NL1030570C2 - Samenstel en gereedschap voor het in een houder plaatsen en uitnemen van waxinelichten, theelichten en/of kaarsen. - Google Patents

Description

SAMENSTEL EN GEREEDSCHAP VOOR HET IN EEN HOUDER PLAATSEN EN UITNEMEN VAN WAXINELICHTEN, THEELICHTEN ΕΝ/OF KAARSEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 samenstel en gereedschap voor het plaatsen en uitnemen van waxinelichten, theelichten en/of kaarsen in daarvoor bestemde houders.

i ( Kaarsen, en in het bijzonder waxinelichten en theelichten, worden vaak gebruikt voor decoratieve 10 doeleinden, waarbij het veelvuldig voorkomt dat de kaars of het waxinelicht in een smalle en/of relatief diepe houder geplaatst wordt waarbij de plaatsing van de kaars of waxinelicht op de bodem van de houder met een mensenhand niet of zeer slecht mogelijk is. Derhalve wordt de kaars of het 15 waxinelicht of theelicht reeds aangestoken voordat deze in de houder geplaatst wordt. Vervolgens wordt de brandende kaars of het waxinelicht vastgepakt en boven de houder losgelaten, waarna deze al vallend in de houder terecht komt. Dit gaat niet altijd goed: soms zal de kaars in een verkeerde 20 oriëntatie op de bodem terecht komen en ook komt het voor dat tijdens het vallen de vlam dooft.

Het wezenlijke verschil tussen een waxinelicht en een theelicht betreft de substantie van het kaarsvet, die bij een waxinelicht voornamelijk bestaat uit was en stearine en bij 25 theelichten voornamelijk uit parafine, en betreft niet de vormgeving van de kaars. In deze tekst zullen de termen waxinelicht en theelicht derhalve door elkaar heen gebruikt worden, en dienen in het kader van de uitvinding als eikaars equivalente te worden opgevat.

30 DE-A-10101474 beschrijft een uit gebogen draadmateriaal vervaardigd gereedschap dat geschikt is voor het in een houder plaatsen en uit een houder uitnemen van een waxinelicht.

1 03 057 0, 2 DE-U1-202005011327 toont een uit twee scharnierbaar verbonden beweegbare delen samengesteld schaarvormig samengesteld gereedschap dat geschikt is voor het in een houder plaatsen en uit een houder uitnemen van een 5 waxinelicht.

Het doel van de onderhavige uitvinding is om een samenstel van de in de inleiding genoemde soort voor te stellen, waarbij een kaars of waxinelicht op een eenvoudige en veilige wijze in een voor een mensenhand moeilijk 10 bereikbare houder geplaatst en uitgenomen kan worden.

Het genoemde doel is bereikt met het samenstel volgens de uitvinding, omvattende: - een houder voor een kaars of waxinelicht, waarbij de houder een bodem en een of meer opstaande zijwanden omvat; 15 en - een uit één stuk plaatmateriaal vervaardigd gereedschap, omvattende: - ten minste twee aangrijporganen; - een scharnierbare verbinding voor het via benen 20 heen en weer beweegbaar verbinden van de aangrijporganen; - waarbij de aangrijporganen zijn voorzien van een zodanige vorm dat deze tussen de kaars of het waxinelicht en de opstaande zijwanden passen.

Doordat de aangrijporganen zijn voorzien van een 25 zodanige vorm dat deze tussen de kaars of het waxinelicht en de opstaande zijwanden passen, wordt een gereedschap verschaft waarmee het mogelijk is ook in smalle en relatief diepe houders de kaars of het waxinelicht veilig te plaatsen en uit te nemen. Hierdoor is het mogelijk dat de kaars of het 30 waxinelicht buiten de houder aangestoken kan worden en veilig gepositioneerd kan worden in de houder. Het is derhalve niet meer nodig om een kaars in de houder te laten vallen. Bovendien is het mogelijk om gedeeltelijk opgebrande kaarsen, 3 zelfs wanneer een waxinelicht net gedoofd is en er zich nog vloeibaar kaarsvet in de huls van het waxinelicht bevindt, uit de houder te nemen, veilig aan te steken en gecontroleerd terug te plaatsen.

5 Het gereedschap is uit één stuk plaatmateriaal vervaardigd. Doordat het gereedschap uit één stuk is vervaardigd, is de vervaardiging van het gereedschap enerzijds eenvoudig en goedkoop en wordt anderzijds een robuust gereedschap verkregen. Plaatmateriaal heeft het 10 verdere voordeel dat het gereedschap dun kan worden uitgevoerd, waardoor het gereedschap geschikt is om in een beperkte ruimte tussen waxinelicht/kaars en binnenwand van de houder te worden gebracht.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de 15 aangrijporganen voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van de kaars of het waxinelicht voorzien van een kokervorm die in hoofdzaak overeenkomt met de buitenperiferie van de kaars of het waxinelicht, waardoor de aangrijporganen voorzien zijn van een contactoppervlak voor het grijpen van 20 de kaars of het waxinelicht.

Door het contactoppervlak van de aangrijporganen te voorzien van een hoge wrijvingscoëfficiënt is het voor de gebruiker van het gereedschap ook mogelijk om kaarsen of waxinelichten die op de bodem van de houder blijven plakken, 25 bijvoorbeeld doordat kaarsvet zoals paraffine, was of stearine neergeslagen, gelekt, of overgelopen is, en bij het stollen de kaars met de houder verbindt, los te wrikken.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm, zijn de i benen in hoofdzaak langwerpig uitgevoerd, waardoor ook het 30 plaatsen van kaarsen en waxinelichten in relatief diepe houders mogelijk is. De lengte van de benen is daarvoor bij voorkeur - doch voor toepassing in relatief brede houders niet noodzakelijk - langer dan de hoogte van de houder, zodat 4 de gebruiker zijn handen buiten de houder kan houden tijdens het op de bodem van de houder plaatsen van een kaars of waxinelicht. Een significant voordeel van lange benen is dat de vlam van een reeds aangestoken kaars, waxinelicht of 5 theelicht zich bij het plaatsen van het waxinelicht in de houder op enige afstand van de hand zal bevinden, waardoor de gebruiker geen last van de hitte van de vlam zal ondervinden.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de benen in omtreksrichting in hoofdzaak bol of geknikt, waardoor de 10 buigstijfheid van de benen wordt vergroot.

In nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm worden de scharnierbare verbinding, de benen en de aangrijporganen uit één geheel vervaardigd. Door de scharnierbare verbinding als buigscharnier uit te voeren, waarbij dit buigscharnier j 15 elastisch vervormt wanneer de benen samengeknepen worden, ! wordt een gereedschap verschaft dat uit één geheel vervaardigd is. Door de verende werking van het buigscharnier ! zullen de benen en daarmee de aangrijporganen, wanneer de benen niet meer samengeknepen worden door de gebruiker, 20 terugveren naar een positie waarin de aangrijporganen over i een kaars of waxinelicht geplaatst kunnen worden.

j

Het over een kaars, waxinelicht of theelicht plaatsen van de aangrijporganen kan in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm worden verbeterd doordat de benen 25 zich in een eerste gedeelte vanaf de scharnierbare verbinding verwijdend in de richting van de aangrijporganen uitstrekken, en de benen zich in een tweede gedeelte in hoofdzaak evenwijdig uitstrekken. Ter plaatse van de op te pakken kaars, waxinelicht of theelicht, zullen de aangrijporganen 30 zich nagenoeg evenwijdig uitstrekken, waardoor het contactoppervlak tussen de aangrijporganen en de kaars, het waxinelicht of theelicht in hoofdzaak aansluit op de 5 buitenperiferie van de kaars, het waxinelicht, of theelicht. Hierdoor wordt het contactoppervlak vergroot.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het gereedschap een gebogen vorm, waarbij een zijaanzicht in 5 hoofdzaak overeenkomt met een omgekeerd vraagteken met een rechte bovenzijde. Een voordeel van deze vorm van een omgekeerd vraagteken is dat aan de open zijde van de vraagtekenvorm ruimte wordt gecreëerd voor het kunnen aansteken van een kaars, waxinelicht of theelicht, terwijl 10 deze wordt vastgehouden met het gereedschap.

In het navolgende voorbeeld wordt de toepassing van het samenstel volgens de uitvinding verder beschreven. De voorkeursuitvoeringsvorm, zoals getoond in de bijgesloten figuur, omvat: een houder 1 voor een kaars of waxinelicht 2, 15 waarbij de houder 1 een bodem 3 en één of meer opstaande zijwanden 4 omvat. Een tang 5, omvattende ten minste twee aangrijporganen 6a, 6b, een scharnierbare verbinding 7 voor het via benen 8 heen en weer beweegbaar verbinden van de aangrijporganen 6, waarbij de aangrijporganen 6 zijn voorzien 20 van een zodanige vorm dat deze tussen de buitenperiferie van de kaars of het waxinelicht 2 en de opstaande zijwanden 4 passen.

Wanneer een gebruiker een waxinelicht 2 aan wenst te steken en in een relatief smalle en hoge houder 1 wil 25 plaatsen, wordt de tang 5 met zijn aangrijporganen 6 over het waxinelicht 2 geplaatst, waarna de gebruiker de benen 8 samenknijpt. De scharnierbare verbinding 7 zal daardoor elastisch vervormen en de aangrijporganen 6 zullen het waxinelicht 2 vastgrijpen. Vervolgens kan de gebruiker het 30 waxinelicht 2 buiten de houder 1 aansteken en veilig en gecontroleerd plaatsen op de bodem 3 van de houder 1. Doordat de benen 8 van de tang 5 langer zijn dan de hoogte van de houder 1, kan ook in relatief hoge en smalle houders, welke 6 normaliter voor een mensenhand niet tot op de bodem 3 bereikbaar zijn, een kaars worden geplaatst. Bovendien zal, doordat de benen 8 lang zijn en de gebruiker de tang 5 aan de bovenzijde, dat wil zeggen in de nabijheid van de 5 scharnierbare verbinding 7, vastpakt, de hand van de gebruiker zich op een grotere afstand van de vlam bevinden, waardoor het comfort en de veiligheid vergroot worden. Bij voorkeur wordt de tang 5, omvattende de scharnierbare verbinding 7, de benen 8 en de aangrijporganen 6 uit één 10 geheel, bijvoorbeeld uit RVS, aluminium, chroomstaal of een ander daarvoor geschikt materiaal, vervaardigd. Ter i toelichting wordt opgemerkt dat verenstaal een ander geschikt materiaal is.

Wanneer het waxinelicht 2 opgebrand is, komt het 15 veelvuldig voor dat door het stollen van overgelopen, gelekt of neergeslagen kaarsvet, het hulsel van het waxinelicht enigszins vastzit aan de houder 1. De aangrijporganen 6 van de tang 5 worden dan over de huls van het waxinelicht 2 geschoven, waarna de benen 8 door de gebruiker samengeknepen 20 worden, en de scharnierbare verbinding 7 elastisch zal vervormen. Met behulp van de tang 5 kan nu een kracht op de huls van het waxinelicht 2 uitgeoefend worden, waardoor deze los komt. Door de aangrijporganen 6 te voorzien van een contactoppervlak met een hoge wrijvingscoëfficiënt, kan de 25 grip op de huls van het waxinelicht 2 verbeterd worden.

De afmetingen van waxinelichten 2 kunnen variëren, waarbij de thans gangbare diameters variëren van ongeveer 35 tot en met 41 mm, in het bijzonder circa 37,5 mm, 38,5 mm, en 39 mm voor kleine waxinelichten, en een diameter van circa 59 30 mm voor grotere waxinelichten. De hoogte varieert van ongeveer 14 mm tot en met 20 mm, in het bijzonder 15 mm, 16,5 mm en 17 mm voor kleine waxinelichten, en circa 24 mm voor grote waxinelichten. Een tang 5 die in het bijzonder geschikt 7 is voor de meest gangbare kleine waxinelichten heeft derhalve aangrijporganen 6 die bij voorkeur zijn voorzien van een kokervorm met een radius van 1,5 cm a 2,5 cm, bij voorkeur circa 2,0 cm. Een tang 5 die in het bijzonder geschikt is 5 voor de meest gangbare grote waxinelichten heeft aangrijporganen 6 met een radius van 2,5 cm a 3,5 cm, bij voorkeur circa 3,0 cm.

Door de aangrijporganen te voorzien van een hoogte die in hoofdzaak overeenkomt met de hoogte van de huls om een 10 waxinelicht, wordt een maximaal contactoppervlak verkregen. Voor de meest gangbare waxinelichten zal de hoogte van de aangrijporganen 6 derhalve variëren van 1,0 cm a 3,0 cm, in het bijzonder circa 1,5 cm, 2,0 cm en 2,5 cm.

Na het loswrikken en uitnemen van de huls van het 15 opgebrande waxinelicht 2 uit de houder 1, is het mogelijk dat er gestold kaarsvet in de houder 1 achterblijft. Door de aangrijporganen 6 en de buitenzijden te voorzien van een scherpe rand, kan in de houder 1 achtergebleven kaarsvet met de tang 5 verwijderd worden.

20 De tang 5 wordt bij voorkeur vervaardigd uit een uit één materiaal gebogen vorm, waarbij een zijaanzicht in hoofdzaak overeenkomt met een omgekeerd vraagteken met een rechte bovenzijde. De driedimensionale vorm van de tang kan eenvoudig worden verkregen door een uit een metaalplaat 25 gestanste vorm in verschillende richtingen te buigen. Een voordeel van de vorm van een omgekeerd vraagteken, is dat aan de open zijde van de vraagtekenvorm ruimte wordt gecreëerd voor het kunnen aansteken van een waxinelicht.

Andere productieprocessen kunnen gebaseerd zijn op 30 bijvoorbeeld lasersnijden of gieten.

In een verder voorkeursuitvoeringsvorm kan de tang zijn aangepast voor het plaatsen en uitnemen van stompkaarsen of speciale kaarsuitvoeringen, zoals een hoge uitvoering van δ een waxinelicht in een plastic omhulsel, zoals die | bijvoorbeeld op kerkhoven vaak worden gebruikt.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, i hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen, 5 enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de volgende conclusies.

10 \ 03 057 0,

Claims (15)

1. Samenstel, omvattende: - een houder voor een waxinelicht, theelicht of 5 kaars, waarbij de houder een bodem en een of meer opstaande zijwanden omvat; en - een uit één stuk plaatmateriaal vervaardigd gereedschap, omvattende: - ten minste twee aangrijporganen; 10. een scharnierbare verbinding voor het via benen heen en weer beweegbaar verbinden van de aangrijporganen; - waarbij de aangrijporganen zijn voorzien van een zodanige vorm dat deze tussen de kaars, het waxinelicht of theelicht en de opstaande zijwanden passen. 15

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de aangrijporganen voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van de kaars of het waxinelicht of theelicht zijn voorzien van een kokervorm die in hoofdzaak overeenkomt met de 20 buitenperiferie van de kaars of waxinelicht of theelicht.

3. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de aangrijporganen zijn voorzien van een contactoppervlak met een hoge wrijvingscoëfficiënt. 25

4. Samenstel volgens één van de conclusies 1-3, waarbij de aangrijporganen zijn voorzien van in hoofdzaak een kokervorm met een radius van 1,5 cm a 2,5 cm, bij voorkeur circa 2,0 cm. 30

5. Samenstel volgens één van de conclusies 1-3, waarbij de aangrijporganen zijn voorzien van in hoofdzaak een 1030570 kokervorm met een radius van 2,5 cm a 3,5 cm, bij voorkeur circa 3,0 cm.

6. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, 5 waarbij de aangrijporganen zijn voorzien van in hoofdzaak een kokervorm met een hoogte die in hoofdzaak overeenkomt met de hoogte van het waxinelicht of theelicht.

7. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, 10 waarbij de aangrijporganen zijn voorzien van in hoofdzaak een kokervorm met een hoogte van 1,0 cm a 3,0 cm, in het bijzonder circa 1,5 cm, 2,0 cm en 2,5 cm.

8. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, 15 waarbij de benen in hoofdzaak langwerpig zijn.

9. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de benen in omtreksrichting in hoofdzaak bol of geknikt zijn. 20

10. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de benen zich in een eerste gedeelte vanaf de scharnierbare verbinding verwijdend in de richting van de aangrijporganen uitstrekken, en de benen zich in een tweede 25 gedeelte in hoofdzaak evenwijdig uitstrekken.

11. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de scharnierbare verbinding een buigscharnier omvat, welk buigscharnier elastisch vervormt wanneer de benen naar 30 elkaar toe bewogen worden.

12. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de aangrijporganen in hoofdzaak aan de buitenzijde zijn voorzien van middelen voor het verwijderen van in de kaarshouder achtergebleven residuen, zoals kaarsvet.

13. Gereedschap voor het in een houder plaatsen en 5 uitnemen van kaarsen of waxinelichten of theelichten voor het samenstel van één van de conclusies 1-12.

14. Gereedschap volgens conclusie 13, vervaardigd uit een uit één materiaal gebogen vorm, waarbij een zijaanzicht 10 in hoofdzaak overeenkomt met een omgekeerd vraagteken met een rechte bovenzijde.

15. Gereedschap volgens conclusie 13 of 14, waarbij het gereedschap is vervaardigd van aluminium. 1030570