NL1030421C2 - Inrichting voor het verifieren van een identificatiecode. - Google Patents

Inrichting voor het verifieren van een identificatiecode. Download PDF

Info

Publication number
NL1030421C2
NL1030421C2 NL1030421A NL1030421A NL1030421C2 NL 1030421 C2 NL1030421 C2 NL 1030421C2 NL 1030421 A NL1030421 A NL 1030421A NL 1030421 A NL1030421 A NL 1030421A NL 1030421 C2 NL1030421 C2 NL 1030421C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
detection
screen
display
opening
Prior art date
Application number
NL1030421A
Other languages
English (en)
Inventor
Franciscus Martinus C Heesters
Marinus Johannes De Leeuw
Henricus Maria Van De Boogaert
Original Assignee
Tokheim Netherlands B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tokheim Netherlands B V filed Critical Tokheim Netherlands B V
Priority to NL1030421A priority Critical patent/NL1030421C2/nl
Priority to ES06076983.3T priority patent/ES2548091T3/es
Priority to EP06076983.3A priority patent/EP1801723B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1030421C2 publication Critical patent/NL1030421C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07FCOIN-FREED OR LIKE APPARATUS
    • G07F19/00Complete banking systems; Coded card-freed arrangements adapted for dispensing or receiving monies or the like and posting such transactions to existing accounts, e.g. automatic teller machines
    • G07F19/20Automatic teller machines [ATMs]
    • G07F19/205Housing aspects of ATMs
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F21/00Security arrangements for protecting computers, components thereof, programs or data against unauthorised activity
    • G06F21/70Protecting specific internal or peripheral components, in which the protection of a component leads to protection of the entire computer
    • G06F21/86Secure or tamper-resistant housings
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07FCOIN-FREED OR LIKE APPARATUS
    • G07F19/00Complete banking systems; Coded card-freed arrangements adapted for dispensing or receiving monies or the like and posting such transactions to existing accounts, e.g. automatic teller machines
    • G07F19/20Automatic teller machines [ATMs]
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07FCOIN-FREED OR LIKE APPARATUS
    • G07F19/00Complete banking systems; Coded card-freed arrangements adapted for dispensing or receiving monies or the like and posting such transactions to existing accounts, e.g. automatic teller machines
    • G07F19/20Automatic teller machines [ATMs]
    • G07F19/201Accessories of ATMs
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07FCOIN-FREED OR LIKE APPARATUS
    • G07F7/00Mechanisms actuated by objects other than coins to free or to actuate vending, hiring, coin or paper currency dispensing or refunding apparatus
    • G07F7/005Details or accessories
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07FCOIN-FREED OR LIKE APPARATUS
    • G07F7/00Mechanisms actuated by objects other than coins to free or to actuate vending, hiring, coin or paper currency dispensing or refunding apparatus
    • G07F7/08Mechanisms actuated by objects other than coins to free or to actuate vending, hiring, coin or paper currency dispensing or refunding apparatus by coded identity card or credit card or other personal identification means
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07FCOIN-FREED OR LIKE APPARATUS
    • G07F7/00Mechanisms actuated by objects other than coins to free or to actuate vending, hiring, coin or paper currency dispensing or refunding apparatus
    • G07F7/08Mechanisms actuated by objects other than coins to free or to actuate vending, hiring, coin or paper currency dispensing or refunding apparatus by coded identity card or credit card or other personal identification means
    • G07F7/0806Details of the card
    • G07F7/0833Card having specific functional components

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Accounting & Taxation (AREA)
  • Finance (AREA)
  • Computer Hardware Design (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Computer Security & Cryptography (AREA)
  • Software Systems (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Burglar Alarm Systems (AREA)
  • Control Of Vending Devices And Auxiliary Devices For Vending Devices (AREA)
  • Automatic Analysis And Handling Materials Therefor (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het verifiëren van een identificatiecode.
BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor 5 het verifiëren van een identificatiecode, omvattende een kaartinvoereenheid voor het daarin invoeren van een identificatiekaart en voor het aflezen van identificatiegegevens van de identificatiekaart, en een aanraakgevoelig beeldscherm voor het ontvangen van de identificatiecode. Voorts is de uitvinding gericht op een betaalautomaat, alsmede een automaat voor de uitgifte van 10 waardepapieren omvattende een inrichting zoals hierboven is omschreven.
Dergelijke automaten zijn bekend, en worden veelvuldig gebruikt in een grote verscheidenheid aan toepassingen. Betalingsautomaten omvattende een dergelijke inrichting worden bij voorbeeld vaak gebruikt voor het leveren en afrekenen van goederen en diensten, zonder tussenkomst van begeleidend 15 personeel. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan onbemande tankstations, onbemande incheckbalies op vliegvelden, geldautomaten, en dergelijke.
Bij dergelijke inrichtingen voert een gebruiker bijvoorbeeld een identificatiekaart in (zoals een bankpas of een soortgelijke smartcard of chipcard), en volgt de gebruiker de instructies die aan hem verschaft worden via het 20 beeldscherm. Deze instructies omvatten onder meer de ingave van een persoonlijk identificatienummer (PIN), waarbij door de inrichting een toetsenbord op het beeldscherm wordt afgebeeld, waarmee de gebruiker zijn PIN-code kan invoeren.
Het moge duidelijk zijn dat dergelijke inrichtingen in hoge mate dienen te worden beschermd tegen sabotage en inbraak in het apparaat, ten einde 25 de persoonlijke gegevens van gebruikers van dergelijke inrichtingen, alsmede de uitgifte van die diensten en goederen in ruil voor al dan niet gemaakte betalingen, te kunnen beschermen. Aan de configuratie van dergelijke inrichtingen zijn daarom wettelijke eisen gesteld, die de inrichting moeten beschermen tegen kwade invloeden van buitenaf. Het dient te worden begrepen dat in het bijzonder de invoer 30 van de PIN-code door de gebruiker beschermd dient te worden omwille van de veiligheid van de gebruiker zelf, en de bescherming van zijn eigendommen. De stand van de techniek maakt hiervoor veelal gebruik van automaten voorzien van zowel een beeldscherm waarop instructies worden verschaft, alsmede een fysiek gescheiden toetsenbord voor het ingeven van de PIN-code. Het voordeel van het 1030421 2 gebruik van een fysiek gescheiden toetsenbord is dat deze veel eenvoudiger kan worden beschermd tegen sabotagepogingen van buitenaf. Nadeel van automaten die zowel zijn voorzien van een touchscreen of aanraakgevoelig beeldscherm alsmede een toetsenbord voor het ingeven van een PIN-code, is dat de gebruiker 5 een deel van de informatie dient in te voeren op het beeldscherm, terwijl andere informatie (in het bijzonder de PIN-code) dient te worden ingevoerd op het toetsenbord. Dit veroorzaakt verwarring bij de gebruiker. Bovendien zal het duidelijk zijn dat de automaat in zijn geheel groter wordt wanneer zowel een toetsenbord als een beeldscherm dient te worden voorzien. Aangezien de complexiteit van de uit te 10 voeren beveiligingsmaatregelen omgekeerd evenredig is met de omvang van de automaat, zal het duidelijk zijn dat het gebruik van zowel een aanrakingsgevoelig beeldscherm als een fysiek toetsenbord nadelen oplevert.
Naast bovengenoemde automaten voorzien van zowel aanrakingsgevoelig beeldscherm als fysiek toetsenbord, bestaan er inmiddels 15 automaten die slechts zijn voorzien van een aanrakingsgevoelig beeldscherm, waarbij de gebruiker van de automaat de PIN-code dient in te voeren op het aanrakingsgevoelige beeldscherm op instructie van de automaat. De door het beeldscherm ontvangen invoersignalen dienen, zoals reeds genoemd, zeer goed te worden beschermd tegen pogingen door derden om deze signalen te achterhalen. 20 Het beeldscherm is daartoe veelal uitgevoerd met een coderingsschakeling, die de invoersignalen van het beeldscherm codeert alvorens ze via een draadgebonden verbinding naar een beheereenheid in de inrichting worden verzonden. De draadverbindingen van het beeldscherm worden hierbij in een behuizing van de inrichting geleid, waarin zich de beheereenheid bevindt. De behuizing is veelal 25 uitgevoerd met middelen die beschadiging of sabotage van de inrichting detecteren, zodat het voor derden uiterst moeilijk is, zo niet onmogelijk, om de elektronica in de behuizing van de automaat te bereiken. Omwille van efficiënte warmte-afvoer en compactheid van de behuizing bevindt het beeldscherm zich meestal buiten de behuizing, zodat de coderingschakeling voor het coderen van de van het 30 beeldscherm afkomstige signalen dient te zijn geïntegreerd met het beeldscherm. De vakman zal inzien dat buiten de bescherming van de behuizing er geen signaal voerende geleiders aanwezig mogen zijn waarover ongecodeerde signalen worden gevoerd. Het integreren van de schakeling met het beeldscherm is een geëigende methode, waarbij de elektronica van het beeldscherm zelf weer tegen 1030421 3 inbreukpogingen of sabotage beschermd dient te worden. Dit laatste wordt veelal bereikt door de elektronica in te gieten in bijvoorbeeld epoxyhars teneinde het contact maken met verschillende elementen van de coderingsschakeling wordt belemmerd.
5 Nadeel is echter dat door het gebruik van epoxyhars sabotage van de inrichting niet volledig kan worden vermeden. Voorts draagt het coderen van de signalen afkomstig van het beeldscherm bij aan de algehele complexiteit van een dergelijke inrichting.
Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding een inrichting 10 voor het verifiëren van een identificatiecode te verschaffen welke de nadelen ten aanzien van de stand van de techniek wegneemt, en welke zo compact mogelijk is.
Deze en andere doelstellingen worden door de uitvinding bereikt doordat deze een inrichting voor het verifiëren van een identificatiecode verschaft, omvattende een kaartinvoereenheid voor het daarin invoeren van een 15 identificatiekaart en voor het aflezen van identificatiegegevens van de identificatiekaart, en een aanraakgevoelig beeldscherm voor het ontvangen van de identificatiecode, waarbij het beeldscherm is voorzien van eerste detectiemiddelen voor het detecteren van beschadiging van het beeldscherm, en waarbij het beeldscherm verbindingsmiddelen omvat voor het ontvangen en versturen van 20 signalen, verder omvattende een behuizing voor het daarin opnemen van de kaartinvoereenheid, welke behuizing is voorzien van tweede detectiemiddelen voor het detecteren van beschadiging van de behuizing, waarin de behuizing een opening omvat voor het ten minste gedeeltelijk ontvangen van het beeldscherm, en waarin het beeldscherm zodanig in de opening is geplaatst dat de verbindingsmiddelen zijn 25 gelegen in de behuizing en dat het beeldscherm de opening afsluit.
Het beeldscherm is voorzien van eerste detectiemiddelen die beschadiging van het beeldscherm direct registreren. Tevens is de behuizing voorzien van tweede detectiemiddelen, alsmede een opening voor het ontvangen van een deel van het beeldscherm. Door het beeldscherm zodanig in de opening te 30 plaatsen dat de verbindingsmiddelen van het beeldscherm zijn gelegen in de behuizing wordt bereikt dat de verbindingsmiddelen van het beeldscherm niet van buiten af toegankelijk zijn, zodat de coderingstap voor het coderen van signalen afkomstig van het beeldscherm, welke coderingsstap in inrichtingen overeenkomstig de stand van de techniek dient te worden toegepast, in de inrichting overeenkomstig 1030421 4 de uitvinding overbodig is. De verbindingsmiddelen van het beeldscherm zijn immers niet van buitenaf toegankelijk, en beschadiging van de behuizing wordt direct geregistreerd in welk geval toepasselijke maatregelen genomen kunnen worden.
Om de verbindingsmiddelen van het beeldscherm in de behuizing te 5 kunnen opnemen dient de behuizing een opening te omvatten waarin het beeldscherm tenminste gedeeltelijk kan worden opgenomen. Een dergelijke opening kan worden gezien als een zwakken plek in de beveiliging in de inrichting. Echter, aangezien het beeldscherm is voorzien van eerste detectiemiddelen voor het detecteren van beschadiging van het beeldscherm, en aangezien het beeldscherm 10 zodanig in de opening is geplaatst dat de opening geheel afsluit, is het interieur van de behuizing (in het bijzonder de daarin gelegen elektronica en de verbindingsmiddelen) niet van buitenaf toegankelijk. Indien toch wordt getracht de behuizing via de opening voor het beeldscherm binnen te dringen, dient het beeldscherm te worden beschadigd, hetgeen direct leidt tot het in werking stellen 15 van de eerste detectiemiddelen waarna toepasselijke maatregelen genomen kunnen worden. De vakman zal begrijpen dat het beeldscherm zodanig in de behuizing dient te worden geplaatst dat deze niet eenvoudig uit de opening kan worden genomen, i en desgewenst kan het beeldscherm zodanig zijn bevestigd dat het wegnemen van ! een beeldscherm een verdere detectieschakeling in werking stelt. i 20 Naast een fysieke opening in de behuizing zoals hierboven beschreven, vormt de in de behuizing gemaakte opening voor het opnemen van het beeldscherm mogelijk een elektromagnetisch lek, en kunnen signalen welke door de elektronica die in de behuizing is opgenomen worden overgedragen van buitenaf mogelijk geregistreerd worden. De uitvinder heeft echter ingezien dat het gebruik 25 van dergelijke aanraakgevoelige beeldschermen een dermate grote verstoring van het elektromagnetische veld verschaffen, dat van een elektromagnetisch lek geen sprake is. Het op deze wijze verschaffen van een opening in de behuizing en het afsluiten van de opening met het beeldscherm, waarbij het beeldscherm is voorzien van detectiemiddelen voor het detecteren van beschadiging daarvan, kan dus met 30 voordeel worden toegepast voor het algeheel verkleinen van de complexiteit van de inrichting, en het als zodanig verschaffen van een meer compacte inrichting.
Vuistregel bij inrichtingen van deze aard is dat de compactheid daarvan bijdraagt aan de algehele veiligheid van de inrichting zelf.
1030421 5
Overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten de eerste detectiemiddeien een detectielaag. De detectielaag kan bijvoorbeeld op een beeldscherm zijn aangebracht, en het materiaal waaruit de detectielaag is vervaardigd kan zodanig zijn gekozen dat de elektrische eigenschappen van de 5 detectielaag veranderen bij het beschadigen van de detectielaag. Voordeel van bovengenoemde uitvoeringsvormen is dat wanneer het beeldscherm wordt voorzien van een detectielaag, het gehele beeldscherm kan worden beschermd tegen beschadiging. Nergens op het beeldscherm kan dan getracht worden in het beeldscherm een opening te maken teneinde deze te saboteren.
10 Door het materiaal waaruit de detectielaag is vervaardigd zodanig te kiezen dat de elektrische eigenschappen van de detectielaag veranderen bij beschadiging daarvan, is het mogelijk om beschadiging van de detectielaag met eenvoudige detectieschakelingen te kunnen detecteren. Bij detecteren van een beschadiging van de detectielaag kunnen dan gepaste maatregelen worden 15 getroffen, zoals hieronder verder zal worden beschreven.
Materialen die in het bijzonder geschikt zijn voor het vervaardigen van een dergelijke detectielaag zijn gekozen uit een groep omvattende geleidende deklagen zoals Indium Tin Oxide (ITO) deklagen, nikkel houdende verf, koper houdende verf, of zilver houdende verf.
20 Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm omvattende tweede detectiemiddeien tenminste een detectievlak waarvan de elektrische eigenschappen veranderen bij het beschadigen van het tenminste ene detectievlak. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een detectiefolie of een detectieplaat. In het bijzonder kan het detectievlak een draadpatroon van elektrisch geleidende draden 25 omvatten. Hierbij kan gedacht worden aan een (bijvoorbeeld fijnmazig) roosterstructuur, waarbij een beschadiging of perforatie van het detectievlak beschadiging van de draden oplevert hetgeen detecteerbaar is door een detectieschakeling. Hierop kunnen passende maatregelen worden getroffen, zoals het voortbrengen van een alarm.
30 Overeenkomstig een uitvoeringsvorm bestaat het detectievlak tussen een tweetal ondersteuningslagen waartussen het draadpatroon gelegen is. Het draadpatroon kan bijvoorbeeld zijn ingebed als tussenlaag in een daartoe bestemde printplaat (PCB - “Printed Circuit Board”).
1030421 6
Door de behuizing alzijdig van dergelijke detectievlakken te voorzien, kan effectief worden tegengegaan dat een kwaadwillende de behuizing opent. Bij het openen van de behuizing, bijvoorbeeld door zagen, boren of op een nadere wijze openen van de behuizing, raakt het draadpatroon beschadigd en wordt 5 een alarm voortgebracht.
De draden van de draadpatronen van verschillende detectievlakken welke tegen de behuizing zijn geplaatst kunnen onderling worden verbonden zodat met een enkele detectieschakeling de gehele behuizing kan worden bewaakt. De vakman zal begrijpen dat bij het onderling verbinden van verschillende platen er een 10 potentieel risico is dat een kwaadwillende met behulp van een geleidende lijn of pasta de draden ten opzichte van elkaar overbrugd, zodat het verbreken van een van de draden van de roosters mogelijk niet geregistreerd wordt door de detectieschakeling. De onderlinge verbindingen van draadpatronen tussen verschillende detectievlakken, vormen daarom mogelijk een zwakke plek in de 15 behuizing. Deze zwakke plek kan worden weggenomen door de verbindingen van de draden van het draadpatroon van het tenminste ene detectievlak tussen twee potentiaalmedia te plaatsen, waarbij de potentiaalmedia in bedrijf op van elkaar verschillende elektrische potentialen worden gehouden voor het in bedrijf detecteerbaar maken van het over één of meer verbindingen aanbrengen van een 20 geleidende substantie. Indien de geleidende substantie wordt ingebracht, verdwijnt het potentiaalverschil tussen de potentiaalmedia en zal een detectieschakeling de inbraakpoging registreren. Hierop kunnen wederom passende maatregelen worden getroffen. De genoemde potentiaalmedia kunnen bijvoorbeeld bestaan uit potentiaalplaten, maar tevens is het mogelijk andere potentiaalmedia te gebruiken, 25 zoals draden en andere vormen.
De vakman zal begrijpen dat het gebruik van potentiaalmedia kan worden toegepast op elke verbinding van tenminste een van de draden van een draadpatroon van het tenminste ene detectievlak welke beschermd dient te worden tegen het gebruik van geleidende substanties.
30 Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm omvat het beeldscherm schakelmiddelen voor het aandrijven daarvan. Het beeldscherm kan hierbij zodanig in de behuizing zijn geplaatst dat de schakelmiddelen zijn gelegen in de behuizing. Dit Is mogelijk omdat het beeldscherm in de opening van de behuizing is geplaatst zodat een deel van het beeldscherm op zich over enige afstand kan 10 3 0 4 2 1 7 uitstrekken in de behuizing. Door de schakelmiddelen te verbinden aan het beeldscherm daar waar het beeldscherm zich in de behuizing uitstrekt, kunnen de schakelmiddelen worden opgenomen in de behuizing. De vakman zal begrijpen dat het grote voordelen oplevert ten aanzien van de benodigde bescherming van 5 signalen welke door het beeldscherm worden doorgegeven aan bijvoorbeeld een in de behuizing aanwezige beheereenheid. Indien de schakelmiddelen zich buiten de behuizing zouden dienen te bevinden, is het nodig om de door het beeldscherm afgegeven signalen zodanig te versleutelen, dat deze niet door een kwaadwillende partij kunnen worden afgetapt. Door de schakelmiddelen in de behuizing te 10 plaatsen, waartoe een kwaadwillende zich niet of nauwelijks toegang kan verschaffen, is het versleutelen van de van het beeldscherm afkomstige signalen overbodig zodat de schakeling voor het overbrengen van signalen naar een j eventuele beheereenheid relatief eenvoudig gehouden kan worden. Dit levert, zoals | de vakman zal begrijpen, voordelen op ten aanzien van de omvang van de inrichting, 15 alsmede het vervaardigen daarvan.
Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm omvat de inrichting tevens beheermiddelen voor het besturen van de inrichting. De beheermiddelen kunnen bijvoorbeeld zijn ingericht voor het verifiëren van de juistheid van de identificatiecode op basis van de identificatiegegevens. Op de beheermiddelen zijn 20 zowel de kaartinvoereenheid als het beeldscherm aangesloten, en tevens omvatten de beheermiddelen invoerpoorten voor het ontvangen van bijvoorbeeld een alarmsignaal van detectieschakelingen welke de inrichting tegen sabotage beschermen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting omvat de 25 behuizing een kaartingave-opening voor het vrijgeven van kaartinvoer in de kaartinvoereenheid. In de nabijheid van de kaartingave-opening is de behuizing zodanig driedimensionaal gevormd, dat het uitlijnen van apparaten met de kaartingave-opening effectief kan worden tegengegaan. Door de behuizing in de nabijheid van de kaartingave-opening een zodanige driedimensionale vorm te 30 geven, bijvoorbeeld een hoofdzakelijk ronde vorm die zich gezien vanuit de inrichting naar buiten toe uitstrekt, wordt verhinderd dat een kwaadwillende partij een apparaat voor het saboteren van de inrichting tegen de inrichting aan kan zetten.
i i i 1030421 8
Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting die Hierboven beschreven is, omvat deze tenminste een veiligheidsschakeling, welke is ingericht voor het in een veilige modus schakelen van de inrichting in reactie op het optreden van beschadiging of sabotage van het beeldscherm of de behuizing. In een 5 uitvoeringsvorm daarvan is de veiligheidsschakeling verbonden met bijvoorbeeld de eerste detectiemiddelen of met de tweede detectiemiddelen. Voorts kan de veiligheidsschakeling zijn verbonden met de tenminste twee potentiaalmedia voor het detecteren van toepassen van een geleidende substantie, zoals hierboven is beschreven.
10 De veilige modus kan bijvoorbeeld zijn gekozen uit een groep omvattende het uitschakelen van de inrichting, het doen voortbrengen van een alarmsignaal (dit kan ofwel een hoorbaar luid signaal zijn of een stil alarm aan een centrale alarmcentrale, het wissen van een in de inrichting aanwezig geheugen (waarbij bijvoorbeeld versleutelingscodes in de inrichting worden gewist zodat het 15 decoderen van de in de inrichting gebruikt signalen onmogelijk wordt, of bijvoorbeeld het wijzigen van de in de inrichting gebruikte gegevens, ter ondersteuning van opsporingsmethoden. In dit laatste geval kunnen bijvoorbeeld aan de kwaadwillende partij speciale codes worden doorgegeven welke bij gebruik door de kwaadwillende partij traceerbaar zijn voor bijvoorbeeld een opsporingsambtenaar. Hierdoor wordt 20 het mogelijk de kwaadwillende partij na sabotage van de inrichting verder te volgen, terwijl de door de kwaadwillende partij verkregen gegevens tevens voor hem of haar waardeloos zijn.
Overeenkomstig een verder aspect van de uitvinding verschaft deze een betaalautomaat omvattende een inrichting zoals hierboven beschreven. Voorts 25 kan de uitvinding overeenkomstig nog een verder aspect een automaat voor de uitgifte van waardepapieren verschaffen, zoals bijvoorbeeld een geldautomaat. In plaats van een automaat voor de uitgifte van geld, kan tevens worden gedacht aan een automaat voor het uitgeven van waardebonnen, toegangsbewijzen, reispapieren, persoonlijke identificatiepapieren en andere waardepapieren.
30 De uitvinding zal hieronder worden beschreven aan de hand van enkele niet als beperkend bedoelde uitvoeringsvormen daarvan, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin:
Figuur 1 een betaalautomaat toont, omvattende een inrichting overeenkomstig de uitvinding; 1030421 9 figuur 2 een behuizing voor een inrichting overeenkomstig de onderhavige uitvinding toont; figuur 3 een aanraakgevoelig beeldscherm toont voor een inrichting overeenkomstig de uitvinding; 5 figuur 4 een opengewerkt zijaanzicht toont van de betaalautomaat van figuur 1; figuur 5 schematisch een tweetal detectieplaten voor gebruik in een behuizing overeenkomstig de onderhavige uitvinding toont.
Figuur 1 toont een betaalautomaat 1 waarin een inrichting 10 overeenkomstig de uitvinding voor het verifiëren van een identificatiecode is opgenomen. De betaalautomaat bestaat uit een voorpaneel 2 waarin een kaart· ingaveopening 3 voor een kaarthouder 4 aanwezig is voor het ingeven van een identificatiekaart. De betaalautomaat 1 omvat tevens een aanraakgevoelig beeldscherm 5 waarop, in toestand die getoond is in figuur 1, een toetsenbord is 15 getoond bestaande uit een veelheid toetsen 7. Middels het aanraken van de toetsen op het beeldscherm 5 kan een gebruiker een identificatiecode in de betaalautomaat ingeven. De betaalautomaat 1 zal de ingegeven identificatiecode verifiëren, en onder andere vergelijken met de informatie aanwezig op een ingegeven identificatiekaart.
Een betaalautomaat 1 zoals getoond in figuur 1 is gebruikelijk 20 afgemonteerd in een wand, zoals bijvoorbeeld in een muur van een benzinestation, of op een andere wijze, zodanig dat de achterzijde van de betaalautomaat aan het zicht van de gebruiker onttrokken is. Aan de achterzijde van vóórpaneel 2 is een behuizing 14 geplaatst waarin de werkzame onderdelen van de betaalautomaat zich grotendeels zullen bevinden. Tevens omvat de behuizing 14 een achterplaat 15 voor 25 het beeldscherm 5, teneinde het beeldscherm bijvoorbeeld tegen mechanische beschadiging te beschermen.
Het aanraakgevoelige beeldscherm 5 omvat een detectielaag 9 waarmee beschadiging van het beeldscherm 5 op geschikte wijze te detecteren is. De detectielaag 9 kan bijvoorbeeld bestaan uit een deklaag van indiumtinoxide (ITO) 30 waarvan de elektrische eigenschappen kunnen worden bewaakt. Indien er bijvoorbeeld breuk optreedt van het aanraakgevoelige beeldscherm 5, bijvoorbeeld doordat een niet-geautoriseerd persoon het aanraakgevoelige beeldscherm 5 tracht te perforeren, zal een verandering in de elektrische eigenschappen van de deklaag kunnen worden vastgesteld door de betaalautomaat 1, en kunnen door de 10 3 0 4 21 10 betaalautomaat 1 geschikte maatregelen worden getroffen. Deze maatregelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het uitschakelen van de betaalautomaat en het desgewenst wissen van daarin opgeslagen vertrouwelijke gegevens, zoals versleutelingsgegevens voor het versleutelen van informatie.
5 Het voorpaneel 2 kan nagenoeg vlak zijn, echter omvat in de nabijheid van kaartingave-opening 3 een gebied 12 dat zodanig driedimensionaal is gevormd, dat het uitlijnen van apparaten met de kaartingave-opening wordt bemoeilijkt. Zo kan het gebied 12 bijvoorbeeld enigszins rond, en ten aanzien van de betaalautomaat 1 naar buiten toe uitsteken, zijn gevormd, zodat het lastig wordt een 10 apparaat voor het saboteren van de betaalautomaat zodanig tegen het vóórpaneel 2 daarvan aan te zetten dat deze met de kaartinvoereenheid in de betaalautomaat is uitgelijnd. Een dergelijke maatregel is getroffen teneinde sabotage van de betaalautomaat te ontmoedigen en verhinderen.
Figuur 2 toont de behuizing 14 van de betaalautomaat 1 in figuur 1. 15 De behuizing 14 bestaat uit, of omvat een veelheid detectieplaten 16, 17, 18 en 19, welke zijn ingericht om beschadiging van de behuizing, in het bijzonder het breken of perforeren van de platen 16, 17, 18, 19 te detecteren. De platen 16, 17, 18, 19 worden in het onderhavige geval gevormd door printplaten (“printed circuit boards” -PCB) bestaande uit een tweetal lagen, waartussen zich een fijnmazig patroon van 20 draden bevindt. (In figuur 2 niet getoond). Indien een dergefijke plaat, bijvoorbeeld plaat 17, wordt geperforeerd zal een van de draden van het draadpatroon worden doorbroken, waarmee bijvoorbeeld een stroomkring wordt doorbroken, hetgeen te detecteren is met behulp van een veiligheidsschakeling.
Tevens toont figuur 2 de achterplaat 15 voor het aanraakgevoelige 25 beeldscherm. De achterplaat 15 kan eveneens bestaan uit een veiligheidsplaat zoals hierboven beschreven ten aanzien van de platen 16, 17, 18 en 19, of kan slechts een metalen plaat zijn welke het beeldscherm ondersteund. In dit laatste geval kan een dergelijke veiligheidsplaat apart tussen achterplaat 15 en het aanraakgevoelige beeldscherm worden geplaatst teneinde sabotage van het aanraakgevoelige 30 beeldscherm kunnen detecteren.
De behuizing 14 getoond in figuur 2 is aan de voorzijde 26 open, en wordt geplaatst tegen de achterkant van vóórpaneel 2 in figuur 1. Vóórpaneel 2 omvat aan de achterzijde daarvan een verdere (niet getoonde) detectieplaat die de voorzijde 26 van de behuizing volledig zal afsluiten indien de behuizing tegen de 1030421 11 achterzijde van voorpaneel 2 is geplaatst.
In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de platen 16, 17, 18 en 19 onderling met elkaar verbonden met behulp van veercontacten die ervoor zorgen dat de draadpatronen van elk van de platen 16, 17, 18 en 19 tezamen een enkele 5 stroomkring zullen vormen. Dit zal hieronder verder worden uitgelegd. De detectieplaat (niet getoond) aan de achterzijde van voorpaneel 2 in figuur 1 is op gelijke wijze verbonden met platen 17 en 19 met behulp van veercontacten 20, 21 en 24. Tevens kan een achter het aanraakgevoelige beeldscherm geplaatste i detectieplaat (niet getoond) op deze wijze zijn verbonden met de platen 17 en 19 met j 10 behulp van veercontacten 22 en 23.
De detectieplaten 16, 17, 18 en 19 en de (aan het zicht onttrokken) achterplaat van de behuizing 14, vormen tezamen met de (niet getoonde) detectieplaat van het voorpaneel 2 een bijna afgesloten ruimte. Toegang tot deze ruimte is slechts mogelijk via de opening 25.
15 Figuur 3 toont in doorzicht vanaf de achterzijde het aanraakgevoelige beeldscherm 5 van figuur 1. De aan het zicht onttrokken delen van het aanraakgevoelige beeldscherm 5 zijn gestippeld in figuur 3 weergegeven, zoals de op het scherm getoonde toetsen 7.
Het aanraakgevoelige beeldscherm 5 bestaat uit een beeldscherm 20 31 van het vlakke type, zoals bijvoorbeeld een liquid cristal display (LCD). Op het beeldscherm is de detectielaag 9 aangebracht waarmee beschadiging van het beeldscherm gedetecteerd kan worden. Daaroverheen is een glazen afdekplaat 30 geplaatst.
Schakelmiddelen 29 voor het aansturen van het beeldscherm 31 zijn 25 geplaatst aan de onderzijde daarvan, zoals getoond. Tevens bevindt zich aan de onderzijde van het aanraakgevoelige beeldscherm 5 een potentiaalvalk 33, waarvan de functie hieronder verder zal worden uitgelegd.
Het aanraakgevoelige beeldscherm 5 in figuur 3 wordt zodanig op de behuizing 14 in figuur 2 geplaatst, dat de schakelmiddelen 29 zich in de behuizing 30 14, door de opening 25 uitstrekken. De schakelmiddelen 29 kunnen nu direct worden verbonden met in de behuizing aanwezige stuurmiddelen, welke de werking van de betaalautomaat beheren. Het aanraakgevoelige beeldscherm 5 is zodanig op de behuizing 14 geplaatst dat de opening 25 van de behuizing effectief door het aanraakgevoelige beeldscherm wordt afgesloten. De behuizing 14 is nu aan alle 1030421 12 zijden gesloten, en is bovendien alzijdig door detectielagen beschermd zodat het niet mogelijk is het inwendige van de betaalautomaat 1 vanaf de buitenzijde te bereiken zonder de detectiemiddelen, bestaande uit de detectielaag op het beeldscherm en de detectieplaten van de behuizing, te omzeilen.
5 Figuur 4 toont een opengewerkt zijaanzicht van een betaalautomaat overeenkomstig de onderhavige uitvinding. Hierin zijn detectieplaten en 18 van de behuizing te zien, alsmede de detectieplaat 35 aan de achterzijde van de behuizing. In het inwendige van de behuizing bevinden zich de kaartleesinrichting 39 en de beheermiddelen 38. De beheermiddelen 38 kunnen bijvoorbeeld een veiligheids- of 10 detectieschakeling omvatten, welke de daarop aangesloten detectieplaten 16, 17, 18, 19, 35, de deklaag 9 van het aanraakgevoelige beeldscherm en de (niet getoonde) detectieplaat welke zich aan de achterzijde van het voorpaneel 2 bevindt, bewaakt.
Zoals te zien is in figuur 4 is het beeldscherm 5 zodanig op de 15 behuizing 14 geplaatst, dat deze de opening 25 (slechts te zien in figuur 2) effectief afsluit. De schakelmiddelen 29 strekken zich daarbij in de behuizing uit, en zijn aangesloten (niet zichtbaar) op de beheermiddelen 38. Tevens is potentiaalvlak 33 in figuur 4 te zien, die het beeldscherm en de schakelmiddelen tegen een zogenaamd “conductive glue attack” beschermd, hetgeen hieronder zal worden uitgelegd onder 20 verwijzing naar figuur 5.
In figuur 5 is schematisch een tweetal detectieplaten 42 en 43 getoond, soortgelijk aan bijvoorbeeld detectieplaten 16, 17, 18, 119 en 35 in figuren 1 tot en met 4. De detectieplaten omvatten beide een fijnmazig draadpatroon 46, 48 dat het gehele oppervlak van de detectieplaten 42, 43 beslaat. De detectieplaten 42 25 en 43 kunnen bijvoorbeeld bestaan uit twee of meer lagen waartussen zich het fijnmazige draadpatroon 46, 48 bevindt zodat de draden van het patroon niet toegankelijk zijn zonder de lagen van de platen 42 en 43 te perforeren. Zodoende kunnen de individuele draden van de draadpatronen 46 en 48 niet eenvoudig worden overbrugd zonder het detectiemechanisme in werking te stellen. De draadpatronen 30 46 en 48 vormen samen een stroomkring en zijn verbonden met veiligheidsschakeling 40. Veiligheidsschakeling 40 kan bijvoorbeeld zijn ingericht om te allen tijde de elektrische weerstand van de kring te bewaken, en in geval van veranderingen gepaste maatregelen te treffen, (bijvoorbeeld het uitzenden van een alarmsignaal, het wissen van gegevens in de betaalautomaat, etc.) De 1030421 13 draadpatronen 46 en 48 zijn onderling met elkaar verbonden met behulp van veercontacten 51 en 53. Veercontact 51 welke is gefixeerd aan plaat 43 maakt contact met een eerste uiteinde van het draadpatroon 48. Het veercontact 51 raakt een contactgebied 50 op plaat 42 wanneer de platen 42 en 43 op de juiste wijze 5 tegen elkaar zijn geplaatst. Contactgebied 50 is wederom verbonden met een van de uiteinden van draadpatroon 46. Op gelijke wijze is het andere uiteinde van draadpatroon 48 verbonden met veercontact 53, en is veercontact 53 bevestigd aan plaat 43. Indien de platen 42 en 43 op de juiste wijze tegen elkaar zijn gezet, maakt veercontact 53 elektrisch contact met contactgebied 52 van plaat 42. Contactgebied 10 52 staat in verbinding met het andere uiteinde van draadpatroon 46, zodat op deze wijze een gesloten elektrische stroomkring wordt gevormd vanuit veiligheidsschakeling 40 naar draadpatroon 46, via contactgebied 50 naar veercontact 51 en naar draadpatroon 48. Vanaf draadpatroon 48 weer terug via veercontact 53 naar contactgebied 52 en van daaruit naar draadpatroon 46 en weer 15 terug naar veiligheidsschakeling 40.
Figuur 5 is een schematische tekening. De vakman zal begrijpen dat het open blanco gebied tussen contactgebieden 50 en 52 van detectieplaat 42 in werkelijkheid gevuld zal zijn met draden van het draadpatroon 46. Ditzelfde geldt voor het onbeschermde gebied tussen veercontacten 51 en 53 op detectieplaat 43. 20 Voorts zullen de platen 42 en 43 mogelijk ten opzichte van elkaar een hoek vormen, zoals bijvoorbeeld het geval bij platen 17 en 18 in figuur 2. In de gestippelde cirkel 60 is in perspectief weergegeven hoe veercontact 51 in dat geval contact maakt met het contactgebied 50. In deze perspectieftekening 60 zijn wederom detectieplaten 42 en 43 te zien welke onder een hoek van 90 graden op elkaar zijn geplaatst. De hoek 25 die de platen 42 en 43 met elkaar vormen, wordt gevormd door naad 44. Zonder verdere bescherming zou vanaf de buitenzijde relatief eenvoudig contact gemaakt kunnen worden met ofwel contactvlak 50 of veercontact 51. Dit kan bijvoorbeeld door op de naad 44 een zeer kleine opening te maken, en de achterliggende ruimte te vullen met een gelijkende pasta of lijm. Door zowel met veercontact 51 als met 30 veercontact 53 op deze wijze contact te maken, kan van buitenaf de stroomkring gevormd door veiligheidsschakeling 40, draadpatronen 46 en 48 en verbindingselementen 50, 51 en 52, 53, overbrugd worden, zodat draadpatroon 48 in detectieplaat 43 buiten werking gesteld zou kunnen worden. Vervolgens zou het dan mogelijk zijn om in detectieplaat 43 een opening van willekeurige grootte te maken 1030421 14 en de betaalautomaat saboteren.
Om sabotage met behulp van een geleidende lijm of pasta te verhinderen, zijn contactvlakken 50 en 52 en veercontacten 51 en 53 op de platen 42 en 43 omgeven door potentiaalvlakken 55, 56, 57 en 58. De potentiaalvlakken 55, 5 56, 57 en 58 bevinden zich op een elektrische potentiaal die afwijkt van de potentiaal van contactvlakken 50 en 52 en veercontacten 51 en 53. Indien de achter de naad 44 liggende ruimte wordt gevuld met een geleidende pasta is niet te verhinderen dat potentiaalvlak 55 of potentiaalvlak 56 contact zal maken met contactvlak 50 of veercontact 51, zodat de potentiaal op contactvlak 50 veercontact 51 zal veranderen.
10 Dit is te detecteren door veiligheidsschakeling 40, welk op gepaste wijze actie kan ondernemen. De vakman zal begrijpen dat de getoonde potentiaalvlakken 55, 56, 57 en 58 slechts voorbeelden zijn, en dat potentiaalvlakken op iedere gewenste wijze ten opzichte van de veercontacten 51 en 53 en contactvlakken 50 en 52 kunnen worden geplaatst teneinde het voor een niet geautoriseerd persoon moeilijker te 15 maken de schakeling te overbruggen.
Potentiaalvlakken zoals potentiaalvlakken 55, 56, 57 en 58 kunnen op elke andere gewenste wijze plaats in of op de behuizing worden aangebracht. Een soortgelijk potentiaalvlak is bijvoorbeeld potentiaalvlak 33 in figuur 3, waardoor het onmogelijk wordt de schakelmiddelen 29 van het beeldscherm met behulp van een 20 geleidende pasta of lijm van buitenaf te bereiken.
De in de figuren getoonde uitvoeringsvormen zijn uitsluitend bedoeld ter illustratie van de inrichting overeenkomstig de uitvinding. De context van de hier beschreven uitvinding wordt slechts beperkt door de navolgende conclusies.
Begrepen zal worden dat de getoonde en beschreven uitvoeringsvormen derhalve 25 niet als beperkend voor de uitvinding bedoeld zijn. j i 1030421

Claims (26)

1. Inrichting voor het verifiëren van een identificatiecode, omvattende een kaartinvoereenheid voor het daarin invoeren van een identificatiekaart en voor 5 het aflezen van identificatiegegevens van de identificatiekaart, en een aanraakgevoelig beeldscherm voor het ontvangen van de identificatiecode, waarbij het beeldscherm is voorzien van eerste detectiemiddelen voor het detecteren van beschadiging van het beeldscherm, en waarbij het beeldscherm verbindingsmiddelen omvat voor het ontvangen en versturen van signalen, verder omvattende een 10 behuizing voor het daarin opnemen van de kaartinvoereenheid, welke behuizing is voorzien van tweede detectiemiddelen voor het detecteren van beschadiging van de behuizing, waarin de behuizing een opening omvat voor het ten minste gedeeltelijk ontvangen van het beeldscherm, en waarin het beeldscherm zodanig in de opening is geplaatst dat de verbindingsmiddelen zijn gelegen in de behuizing en dat het 15 beeldscherm de opening afsluit.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de eerste detectiemiddelen een detectielaag omvatten.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarin het materiaal waaruit de detectielaag is vervaardigd zodanig is gekozen dat de elektrische eigenschappen 20 van de detectielaag veranderen bij beschadiging van de detectielaag.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de detectielaag een materiaal omvat gekozen uit een groep omvattende geleidende deklagen zoals Indium Tin Oxide (ITO) deklagen, nikkel houdende verf, koper houdende verf, of zilver houdende verf.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarin de tweede : detectiemiddelen ten minste één detectievlak omvat waarvan de elektrische j eigenschappen veranderen bij beschadiging van het ten minste ene detectievlak.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarin het detectievlak is gekozen uit een groep omvattende een detectiefolie of een detectieplaat.
7. Inrichting volgens één der conclusies 5 of 6, waarin het detectievlak een draadpatroon van elektrisch geleidende draden omvat.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarin het detectievlak een eerste en een tweede ondersteuningslaag omvat waartussen het draadpatroon gelegen is.
9. Inrichting volgens één der conclusies 5-8, waarin het ten minste ene 1030421 detectievlak alzijdig tegen de behuizing aanligt.
10. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij één of meer verbindingen van de draden van het draadpatroon van het ten minste ene detectievlak zijn gelegen tussen ten minste twee potentiaalmedia, waarbij de ten minste twee potentiaalmedia 5 in bedrijf op van elkaar verschillende elektrische potentialen worden gehouden voor het in bedrijf detecteerbaar maken van het over de één of meer verbindingen aanbrengen van een geleidende substantie.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarin de potentiaalmedia potentiaalplaten zijn.
12. Inrichting volgens één der conclusies 10 of 11, waarin de draadpatronen van ten minste twee detectievlakken onderling zijn verbonden, en waarbij ten minste een deel van de onderling verbonden draden van de draadpatronen is gelegen tussen de ten minste twee potentiaalmedia.
13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder 15 omvattende schakelmiddelen voor het aandrijven van het beeldscherm.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarin de schakelmiddelen zijn verbonden met het beeldscherm, en waarbij de schakelmiddelen zijn gelegen in de behuizing.
15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarin de 20 behuizing een kaartingave-opening omvat voor het vrijgeven van kaartinvoer in de kaartinvoereenheid, en waarin de behuizing in de nabijheid van de kaartingave-opening zodanig drie dimensionaal gevormd is teneinde het uitlijnen van apparaten met de kaartingave-opening te verhinderen.
16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de behuizing in de nabijheid 25 van de kaartingave-opening een hoofdzakelijk ronde vorm heeft, waarbij de ronde vorm van de behuizing zich gezien vanuit de inrichting naar buiten toe uitstrekt.
17. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende beheermiddelen voor het besturen van de inrichting.
18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij de beheermiddelen zijn 30 ingericht voor het verifiëren van de juistheid van de identificatiecode op basis van de identificatiegegevens.
19. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende ten minste één veiligheidsschakeling, ingericht voor het in een veilige modus schakelen van de inrichting in reactie op het optreden van beschadiging of 1030421 sabotage van het beeldscherm of de behuizing.
20. Inrichting volgens conclusie 19, waarin de veiligheidsschakeling is verbonden met de eerste detectiemiddelen voor het detecteren van beschadiging van het beeldscherm.
21. Inrichting volgens één der conclusies 19 of 20, waarin de veiligheidsschakeling is verbonden met de tweede detectiemiddelen voor het detecteren van beschadiging van de behuizing.
22. Inrichting volgens één der conclusies 10-12, en één der conclusies 19-20, waarin de veiligheidsschakeling is verbonden met de ten minste twee 10 potentiaalmedia voor het detecteren van het toepassen van een geleidende substantie tussen de potentiaalmedia.
23. Inrichting volgens één der conclusies 19-22, waarin de veilige modus is gekozen uit een groep omvattende het uitschakelen van de inrichting, het doen voortbrengen van een alarmsignaal, het wissen van een in de inrichting 15 aanwezig geheugen, het wijzigen van in de inrichting gebruikte gegevens ter ondersteuning van opsporingsmethoden.
24. Betaalautomaat omvattende een inrichting volgens één der voorgaande conclusies.
25. Automaat voor de uitgifte van waardepapieren, omvattende een 20 inrichting volgens één der conclusies 1-23.
26. Automaat volgens conclusie 25, waarin de waardepapieren zijn gekozen uit een groep omvattende geld, waardebonnen, toegangsbewijzen, reispapier, persoonlijke identificatiepapieren, en soortgelijke waardepapieren. 1030421
NL1030421A 2005-11-14 2005-11-14 Inrichting voor het verifieren van een identificatiecode. NL1030421C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030421A NL1030421C2 (nl) 2005-11-14 2005-11-14 Inrichting voor het verifieren van een identificatiecode.
ES06076983.3T ES2548091T3 (es) 2005-11-14 2006-11-07 Dispositivo para verificar un código de identificación
EP06076983.3A EP1801723B1 (en) 2005-11-14 2006-11-07 Device for verifying an identification code

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030421A NL1030421C2 (nl) 2005-11-14 2005-11-14 Inrichting voor het verifieren van een identificatiecode.
NL1030421 2005-11-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030421C2 true NL1030421C2 (nl) 2007-05-15

Family

ID=35717634

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030421A NL1030421C2 (nl) 2005-11-14 2005-11-14 Inrichting voor het verifieren van een identificatiecode.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP1801723B1 (nl)
ES (1) ES2548091T3 (nl)
NL (1) NL1030421C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10386963B2 (en) 2017-04-06 2019-08-20 International Business Machines Corporation Detecting cracks on operatively coupled touchscreen display using pressure sense

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5970146A (en) * 1996-05-14 1999-10-19 Dresser Industries, Inc. Data encrypted touchscreen
WO2000057262A1 (en) * 1999-03-24 2000-09-28 Radiant Systems, Inc. System for securing entry of encrypted and non-encrypted information on a touch screen
US6279825B1 (en) * 1998-06-05 2001-08-28 Fujitsu Limited Electronic transaction terminal for preventing theft of sensitive information
EP1160647A2 (en) * 2000-06-01 2001-12-05 Hewlett-Packard Company, A Delaware Corporation Tamper detection in electronic devices

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE29604598U1 (de) * 1996-03-12 1996-05-23 Siemens Nixdorf Inf Syst Manipulationsschutz für Kartenleser
IT1289766B1 (it) * 1996-12-18 1998-10-16 Siab Italia S P A Tastiera anti truffa per un terminale automatico bancario
DE19959459C2 (de) * 1999-12-10 2002-04-25 Nat Rejectors Gmbh Schlitzeinheit für eine Kartenlesevorrichtung
US6983879B2 (en) * 2002-11-26 2006-01-10 Diebold Self-Service Systems Division Of Diebold, Incorporated Cash dispensing automated banking machine with improved resistance to fraud

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5970146A (en) * 1996-05-14 1999-10-19 Dresser Industries, Inc. Data encrypted touchscreen
US6279825B1 (en) * 1998-06-05 2001-08-28 Fujitsu Limited Electronic transaction terminal for preventing theft of sensitive information
WO2000057262A1 (en) * 1999-03-24 2000-09-28 Radiant Systems, Inc. System for securing entry of encrypted and non-encrypted information on a touch screen
EP1160647A2 (en) * 2000-06-01 2001-12-05 Hewlett-Packard Company, A Delaware Corporation Tamper detection in electronic devices

Also Published As

Publication number Publication date
EP1801723A3 (en) 2007-10-10
ES2548091T3 (es) 2015-10-13
EP1801723A2 (en) 2007-06-27
EP1801723B1 (en) 2015-07-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6921988B2 (en) Anti-spoofing elastomer membrane for secure electronic modules
Drimer et al. Thinking inside the box: system-level failures of tamper proofing
US8411448B2 (en) Security protection device and method
US7270275B1 (en) Secured pin entry device
US7784691B2 (en) Security functionality for magnetic card readers and point of sales devices
US9990797B2 (en) User terminal system and method
CN110249586B (zh) 用于在智能卡上安全存储敏感数据的方法和智能卡
US9213869B2 (en) Magnetic stripe reading device
US20130140364A1 (en) Systems and methods for detecting and preventing tampering of card readers
US20070204173A1 (en) Central processing unit and encrypted pin pad for automated teller machines
US9831050B2 (en) Tamper resistant rugged keypad
US11797966B2 (en) Tamper resistant device
EP2661158A1 (en) System for mechanical and electronic protection of safe equipment
JP2020536313A (ja) 現金自動預払機のための現金捕捉動作阻止アセンブリ、現金自動預払機、現金捕捉装置の挿入を検出するための方法、およびプログラム
Anderson et al. Chip and spin
US9430675B2 (en) Encrypting pin pad
JP4190231B2 (ja) 不正改造検出機能を持つ決済端末装置
NL1030421C2 (nl) Inrichting voor het verifieren van een identificatiecode.
JP2017117056A (ja) 取引端末装置および情報入力装置
WO2013173118A1 (en) Magnetic stripe card reader assembly and method
US11380630B2 (en) Integrated circuit package that measures amount of internal precious material
Yang et al. Security systems of point-of-sales devices
KR20070044959A (ko) 이탈감지 금융자동화기기 및 그 동작방법
EP2180466A2 (en) Improvements introduced in magnetic card reader with protection against thermal and exothermic chemical attack and assembly process
JP7404008B2 (ja) カード処理装置及びその制御プログラム

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20161201