NL1030080C2 - Vulinrichting voor het vullen van houders. - Google Patents

Description

Vulinrichting voor het vullen van houders BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een vulinrichting voor het vullen van houders met viskeuze substanties al dan niet voorzien van vaste delen, omvattende een 10 aanzuigleiding voor aansluiting op een voorraadvat, alsmede een afvulmond met een daarop aangesloten persleiding, en twee telescopisch in elkaar beweegbare cilinders, waarvan een eerste cilinder is verbonden met de aanzuigleiding en de tweede cilinder is verbonden met de persleiding.

15 Stand van de techniek.

Een dergelijke vulinrichting is bekend uit US 4,544,006. Bij de bekende vulinrichting vormen de beide telescopisch in elkaar beweegbare cilinders een vulstation, waarbij een vulcilinder verplaatsbaar is in een voorkamercilinder waarop een toevoerleiding 20 voor een viskeuze substantie is aangesloten. Via de toevoerleiding wordt de substantie onder druk aangevoerd waardoor de vulcilinder naar buiten wordt gedrukt en een verbinding tussen de voorkamercilinder en vulcilinder vrijgegeven wordt, zodat de substantie vanuit de voorkamercilinder in de vulcilinder kan stromen.

Door de bochten in de leiding wordt de substantie zwaar belast. Hierdoor 25 wordt de structuur van de substantie en met name van de eventueel daarin aanwezige tere vaste deeltjes zoals vruchtendeeltjes beschadigd, waardoor de kwaliteit van de substantie en de eventueel daarin aanwezige deeltjes achteruit gaat.

30 Samenvatting van de uitvinding.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een vulinrichting van de 1030080 2 in de aanhef omschreven soort waarbij de kwaliteit van de substantie met de eventueel daarin aanwezige vaste deeltjes behouden blijft. Hiertoe is de vulinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de vulinrichting voorts een eerste afsluitklep omvat die aanwezig is in de aanzuigleiding en een tweede afsluitklep aanwezig in de persleiding, 5 waarbij de beide cilinders en de beide afsluitkleppen een pomp vormen, die bij open eerste afsluitklep en gesloten tweede afsluitklep de substantie via de aanzuigleiding uit het voorraadvat aanzuigt en vervolgens bij gesloten eerste afsluitklep en geopende tweede afsluitklep de substantie via de persleiding naar de afvulmond perst. Bij het uit elkaar schuiven van de cilinders neemt het volume in de cilinders toe, waarbij substantie via de 10 aanzuigleiding wordt aangezogen uit het voorraadvat, en tij dens het in elkaar schuiven van de cilinders neemt het volume af, waarbij de substantie via de persleiding wordt weg geperst. De substantie wordt hierdoor niet belast door een heen- en weergaande zuiger, waardoor de kwaliteit op peil blijft.

Opgemerkt wordt dat uit US 4,518,021 een vulinrichting bekend is waarbij 15 de beide telescopisch in elkaar beweegbare cilinders een klep vormen. Hierbij kunnen de cilinders geen pompwerking vervullen.

Een uitvoeringsvorm van de vulinrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de cilinders en de aanzuig- en persleiding in lijn aanwezig zijn, waarbij de afvulmond naar beneden gericht is. Door het ontbreken van bochten in de 20 leidingen wordt de substantie nog minder belast waardoor de kwaliteit nog beter op peil blijft.

Een verdere uitvoeringsvorm van de vulinrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de eerste cilinder stil staat en de tweede cilinder over de eerste cilinder j verschuifbaar is. Hierdoor is de verandering van het volume bij verplaatsing van de tweede 25 cilinder het grootst.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de vulinrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de vulinrichting voorts verplaatsingsmiddelen omvat, die telkens een onder de afvulmond aanwezige houder naar boven brengt en vervolgens tijdens het vullen langzaam naar beneden brengt, alsmede transportmiddelen die de houders 30 intermitterend onder de afvulmond door transporteren, waarbij tijdens de rustpauzes een houder door de verplaatsingsmiddelen in verticale richting verplaats wordt, welke transportmiddelen een transportband omvatten die voorzien is van verticale geleidingen 3 voor het geleiden van de houders tijdens het in verticale richting verplaatsen, welke geleidingen onder de afvulmond in de laagste stand door bewogen kunnen worden, waarbij de verplaatsing van de tweede cilinder en de verplaatsingsmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat tijdens het vullen van een houder het niveau van de substantie in de houder op geringe 5 afstand onder de afvulmond blijft en de houder in de geleiding aanwezig blijft. De afvulmond dient zich vlak boven het niveau van de substantie te bevinden omdat anders de substantie met te veel snelheid naar beneden valt waardoor de kwaliteit te veel af zou nemen. Doordat de afvulmond met de tweede cilinder mee beweegt hoeven de houders over een kleinere afstand verplaatst te worden dat indien de afvulmond vast zou staan zoals bij 10 de bekende vulinrichting het geval is. Hierdoor hoeven de houders niet tot boven de geleidingen opgetild te worden.

Beknopte omschrijving van de tekeningen.

15 Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de vulinrichting volgens de uitvinding. Hierbij toont figuur 1 een uitvoeringsvorm van de vulinrichting in langsdoorsnede.

20 Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van de vulinrichting 1 volgens de uitvinding voor het vullen van houders 3 met een viskeuze substantie 5 weergegeven. De vulinrichting 1 heeft een voorraadvat 7, een afvulmond 9 en een pomp 11. De pomp is via 25 een aanzuigleiding 13 met het voorraadvat verbonden en via een persleiding 15 met de afvulmond. De vulinrichting 1 heeft voorts een eerste afsluitklep 17, die aanwezig is in de aanzuigleiding, en een tweede afsluitklep 19, die aanwezig is in de persleiding.

Bij open eerste afsluitklep 17 en gesloten tweede afsluitklep 19 zuigt de pomp 11 de substantie 5 via de aanzuigleiding 13 uit het voorraadvat 7. Vervolgens perst 30 de pomp bij gesloten eerste afsluitklep 17 en geopende tweede afsluitklep 19 de substantie 5 via de persleiding 15 uit de afvulmond 9.

De pomp 5 is gevormd door twee telescopisch in elkaar beweegbare cilinders 4 21,23, waarvan een eerste cilinder 21 is verbonden met de aanzuigleiding 13 en de tweede cilinder 23 is verbonden met de persleiding 15. De eerste cilinder 21 staat hierbij vast en de tweede cilinder 23 is over de eerste cilinder verschuifbaar. De aanzuigleiding 13, persleiding 15 en de cilinders 21 en 23 zijn in lijn aanwezig (aangegeven door hartlijn 25).

5 De vulinrichting 1 heeft voorts verplaatsingsmiddelen 27, die de onder de afVulmond 9 aanwezige houder 3 naar boven brengt en vervolgens tijdens het vullen langzaam naar beneden brengt. Verder heeft de vulinrichting 1 transportmiddelen 29, die de houders intermitterend onder de afVulmond 9 door transporteren. Tijdens de rustpauzes van de intermitterende beweging wordt de houder 3 door de verplaatsingsmiddelen 27 in 10 verticale richting verplaats.

De transportmiddelen 27 bezitten een transportband 31 die voorzien is van verticale geleidingen 33 voor het geleiden van de houders tijdens het in verticale richting verplaatsen. De geleidingen kunnen onder de afVulmond 9 in de laagste stand door bewogen worden. De verplaatsing van de tweede cilinder 23 en de verplaatsingsmiddelen 15 27 zijn zodanig uitgevoerd dat tijdens het vullen van een houder het niveau 35 van de substantie in de houder op geringe afstand onder de afVulmond 9 blijft en de houder 3 in de geleiding 33 aanwezig blijft.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen 20 getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

1 030G8C

Claims (4)

1. Vulinrichting voor het vullen van houders met viskeuze substanties al dan niet voorzien van vaste delen, omvattende een aanzuigleiding voor aansluiting op een voorraadvat, alsmede een afvulmond met een daarop aangesloten persleiding, en twee 5 telescopisch in elkaar beweegbare cilinders, waarvan een eerste cilinder is verbonden met de aanzuigleiding en de tweede cilinder is verbonden met de persleiding, met het kenmerk, dat de vulinrichting voorts een eerste afsluitklep omvat die aanwezig is in de aanzuigleiding en een tweede afsluitklep aanwezig in de persleiding, waarbij de beide cilinders en de beide afsluitkleppen een pomp vormen, die bij open eerste afsluitklep en gesloten tweede 10 afsluitklep de substantie via de aanzuigleiding uit het voorraadvat aanzuigt en vervolgens bij gesloten eerste afsluitklep en geopende tweede afsluitklep de substantie via de persleiding naar de afvulmond perst.

2. Vulinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de cilinders en de aanzuig- en persleiding in lijn aanwezig zijn, waarbij de afvulmond naar beneden gericht 15 is.

3. Vulinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de eerste cilinder stil staat en de tweede cilinder over de eerste cilinder verschuifbaar is.

4. Vulinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de vulinrichting voorts verplaatsingsmiddelen omvat, die telkens een onder de afvulmond 20 aanwezige houder naar boven brengt en vervolgens tijdens het vullen langzaam naar beneden brengt, alsmede transportmiddelen die de houders intermitterend onder de afvulmond door transporteren, waarbij tijdens de rustpauzes een houder door de verplaatsingsmiddelen in verticale richting verplaats wordt, welke transportmiddelen een transportband omvatten die voorzien is van verticale geleidingen voor het geleiden van de 25 houders tijdens het in verticale richting verplaatsen, welke geleidingen onder de afvulmond in de laagste stand door bewogen kunnen worden, waarbij de verplaatsing van de tweede cilinder en de verplaatsingsmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat tijdens het vullen van een houder het niveau van de substantie in de houder op geringe afstand onder de afvulmond blijft en de houder in de geleiding aanwezig blijft. 1 0300&Q