NL1030454C2 - Aftapkraan voor een drankreservoir alsmede drankreservoir voorzien van een dergelijke aftapkraan. - Google Patents

Aftapkraan voor een drankreservoir alsmede drankreservoir voorzien van een dergelijke aftapkraan. Download PDF

Info

Publication number
NL1030454C2
NL1030454C2 NL1030454A NL1030454A NL1030454C2 NL 1030454 C2 NL1030454 C2 NL 1030454C2 NL 1030454 A NL1030454 A NL 1030454A NL 1030454 A NL1030454 A NL 1030454A NL 1030454 C2 NL1030454 C2 NL 1030454C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tubular body
plunger
seat
channel
head
Prior art date
Application number
NL1030454A
Other languages
English (en)
Inventor
Maximiliaan Noordanus
Eric Michael Corneli Eijnatten
Original Assignee
Bravilor Holding Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1030454A priority Critical patent/NL1030454C2/nl
Application filed by Bravilor Holding Bv filed Critical Bravilor Holding Bv
Priority to CNA2006800427848A priority patent/CN101309852A/zh
Priority to TW095142411A priority patent/TW200800787A/zh
Priority to NZ592944A priority patent/NZ592944A/xx
Priority to KR1020087011825A priority patent/KR20080068717A/ko
Priority to EP06812749A priority patent/EP1963224A2/en
Priority to CA002627825A priority patent/CA2627825A1/en
Priority to JP2008541099A priority patent/JP5049979B2/ja
Priority to AU2006316298A priority patent/AU2006316298A1/en
Priority to US12/094,125 priority patent/US20110095057A1/en
Priority to PCT/NL2006/050290 priority patent/WO2007058537A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1030454C2 publication Critical patent/NL1030454C2/nl
Priority to ZA200803825A priority patent/ZA200803825B/xx
Priority to NO20082314A priority patent/NO20082314L/no

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D3/00Apparatus or devices for controlling flow of liquids under gravity from storage containers for dispensing purposes
    • B67D3/04Liquid-dispensing taps or cocks adapted to seal and open tapping holes of casks, e.g. for beer
    • B67D3/043Liquid-dispensing taps or cocks adapted to seal and open tapping holes of casks, e.g. for beer with a closing element having a linear movement, in a direction perpendicular to the seat
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/0871Level gauges for beverage storage containers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D3/00Apparatus or devices for controlling flow of liquids under gravity from storage containers for dispensing purposes
    • B67D3/04Liquid-dispensing taps or cocks adapted to seal and open tapping holes of casks, e.g. for beer

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)
  • Lift Valve (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)
  • Check Valves (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
  • Self-Closing Valves And Venting Or Aerating Valves (AREA)

Description

Aftapkraan voor een drankreservoir alsmede drankreservoir voorzien van een dergeliike aftapkraan.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een aftapkraan voor een 5 drankreservoir.
Drankreservoirs, die worden gebruikt voor het tijdelijk bewaren van hete dranken als koffie en thee of gekoelde dranken als limonade en vruchtensappen en voor de uitgifte daarvan in bekers, mokken of kopjes, zijn uit de stand van de techniek algemeen bekend. Om de drank warm of gekoeld te houden zijn deze houders 10 thermisch geïsoleerd. Thermische isolatie vindt doorgaans plaats door middel van een laag isolatiemateriaal als kurk, polystyreenschuim of door middel van een dubbele wand waarbij de ruimte tussen de wanden in vacuüm is gezogen. Om de houder te kunnen vullen met drank is deze over het algemeen aan de bovenzijde voorzien van een opening. Deze opening kan worden afgesloten met een deksel die zo is uitgevoerd dat 15 de thermische isolatie ter plaatse van het deksel in gesloten toestand ook voldoende is. Om de in het reservoir aanwezige drank uit te schenken, kan men deze kantelen totdat de drank uit dezelfde opening stroomt als via welke het reservoir is gevuld. Bij grotere drankreservoirs is dit uitschenken door kantelen niet praktisch. Bij dergelijke reservoirs is vaak voorzien in een pompmechanisme waarmee de drank uit het reservoir kan 20 worden opgepompt. Dit pompmechanisme is vaak tenminste gedeeltelijk ondergebracht in het deksel waarmee de vulopening is afgesloten. In de stand van de techniek zijn vele voorbeelden van dergelijke pompmechanismes te vinden. Een andere mogelijkheid is om aan de onderzijde van het reservoir een tweede opening te maken via welke men de drank uit de container kan laten wegstromen. Deze opening wordt dan voorzien van 25 een aftapkraan waarmee het uitstromen van drank kan worden geregeld. Dergelijk systemen met een aftapkraan aan de onderzijde van het reservoir zijn in het bijzonder geschikt voor grotere reservoirs. Men denke hierbij aan reservoirs van 2 liter en meer. In het bijzonder denke men hierbij aan reservoirs van 5-10 liter. Bij dergelijke aftapkranen kan men bijvoorbeeld denken aan een op de onderzijde van het reservoir 30 aangesloten aftapkanaal waarin een kogelkraan is voorzien.
De uit de stand van de techniek bekende aftapkranen voor drankreservoirs hebben afhankelijk van het type diverse nadelen.
1030454 2
De onderhavige uitvinding heeft tot doel te verschaffen een verbeterde aftapkraan voor een drankreservoir.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door te verschaffen een aftapkraan voor een drankreservoir, waarbij de aftapkraan omvat: 5 · een buisvormig lichaam met daarin een zich vanaf een inlaateind naar een uitlaateind uitstrekkend kanaal; • een plunjer omvattende een steel en een kop, waarbij de kop naar het inlaateind gericht is en de steel zich vanaf de kop door het kanaal in de richting van het uitlaateind uitstrekt; 10 · een veerorgaan waarbij, beschouwd in doorlaatrichting, het kanaal zich bij een inwendige vernauwing vanaf een eerste inwendige doorsnede vernauwt tot een tweede inwendige doorsnede; waarbij de inwendige vernauwing een zitting vormt voor de naar het uitlaateind gekeerde onderzijde van de kop; 15 waarbij de plunjer heen en weer beweegbaar is tussen een gesloten stand waarin de onderzijde van de kop op de zitting ligt en een geopende stand waarin de onderzijde van de kop op afstand boven de zitting ligt; waarbij het veerorgaan enerzijds met voorspanning inwerkt op het buisvormige lichaam en anderzijds op de plunjer om de plunjer naar de gesloten stand voor te spannen; 20 waarbij de zitting en de onderzijde van de kop zodanig zijn gevormd dat ze, bij aanligging tegen elkaar onder invloed van de voorspanning van het veerorgaan, een afdichtende afsluiting van het kanaal vormen.
De aftapkraan volgens de uitvinding heeft ten opzichte van onder meer bekende kogelkranen, tot voordeel dat in gesloten toestand de afsluiting van het kanaal veel 25 beter gewaarborgd is. De veer zal namelijk de plunjerkop onder invloed van de voorspanning tegen de zitting drukken. Dit zal ook gebeuren indien er afzetting, zoals bij koffie vaak het geval is, op is aangeslagen. Voordeel van de aftapkraan volgens de uitvinding is verder dat bij geopende kraan - wanneer de plunjer van de zitting is gelicht - de vloeistofstroom langs alle afsluitende vlakken (d.w.z. de vlakken die bij 30 gesloten kraan de afsluiting verzorgen) stroomt. Aldus worden vuildeeltjes en afzetting op de vlakken telkens opnieuw weggespoeld bij openen van de kraan. Er wordt een zelfreinigende werking gerealiseerd die de hygiëne ten goede komt. Bij bekende kogelkranen bijvoorbeeld komen de afsluitende vlakken echter niet in contact met de 1030454 3 vloeistofstroom. Vervuiling zal bij kogelkranen dus niet weggespoeld worden. Kogelkranen zullen derhalve veel eerder lek vertonen. Teneinde enerzijds bij een gesloten aftapkraan een goede afsluiting te verzekeren en anderzijds bij een geopende aftapkraan een goede doorstroming te verzekeren, is het volgens de uitvinding van 5 voordeel wanneer de eerste inwendige doorsnede groter is dan, beschouwd in dwarsrichting van het kanaal, de kop zodanig dat, wanneer de kop van de zitting is opgetild, vloeistof om de kop heen door het kanaal kan stromen.
Teneinde enerzijds een voldoende stevige plunjer te verkrijgen en anderzijds te voorkomen dat de steel van de plunjer de doorstroming door het kanaal teveel 10 belemmert bij een relatief klein kanaal, is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de steel, over althans een gedeelte van de lengte, een kruisvormige dwarsdoorsnede heeft. Een verder voordeel van een dergeüjke kruisvormige dwarsdoorsnede is dat de tussenruimtes tussen de ribben van het kruis te allen tijde verzekeren dat er bij een geopende klep een doorstroming van het kanaal via die 15 tussenruimtes tussen de ribben van het kruis mogelijk is.
Teneinde centrering van de plunjer in het kanaal te verbeteren voorziet de uitvinding dat het kanaal stroomafwaarts van de zitting een geleidingszone vormt met een zodanige inwendige doorsnede dat deze een geleiding vormt voor de kruisvormige dwarsdoorsnede van de steel, en dat de steel in langsrichting van het kanaal door de 20 tweede inwendige doorsnede en de geleidingszone heen verschuifbaar is.
Het is volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding van voordeel wanneer het buisvormige lichaam een beluchtingsdoorgang omvat, welke zich uitstrekt door de wand van het buisvormige lichaam en stroomafwaarts van de zitting met een uitmonding uitmondt in het kanaal. Via deze beluchtingsdoorgang kan lucht van 25 buitenaf toestromen naar de ruimte stroomafwaarts van de zitting. Dit betekent dat wanneer de kraan gesloten is in de ruimte onder de kop van de plunjer lucht kan binnentreden. Aldus wordt het ontstaan van een eventueel vacuüm in die ruimte, waardoor vloeistof zou kunnen blijven hangen, voorkomen. Om te verzekéren dat alle vloeistof die eenmaal uit het reservoir in het kanaal is gestroomd en voorbij de 30 plunjerkop gekomen is te allen tijde uit de aftapkraan zal kunnen wegstromen is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer, in langsrichting van het kanaal en in stroomafwaartse richting beschouwd, de afstand van de uitmonding tot de zitting ten hoogste 40%, bij voorkeur ten hoogste 30%, bedraagt van de diameter van de tweede 1030454 4 doorsnede (of van de kleinste inwendige diameter) van het buisvormige orgaan. Deze afstand kan bijvoorbeeld circa 15% van de diameter bedragen. Wanneer de diameter van de tweede doorsnede 20 mm bedraagt, zal, bij 15%, de uitmonding van de beluchtingsdoorgang circa 3 mm onder de zitting liggen. In plaats van in % ten 5 opzichte van de diameter, kan men de afstand van die uitmonding tot de zitting praktisch bezien ook direct in mm uitdrukken. Aldus is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de uitmonding van de beluchtingsdoorgang ten hoogste 8 mm stroomafwaarts van de zitting ligt, bij voorkeur ten hoogste 5 mm. De uitmonding van de beluchtingsdoorgang kan bijvoorbeeld 3,5 mm stroomafwaarts van de zitting liggen. 10 Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding draagt de steel van de plunjer bij het stroomafwaartse eind daarvan een buisdeel dat in wezen vormsluitend in het stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam is opgenomen. Een dergelijk buisdeel zal door vanaf de steel uitstekende armen met de steel zijn verbonden. Aldus is aan het stroomafwaartse eind enerzijds doorstroming van het kanaal mogelijk terwijl 15 anderzijds de plunjer bij het stroomafwaartse eind altijd juist gecentreerd zal blijven. Een dergelijke vormsluitende opname van het buisdeel in het buisvormige lichaam verhindert voorts passage van vloeistof tussen het buisdeel en het buisvormige lichaam door.
Het is hierbij volgens de uitvinding verder van voordeel wanneer het buisdeel 20 onverschuifbaar met dat stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam ineengrijpt. Aldus is een eenvoudige montage van de plunjer mogelijk, waarbij tevens verhinderd wordt dat de plunjer door het kanaal van het buisvormige lichaam zou kunnen gaan zwerven. Een dergelijke onverschuifbare ineengrijping is op verschillende manieren te realiseren. Men zou bijvoorbeeld kunnen denken aan een lijmverbinding 25 tussen het buisdeel en het buisvormige lichaam. Aan een dergelijke lijmverbinding worden bij voedingswaren, waartoe dranken behoren, nogal wat eisen gesteld. Volgens de uitvinding is een met betrekking tot de montage zeer elegante en met betrekking tot het gebruik zeer betrouwbare onverschuifbare ineengrijping te realiseren door het buisdeel en het stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam zodanig uit te 30 voeren dat een krachtgesloten opname van het buisdeel in dat stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam gerealiseerd wordt. Het stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam is hierbij in het bijzonder gevormd van een elastisch deformeerbaar rubberachtig materiaal. Dit vergemakkelijkt de assemblage en verschaft 1030454 5 in de praktijk een zeer betrouwbare bevestiging. Aanvullend of alternatief is de onverschuifbare ineengrijping ook betrouwbaar te realiseren door een klemdeel te voorzien rond het stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam zodanig dat dit stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam is vastgeklemd op het 5 buisdeel van de plunjer. Een dergelijk klemdeel kan een zich rondom het gehele buisvormige lichaam uitstrekkende klemring zijn, bijvoorbeeld een elastische veerring. Volgens de uitvinding kan dit klemdeel echter ook op zeer efficiënte wijze een schuifdeel met een U-vormige uitsparing zijn welke om het buisvormige lichaam geschoven wordt. Het buisvormige lichaam is hierbij dan niet volledig door het 10 klemdeel omgeven. Zoals verderop is toegelicht is het U-vormige schuifdeel ook van groot voordeel met betrekking tot assemblage zelfs indien het U-vormige deel niet klemt maar los op een uitsteeksel aan het buisdeel ligt.
Teneinde hierbij te voorkomen dat het buisvormige lichaam, tussen het klemdeel en het buisdeel uit kan loskomen is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het 15 buisdeel uitwendig een verdikkingsrand omvat voor ineengrijping met het inwendige van het kanaal en wanneer, althans bij gebruik van een klemdeel, deze verdikkingsrand zich stroomopwaarts van het klemdeel bevindt.
Bij een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het veerorgaan een spiraalveer, in het bijzonder een cilindrische spiraalveer; verlopen de spiraalveer en het 20 buisvormige lichaam concentrisch ten opzichte van elkaar; en is de spiraalveer uitwendig van het buisvormige lichaam voorzien. Aldus wordt het veerorgaan geheel buiten het kanaal gehouden en kan dit niet in contact komen met de door het kanaal heen stromende vloeistof. Aldus wordt vervuiling van de vloeistof door de veer voorkomen en wordt ook voorkomen dat er zich op de veer aanslag kan afzetten of aan 25 de veer vuile delen kunnen blijven hangen.
Het is bij een dergelijke spiraalveer volgens de uitvinding verder van voordeel wanneer het buisvormige lichaam, stroomafwaarts van de zitting en in doorlaatrichting van het kanaal, een eerste uitwendige doorsnede heeft die zich bij een uitwendige vernauwing vernauwt tot een tweede uitwendige doorsnede, wanneer de eerste 30 uitwendige doorsnede groter is dan de uitwendige doorsnede van de spiraalveer en de tweede uitwendige doorsnede kleiner is dan de inwendige doorsnede van de spiraalveer; wanneer het ene eind van de spiraalveer inwerkt op het buisvormige lichaam bij de uitwendige vernauwing van de eerste uitwendige doorsnede naar de 1030454 6 tweede uitwendige doorsnede; en wanneer het andere eind van de spiraalveer inwerkt op het stroomafwaartse eind van de plunjer. Aldus wordt op eenvoudige wijze gerealiseerd dat het veerorgaan de plunjer in een gesloten toestand kan voorspannen.
Bij een aftapkraan waarbij het buisdeel onverschuifbaar met het buisvormige 5 lichaam ineengrijpt, bij voorkeur in combinatie met de zojuist besproken uitwendige vernauwing van het buisvormige lichaam, is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het buisvormige lichaam tussen enerzijds de zitting, in het bijzonder de uitwendige vernauwing, en anderzijds de plaats van ineengrijping van het buisdeel met het buisvormige lichaam, een buiszone omvat waarvan de wand zodanig is gevormd dat 10 deze een axiale verkorting van die buiszone, bijvoorbeeld op harmonica-achtige wijze, toelaat wanneer de axiale afstand tussen enerzijds de zitting en anderzijds de plaats van ineengrijping van het buisdeel met het buisvormige lichaam afneemt. Aldus wordt bij vast aan het buisvormige lichaam bevestigde plunjer verzekerd dat de kop van de plunjer uit de zitting opgetild kan worden om de axiale verkorting van de buiszone. Het 15 is hierbij volgens de uitvinding van voordeel wanneer de buiszone is voorgevormd met een omtreksvouw waarlangs de wand van het buisvormige lichaam naar buiten knikt.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm is het van voordeel wanneer het buisdeel aan het naar de uitlaat gekeerde eind tenminste een uitsteeksel omvat, zoals een radiaal uitstaande flens, dat buiten het buisvormige lichaam is gelegen. Een dergelijk 20 uitsteeksel kan bij het in het buisvormige lichaam insteken van de plunjer als aanslag fungeren, zodanig dat men precies weet of de plunjer voldoende diep in het buisvormige lichaam is gestoken voor een goed functioneren. Voorts zal een dergelijk uitsteeksel voorkomen dat tijdens gebruik de plunjer onbedoeld dieper in het buisvormige lichaam naar binnen kan gaan.
25 Verder is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het andere eind van de spiraalveer op de plunjer inwerkt via dat uitsteeksel, zoals genoemde uitstaande flens. Het andere eind van de spiraalveer kan hierbij aangrijpen op het klemdeel, waarbij het klemdeel dan op het uitsteeksel drukt en aldus de spiraalveer op de plunjer laat inwerken. Wanneer het andere eind van de spiraalveer op het klemdeel aangrijpt, is het 30 echter ook mogelijk dat de spiraalveer op de plunjer inwerkt niet via de uitstaande flens maar directer via de klemming van het klemdeel op het buisdeel van de plunjer.
Met het oog op een eenvoudige assemblage is het van voordeel wanneer de inwendige diameter van de spiraalveer groter is dan de grootste uitwendige diameter 1030454 7 j j van het buisdeel; wanneer een opsluitdeel, zoals een U-vormig (waaronder ook C- j
vormig verstaan wordt) steundeel, is voorzien waarin het buisdeel opneembaar is en waarop de spiraalveer afsteunbaar is; en wanneer het buisdeel van tenminste een steunorgaan is voorzien, zodanig dat het opsluitdeel hierop kan afsteunen onder invloed 5 van de verwerking van de spiraalveer. Het tenminste ene steunorgaan kan hierbij het genoemde uitsteeksel, zoals de uitstaande flens zijn, doch het tenminste ene steunorgaan kan ook een ringvormige sleuf in de uitwendige omtrek van het buisdeel omvatten, waarin het U-vormige steundeel dan kan afsteunen. Het U-vormige steundeel J
kan bijvoorbeeld het eerder genoemde klemdeel zijn dat, zoals al aangekondigd, in dit 10 opzicht niet hoeft te klemmen en geheel los op het tenminste ene steunorgaan (zoals een uitsteeksel) kan liggen. Het assemblage voordeel is dat men eerst, zonder van de veer last te hebben, het buisdeel aan het stroomafwaartse eind van het buisvormige lichaam kan bevestigen; vervolgens, indien niet al eerder geplaatst, de spiraalveer om het buisvormige lichaam kan plaatsen; en dan de veer wat kan indrukken ter verkrijging 15 van voorspanning en het U-vormige deel tussen de veer en het steunorgaan kan plaatsen om daarna de veer los te laten.
De bediening van de aftapkraan volgens de uitvinding kan op velerlei manieren gebeuren. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat men met de rand van het kopje tegen het benedeneind van de plunjer of een aan het benedeneind van de plunjer gevormde lip 20 aandrukt en aldus de plunjer iets omhoog drukt. Met het oog op een groter bedieningsgemak omvat de aftapkraan volgens de uitvinding verder een bedieningsorgaan met: • een greepdeel; • een opnamegat voor opname van het uitstroomeind van het samenstel van 25 buisvormig lichaam en plunjer op zodanige wijze dat een door het kanaal passerende stroom vloeistof het opnamegat onbelemmerd passeert; • zwenkasmiddelen, zoals pennen of penopnames, die een zwenkhartlijn bepalen voor verzwenking van het bedieningsorgaan; waarbij het opnamegat en het greepdeel in langsrichting van het bedieningsorgaan uit 30 elkaar geplaatst zijn; waarbij bij het opnamegat tenminste een opdrukorgaan is voorzien dat is ingericht om het samenstel van buisvormig lichaam en plunjer van onderaf op te drukken wanneer het opdrukorgaan omhoog beweegt; en 1 030454 8 waarbij de zwenkhartlijn zich dwars op die langsrichting uitstrekt en is gelegen tussen het greepdeel en het tenminste ene opdrukorgaan zodanig dat het naar beneden zwenken van het greepdeel rond de zwenkhartlijn resulteert in een omhoog zwenken van het tenminste ene opdrukorgaan.
5 Door het greepdeel met de hand naar beneden te drukken wordt de plunjer iets opgetild waardoor drank door de aftapkraan kan wegstromen.
Met het oog op een eenvoudige montage, waaronder ook assemblage verstaan wordt, is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de kop van de plunjer en het buisvormige lichaam zodanig zijn gevormd dat de plunjer vanaf het uitlaateind in het 10 buisvormige lichaam is te steken totdat de kop zich boven de zitting bevindt Met het oog op demontage is het hierbij verder van voordeel wanneer de kop van de plunjer en het buisvormige lichaam zodanig zijn gevormd dat de plunjer, vanuit een toestand waarin de plunjer zich in het buisvormige lichaam bevindt met de kop boven de zitting, uit het buisvormige orgaan is te trekken in stroomafwaartse richting ter verwijdering 15 van de plunjer. Aldus is het mogelijk om de plunjer te verwijderen en eventueel te vervangen door een nieuwe plunjer of om de plunjer te verwijderen, te reinigen en weer terug te plaatsen.
Om een nette straal vloeistof, drank, uit de aftapkraan te kunnen realiseren is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de steel van de plunjer zich uitstrekt tot in 20 het uitlaateind van het kanaal, en wanneer het stroomafwaartse eind van de plunjer in stromingsrichting toelopend is uitgevoerd. Aldus wordt het stroomafwaartse eind van de plunjer benut voor het creëren van een nette straal vloeistof. Ook laat nadruppen zich aldus aanzienlijk verminderen.
Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de aftapkraan, is door de 25 wand van het buisvormige lichaam een doorgang voor aansluiting van een peilglas voorzien, welke doorgang in het kanaal uitmondt stroomopwaarts van de zitting. Aldus kan men een op zich bekend peilglas aansluiten op in wezen het laagste punt van het reservoir.
Om te voorkomen dat er grotere vaste deeltjes of vellen die zich mogelijk in de 30 drank bevinden in het kanaal komen is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het buisvormige lichaam aan het inlaateind is voorzien van een zeef. Een dergelijke zeef is op voordelige wijze gevormd door radiale armen die zich vanaf het inlaateind schuin tegenstrooms uitstrekken. De radiale armen vormen daarbij als het ware een 1 030454 9 opstaande, al dan niet onttopte, kegel. Dergelijke schuin tegenstrooms verlopende radiale armen gaan het dichtslibben van het inlaateind door tegengehouden vuildelen tegen. Op voordelige wijze zijn de armen als een geheel met het buisvormige lichaam gevormd.
5 Het buisvormige lichaam kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd als een gietproduct van een kunststof.
In het bijzonder is het buisvormige lichaam volgens de uitvinding vervaardigd uit een rubberachtig materiaal, zoals een natuurlijke rubber of een kunstmatige rubber. Rubberachtig materiaal heeft tot voordeel dat het bij de zitting een goede afdichtende 10 werking verschaft, dat het gemakkelijk inherent een voldoende flexibiliteit heeft om een axiale verkorting van het buisvormige kanaal te kunnen toelaten, dat er gemakkelijk en voldoende flexibiliteit te realiseren is om de kop van de plunjer voor montage of demontage door de tweede doorsnede heen te kunnen persen.
Het is hierbij volgens de uitvinding verder van voordeel wanneer het buisvormige 15 lichaam uitwendig en, beschouwd in stromingsrichting, stroomopwaarts van de zitting is voorzien van een ingesnoerde ringzone voor opname van de rand van een in de bodem van het reservoir gevormde doorgang. Een dergelijk rubberachtig materiaal is gemakkelijk in de doorgang in de bodem van het reservoir te steken zodat de ingesnoerde ringzone die rand opneemt. Onder invloed van de elastische werking van 20 het rubberachtige materiaal wordt hierbij een goede afdichting tussen de ingesnoerde ringzone en de rand van de doorgang op de bodem van het reservoir gerealiseerd.
Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een drankreservoir voorzien van een aftapkraan volgens de uitvinding.
De uitvinding omvat hierbij in het bijzonder ook een drankreservoir voor warme 25 drank, zoals koffie, thee, of chocolademelk, welk drankreservoir voorzien is van een ! aftapkraan volgens de uitvinding.
De uitvinding omvat hierbij verder ook een drankreservoir voor gekoelde drank, zoals limonade of vruchtensap, welk drankreservoir is voorzien van een aftapkraan volgens de uitvinding.
30 Het drankreservoir volgens de uitvinding is op voordelige wijze thermisch geïsoleerd, in het bijzonder vacuüm geïsoleerd.
Bij het drankreservoir volgens de uitvinding is de aftapkraan volgens de uitvinding in het bijzonder voorzien aan de bodem van het reservoir.
1 03045 4 10
De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht. Hierin toont:
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een drankreservoir volgens de uitvinding voorzien van een aftapkraan volgens de uitvinding; 5 Figuur 2 als detail uit figuur 1 een doorsnedeaanzicht van een aftapkraan volgens de uitvinding;
Figuur 3 in een aanzicht met uiteengenomen delen een aftapkraan volgens de uitvinding;
Figuur 4 als detail en in doorsnede, enige details van de ophanging van het 10 bedieningsorgaan van de aftapkraan als getoond in de figuren 1,2 en 3.
Figuur 1 toont schematisch een drankdispenser 40 met een opstelplaats 41 voor het plaatsen van een kopje, mok etc., daarboven een vacuümgeïsoleerd reservoir 2 voor drank, zoals koffie. Aan de bovenzijde is een vuldeksel 42 voorzien. Deze kan worden losgeschroefd voor het vullen van het reservoir 2 en daarna weer worden 15 vastgeschroefd.
Aan de voorzijde is een op zich, uit de stand van de techniek, bekend pijlglas 32 te zien met daaronder het greepgedeelte 25 van een bedieningsorgaan. Middels dit bedieningsorgaan is een, aan de onderzijde van het reservoir 2, gemonteerde aftapkraan volgens de uitvinding te bedienen. Deze aftapkraan wordt gedetailleerder getoond in de 20 figuren 2, 3 en 4.
Figuur 2 toont hierbij een doorsnede-aanzicht, figuur 3 een aanzicht met uiteengenomen delen en figuur 4 een doorsnede-aanzicht overeenkomstig de pijlen IV-IV uit figuur 3 met weglating van de aftapkraan zelf.
De aftapkraan omvat als belangrijkste onderdelen een buisvormig lichaam 3, een 25 plunjer 7 en een veerorgaan 10.
Het buisvormige lichaam 3 heeft daarin een kanaal 6 dat zich uitstrekt vanaf een inlaateind 4, dat naar het inwendige van het reservoir 2 is gekeerd, naar een uitlaateind 5.
De plunjer heeft een steel 8 en een kop 9, die hier in het bijzonder 30 paddestoelvormig gevormd is. De kop 9 is naar het inlaateind gericht en de steel 8 strekt zich vanaf de kop 9 door het kanaal 6 in de richting van het uitlaateind 5 uit.
Het kanaal 6 in het buisvormige lichaam 3 heeft een inwendige vernauwing 11, alwaar een vernauwing van een eerste inwendige doorsnede Di naar een tweede 1 030454 11 inwendige doorsnede D2 plaats vindt. De inwendige vernauwing 11 vormt daarbij een zitting 12 voor de, naar het uitlaateind 5, gekeerde onderzijde 13 van de kop 9 van de plunjer 7.
Het veerorgaan 10 is, in de in figuur 2 afgebeelde gesloten toestand van de 5 aftapkraan, voorgespannen. De veer 10 werkt enerzijds in op het buisvormige lichaam 3. De veer 10 zet zich aan de onderzijde tegen uitwendige vernauwing 19 van het buisvormige lichaam 3 af. Anderzijds werkt de veer 10 in op de plunjer 7. Dit gebeurt via een tussenonderdeel 17 dat via een radiale flens 23 aan een, door de steel 8 van de plunjer, gedragen buisdeel 16. Aldus zorgt het veerorgaan 10 ervoor dat de onderzijde 10 13 van de kop 9 op de zitting 12 gedrukt wordt om aldus een afdichtende afsluiting van het kanaal te vormen. Door de plunjer 7 iets omhoog te bewegen komt de kop 9 los van de zitting 12 en kan vloeistof langs de kop 9 passeren om door de tweede inwendige doorsnede D2 te passeren en naar de uitlaat van de aftapkraan te stromen.
In afwijking van hetgeen in de figuren is getoond en nog nader zal worden 15 besproken, hoeft de plunjer 7 niet door het buisvormige lichaam 3 gedragen of geleid te worden. De plunjer 7 zou zeer wel op het bedieningsorgaan 24 afgesteund kunnen zijn en zelfs daardoor geleid kunnen worden. Ook is het zeer goed mogelijk de plunjer 7 op andere onderdelen van het frame van de drankdispenser 40 af te steunen en te geleiden.
Om bij geopende aftapkraan een gemakkelijke passage van de drank langs de kop 20 van de plunjer te verzekeren, is de inwendige doorsnede Di, zoals in figuur 2 te zien, groter dan die van de kop 9. Aldus kan bij, uit de zitting 12 opgetilde kop 9, de vloeistof gemakkelijk rond de kop 9 passeren.
De steel 8 van de plunjer is in dwarsdoorsnede kruis vormig uitgevoerd zodanig dat er radiaal uitstekende lijven 44 zijn. De kruisvormige doorsnede vergroot de 25 stevigte van de steel zonder de doorlaat voor vloeistof te zeer te verkleinen. De stevigte van de steel is van belang om de hierop inwerkende krachten bij montage en demontage van de plunjer te weerstaan. Alhoewel in deze uitvoeringsvorm niet toegepast, voorziet de uitvinding ook dat het kanaal en de kruisvormige doorsnede van de steel zodanige afmetingen hebben dat het kanaal stroomafwaarts van de zitting, 30 tenminste plaatselijk zoals in het gedeelte met diameter D2, een geleiding voor de steel vormt. De steel zal dan bij voorkeur spelingsloos of bijna spelingsloos in dat gedeelte met diameter D2 passen.
1030454 12
In figuur 2 is verder een beluchtingsdoorgang 14 te zien. Deze beluchtingsdoorgang 14 strekt zich uit door de wand 21 van het buisvormige lichaam 3 en heeft een uitmonding 15 in het kanaal 6. Deze uitmonding 15 ligt stroomafwaarts van de zitting 12 dicht onder de kop 9. Ter indicatie, de afstand van de 5 beluchtingsdoorgang 14 tot de zitting 12 bedraagt circa 3 mm. Aldus, wordt voorkomen dat er onder invloed van vacuümeffecten vloeistof in het gedeelte van het kanaal 6 stroomafwaarts van de kop 9 kan blijven steken wanneer de aftapkraan in gesloten toestand verkeert.
Bij zijn stroomafwaartse eind draagt de steel 8 van de plunjer 7 via radiale lijven 10 een buisdeel 16. Dit buisdeel 16 past in wezen vormsluitend in het uitlaateind van het buisvormige lichaam 3. Het buisdeel 16 is onverschuifbaar in het stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam 3 opgenomen. Dit is te bereiken door het uiteinde van het buisvormige lichaam 3 en het buisdeel 16 zodanig te dimensioneren dat het buisdeel 16 strak in het buisvormige lichaam past. De onderlinge klemming is 15 zodanig groot uit te voeren dat onderlinge afdichting gewaarborgd is alsook dat het buisdeel 16 niet onbedoeld door de veer 10 uit het buisvormige lichaam gedrukt wordt. Desgewenst kan de vastklemming van het buisvormige lichaam op het buisdeel ook gerealiseerd of additioneel ondersteund worden middels het U-vormige deel 17, dat dan als klemdeel is aan te duiden. Het klemdeel 17 heeft een U-vormige uitsparing en kan 20 zo zijdelings op het stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam 3 worden geschoven nadat het buisdeel 16 hierin is gestoken. Om de knelling en bevestiging van het buisdeel 16 aan het stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam 3 te verbeteren, is het buisdeel 16 net boven het al dan niet als klemdeel functionerende U-vormige deel 17 voorzien van een verdikkingsrand 18. Het zal duidelijk zijn dat de 25 onderlinge bevestiging van het stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam 3 aan het buisdeel 16 ook op andere wijze kan plaats vinden.
Het buisdeel 16 is verder voorzien van tenminste een radiaal uitsteeksel, zoals de getoonde radiaal afstaande omtreksflens 23. Dit uitsteeksel 23 heeft een aantal functies die in wezen los van elkaar staan en ook niet alle tegelijkertijd gerealiseerd/benut 30 hoeven te worden. Bij het, in het buisvormige lichaam 3, steken van het buisdeel 16 heeft het uitsteeksel 23 tot nut dat deze een aanslag verschaft, zodat men bij het assembleren weet of het buisdeel voldoende ver in het buisvormige lichaam 3 is gestoken. Verder verschaft het uitsteeksel 23 tezamen met de verdikkingsrand 18 een 1030454 13 axiale insluiting van het U-vormige deel 17. Voorts vormt het uitsteeksel 23 een afsteunvlak voor het U-vormige deel 17, via welke de voorspankracht van het veerorgaan 10 op de plunjer 7 kan worden overgedragen.
Het U-deel is bij deze uitvoeringsvorm niet zozeer van belang als klemdeel, het 5 kan zelfs geheel geen klemfunctie hebben. Het U-deel is met name bij de assemblage van de tapkraan van voordeel. Het U-deel laat toe dat men eerst het buisdeel 16 in het buisvormige lichaam bevestigd en pas daarna de veer 10 onder spanning brengt of zelfs monteert. De diameter van de veer 10 is wat groter dan de diameter van het buisdeel 16 en de flens 23, zodat de veer hier overheen geschoven kan worden. Vervolgens drukt 10 men de veer in en plaatst men het U-deel. Het U-deel is van een centrale verdikking voor centrering van de veer voorzien en van een centrale uitsparing voor centrering op de flens 23. Het U-deel 17 kan geheel los op de flens 23 liggen zonder klemmende aangrijping op het buisvormige lichaam 3. Alle krachten van de veer worden dan via de flens 23 op het buisdeel 16 overgedragen.
15 Het buisvormige lichaam 3 heeft een buiszone 20, waarvan de wand zodanig is j gevormd dat deze buiszone 20 een axiale verkorting toelaat wanneer deze buiszone axiaal gecomprimeerd wordt. Deze axiale verkorting toelatende buiszone 20 ligt tussen enerzijds de zitting 12 en anderzijds de plaats waar het buisdeel 16 met het buisvormige lichaam 3 ineengrijpt. Aldus wordt gerealiseerd dat de aftapkraan als één eenheid aan 20 het reservoir 2 gemonteerd kan worden of van het reservoir verwijderd kan worden. De plunjer 7 wordt gedragen door het buisvormige lichaam 3 zelf en hoeft dus niet door andere onderdelen van het frame van de drankdispenser gedragen te worden. Het bewegen van de kop van de plunjer ten opzichte van de zitting 12 wordt mogelijk gemaakt door de buiszone die axiale verkorting toelaat.
25 De axiale verkorting toelatende buiszone is op velerlei manieren te realiseren.
Wanneer men deze buiszone uit een dunwandig, rubberachtig materiaal vervaardigt, eventueel het hele buisvormige lichaam 3 uit een rubberachtig materiaal vervaardigt, wordt deze axiale verkorting vanzelf toegelaten. De axiale verkorting laat zich beter gecontroleerd uitvoeren, wanneer de axiale verkortbare buiszone is voorgevormd met 30 een omtreksvouw 22, waarlangs de wand van het buisvormige lichaam 3 in die zone naar buiten knikt. Door ervoor te zorgen dat de, aan het ondereind van het buisvormige lichaam 3, bevestigde plunjer voldoende ver in het buisvormige lichaam is gestoken (de flens 23 kan hierbij als aanslag voor het uitlaateind van het buisvormige lichaam 3 1030454 14 gebruikt worden) wordt ook in gesloten toestand van de klep de vouw gehandhaafd. Immers, de kop van de plunjer zal op de zitting 12 rusten en aldus voorkomen dat het veerorgaan 10 de plunjer te ver naar beneden drukt en aldus de wand van de verkortbare buiszone zou strekken.
5 Men zou de axiale verkorting toelatende buiszone ook meer harmonica-achtig kunnen uitvoeren.
Het veerorgaan kan als zodanig op velerlei manieren zijn uitgevoerd. Het is volgens de uitvinding echter van voordeel wanneer men hiervoor een eenvoudige cilindrische spiraalveer gebruikt. Door het buisvormige lichaam 3, stroomafwaarts van 10 de zitting 12 van een uitwendige vernauwing vanaf een eerste uitwendige doorsnede D3 naar een tweede uitwendige doorsnede D4 te voorzien, verkrijgt men op eenvoudige wijze een geschikte plaats om de cilindrische spiraalveer tegen af te zetten. De cilindrische spiraalveer 10 zal zich aan de onderzijde op het U-vormige deel 17 kunnen afzetten of bij afwezigheid van het U-vormige deel 17 op de flens 23 of een ander 15 daartoe aan de plunjer 7 voorzien uitsteeksel. Bij de afgebeelde uitvoering is de spiraalveer geheel buiten het kanaal geplaatst, hetgeen de hygiëne en het schoonhouden van het systeem ten goede komt. Bij de afgebeelde uitvoering zal de vloeistof die door de tapkraan stroomt enkel het buisvormig lichaam 3 en de plunjer 7 contacteren.
De aftapkraan volgens de uitvinding is als zodanig op velerlei manieren te 20 bedienen voor het openen. Dit kan zelfs geheel zonder dat er enig specifiek bedieningsorgaan is voorzien. Men zou eenvoudig met de rand van het kopje dat gevuld moet worden, de plunjer kunnen optillen, bijvoorbeeld door de rand van het kopje tegen de flens 23 of de onderrand van het buisdeel 16 te plaatsen. Met het oog op een groot bedieningsgemak, verdient het echter de voorkeur om een afzonderlijk 25 bedieningsorgaan te voorzien.
Bij de getoonde uitvoeringsvorm bestaat het bedieningsorgaan, dat in figuur 3 afzonderlijk perspectivisch is afgebeeld, uit een, in wezen, plaatvormig lichaam met aan één eind een greepdeel 25 en in langsrichting op afstand daarvan een opnamegat 26 voor opname van het uitstroomeind van het, door het buisvormige lichaam 3 en de 30 plunjer 7, gevormde samenstel. Dit opnamegat 26 is zodanig uitgevoerd dat een door het kanaal 6 passerende stroom vloeistof van dit opnamegat 26 geen belemmering zal ondervinden, oftewel de stroom vloeistof kan dit opnamegat 26 vrijelijk passeren. In het opnamegat zijn twee tegenover liggende opdrukorganen 29 voorzien. Deze 1030454 15 opdrukorganen 29 liggen in geassembleerde toestand tegen de onderzijde van de flens 23 van de plunjer. Het bedieningsorgaan 24 is verder voorzien van twee pennen 27, die co-lineair zijn opgesteld met een gemeenschappelijke zwenkhartlijn 28. Beschouwd in langsrichting L van het bedieningsorgaan, welke langsrichting dwars op die 5 zwenkhartlijn 28 staat, liggen de pennen 27 tussen het contactvlak van de opdrukorganen 29 met de plunjer enerzijds en het greepdeel 25 anderzijds. Aldus wordt bereikt dat een naar beneden zwenken van het greepdeel 25 rond de zwenkhartlijn 28 resulteert in een omhoog zwenken van de contactvlakken van de opdrukorganen 29 en aldus de plunjer 7 omhoog geduwd wordt zodat de kop 9 daarvan vrijkomt uit de zitting 10 12. Opgemerkt zij, dat de pennen 27 ook verder van het greepdeel 25 verwijderd kunnen zijn dan de contactvlakken van de opdrukorganen 29. In dat geval zal men het greepdeel 25 omhoog moeten zwenken om de opdrukorganen 29 omhoog te doen bewegen voor het optillen van de kop 9 uit de zitting 12. Uit een oogpunt van bedieningsgemak heeft dit minder voorkeur.
15 Verwijzend naar de figuren 3 en 4 is te zien dat het frame van de drankdispenser van twee oplegpunten 39 voor de pennen 27 is voorzien. Deze oplegpunten 39 zijn in wezen in de richting van het greepdeel 25 openende sleuven. Aldus kan het bedieningsorgaan 24 eenvoudig gemonteerd worden door het bedieningsorgaan zo in de sleuven 39 te schuiven. Teneinde te voorkomen dat de pennen 27 uit die sleuven 39 20 losraken, is er additioneel nog een opsluitorgaan 43 voorzien met twee, al dan niet van veren voorziene, poten 64 die eveneens in de sleuven 39 gestoken worden om de pennen 27 op hun plaats te houden.
Verwijzend naar de figuren 2 en 3 is voorts nog te zien dat het buisvormige lichaam 3 is voorzien van een doorgang 31 die uitkomt stroomopwaarts van de zitting 25 12. In deze doorgang 31 is een aansluitstomp voor een op zich bekend pijlglas 32 te steken.
Verwijzend naar wederom, in het bijzonder, de figuren 2 en 3 is te zien dat het buisvormige lichaam 3 bij de inlaat 4 is voorzien van een zeef 33 in de vorm van radiaal, schuin opstaande vingers 34. Deze voorkomen dat grotere vuildeeltjes of vellen 30 in de aftapkraan terecht kunnen komen. Doordat de armen 34 schuin opstaan, wordt bereikt dat dergelijke grotere vuildelen min of meer zijdelings van de armen 34 worden tegengehouden en dat de doorstroombaarheid van de zeef 33 van boven af langer gewaarborgd blijft.
1030454 16
Door de plunjerkop 9 paddestoelvormig uit te voeren in combinatie met het uitvoeren van het buisvormige lichaam in een rubberachtig materiaal, wordt bereikt dat men de plunjer 7 vanaf het uitlaateind in een richting tegenovergesteld aan de stromingsrichting (pijl F) in het buisvormige lichaam 3 kan steken. De paddestoelvorm 5 van de kop 9 maakt het mogelijk dat de kop 9 de doorgang D2, die smaller is dan de kop 9, kan passeren. Deze paddestoelvorm maakt het ook mogelijk dat men de plunjer uit het buisvormige lichaam 3 kan verwijderen door deze in de richting van de stromingsrichting (pijl F) naar beneden te trekken. Een en ander is van nut bij het reinigen van de aftapkraan volgens de uitvinding, als ook bij ander onderhoud, 10 bij voorbeeld om de plunj er te vervangen.
Voorts is met name in figuur 2 te zien dat het buisvormige lichaam 3, dicht bij de inlaat 4, is voorzien van een insnoeringszone 35, waarin de rand 36 rond een doorgang 38 en de bodem 37 van het reservoir 2 is opgenomen. Wanneer het buisvormige lichaam 3 van een rubberachtig materiaal is gemaakt, wordt aldus zonder verdere 15 maatregelen op eenvoudige wijze een goede afdichting van de aftapkraan op de bodem van het reservoir gerealiseerd. Voorts is het aldus op eenvoudige wijze mogelijk om het buisvormige lichaam 3 uit de bodem te verwijderen en weer terug te plaatsen om eventueel de gehele aftapkraan te vervangen.
Het feit, dat er buiten het buisvormige en de plunjer verder geen delen van de 20 aftap in aanraking komen met de drank, betekent dat de problemen hiermee op het gebied van hygiëne e.d. ook tot deze twee delen beperkt blijft. Bij de overige delen als de veer en opsluitdeel (17) kan men bij de keuze van materiaal en de vorm zuiver laten leiden door de functionaliteit en hoeft men geen rekening te houden met vorm- en materiaalvoorschriften die met de voedselveiligheid te maken hebben.
25 Verder is de aftapkraan feitelijk aangebracht in de wand van het drankreservoir en niet als een los geheel op enige afstand daarvan. Daardoor zijn geen toe of afvoerleidingen nodig die de constructie van een koffiecontainer over het algemeen veel ingewikkelder maken. Dit alleen al maakt de montage en demontage eenvoudiger en daarmee ook het onderhoud van het geheel.
30 1030454

Claims (15)

1. Aftapkraan (1) voor een drankreservoir (2), waarbij de aftapkraan (1) omvat: • een buisvormig lichaam (3) met daarin een zich vanaf een inlaateind (4) naar een 5 uitlaateind (5) uitstrekkend kanaal (6); • een plunjer (7) omvattende een steel (8) en een kop (9), waarbij de kop (9) naar het inlaateind (4) gericht is en de steel (8) zich vanaf de kop (9) door het kanaal (6) in de richting van het uitlaateind (5) uitstrekt; • een veerorgaan (10) 10 waarbij, beschouwd in doorlaatrichting, het kanaal (6) zich bij een inwendige vernauwing (11) vanaf een eerste inwendige doorsnede (Di) vernauwt tot een tweede inwendige doorsnede (D2); waarbij de inwendige vernauwing (11) een zitting (12) vormt voor de naar het uitlaateind (5) gekeerde onderzijde (13) van de kop (9); 15 waarbij de plunjer (7) heen en weer beweegbaar is tussen een gesloten stand waarin de onderzijde van de kop (9) op de zitting (12) ligt en een geopende stand waarin de onderzijde (13) van de kop (9) op afstand boven de zitting (12) ligt; waarbij het veerorgaan (10) enerzijds met voorspanning inwerkt op het buisvormige lichaam (3) en anderzijds op de plunjer (7) om de plunjer (7) naar de gesloten stand 20 voor te spannen; waarbij de zitting (12) en de onderzijde (13) van de kop (9) zodanig zijn gevormd dat ze, bij aanligging tegen elkaar onder invloed van de voorspanning van het veerorgaan (10), een afdichtende afsluiting van het kanaal (6) vormen. 25
2] Aftapkraan (1) volgens conclusie 1, waarbij de eerste inwendige doorsnede (Di) groter is dan, beschouwd in dwarsrichting van het kanaal (6), de kop (9) zodanig dat, wanneer de kop (9) van de zitting (12) is opgetild, vloeistof om de kop (9) heen door het kanaal (6) kan stromen. 30
3] Aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steel (8), over althans een gedeelte van de lengte, een kruisvormige dwarsdoorsnede heeft. 1 030454
4] Aftapkraan (1) volgens conclusie 3, waarbij het kanaal (6) stroomafwaarts van de zitting (12) een geleidingszone heeft met zodanige inwendige doorsnede dat deze een geleiding vormt voor de kruisvormige dwarsdoorsnede van de steel (8), en waarbij de steel (8) in langsrichting van het kanaal (6) door de tweede inwendige doorsnede (1¼) 5 en de geleidingszone heen verschuifbaar is.
5] Aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het buisvormige lichaam (3) een beluchtingsdoorgang (14) omvat, welke zich uitstrekt door de wand (21) van het buisvormige lichaam (3) en stroomafwaarts van de zitting (12) met een 10 uitmonding (15) uitmondt in het kanaal (6).
6] Aftapkraan (1) volgens conclusie 5, waarbij de uitmonding (15) van de beluchtingsdoorgang (14) ten hoogste 8 mm stroomafwaarts van de zitting (12) ligt, bij voorkeur ten hoogste 5 mm, zoals 3,5 mm. 15
7] Aftapkraan (1) volgens conclusie 5, waarbij, in langsrichting van het kanaal (6) en in stroomafwaartse richting beschouwd, de uitmonding een afstand heeft tot de zitting (12) die ten hoogste 40%, bijvoorkeur ten hoogste 30% bijvoorbeeld circa 15%, bedraagt van de kleinste inwendige diameter van het buisvormige lichaam. 20
8] Aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steel (8) van de plunjer (7) bij het stroomafwaartse eind daarvan een buisdeel (16) draagt dat in wezen vormsluitend in het stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam (3) is opgenomen. 25
9] Aftapkraan (1) volgens conclusie 8, waarbij het buisdeel (16) onverschuifbaar met dat stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam (3) ineengrijpt.
10] Aftapkraan (1) volgens conclusie 8 of 9, waarbij het buisdeel (10) en het 30 stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam (3) zodanig zijn uitgevoerd dat een krachtgesloten opname van het buisdeel (16) in dat stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam (3) realiseerbaar is. 1 030454
11] Aftapkraan (1) volgens conclusie 10, waarbij het stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam is gevormd van een elastisch deformeerbaar rubberachtig materiaal. 5
12] Aftapkraan (1) volgens een der conclusies 8-9, verder omvattende een klemdeel (17) voorzien rond het stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam (3) zodanig dat dit stroomafwaartse gedeelte van het buisvormige lichaam (3) is vastgeklemd op het buisdeel (16) van de plunjer (7). 10
13] Aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies 8-12, waarbij dit buisdeel (16) uitwendig een verdikkingsrand (18) omvat voor ineengrijping met het inwendige van het kanaal (6).
14] Aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies, 15 waarbij het veerorgaan een spiraalveer (10) is, in het bijzonder een cilindrische spiraalveer (10); waarbij de spiraalveer (10) en het buisvormige lichaam (3) concentrisch ten opzicht van elkaar verlopen; en waarbij de spiraalveer (10) uitwendig van dat buisvormige lichaam (3) is voorzien. 20 15] Aftapkraan (1) volgens conclusie 14, waarbij het buisvormige lichaam (3), stroomafwaarts van de zitting (12) en in doorlaatrichting van het kanaal (6), een eerste uitwendige doorsnede (D3) heeft die zich bij een uitwendige vernauwing (19) vernauwt tot een tweede uitwendige doorsnede 25 (D 4); waarbij de eerste uitwendige doorsnede (D3) groter is dan de uitwendige doorsnede van de spiraalveer (10) en de tweede uitwendige doorsnede (D4) kleiner is dan de inwendige doorsnede van de spiraalveer; waarbij het ene eind van de spiraalveer (10) inwerkt op het buisvormige lichaam (3) bij 30 de uitwendige vernauwing (19); en waarbij het andere eind van de spiraalveer (10) inwerkt op het stroomafwaartse eind van de plunjer (7). 1030454 16] Aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies, waaronder tenminste conclusie 9 en bij voorkeur ook conclusie 15, waarbij het buisvormige lichaam (3), tussen enerzijds de zitting (12), in het bijzonder de uitwendige vernauwing (19), en anderzijds de plaats van ineengrijping van het 5 buisdeel (16) met het buisvormige lichaam (3), een buiszone (20) omvat waarvan de wand (21) zodanig is gevormd dat deze een axiale verkorting van die buiszone (20), bijvoorbeeld op harmonica-achtige wijze, toelaat wanneer de axiale afstand tussen enerzijds de zitting (12) en anderzijds de plaats van ineengrijping van het buisdeel (16) met het buisvormige lichaam (3) afneemt. 10 17] Aftapkraan (1) volgens conclusie 16, waarbij die buiszone (20) is voorgevormd met een omtreksvouw (22) waarlangs de wand van het buisvormige lichaam (3) naar buiten knikt.
15 18] Aftapkraan (1) volgens een der conclusies 16-17, waarbij het buisdeel (16) aan het uitlaatzijdige eind tenminste een uitsteeksel (23), zoals een radiaal uitstaande flens (23), omvat welke uitsteeksel buiten het buisvormige lichaam (3) is gelegen. 19] Aftapkraan (1) volgens conclusie 18, waarbij het andere eind van de spiraalveer 20 (10) op de plunjer (7) inwerkt via dat uitsteeksel (23). 20] Aftapkraan volgens een der conclusies 15-19, waarbij de inwendige diameter van de spiraalveer (10) groter is dan de grootste uitwendige diameter van het buisdeel (16); waarbij een opsluitdeel (17) is voorzien waarin het buisdeel (16) opneembaar is en 25 waarop het andere eind van de spiraalveer (10) afsteunbaar is; en waarbij het buisdeel (16) is voorzien van tenminste een steunorgaan (23) waarop het opsluitdeel (23) afsteunbaar is onder invloed van de verwerking van de spiraalveer (10). 21] Aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een 30 bedieningsorgaan (24) met: • een greepdeel (25); 1 030454 • een opnamegat (26) voor opname van het uitstroomeind van het samenstel van buisvormig lichaam (3) en plunjer (7) op zodanige wijze dat een door het kanaal (6) passerende stroom vloeistof het opnamegat (26) onbelemmerd passeert; • zwenkasmiddelen (27), zoals pennen of penopnames, die een zwenkhartlijn (28) 5 bepalen voor verzwenking van het bedieningsorgaan (24); waarbij het opnamegat (26) en het greepdeel (25) in langsrichting van het bedieningsorgaan (24) uit elkaar geplaatst zijn; waarbij bij het opnamegat (26) tenminste een opdrukorgaan (29) is voorzien dat is ingericht om het samenstel van buisvormig lichaam (3) en plunjer (7) van onderaf op te 10 drukken wanneer het opdrukorgaan (29) omhoog beweegt; en waarbij de zwenkhartlijn (28) zich dwars op die langsrichting uitstrekt en is gelegen tussen het greepdeel (25) en het tenminste ene opdrukorgaan (29) zodanig dat het naar beneden zwenken van het greepdeel (25) rond de zwenkhartlijn (28) resulteert in een omhoog zwenken van het tenminste ene opdrukorgaan (29). 15 22] Aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kop (9) van de plunjer (7) en het buisvormige lichaam (3) zodanig zijn gevormd dat de plunjer (7) vanaf het uitlaateind (5) in het buisvormige lichaam (3) is te steken totdat de kop (9) zich boven de zitting (12) bevindt. 20 23] Aftapkraan (1) volgens conclusie 22, waarbij de kop (9) van de plunjer (7) en het buisvormige lichaam (3) zodanig zijn gevormd dat de plunjer (7), vanuit een toestand waarin de plunjer (7) zich in het buisvormige lichaam (3) bevindt met de kop (9) boven de zitting (12), in stroomafwaartse richting uit het buisvormige lichaam (3) is te trekken 25 ter verwijdering van de plunjer (7). 24] Aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steel (8) van de plunjer (7) zich uitstrekt tot in het uitlaateind (5) van het kanaal (6), en waarbij het stroomafwaartse eind (30) van de steel (8) in stromingsrichting toelopend is uitgevoerd. 30 25] Aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij door de wand (21) van het buisvormige lichaam (3) een doorgang (31) voor aansluiting van een 1 030454 peilglas (32) is voorzien, welke doorgang (31) in het kanaal (6) uitmondt stroomopwaarts van de zitting (12). 26] Aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het buisvormige 5 lichaam (3) aan het inlaateind (4) is voorzien van een zeef (33). 27] Aftapkraan (1) volgens conclusie 26, waarbij de zeef (33) is gevormd door radiale armen (34) die zich vanaf het inlaateind (4) schuin tegenstrooms uitstrekken. 10 28] Aftapkraan (1) volgens conclusie 27, waarbij die armen (34) als een geheel met het buisvormige lichaam (3) gevormd zijn. 29] Aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het buisvormige lichaam (3) is vervaardigd uit een rubberachtig materiaal. 15 30] Aftapkraan (1) volgens conclusie 29, waarbij het buisvormige lichaam (3) uitwendig en, beschouwd in stromingsrichting, stroomopwaarts van de zitting (12) is voorzien van een ingesnoerde ringzone (35) voor opname van de rand (36) van een in de bodem (37) van het reservoir (2) gevormde doorgang (38). 20 31] Drankreservoir (2) voorzien van een aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies. 32] Drankreservoir (2) voor warme drank, zoals koffie, thee, of chocolademelk, welk 25 drankreservoir (2) voorzien is van een aftapkraan (1) volgens een der voorgaande conclusies 1-30. 33] Drankreservoir (2) voor gekoelde drank, zoals limonade of vruchtensap, welk drankreservoir (2) voorzien is van een aftapkraan (1) volgens een der voorgaande 30 conclusies 1-30. 34] Drankreservoir (2) volgens een der conclusies 31-33, waarbij het reservoir thermisch geïsoleerd is, in het bijzonder vacuüm geïsoleerd. 1030454 35] Drankreservoir (2) volgens een der conclusies 31-34, waarbij de aftapkraan (1) is voorzien bij de bodem (37) van het reservoir (2). 5 1 030454
NL1030454A 2005-11-17 2005-11-17 Aftapkraan voor een drankreservoir alsmede drankreservoir voorzien van een dergelijke aftapkraan. NL1030454C2 (nl)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030454A NL1030454C2 (nl) 2005-11-17 2005-11-17 Aftapkraan voor een drankreservoir alsmede drankreservoir voorzien van een dergelijke aftapkraan.
AU2006316298A AU2006316298A1 (en) 2005-11-17 2006-11-16 Drink dispensing valve and dispensing valve - drink reservoir assembly
NZ592944A NZ592944A (en) 2005-11-17 2006-11-16 Drink valve with a plunger and spring
KR1020087011825A KR20080068717A (ko) 2005-11-17 2006-11-16 음료 저장기용 송출 밸브와, 이를 구비한 음료 저장기
EP06812749A EP1963224A2 (en) 2005-11-17 2006-11-16 Drink dispensing valve and dispensing valve- drink reservoir assembly
CA002627825A CA2627825A1 (en) 2005-11-17 2006-11-16 Drink dispensing valve and dispensing valve - drink reservoir assembly
CNA2006800427848A CN101309852A (zh) 2005-11-17 2006-11-16 一种用于饮料储存器的排放阀,以及一种具有这种排放阀的饮料储存器
TW095142411A TW200800787A (en) 2005-11-17 2006-11-16 Draw-off valve for a drinks reservoir, as well as a drinks reservoir provided with a draw-off valve of this type
US12/094,125 US20110095057A1 (en) 2005-11-17 2006-11-16 Draw-off valve for a drinks reservoir, as well as a drinks reservoir provided with a draw-off valve of this type
PCT/NL2006/050290 WO2007058537A2 (en) 2005-11-17 2006-11-16 Drink dispensing valve and dispensing valve - drink reservoir assembly
JP2008541099A JP5049979B2 (ja) 2005-11-17 2006-11-16 飲料タンク用抜き弁並びにこのタイプの抜き弁が設けられた飲料タンク
ZA200803825A ZA200803825B (en) 2005-11-17 2008-05-05 Drink dispensing valve and dispensing valve-drink reservoir assembly
NO20082314A NO20082314L (no) 2005-11-17 2008-05-21 Tappekran for en drikkebeholder, og drikkebeholder med en slik tappekran

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030454A NL1030454C2 (nl) 2005-11-17 2005-11-17 Aftapkraan voor een drankreservoir alsmede drankreservoir voorzien van een dergelijke aftapkraan.
NL1030454 2005-11-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030454C2 true NL1030454C2 (nl) 2007-05-21

Family

ID=36010997

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030454A NL1030454C2 (nl) 2005-11-17 2005-11-17 Aftapkraan voor een drankreservoir alsmede drankreservoir voorzien van een dergelijke aftapkraan.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US20110095057A1 (nl)
EP (1) EP1963224A2 (nl)
JP (1) JP5049979B2 (nl)
KR (1) KR20080068717A (nl)
CN (1) CN101309852A (nl)
AU (1) AU2006316298A1 (nl)
CA (1) CA2627825A1 (nl)
NL (1) NL1030454C2 (nl)
NO (1) NO20082314L (nl)
NZ (1) NZ592944A (nl)
TW (1) TW200800787A (nl)
WO (1) WO2007058537A2 (nl)
ZA (1) ZA200803825B (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP5796769B2 (ja) * 2011-06-07 2015-10-21 タイガー魔法瓶株式会社 電気貯湯容器
US20140196493A1 (en) * 2013-01-11 2014-07-17 General Electric Company Refrigerator appliance

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1982750A (en) * 1931-12-01 1934-12-04 Harry J Mccue Dispensing apparatus
GB950077A (en) * 1960-07-15 1964-02-19 Chadburns Liverpool Ltd Improvements in or relating to liquid dispensing valves
EP0112938A2 (en) * 1981-06-15 1984-07-11 Raymond James Clough Liquid outlet controller and pouring spout
US5706985A (en) * 1995-06-06 1998-01-13 Holmes Products Corp. Dispensing closure for liquids
US20020129869A1 (en) * 2001-02-08 2002-09-19 Hydak Kenneth J. Feed tube adapter for a bottled water cooler
US20040004094A1 (en) * 2002-07-05 2004-01-08 Fuu Hwa Vacuum Bottle Co., Ltd. Spigot device for a liquid container
US6845786B1 (en) * 2004-04-07 2005-01-25 Heiner Ophardt Spigot valve

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2764385A (en) * 1951-06-26 1956-09-25 Edward H Sieling Faucet
US3376582A (en) * 1966-02-23 1968-04-09 Trim Molded Products Co Inc Dispensing nozzle for liquid dispenser
US4049157A (en) * 1975-12-31 1977-09-20 Eunice Carson Pour spout construction
NL8201086A (nl) * 1982-03-16 1983-10-17 Grolsche Bierbrouwerij Stationaire biertank.
GB2121951B (en) * 1982-05-28 1985-08-29 Tokyo Shibaura Electric Co A heat pot
DE3446214A1 (de) * 1984-12-19 1986-06-26 Streicher Emide Metall Auslaufventil
US4676411A (en) * 1985-07-01 1987-06-30 Dia Vacuum Bottle Industrial Co., Ltd. Stopper of liquid container
ES2059795T3 (es) * 1988-04-27 1994-11-16 Fas Adriani Antonio Santino Tapadera provista de un vertedor de caudal variable y de un dispositivo de puesta en la atmosfera.
US5142610A (en) * 1990-01-03 1992-08-25 Sunbeam Corporation Liquid heating and dispensing appliance and valve construction
US5351861A (en) * 1993-04-23 1994-10-04 Jovellana Bartolome D Beverage dispenser having turntable-supported multiple beverage containers
US5678737A (en) * 1995-10-25 1997-10-21 Prototype Development Corp. Vented liquid dispenser and attachment cap therefor
KR970078537A (ko) * 1996-05-31 1997-12-12 배순훈 냉장고용 급수장치
US7278454B2 (en) * 2003-03-13 2007-10-09 Laminar Technologies, Llc Beverage dispensing apparatus

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1982750A (en) * 1931-12-01 1934-12-04 Harry J Mccue Dispensing apparatus
GB950077A (en) * 1960-07-15 1964-02-19 Chadburns Liverpool Ltd Improvements in or relating to liquid dispensing valves
EP0112938A2 (en) * 1981-06-15 1984-07-11 Raymond James Clough Liquid outlet controller and pouring spout
US5706985A (en) * 1995-06-06 1998-01-13 Holmes Products Corp. Dispensing closure for liquids
US20020129869A1 (en) * 2001-02-08 2002-09-19 Hydak Kenneth J. Feed tube adapter for a bottled water cooler
US20040004094A1 (en) * 2002-07-05 2004-01-08 Fuu Hwa Vacuum Bottle Co., Ltd. Spigot device for a liquid container
US6845786B1 (en) * 2004-04-07 2005-01-25 Heiner Ophardt Spigot valve

Also Published As

Publication number Publication date
US20110095057A1 (en) 2011-04-28
NO20082314L (no) 2008-08-14
CN101309852A (zh) 2008-11-19
KR20080068717A (ko) 2008-07-23
TW200800787A (en) 2008-01-01
ZA200803825B (en) 2009-10-28
JP2009515790A (ja) 2009-04-16
CA2627825A1 (en) 2007-05-24
AU2006316298A1 (en) 2007-05-24
JP5049979B2 (ja) 2012-10-17
WO2007058537A3 (en) 2007-07-12
WO2007058537A2 (en) 2007-05-24
EP1963224A2 (en) 2008-09-03
NZ592944A (en) 2012-12-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7766057B2 (en) Bottom fillable bottles and systems for charging the same
US8827106B2 (en) Bottom fillable bottles and systems for charging the same
US7415921B2 (en) Apparatus for preparing a beverage suitable for consumption, such as coffee
KR100786962B1 (ko) 흡입관을 갖는 탄산 음료 용기를 위한 유출 방지 유량 제어부재
US9179796B2 (en) Beverage making container for placement onto a cup
EP1884482A2 (en) Closure device for drinking vessel
US6276559B1 (en) Liquid container with pump and heat sealing system
WO2011020501A1 (en) Lid for a liquid container
NL1030454C2 (nl) Aftapkraan voor een drankreservoir alsmede drankreservoir voorzien van een dergelijke aftapkraan.
AU2002360190B2 (en) Liquid dispensing tap
NL2018182B1 (en) Stopper assembly, use of a stopper assembly.
JP4683139B2 (ja) 電動式エアーポット
CN102144865A (zh) 饮料冲泡器
EP1809549B1 (en) Valves for drinking cups
US3840159A (en) Dispenser
AU2012202432A1 (en) Draw-off valve for a drinks reservoir, as well as a drinks reservoir provided with a draw-off valve of this type
US20140096866A1 (en) Tipless can filling valve
CA2715689C (en) Beverage making container for placement onto a cup
GB2474703A (en) Dispensing Tap

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20201201