NL1029149C1

NL1029149C1 - Assembly provided with a scaffold, as well as an auxiliary device and a use of such an assembly.

Info

Publication number: NL1029149C1
Application number: NL1029149A
Authority: NL
Inventors: Anton Jacobus Van De Goorbergh
Original assignee: Thiel United B V Van
Priority date: 2005-05-30
Filing date: 2005-05-30
Publication date: 2006-12-04
Also published as: GB2426781A; GB0511878D0

Description

Titel: Samenstel voorzien van een steiger, alsmede een hulpinrichting en een gebruik van een dergelijk samenstelTitle: Assembly provided with a scaffold, as well as an auxiliary device and a use of such an assembly

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voorzien van een steiger, alsmede een hulpinrichting, en een gebruik van een dergelijk samenstel.The invention relates to an assembly provided with a scaffold, as well as an auxiliary device, and a use of such an assembly.

Een steiger, die is voorzien van staanders, liggers en 5 steigervloeren, is op zichzelf uit de praktijk bekend. De steiger wordt bijvoorbeeld toegepast bij het op metselen van een muur, en/of bij diverse andere werkzaamheden. De steiger kan bijvoorbeeld een systeemsteiger omvatten, waarbij de liggers en vloeren bepaalde vaste afmetingen hebben, of een ander type steiger.A scaffolding, which is provided with uprights, beams and scaffolding floors, is known per se from practice. The scaffolding is used, for example, when bricklaying a wall and / or various other activities. The scaffolding can for instance comprise a system scaffolding, wherein the beams and floors have certain fixed dimensions, or another type of scaffolding.

10 Doorgaans dienen bouwmaterialen te worden geopperd, opdat de materialen voor werklieden bereikbaar zijn vanaf bepaalde werkposities van de steiger. Daarbij worden de bouwmaterialen op de steigervloer opgesteld, nabij respectieve werkposities.Building materials should generally be suggested so that the materials are accessible to workmen from certain work positions of the scaffolding. In addition, the building materials are installed on the scaffolding floor, near respective work positions.

Verder is het bekend om hulpvloeren toe te passen, welke door 15 middel van consoles op gewenste hoogtes aan de steiger koppelbaar zijn. De hulpvloeren zijn bijvoorbeeld bestemd om op te staan en/of om bouwmateriaal op te plaatsen, in het bijzonder op verticale posities tussen twee steigervloeren in. De hulpvloeren worden bijvoorbeeld aan staanders van de steiger gekoppeld.Furthermore, it is known to use auxiliary floors which can be connected to the scaffolding by means of consoles at desired heights. The auxiliary floors are, for example, intended to stand up and / or to place building material, in particular at vertical positions between two scaffolding floors. The auxiliary floors are, for example, coupled to uprights of the scaffolding.

20 Een nadeel van de bekende steiger is, dat in het bijzonder bouwmaterialen tijdens gebruik in veel gevallen lastig bereikbaar zijn voor werklieden. Bovendien dienen bouwmaterialen veilig en stabiel op de steiger te worden gehouden, zonder toegang tot werkposities te belemmeren. Dit blijkt in de praktijk lastig te zijn. Verder kunnen de aan staanders 25 gekoppelde hulpvloeren een ongewenst hoge belasting van de staanders vormen, met name wanneer zware bouwmaterialen op de hulpvloeren 1029149 2 worden opgesteld. Om deze redenen is het bovendien lastig om te voldoen aan de thans in althans Nederland geldende bouw- en arbeidswetgeving.A drawback of the known scaffolding is that building materials, in particular, are in many cases difficult to reach for workers during use. In addition, building materials must be kept safely and stably on the scaffolding, without impeding access to work positions. This appears to be difficult in practice. Furthermore, the auxiliary floors coupled to uprights 25 can form an undesirably high load on the uprights, in particular when heavy building materials are arranged on the auxiliary floors 1029149 2. For these reasons, it is moreover difficult to comply with the construction and labor legislation currently applicable in at least the Netherlands.

De onderhavige uitvinding beoogt een verbetering van het genoemde samenstel. In het bijzonder beoogt de uitvinding een stabiele en 5 veilige steiger, waarbij bijvoorbeeld bouwmaterialen of andere zaken veilig op een gewenste positie kunnen worden opgestald.The present invention aims at an improvement of the said assembly. In particular, the invention contemplates a stable and safe scaffolding, wherein, for example, building materials or other items can be safely stored at a desired position.

Volgens de uitvinding wordt een samenstel gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 1.According to the invention, an assembly is characterized by the features of claim 1.

Het samenstel is volgens de uitvinding voorzien van ten minste één 10 hulpinrichting, waarbij de hulpinrichting op een steigervloer van de steiger positioneerbaar is, waarbij de hulpinrichting is geconfigureerd om een draagplateau op een bepaalde hoogte ten opzichte van de steigervloer te houden, ten behoeve van het dragen van zaken zoals bijvoorbeeld bouwmateriaal en/of gereedschap.According to the invention, the assembly is provided with at least one auxiliary device, wherein the auxiliary device is positionable on a scaffolding floor of the scaffolding, wherein the auxiliary device is configured to hold a supporting platform at a certain height relative to the scaffolding floor for the purpose of carrying items such as building materials and / or tools.

15 De hulpinrichting kan tijdens gebruik op bijzonder eenvoudige wijze op een steigervloer worden gepositioneerd. Derhalve kan de steigervloer de hulpinrichting en een daarop aangebracht draagplateau veilig dragen, waarbij overmatige belasting van steigerstaanders -onder invloed van op het draagplateau te plaatsen bouwmateriaal- kan worden 20 vermeden. De hulpinrichting van het samenstel kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Bij een zeer solide uitvoering bestaat de hulpinrichting in hoofdzaak uit een constructie van aan elkaar gekoppelde stalen buizen en/of stangen.The auxiliary device can be positioned on a scaffolding floor in a particularly simple manner during use. The scaffolding floor can therefore safely carry the auxiliary device and a supporting platform mounted thereon, whereby excessive loading of scaffolding uprights-under the influence of building material to be placed on the supporting platform-can be avoided. The auxiliary device of the assembly can be designed in various ways. In a very solid embodiment, the auxiliary device consists essentially of a construction of steel tubes and / or rods coupled to each other.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de 25 hulpinrichting integraal is voorzien van een aantal steigerklemmen om de hulpinrichting aan de steiger te koppelen.In a preferred embodiment of the invention, the auxiliary device is integrally provided with a number of scaffolding clamps for coupling the auxiliary device to the scaffolding.

Op deze manier kan de hulpinrichting stevig aan de steiger worden gekoppeld, onder gebruikmaking van de eigen steigerklemmen. Door steigerklemmen integraal te voorzien is het gebruik van de hulpinrichting 30 bovendien bijzonder eenvoudig en veilig. Zo geven de steigerklemmen uit | 1029149 3 zichzelf de geschikte aankoppelingsposities van de hulp inrichting aan. Een gebruiker hoeft zo bijvoorbeeld niet meer na te denken, welke delen van de hulpinrichting geschikt zouden kunnen zijn om aan de steiger te koppelen, en daarbij per ongeluk een uit stabiliteitsoogpunt minder geschikt deel van 5 de hulpinrichting kiest.In this way the auxiliary device can be securely coupled to the scaffolding, using its own scaffolding clamps. Moreover, by providing scaffolding clamps integrally, the use of the auxiliary device 30 is particularly simple and safe. For example, the scaffolding clamps give out | 1029149 3 itself the suitable coupling positions of the auxiliary device. For example, a user no longer needs to think about which parts of the auxiliary device could be suitable for coupling to the scaffolding, and thereby accidentally select a part of the auxiliary device that is less suitable for stability.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de hulpinrichting voorzien van koppelingsmiddelen om de hulpinrichting aan een staander van de steiger te koppelen, in het bijzonder om omvallen van de hulpinrichting tegen te gaan.According to a further elaboration of the invention, the auxiliary device is provided with coupling means for coupling the auxiliary device to an upright of the scaffolding, in particular to prevent the auxiliary device from falling over.

10 Op deze manier kan een staander van de steiger eenvoudig worden gebruikt om de hulpinrichting vast te houden en/of te steunen opdat omvallen van de hulpinrichting wordt vermeden, terwijl genoemde steigervloer de hulpinrichting in hoofdzaak draagt. De koppelingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld op voordelige wijze bestaan uit de integrale 15 steigerklemmen. De hulpinrichting kan zo snel in een geschikte stabiele gebruiksstand worden opgesteld.In this way, a post of the scaffolding can simply be used to hold and / or support the auxiliary device in order to prevent the auxiliary device from falling over, while said scaffolding floor essentially supports the auxiliary device. The coupling means can for instance advantageously consist of the integral scaffolding clamps. The auxiliary device can thus be set up quickly in a suitable stable position of use.

Verder verschaft de uitvinding een hulpinrichting die wordt gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 17. Deze hulpinrichting kan bovengenoemde voordelen bieden. Voorts verschaft de uitvinding een 20 voordelig gebruik van een samenstel volgens één van de conclusies 1-16.The invention further provides an auxiliary device which is characterized by the features of claim 17. This auxiliary device can offer the above-mentioned advantages. The invention further provides an advantageous use of an assembly according to any one of claims 1-16.

Daarbij wordt de hulpinrichting op een steigervloer van de steiger geplaatst, waarbij een draagplateau op de hulpinrichting wordt geplaatst, waarbij vervolgens zaken, zoals bijvoorbeeld bouwmateriaal en/of gereedschap, op het draagplateau worden geplaatst.The auxiliary device is herein placed on a scaffolding floor of the scaffold, wherein a supporting platform is placed on the auxiliary device, wherein subsequently items such as, for example, building material and / or tools are placed on the supporting platform.

25 Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. Thans zal de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden en de tekening. Daarin toont: fig. 1 een zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel volgens de uitvinding, tijdens een eerste bouwfase; 1029149 4 fig. 2 een dergelijk zijaanzicht als fig. 1, tijdens een tweede bouwfase; fig. 3 een dergelijk zijaanzicht als fig. 1, tijdens een derde bouwfase; 5 fig. 4 een schematisch opengewerkt bovenaanzicht van het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; fig. 5 een vooraanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een hulpinrichting volgens de uitvinding; fig. 6 een zijaanzicht van het in fig. 5 weergegeven 10 uitvoeringsvoorbeeld; fig. 7 een deels opengewerkt bovenaanzicht van het in fig. 5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; fig. 8 een bovenaanzicht van eerste deel van het in fig. 5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; 15 fig. 9 een bovenaanzicht van een tweede deel van het in fig. 5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; fig. 10 een dergelijk aanzicht als fig. 7 van een alternatief uitvoeringsvoorbeeld van een hulpinrichting volgens de uitvinding; en fig. 11 een detail Q van fig. 10.Further elaborations of the invention are described in the subclaims. The invention will now be elucidated on the basis of exemplary embodiments and the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a side view of an exemplary embodiment of an assembly according to the invention, during a first construction phase; Fig. 2 shows such a side view as Fig. 1, during a second construction phase; Fig. 3 shows such a side view as Fig. 1, during a third building phase; Fig. 4 is a schematic cut-away plan view of the exemplary embodiment shown in Fig. 1; Fig. 5 is a front view of an exemplary embodiment of an auxiliary device according to the invention; Fig. 6 is a side view of the exemplary embodiment shown in Fig. 5; Fig. 7 is a partly cut-away plan view of the exemplary embodiment shown in Fig. 5; Fig. 8 is a top view of the first part of the exemplary embodiment shown in Fig. 5; Fig. 9 is a top view of a second part of the exemplary embodiment shown in Fig. 5; Fig. 10 shows such a view as Fig. 7 of an alternative exemplary embodiment of an auxiliary device according to the invention; and Fig. 11 shows a detail Q of Fig. 10.

20 In de onderhavige aanvrage worden gelijke of corresponderende maatregelen met gelijke of corresponderende verwijzingscijfers aangeduid.In the present application, the same or corresponding measures are designated with the same or corresponding reference numerals.

Figuren 1-4 tonen een uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel, omvattende een systeemsteiger met staanders 1, liggers 2 en vloeren 3. Aan de staanders 1 zijn dwarsliggers 2a gekoppeld, welke langsliggers 2c dragen.Figures 1-4 show an exemplary embodiment of an assembly, comprising a system scaffold with uprights 1, beams 2 and floors 3. Cross beams 2a are coupled to uprights 1, which support longitudinal beams 2c.

25 Zoals fig. 4 schematisch toont, zijn dwarsliggers 2b voorzien op halve afstanden tussen staanders 1, gezien in een horizontale langsrichting van de steiger. Het samenstel wordt bijvoorbeeld gebruikt om een muur M op te metselen, onder gebruikmaking van stenen en ander bouwmateriaal O. Een metselaar P bevindt zich daarbij bijvoorbeeld op een hulpvloerdeel 30 of 30 consolevloer 31 nabij de muur M. Bij de in fig. 1 getoonde bouwfase zijn de 1029149 5 stenen O op een, voor de metselaar P gemakkelijk bereikbare positie opgesteld door een draagplateau 20 dat wordt gedragen door een op een steigervloer 3a geplaatste hulpinrichting 4. Bij een tweede, in fig. 2 getoonde bouwfase is de muur M verder op gemetseld, en kan bouwmateriaal 5 O op een volgende steigervloer 3b worden geplaatst. Fig. 3 toont een verdere bouwfase, waarbij weer een hulpinrichting 4 wordt opgesteld, op die volgende steigervloer 3b, om bouwmateriaal O te dragen.As Fig. 4 shows schematically, sleepers 2b are provided at half distances between posts 1, viewed in a horizontal longitudinal direction of the scaffolding. The assembly is used, for example, to brick a wall M, using bricks and other building material O. A bricklayer P is thereby located, for example, on an auxiliary floor part 30 or console floor 31 near the wall M. In the construction phase shown in Fig. 1 the bricks O are arranged in a position easily accessible for the bricklayer P by a supporting platform 20 which is supported by an auxiliary device 4 placed on a scaffolding floor 3a. In a second construction phase shown in Fig. 2, the wall M is further up masonry, and building material 5 O can be placed on a following scaffolding floor 3b. FIG. 3 shows a further construction phase, in which an auxiliary device 4 is again arranged on that next scaffolding floor 3b, to carry building material O.

Het genoemde draagplateau 20 kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld uit een of meer planken bestaan, bijvoorbeeld i 10 slechts twee planken, die op de hulpinrichting plaatsbaar zijn, of op een i andere manier. Bij voorkeur is het draagplateau 20 op zichzelf door één persoon hanteerbaar en draagbaar. Bij voorkeur is het draagplateau 20 van de hulpinrichting 4 afneembaar, zodat dat plateau 20 en de hulpinrichting 4 gemakkelijk afzonderlijk van elkaar kunnen worden getransporteerd.Said carrying platform 20 can be designed in different ways and may consist of, for example, one or more shelves, for example only two shelves, which can be placed on the auxiliary device, or in another way. Preferably, the carrying platform 20 is per se manageable and portable. The carrying platform 20 is preferably removable from the auxiliary device 4, so that that plateau 20 and the auxiliary device 4 can easily be transported separately from each other.

15 Alternatief is het draagplateau vast aan de hulpinrichting 4 gekoppeld.Alternatively, the carrying platform is fixedly coupled to the auxiliary device 4.

Zoals de figuren 1-4 duidelijk tonen, is de breedte W van de hulpinrichting 4, gemeten in een dwarsrichting van de steiger, kleiner dan de helft van de breedte V van de steiger. Daardoor is een zich langs de hulpinrichting uitstrekkend vloerdeel van de steiger nog goed en veilig 20 bereikbaar voor bouwlieden, kruiwagens en dergelijke. De hulpinrichting 4 wordt dan bij voorkeur zodanig aan een langszijde van de steiger ! gepositioneerd, dat voor een volwassen persoon voldoende ruimte aan een van de genoemde steigerlangszijde afgekeerde zijde van de hulpinrichting beschikbaar is op de steigervloer, om de hulpinrichting te passeren. De 25 breedte W van genoemde hulpinrichting kan bijvoorbeeld kleiner zijn dan circa een halve meter.As clearly shown in Figures 1-4, the width W of the auxiliary device 4, measured in a transverse direction of the scaffolding, is smaller than half the width V of the scaffolding. As a result, a floor part of the scaffold extending along the auxiliary device is still easily and safely accessible for builders, wheelbarrows and the like. The auxiliary device 4 is then preferably positioned on a longitudinal side of the scaffolding! positioned that for an adult sufficient space is available on a side of the auxiliary device remote from the said scaffolding longitudinal side to pass the auxiliary device. The width W of said auxiliary device can for instance be smaller than approximately half a meter.

Zoals fig. 4 toont, is het verder voordelig wanneer de lengte L van de hulpinrichting 4, tijdens gebruik en gemeten in een langsrichting van de steiger, korter is dan of gelijk is aan de helft van de afstand K tussen twee 30 staanders 1 van de steiger, gemeten in dezelfde langsrichting. In het 1 02 91 49 6 uitvoeringsvoorbeeld is deze lengte L ongeveer gelijk aan de afstand N tussen twee naburige dwarsliggers 2a, 2b van de steiger. Daardoor kan de steigervloer 3 symmetrisch worden belast (zie onder). De lengte L van de hulpinrichting 4 kan bijvoorbeeld korter zijn dan of gelijk zijn aan circa 1 m. 5 Op deze manier kunnen weerszijden van de hulpinrichting 4 gemakkelijk en veilig door een vakman P worden gepasseerd, langs nabijgelegen staanders 1, bijvoorbeeld vanaf de steigervloer 3 naar de muur M toe en/of in omgekeerde richting. Een dergelijke passage,die in een dwarsrichting van de steiger plaatsheeft, is met een dubbele pijl T in fig. 4 aangegeven. Hiertoe 10 kan de hulpinrichting 4 bijvoorbeeld symmetrisch ten opzichte van een staander 1 van de steiger worden gepositioneerd, zie fig. 4, waarbij een midden van de hulpinrichting zich langs de staander 1 uitstrekt.As Fig. 4 shows, it is furthermore advantageous if the length L of the auxiliary device 4, during use and measured in a longitudinal direction of the scaffolding, is shorter than or equal to half the distance K between two uprights 1 of the scaffolding, measured in the same longitudinal direction. In the exemplary embodiment, this length L is approximately equal to the distance N between two adjacent sleepers 2a, 2b of the scaffolding. As a result, the scaffolding floor 3 can be loaded symmetrically (see below). The length L of the auxiliary device 4 may, for example, be shorter than or equal to approximately 1 m. In this way, either side of the auxiliary device 4 can be passed easily and safely by a skilled person P, along nearby uprights 1, for example from the scaffolding floor 3. towards the wall M and / or in the reverse direction. Such a passage, which takes place in a transverse direction of the scaffolding, is indicated by a double arrow T in FIG. To this end, the auxiliary device 4 can for instance be positioned symmetrically with respect to a post 1 of the scaffold, see Fig. 4, wherein a center of the auxiliary device extends along the post 1.

Verder wordt de hulpinrichting 4 bij voorkeur aan een staander 1 van de steiger gekoppeld, in het bijzonder om omvallen van de 15 hulpinrichting 4 tegen te gaan. Voorts is het voordelig, wanneer de hulpinrichting zodanig wordt op gesteld, dat deze de steigervloer symmetrisch belast. Zoals uit het bovenstaande volgt, is de lengte L van de hulpinrichting hiertoe bij voorkeur ongeveer gelijk aan de afstand N tussen twee naburige dwarsliggers 2a, 2b van de steiger, terwijl het midden van dé 20 hulpinrichting zich bijvoorbeeld langs een staander 1 uitstrekt. Daardoor kan het zich onder de hulpinrichting 4 uitstrekkende deel van de steigervloer 3 eenvoudig uit standaard, onversterkte, steigerplanken of dergelijke worden op gebouwd.Furthermore, the auxiliary device 4 is preferably coupled to a post 1 of the scaffolding, in particular to prevent the auxiliary device 4 from falling over. It is furthermore advantageous if the auxiliary device is arranged in such a way that it symmetrically loads the scaffolding floor. As follows from the above, the length L of the auxiliary device for this purpose is preferably approximately equal to the distance N between two adjacent sleepers 2a, 2b of the scaffolding, while the center of the auxiliary device extends, for example, along an upright 1. As a result, the part of the scaffolding floor 3 extending below the auxiliary device 4 can simply be built on from standard, unreinforced scaffolding planks or the like.

Een hoogte H (zie fig. 5) van de hulpinrichting 4 kan bijvoorbeeld 25 in het bereik van circa 0,5-1 m liggen, en in het bijzonder bijvoorbeeld circa 80 cm bedragen, of een andere hoogte omvatten.A height H (see Fig. 5) of the auxiliary device 4 may, for example, be in the range of approximately 0.5-1 m, and in particular be approximately 80 cm, or may comprise a different height.

Figuren 5-9 tonen een uitvoeringsvoorbeeld van de hulpinrichting 4, welke in het samenstel van figuren 1-4 toegepast kan worden. Genoemd draagplateau is niet in figuren 5-9 weergegeven. De hulpinrichting 4 bestaat 30 in hoofdzaak bestaat uit een constructie van aan elkaar gekoppelde buizen 1029149 7 en stangen. Daardoor kan de hulpinrichting duurzaam, goedkooop en lichtgewicht worden uitgevoerd. De constructie omvat twee zijstukken 5, 6, die met ondereinden B op afstand van elkaar op een genoemde steigervloer 3 positioneerbaar zijn. De boveneinden T van de zijstukken 5, 6 zijn 5 ingericht om tijdens gebruik genoemd draagplateau 20 te dragen. Hiertoe zijn de zijstukken 5, 6 elk voorzien van een respectieve platte dragerstang 11, 12. Zoals fig. 6 toont, omvatten de zijstukken elk een rechthoekig frame dat is voorzien van een aantal dwarsbuizen 5a, 5b, 6a, 6b, onderste dwarsprofielen 5c, 6c, en staanderbuizen 5d, 5e, 6d, 6e.Figures 5-9 show an exemplary embodiment of the auxiliary device 4, which can be used in the assembly of figures 1-4. Said carrying platform is not shown in figures 5-9. The auxiliary device 4 consists essentially of a construction of connected tubes 1029149 7 and rods. As a result, the auxiliary device can be made durable, inexpensive and lightweight. The construction comprises two side pieces 5, 6 which can be positioned with lower ends B at a distance from each other on a said scaffolding floor 3. The upper ends T of the side pieces 5, 6 are adapted to support said carrying platform 20 during use. For this purpose, the side pieces 5, 6 are each provided with a respective flat support rod 11, 12. As Fig. 6 shows, the side pieces each comprise a rectangular frame provided with a number of cross tubes 5a, 5b, 6a, 6b, lower cross sections 5c, 6c, and upright tubes 5d, 5th, 6d, 6th.

10 Verder is de hulpinrichting 4 voorzien van een middendeel 7. Het middendeel 7 omvat een U-vormig profiel 7 dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan genoemde zijstukken 5, 6 uitstrekt. Het U-profiel omvat een verticaal deel 7a met twee horizontale eindassen 7b, 7c (zie fig. 6). De zijstukken 5, 6 zijn elk beweegbaar aan de eindassen7b, 7c van het middendeel 7 15 gekoppeld, door middel van koppelingsarmen 8a, 8b, 8c, 8d. Deze koppelingsarmen zijn hiertoe elk aan uiteinden voorzien van geschikte scharnierbussen 9a-9h. De dwarsbuizen 5a, 5b, 6a, 6b van de zijdelen 5, 6 enerzijds en de eindassen 7b, 7c van het middendeel 7 anderzijds strekken zich door deze scharnierbussen 9 uit ter vorming van geschikte 20 scharnierkoppekingen (zie figuren 8 en 9). Aldus zijn de koppelingsarmen 8 elk zowel zwenkbaar aan de zijstukken 5, 6 als zwenkbaar aan het tussendeel 7 gekoppeld. Zoals figuren 7-9 tonen, strekken de bovenste koppelingsarmen 8a, 8b zich onder een andere hoek ten opzichte van de zijstukken 5,6 uit dan de onderste koppelingsarmen 8c, 8d, hetgeen de 25 stabiliteit van de hulpinrichting ten goede komt.The auxiliary device 4 is furthermore provided with a middle part 7. The middle part 7 comprises a U-shaped profile 7 which extends substantially parallel to said side pieces 5, 6. The U-profile comprises a vertical part 7a with two horizontal end shafts 7b, 7c (see Fig. 6). The side pieces 5, 6 are each movably coupled to the end shafts 7b, 7c of the middle part 7, by means of coupling arms 8a, 8b, 8c, 8d. To this end, these coupling arms are each provided with suitable hinge bushes 9a-9h at their ends. The transverse tubes 5a, 5b, 6a, 6b of the side parts 5, 6 on the one hand and the end shafts 7b, 7c of the middle part 7 on the other extend through these hinge bushes 9 to form suitable hinge couplings (see figures 8 and 9). The coupling arms 8 are thus both pivotally coupled to the side pieces 5, 6 and pivotably coupled to the intermediate part 7. As Figs. 7-9 show, the upper coupling arms 8a, 8b extend at a different angle with respect to the side pieces 5,6 than the lower coupling arms 8c, 8d, which benefits the stability of the auxiliary device.

| Op deze manier zijn de zijstukken 5, 6 elk ten minste naar het ! middendeel 7 toe en van het middendeel 7 af beweegbaar. De zijstukken 5, 6 zijn geschikt om het draagplateau 20 te dragen bij de van het middendeel 7 af bewogen, in figuren 5-9 weergegeven stand. De hulpinrichting 4 is 30 eenvoudig vanuit deze uitgeklapte of uitgevouwen stand naar een niet 1029149 8 weergegeven ingeklapte of ingevouwen transport/opslagstand brengbaar, door de zijframes 5, 6 naar elkaar toe te bewegen, bijvoorbeeld ten behoeve van transport en/of opslag. Bij voorkeur is de hulpinrichting 4 dan door één persoon draagbaar.| In this way the side pieces 5, 6 are each at least towards it! middle part 7 and movable away from the middle part 7. The side pieces 5, 6 are suitable for supporting the carrying platform 20 in the position moved away from the middle part 7, shown in figures 5-9. The auxiliary device 4 can be easily brought from this folded-out or unfolded position to a folded-in or folded-in transport / storage position, not shown, by moving the side frames 5, 6 towards each other, for instance for transport and / or storage. The auxiliary device 4 is then preferably portable by one person.

5 Zoals de figuren 5-9 verder tonen, is het middendeel 7 van de hulpinrichting 4 integraal voorzien van twee steigerklemmen 10. De hulpinrichting kan door middel van deze klemmen 10 eenvoudig aan een staander 1 van bovengenoemde steiger worden gekoppeld (een dergelijke staander is in figuren 7-9 ingetekend). De steigerklemmen 10 kunnen 10 bijvoorbeeld door lasverbindingen aan de hulpinrichting 4 zijn verbonden, of op een andere manier. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is elke steigerklem 10 aangebracht in het verlengde van een genoemde horizontale eindas 7b van het middenprofiel 7. Vanzelfsprekend kunnen de steigerklemmen 10 tevens op andere posities zijn voorzien.As Figs. 5-9 furthermore show, the middle part 7 of the auxiliary device 4 is integrally provided with two scaffolding clamps 10. The auxiliary device can easily be coupled to a post 1 of the above-mentioned scaffold by means of these clamps 10 (such a post is in 7-9 signed). The scaffolding clamps 10 can for instance be connected to the auxiliary device 4 by welding connections, or in another way. In the present exemplary embodiment, each scaffolding clamp 10 is arranged in line with a said horizontal end axis 7b of the middle profile 7. The scaffolding clamps 10 can of course also be provided at other positions.

15 Figuren 10 en 11 tonen bovenaanzichten van een alternatieve uitvoering van een hulpinrichting 4'. Bij het alternatieve uitvoeringsvoorbeeld zijn de koppelingsarmen 8a', 8b', 8c', 8d' op grotere afstand van de steigerklem 10' aan de eindassen 7b', 7c' van het middendeel 7' gekoppeld. Bovendien sluiten de koppelingsarmen 8a', 8b', 8c', 8d' 20 enigszins andere hoeken in met de zijstukken 5', 6'. Bij deze configuratie is bijvoorbeeld voldoende ruimte beschikbaar om een derde, niet weergegeven, steigerklem te plaatsen tussen de twee steigerklemmen 10' van de hulpinrichting 4'. jFigures 10 and 11 show top views of an alternative embodiment of an auxiliary device 4 '. In the alternative embodiment, the coupling arms 8a ', 8b', 8c ', 8d' are coupled at a greater distance from the scaffolding clamp 10 'to the end shafts 7b', 7c 'of the middle part 7'. Moreover, the coupling arms 8a ', 8b', 8c ', 8d' enclose somewhat different angles with the side pieces 5 ', 6'. With this configuration, for example, sufficient space is available to place a third, not shown, scaffolding clamp between the two scaffolding clamps 10 'of the auxiliary device 4'. j

Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet is beperkt tot de 25 beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende conclusies.It is self-evident that the invention is not limited to the exemplary embodiments described. Various changes are possible within the scope of the invention as set forth in the following claims.

Zo kan genoemde hulpinrichting op diverse manieren, en van diverse materialen, zijn geconstrueerd.For example, said auxiliary device can be constructed in various ways and from various materials.

30 102914930 1029149

Claims

An assembly provided with a scaffold, which is provided with a number of uprights (1), beams (2) and scaffolding floors (3), and at least one auxiliary device (4), the auxiliary device (4) on a scaffolding floor (3) of the scaffolding, wherein the auxiliary device (4) is configured to hold a supporting platform (20) at a certain height relative to the scaffolding floor (3), for the purpose of carrying items (O) such as, for example, building material and / or tools.

2. Assembly according to claim 1, wherein the auxiliary device (4) is integrally provided with a number of scaffolding clamps (10) for coupling the auxiliary device (4) to the scaffolding.

3. Assembly according to one of the preceding claims, wherein the auxiliary device (4) is provided with coupling means (10) for coupling the auxiliary device (4) to a post (1) of the scaffolding, in particular for tipping over the auxiliary device ( 4) counter.

An assembly according to any one of the preceding claims, wherein the auxiliary device (4) can be brought from a collapsed or collapsed transport / storage position to an unfolded or unfolded position of use, and vice versa.

5. Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the auxiliary device (4) is provided with at least two side parts (5, 6), which can be positioned with lower ends (B) on a said scaffolding floor (3), wherein the side parts (5 , 6) are adapted to support said carrying platform (20) during use, for example with upper ends (T) of the side parts.

Assembly according to claim 5, wherein the auxiliary device (4) is at least provided with a middle part (7), wherein said side parts (5, 6) are movably coupled to the middle part (7). 1 0 2 9 1 4, q!

An assembly according to claims 3 and 6, wherein the middle part (7) of the auxiliary device is provided with said coupling means (10).

Assembly according to claim 7 or 8, wherein the side parts (5, 6) are each movable at least towards the middle part (7) and away from the middle part (7), wherein the side parts (5, 6) are at least suitable to support the carrying platform (20) in the position moved away from the middle part (7).

An assembly according to any one of claims 5-8, wherein the auxiliary device is provided with coupling arms (8) for coupling said side parts (5, 6) to each other, wherein the coupling arms (8) are pivotally connected to the side parts (5, 6) are linked.

An assembly according to at least claims 6 and 9, wherein ends of said coupling arms remote from the respective side parts (5, 6) are pivotally coupled to said middle part (7).

11. Assembly as claimed in any of the claims 6-10, wherein the middle part 15 (7) comprises a profile which extends substantially parallel to said side parts (5, 6).

12. Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the length (L) of the auxiliary device (4), during use and measured in a longitudinal direction of the scaffolding, is shorter than or equal to half the distance (K) between two uprights (1) of the scaffolding, measured in the same longitudinal direction.

An assembly according to any one of the preceding claims, wherein the length (L) of the auxiliary device (4), during use and measured in a longitudinal direction of the scaffolding, is shorter than or equal to approximately 1 m.

Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein a width (W) of said auxiliary device, measured in a transverse direction (V) of the scaffolding, is smaller than half the width of the scaffolding.

An assembly according to any one of the preceding claims, wherein a width (W) of said auxiliary device, measured in a transverse direction of the scaffolding, is smaller than approximately half a meter. 1029149 ι ---------—,! ί ί i i

Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the auxiliary device (4) consists essentially of a construction of tubes and / or rods coupled to each other, for example steel pipes and / or rods.

17. Auxiliary device of an assembly according to one of the preceding claims.

Use of an assembly according to any one of claims 1-16, wherein the auxiliary device (4) is placed on a scaffolding floor (3) of the scaffold, wherein a supporting platform (20) is or is provided on the auxiliary device, wherein subsequently (O), such as, for example, building material 10 and / or tools, may be placed on the support platform (20).

Use according to claim 18, wherein the auxiliary device (4) is positioned such that on the scaffolding floor (3) near the auxiliary device (4) there is sufficient space available for an adult person (P) to place the auxiliary device (4) in a transverse direction of the scaffolding.

Use according to claim 18 or 19, wherein the auxiliary device is positioned on a longitudinal side of the scaffolding such that sufficient space is available on the scaffold floor for an adult person on a side of the auxiliary device remote from said longitudinal side of the scaffolding. pass.

Use according to any of claims 17-20, wherein the auxiliary device (14) is coupled to an upright (1) of the scaffolding to prevent the auxiliary device from falling over.

Use according to any of claims 17-21 for bricking a wall (M). 25 1029149