NL1030528C2 - Knijpverpakking en werkwijze voor het produceren daarvan. - Google Patents

Description

!

Korte aanduiding: Knijpverpakking en werkwijze voor het produceren daarvan.

BESCHRIJVING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een knijpverpakking 5 omvattende een houder en een afsluitorgaan voor de houder, het afsluitorgaan omvattende een basisdeel dat is verbonden met de houder en een bedieningsdeel dat beweegbaar tussen een open stand en een dichte stand is verbonden met het basisdeel waarbij in de open stand een doorstroomkanaal van het basisdeel en een doorstroomkanaal van het bedieningsdeel op elkaar aansluiten voor het kunnen 10 verlaten van de knijpverpakking door inhoud in de houder van de knijpverpakking via achtereenvolgens het doorstroomkanaal van het basisdeel en het doorstroomkanaal van het bedieningsdeel en waarbij in de dichte stand het doorstroomkanaal van het basisdeel wordt afgesloten door een afsluitdeel van het bedieningsdeel.

Een dergelijke verpakking is bekend uit de Internationale 15 octrooiaanvrage WO-A1-95/11172 waarbij gebruik wordt gemaakt van een afsluitorgaan dat is samengesteld uit een in hoofdzaak cilindrisch basisdeel en een in hoofdzaak schijfvormig bedieningsdeel. Aan de binnenzijde van de cilindervorm van het basisdeel zijn ribben voorzien waarmee het afsluitorgaan op de nek van een houder worden bevestigd. In totaal bestaat de knijpverpakking volgens 20 bovengenoemde Internationale octrooiaanvrage uit drie afzonderlijke onderdelen, namelijk naast de houder, het basisdeel en het bedieningsdeel. De onderhavige uitvinding beoogt nu een knijpverpakking volgens de aanhef te verschaffen die slechts bestaat uit twee onderdelen. Hiertoe zijn kenmerkend voor de uitvinding de houder en het basisdeel van het afsluitorgaan uit één enkel geïntegreerd deel 25 vervaardigd. Door het aldus beperken van het aantal onderdelen van de knijpverpakking kan productie en assemblage van de knijpverpakking eenvoudiger en goedkoper plaatsvinden.

Bij voorkeur geldt dat de verpakking een tube is. Dit biedt het belangrijke voordeel dat het vullen van de knijpverpakking niet via het basisdeel hoeft 30 plaats te vinden maar in plaats daarvan via het uiteinde van de houder dat is afgekeerd van het afsluitorgaan, alvorens dit uiteinde, kenmerkend voor een tube, wordt gesloten, bijvoorbeeld met behulp van smeltlassen of omvouwen.

Bij voorkeur geldt dat het geïntegreerd deel een spuitgietproduct is 1 0305 28 I 2 i j ; aangezien het spuitgieten bij uitstek geschikt is om een geïntegreerd deel met de relatieve complexe vormen van met name het basisdeel, meer specifiek het doorstroomkanaal daarvan en de voorzieningen voor het verbinden van het basisdeel met het bedieningsdeel, te produceren.

5 Met name bij toepassing van het spuitgietproces voor het produceren van het geïntegreerde deel, geldt verder dat daardoor het voordeel wordt bereikt dat een grote vrijheid wordt gekregen ten aanzien van de vormgeving van het geïntegreerde deel inclusief het basisdeel daarvan. Meer specifiek wordt een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding gekenmerkt binnen dit 10 kader doordat de dwarsdoorsnede van het basisdeel onrond is, en bij nog verdere voorkeur ten minste één, althans in hoofdzaak, recht deel heeft. Aldus kan de knijpverpakking meer geschikt worden gemaakt om daarop informatie weer te geven, om te voorkomen dat de knijpverpakking wegrolt, en/of om de knijpverpakking efficiënter te kunnen verpakken.

15 Juist vanwege de relatief constructieve eenheid geniet de verdere voorkeur dat het bedieningsdeel schamierbaar met het basisdeel is verbonden.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het produceren van een knijpverpakking volgens de uitvinding zoals | bovenstaand omschreven, omvattende de stappen van het uit één enkel 20 geïntegreerd deel vervaardigen van een houder en een basisdeel van een afsluitorgaan, het verschaffen van een bedieningsdeel, het beweegbaar tussen een open stand en een dichte stand met elkaar verbinden van het bedieningsdeel met het basisdeel van het geïntegreerd deel dusdanig dat in de open stand een doorstroomkanaal van het basisdeel en een doorstroomkanaal van het 25 bedieningsdeel op elkaar aansluiten voor het kunnen verlaten van de knijpverpakking door inhoud in de houder van de knijpverpakking via achtereenvolgens het doorstroomkanaal van het basisdeel en het doorstroomkanaal van het bedieningsdeel en waarbij in de dichte stand het doorstroomkanaal van het basisdeel wordt afgesloten dooreen afsluitdeel van het bedieningsdeel.

30 De voordelen van een dergelijke werkwijze alsmede van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan die wordt gekenmerkt door het spuitgieten van het geïntegreerd deel, zijn bovenstaand reeds toegelicht aan de hand van de beschrijving van de knijpverpakking volgens de uitvinding, al dan niet in 1030528 3 voorkeursuitvoeringsvormen daarvan.

De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen van een knijpverpakking volgens de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren: 5 Figuren 1 en 2 tonen respectievelijk in explosieweergave en samengestelde weergave een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een knijpverpakking volgens de uitvinding;

Figuur 3 toont in explosieweergave het afsluitorgaan van de verpakking volgens de figuren 1 en 2; 10 Figuren 4 en 5 tonen respectievelijk in explosieweergave en in langsdoorsnede een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een knijpverpakking volgens de uitvinding;

Figuur 6 toont een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een knijpverpakking volgens de uitvinding.

15 Figuren 1 en 2 tonen een knijpfles volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. Knijpfles 1 bestaat uit twee delen namelijk uit een geïntegreerd deel 2 en een schijfvormig bedieningsdeel 3. Het geïntegreerd deel 2 kan geacht worden opgebouwd te zijn uit een houderdeel 4 voor het houden van (vloeibare) inhoud in het inwendige ervan, en basisdeel 5 bestemd 20 voor samenwerking met bedieningsdeel 3 voor het naar wens openen en afsluiten van het inwendige van houderdeel 4. Het geïntegreerd deel 2 betreft een enkel onderdeel van kunststof dat middels spuitgieten en/of zogenaamde blowmoulding is vervaardigd. Bedieningsdeel 3 is middels spuitgieten vervaardigd.

Basisdeel 5 en bedieningsdeel 3 vormen tezamen in wezen een 25 afsluitorgaan voor houderdeel 4, welk afsluitorgaan van het zogenaamde disc top type is en bijvoorbeeld in wezen wordt omschreven in de Internationale octrooiaanvrage WO-A1-95/11172. Derhalve kan hier worden volstaan met een beperkte omschrijving van basisdeel 5 en bedieningsdeel 3, waartoe tevens wordt verwezen naar de langsdoorsnede volgens figuur 5 voor een tweede 30 voorkeursuitvoeringsvorm van een knijpverpakking volgens de uitvinding waarbij hetzelfde type afsluitorgaan wordt toegepast.

Het basisdeel 5 heeft een cilindrische buitenwand 6 met dwars daarop daarbinnen een afsluitwand 7 die aansluit op de binnenzijde van buitenwand 1 0305 28 4 6. De onderzijde en bovenzijde van afsluitwand 7 kunnen met elkaar communiceren via doorstroomkanaal 8 die zich loodrecht op afsluitwand daardoorheen uitstrekt. Aan de tegenover doorstroomkanaal 8 gelegen zijde is er sprake aan de bovenrand van de buitenwand 6 van een segment-vormige uitsparing 13.

5 Op twee tegenover gestelde posities zijn aan de binnenzijde van buitenwand 6 boven afsluitwand 7 kleine niet-doorlopende gaten aangebracht waarvan in figuur 3 slechts gat 9 zichtbaar is. Centraal onder ieder van de gaten 9 bevindt zich een boogvormige holle geleidingsrand 10 waarvan de hartlijn samenvalt met die van gat 9. Op de beide uiteinden van de geleidingsrand 10 sluiten 10 aanslagflanken 11, 12 aan, die ieder tezamen met de geleidingsrand 10 een min of meer haakse hoek vormen.

Het bedieningsdeel 3 is althans in hoofdzaak schijfvormig en omvat aan twee tegenover gelegen zijkanten ervan nokken 21, 22 die in samengestelde toestand van knijpverpakking 1 vallen in de gaten 9 waardoor beperkte zwenking van 15 bedieningsdeel 3 om een zwenkas die samenvalt met de hartlijn van gaten 9 kan plaatsvinden. Deze zwenking kan geschieden tussen een zogenaamde gesloten stand waarbij het bedieningsdeel 3 vlak ligt, dat wil zeggen loodrecht op de hartlijn van de cilindrische buitenwand 6 is georiënteerd, en een open stand (zie ook figuur 5) die ontstaat door het neerwaarts drukken door een gebruiker van bedieningsdeel 3 20 op aandrukpositie 23 waartoe uitsparing 13 ruimte voor een vinger biedt.

In de gesloten stand sluit een in figuur 3 niet nader getoond deel van bedieningsdeel 3 de bovenzijde van het doorstroomkanaal 8 af waardoor ondanks knijpen in de flexibele wand van houderdeel 4 door een gebruiker, geen vloeibare inhoud van deze houder 4 via doorstroomkanaal 8 houder 4 kan verlaten. In de open 25 stand wordt de genoemde afsluiting van doorstroomkanaal 8 ongedaan gemaakt en sluit een inwendig doorstroomkanaal van bedieningsdeel 3 dat uitmondt op de staande zijwand van bedieningsdeel 3 recht tegenover aandrukpositie 23 aan op het doorstroomkanaal 8 waardoor, na het knijpen in de flexibele wand van houderdeel 4, vloeibare inhoud van houderdeel 4 via doorstroomkanaal 8 en het inwendige 30 doorstroomkanaal in bedieningsdeel 3, vloeistof het houderdeel 4 kan verlaten via de uitstroomopening in de staande zijwand van bedieningsdeel 3. In figuur 5 zijn het overeenkomstige doorstroomkanaal en de uitstroomopening aangegeven met respectievelijk verwijzingscijfers 125, 126.

1 0305 28 _ _ i iïra^---

j I

5

Onder ieder van de nokken 21, 22 is een bolle geleidingsrand 31 voorzien met op de uiteinden daarvan aansluitende aanslagflanken 32, 33. Geleidingsrand 31 heeft eenzelfde radius als geleidingsrand 10 waardoor zij tijdens zwenking van bedieningsdeel 3 geleidend samenwerken, terwijl aanslag van 5 aanslagflanken 32, 33 tegen respectievelijk aanslagflanken 11, 12, de hoekstanden van bedieningsdeel 3 bij de open en gesloten stand bepalen.

Figuren 4 en 5 tonen een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de knijpverpakking 101 volgens de onderhavige uitvinding. Knijpverpakking 101 vertoont vele overeenkomsten of althans parallellen met knijpverpakking 1 om welke reden 10 navolgend voor vergelijkbare onderdelen dezelfde verwijzingscijfers voor de tweede voorkeursuitvoeringsvorm worden gehanteerd vermeerderd met 100. Het belangrijkste verschil van knijpverpakking 101 met knijpverpakking 1 is erin gelegen dat knijpverpakking 101 een tube betreft, daar waar knijpverpakking 1 een knijpfles betreft. In de figuren 4 en 5 is deze tube aan de onderzijde nog niet afgesloten, zodat 15 het vullen van het inwendige van houderdeel 4 via de onderzijde eenvoudig kan plaatsvinden en bijvoorbeeld niet hoeft plaats te vinden via doorstroomkanaal 108.

Het afsluitorgaan zoals dat wordt toegepast bij knijpverpakking 101 is van precies hetzelfde type als die bij het afsluitorgaan 1 en behoeft derhalve hier geen nadere toelichting. Van belang binnen het kader van onderhavige uitvinding is dat het 20 houderdeel 104 en het basisdeel 105 wordt gevormd door één enkel spuitgegoten geïntegreerd deel 102.

Figuur 6 tenslotte toont een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een knijpverpakking 201 volgens de onderhavige uitvinding. In het bovenste deel in figuur 6 is het afsluitorgaan van knijpverpakking 201 opgenomen met basisdeel 205 ; 25 en bedieningsdeel 203. In dwarsdoorsnede heeft het basisdeel 205 althans in hoofdzaak een driehoekige vorm van drie rechte zijden. Op deze driehoeksvorm sluit het houderdeel 204 op het basisdeel 205 aan om vanwege de lijnvormige afsluiting van de onderzijde van het houderdeel 204, die kenmerkend is voor een tube, geleidelijk over te gaan in een rechte lijn. Het geïntegreerde deel 202 dat bestaat uit 30 het houderdeel 204 en het basisdeel 205 is uit één stuk vervaardigd middels spuitgieten.

10305 28

Claims (8)

1. Knijpverpakking omvattende een houder en een afsluitorgaan voor de houder, het afsluitorgaan omvattende een basisdeel dat is verbonden met de 5 houder en een bedieningsdeel dat beweegbaar tussen een open stand en een dichte stand is verbonden met het basisdeel waarbij in de open stand een doorstroomkanaal van het basisdeel en een doorstroomkanaal van het bedieningsdeel op elkaar aansluiten voor het kunnen verlaten van de knijpverpakking door inhoud in de houder van de knijpverpakking via achtereenvolgens het 10 doorstroomkanaal van het basisdeel en het doorstroomkanaal van het bedieningsdeel en waarbij in de dichte stand het doorstroomkanaal van het basisdeel wordt afgesloten door een afsluitdeel van het bedieningsdeel, met het kenmerk, dat de houder en het basisdeel van het afsluitorgaan uit één enkel geïntegreerd deel zijn vervaardigd.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verpakking een tube is.

3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het geïntegreerd deel een spuitgietproduct is.

4. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat de omtrek van de dwarsdoorsnede van het basisdeel onrond is.

5. Verpakking volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de omtrek van de dwarsdoorsnede van het basisdeel tenminste één, althans in hoofdzaak, recht deel heeft.

6. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat het bedieningsdeel scharnierbaar met het basisdeel is verbonden.

7. Werkwijze voor het produceren van een knijpverpakking volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende de stappen van het uit één enkel geïntegreerd deel vervaardigen van een houder en een basisdeel van een afsluitorgaan, het verschaffen van een bedieningsdeel, het beweegbaar tussen een 30 open stand en een dichte stand met elkaar verbinden van het bedieningsdeel met het basisdeel van het geïntegreerd deel dusdanig dat in de open stand een doorstroomkanaal van het basisdeel en een doorstroomkanaal van het bedieningsdeel op elkaar aansluiten voor het kunnen verlaten van de knijpverpakking 1 0305 28 ----- I door inhoud in de houder van de knijpverpakking via achtereenvolgens het doorstroomkanaal van het basisdeel en het doorstroomkanaal van het bedieningsdeel en waarbij in de dichte stand het doorstroomkanaal van het basisdeel wordt afgesloten door een afsluitdeel van het bedieningsdeel.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, gekenmerkt door het spuitgieten van het geïntegreerd deel. 10 i 1 0305 28