NL1029394C2 - Inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen, wielgestel daarvoor en werkwijze voor heffen van een voorwerp. - Google Patents

Inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen, wielgestel daarvoor en werkwijze voor heffen van een voorwerp. Download PDF

Info

Publication number
NL1029394C2
NL1029394C2 NL1029394A NL1029394A NL1029394C2 NL 1029394 C2 NL1029394 C2 NL 1029394C2 NL 1029394 A NL1029394 A NL 1029394A NL 1029394 A NL1029394 A NL 1029394A NL 1029394 C2 NL1029394 C2 NL 1029394C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
engaging
vacuum
engaging member
coupling
frame
Prior art date
Application number
NL1029394A
Other languages
English (en)
Inventor
Arie Egbertus De Groot
Steven Jacob Van Den Brink
Original Assignee
Arie Egbertus De Groot
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Arie Egbertus De Groot filed Critical Arie Egbertus De Groot
Priority to NL1029394A priority Critical patent/NL1029394C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1029394C2 publication Critical patent/NL1029394C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C1/00Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles
    • B66C1/02Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by suction means
    • B66C1/0256Operating and control devices
    • B66C1/0275Operating and control devices actuated by lifting action
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C1/00Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles
    • B66C1/02Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by suction means
    • B66C1/0212Circular shape
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C1/00Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles
    • B66C1/02Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by suction means
    • B66C1/0237Multiple lifting units; More than one suction area
    • B66C1/0243Separate cups
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C1/00Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles
    • B66C1/02Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by suction means
    • B66C1/0256Operating and control devices

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Hooks, Suction Cups, And Attachment By Adhesive Means (AREA)

Description

t. ,ί
Inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen, wielgestel daarvoor en werkwijze voor heffen van een voorwerp
De uitvinding betreft een inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen op een 5 voorwerp. De uitvinding betreft tevens een wielgestel, ingericht voor koppeling met een dergelijke inrichting. De uitvinding betreft voorts een samenstel van een dergelijk wielgestel en een dergelijke inrichting. De uitvinding verschaft daarnaast een samenstel van een hefinrichting en een dergelijke inrichting. De uitvinding betreft bovendien een werkwijze voor het heffen van een voorwerp met behulp van een dergelijke inrichting.
10
Het heffen van voorwerpen met behulp van een inrichting voor aangrijpen middels onderdruk, veelal in de vorm van een zuignap, hebben verschillende voordelen in vergelijking met conventionele hefmethoden zoals grijpers, klemmen of hijsbanden. Zo kan de bevestiging en weer losmaken van de te heffen voorwerpen door onderdruk snel 15 worden uitgevoerd. De aangrijppositie van een zuignap is zeer precies te bepalen. Verder voorkomt het gebruik van zuignappen beschadigingen. Een nadeel van de bestaande zuignappen is dat deze veelal groot en onhandig zijn, zodat problemen ontstaan wanneer een voorwerp naar een moeilijk toegankelijke positie dient te worden verplaatst. Een ander nadeel is dat de zuignap of zuignappen goed gasdicht sluitend op 20 een oppervlak van het te heffen voorwerp dienen te worden gepositioneerd om een goede en betrouwbare bevestiging onder onderdruk mogelijk te maken.
De uitvinding beoogt een verbeterde inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen op een voorwerp te verschaffen.
25
De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen op een voorwerp omvattende een gestel, met het gestel verbonden vacuümmiddelen ingericht voor het opwekken van een onderdruk, ten minste één met het gestel verbonden en op de vacuümmiddelen aangesloten aangrijpor gaan voor het middels 30 onderdruk aangrijpen op een voorwerp, ten minste één zwenkbaar met het aangrijporgaan verbonden koppelorgaan voor koppeling met een hefinrichting, en bedienbare fixatiemiddelen voor het fixeren van de onderlinge oriëntatie van het aangrijporgaan en het koppelorgaan. Een aangrijporgaan van een dergelijke inrichting is eenvoudig en snel in een geschikte oriëntatie voor onder onderdruk aangrijpen op een 1029394 *♦ * ! 2 voorwerp te brengen. Het gestel is bijvoorbeeld een frame of behuizing waarmee de | i onderdelen van de inrichting onderling verbonden zijn. De vacuümmiddelen omvatten bijvoorbeeld een elektrisch, pneumatisch, hydraulisch of op enige andere denkbare wijze aangedreven vacuümpomp. De aandrijving van de vacuümmiddelen kan extern 5 zijn, maar is bij voorkeur in de inrichting opgenomen. Aldus is de inrichting in staat autonoom te werken, zonder dat daarbij speciale aanpassingen of hulpmiddelen voor een hefinrichting nodig zijn. Het aangrij por gaan kan de vorm hebben van conventionele . zuignappen. Bij voorkeur heeft het aangrijporgaan ten minste één in hoofdzaak vlak aangrijpvlak, waarmee het aangrijporgaan in hoofdzaak gasdicht kan aangrijpen op een 10 in hoofdzaak vlak oppervlak van een te heffen voorwerp. Het is echter denkbaar om voor specifieke toepassingen een aangrijporgaan geschikt voor aangrijpen op niet-vlakke oppervlakken te gebruiken. Doorgaans is het aangrijporgaan voorzien van een flexibele mantel gemaakt van bijvoorbeeld rubber, om het in hoofdzaak gasdicht aangrijpen ook op oppervlakken met kleine onregelmatigheden mogelijk te maken. Het 15 zwenkbare koppelorgaan is ten minste zwenkbaar in één richting ten opzichte van het aangrijporgaan. In werkzame toestand hangt de inrichting aan het koppelorgaan. Het koppelorgaan kan bijvoorbeeld een oog of haak zijn waarmee de inrichting aan een geschikt contra-koppelorgaan van een hef- of hijsinrichting kan worden bevestigd.
De bedienbare fixatiemiddelen zijn ingericht voor het fixeren van ten minste één j 20 onderlinge oriëntatie van het aangrijporgaan en het koppelorgaan. Hierbij wordt j uitgegaan van een werkzame toestand van de inrichting, dat wil zeggen hangend j middels het koppelorgaan aan bijvoorbeeld een hijsinrichting. Bij voorkeur omvatten de j fixeerbare oriëntaties in een werkzame toestand van de inrichting, ten minste een in ; hoofdzaak verticale positie van de inrichting, waardoor de inrichting bijzonder geschikt 25 is voor het verticaal plaatsen van voorwerpen zoals verticale panelen. Meer bij voorkeur j is in de werkzame toestand tevens een hoofdzaak horizontale positie van het j aangrijporgaan fixeerbaar. Een dergelijke in hoofdzaak horizontale positie is in het j bijzonder geschikt voor het aangrijpen of afleggen van horizontaal liggende voorwerpen, bijvoorbeeld vanaf of op een voorraadstapel.
30
Het is voordelig indien de zwenkbare verbinding tussen het aangrijporgaan en het koppelorgaan ten minste twee vrijheidsgraden kent, waarbij de eerste vrijheidsgraad fixeerbaar is door eerste fixatiemiddelen, en de tweede vrijheidsgraad fixeerbaar is door tweede fixatiemiddelen. Aldus is het eenvoudig verschillende onderlinge oriëntaties van
Λ n O QT O A
3 het koppelorgaan en het aangrij por gaan eenvoudig te fixeren. De verschillende vrijheidsgraden kunnen bijvoorbeeld een eerste zwenkhoek en een tweede zwenkhoek zijn, waarbij de tweede zwenkhoek onder een al dan niet loodrechte hoek op de eerste zwenkhoek staat, of een zwenkhoek en een rotatiestand. Bij voorkeur is elke 5 vrijheidsgraad ten minste in één positie fïxeerbaar. Meer bij voorkeur zijn de fïxatiemiddelen ingericht voor het in ten minste één onderlinge oriëntatie van het koppelorgaan en het aangrijporgaan fixeren van alle vrijheidsgraden, zodat ten minste één gefixeerde positie mogelijk is. In een voorkeursuitvoering bestaat de koppeling uit een fixeerbare kogelkoppeling, welke verschillende zwenk- en rotatievrijheidsgraden 10 heeft, en welke middels een enkel fixeermiddel in elke gewenste stand fïxeerbaar is. Bij een dergelijke kogelkoppeling zijn de eerste en tweede fixeermiddelen in feite met elkaar geïntegreerd.
Het is voordelig indien de eerste en tweede fïxatiemiddelen zijn ingericht voor het 15 tijdens het bedienen van één van de fïxatiemiddelen fixeren van de andere vrijheidsgraden. Aldus kan de onderlinge oriëntatie van het koppelorgaan en het aangrij porgaan op gecontroleerde wijze worden aangepast. Bovendien leidt een dergelijke inrichting tot een veiligere manier van werken, doordat ongecontroleerde bewegingen worden voorkomen.
20
Bij voorkeur zijn de eerste fïxatiemiddelen en de tweede fïxatiemiddelen bedienbaar middels één bedieningsorgaan. Aldus is het eenvoudig om de gewenste oriëntatie te verkrijgen. Bovendien is door het gebruik van slechts één bedieningsorgaan een compactere bouw van de inrichting mogelijk. Een voorkeursuitvoering voor een 25 dergelijke
Het is voordelig indien de eerste vrijheidsgraad een zwenkhoek tussen een aangrijpvlak van het aangrij porgaan en het koppelorgaan bepaalt, waarbij de tweede vrijheidsgraad een rotatiestand om een rotatieas in hoofdzaak loodrecht op het aangrijpvlak bepaalt.
30 Aldus is het aangrijporgaan eenvoudig in een geschikte aangrijp- of aflegpositie te oriënteren. Het heeft de voorkeur indien het aangrijporgaan ten minste in vier loodrechte rotatiestanden te fixeren is. Dergelijke hoeken van 0°, 90°, 180° en 270° graden blijken voor veel toepassingen het meest geschikt te zijn. De eerste fïxatiemiddelen kunnen bijvoorbeeld een haak zijn voor het fixeren van een bepaalde HIOOTO k 4 zwenkhoek tussen de loodrechte lijn op het aangrijpvlak van het aangrijporgaan en de lijn gedefinieerd door het aangrijppunt van het koppelorgaan met bijvoorbeeld een hijsinrichting en de vector gedefinieerd door het aangrijppunt en het middelpunt van het aangrijpvlak. De tweede fixatiemiddelen kunnen bijvoorbeeld een roteerbare 5 nokkenschijf zijn voorzien van meerdere uitsparingen die fixeerbare rotatiestanden bepalen, waarbij een deactiveerbaar blokkeerelement is ingericht voor aangrijping op een uitsparing. Bij voorkeur hebben de rotatieas en de as van de zwenkhoek in hoofdzaak samenvallende assen. Aldus worden rotatie en zwenken vanuit in hoofdzaak hetzelfde punt bewerkstelligd, waardoor positioneren van het aangrijporgaan in de 10 werkzame toestand eenvoudiger is.
In een voorkeursuitvoering is het bedieningsorgaan een hendel is, waarbij de hendel in een neutrale positie de zwenkhoek en de rotatiestand gefixeerd zijn, waarbij in een eerste positie van de hendel de zwenkhoek instelbaar is waarbij de rotatiestand 15 gefixeerd is, en waarbij in een tweede positie de rotatiestand instelbaar is waarbij de zwenkhoek gefixeerd is. Aldus is eenvoudig de gewenste onderlinge oriëntatie van het aangrijporgaan en het koppelingsorgaan te bewerkstelligen. De hendel kan handbediend zijn, maar ook een bediening onder tussenkomst van elektrische, pneumatische of hydraulische verplaatsingsmiddelen is denkbaar, waardoor de inrichting eenvoudig op 20 afstand bediend of geautomatiseerd kan worden.
Het is voordelig indien de onderdruk van het aangrijporgaan activeerbaar en deactiveerbaar is door schakelmiddelen, waarbij de schakelmiddelen voorzien zijn van borgmiddelen voor het borgen van ten minste de geactiveerde toestand van het 25 aangrijporgaan. Aldus wordt een verbeterde veiligheid bewerkstelligd, doordat het per abuis uitschakelen van de vacuümmiddelen wordt voorkomen. De borgmiddelen kunnen bijvoorbeeld een door een veergedreven borgpen en een met de borgpen samenwerkende borgopening omvatten.
30 Bij voorkeur zijn ten minste de vacuümmiddelen, het aangrijporgaan en de fixatiemiddelen aangrenzend met het koppelorgaan gepositioneerd zijn. Aldus wordt een compactere inrichting verkregen. Bij voorkeur zijn ten minste de vacuümmiddelen, het aangrijporgaan en de fixatiemiddelen onderling op gewicht gebalanceerd ten 1 02 9 3 9 4 t t 5 opzichte van het koppelorgaan gepositioneerd. Aldus wordt een stabiele werkzame positie van de inrichting mogelijk.
i
In een voorkeursuitvoering zijn de dimensies een aangrijpvlak van het aangrijporgaan 5 ten minste in één onderlinge oriëntatie van het aangrijporgaan en het koppelorgaan groter zijn dan de loodrechte projectie op het aangrijpvlak van het gestel, de vacuümmiddelen het koppelorgaan en de fixatiemiddelen. Aldus is ten minste een bijzonder compacte configuratie mogelijk, die in het bijzonder zeer geschikt is voor vervoer. Tevens wordt de bewegingsvrijheid bij gebruik vergroot. Bovendien maken 10 dergelijke compacte dimensies het mogelijk om de inrichting in te zetten op moeilijk bereikbare locaties. Het meest ligt bij voorkeur in ten minste een oriëntatie de loodrechte projectie van in hoofdzaak de gehele inrichting binnen de loodrechte projectie op het aangrijpvlak.
15 Het is voordelig indien de vacuümmiddelen een vacuümpomp en twee op de vacuümpomp aansluitende vacuümkamers omvatten, waarbij de vacuümkamers aan weerszijden van het aangrijporgaan zijn gepositioneerd. Aldus is een bijzonder gebalanceerde inrichting mogelijk. Bij voorkeur zijn de vacuümmiddelen direct aangrenzend in een U-vorm om het aangrijporgaan geordend. Dit maakt is een bijzonder 20 compacte inrichting mogelijk. De U-vorm kan bijvoorbeeld bestaand uit een behuizing voor de vacuümpomp, waarbij de twee in hoofdzaak langgerekte vacuümkamers zich symmetrisch langs het centraal gepositioneerde aangrijporgaan uitstrekken.
In een voorkeursuitvoering zijn de vacuümmiddelen elektrisch aangedreven, waarbij de 25 vacuümmiddelen verbonden zijn met een herlaadbare batterij. Een dergelijke inrichting vormt een zelfstandig werkende inrichting. Een compacte inrichting is mogelijk indien ! de batterij tezamen met ten minste een deel van de vacuümmiddelen in een behuizing wordt geplaatst. Het is voordelig indien de batterij is uitgerust met een stroomaansluiting voor het opladen van de herlaadbare batterij aan een externe 30 stroombron, bij voorkeur een gangbaar stopcontact of een accu van een voertuig. Het is voorts voordelig indien de batterij losneembaar koppelbaar met de inrichting is verbonden, zodat deze bij intensief gebruik eenvoudig door een opgeladen batterij vervangen kan worden.
1 n 9 9 * Q i » 4 6
Het is voordelig indien het gestel is voorzien van een behuizing waarin ten minste de vacuümmiddelen gedeeltelijk zijn opgenomen. Aldus is het eenvoudig de vacuümmiddelen en optioneel andere kwetsbare onderdelen tegen beschadiging te beschermen. In de behuizing zijn bij voorkeur in hoofdzaak alle elektronische 5 componenten ondergebracht, zodat deze minder kans op storing door vocht, stof en/of vuil hebben.
Bij voorkeur omvat het gestel aan een van het aangrijporgaan af gekeerde zijde ten minste een uitwendig gepositioneerde beugel. Een dergelijke beugel maakt het 10 eenvoudig de inrichting handmatig te manipuleren. Daarnaast biedt de beugel bescherming van inwendige onderdelen van de inrichting. Voorts kan de beugel gebruikt worden om de inrichting over een oppervlak te glijden, hetgeen het plaatsen van de inrichting op een laadvloer van bijvoorbeeld een voertuig vergemakkelijkt. De beugel omvat bij voorkeur ten minste twee in hoofdzaak parallel geplaatste 15 beugelorganen, vergelijkbaar met een slede. De beugelorganen kunnen één geheel vormen, maar kunnen ook separaat uitgevoerd zijn. Dergelijke organen zijn nuttig om handmatig manipuleren van de inrichting nog meer te vereenvoudigen. Bij voorkeur zijn de beugelorganen ten minste aan één zijde afgerond. Aldus dusdanig dat de organen tevens bruikbaar zijn als rolbeugel voor de inrichting. Een rolbeugel 20 vergemakkelijkt het verplaatsen van de inrichting van een liggende naar een staande positie.
Het is voordelig indien de inrichting is voorzien van bevestigingsmiddelen ingericht voor bevestiging van zekeringsmiddelen. Aldus is het mogelijk een te heffen voorwerp 25 tegen ongewenst vallen te zekeren, zodat veilig gewerkt kan worden. De bevestigingsmiddelen zijn bijvoorbeeld een haak of oog ingericht voor aangrijpen van zekeringsmiddelen zoals bijvoorbeeld een koord, kabel of ketting die bijvoorbeeld in de vorm van een strop of lus om het te heffen voorwerp en/of de hefinrichting bevestigd wordt.
30
Het is voordelig indien de bevestigingsmiddelen geïntegreerd zijn met het aangrijporgaan. Aldus kunnen eventueel bevestigde zekeringsmiddelen met het aangrijporgaan mee zwenken, zodat de betrouwbaarheid van de valzekering gewaarborgd is. Bij voorkeur omvatten de bevestigingsmiddelen aangrijppunten aan iri
1 n 9 O T Q A
1( 7 het vlak van het aangrijporgaan aan tegenoverliggende zijden van het aangrijporgaan gepositioneerde bevestigingsorganen, zodat eenvoudig een lus om bijvoorbeeld een door het aangrijporgaan gedragen plaat kan worden bevestigd.
5 De uitvinding verschaft tevens een wielgestel, voorzien van koppelmiddelen voor losneembare koppeling met de inrichting volgens de uitvinding. Met een dergelijk wielgestel wordt vervoer en positionering van de inrichting vereenvoudigd, terwijl het wielgestel door loskoppelen geen belemmering vormt tijdens het gebruik van de inrichting. De koppelmiddelen omvatten bij voorkeur een koppelelement, ingericht op 10 een specifieke vorm van de inrichting. Het is voordelig indien de koppelmiddelen tevens borgmiddelen omvatten voor borging van de koppeling met de inrichting. De borgmiddelén zijn bijvoorbeeld een schroefverbinding of een grendel. Bij voorkeur omvat het wielgestel ten minste een beschermingsombouw gedimensioneerd om ten minste het aangrijporgaan van de inrichting te omvatten. Op deze wijze wordt ten 15 minste het aangrijporgaan van een met het wielgestel gekoppelde inrichting tegen beschadiging beschermd. De beschermingsombouw kan bijvoorbeeld een stootplaat, beugel of bekisting omvatten die zich uitstrekt tot buiten de omtrek van het aangrijporgaan.
20 De uitvinding verschaft tevens een samenstel van een wielgestel en een inrichting volgens de uitvinding. Een dergelijk losneembaar gekoppeld samenstel is eenvoudig door één persoon over de werkvloer te verplaatsen, zonder dat daarbij de rug van de persoon overbelast wordt. Bij voorkeur omvat het wielgestel een beschermingsombouw die ten minste het aangrijporgaan van de inrichting omvat, zoals hierboven beschreven. 25 Aldus is ten minste het aangrijporgaan van de inrichting tegen beschadiging beschermd.
De uitvinding verschaft bovendien een samenstel van een hefinrichting en een middels het koppelorgaan aan de hefinrichting verbonden inrichting volgens de uitvinding. Met een dergelijk samenstel zijn eenvoudig voorwerpen te heffen en te verplaatsen en te 30 positioneren middels aangrijpen onder onderdruk. Door de compacte vormgeving van de inrichting is het mogelijk om voorwerpen op moeilijk toegankelijke plaatsen te positioneren.
1 0 ? 9 3 Q L
I · 8 !
De uitvinding verschaft daarnaast een werkwijze voor het heffen van een voorwerp met behulp van een inrichting volgens de uitvinding, omvattende het fixeren van het aangrijporgaan en het koppelorgaan in de gewenste onderlinge oriëntatie, en het middels onderdruk aangrijpen van het aangrijporgaan op het voorwerp. Op deze wijze 5 kunnen voorwerpen eenvoudig en snel verplaatst en gemanipuleerd worden.
| i . .. De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden.
Figuur la en lb toont een inrichting volgens de uitvinding.
10 Figuren 2a en 2b tonen een bedieningsmechanisme volgens de uitvinding.
Figuren 3a en 3b tonen een samenstel van een inrichting volgens de uitvinding en een wielgestel.
Figuren 4a-c tonen schakelmiddelen voorzien van borgmiddelen.
15 Figuur la en lb toont een inrichting 1 volgens de uitvinding. In figuur la is de inrichting voorzien van een gestel 2, waarin een behuizing 3 is opgenomen waarin een elektrische vacuümpomp, een bijbehorende herlaadbare batterij (niet afgebeeld) en meet- en regelapparatuur 4 voor de vacuümmiddelen vocht- en stofvrij zijn opgenomen. Op de behuizing aansluitend zijn twee symmetrische geplaatste 20 vacuümkamers 5 aangesloten, welke aansluiten op een roteerbaar met het gestel en de vacuümmiddelen verbonden aangrijporgaan 6 of zuignap 6, waarvan het aangrijpvlak voor aangrijpen onder onderdruk van de kijker is afgewend. Tevens omvat de inrichting 1 een zwenkbare arm 7 waarop bijvoorbeeld een haak of draagband van een hefinrichting gekoppeld kan worden. De rotatiestand A en de zwenkhoek B van het 25 aangrijporgaan ten opzichte van de zwenkbare arm 7 zijn in de afgebeelde toestand gefixeerd, en kunnen aangepast worden door de fixeringsmiddelen met een bedieningshendel 8 te gebruiken. De werking van de fixeringsmiddelen wordt nader toegelicht in de figuren 2a en 2b. De vacuümmiddelen zijn in- en uit te schakelen door een geborgde schakelaar 9, welke in de ‘aan’-stand geborgd is. De inrichting is tevens 30 voorzien van twee aan weerszijden van de centraal gelegen rotatie-as 10 gelegen bevestigingsogen 11 voor bevestiging van bijvoorbeeld een zekeringsband om een te heffen voorwerp te zekeren. De vacuümkamers 5 en de behuizing 3 zijn tegen beschadiging beschermd door twee evenwijdig geplaatste beugels 12 van het gestel 2.
1029394 t · 9
De beugels 12 zijn tevens nuttig om te gebruiken als slede voor de inrichting, als rolbeugel en om de inrichting bij manipulatie handmatig vast te grijpen.
De inrichting 1 uit figuur la is in een zijaanzicht getoond in figuur lb, met 5 overeenkomstige nummering. De zwenkbare arm 7 is hierbij in een positie haaks op het aangrijpvlak van de zuignap 6 georiënteerd, en tevens is de zuignap 6 enigszins geroteerd. Ter illustratie is de zwenkbare arm 7 verbonden met een haak 20 van een hefinrichting, en grijpt de zuignap 6 aan op een plaat 21. Door variatie van de rotatiestand A en de zwenkhoek B door bediening van de hendel 8, kan de plaat 21 10 gepositioneerd worden. Door de bevestigingsogen 11 is een zekeringsband 22 om de plaat 21 bevestigd als valbeveiliging, in het geval de zuignap 6 mocht falen. Doordat de bevestigingsogen 11 met de zuignap 6 zijn geïntegreerd kan de zekeringsband 22 in alle draai standen A en zwenkhoeken B met de plaat 21 mee bewegen. Door de compacte afmetingen van de inrichting 1 kan ook eenvoudig in moeilijk toegankelijke ruimtes 15 gewerkt worden.
Figuren 2a en 2b tonen een bedieningsmechanisme 30 volgens de uitvinding, toepasbaar in de inrichting 1 getoond in figuren la en lb. Het bedieningsmechanisme is aanstuurbaar door één hendel 31, die in drie werkzame standen 32,33, 34 gebracht kan 20 worden. In een neutrale positie 32 zijn zowel de zwenkhoek B en de rotatiestand A gefixeerd. In een eerste positie 33 van de hendel 31 is de zwenkhoek B vrij wordt gelaten en instelbaar is, waarbij de rotatiestand A gefixeerd is: In een tweede positie is de rotatiestand A vrij instelbaar, waarbij de zwenkhoek gefixeerd is. Aldus kan het aangrijporgaan op gecontroleerde wijze ten opzichte van het koppelorgaan 31 25 gemanipuleerd worden. Door een veerconstructie 35 is de hendel 31 in een toestand waarin geen externe druk op de hendel 31 wordt uitgeoefend, in de neutrale stand 32 gedrongen. De hendel 31 is verbonden met een volgens pijl C zwenkbaar activeringsorgaan 36, dat in de eerste positie van de hendel 33 een borghaak 37 beweegt die aangrijpt op de zwenkbare arm 38, waardoor de zwenkbare arm vrij wordt gelaten 30 en vrij zwenkbaar is volgens zwenkhoek B. Overigens is het aansturen van het activeringsorgaan door de hendel (dus handmatige bediening) een keuzemogelijkheid die vervangen zou kunnen worden door een elektrische, pneumatische of hydraulische aansturing van het activeringsorgaan, in het geval een middels een afstandbediening op afstand bestuurbare uitvoering gewenst is. In de tweede positie 34 wordt een 1029394 10 , % blokkeringselement 39 door het activeringsorgaan 36 verplaatst dat aangrijpt op een uitsparing 40 van een volgens draaistand A roteerbare nokkenschijf 41. Hierdoor is het met de nokkenschijf verbonden aangrijporgaan 42 vrij draaibaar, en eventueel fixeerbaar in een andere stand bepaald door de uitsparingen 40 in de nokkenschijf 41.
5 |
In figuur 2b is de nokkenschijf 41 te zien in een bovenaanzicht, waarbij te zien is dat de uitsparingen 40 zijn ingericht voor loodrechte fixeerbare posities. De nokkenschijf 41 is voorzien van een holle as 42 ingericht voor een gasverbinding tussen het aangrijporgaan 42 en de vacuümmiddelen van de inrichting. Tevens is de zwenkas 43 een doorlopende 10 as voorzien van een versmalling 44, waardoor de as nabij de rotatie-as 42 geplaatst kan worden, hetgeen een verbeterde manipuleerbaarheid geeft. Een alternatief voor het gebruik van een plaatselijke versmalde doorlopende as 43 zou het gebruik van twee halve assen aan weerszijden van de rotatie-as 42 kunnen zijn. Dit heeft echter als nadeel dat de halve assen zwaarder uitgevoerd moeten worden dan de doorlopende as om een I
15 gelijke belastbaarheid te verkrijgen, hetgeen ten koste gaat van de compactheid van de bedieningsinrichting 30.
Figuren 3a en 3b tonen een samenstel van een inrichting 51 vergelijkbaar met die uit figuur la en lb, en een wielgestel 52. Het wielgestel 52 is voorzien van een uitkragende 20 rand 53 ingericht voor aangrijpen op de rand van het aangrijporgaan 54 van de inrichting. Aan de onderzijde zijn twee draaibare vergrendelingen 55 aangebracht, waarmee de inrichting 51 op het wielgestel 52 geborgd kan worden. Door de wielen 56 is het samenstel 50 eenvoudig te verplaatsen. Het wielgestel 52 omvat een steunplaat 57 i waarop het aangrijporgaan 54 afsteunt. De dimensies van de steunplaat 57 strekken zich 25 uit tot voorbij de het aangrijpoppervlak van het aangrijporgaan 54, zodat het aangrijporgaan 54 in de gekoppelde toestand met het wielgestel 52 beschermd is tegen beschadiging. Door zijwanden 58 is de bescherming van de inrichting 51 nog verder verbeterd.
30 Figuur 4a toont schakelmiddelen 60 voorzien van borgmiddelen, voor het activeren en deactiveren van onderdruk van een zuignap zoals in inrichting in de voorgaande figuren getoond. De schakelmiddelen 60 omvatten een om as C roteerbare schakelaar 61 die via een as 6 een niet afgebeelde gasklep van de vacuümmiddelen open of dicht kan zetten.
De schakelaar 61 staat hier in een geactiveerde stand waarin de gasklep in een de 1 02 9 3 9 4 \ · 11 onderdruk op de zuignap geactiveerd is. De schakelaar 61 is voorzien van een veiligheidspal 63 die door een veer 64 in een uitsparing 65 wordt gedrongen. Om de schakelaar 61 naar een gedeactiveerde stand te schakelen, dient eerst de veiligheidspal 63 door uittrekken (pijl D) van knop 66 uit de uitsparing 65 teruggetrokken te worden, 5 voordat geroteerd (pijl C) kan worden. Aldus is de geactiveerde stand van de schakelaar 61 geborgd tegen het ongewenst uitschakelen van de onderdruk op de zuignap.
Figuur 4b toont dezelfde schakelaar 60 in een bovenaanzicht in de geactiveerde stand, waarin de veiligheidspal 63 in de uitsparing 65 rotatie verhindert naar de gedeactiveerde 10 stand zoals getoond in figuur 4c. Uiteraard zijn naast de getoonde roterende schakelaar ook translerende equivalenten van een dergelijke geborgde schakelaar denkbaar.
Het moge duidelijk zijn dat bovenstaande voorbeelden niet-limitatief zijn, en dat voor een deskundige in het vakgebied nog vele varianten volgens de uitvinding denkbaar 15 zijn.
1029394

Claims (19)

1. Inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen op een voorwerp omvattende een gestel, 5. met het gestel verbonden vacuümmiddelen ingericht voor het opwekken van een onderdruk, - ten minste één met het gestel verbonden en op de vacuümmiddelen aangesloten aangrijporgaan voor het middels onderdruk aangrijpen op een voorwerp, - ten minste één zwenkbaar met het aangrijporgaan verbonden koppelorgaan voor I 10 koppeling met een hefinrichting, en - bedienbare fïxatiemiddelen voor het fixeren van de onderlinge oriëntatie van het aangrijporgaan en het koppelorgaan.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat 15 de zwenkbare verbinding tussen het aangrijporgaan en het koppelorgaan ten minste j twee vrijheidsgraden kent, waarbij de eerste vrijheidsgraad fïxeerbaar is door eerste j fïxatiemiddelen, en de tweede vrijheidsgraad fïxeerbaar is door tweede fixatiemiddelen. |
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat 20 de eerste en tweede fixatiemiddelen zijn ingericht voor het tijdens het bedienen van één van de fixatiemiddelen fixeren van de andere vrijheidsgraden. ! i
4. Inrichting volgens-conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de eerste fixatiemiddelen en de tweede fixatiemiddelen bedienbaar zijn middels één 25 bedieningsorgaan.
5. Inrichting volgens één der conclusies 2, 3, en 4, met het kenmerk dat de eerste vrijheidsgraad een zwenkhoek tussen eën aangrijpvlak van het aangrijporgaan en het koppelorgaan bepaalt, waarbij de tweede vrijheidsgraad een rotatiestand om een 30 rotatieas in hoofdzaak loodrecht op het aangrijpvlak bepaalt.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat het bedieningsorgaan een hendel is, waarbij de hendel in een neutrale positie de zwenkhoek en de rotatiestand gefixeerd zijn, 1 0 2 9 3 9 4 ft I waarbij in een eerste positie van de hendel de zwenkhoek instelbaar is waarbij de rotatiestand gefixeerd is, en waarbij in een tweede positie de rotatiestand instelbaar is waarbij de zwenkhoek gefixeerd is. 5
7 Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de onderdruk van het aangrijporgaan activeerbaar en deactiveerbaar is door schakelmiddelen, waarbij de schakelmiddelen voorzien zijn van borgmiddelen voor het borgen van ten minste de geactiveerde toestand van het aangrijporgaan. 10
8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat ten minste de vacuümmiddelen, het aangrijporgaan en de fïxatiemiddelen aangrenzend met het koppelorgaan gepositioneerd zijn.
9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de dimensies een aangrijpvlak van het aangrijporgaan ten minste in één onderlinge oriëntatie van het aangrijporgaan en het koppelorgaan groter zijn dan de loodrechte projectie op het aangrijpvlak van het gestel, de vacuümmiddelen het koppelorgaan en de fïxatiemiddelen. 20
10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de vacuümmiddelen een vacuümpomp en twee op de vacuümpomp aansluitende vacuümkamers omvatten, waarbij de vacuümkamers aan weerszijden van het aangrijporgaan zijn gepositioneerd. 25
11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de vacuümmiddelen elektrisch aangedreven zijn, waarbij de vacuümmiddelen verbonden zijn met een herlaadbare batterij.
12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het gestel is voorzien van een behuizing waarin ten minste de vacuümmiddelen zijn opgenomen.
13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat 1029394 • * het gestel aan een van het aangrijporgaan af gekeerde zijde ten minste een uitwendig gepositioneerde beugel omvat.
14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat 5 de inrichting is voorzien van bevestigingsmiddelen ingericht voor bevestiging van zekeringsmiddelen.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de bevestigingsmiddelen geïntegreerd zijn met het aangrijporgaan. 10
16. Wielgestel, voorzien van koppelmiddelen voor losneembare koppeling met de inrichting volgens één der voorgaande conclusies.
17. Samenstel van een wielgestel volgens conclusie 16 en een inrichting volgens één 15 der conclusies 1-15.
18. Samenstel van een hefmrichting en een middels het koppelorgaan aan de hefinrichting verbonden inrichting volgens één der conclusies 1-15.
19. Werkwijze voor het heffen van een voorwerp met behulp van een inrichting volgens één der conclusies 1-15, omvattende - het fixeren van het aangrijporgaan en het koppelorgaan in de gewenste onderlinge oriëntatie, en - het middels onderdruk aangrijpen van het aangrijporgaan op het voorwerp. 25 1029394
NL1029394A 2005-07-01 2005-07-01 Inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen, wielgestel daarvoor en werkwijze voor heffen van een voorwerp. NL1029394C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029394A NL1029394C2 (nl) 2005-07-01 2005-07-01 Inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen, wielgestel daarvoor en werkwijze voor heffen van een voorwerp.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029394 2005-07-01
NL1029394A NL1029394C2 (nl) 2005-07-01 2005-07-01 Inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen, wielgestel daarvoor en werkwijze voor heffen van een voorwerp.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1029394C2 true NL1029394C2 (nl) 2007-01-04

Family

ID=35851925

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1029394A NL1029394C2 (nl) 2005-07-01 2005-07-01 Inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen, wielgestel daarvoor en werkwijze voor heffen van een voorwerp.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1029394C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2001918C (nl) * 2008-08-25 2010-03-10 Arie Egbertus De Groot Inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen op een oppervlak, aangrijporgaan, samenstel en werkwijze.
AU2016210789B2 (en) * 2009-01-19 2018-09-13 Vaculift, Inc. (Dba Vacuworx International) Improved compact vacuum material handler

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1196336B (de) * 1960-10-20 1965-07-08 Armand Corbin Lastenheber mit an eine Saugleitung angeschlossenem Sauger, dessen Saugteller und Saugauflageflaeche konvex oder konkav gekruemmt ist
FR2303749A1 (fr) * 1975-03-14 1976-10-08 Janin Andre Perfectionnements aux palonniers pour la manutention de plaques planes
GB2120610A (en) * 1982-05-27 1983-12-07 Ronald Camplejohn Trolley with suction head

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1196336B (de) * 1960-10-20 1965-07-08 Armand Corbin Lastenheber mit an eine Saugleitung angeschlossenem Sauger, dessen Saugteller und Saugauflageflaeche konvex oder konkav gekruemmt ist
FR2303749A1 (fr) * 1975-03-14 1976-10-08 Janin Andre Perfectionnements aux palonniers pour la manutention de plaques planes
GB2120610A (en) * 1982-05-27 1983-12-07 Ronald Camplejohn Trolley with suction head

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2001918C (nl) * 2008-08-25 2010-03-10 Arie Egbertus De Groot Inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen op een oppervlak, aangrijporgaan, samenstel en werkwijze.
AU2016210789B2 (en) * 2009-01-19 2018-09-13 Vaculift, Inc. (Dba Vacuworx International) Improved compact vacuum material handler
US10612532B1 (en) 2009-01-19 2020-04-07 Vaculift, Inc. Compact vacuum material handler

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8985544B1 (en) Anti-theft device for functional display of handheld devices
JP4001756B2 (ja) カート及びキャリヤ
ES2807776T3 (es) Sistema de montaje de equipos
US6578722B2 (en) Portable hoist assembly
EP2373275B1 (en) Collapsible litter apparatus, system and method
US20090184450A1 (en) Automatic workpiece clamp and support
US11331818B2 (en) Remotely controlled packable robot
NL1029394C2 (nl) Inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen, wielgestel daarvoor en werkwijze voor heffen van een voorwerp.
CA2514268C (en) Safety hook for patient lift
US20040182663A1 (en) Collapsible bar assembly for supporting a secondary bag on wheeled luggage
WO2013058850A1 (en) Systems and devices for securing and securely transporting a camera
US7537428B2 (en) Adjustably pivotable grapple with fixed heel
US8632231B1 (en) Mechanic's light
US20240108519A1 (en) Mounting apparatus for securing equipment to a patient transport system
US20050127695A1 (en) Remote controlled load lifting hook and methods
US20210218207A1 (en) Medical device docking station
MX2007011729A (es) Conjunto carrito-mesa portatil.
KR102340632B1 (ko) 드론 이착륙대와 이를 이용한 차량용 드론 캐리어
US20220194748A1 (en) Lifting clamp
US5178508A (en) Bowl-lifting apparatus
US9945715B2 (en) Weight loader for moving at least two loads
US20020157207A1 (en) Support structure for vacuum duct
US9631651B2 (en) Quick release clamp for stretcher carriers and the like
US5303941A (en) Mobile tripod support device
NL2001918C (nl) Inrichting voor het middels onderdruk aangrijpen op een oppervlak, aangrijporgaan, samenstel en werkwijze.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130201