NL1030535C2 - Werkwijze en systeem voor het reduceren van de hoeveelheid geurdeeltjes in een industriele afvalgasstroom. - Google Patents

Description

WERKWIJZE EN SYSTEEM VOOR HET REDUCEREN VAN DE HOEVEELHEID

GEURDEELTJBS IN EEN INDUSTRIËLE AFVALGASSTROOM

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 werkwijze en systeem voor het reduceren van de hoeveelheid geurdeeltjes in een industriële afvalgasstroom.

In sommige industrietakken, zoals met name de voederen voedselindustrie, rendering, chemische industrie en industriële- en rioolwaterzuiveringen, gaat de productie 10 regelmatig gepaard met bijkomende geurontwikkeling. Hoewel deze geuren vaak geen schadelijke effecten voor de volksgezondheid hebben, worden zij als onaangenaam en ongewenst ervaren door de omwonenden van dergelijke fabrieken. Het is derhalve gewenst voor fabrieken die geuren 15 verspreiden, en mogelijk zelfs verplicht wanneer de geur te veel overlast aan omwonenden veroorzaakt, om de geur die verspreid wordt door de fabriek te reduceren.

Reeds bekende werkwijzen voor het reduceren van geuren zijn bekend, zoals bijvoorbeeld de door aanvraagster 20 commercieel vervaardigde Niet-Thermisch Plasma (NTP) eenheid, die "Aerox®-Injector" wordt genoemd. Niet-Thermisch Plasma 4wordt ook wel koud plasma genoemd. Een andere inrichting en werkwijze voor de behandeling van geuren en andere verontreinigingen in luchtemissie is bekend uit de 25 Amerikaanse octrooiaanvrage US-A-2005/0023128.

Een Niet-Thermisch Plasma is een hoge voltage elektrische ontlading tussen twee elektroden die elektronen met een hoge energie in de lucht opwekt. De elektronen botsen vervolgens met de gasmoleculen en vormen vrije radicalen.

30 Deze vrije radicalen oxideren vervolgens een gedeelte van de verontreiniging, bijvoorbeeld geurdeeltjes, in de gastroom.

De meeste reactieve deeltjes zullen voortkomen uit zuurstof, waardoor voornamelijk een actief zuurstofmengsel ontstaat. De 1 0305 35 2 meeste NTP-geurreductie-inrichtingen, zoals ook in bovengenoemde Amerikaanse octrooiaanvrage, maken gebruik van een in de gasstroom geplaatste NTP-eenheid. In tegenstelling hierop past de aanvraagster met haar bekende "Aerox®-5 Injector" een NTP-eenheid toe die buiten de gasstroom is geplaatst, maar een reactief mengsel met radicalen in de gasstroom injecteert.

De huidige geurreductiewerkwij zen, waaronder de "Aerox®-Injector" van aanvraagster, kunnen het aantal in een 10 gasstroom aanwezige geurdeeltjes aanzienlijk reduceren. Dit is echter niet altijd voldoende, waardoor een naschakeling met een tweede geurreductie-inrichting nodig zal zijn. Het in serie plaatsen van twee dergelijke geurreductie-inrichtingen is theoretisch mogelijk, doch praktisch vaak erg ongewenst 15 door de hoge kosten van dergelijke inrichtingen.

Uit WO-A-2004/014439 is een Niet-Thermisch Plasma luchtbehandelingssysteem bekend dat geschikt is voor het in een woonruimte reduceren van de verontreinigingen in de lucht. De in deze octrooiaanvrage beschreven inrichting maakt 20 gebruik van twee trappen, waarbij in de eerste trap een NTP-eenheid in de gasstroom geplaatst is en in de tweede trap een *absorberend materiaal wordt toegepast. De lucht die in de ruimte aanwezig is wordt door dit apparaat gecirculeerd. De in deze octrooiaanvrage beschreven inrichting is niet 25 geschikt voor industriële toepassing.

In sommige gevallen zal de geurreductie die te behalen is met conventionele werkwijzen, niet voldoende zijn, waardoor de behoefte ontstaat aan een werkwijze voor het verder reduceren van het aantal in de gasstroom aanwezig 30 geurdeeltjes, opdat het mogelijk is om de door een fabriek uitgestoten gasstroom nagenoeg geurvrij te maken, zodat voor omwonenden hiervan geen hinder meer ondervinden.

1 0305 35 3

Een doel van de onderhavige uitvinding is om een werkwijze voor het reduceren van de hoeveelheid geurdeeltjes in een industriële afvalgasstroom te verschaffen, waarbij de geurreductie significant verbeterd wordt ten opzichte 5 conventionele systemen.

Het genoemde doel is bereikt met de werkwijze volgens de uitvinding, waarbij een reactief mengsel met radicalen in een gasstroom wordt geïnjecteerd, en waarbij de gasstroom door ten minste één laag van gemodificeerd zeoliet wordt 10 geleid. Door het injecteren van een reactief mengsel met de radicalen in een gasstroom zal ten minste een gedeelte van de aanwezige geurdeeltjes oxideren. De gasstroom met gedeeltelijk geoxideerde geurdeeltjes wordt vervolgens geleid in een tweede eenheid, omvattende ten minste één laag van 15 gemodificeerd zeoliet, waardoor de gasstroom wordt vertraagd en een verdere oxidatie van de geurdeeltjes zal plaatsvinden.

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de werkwijze toegepast voor relatief lage concentraties geurdeeltjes van een ordegrootte van circa 10-50 ppm, dat wil 20 zeggen dat er 10 tot 50 geurdeeltjes per miljoen deeltjes aanwezig zijn; en voor industriële toepassingen met een ^gasstroom van circa 5.000 tot 100.000 m3 per uur. Bij voorkeur wordt de werkwijze, voor toepassing in de voeder- en voedselindustrie alsmede andere industrie zoals 25 waterzuiveringsinstallaties, toegepast voor concentraties van een ordegrootte van 15-30 ppm.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de concentratie geurdeeltjes circa 15 ppm. Met name in de voeder- en voedselindustrie, is een concentratie van deze ordegrootte 30 reeds verantwoordelijk voor een ongewenste geuremissie.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de concentratie geurdeeltjes bij voorkeur in dé ordegrootte van 25-30 ppm. Bij geurreductie toepassingen, zoals bijvoorbeeld 1 0305 3 5 4 bij waterzuiveringsinstallaties, is de werkwijze geschikt om bij concentraties van 25-30 ppm het aantal geurdeeltjes en de bijbehorende geuroverlast, effectief te reduceren.

De werkwijze wordt aldus toegepast op industriële 5 gasstromen waarbij slechts een gering aantal geurdeeltjes verantwoordelijk kan zijn voor geuroverlast. De toepassing van deze werkwijze verschilt derhalve van het reduceren van vluchtige organische stoffen in een gasstroom, omdat deze vluchtige organische stoffen doorgaans in veel hogere 10 concentraties voorkomen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het reactieve mengsel actief zuurstof dat wordt geproduceerd in een Niet-Thermisch Plasma (NTP) eenheid. Bij voorkeur is deze NTP-eenheid de door aanvraagster geleverde "Aerox®-Injector" , 15 omdat deze het voordeel heeft dat de NTP-eenheid zich niet in de gasstroom bevindt, maar daarbuiten, en derhalve niet blootgesteld wordt aan de verontreinigde gasstroom.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm worden meerdere dunne lagen gemodificeerd zeoliet toegepast. Het 20 voordeel van het toepassen van meerdere lagen is dat het mogelijk is om een vrij constante geurreductie te waarborgen. »De eerste laag zal als eerste verzadigd raken, en eventueel nog na de eerste laag in de gasstroom aanwezige geurdeeltjes zullen in de tweede laag verder gereduceerd worden.

25 Door in een verdere uitvoeringsvorm, tussen de lagen gemodificeerd zeoliet, sensoren aan te brengen voor het waarnemen van deeltjes in de gasstroom, kan de kwaliteit van de geurreductie beoordeeld worden. Wanneer deze kwaliteit afneemt, dat wil zeggen wanneer er zich steeds meer 30 geurdeeltjes in de gasstroom bevinden na de eerste laag gemodificeerd zeoliet, kan dit erop duiden dat deze eerste laag verzadigd is geraakt en aan vervanging toe is. De tweede laag zeoliet, die aan minder geurdeeltjes blootgesteld wordt 1 0305 3 5 5 en derhalve bij gelijke toepassingsduur minder verzadigd zal zijn dan de eerste laag, kan de eerste - inmiddels verzadigde - laag gemodificeerd zeoliet vervangen. De vrijgekomen plaats van de tweede laag gemodificeerd zeoliet kan vervangen worden 5 door een nieuwe laag gemodificeerd zeoliet.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het gemodificeerde zeoliet een synthetisch zeoliet dat is aangebracht op een drager van actief kool. Dergelijk gemodificeerd zeoliet kan verbeterde eigenschappen bezitten, 10 bijvoorbeeld met betrekking tot de geschiktheid voor het omgaan met hoge bedrijfstemperaturen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze is het actief kool voorbehandeld ter verkrijging van hydrofobe eigenschappen. Als gevolg hiervan zal de 15 gevoeligheid voor vochtige gasstroom afnemen, waardoor de toepasbaarheid vergroot wordt.

in nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze zal de toevoer van de ten minste gedeeltelijk reactieve gasstroom aan het gemodificeerde zeoliet het 20 zeoliet ten minste gedeeltelijk regenereren. Dit reactieve mengsel omvat radicalen en rest-ozon, en het reactieve ^zuurstof oxideert door organische componenten die achterblijven in de lagen van gemodificeerd zeoliet, waardoor deze geregenereerd worden en de levensduur van de zeolieten 25 wordt verlengd.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt door middel van het toevoeren van omgevingslucht de bedrijfstemperatuur gereguleerd. Op deze wijze is het mogelijk om het bedrijfsproces in een optimaal 30 temperatuursspectrum te handhaven en op deze wijze een optimale werking van het systeem te verkrijgen.

In nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt in hoofdzaak alle in de gasstroom aanwezige ozon afgebroken door 1 0305 3 5 6 de werkwijze. Een nadeel van NTP-systemen is dat er vaak oxidatie bijproducten, zoals bijvoorbeeld ozon, ontstaan ten gevolge van een niet-volledige oxidatie. Ozon is schadelijk en de emissie hiervan dient derhalve voorkomen te worden. De 5 gasstroom wordt in de lagen gemodificeerd zeoliet zodanig vertraagd dat een verdere oxidatie niet alleen de geur verder reduceert, doch ook zorgdraagt voor het reduceren van het bijproduct ozon.

De uitvinding heeft verder betrekking op een systeem 10 voor het reduceren van de hoeveelheid geurdeeltjes in een industriële afvalgasstroom, omvattende een aanvoer van een afvalgasstroom omvattende geurdeeltjes, een inrichting voor het in de gasstroom injecteren van een reactief mengsel met radicalen en een inrichting omvattende ten minste één laag 15 van gemodificeerd zeoliet waar de gasstroom doorheen wordt geleid.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem zijn de inrichting voor het in de gasstroom injecteren van een reactief mengsel en inrichting omvattende 20 ten minste één laag gemodificeerd zeoliet ondergebracht in afzonderlijke modules. Door deze modulaire opbouw wordt een ^flexibel systeem verschaft, dat gebruikers de mogelijkheid biedt om eerst enkel een geurreductie-inrichting voor het in de gasstroom injecteren van een reactief mengsel met 25 radicalen in te zetten voor de geurreductie, en wanneer de resultaten hiervan niet aan de gestelde eisen voldoen, de mogelijkheid hebben om het systeem verder uit te breiden met een inrichting omvattende ten minste één laag van gemodificeerd zeoliet waar doorheen de gasstroom wordt 30 geleid.

In een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem omvat het systeem verder een inrichting voor het uit de gasstroom scheiden van deeltjes, zoals bij voorkeur een 1 0305 35 7 cycloon of ander filter. Op deze wijze kunnen - indien noodzakelijk - stof en andere deeltjes uit de gasstroom verwijderd worden voordat de gasstroom de geurreductiestap bereikt.

5 In de navolgende beschrijving worden uitvoeringsvoorbeelden aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin tonen:

Figuur 1: een overzichtsschema van een systeem van een praktische toepassing van de werkwijze volgens de 10 uitvinding; en

Figuur 2: een detailweergave van de geurreductiestap van het in figuur 1 getoonde systeem.

De voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem zoals getoond in figuur 1 omvat een afvalgasbehandelingssyssteem 2 15 omvattende één of meerdere gasstroomaanvoeren 4, een cycloon 6., een NTP-eenheid 8, die door middel van een ventilator 10 en filter/verwarmer 12 wordt voorzien van omgevingslucht 14, waarbij de NTP-eenheid een reactief mengsel injecteert in de gasstroom 16, en waarbij de gasstroom 16 doorgeleid wordt 20 naar een zeefeenheid 18, de zeefeenheid 18 omvattende ten minste één laag gemodificeerd zeoliet dat is opgebracht op .actief kool 20, en een sensor 22 voor het waarnemen van geurdeeltjes in de gasstroom, en een ventilator 24.

In het in figuur 1 getoonde systeem wordt de 25 gasstroom 4 allereerst door een cycloon 6 of ander filter geleid voor het verwijderen van de in de gasstroom aanwezige grove deeltjes en stof, waarna de gasstroom 16 wordt doorgeleid voor de geurreductie. De NTP-eenheid 8, omvattende bij voorkeur een "Aerox*-Injector", zuigt door middel van een 30 ventilator 10 'schone' omgevingslucht 14 aan in een reactor 8 (een zogenaamde 'hoog voltage plasma reactor') en is gemonteerd aan de buitenzijde van een schoorsteenpijp van een fabriek. De reactor omvat een aantal modules die ieder een 1 0305 35 8 gedeelte van de omgevingslucht 14 behandelen. Elke module bestaat uit een aantal (niet getoonde) geleidende tussenplaten. Tussen ieder paar geleidende platen wordt een hoog spanningsverschil opgewekt, waardoor een proces - het 5 zogenaamde plasma - vrije elektroden genereert. De zuurstof-en watermoleculen van de omgevingslucht 14 zullen met de vrije elektronen reageren en zo een reactief mengsel van zuurstof (02-) , waterstof - (H-) en OH- radicalen en -ionen vormen. Dit reactieve mengsel wordt met hoge snelheid in de 10 gasstroom 16 geïnjecteerd, waardoor de geurdeeltjes gedeeltelijk oxideren. De via dit continue proces behandelde gasstroom heeft een significant gereduceerde geur. Enige kenmerken van dit proces zijn dat de stroom van omgevingslucht 14 klein is in verhouding tot de gasstroom 16, 15 en dat de gasstroom 16 niet door de NTP-eenheid 8 heen gaat, wat het voordeel heeft dat de NTP-eenheid 8 niet vervuilt ten gevolge van de in de gasstroom aanwezige vervuilingen. Dit heeft het voordeel dat geen sealing van de elektroden nodig is.

20 Door het toepassen van de NTP-eenheid 8 kan een aanzienlijke reductie van geurdeeltjes, bijvoorbeeld tot 90% ^of meer, worden bereikt, maar er zijn gevallen waar zelfs dit ontoereikend is. Met name in de diervoederindustrie, zoals bij de productie van bijvoorbeeld vissen- en kattenvoer, in 25 de petrochemie en andere voeder- en voedingsindustrie komt het veelvuldig voor dat een zeer gering aantal in de lucht aanwezige geurdeeltjes reeds een voor omwonenden van de industrie erg hinderlijke stank veroorzaken.

De reeds door de "Aerox*-Injector" 8 behandelde 30 gasstroom 16 wordt derhalve doorgeleid naar een zeefeenheid 18, die door middel van adsorptie; chemisorptie; ionenuitwisseling en een minder snelle oxidatiestap door resterende oxidatiewerking van het reactieve mengsel, dat 1 0305 3 5 9 tevens nog een kleine hoeveelheid ozon bevat, de geur nog verder reduceren. Wanneer de gasstroom de zeefeenheid 18 verlaat, wordt deze door middel van een ventilator 24 aangezogen en in de buitenlucht 26 uitgestoten.

5 In figuur 2 wordt de geurreductiestap volgens de uitvinding gedetailleerder weergegeven. De gasstroom 16 omvat ter plaatse van locatie A nog alle in de gasstroom aanwezige geurdeeltjes. Ter plaatse van locatie B is ten gevolge van de oxidatie van de geurdeeltjes met het reactieve mengsel, dat 10 door de NTP-eenheid 8 in de gasstroom 16 geïnjecteerd wordt, het aantal geurdeeltjes significant gereduceerd. De gasstroom, omvattende resterende geurdeeltjes en nog niet gereageerd reactief mengsel, zal vervolgens in een eerste drager van actief kool met gemodificeerd zeoliet doorgeleid 15 worden, gedurende welke doorleiding de oxidatie verder zal plaatsvinden en het aantal geurdeeltjes verder zal reduceren. Tevens zal ozon, dat een bijproduct kan zijn van de oxidatie, in deze drager van actief kool met gemodificeerd zeoliet 20a gereduceerd worden. Op locatie B is het aantal geurdeeltjes 20 reeds aanzienlijk gereduceerd, en ter plaatse van locatie C zal dit nog verder afgenomen zijn, afhankelijk van de mate *van verzadiging van de drager 20a.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een tweede drager van actief kool met gemodificeerd zeoliet 20b achter 25 de eerste drager 20a geplaatst om te waarborgen dat de door het systeem uitgestoten gasstroom 26 een minimale hoeveelheid geurdeeltjes omvat. Wanneer de eerste drager 20a verzadigd raakt, zal ter plaatse van locatie C een steeds grotere hoeveelheid deeltjes in de gasstroom aanwezig zijn. Een 30 sensor 22 is tussen de eerste drager 20a en tweede drager 20b aangebracht voor het waarnemen van geurdeeltjes in de gasstroom. Wanneer de hoeveelheid geurdeeltjes toeneemt, kan dit er op duiden dat de eerste drager 20a verzadigd is 1 0305 3 5 10 geraakt en aan vervanging toe is. De tweede drager 20b zal echter nog steeds garanderen dat de uitlaatgassen die het systeem verlaten een minimale hoeveelheid geurdeeltjes omvatten en continu aan strenge eisen kunnen voldoen. Wanneer 5 de drager 20a verzadigd is, kan de drager 20b verwijderd worden uit de gasstroom en vervangen worden door een nieuwe drager. Vervolgens kan de drager 20a uit de gasstroom genomen worden en vervangen worden door de zojuist verwijderde drager 20b. Dit vervangen kan plaatsvinden terwijl het systeem 10 doordraait, waardoor een continu bedrijfsproces mogelijk is. Het proces is daardoor continu en heeft geen desorptie/regeneratie nodig, die bij conventionele systemen vaak plaatsvindt door middel van recirculatie. Een dergelijke recirculatiebehoefte bij conventionele systemen maakt dat 15 deze niet geschikt zijn voor een continue toepassing. Bij het systeem volgens de uitvinding kan het proces 24 uur per dag gedurende lange tijd ingeschakeld zijn, en bijvoorbeeld tijdens een regulier geplande onderhoudsstop - bij deze fabrieken bijvoorbeeld vaak een week per jaar - worden 20 vervangen. Op deze wijze worde een geurreductiesysteem verschaft dat geschikt is voor industriële toepassing.

Het speciaal gemodificeerde zeoliet heeft door het * ontbreken van een desorptie-/regeneratiestap tevens het voordeel dat er geen warmtebron voor thermische regeneratie, 25 dat wil zeggen desorptie van geadsorbeerde componenten (door het verhogen van de temperatuur van het absorberende materiaal kan dit slechter componenten vasthouden en zal daardoor desorberen), nodig is. Een dergelijke warmtebron resulteert in grote inrichtingen die ongewenst is voor de 30 industriële toepassing van conventionele systemen. Bovendien verbruiken dergelijke warmtebronnen veel energie.

Bij voorkeur is de zeefeenheid 18 na de NTP-eenheid 8 geplaatst, omdat ten gevolge van de NTP-eenheid 8 een snelle 1 0305 3 5 11 oxidatie met radicalen (NTP) een aanzienlijk deel van de in de gasstroom 16 aanwezig geurdeeltjes op snelle, eenvoudige en effectieve wijze oxideert en derhalve het aantal geurdeeltjes significant reduceert. In de vervolgstap die 5 plaatsvindt in de zeefeenheid 18 wordt het restant geur langzamer geoxideerd door de geurdeeltjes tijdelijk te vertragen in de zeefeenheid 18, waarbij de resterende ozon tevens kan bijdragen aan de oxidatie van de resterende geurdeeltjes. Het ozon dat als bijproduct van het Niet-10 Thermisch Plasma, ofwel koud plasma, ontstaat, verschaft volgens de onderhavige uitvinding een positieve bijdrage op de oxidatie van geurdeeltjes.

Hoewel het systeem ook in de omgekeerde volgorde werkt, zou dit minder efficiënt zijn en resulteren in een 15 snelle verzadiging van het gemodificeerde zeoliet dat op de dragers 20 is aangebracht. Bovendien wordt het technische effect dat de radicalen het gemodificeerde zeoliet regenereren verloren wanneer de zeefeenheid 18 vóór de NTP-eenheid 8 geplaatst wordt, waardoor het gemodificeerde 20 zeoliet veel sneller verzadigd zou raken en ten gevolge daarvan sneller vervangen zou moeten worden. Een verder bijkomend voordeel is dat de zeefeenheid 18 door plaatsing né de NTP-eenheid 8 in staat is om het bijproduct ozon dat bij de oxidatie van de geurdeeltjes in de gasstroom 16 kan 25 optreden, in de zeefeenheid 18 ozon gereduceerd - en zelfs geheel verwijderd - kan worden.

Door de zeefeenheid 18 als modulair systeem op te bouwen, is het mogelijk om een reeds bestaand geurreductiesysteem, dat gebruik maakt van een NTP-eenheid 8, 30 later uit te breiden met een zeefeenheid 18. Door het scheiden van de NTP-eenheid 8 en de zeefeenheid 18 wordt aldus een compact en flexibel systeem verkregen.

1 0305 3 5 12

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn -hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen - enkel bedoeld om onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding 5 te beperken. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.

m 1 0305 3 5

Claims (17)

1. Werkwijze voor het reduceren van de hoeveelheid geurdeeltjes in een industriële afvalgasstroom, 5. waarbij een reactief mengsel met radicalen in de gasstroom wordt geïnjecteerd, en - waarbij de gasstroom door ten minste één laag van gemodificeerd zeoliet wordt geleid.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de werkwijze wordt toegepast voor relatief lage concentraties geurdeeltjes van een ordegrootte van 10-50 ppm, bij voorkeur circa 15-30 ppm.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de concentratie geurdeeltjes circa 15 ppm is.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de concentratie geurdeeltjes bij voorkeur in de ordegrootte van 20 25-30 ppm is.

5. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-4, waarbij de werkwijze wordt toegepast voor industriële toepassingen met een gasstroom van 5.000 tot 100.000 m3/h. 25

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het reactief mengsel actief zuurstof omvat dat wordt geproduceerd in een Niet-Thermisch Plasma (NTP)-eenheid.

7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij meerdere dunne lagen gemodificeerd zeoliet worden toegepast. 1 0305 35

8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij tussen de lagen gemodificeerd zeoliet sensoren zijn aangebracht voor het waarnemen van deeltjes in de gasstroom.

9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het gemodificeerde zeoliet een synthetisch zeoliet omvat dat is aangebracht op een drager van actief kool.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het actief 10 kool is voorbehandeld ter verkrijging van hydrofobe eigenschappen.

11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de toevoer van de ten minste gedeeltelijk reactieve 15 gasstroom aan het gemodificeerd zeoliet het zeoliet ten minste gedeeltelijk regenereert.

12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij door middel van het toevoeren van omgevingslucht 20 bedrijfstemperatuur wordt gereguleerd.

13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in hoofdzaak alle in de gasstroom aanwezige ozon wordt afgebroken. 25

14. Systeem voor het reduceren van de hoeveelheid geurdeeltjes in een industriële afvalgasstroom, omvattende: - een aanvoer van een afvalgasstroom omvattende geurdeeltjes; 30. een inrichting voor het in de gasstroom injecteren van een reactief mengsel met radicalen; en - een inrichting omvattende ten minste één laag van gemodificeerd zeoliet waar doorheen de gasstroom wordt geleid.

15. Systeem volgens conclusie 14, waarbij de inrichting voor het in de gasstroom injecteren van een reactief mengsel en de inrichting omvattende ten minste één laag gemodificeerd zeoliet ondergebracht zijn in afzonderlijke modules. 10

16. Systeem volgens conclusie 14 of 15, verder omvattende een inrichting voor het uit de gasstroom scheiden van deeltjes, bij voorkeur een cycloon of ander filter.

17. Systeem volgens één van de conclusies 14-16, waarbij een werkwijze volgens één der conclusies 1-13 wordt toegepast. 20 1 0305 35