NL1030835C1 - Mobiele boodschappen-verzamelinrichting. - Google Patents

Mobiele boodschappen-verzamelinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1030835C1
NL1030835C1 NL1030835A NL1030835A NL1030835C1 NL 1030835 C1 NL1030835 C1 NL 1030835C1 NL 1030835 A NL1030835 A NL 1030835A NL 1030835 A NL1030835 A NL 1030835A NL 1030835 C1 NL1030835 C1 NL 1030835C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
shopping cart
basket
weighing
frame
weight
Prior art date
Application number
NL1030835A
Other languages
English (en)
Inventor
Franciscus Gerardus Antoni Loo
Marcel David Van As
Original Assignee
Scangineers B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Scangineers B V filed Critical Scangineers B V
Priority to NL1030835A priority Critical patent/NL1030835C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030835C1 publication Critical patent/NL1030835C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B3/00Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor
    • B62B3/14Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor characterised by provisions for nesting or stacking, e.g. shopping trolleys
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47FSPECIAL FURNITURE, FITTINGS, OR ACCESSORIES FOR SHOPS, STOREHOUSES, BARS, RESTAURANTS OR THE LIKE; PAYING COUNTERS
    • A47F10/00Furniture or installations specially adapted to particular types of service systems, not otherwise provided for
    • A47F10/02Furniture or installations specially adapted to particular types of service systems, not otherwise provided for for self-service type systems, e.g. supermarkets
    • A47F10/04Furniture or installations specially adapted to particular types of service systems, not otherwise provided for for self-service type systems, e.g. supermarkets for storing or handling self-service hand-carts or baskets
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47FSPECIAL FURNITURE, FITTINGS, OR ACCESSORIES FOR SHOPS, STOREHOUSES, BARS, RESTAURANTS OR THE LIKE; PAYING COUNTERS
    • A47F9/00Shop, bar, bank or like counters
    • A47F9/02Paying counters
    • A47F9/04Check-out counters, e.g. for self-service stores
    • A47F9/046Arrangement of recording means in or on check-out counters
    • A47F9/047Arrangement of recording means in or on check-out counters for recording self-service articles without cashier or assistant
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01GWEIGHING
    • G01G19/00Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups
    • G01G19/08Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for incorporation in vehicles
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01GWEIGHING
    • G01G19/00Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups
    • G01G19/40Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups with provisions for indicating, recording, or computing price or other quantities dependent on the weight
    • G01G19/413Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups with provisions for indicating, recording, or computing price or other quantities dependent on the weight using electromechanical or electronic computing means
    • G01G19/414Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups with provisions for indicating, recording, or computing price or other quantities dependent on the weight using electromechanical or electronic computing means using electronic computing means only
    • G01G19/4144Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups with provisions for indicating, recording, or computing price or other quantities dependent on the weight using electromechanical or electronic computing means using electronic computing means only for controlling weight of goods in commercial establishments, e.g. supermarket, P.O.S. systems
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B2203/00Grasping, holding, supporting the objects
    • B62B2203/50Grasping, holding, supporting the objects comprising weighing means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B5/00Accessories or details specially adapted for hand carts
    • B62B5/0096Identification of the cart or merchandise, e.g. by barcodes or radio frequency identification [RFID]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Mathematical Physics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Handcart (AREA)
  • Cash Registers Or Receiving Machines (AREA)

Description

4 ·
Titel: Mobiele boodschappen-verzamelinrichting
De uitvinding heeft in zijn algemeen betrekking op een mobiele boodschappen-verzamelinrichting, geschikt om door een klant te worden gebruikt in een zelfbedieningswinkel. Die inrichting is bij voorkeur voorzien van wielen, en kan het 5 algemeen bekende uiterlijk hebben van een winkelwagen. Daarom zal de uitvinding in het hiernavolgende worden uitgelegd aan de hand van een bespreking van een winkelwagen, maar opgemerkt wordt dat dit slechts bij wijze van voorbeeld moet worden opgevat en niet om de uitvinding te beperken.
10
Er is op het gebied van supermarkten een ontwikkeling naar een steeds verder gaande verzelfstandiging van de klant. De zelfbedieningssupermarkt is inmiddels algemeen ingeburgerd. In een dergelijke supermarkt gaat de klant met een winkelwagen 15 de winkel in, verzamelt de geselecteerde boodschappen in die winkelwagen, en gaat dan naar een afrekenplaats. Traditioneel was een dergelijke afrekenplaats uitgevoerd als een bemande kassa: de boodschappen werden één voor één door een caissière verwerkt, waarbij steeds de prijs van een artikel werd 20 ingevoerd in het kassasysteem. Tegenwoordig zijn de artikelen vrijwel allemaal voorzien van een streepjescode; in dat geval wordt bij een traditionele bemande kassa steeds de streepjescode van de artikelen gescand door de caissière.
Van recentere datum zijn zelfbedienings-kassa's 25 ontwikkeld. Daarbij worden de streepjescodes van de artikelen zonder tussenkomst van een caissière gescand, hetzij door een automatisch werkende installatie, hetzij door de klant zelf.
Uiteraard biedt dit mogelijkheden tot fraude. Om dat tegen te gaan, zijn systemen ontwikkeld die een controle 30 uitvoeren op basis van het gewicht van de artikelen. Van een artikel wordt de streepjescode gelezen, en ook wordt het artikel gewogen. Op basis van de streepjescode kan het artikel worden geïdentificeerd en kan de prijs worden bepaald. Op basis van de identificatie is ook bekend hoeveel het artikel iinona 2 behoort te wegen: het verwachte gewicht op basis van de 'identificatie kan worden opgezocht in een database. Als het werkelijk gemeten gewicht, binnen zekere tolerantie, correspondeert met de verwachtingswaarde, wordt de prijs 5 goedgekeurd; in het geval van een discrepantie kunnen maatregelen worden genomen om de oorzaak te achterhalen.
Hoewel de ontwikkeling naar grotere zelfstandigheid van de klanten al meerdere jaren aan de gang is, heeft dit nog niet geresulteerd in marktintroductie op grote schaal.
10 Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Aan de kant van de klant spelen gemak, maar ook onbekendheid met de systemen een grote rol. Aan de kant van de winkelier spelen de kosten en betrouwbaarheid een grote rol. Systemen zoals automatische tunnel-scansystemen zijn vrij ingewikkeld, 15 omvangrijke en duur. Systemen waarbij de klant zijn boodschappen één voor één langs een scanner moet halen, zijn relatief goedkoop en compact, maar zijn relatief gebruikersonvriendelijk omdat de gebruiker (klant) zelf veel handelingen moet verrichten. Daarnaast speelt de mogelijkheid om het 20 systeem te beveiligen tegen misbruik (fraude door kwaadwillende klanten) een grote rol.
De onderhavige uitvinding beoogt de introductie en acceptatie van zelfbediening bij het afrekenen te verbeteren door het verschaffen van een systeem dat bij de winkelier 25 relatief geringe investering vergt, de klant veel gebruiksgemak biedt, desgewenst gemakkelijk te combineren is met bemande kassa's, en in goede mate bestand is tegen fraude.
Volgens de onderhavige uitvinding is een winkelwagen voorzien van een scanner en van weegmiddelen. Van elk artikel 30 wordt de streepjescode gescand, en het artikel wordt gewogen om het gemeten gewicht te vergelijken met het verwachte gewicht. Dan plaatst de klant het artikel in de winkelwagen. Wanneer de klant klaar is, gaat hij met de volle winkelwagen naar een afrekenplaats, die communiceert met de winkelwagen om 35 het totaal van de gescande artikelen te vernemen van de winkelwagen. Er kan nu een kassastrook worden geprint, en het totaal te betalen bedrag kan worden bepaald, zonder dat de klant de artikelen uit de winkelwagen hoeft te halen. De afrekenplaats is voorts voorzien van een weegplateau voor het fi030835- 3 wegen van de gehele winkelwagen met inhoud: dit gemeten gewicht moet corresponderen met het eigen gewicht van de winkelwagen vermeerderd met het gewicht van de artikelen, en vormt dus een controle op de aanwezigheid van niet-gescande 5 artikelen.
Als het totaalgewicht klopt, kan de klant betalen, bijvoorbeeld met een PIN-kaart, en kan hij de winkel verlaten. Een belangrijk voordeel dat de onderhavige uitvinding biedt, is dat de artikelen niet door de klant uit de winkelwagen 10 gehaald hoeven te worden.
Opgemerkt wordt, dat het Zwitserse octrooischrift 684.445 een systeem beschrijft waarbij een winkelwagen eerst leeg wordt gewogen, en waarbij na het winkelen de volle winkelwagen inclusief de daarin aanwezige artikelen weer wordt gewogen.
15 Het verschilgewicht is dan het totaalgewicht van de in de winkelwagen aanwezige artikelen, en moet corresponderen met de som van de individuele gewichten van de gedetecteerde artikelen. Bij het systeem volgens deze publicatie wordt echter steeds de som van de individuele gewichten van de 20 gedetecteerde artikelen bepaald als de som van de gewicht-gegevens uit de database, dat wil zeggen de som van de norm-gewichten. Weliswaar zal het daadwerkelijke gewicht van elk gedetecteerde artikel vrijwel gelijk zijn aan het corresponderende norm-gewicht, maar er zal altijd een kleine 25 afwijking kunnen zijn (tolerantie). Hoe groter het aantal artikelen, des te groter is dan de mogelijke afwijking tussen de in de berekening gehanteerde som van de gewichtgegevens uit de database en de daadwerkelijke som van de individuele gewichten van de gedetecteerde artikelen. Het bekende systeem 30 is dus onnauwkeurig. Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding worden de daadwerkelijk gemeten gewichten gesommeerd, in een met de winkelwagen geassocieerd geheugen. Hierdoor is het daadwerkelijke totaalgewicht van de gedetecteerde artikelen veel nauwkeuriger bekend, en kan de 35 vergelijking met het gemeten nettogewicht van de volle winkelwagen met grotere nauwkeurigheid plaatsvinden.
Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door 1030835^ 4 de hiernavolgende beschrijving onder verwijzing naar de tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: de figuren 1A-C schematisch een zijaanzicht van een 5 winkelwagen tonen; figuur 2 een blokschema is dat schematisch de functionele onderdelen van een winkelsysteem volgens de onderhavige uitvinding illustreert; figuur 3A schematisch een zijaanzicht van een winkelwagen 10 toont; figuur 3B een blokschema is dat schematisch artikel-herkenningsmiddelen illustreert; figuur 4 schematisch een zijaanzicht van een winkelwagen bij een afrekenplaats toont; 15 figuur 5 schematisch een bovenaanzicht (plattegrond) toont van een winkelsysteem; figuur 6 schematisch een winkelwagen toont; figuur 7 schematisch een rij winkelwagens in een stalling illustreert; 20 de figuren 8A en 8B blokschema's zijn die details van een stalling en een winkelwagen volgens de onderhavige uitvinding illustreren; figuur 9 schematisch een zijaanzicht toont van een winkelwagen met geïntegreerde weegcellen; 25 figuur 10 schematisch details toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van een weegcel.
Een winkelsysteem 1 voor een zelfbedieningswinkel (niet weergegeven) volgens de onderhavige uitvinding omvat een 30 aantal winkelwagens 10, waarvan er in figuur IA één is weergegeven. Wanneer een klant (niet weergegeven) de winkel binnengaat, neemt hij een gereedstaande lege winkelwagen 10 (figuur IA). Het systeem volgens de onderhavige uitvinding laat toe, dat de klant in de lege winkelwagen 10 één of 35 meerdere tassen 11, kratten 12, etc plaatst, zoals geïllustreerd in figuur 1B. Dan gaat de klant met de winkelwagen 10 en de daar in geplaatste tassen, kratten etc naar een weegplateau 20 (figuur IC), waar het gewicht van de winkelwagen 10 en de daar in geplaatste tassen, kratten etc 1030835- 5 wordt bepaald. Het hier gemeten gewicht zal worden aangeduid als nul-gewicht GO, en kan ook worden aangeduid als leeg-gewicht.
Door het aldus meten van een nul-gewicht spelen 5 onderlinge gewichtsverschillen bij de winkelwagens geen rol meer. Voorts wordt het de klant mogelijk gemaakt allerlei meegebrachte voorwerpen in de winkelwagen te plaatsen of aan de winkelwagen te hangen, hetgeen op zich al een aspect van gebruiksgemak is.
10 Figuur 2 is een blokschema dat schematisch de functionele onderdelen van het winkelsysteem 1 volgens de onderhavige uitvinding illustreert. Als hart van het systeem 1 fungeert een centrale processor 2.
Voorts heeft het systeem 1 een wagengewicht-geheugen, dat 15 het leeg-gewicht GO onthoudt van de winkelwagen 10, in associatie met een identificatie van de betreffende individuele winkelwagen. In een uitvoeringsvorm is het mogelijk dat het wagengewicht-geheugen is bevestigd aan de winkelwagen 10, en bij het wegen communiceert met het 20 weegplateau 20, zodat het leeggewicht GO van een individuele winkelwagen wordt opgeslagen in het wagengewicht-geheugen van die betreffende winkelwagen. In het weergegeven uitvoerings-voorbeeld is er echter een centraal wagengeheugen 3, dat geassocieerd is met de processor 2 of daarmee geïntegreerd is. 25 Het weegplateau 20 communiceert met de centrale processor 2 (of rechtstreeks met het centrale wagengeheugen 3), via een signaalbaan 21 die bedraad of draadloos kan zijn.
Voorts is het systeem 1 voorzien van wagen-identificatie-middelen 30 voor het identificeren van individuele winkel-30 wagens. De wagen-identificatie-middelen 30 omvatten een wagen-identif icatie-orgaan 31, dat is aangebracht op een winkelwagen, en een nabij het weegplateau 20 gepositioneerde wagen-identif icatie-lezer 32 die is ingericht om identificatie-informatie te ontvangen van het wagen-identificatie-orgaan 31. 35 In een mogelijke uitvoeringsvorm is het wagen-identificatie-orgaan 31 een streepjescode, en omvat de wagen-identificatie-lezer 32 een streepjescode-lezer, bijvoorbeeld een laser-scanner, zoals op zich bekend. In een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm is het wagen-identificatie-orgaan 31 een RF-ID
1030835- I * 6 tranceiverchip, zoals op zich bekend, en omvat de wagen-identificatie-lezer 32 een RF-ID ontvanger, zoals op zich bekend. In elk geval heeft het de voorkeur dat de wagen-identificatie-middelen 30 zodanig zijn uitgevoerd, dat het 5 wagen-identificatie-orgaan 31 draadloos, op afstand, leesbaar is.
De wagen-identificatie-lezer 32, die is opgesteld nabij het weegplateau 20, communiceert met het centrale geheugen 3, via een signaalbaan 33 die bedraad of draadloos kan zijn.
10 Wanneer de klant de winkelwagen 10 op het weegplateau 20 plaatst, wordt het gemeten leeg-gewicht GO vastgelegd in het wagengewicht-geheugen 3, samen met de van de wagen-identificatie-lezer 32 ontvangen wagen-identiteit-gegevens. Aldus is de centrale processor steeds, door raadpleging van 15 het wagengewicht-geheugen 3, in staat om te bepalen wat het leeg-gewicht GO van een bepaalde winkelwagen 10 is.
De winkelwagen 10 is voorts voorzien van artikel-herkenningsmiddelen 40 voor het herkennen van individuele 20 artikelen, zoals in figuur 3A. Meer in het bijzonder omvatten de artikelherkenningsmiddelen 40 een artikel-weegplateau 41, een artikel-identificatielezer 42, en een database-geheugen 46.
In de illustratie van figuur 3A is getoond, dat een 25 artikel 13 kan zijn voorzien van een streepjescode 14, en dat de artikel-identificatielezer 42 een streepjescode-scanner kan zijn. De artikelen kunnen echter ook zijn voorzien van andere identificatiemiddelen, bijvoorbeeld RFID-organen, in welk geval de artikel-identificatielezer 42 een daaraan aangepaste 30 lezer is, zoals bijvoorbeeld een RFID-lezer. Ook is het mogelijk dat artikelen worden herkend met behulp van een camera, bijvoorbeeld een digitale kleurenvideocamera, die is voorzien van beeldherkenningssoftware. Ook hybride varianten zijn mogelijk, waarbij er meerdere soorten codes op de 35 artikelen aanwezig kunnen zijn; in dat geval is de artikel-identificatielezer 42 bij voorkeur geschikt om alle in de betreffende winkel voorkomende soorten codes te lezen, bijvoorbeeld een streepjescode-scanner met ingebouwde RFID-lezer .
1030835- 7
In de illustratie van figuur 3A is getoond, dat de artikel-identificatielezer 42 een hand-gehouden eenheid kan zijn, die door de klant wordt vastgehouden. De artikel-identificatielezer 42 kan echter ook een vast met de winkel-5 wagen 10 verbonden lezer zijn. In het geval van een streepjes-code-lezer zal de klant dan de streepjescode voor de lezer houden; in het geval van een RFID-lezer hoeft de klant geen extra handelingen te verrichten, omdat de RFID-code op afstand door de lezer kan worden gelezen.
10
Het artikel-weegplateau 41 kan vast bevestigd zijn aan de winkelwagen 10. Het is echter ook mogelijk dat het artikel-weegplateau 41, samen met de artikel-identificatielezer 42 en eventueel het geheugen 43 is uitgevoerd als een losse module. 15 Een klant die de winkel binnen gaat, kan er dan voor kiezen om een "kale" winkelwagen te nemen en op conventionele wijze boodschappen te doen, dat wil zeggen op conventionele wijze af te rekenen bij een kassa, maar de klant kan er ook voor kiezen om een module te nemen en aan de wagen te bevestigen om aldus 20 gebruik te maken van de door de onderhavige uitvinding geboden voordelen.
Figuur 3B illustreert, dat de artikelherkenningsmiddelen 40 voorts een processor 44 omvatten, die enerzijds gekoppeld is met het geheugen 46, en die anderzijds gekoppeld is met het 25 artikel-weegplateau 41 en met de artikel-identificatielezer 42. De artikel-identificatielezer 42 kan via een vaste verbinding verbonden zijn met de processor 44, maar bij voorkeur is de artikel-identificatielezer 42 via een draadloze verbinding gekoppeld met de processor 44, bij voorbeeld een 30 BlueTooth-verbinding.
Opgemerkt wordt, dat het op zich mogelijk is dat het geheugen 46 een centraal geheugen is, maar het heeft de voorkeur dat het geheugen 46 een met de winkelwagen 10 verbonden geheugen is.
35 Het geheugen 46 bevat een database DB met artikel- gegevens, zoals op zich bekend. Die artikel-gegevens omvatten de code 14 van een artikel 13, de prijs van dat artikel, en het verwachte of nominale gewicht van dat artikel, eventueel met een toleratiegrens. De database kan voorts een tekst 1030835- 8 bevatten die het artikel omschrijft, bijvoorbeeld "fles melk 1 liter".
De processor 44 is voorts voorzien van een tweede geheugen 47, dat zal worden aangeduid als aanschafgeheugen, en 5 waarvan het doel later zal worden verklaard.
In het hiernavolgende zal de praktische procedure voor de klant worden beschreven, er van uitgaande dat de artikel-identificatielezer 42 een streepjescode-scanner is.
10 STAP 1
De klant neemt een artikel 13, en scant de code 14 met de scanner 42. De scanner 42 geeft een code-signaal Sc aan de processor 44.
STAP 2 15 Vervolgens plaatst de klant het artikel 13 op het weegplateau 41. Het weegplateau 41 geeft een gewicht-signaal Sg aan de processor 44, dat het gemeten gewicht G van het artikel 13 representeert.
De processor 44 ontvangt de gelezen code 14, en zoekt in 20 het database-geheugen 46 de corresponderende artikel-gegevens op, waaronder het verwachte gewicht Ge en een bijbehorende tolerantie Gt. De processor 44 controleert of het gemeten gewicht G zich bevindt in het gebied tussen Ge-Gt en Ge+Gt, en als dat het geval is, keurt de processor 44 het artikel 13 25 goed. Door middel van een akoestisch of visueel signaal (met behulp van een door de processor 44 aangestuurde signaal-gever 45) wordt deze goedkeuring medegedeeld aan de klant. Van elk artikel wordt dus het individuele gewicht gemeten, en gecontroleerd aan de hand van de gegevens in de database, 30 welke controle plaatsvindt op basis van de identificatiegegevens.
STAP 3
De klant neemt het artikel 13 van het weegplateau 41, en plaatst het artikel 13 in de winkelwagen 10, waarbij het 35 mogelijk is dat de klant het artikel direct in een tas of krat plaatst, zoals getoond.
De processor 44 schrijft van het goedgekeurde artikel 13 enkele artikel-gegevens in het aanschafgeheugen 47, in het bijzonder het gemeten gewicht G.
1030835a 9
De bovenstaande stappen worden herhaald, totdat de klant klaar is; de klant gaat dan met de winkelwagen 10 naar een afrekenplaats.
5 Figuur 4 illustreert de situatie bij een afrekenplaats.
Het systeem 1 omvat een tweede weegplateau 50, geschikt voor het wegen van een winkelwagen 10, en een nabij het tweede weegplateau 50 gepositioneerde, van de wagen-identificatie-middelen 30 deel uitmakende tweede wagen-identificatie-lezer 10 35 die is ingericht om identificatie-informatie te ontvangen van het wagen-identificatie-orgaan 31. Voorts omvat het systeem 1 een nabij het tweede weegplateau 50 gepositioneerde data-ontvanger 54, die is ingericht om draadloos van de processor 44 data te ontvangen, bij voorkeur via Bluetooth.
15 Zoals geïllustreerd in figuur 2, zijn het tweede weegplateau 50, de tweede wagen-identificatie-lezer 35, en de data-ontvanger 54 gekoppeld met de processor 2 via respectievelijk signaalpaden 51, 36, en 55. Deze signaalpaden kunnen bedraad zijn, maar kunnen ook draadloos zijn, hetgeen de voorkeur 20 heeft omdat het dan eenvoudiger is om de processor 2 op grotere afstand op te stellen.
Figuur 4 illustreert dat de klant een met artikelen gevulde winkelwagen 10 naar de afrekenplaats heeft gereden, waar de processor 44 van de winkelwagen 10 via de data-25 ontvanger 54 data kan doorgeven aan de centrale processor 2. Die data betreffen de artikelen in de wagen 10, om het afrekenen van de artikelen mogelijk te maken, en om voor de klant een kassastrook te printen met een lijst van de afgerekende artikelen en hun prijs. De winkelwagen-processor 30 44 heeft daartoe in het aanschafgeheugen 47 een aanschaflijst AL bijgehouden van door de klant aangeschafte artikelen.
Het is mogelijk dat de aanschaflijst uitsluitend de codes 14 van de aangeschafte artikelen 13 bevat. In dat geval is de centrale processor 2 gekoppeld met een database, en leest de 35 centrale processor 2, op basis van de artikelcodes 14 uit de aanschaflijst AL, de artikelgegevens uit de database, zoals omschrijving en prijs. Het is ook mogelijk dat de aanschaf-lijst AL in het aanschafgeheugen 47 reeds per artikel een tekstuele omschrijving en de corresponderende individuele 1030835- 10 prijs bevat, en dat deze gegevens worden overgedragen naar de centrale processor 2. In elk geval is de centrale processor 2 nu in staat om een kassastrook te printen door middel van een bij de afrekenplaats opgestelde printer 61. De centrale 5 processor 2 stuurt de daartoe benodigde stuursignalen naar de printer 61 via een signaalbaan 62, die bedraad kan zijn maar die bij voorkeur draadloos is, bij voorbeeld een BlueTooth verbinding.
De centrale processor 2 beschikt ook over het totaal door 10 de klant af te rekenen bedrag, aangezien dit een optelling is van de individuele artikelprijzen. Het is mogelijk dat de centrale processor 2 deze totaalprijs uitrekent op basis van de van de winkelwagen-processor 44 ontvangen artikel-gegevens, maar het is ook mogelijk dat de winkelwagen-processor 44 deze 15 totaalprijs heeft bijgehouden tijdens het scannen van de artikelen 13 en heeft opgeslagen in de aanschaflijst AL in het aanschafgeheugen 47, in welk geval de centrale processor 2 deze totaalprijs kan overnemen van de winkelwagen-processor 44.
20
Zoals in het voorgaande is uitgelegd, heeft de winkelwagen-processor 44 per artikel een gewichtscontrole uitgevoerd door het gemeten gewicht te vergelijken met het individuele artikelgewicht uit de database. Volgens een 25 belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding voert de centrale processor 2 nu een tweede controle uit op basis van het totaalgewicht. De klant heeft de winkelwagen 10 geplaatst op het tweede weegplateau 50, dat het totale gewicht GT van de winkelwagen 10 met de artikelen 13 en de eventuele tassen 11 30 en kratten 12 bepaalt en doorgeeft aan de centrale processor 2. De tweede wagen-identificatie-lezer 35 ontvangt identificatie-informatie van het wagen-identificatie-orgaan 31, en geeft deze informatie door aan de centrale processor 2, die op basis van deze informatie het leeggewicht GO van deze 35 winkelwagen 10 leest uit het wagengewicht-geheugen 3 (in het geval dat het wagengewicht-geheugen is gemonteerd op de winkelwagen 10 zelf, ontvangt de centrale processor 2 deze informatie van de winkelwagen). De centrale processor 2 rekent nu het netto artikelgewicht GN uit als GN = GT - GO. Dit is 1030835- 11 het gemeten totaalgewicht van de artikelen in de winkelwagen, en de tweede controle is er op gebaseerd dat dit moet corresponderen met de som van de individuele artikel-gewichten.
In principe zou het mogelijk zijn om nu de som te nemen 5 van de norm-gewichten van de individuele artikelen, dat wil zeggen de gegevens uit de artikel-database. Echter, ieder individueel artikel zal altijd in geringe mate afwijken van zijn norm-gewicht, dus bij een groot aantal artikelen kan de afwijking ten opzichte van de som van de norm-gewichten 10 relatief groot zijn. In tegenstelling daarmee wordt derhalve volgens de onderhavige uitvinding de som genomen van de daadwerkelijk gemeten gewichten van de individuele artikelen. De winkelwagen-processor 44 heeft in het aanschafgeheugen 47 ook de individueel gemeten gewichten bijgehouden van de 15 gescande artikelen, zodat het totaalgewicht van de gescande artikelen bekend is als sommatie van de individueel gemeten gewichten. Dit wordt aangeduid als SGS = S(G), waarbij EGS het totaalgewicht van de gescande artikelen aanduidt en waarbij E(G) de sommatie van de individueel gemeten gewichten G 20 aanduidt.
Het is mogelijk dat de winkelwagen-processor 44 in het aanschafgeheugen 47 de individueel gemeten gewichten G heeft opgeslagen, en deze gegevens doorgeeft aan de centrale processor 2, zodat de centrale processor 2 de sommatie-25 bewerking uitvoert. Het is echter efficiënter als de winkelwagen-processor 44 in het aanschafgeheugen 47 alleen de sommatie heeft bijgehouden, en steeds, na het scannen van een nieuw artikel, een nieuwe sommatie berekent volgens 2GS[nieuw] = EGS[oud] + G[nieuw]. In dat laatste geval geeft 30 de winkelwagen-processor 44 het totaalgewicht SGS door aan de centrale processor 2.
In beide gevallen beschikt de centrale processor 2 over informatie die aangeeft hoe groot het gewicht van de artikelen in de winkelwagen moet zijn, namelijk EGS, en over informatie 35 die aangeeft hoe groot het gewicht van de artikelen in de winkelwagen daadwerkelijk is, namelijk GN. De centrale processor 2 vergelijkt deze gegevens met elkaar, eventueel rekening houdend met een vooraf bepaalde tolerantie. In geval van een discrepantie blokkeert de centrale processor 2 de 1030835- 12 transactie, en geeft een boodschap, bijvoorbeeld in de vorm van een tekst op een display 63, een geluidsignaal, een oproep naar een winkelassistent, etc. In geval van overeenkomst keurt de centrale processor 2 de transactie goed.
5 Na goedkeuring van de transactie geeft de centrale processor 2 op een display 63 of dergelijke het af te rekenen totaalbedrag weer, en stelt de klant in staat het totaalbedrag te betalen, bij voorbeeld door middel van een betaalautomaat 64. De betaalautomaat is bij voorkeur geschikt voor het 10 ontvangen van contant geld en voor het verwerken van betaalkaarten, credit cards, etc. In een voorkeurs-uitvoeringsvorm is de betaalautomaat geschikt voor het uitgeven van geld, zodat de betaalautomaat kan teruggeven van grote coupures, of de klant kan met zijn betaalkaart een groter bedrag ingeven 15 dat het te betalen bedrag.
Na het voltooien de betaaltransactie kan de klant met de winkelwagen 10 de afrekenplaats verlaten. Opgemerkt wordt, dat de klant de artikelen niet uit de winkelwagen heeft hoeven 20 halen, hetgeen uit het oogpunt van klantvriendelijkheid en gebruiksgemak een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding is.
25 De klant kan nu met de gevulde winkelwagen de winkel verlaten, en bijvoorbeeld naar zijn auto rijden, die geparkeerd staat op een bij de winkel gelegen parkeerterrein. De klant plaatst dan de tassen 11, kratten 12, en eventuele losse artikelen 13 vanuit de winkelwagen 10 in zijn auto, 30 brengt de winkelwagen 10 terug naar de winkel of naar een winkelwagen-verzamelplaats, en kan vervolgens wegrijden.
In dit opzicht is het een probleem waar winkeliers mee geconfronteerd worden, dat sommige klanten de winkelwagens niet terugbrengen, of zelfs dat zij de winkelwagen mee naar 35 huis nemen. Winkelwagens die onbeheerd op een parkeerplaats staan, vormen een potentieel gevaar voor schade aan voertuigen, waarbij het niet ondenkbaar is dat de winkelier, als eigenaar van de winkelwagen, voor dergelijke schade aansprakelijk wordt gesteld. Winkelwagens die door een klant 1030835a i 13 worden meegenomen naar huis betekenen een niet onaanzienlijke schadepost voor de winkelier, in het bijzonder wanneer de winkelwagens zijn voorzien van geavanceerde weeg- en scanapparatuur zoals hiervoor beschreven. Om dit aspect van het 5 probleem te verminderen, is het mogelijk dat de weeg- en scanapparatuur, evenals de processor- en geheugenorganen, losmaakbaar zijn gemonteerd op de winkelwagen, bij voorkeur in de vorm van een module, en dat de klant, wanneer hij met de winkelwagen de winkel wil verlaten, die onderdelen (module) 10 moet afgeven. Nadeel hiervan is weer, dat dit extra 'handelingen vergt, hetgeen afbreuk doet aan de gebruikersvriendelijkheid, en dat er speciaal personeel nodig is in de winkel, hetgeen kostenverhogend is.
De onderhavige uitvinding verschaft ook voor deze 15 problemen een oplossing.
Figuur 5 toont schematisch een bovenaanzicht (plattegrond) van een winkelsysteem 1001 voor een winkel 101 met een trottoir 102, een parkeerplaat 103 en een weg 104. Met 20 een stippellijn 105 is een zonegrens aangeduid, die een toegestane zone 106 omgeeft, welke toegestane zone 106 de winkel 101 en de parkeerplaats 103 omvat, alsmede het terrein tussen de ingang/uitgang 101A van de winkel 101 en de parkeerplaats 103. De toegestane zone 106 is een zone 25 waarbinnen winkelwagens vrij verplaatst mogen worden; het is niet toegestaan dat klanten met een winkelwagen de zone 106 verlaten.
Figuur 6 toont schematisch, dat een winkelwagen 10 is voorzien van communicatie-apparatuur 110. Deze communicatie-30 apparatuur 110 kan zijn ondergebracht in de in het voorgaande besproken module die het weegplatform 41 omvat, maar de communicatie-apparatuur 110 kan ook geheel onafhankelijk van een dergelijke module vast zijn verbonden met de winkelwagen 10. Het is zelfs mogelijk dat een winkelwagen 10 wel is 35 voorzien van communicatie-apparatuur 110 maar niet van artikelherkenningsmiddelen 40 zoals in het voorgaande besproken.
De communicatie-apparatuur 110 van de winkelwagen 10 kan communiceren met centrale communicatie-apparatuur 120 die in 1030835^ 14 j I het weergegeven voorbeeld is gepositioneerd binnen de winkel j 101, maar die desgewenst ook op een andere plaats kan zijn opgesteld. Ter wille van de onderhavige uitleg van de uitvinding zal worden aangenomen, dat de centrale 5 communicatie-apparatuur 120 is gepositioneerd binnen de winkel 101, maar met nadruk wordt opgemerkt dat de uitvinding hier niet toe beperkt is. De communicatie-apparatuur 110 van de winkelwagen 10 omvat een zendgedeelte 111, en de centrale communicatie-apparatuur 120 in de winkel 101 omvat een 10 centraal ontvangstgedeelte 122, dat signalen van het zendgedeelte 111 van de communicatie-apparatuur 110 van de winkelwagen 10 kan ontvangen. Het centrale ontvangstgedeelte is ingericht om de posities van de winkelwagens 10 te bewaken. Zodra geconstateerd wordt dat een winkelwagen 10 de toegestane 15 zone 106 verlaat, initieert het centrale ontvangstgedeelte 122 een actie.
Aangezien communicatie-apparatuur voor het uitvoeren van draadloze communicatie op zich bekend is, is het niet nodig deze apparatuur hier uitgebreid te beschrijven. Volstaan wordt 20 met op te merken, dat hier gebruik gemaakt kan worden van radiosignalen, maar het is ook mogelijk om gebruik te maken van, bij voorbeeld, BlueTooth of dergelijke communicatiesystemen.
Er zijn verschillende uitvoeringsvormen mogelijk voor het 25 bewaken van de posities van de winkelwagens 10. In een mogelijke uitvoeringsvorm wordt de zonegrens 105 gedefinieerd door een in de bodem aangebracht draadantenne, en is de winkelwagen 10 voorzien van een detector die het passeren van de draadantenne/zonegrens 105 detecteert, in wel geval het 30 zendgedeelte 111 van de communicatie-apparatuur 110 van de winkelwagen 10 een zendsignaal genereert dat door het centrale ontvangstgedeelte 122 wordt ontvangen. Het is mogelijk dat het wagen-zendgedeelte 111 geen signaal genereert zolang de winkelwagen 10 zich binnen de toegestane zone 106 bevindt, en 35 alleen een signaal genereert bij het passeren van de zonegrens 105. Er kan dan echter geen onderscheid worden gemaakt tussen een winkelwagen die zich binnen de zone 106 bevindt en een winkelwagen waarvan de communicatie-apparatuur 110 defect is. Bij voorkeur zendt het wagen-zendgedeelte 111 daarom continu, 1 na na-35+ 15 of met regelmatige tussenpozen, een signaal uit dat aanduidt dat de communicatie-apparatuur 110 nog functioneert en dat de winkelwagen zich binnen de zone 106 bevindt, terwijl een daarvan verschillend alarmeringssignaal wordt uitgezonden bij 5 het overschrijden van de zonegrens 105.
In een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm is de winkelwagen 10 voorzien van een positie-bepalende inrichting, bij voorbeeld een GPS-ontvanger 113, die gekoppeld is met het zendgedeelte 111 van de communicatie-apparatuur 110 van de 10 winkelwagen 10. Aangezien de GPS-techniek op zich bekend is, is het niet nodig deze techniek hier uitgebreid te beschrijven. Volstaan wordt met op te merken, dat GPS-ontvangers in staat zijn de coördinaten van de huidige positie van de ontvanger te berekenen met een bijzonder hoge 15 nawkeurigheid. In plaats van de standaard verkrijgbare GPS-ontvangers, die werken op basis van de ontvangst van door satellieten uitgezonden tijd-signalen, is het ook mogelijk om gebruik te maken van speciale ontvangers die werken op basis van speciaal ontworpen en bij de zone 106 opgestelde zenders. 20 Uiteindelijk is het niet nodig om een positionering ten opzichte van wereld-coördinaten te verkrijgen, maar een relatieve positionering ten opzichte van een vast markeringspunt, bijvoorbeeld de ingang 101A van de winkel 101, volstaat.
Als alternatief is het mogelijk, dat de centrale 25 communicatie-apparatuur 120 meerdere ontvangers omvat, die staan opgesteld langs de zonegrens 105, en die een door het wagen-zendgedeelte 111 uitgezonden signaal ontvangen en doorsturen naar een centrale processor, die is ingericht om op basis van de timing-verschillen in de divers ontvangstsignalen 30 de positie van de winkelwagen 10 te berekenen.
In al deze gevallen zendt het wagen-zendgedeelte 111 continu, of met regelmatige intervallen, een wagenzendsignaal naar de winkel-ontvanger(s) 121. De centrale communicatieapparatuur 120 beschikt aldus continu, of met regelmatige 35 intervallen, over informatie die de positie van de winkelwagen 10 representeert. De centrale communicatie-apparatuur 120 is ingericht om de positie van de winkelwagen 10 te berekenen en te vergelijken met gegevens die de toegestane zone 106 definiëren. De centrale communicatie-apparatuur 120 is aldus 1030835- 16 steeds in staat om te constateren of een winkelwagen de . toegestane zone 106 verlaat.
Een belangrijk voordeel van de uitvoeringsvorm waarbij is 5 voorzien in positiebepalende middelen, waarbij de centrale communicatie-apparatuur 120 steeds de posities van de verschillende winkelwagens vergelijkt met de omvang van de gedefinieerde zone 106, is dat het relatief gemakkelijk is om de toegestane zone 106 softwarematig te veranderen.
10
Wanneer de centrale communicatie-apparatuur 120 eenmaal constateert dat een bepaalde winkelwagen de toegestane zone 106 verlaat, initieert de centrale communicatie-apparatuur 120 maatregelen. Die maatregelen kunnen divers van karakter zijn. 15 Het is mogelijk dat winkelpersoneel van de betreffende winkel de betreffende winkelwagen gaat terughalen, of dat een oproep wordt gedaan naar een beveiligingsbedrijf en dat personeel van dat beveiligingsbedrijf de betreffende winkelwagen gaat terughalen. Daarbij is het van voordeel dat het, dank zij de 20 positiebepalende middelen, steeds mogelijk is om precies aan te duiden waar de betreffende winkelwagen zich bevindt.
Ook is het mogelijk dat de centrale communicatieapparatuur 120 een commando naar de betreffende winkelwagen stuurt. Daartoe omvat de centrale communicatie-apparatuur 120 25 een zendgedeelte 121 en omvat de wagen-communicatie-apparatuur 110 een ontvangstgedeelte 112. Voorts is de winkelwagen 10 voorzien van een uniek identificatienummer, dat aan de centrale communicatie-apparatuur 120 wordt medegedeeld door de wagen-communicatie-apparatuur 110, zodat de centrale 30 communicatie-apparatuur 120 weet naar welke winkelwagen het commando moet worden verstuurd.
Het is mogelijk dat er aan de betreffende klant een boodschap wordt gegeven ter waarschuwing dat hij met de winkelwagen de toegestane zone verlaat. Daartoe kan de winkel-35 wagen 10 zijn voorzien van een display 114, met eventueel een knipperlicht 115 of dergelijke visuele signaleermiddelen en met eventueel een sirene 116 of dergelijke auditieve signaleermiddelen. Het centrale zendgedeelte 121 kan dan een waarschuwingscommando sturen naar de winkelwagen 10. Dat 103 08 35-; 17 commando kan door meerdere winkelwagens worden ontvangen, maar het commando bevat een code die de bedoelde winkelwagen aanduidt, en alleen de bedoelde winkelwagen herkent zijn eigen code. In respons op het ontvangen van het waarschuwings-5 commando met de correcte identificatiecode wordt op het display 114 een boodschap weergegeven, bijvoorbeeld "U verlaat nu de parkeerplaats; dat is niet toegestaan, keer aub terug". Om te zorgen dat de klant deze boodschap ook daadwerkelijk leest, kan zijn aandacht worden getrokken door bekrachtiging 10 van het knipperlicht 115 en/of de sirene 116 of dergelijke.
Het is ook mogelijk dat het verder rijden met de winkelwagen wordt tegengegaan. Dit kan direct worden gedaan, of pas in tweede instantie, nadat eerst aan de klant de hierboven besproken waarschuwing is gegeven terwijl niet binnen een 15 voorafbepaalde tijd, bijvoorbeeld een halve minuut, uit de ontvangen signalen blijkt dat de winkelwagen weer is teruggekeerd in de toegestane zone 106. Daartoe kan de winkelwagen 10 zijn voorzien van een bestuurbaar wielblokkeersysteem 117, dat kan aangrijpen op een enkel wiel 15 van de winkel-20 wagen 10, zoals getoond, of op meerdere wielen. Het centrale zendgedeelte 121 kan dan een blokkeercommando sturen naar de winkelwagen 10. In respons op het ontvangen van het blokkeercommando met de correcte identificatiecode treedt het wielblokkeersysteem 117 in werking, dat het betreffende wiel 25 blokkeert, zodat verder rijden met de winkelwagen 10 niet meer mogelijk is.
Met voordeel is de winkelwagen 10 voorzien van een invoerorgaan 118, bijvoorbeeld een toetsenbord maar, vanwege de robuustheid, bij voorkeur een door een sleutel te bedienen 30 schakelaar, zoals geïllustreerd, welk invoerorgaan gekoppeld is met het wielblokkeersysteem 117 om de werking daarvan op te heffen. Hierdoor is het voor personeel mogelijk om, wanneer men bij de geblokkeerde winkelwagen arriveert, de blokkering van de wielen op te heffen zodat men de winkelwagen kan 35 terugrijden naar de toegestane zone 106.
In het voorgaande zijn voorbeelden omschreven van winkelwagens die voorzien zijn van elektronische apparatuur, bijvoorbeeld de communicatie-apparatuur 110 of de artikel- 10308.35a 18 weegmiddelen 41. Voor het voeden van dergelijke apparatuur is de winkelwagen 10 dan voorzien van een accu of dergelijke. Afhankelijk van de grootte kunnen accu's meer of minder lang energie leveren aan de te voeden apparatuur, maar een accu 5 moet uiteindelijk weer eens worden opgeladen. Het is bijzonder onpraktisch als de individuele accu's moeten worden bewaakt door personeel, en individueel moeten worden geladen als zij leeg raken. De onderhavige uitvinding beoogt derhalve een eenvoudig en praktisch systeem te verschaffen waarmee het 10- mogelijk is om zonder de noodzaak van controlerend personeel te verzekeren dat de accu's van winkelwagens steeds zo goed mogelijk zijn opgeladen.
De onderhavige uitvinding maakt daartoe nuttig gebruik van het gegeven, dat winkelwagens na gebruik worden neergezet 15 in een stalling, waar zij in elkaar worden geschoven en aan elkaar worden vastgezet door middel van een borgpen aan een ketting, welke borgpen voor het ter gebruik vrijgeven van een winkelwagen alleen kan worden verwijderd door het invoeren van een statiegeldmunt. Wanneer een accu-oplaadsysteem wordt 20 geïntegreerd in een dergelijke stalling, wordt en automatisch opladen bereikt zonder dat de klanten handelingen moeten verrichten die zij niet gewend zijn. Indien een winkelwagen door een klant niet wordt teruggebracht naar de stalling, zal doorgaans iemand anders zich ontfermen over de onbeheerde 25 winkelwagen en deze, eventueel na gebruik, terugbrengen naar de stalling, waar bij wijze van beloning de statiegeldmunt kan worden geïnd. Indien een winkelwagen lange tijd blijft staan buiten de stalling, zodat de energie-inhoud van de accu daalt tot onder een bepaald niveau, kan dit gedetecteerd worden 30 (bijvoorbeeld door het bewaken van de accu-spanning) en de communicatie-apparatuur 110 triggeren om een boodschap te sturen naar de centrale communicatie-apparatuur 120, waarbij ook weer de positie van de winkelwagen 10 kan worden gecommuniceerd.
35 Figuur 7 toont schematisch een rij van vier winkelwagens 10B t/m 10E in een stalling 170, en een nieuwe winkelwagen 10A die de rij nadert om te worden gestald. Elke winkelwagen 10 heeft een aan zijn handvat bevestigde grendeldoos 140 alsmede een aan een ketting 141 of kabel of dergelijke bevestigde 103 08 35·! 19 grendelpen 142. De grendelpen 142B van de achterste winkelwagen 10B in de rij hangt los. De grendelpen 142C van de daaropvolgende winkelwagen IOC is vergrendeld in de grendel-doos 140B van de achterste winkelwagen 10B. Verder is steeds 5 van elke winkelwagen 10D, 10E de corresponderende grendelpen 142D, 142E vergrendeld in de grendeldoos 140C, 140D van zijn voorganger, zodat alle winkelwagens aan elkaar zijn vergrendeld. Wanneer de nieuwe winkelwagen 10A wordt gestald, wordt de grendelpen 142B van de achterste winkelwagen 10B 10 vergrendeld in de grendeldoos 140A van de nieuwe winkelwagen 10A. Een dergelijk parkeersysteem is algemeen bekend.
In figuur 7 is voorts geïllustreerd, dat de nieuwe winkelwagen ÏOA een op te laden accu 130 heeft; ook de andere winkelwagens hebben en dergelijke accu, maar dat is niet 15 weergegeven.
Figuur 8A toont een schematisch bovenaanzicht van een stalling 170, waarbij geen winkelwagens zijn weergegeven. De stalling 170 heeft een lengterichting die in de figuur verticaal is gericht, en de inrij-richting voor winkelwagens 20 is in de figuur van beneden naar boven. De stalling 170 is voorts voorzien van een gefixeerde beugel 143, waaraan is bevestigd een eerste ketting 151 met een eerste grendelpen 152, voor vergrendeling met de grendeldoos 140 van een voorste winkelwagen in de rij. Volgens de onderhavige uitvinding is de 25 stalling 170 voorts voorzien van een spanningsbron 150, alsmede een in de lengterichting gerichte contactrail 153, die elektrisch is verbonden met een eerste pool van de spanningsbron 150. De andere pool van de spanningsbron 150 is elektrisch verbonden met de eerste ketting 151, die elektrisch 30 geleidend is, evenals de eerste grendelpen 152.
Elke winkelwagen 10 heeft een sleepcontact 154 dat, wanneer die winkelwagen 10 in de stalling 170 wordt gereden, contact maakt met de contactrail 153. Dat sleepcontact 154 is in de figuur 7 ter wille van de eenvoud alleen weergegeven 35 voor de nieuwe winkelwagen 10A.
Figuur 8B is een schematisch blokdiagram, dat illustreert dat elke grendeldoos 140 is voorzien van een elektrische contactbus 145, die elektrisch is verbonden met de corresponderende ketting 141, welke ketting 141 elektrisch 1030835- 20 geleidend is, evenals de corresponderende grendelpen 142.
Aldus vormen alle grendelpennen 142, kettingen 141, grendeldozen 140 en contactbussen 145 een elektrisch geleidende keten die is verbonden met de tweede pool van de 5 spanningsbron 150.
Figuur 8B illustreert voorts, dat de accu 130 van een winkelwagen 10 is voorzien van een oplaadregelaar 131 (op zich bekend), die elektrisch is verbonden met de contactbus 145 en met het sleepcontact 154. Eventueel zou een oplaadregelaar 10 geïntegreerd kunnen zijn in de spanningsbron 150. Aldus is steeds wanneer een winkelwagen 10 op correcte wijze is geparkeerd in de stalling 170, zijn accu 130 al dan niet via een oplaadregelaar gekoppeld met de spanningsbron 150, zodat die accu wordt opgeladen.
15 Voorts is het mogelijk dat in één of meer van de wielen van de winkelwagen een dynamo is opgenomen, die tijdens het rijden bijdraagt aan het opladen van de accu.
In het voorgaande is de uitvinding van het uitvoeren van 20 een controle op het totale gewicht van de artikelen in de verzamelinrichting 10 uitgelegd voor het voorbeeld van een winkelwagen, die wordt gewogen op een weegplateau 20 of 50.
Als alternatief kan de uitvinding ook worden toegepast met draagmanden, die worden gewogen op speciale weegplateaus.
25 Weegplateaus die geschikt zijn voor het wegen van complete winkelwagens zijn relatief volumineus, en nemen derhalve veel oppervlakte van de betreffende winkel in beslag. In een verder aspect van de onderhavige uitvinding is elke winkelwagen voorzien van geïntegreerde weegmiddelen die 30 geschikt zijn voor het wegen van de totale wageninhoud. Dit aspect van de onderhavige uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat, om het totaalgewicht van de artikelen in een winkelwagen te meten, het niet noodzakelijk is om de volledige winkelwagen te wegen. Kort gezegd, heeft elke winkelwagen een 35 onderframe en een door dat onderframe gedragen mand. Tussen het onderframe en de mand zijn gewichtsensoren opgenomen. Deze gewichtsensoren meten steeds het gewicht van de mand met de daarin aanwezige artikelen; het gewicht van het onderframe wordt dan dus niet meegenomen in het totaalgewicht. Dit aspect 1030835- 21 van de onderhavige uitvinding is schematisch geïllustreerd in figuur 9.
Figuur 9 toont een schematisch zijaanzicht van een winkelwagen 200, met een onderframe 210 en een door dat onder-5 frame 210 gedragen mand 220. Het onderframe 210 draagt de wielen 211 en een handvat 212. Tussen het onderframe 210 en de mand 220 (dat wil zeggen: onder de mand 220) bevinden zich weegcellen 230. In een geschikte uitvoeringsvorm hebben het onderframe 210 en de mand 220 in bovenaanzicht een recht-10 hoekige of trapeziumvormige contour, en zijn de weegcellen 230 aangebracht bij de hoekpunten van die contour, zodat er dus vier weegcellen 230 zijn. Het volledige gewicht van de mand 220 met zijn inhoud steunt via de weegcellen 230 af op het onderframe 210.
15 Figuur 10 toont als uitvergroot detail X uit figuur 9 een schematische dwarsdoorsnede van een voorkeursuitvoeringsvorm van een weegcel 230. Het onderframe 210 omvat een framebuis 213 met een opening 214 in een bovenwand 215 daarvan. In de framebuis 213 is een weegbrug 231 opgesteld, in de vorm van 20 een balk waarvan het ene uiteinde 232 gefixeerd is bevestigd aan de framebuis 213 en waarvan het andere uiteinde 233, dat niet in contact is met de framebuis 213, zich bevindt onder de opening 214; dit uiteinde zal worden aangeduid als het gevoelige uiteinde.
25 Op het gevoelige uiteinde 233 van de weegbrug 231 bevindt zich een elastisch orgaan 242, in dit voorbeeld een schroef-veer, die bij zijn bovenuiteinde een oplegplateau 240 draagt, dat is voorzien van een bevestigingsorgaan 241, in dit geval een verticale bout. Op dat oplegplateau 240 wordt een mand 220 30 (niet weergegeven) geplaatst, en gefixeerd door middel van de bout 241.
Wanneer op het oplegplateau 240 een omlaag gerichte kracht wordt uitgeoefend door het gewicht van de mand 220 en zijn inhoud, wordt die kracht via de schroefveer 242 over-35 gedragen op het gevoelige uiteinde 233 van de weegbrug 231.
Die zal daardoor enigszins verbuigen. Voor het detecteren van deze verbuiging is de weegbrug 231 voorzien van vervormings-detectoren 234, bijvoorbeeld rekstrookjes. Aangezien rekstrookjes op zich bekend zijn, en de wijze waarop de 1030835- 22 uitgangssignalen van rekstrookjes verwerkt kunnen worden eveneens bekend zijn, behoeft dat hier geen verdere uitleg. Volstaan wordt met op te merken, dat de winkelwagen 10 is voorzien van een processor die de meetgegevens ontvangt van 5 alle weegbruggen, en die in staat is om uit die meetgegevens het totale gewicht van de op de weegcellen drukkende last de berekenen.
Naarmate het gewicht toeneemt, wordt de schroefveer 242 verder ingedrukt, zodat het oplegplateau 240 daalt ten 10 opzichte van de framebuis 213. De weegcel 230 is voorzien van een aanslag, die de weegbrug beschermt tegen een te grote belasting. De aanslag kan er in bestaan dat het oplegplateau is voorzien van een omlaag gerichte rand die komt aan te liggen tegen de framebuis. In de weergegeven uitvoeringsvorm 15 heeft het oplegplateau 240 een omtrekswand 250 die zich rondom de schroefveer 242 omlaag uitstrekt, om de schroefveer en de weegbrug te beschermen tegen het binnendringen van vuil en vocht. Op de framebuis 213 is, binnen de omtrek van de genoemde omtrekswand, een omhoog gericht aanslagorgaan 260 20 bevestigd met in dit voorbeeld een over 90° in de richting van de omtrekswand 250 omgebogen bovenuiteinde 261. De omtrekswand 250 op zijn beurt is voorzien van een naar binnen gebogen gedeelte 251, dat zich onder het omgebogen bovenuiteinde 261 van het aanslagorgaan 260 bevindt.
25 In de rusttoestand, dat wil zeggen wanneer er geen mand op de oplegplateaus 240 is bevestigd, kan het naar binnen gebogen gedeelte 251 van de omtrekswand 250 aanliggen tegen de onderzijde van het omgebogen bovenuiteinde 261 van het aanslagorgaan 260. Wanneer er wel een mand geplaatst is, is er 30 ten minste enige speling tussen het naar binnen gebogen gedeelte 251 van de omtrekswand 250 en de onderzijde van het omgebogen bovenuiteinde 261 van het aanslagorgaan 260, zoals getoond.
Wanneer er op de mand 220, en dus op de bout 241, een 35 omhoog gerichte kracht wordt uitgeoefend, wordt die kracht via de elkaar rakende gedeelten 251, 261 en het aanslagorgaan 260 rechtstreeks overgedragen op de framebuis 213, zodat de weegbrug 231 wordt beschermd tegen een omhoog gerichte overbelasting.
1030835- 23
Wanneer het gewicht van de mand 220 met inhoud te groot wordt, komt de onderzijde van het oplegplateau 240 aan te liggen tegen het bovenuiteinde van het aanslagorgaan 260, en wordt de verdere drukkracht via het aanslagorgaan rechtstreeks 5 overgedragen op de framebuis 213, zodat de weegbrug 231 wordt beschermd tegen.een omlaag gerichte overbelasting.
Omdat het aanslagorgaan 260 zich bevindt binnen de door de omtrekswand 250 afgeschermde ruimte, is de kans dat voorwerpen op lichaamsdelen bekneld kunnen raken vergaand 10 gereduceerd.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de centrale processor 2 nu de gewichtgegevens GO en GT, in plaats van van weegplateaus 20 en 50, ontvangt van de processor 44 van de winkelwagen 10 (draadloos). Nog steeds rekent de 15 centrale processor 2 nu het netto artikelgewicht GN uit als GN = GT - GO, waarbij GT en GO nu betrekking hebben op de combinatie van mand en artikelen terwijl het gewicht van het frame daar buiten valt.
In de voorgaande bespreking onder verwijzing naar de 20 figuren 1-4 is er van uitgegaan, dat de mobiele artikel- verzamelinrichting wordt gevormd door de combinatie van mand en onderframe van een winkelwagen. Onder verwijzing naar de figuren 9 en 10 is verduidelijkt, dat het mogelijk is om het Onderframe van een winkelwagen buiten de weging te houden; in 25 dat geval kan de mand van de winkelwagen worden beschouwd als de mobiele artikelverzamelinrichting die wordt gewogen in de werkwijze van claim 1.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de 30 uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse varianten en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
Zo kan het gebruik van tassen etc in de winkelwagens 35 afhankelijk zijn van afspraken die de klant met de betreffende winkelier maakt. Het is zelfs mogelijk dat het gebruik van de gebruikersvriendelijke winkelwagens met zelfscan-faciliteit alleen is voorbehouden aan klanten die daarvoor speciaal toestemming hebben gekregen van de betreffende winkelier, en 1030835-5 24 die voor dat gebruik een speciale sleutel hebben gekregen. Uit de hiervoor gegeven beschrijving moet duidelijk zijn, dat de onderhavige uitvinding het mogelijk maakt dat tassen etc in de winkelwagen worden geplaatst, maar dit niet als eis stelt.
5 In het beschreven voorbeeld zijn twee weegplateaus 20 en 50 genoemd, waarvan het eerste weegplateau 20 wordt gebruikt om de winkelwagen in "lege" toestand te wegen, en waarvan het tweede weegplateau 50 wordt gebruikt om de winkelwagen in "volle" toestand te wegen. Het is dan het meest efficiënte als 10 het eerste weegplateau 20 zich bevindt bij een voorraadplaats van lege winkelwagens, of bij de ingang van de betreffende winkel, terwijl het tweede weegplateau 50 zich bevindt bij een afrekenplaats. In principe is het mogelijk dat slechts een enkel weegplateau aanwezig is, dat zowel de functie van eerste 15 weegplateau 20 als die van tweede weegplateau 50 vervult; deze variant is met name interessant voor relatief kleine winkels. Anderzijds is het, vooral bij grote winkels, mogelijk dat er meerdere weegplateaus zijn met de functie van eerste weegplateau 20, en dat er meerdere weegplateaus zijn met de 20 functie van tweede weegplateau 50.
Voorts zal het duidelijk zijn dat in plaats van de onder verwijzing naar figuur 10 besproken balkvormige weegbrug 231 een andere uitvoeringsvorm voor een weegsensor kan worden toegepast.
25 In het voorgaande is de onderhavige uitvinding uitgelegd onder verwijzing naar blokdiagrammen, die functionele blokken van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding illustreren. Het moge duidelijk zijn dat één of meer van deze functionele blokken geïmplementeerd kunnen worden in hardware, 30 waarbij de functie van dergelijke functionele blokken wordt uitgevoerd door individuele hardware componenten, maar het is ook mogelijk één of meer van deze functionele blokken geïmplementeerd worden in software, zo dat de functie van een dergelijk functioneel blok wordt uitgevoerd door één of 35 meerdere programmaregels van een computerprogramma of door een programmeerbare inrichting zoals een microprocessor, microcontroller, digitaal-signaalprocessor, etc.
1030835“

Claims (6)

1. Winkelwagen (200), omvattende een onderframe (210) en een op het onderframe monteerbare mand (220), waarbij tussen het onderframe (210) en de mand (220) weegcellen (230) zijn opgenomen.
2. Winkelwagen volgens conclusie 1, waarbij het onderframe (210) een framebuis (213) omvat met een opening (214) in een bovenwand (215) daarvan; waarbij een weegcel (230) een in de framebuis (213) onder de opening (214) opgestelde weegsensor (231) omvat; 10 en waarbij een oplegplateau (240) voor de mand (220) steunt op het gevoelige tweede uiteinde (233) van de weegbrug (231).
3. Winkelwagen volgens conclusie 2, waarbij de weegsensor (231) een weegbrug (231) omvat, waarvan een eerste uiteinde (232) vast is 15 bevestigd aan de framebuis (213), en waarvan het gevoelige tweede uiteinde (233) zich bevindt onder de opening (214) .
4. Winkelwagen volgens conclusie 2 of 3, waarbij tussen het oplegplateau (240) en de weegsensor (231) een elastisch orgaan (242) 20 is opgesteld; en waarbij tussen het oplegplateau (240) en het onderframe (210) een aanslagorgaan (260) is opgenomen om de weegcel (230) te beschermen tegen overbelasting.
5. Winkelwagen volgens conclusie 4, waarbij het oplegplateau (240) is voorzien van een afschermende omtrekswand (250), die vanaf de omtrek van het oplegplateau (240) omlaag reikt, en waarbij het aanslagorgaan (260) is opgesteld binnen de door die omtrekswand (250) omgeven ruimte. 30
6. Winkelwagen volgens conclusie 5, waarbij het aanslagorgaan (260) vanaf het onderframe (210) omhoog reikt, en een naar de omtrekswand (250) omgebogen bovenuiteinde (261) heeft; en waarbij de omtrekswand (250) een naar binnen gebogen gedeelte 35 (251) heeft dat kan aangrijpen onder het omgebogen bövenuiteinde (261) van het aanslagorgaan (260) . 1030835-
NL1030835A 2006-01-04 2006-01-04 Mobiele boodschappen-verzamelinrichting. NL1030835C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030835A NL1030835C1 (nl) 2006-01-04 2006-01-04 Mobiele boodschappen-verzamelinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030835 2006-01-04
NL1030835A NL1030835C1 (nl) 2006-01-04 2006-01-04 Mobiele boodschappen-verzamelinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030835C1 true NL1030835C1 (nl) 2006-03-20

Family

ID=36219314

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030835A NL1030835C1 (nl) 2006-01-04 2006-01-04 Mobiele boodschappen-verzamelinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1030835C1 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106945705A (zh) * 2017-03-22 2017-07-14 无锡市卡德姆机械科技有限公司 平面踏板堆料移动推车
US10266196B1 (en) * 2018-07-30 2019-04-23 Somnath Sinha Smart shopping trolley

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106945705A (zh) * 2017-03-22 2017-07-14 无锡市卡德姆机械科技有限公司 平面踏板堆料移动推车
US10266196B1 (en) * 2018-07-30 2019-04-23 Somnath Sinha Smart shopping trolley

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1016913A6 (nl) Mobiele boodschappen-verzamelinrichting.
US20190073656A1 (en) Shopping Cart and System
US11715082B2 (en) Shopping cart and system
US10573135B2 (en) Apparatus, system, and method for self-service shopping
US4373133A (en) Method for producing a bill, apparatus for collecting items, and a self-service shop
EP0294470B1 (en) Self-service checkout system and method
JP5409672B2 (ja) 商品運搬器具
JP4898760B2 (ja) 移動台車
EP3006304A1 (en) Trolley
US20170158215A1 (en) Self-checkout in retail stores
US20150112825A1 (en) Checkout terminal
EP1717772A1 (en) Self-checkout apparatus and self-checkout method
NL1021058C1 (nl) Kassasysteem.
GB2068132A (en) Method for producing a bill, during the collection of items in a self-service shop
US20090228363A1 (en) Shopping system and method therefor
WO2000073971A1 (en) Shopping system and shopping cart utilizing same
JP6781567B2 (ja) 計量装置
NL1030833C1 (nl) Mobiele boodschappen-verzamelinrichting.
NL9002296A (nl) Werkwijze voor het controleren van door een client in een zelfbedieningswinkel zelf met een aftaster geregistreerde artikelen, en winkelinrichting geschikt voor toepassing van de werkwijze.
NL1030835C1 (nl) Mobiele boodschappen-verzamelinrichting.
NL1030836C1 (nl) Mobiele boodschappen-verzamelinrichting.
RU201880U1 (ru) Устройство для мобильного самостоятельного совершения покупок в розничном магазине
WO2009066161A2 (en) Testing device for automatic counters
NL1030834C1 (nl) Mobiele boodschappen-verzamelinrichting.
JPH0858931A (ja) 物品管理装置

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Owner name: SCANPOINT B.V.

Effective date: 20090128

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110801