NL1030500C2 - Inrichting voor het tegengaan van een bloeding bij een patient. - Google Patents

Description

'· *

Inrichting voor het tegengaan van een bloeding bij een patient

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het tegengaan van een bloeding bij een patiënt ter hoogte van diens bekken, omvattende een op druk brengbare ballon.

Een dergelijke inrichting die tijdens chirurgie ge-5 bruikt kan worden is bekend uit de stand van de techniek.

WO 2004/086984 heeft betrekking op een ballonproduct dat gebruikt wordt voor het aan elkaar hechten van weefselde-len.

WO 89/00407 toont een inrichting voor het stoppen 10 van een bloedende zweer waarvan een opblaasbare ballon deel uitmaakt.

US-A-4,619,261 toont een in een net opgenomen ballon welke gebruikt wordt voor het stoppen van een bloeding. Het in dit octrooi getoonde product is tijdens een operatie toe-15 pasbaar.

Met de uitvinding is beoogd een dergelijke inrichting tijdens een chirurgische ingreep te kunnen toepassen waarbij de plaatsing van de inrichting ter hoogte van het bekken van de patiënt plaatsvindt.

20 Bij dergelijke ingrepen in de buikholte wordt thans een eventuele bloeding gestopt door het bekken te vullen met een steriel gaas dat in voldoende mate wordt aangebracht om de van belang zijnde bloedvaten dicht te drukken. Dit gaas dient binnen 48 uur verwijderd te worden teneinde het risico 25 op infecties te minimaliseren. Voor het verwijderen van het gaas is een volgoperatie nodig, hetgeen een aanzienlijke belasting van de patiënt betekent en alle waarborgen vereist die inherent zijn aan het uitvoeren van een operatie.

Met de uitvinding is beoogd de patiëntbelasting te 30 verminderen en de omvang van de ingreep die nodig is voor het verwijderen van de bloedingremmende inrichting te beperken.

De inrichting is er daartoe volgens de uitvinding door gekenmerkt dat de ballon is voorzien van een glad oppervlak; en van een buigstijve en aan de ballon aangevormde 10305 0 0 i 1 « 2 strip voor het positioneren van de ballon.

Door het gebruikmaken van de ballon kan, afgestemd op de bloeding, een druk op de bloedvaten worden aangebracht waarbij de positionering van de ballon kan worden geoptimali-5 seerd met behulp van de aangevormde strip. Deze aangevormde strip dient tevens voor' het eenvoudig in een minimaal-invasieve ingreep verwijderen van de ballon uit de buikholte wanneer de bloeding is gestopt en de ballon voor het tegengaan van de bloeding niet langer nodig is. Het gladde opper-10 vlak van de ballon faciliteert daarbij het eenvoudig verwijderen doordat verkleving met het weefsel hierdoor wordt tegengegaan.

In een verder aspect van de uitvinding bezit de inrichting het kenmerk dat de ballon gecompartimenteerd is uit-15 gevoerd met voorgevormde compartimenten.

Hiermee kan een qua vorm geoptimaliseerde ballon worden verschaft die geheel is afgestemd op het gebruik in een buikholte van de patiënt.

Een zeer geschikte uitvoeringsvorm van de inrichting 20 volgens de uitvinding is erdoor gekenmerkt dat er drie nevengeschikte compartimenten zijn, en dat de strip aan een eerste van deze compartimenten is aangevormd, in een bocht van een tweede naar een derde compartiment verloopt en vandaar, tijdens gebruik, tot buiten de patiënt reikt.

25 In weer een ander aspect van de uitvinding is de in richting erdoor gekenmerkt dat in de strip kanalen zijn opgenomen voor aanvoer en afvoer van een drukverschaffend medium voor de ballon.

De voeding van de ballon kan op deze wijze eenvoudig 30 verlopen terwijl de drukverschaffing nauwkeurig kan worden afgestemd op de te stelpen bloeding.

De bloedingsremmende eigenschappen van de inrichting volgens de uitvinding worden verder bevorderd door de maatregel dat de kanalen zijn ingericht voor het individueel op 35 druk brengen van de compartimenten van de ballon.

In weer een ander aspect van de uitvinding is de inrichting erdoor gekenmerkt dat de ballon uitwendig is voorzien van een stollingsbevorderende coating.

1 0305 0 0 3

De bloedingremmende eigenschappen van de inrichting volgens de uitvinding kunnen hierdoor verder verbeterd worden. De uitvinding zal in het navolgende verder worden toegelicht aan de hand van een, de daarna volgende conclusies niet 5 beperkend, uitvoeringsvoorbeeld en onder verwijzing naar de tekening.

In de tekening toont -figuur 1 in aanzicht de inrichting volgens de uitvinding en 10 -figuur 2 de inrichting volgens figuur 1 in perspec tivisch dooraanzicht.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde, onderdelen.

Verwijzend eerst naar figuur 1 wordt met verwij-15 zingscijfer 1 de inrichting voor het tegengaan van een bloeding bij een patiënt volgens de uitvinding getoond. Deze inrichting 1 is ingericht voor gebruik ter hoogte van het bekken van de patiënt en omvat een op druk brengbare ballon 2.

De ballon 2 is voorzien van een glad oppervlak en 20 bezit een buigstijve en aan de ballon 2 aangevormde strip 3 voor het positioneren van de ballon 2.

Figuur 2 laat zien dat de ballon 2 gecompartimen-teerd is en is uitgevoerd met drie nevengeschikte en voorgevormde compartimenten 4, 5 en 6.

25 De strip 3 is hierbij aan een eerste 4 van deze com partimenten 4, 5, 6 aangevormd en verloopt in een bocht van een tweede 5 naar een derde compartiment 6, waarbij tijdens gebruik de strip 3 tot buiten de patiënt reikt.

Met streeplijnen is in figuur 2 aangegeven dat in de 30 strip 3 kanalen zijn opgenomen voor aanvoer en afvoer van een drukverschaffend medium voor de compartimenten 4, 5, 6 van de ballon 2. De mondingen van deze aanvoer en afvoerkanalen zijn in figuur 1 met verwijzingscijfer 7 aangegeven.

De kanalen zijn ingericht voor het individueel op 35 druk brengen van de onderscheidenlijke compartimenten 4, 5, 6 van de ballon 2.

Ten slotte kan worden opgemerkt dat de ballon 2 uitwendig is voorzien van een stollingsbevorderende coating.

1 030500

Claims (6)

1. Inrichting (1) voor het tegengaan van een bloeding bij een patiënt ter hoogte van diens bekken, omvattende 5 een op druk brengbare ballon (2) , met het kenmerk, dat de ballon (2) is voorzien van een glad oppervlak, en van een buigstijve en aan de ballon (2) aangevormde strip (3) voor het positioneren van de ballon (2).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat de ballon (2) gecompartimenteerd is uitgevoerd met voorgevormde compartimenten (4, 5, 6) .

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat er drie nevengeschikte compartimenten (4, 5, 6) zijn, en dat de strip (3) aan een eerste (4) van deze compartimenten 15 (4, 5, 6) is aangevormd, in een bocht van een tweede (5) naar en een derde (6) compartiment verloopt en vandaar, tijdens gebruik, tot buiten de patiënt reikt.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kernmerk, dat in de strip (3) kanalen zijn opgenomen 20 voor aanvoer en afvoer van een drukverschaffend medium voor de ballon (2).

5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de kanalen zijn ingericht voor het individueel op druk brengen van de compartimenten (4, 5, 6) van de ballon 25 (2).

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ballon (2) uitwendig is voorzien van een stollingsbevorderende coating. 1 030500