanaal met een in- en uitgang, middelen voor het opwekken in dat kanaal van een luchtstroom voor het 5 voortbewegen van de goederen en een in hoofdzaak luchtdicht afsluitbare vacuümbox. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het transporteren van goederen.

Dergelijke inrichtingen zijn bekend en worden toegepast in bijvoorbeeld textielwasserijen, in het bijzonder industriële 10 wasserijen. In industriële wasserijen wordt het aangeboden vuile wasgoed, afkomstig van bijvoorbeeld ziekenhuizen, zorginstellingen of horeca-instellingen, gesorteerd en gewassen. Het sorteren gebeurt doorgaans met de hand.

US 4,849,999 beschrijft een inrichting en een werkwijze 15 voor het transporteren van textielgoederen zoals stukken wasgoed en dergelijke, omvattende een omsloten kanaal voorzien van twee tegenovergestelde open einden en ten minste één bocht tussen de open einden; een vacuümbron welke is verbonden met één van de twee open einden en welke een subatmosferische druk ontwikkelt 20 over het kanaal en aan het andere open einde van het kanaal, om textielgoederen in het andere open einde van het kanaal te zuigen en door het kanaal naar het ene open einde te zuigen; en een sensor welke is geplaatst in de ene bocht en welke textielgoederen waarneemt die door het kanaal worden gezogen.

25 US 4,849,999 beschrijft dat de goederen, na te zijn geteld door middel van de sensor, vanuit een vacuümbox op een transportband worden gedeponeerd voor verdere behandelingen.

De uitvinding heeft tot doel een efficiëntere inrichting te verschaffen voor het transporteren en bij voorkeur 30 tevens sorteren van goederen.

Daartoe is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door ten minste één rail voor het geleiden van trolleys, welke rail of rails langs of door de vacuümbox loopt of lopen zodanig dat een daaraan bevestigde trolley in de 35 vacuümbox geplaatst en gevuld kan worden.

103Π 54 2

De rail of rails en de trolley maken bij voorkeur deel uit van een hangbaansysteem, waarbij trolleys door middel van transportwagens beweegbaar aan een transportrail zijn bevestigd. De trolleys zijn voorzien van een container die, bij voorkeur 5 losmaakbaar, is bevestigd aan ten minste één transportwagen.

Dankzij de uitvinding wordt de genoemde transportband in principe overbodig. Bovendien kunnen op deze wijze goederen vanuit een dergelijk vacuümtransportsysteem op efficiënte wijze in trolleys van een hangbaansysteem worden geladen, zonder dat 10 de vacuümbox in zijn geheel boven de rail of rails behoeft te zijn gemonteerd. Hierdoor wordt de benodigde hoogte van het systeem beperkt.

In een eerste uitvoering volgens de uitvinding is ten minste een deel van de vacuümbox ten opzichte van de rail of 15 rails beweegbaar tussen een eerste positie waarin de vacuümbox in hoofdzaak luchtdicht is afgesloten en een tweede positie waarin de vacuümbox is geopend, zodanig dat een trolley in de vacuümbox geplaatst en/of daaruit verwijderd kan worden.

Aldus wordt het mogelijk een vacuümbox te combineren 20 met een, eventueel reeds bestaand, hangbaansysteem zonder ingrijpende aanpassingen aan dat systeem, in het bijzonder zonder plaatselijke aanpassingen van de hoogte van de rail van het systeem. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn bij hangbaansystemen waarbij de trolleys door de zwaartekracht 25 worden voortbewogen.

Een relatief robuuste uitvoering van de inrichting waarbij de vacuümbox bovendien relatief eenvoudig in hoofdzaak luchtdicht kan worden afgesloten wordt verschaft indien de rail of rails zich aan of in de bovenzijde van de vacuümbox bevindt 30 of bevinden en waarbij een deel van de vacuümbox beweegbaar is tussen een relatief lage positie waarin de vacuümbox is geopend en een trolley langs of aan de rail of rails kan worden bewogen en een relatief hoge positie waarin de vacuümbox in hoofdzaak luchtdicht is afgesloten.

35 In een andere uitvoering is de vacuümbox, bijvoorbeeld in één of meer zijwanden, voorzien van één of meer deuren waardoor een trolley aan of langs de rail of rails in de vacuümbox geplaatst en/of daaruit verwijderd kan worden.

3

Een bijzonder voordelige uitvoering is voorzien van twee of meer kanalen en twee of meer vacuümboxen, zodanig dat ten minste één kanaal met een uitgang in verbinding staat met één vacuümbox en dat ten minste één ander kanaal met een uitgang 5 in verbinding staat met een andere vacuümbox en dat de ingangen van kanalen die met verschillende vacuümboxen in verbinding staan zijn gegroepeerd tot één of meer sorteerpunten.

Met behulp van een dergelijke inrichting kan bijvoorbeeld vuil wasgoed efficiënt en met weinig handelingen 10 worden getransporteerd en gesorteerd, door geselecteerde goederen, bijvoorbeeld lakens, in één trolley te laden en andere goederen, bijvoorbeeld handdoeken, in een andere trolley. Het verdient hierbij de voorkeur dat de inrichting ten minste even zovele vacuümboxen omvat als het aantal soorten goederen dat 15 voor verdere bewerking gewenst is. De verschillende vacuümboxen kunnen ieder van een aantal aanvoerpijpen zijn voorzien, zodat van verschillende plaatsen goederen voor dezelfde vacuümbox en daarmee voor dezelfde trolley kunnen worden geselecteerd.

Het verdient de voorkeur dat een inrichting volgens de 20 uitvinding is voorzien van middelen voor het tellen van de getransporteerde goederen, welke middelen bij voorkeur in het kanaal of de kanalen zijn bevestigd, en/of middelen voor het bepalen van de vulgraad van een trolley.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze 25 voor het transporteren van goederen, met het kenmerk dat de goederen in de vacuümbox in een trolley worden geladen.

Hierdoor wordt het aantal benodigde stappen voor het vullen van trolleys effectief verminderd.

Het verdient de voorkeur dat in dat geval een trolley 30 in de vacuümbox wordt geplaatst, goederen in de trolley worden geladen en de geheel of gedeeltelijk gevulde trolley uit de vacuümbox wordt verwijderd.

Op deze wijze wordt een trolley vanuit het omsloten kanaal of aanvoerpijp geladen, waardoor de snelheid van het 35 vulproces verhoogd wordt. Bovendien maakt deze werkwijze het mogelijk de vacuümbox zodanig op te nemen als deel van het transportsysteem van de trolleys dat de hoogte van de rail waarlangs de trolleys zich bewegen of bewogen worden in hoofdzaak constant kan blijven.

4

De werkwij ze volgens de uitvinding is bij zonder geschikt voor het sorteren van goederen door de goederen door verschillende omsloten kanalen of aanvoerpijpen te transporteren naar verschillende vacuümboxen en de goederen daarin in 5 verschillende trolleys te laden.

Met deze werkwijze kunnen goederen met een relatief gering aantal stappen en/of handelingen zowel gesorteerd worden als in trolleys worden geladen.

De uitvinding zal hieronder in meer detail worden 10 toegelicht aan de hand van de aangehechte figuur, waarin een voorkeursuitvoering van de onderhavige inrichting schematisch is weergegeven.

De Figuur toont een inrichting 1 voor het transporteren van goederen, waarin een trolley 2 is geplaatst. De inrichting 15 1 is voorzien van een sorteerschacht 3, welke in deze uitvoeringsvorm is voorzien van een trechtervormige mantel 3A, die uitmondt in een kraag 3B. Bén of meer aanvoerpijpen 4 zijn op de sorteerschacht 3 aangesloten. De sorteerschacht 3 is eveneens voorzien van een verbinding 5 naar een vacuümpomp 6. De 20 inrichting 1 is voorts voorzien van een vacuümbox 7, welke wordt gevormd door een bovenplaat 8 en een vacuümcontainer 9 welke een zijwand 10 en een bodem 11 omvat. De vacuümcontainer 9 is aan de bovenzijde voorzien van een flexibele afdichtrand 12, bijvoorbeeld van rubber, siliconen of een dergelijk materiaal, 2 5 die in de gesloten toestand van de vacuümbox 7 aanligt tegen de onderzijde van de bovenplaat 8 en de vacuümbox 7 in hoofdzaak luchtdicht afsluit.

De vacuümcontainer 9 is bij voorkeur vormgegeven als een ronde cilinder, waardoor onder andere de lengte van de 30 afdichtrand beperkt kan blijven zodat de kans op lekken wordt verkleind.

De sorteerschacht 3 is gemonteerd aan de bovenzijde van de vacuümbox 7. De trechtervormige mantel 3A van de sorteerschacht 3 steekt gedeeltelijk door de bovenplaat 8 in de 35 vacuümbox 7.

In de getoonde uitvoeringsvorm is de vacuümcontainer 9 door middel van geleidewagentjes 13 beweegbaar bevestigd aan geleiderails 14. De vacuümcontainer 9 kan met een op zichzelf bekende aandrijfinrichting (niet getoond) op en neer bewogen 5 worden tussen een relatief hoge en een relatief lage positie, (bijvoorbeeld met een pneumatische of hydraulische cilinder) .

Door de vacuümbox 7 lopen twee parallelle rails 15 van een op zichzelf bekend hangbaansysteem, bijvoorbeeld uit de 5 reclamefolder "The Proper Way" van firma Dunnewolt Conveyors B.V. De getoonde trolley 2 is beweegbaar bevestigd aan de rails 15 door middel van wagentjes 16. De trolley 2 is voorzien van een container 17, bij voorkeur een zakcontainer van een flexibel materiaal voorzien van een stijve bovenrand 17A en, aan de 10 onderzijde, van een afsluitbare opening, welke container 17 losmaakbaar aan de wagentjes 16 is bevestigd.

In de getoonde voorkeursuitvoering steken het onderstuk van de trechtervormige mantel 3A en de kraag 3B tussen de rails 15 in de vacuümbox 7, zodat, indien zich in de vacuümbox een 15 trolley bevindt, de goederen vanuit een aanvoerpijp 4 via de sorteerschacht 3 rechtstreeks in de trolley 2 worden gestort.

Bij gebruik van de uitvinding wordt de vacuümbox 7 door de vacuümpomp 6 tot een middelhoog vacuüm afgepompt, bijvoorbeeld tot een onderdruk tussen 0.8 bar en 0.2 bar, bij 20 voorkeur ca. 0.5 bar. Hierdoor ontstaat een luchtdrukverschil en daardoor een luchtstroom tussen de ingang (niet getoond) en de uitgang van elke aanvoerpijp 4 die met de sorteerschacht 3 van de inrichting 1 is verbonden. Goederen, bijvoorbeeld stukken wasgoed, worden door de luchtstroom door de aanvoerpijpen 4 25 getransporteerd naar de sorteerschacht 3. De goederen worden door de trechtervormige mantel 3A en de kraag 3B opgevangen en in de vacuümbox 7 geleid, zodat ze in container 17 van de trolley 2 vallen.

De sorteerschacht 3 is bij voorkeur voorzien van een 30 rooster of van andere middelen om te verhinderen dat de goederen verder in de richting van de vacuümpomp 6 getransporteerd worden.

Voor het verwisselen van de trolley 2 wordt het vacuüm in de vacuümbox 7 verminderd of geheel opgeheven, bijvoorbeeld 35 door de vacuümpomp 6 uit te schakelen of door een klep in het kanaal tussen de vacuümbox 7 en de vacuümpomp 6 te sluiten. Na het openen van de vacuümbox 7, in dit voorbeeld door de vacuümcontainer 9 van een relatief hoge naar een relatief lage positie te bewegen aan de geleiderails 14, wordt de geheel of 6 gedeeltelijk gevulde trolley 2 afgevoerd en voor een lege vervangen door deze aan de rails 15 onder de kraag 3B te plaatsen. De vacuümbox wordt vervolgens weer afgesloten, in dit voorbeeld door de vacuümcontainer weer in de relatief hoge 5 positie te plaatsen, zodat de flexibele afdichtrand 12 de vacuümbox 7 in hoofdzaak luchtdicht afsluit tegen de bovenplaat 8 en het vacuüm in de vacuümbox 7 en daardoor de luchtstroom in de aanvoerpijpen 4, hersteld kan worden.

De beweging van de vacuümcontainer 9 kan in het 10 algemeen ook een andere component hebben dan alleen verticaal, bijvoorbeeld een gedeeltelijke draaibeweging om een in hoofdzaak horizontale as.

De inrichting 1 kan zodanig worden geplaatst dat de hoogte van de rails van het hangbaansysteem ter plaatse van de 15 inrichting 1 ongewijzigd kan blijven ten opzichte van de rest van het systeem. Indien in het overige hangbaansysteem slechts van een enkele rail wordt gebruik gemaakt, kunnen de wagentjes 16 van de trolley 2 op de twee parallelle rails 15 van de inrichting 1 worden geleid door middel van wissels. De wissels 20 kunnen binnen of buiten de vacuümbox 7 zijn aangebracht.

De vacuümbox 7 kan ook een andere dan een ronde grondvorm hebben, bijvoorbeeld rechthoekig of vierkant.

Door de vacuümbox 7 op een bekende wijze te voorzien van één of meer deuren of kleppen, eventueel ter grootte van een 25 gehele zijwand 10, die in gesloten toestand de vacuümbox 7 in hoofdzaak luchtdicht afsluiten kan een trolley 2 in de vacuümbox 7 geplaatst worden. Deze uitvoering kan bijvoorbeeld gebruikt worden indien er geen mogelijkheid is om de vacuümbox 7 op de bovenbeschreven manier te verwezenlijken of te gebruiken, 30 bijvoorbeeld indien er onvoldoende ruimte is voor het laten zakken van de vacuümcontainer 9.

Een samenstel van een aantal kanalen 4 en vacuümboxen 7 leent zich bij uitstek voor het sorteren van goederen. Bij een dergelijk samenstel kunnen geselecteerde goederen door een 35 kanaal 4 naar een bepaalde vacuümbox 7, en dus een bepaalde trolley 2, getransporteerd worden en kunnen andersoortige goederen via een andere aanvoerpijp 4 naar een andere vacuümbox 7, en dus een andere trolley 2, getransporteerd worden. Bij een dergelijk samenstel zijn één of meer inrichtingen 1 bij voorkeur 7 voorzien van een twee of meer aanvoerpijpen 4, zodat verschillende ingangen kunnen worden gebruikt voor het laden van goederen in dezelfde trolley 2. Bij voorkeur zijn de ingangen van de aanvoerpijpen 4 die naar verschillende vacuümbox 7 leiden 5 op enigerlei wijze gegroepeerd tot sorteerpunten.

Voor administratieve doeleinden en/of het controleren van het vullen van een trolley is de inrichting 1 bij voorkeur voorzien van middelen voor het tellen van de door de kanalen 4 getransporteerde goederen, bijvoorbeeld door een sensor in elke 10 aanvoerpijp 4. Verder kan de inrichting 1, bij voorkeur in of ter plaatse van de vacuümbox 7, zijn voorzien van middelen voor het bepalen en/of controleren van de vulgraad van een trolley 2 zoals een weegeenheid of een optisch systeem zoals een videocamera. Zo kan het geschikte moment bepaald worden voor het 15 verwisselen van een geheel of gedeeltelijk gevulde trolley 2 voor een lege trolley 2.

De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringen en kan op verschillende manieren binnen het kader van de conclusies gevarieerd worden.

20 Zo kunnen bijvoorbeeld meer dan één inrichtingen 1 op één enkele vacuümpomp 6 zijn aangesloten. Ook kan de sorteerschacht 3 op diverse wijzen vormgegeven worden of zelfs geheel achterwege blijven, indien de aanvoerpijpen 4 en de vacuümpomp rechtstreeks aan (de bovenplaat 8 van) de vacuümbox 7 25 worden bevestigd. De aanvoerpijpen 4 kunnen ook geheel of gedeeltelijk als slangen of andersoortige omsloten kanalen worden vormgegeven.

Voorts kan de uitvinding worden toegepast in bijvoorbeeld een transportsysteem waarbij de trolleys 2 niet aan 30 een rail 15 of rails 15 hangen, maar over rails 15 rijden als wagons. De vacuümbox 7 kan ook zodanig zijn vormgegeven dat de rail 15 of rails 15 zich buiten de vacuümbox 7 bevinden, terwijl de container 17 van de trolley 2 daarbinnen kan worden geplaatst. Hiertoe wordt de vacuümbox 7 bijvoorbeeld voorzien 35 van, bij voorkeur in hoofdzaak luchtdicht afsluitbare, openingen of kanalen, zodanig dat de verbindende delen tussen de container 17 en het wagentje 16 of de wagentjes 16 van de trolley 2 daardoorheen kunnen steken.

8

De vacuümbox 7 kan ook van een inrichting zijn voorzien voor het aandrijven van (de wagentjes 16 van) trolleys 2. De bediening van de inrichting 1 kan voorts geheel of gedeeltelijk zijn geautomatiseerd en/of conputergeetuurd.

5 1031154

Claims (12)

1. Inrichting (1) voor het transporteren van goederen, in het bijzonder textiel, omvattende een omsloten kanaal (4) met een in- en uitgang, middelen (6) voor het opwekken in dat kanaal (4) van een luchtstroom voor het voortbewegen van de goederen en 5 een in hoofdzaak luchtdicht afsluitbare vacuümbox (7), gekenmerkt door ten minste één rail (15) voor het geleiden van trolleys (2), welke rail (15) of rails (15) langs of door de vacuümbox (7) loopt of lopen, zodanig dat een daaraan bevestigde trolley (2) in de vacuümbox (7) geplaatst en gevuld kan worden.

2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij ten minste een deel (9,11) van de vacuümbox (7) ten opzichte van de rail (15) of rails (15) beweegbaar is tussen een eerste positie waarin de vacuümbox (7) in hoofdzaak luchtdicht is afgesloten en een tweede positie waarin de vacuümbox (7) is geopend, zodanig 15 dat een trolley (2) in de vacuümbox (7) geplaatst en/of daaruit verwijderd kan worden.

3. Inrichting (1) volgens conclusie 2, waarbij de rail (15) of rails (15) zich aan of in de bovenzijde van de vacuümbox (7) bevindt of bevinden en waarbij een deel (11) van de 20 vacuümbox (7) beweegbaar is tussen een relatief lage positie waarin de vacuümbox (7) is geopend en een relatief hoge positie waarin de vacuümbox (7) in hoofdzaak luchtdicht is afgesloten.

4. Inrichting (1) volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de vacuümbox (7) is voorzien van één of meer deuren waardoor een 25 trolley (2) in de vacuümbox (7) geplaatst en/of daaruit verwijderd kan worden.

5. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, voorzien van twee of meer kanalen (4) en twee of meer vacuümboxen (7), zodanig dat ten minste één kanaal (4) met 30 een uitgang in verbinding staat met één vacuümbox (7) en dat ten minste één ander kanaal (4) met een uitgang in verbinding staat met een andere vacuümbox (7) en dat de ingangen van kanalen (4) die met verschillende vacuümboxen (7) in verbinding staan zijn gegroepeerd tot één of meer sorteerpunten.

6. Inrichting (1) volgens één der voorafgaande conclusies, welke is voorzien van middelen voor het tellen van de getransporteerde goederen, welke middelen bij voorkeur in het kanaal (4) of de kanalen (4) zijn bevestigd.

7. Inrichting (1) volgens één der voorafgaande conclusies, welke is voorzien van middelen voor het bepalen van 5 de vulgraad van een trolley (2).

8. Werkwijze voor het transporteren van goederen, in het bijzonder textiel, door een omsloten kanaal (4) naar een vacuümbox (7) door middel van een luchtstroom in dat kanaal (4), met het kenmerk, dat de goederen in de vacuümbox (7) in een 10 trolley (2) worden geladen.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij een trolley (2) in de vacuümbox (7) wordt geplaatst, goederen in de trolley (2) worden geladen en de geheel of gedeeltelijk gevulde trolley (2) uit de vacuümbox (7) wordt verwijderd.

10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, waarbij goederen worden gesorteerd door deze door verschillende omsloten kanalen (4) te transporteren naar verschillende vacuümboxen (7) en de goederen daarin in verschillende trolleys (2) te laden.

11. Inrichting (1) voor het sorteren van wasgoed, 20 omvattende twee of meer omsloten kanalen (4) met een in- en uitgang, middelen (6) voor het opwekken in die kanalen (4) van een luchtstroom voor het voortbewegen van het wasgoed en twee of meer in hoofdzaak luchtdicht afsluitbare vacuümboxen (7), zodanig dat ten minste één kanaal (4) met een uitgang in 25 verbinding staat met één vacüumbox (7) en dat ten minste één ander kanaal (4) met een uitgang in verbinding staat met een andere vacüumbox (7) en dat de ingangen van kanalen (4) die met verschillende vacüumboxen (7) in verbinding staan zijn gegroepeerd tot één of meer sorteerpunten, waarbij de inrichting 30 is voorzien van ten minste één rail (15) voor het geleiden van trolleys (2), welke rail (15) of rails (15) door de vacuümboxen (7) loopt of lopen, zodanig dat een daaraan bevestigde trolley (2) in een vacuümbox (7) geplaatst en met getransporteerd wasgoed gevuld kan worden.

12. Werkwijze voor het sorteren van wasgoed, door wasgoed door verschillende omsloten kanalen (4) door middel van een luchtstroom in die kanalen (4) te transporteren naar verschillende vacüumboxen (7) en het wasgoed daarin in verschillende trolleys (2) te laden.