NL1027692C2 - Ladder met wegglijden tegengaande constructie. - Google Patents

Ladder met wegglijden tegengaande constructie. Download PDF

Info

Publication number
NL1027692C2
NL1027692C2 NL1027692A NL1027692A NL1027692C2 NL 1027692 C2 NL1027692 C2 NL 1027692C2 NL 1027692 A NL1027692 A NL 1027692A NL 1027692 A NL1027692 A NL 1027692A NL 1027692 C2 NL1027692 C2 NL 1027692C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ladder
auxiliary arm
auxiliary
spring
reaction rod
Prior art date
Application number
NL1027692A
Other languages
English (en)
Inventor
Mateus Clemens Maria Lindeman
Ronald Marcel Braaf
Antoon Teel
Original Assignee
Mateus Clemens Maria Lindeman
Ronald Marcel Braaf
Antoon Teel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mateus Clemens Maria Lindeman, Ronald Marcel Braaf, Antoon Teel filed Critical Mateus Clemens Maria Lindeman
Priority to NL1027692A priority Critical patent/NL1027692C2/nl
Priority to DE602005007685T priority patent/DE602005007685D1/de
Priority to EP05111745A priority patent/EP1669538B1/en
Priority to AT05111745T priority patent/ATE399249T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1027692C2 publication Critical patent/NL1027692C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06CLADDERS
    • E06C7/00Component parts, supporting parts, or accessories
    • E06C7/42Ladder feet; Supports therefor
    • E06C7/423Ladder stabilising struts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ladders (AREA)

Description

Ladder met wegglijden tegengaande constructie
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ladder omvattende twee op afstand liggende ladderbomen en daartussen aangebrachte sporten alsmede nabij het in 5 gebruik benedeneinde liggende middelen voor het voorkomen van het verschuiven van dat benedeneinde.
Een dergelijke ladder is in de stand der techniek algemeen bekend. Om wegglijden te voorkomen wordt voorgesteld de ladder te plaatsen op een T-vormig profiel. Deze constructie wordt door Limed Nederland B.V. onder naam 10 “ladderstopper” op de maikt gebracht.
Hoewel een dergelijke constructie voldoet bij verhoudingsgewijs vaste ondergrond zijn er veel situaties, waarin de veiligheid nog steeds nog niet gegarandeerd kan worden.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een ladder te voorzien, waarmee 15 wegschuiven onder alle omstandigheden op effectieve wijze voorkomen wordt
Dit doel wordt bij een hierboven beschreven ladder verwezenlijkt doordat die middelen omvatten een zich ongeveer evenwijdig met die sporten uitstrekkende hulpbalk, welke hulpbalk bevestigd is aan een hulparm met variabele lengte, welke hulparm anderzijds op afstand van dat benedeneinde aan die ladder bevestigd is, 20 alsmede een met die hulpbalk verbonden reactiestang, welke reactiestang (in de gebruikstoestand) op een positie onder de bevestigingspositie van die hulparm aan die ladder, aan die ladder bevestigd is.
Volgens de onderhavige uitvinding is de hulpbalk verplaatsbaar ten opzichte van het ondereinde van de ladder aangebracht. Deze hulpbalk steunt af op de betreffende 25 bodem. Vanaf de hulpbalk strekt zich een (of meer) hulparm(en) naar de ladder uit, welke functioneert als schoor en zo stabiliteit aan de constructie geeft. Door het variabel zijn van de lengte van de hulparm kan in aanpassing bij eventueel wegzakken en/of verplaatsen voorzien worden. Het is gebleken dat op deze wijze op effectieve manier wegschuiven van de onderzijde van de ladderbomen voorkomen wordt.
30 Om de stabiliteit van deze constructie zoveel mogelijk te optimaliseren is volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding de breedte van de hulpbalk ten minste gelijk aan de breedte van de ladder nabij het benedeneinde daarvan.
1027692^ 2
De reactiestang kan zich onder een hoek met de horizontaal uitstrekken, maar is bij voorkeur in hoofdzaak ongeveer horizontaal aangebracht in de positie van gebruik.’
Om de schoorwerking zoveel mogelijk te optimaliseren is de hulparm op een afstand liggend tussen 80-160 cm van het benedeneinde van de ladder aan de ladder 5 bevestigd. Deze bevestiging vindt bij voorkeur plaats aan de buitenzijde van de ladderboom.
Zowel de hulparm als de hulpbalk zijn bij voorkeur in lengte respectievelijk breedte verstelbaar om in optimale aanpassing aan de plaatselijke omstandigheden te voorzien.
10 De variabele lengte van de hulparm die tijdens het gebruik wijzigt, kan verwezenlijkt worden door deze hulparm in twee ten opzichte van elkaar verschuifbare delen uit te voeren en daartussen een veer aan te brengen. Deze veer is bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat deze de twee delen uit elkaar drijft, dat wil zeggen de hulpbalk wegdrijft van het benedeneinde van de ladder. Volgens de onderhavige uitvinding 15 wordt bij het plaatsen van de ladder de hulpbalk tegen de betreffende ondergrond liggend gepositioneerd. Daarbij wordt de lengte van de hulparm ingesteld door het zonder spanning of met geringe spanning ten opzichte van elkaar verschuiven van de twee delen. Daarna vindt zodanige onderlinge vergrendeling plaats dat deze twee delen slechts in elkaar kunnen bewegen tegen de weerstand van de veer in. Indien na het 20 plaatsen van de ladder verschuivingen optreden wordt deze veer automatisch gespannen en drukt de hulpbalk steeds op optimale wijze tegen de bodem, waardoor een bijzonder stabiel geheel verkregen wordt.
Gebleken is dat een optimaal effect verkregen wordt indien de veer een veerconstante heeft van ongeveer 2-3 N/ram. Uitgaande van een spanning van de veer 25 bij het plaatsen van ongeveer 300 n wordt in optimale aanpassing van de onderhavige omstandigheden voorzien. Eventueel kunnen iets andere waarden gekozen worden indien het gewicht van de gebruiker wezenlijk afwijkt van het gemiddelde gewicht van een gebruiker.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op middelen voor het voorkomen van 30 het verschuiven van een ladder, omvattende een hulpbalk, waaraan bevestigd zijn een hulparm en een reactiestang, waarbij de vrije einden van zowel de hulparm als de reactiestang uitgevoerd zijn voor scharnierende bevestiging aan een ladder, waarbij de hulparm uit twee ten opzichte van elkaar onder invloed van veerkracht verplaatsbare 1027692- t 3 delen bestaat. De scharnierende bevestiging kan in principe elke in de stand der techniek bekende bevestiging zijn, maar omvat bij voorkeur bij de bevestiging aan de ladderbomen kogelgewricht, zodat de armen zijdelings naar buiten kunnen uitwijken.
Begrepen zal worden dat de betreffende veer een schroefveer, gasveer en 5 dergelijke kan zijn.
De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvooibeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:
Fig. 1 schematisch het plaatsen van de ladder volgens de uitvinding tegen een gevel; 10 Fig. 2 het detail Π uit fig. 1; en
Fig. 3 het detail m uit fig. 2 in de toestand direct voor het plaatsen.
In fig. I is de ladder volgens de onderhavige uitvinding met 1 aangegeven. Deze is geplaatst tegen een gevel 2. In dit getoonde voorbeeld heeft de ladder een lengte van ongeveer 7 m, maar begrepen zal worden dat deze lengte afhankelijk van de constructie 15 van de ladder (al dan niet uitschuifbaar) kan variëren. Ladder 1 bestaat uit twee tegenover elkaar liggende ladderbomen 4, waartussen zich sporten uitstrekken.
De ladder is geplaatst op bodem 6. Indien de bodem niet voldoende stabiel is of de ladder ondeskundig geplaatst wordt, bestaat het gevaar dat de ladder wegschuift in de richting van pijl 7. Daardoor gebeuren jaarlijks flink wat ongelukken zodat door de 20 overheden het op deze wijze professioneel gebruiken van ladders niet langer toegestaan is.
Het gevaar van wegglijden wordt volgens de onderhavige uitvinding voorkomen door de aan de benedenzijde van de ladder aan de achterzijde daarvan geplaatste constructie. Details daarvan blijken uit fig. 2.
25 Een hulpbalk 10 is aanwezig bestaande uit twee ten opzichte van elkaar verschuifbaar instelbare delen 11 en 12. Deze delen worden in een bepaalde onderlinge positie vastgelegd en vergrendeld met behulp van grendel 13. Via schamieren'19 is een hulparm 14 met hulpbalk 10 verbonden. Hulparm 14 bestaat eveneens uit twee telescoperende delen 15,16. Een veer 23 is aanwezig (fig. 3) die deel 15 en deel 16 uit 30 elkaar drijft. Veer 23 steunt enerzijds af op pen 17 in deel 15 en steunt anderzijds af op het einde van deel 16. Reactiestang 20 bestaat uit delen 21 en 22, die door middel van een pen 25 in onderlinge positie vastgelegd kunnen worden. Dat wil zeggen na instelling veranderd de onderlinge positie tussen de delen 21 en 22 niet meer. Deel 21 1027692- 4 is via een kogelschamier verbonden met de ladderboom 4. Via kogelschamieren 18 is de hulparm 14 verbonden met de ladderboom 4 respectievelijk 3. De afstand tussen scharnierpunt 18 en benedeneinde van de ladder ligt tussen 80 en 160 cm.
Op een laag niveau is een reactiestang 20 via scharnier 27 aan weerszijde van 5 elke ladderboom 3 respectievelijk 4 daarvan bevestigd. De reactiestang 20 bestaat uit twee ten opzichte van elkaar telescoperend verschuifbare delen 21,22. Deel 22 is scharnierend verbonden bij 26 met de hulparm 14.
De veer 23 heeft een veerconstante liggend tussen 2 en 3 N/mm. De veer is verplaatsbaar vanuit een ontspannen toestand naar een gespannen toestand. In fig. 3b is 10 de ontspannen toestand getoond, waarbij een grendel 17 zonder wezenlijke druk tegen het vrije einde van veer 23 ligt In fig. 3a is de gespannen toestand getoond. Beide hulparmen kunnen eenzelfde veer hebben, maar het is ook mogelijk verschillende veren aan te brengen.
De hierboven beschreven constructie wordt als volgt gebruikt: 15 Bij het plaatsen van de ladder wordt de breedte van de hulpbalk 10 ingesteld. Bij voorkeur is deze zo groot mogelijk. De maximale breedte (B) kan 2 m of meer zijn. Onderlinge positie kan al dan niet gefixeerd worden met pen 13. De achterwaartse positie van de hulpbalk 10 kan eveneens gesteld worden door onderlinge verstelling van delen 21 en 22 van de reactiestang 20. Deze onderlinge positie wordt vervolgens 20 gefixeerd door het inbrengen van pen 25. Bij al deze handelingen hoeft pen 17 niet aanwezig zijn in deel 15. Dat wil zeggen deel 16 kan vrij ten opzichte van deel 17 bewegen en bij het plaatsen van de ladder zal de hulpbalk door het gewicht daarvan de bodem opzoeken. Vervolgens wordt pen 17 in die positie in deel 15 geplaatst, waarin het vrije einde van veer 23 tegen pen 17 aanligt (fig. 3b) of op zeer geringe afstand 25 daarvan aangebracht is. De juiste positie kan verzekerd worden door het betreffende einde van veer 23 bijvoorbeeld te kleuren, waarbij de positie van dat einde door de openingen in deel 15 zichtbaar is.
Indien vervolgens de ladder gebruikt wordt en “zetten” plaats vindt zullen de delen 15 en 16 ten opzichte van elkaar ingedrukt worden. Deze beweging wordt 30 tegengewerkt door de spanning van veer 23. Daardoor wordt zowel het ondereinde 9 als de hulpbalk 10 in stevige aangrijping met de ondergrond gebracht. Verschuiving is daarna niet meer mogelijk. Wordt door gebruik van de ladder een geringe verplaatsing 1 027692-! 5 van de onderzijde van de ladder 9 veroorzaakt dan zal dit later gecompenseerd worden door de variabele lengte van de hulparm 14.
Door het op juiste wijze bemeten van de verschillende lengten van de hulparm 14, reactiestang 20 en hulpbalk 10 is slechts een beperkt onderlinge beweging tussen 5 deel 14 en deel 15 noodzakelijk. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering is de onderlinge beweging enkele centimeters met als maximum ongeveer 11 cm.
Gebleken is dat ook op zeer gladde ondergronden het gevaar van wegglijden volledig weggenomen is. Het gewicht van de ladder en de daarop geplaatste personen is niet van belang.
10 Eventueel kan de constructie die het wegglijden dient te voorkomen zodanig uitgevoerd worden dat de reactiestang 20 gemakkelijk los genomen kan worden hetzij bij scharnier 26 hetzij bij scharnier 27, waardoor de hulparm 14 langs de laddeibomen 3,4 geklapt kan worden en zo in een compact geheel voor transport voorzien kan worden.
15 Eventueel kan het scharnierpunt 18 in hoogte verstelbaar uitgevoerd zijn. Daartoe kan een bijzondere klemconstructie aanwezig zijn die in het inwendige van de holle sporten klemmend aangrijpt.
Na het bovenstaande zullen hetgeen bekwaam in de stand der techniek dadelijk varianten opkomen. Deze zijn gezien het bovenstaande voor de hand liggend en liggen 20 binnen het bereik van de bijgaande conclusies.
1027692¾

Claims (11)

1. Ladder (1) omvattende twee op afstand liggende laddeibomen (4) en daartussen aangebrachte sporten (5) alsmede nabij het in gebruik benedeneinde liggende middelen 5 voor het voorkomen van het verschuiven van dat benedeneinde, met het kenmerk, dat die middelen omvatten een zich ongeveer evenwijdig met die sporten (5) uitstrekkende hulpbalk (10), welke hulpbalk bevestigd is aan een hulparm (14) met variabele lengte, welke hulparm anderzijds op afstand van dat benedeneinde aan die ladder bevestigd is, alsmede een met die hulpbalk verbonden reactiestang (20), welke reactiestang (in de 10 gebruikstoestand) op een positie onder de bevestigingspositie van die hulparm aan die ladder, aan die ladder bevestigd is.
2. Ladder volgens conclusie 1, waarbij de breedte (B) van die hulpbalk ten minste gelijk is aan de breedte (b) van die ladder nabij het dat benedeneinde daarvan. 15
3. Ladder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die reactiestang zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt.
4. Ladder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die hulparm (14) op 20 een afstand van 80-100 cm vanaf het benedeneinde van die ladder aan die ladder bevestigd is.
5. Ladder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die reactiestang een verstelbare lengte heeft. 25
6. Ladder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die hulparm voorzien is van een veerconstructie (23) voor het verwezenlijken van die variabele lengte.
7. Ladder volgens 6, waarbij die veer een veerconstante van 2-3 N/mm heeft en die 30 veer verplaatsbaar is van een maximaal gespannen toestand naar een maximaal ontspannen toestand. 1027692- t
8. Ladder volgens conclusie 7, waarbij die kracht van die veer in gespannen toestand ten minste 300 N is.
9. Ladder volgens een van de conclusies 7 of 8 omvattende vergrendelmiddelen (17) 5 om de maximale variatie van de lengte van de hulparm te begrenzen.
10. Ladder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die hulparm respectievelijk de reactiestang aan de buitenzijde weg van de sporten, aan die ladderboom (4) bevestigd is. 10
11. Middelen voor het voorkomen van het verschuiven van een ladder, omvattende een hulpbalk (10), waaraan bevestigd zijn een hulparm (14) en een reactiestang, waarbij de vrije einden van zowel de hulparm als de reactiestang uitgevoerd zijn voor scharnierende bevestiging aan een ladder, waarbij de hulparm twee ten opzichte van 15 elkaar onder invloed van een veerkracht verplaatsbare delen omvat. 1027692·?:
NL1027692A 2004-12-08 2004-12-08 Ladder met wegglijden tegengaande constructie. NL1027692C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027692A NL1027692C2 (nl) 2004-12-08 2004-12-08 Ladder met wegglijden tegengaande constructie.
DE602005007685T DE602005007685D1 (de) 2004-12-08 2005-12-06 Leiter mit Rutschverhinderungsstruktur
EP05111745A EP1669538B1 (en) 2004-12-08 2005-12-06 Ladder with structure to prevent slipping
AT05111745T ATE399249T1 (de) 2004-12-08 2005-12-06 Leiter mit rutschverhinderungsstruktur

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027692 2004-12-08
NL1027692A NL1027692C2 (nl) 2004-12-08 2004-12-08 Ladder met wegglijden tegengaande constructie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1027692C2 true NL1027692C2 (nl) 2006-06-09

Family

ID=34974665

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027692A NL1027692C2 (nl) 2004-12-08 2004-12-08 Ladder met wegglijden tegengaande constructie.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1669538B1 (nl)
AT (1) ATE399249T1 (nl)
DE (1) DE602005007685D1 (nl)
NL (1) NL1027692C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2995766A1 (en) 2014-09-11 2016-03-16 Willem Fledderus Grip ladder

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4130181A (en) * 1977-05-25 1978-12-19 Mccallum William J P Ladder support system
US5165501A (en) * 1991-07-25 1992-11-24 Donahey Howard E Ladder support attachment
DE9116598U1 (nl) * 1991-12-02 1993-05-27 Boehle, Christian, 3548 Arolsen, De
DE29821356U1 (de) * 1998-11-30 1999-03-04 Laug Horst Stabilisierungsstützen für Bock- und Anlegeleitern
US6053284A (en) * 1997-02-18 2000-04-25 Fountain; John W. Support frame for a ladder

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4130181A (en) * 1977-05-25 1978-12-19 Mccallum William J P Ladder support system
US5165501A (en) * 1991-07-25 1992-11-24 Donahey Howard E Ladder support attachment
DE9116598U1 (nl) * 1991-12-02 1993-05-27 Boehle, Christian, 3548 Arolsen, De
US6053284A (en) * 1997-02-18 2000-04-25 Fountain; John W. Support frame for a ladder
DE29821356U1 (de) * 1998-11-30 1999-03-04 Laug Horst Stabilisierungsstützen für Bock- und Anlegeleitern

Also Published As

Publication number Publication date
ATE399249T1 (de) 2008-07-15
EP1669538A1 (en) 2006-06-14
DE602005007685D1 (de) 2008-08-07
EP1669538B1 (en) 2008-06-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5590739A (en) Adjustable extension stepladder
US20070240939A1 (en) Ladder Stabilizers
EP0045140B1 (en) A ladder attachment
US20130319794A1 (en) Adjustable Ladder Support Mechanism
CA2347397A1 (en) Slipping-prevention means for ladders
US5337857A (en) Ladder adaptable platform
US9803422B2 (en) Ladder support and movement assembly
CA2298896A1 (en) Step ladder equipped with stabilizer
US20150191975A1 (en) Vehicle Hitch Ladder Support Device
US20220316274A1 (en) Stepladder folding leg
US7255198B1 (en) Tripod extension stepladder
AU2017210758A1 (en) Device for stabilising a ladder, and a ladder
NL1027692C2 (nl) Ladder met wegglijden tegengaande constructie.
US1887495A (en) Adjustable ladder
US20210180404A1 (en) Ladder stabilizer apparatus
US20170204662A1 (en) Safety Step Stepladder
US5720362A (en) Portable adjustable work trestle
US444280A (en) Frank pepin
US20080230316A1 (en) Self-adjusting ladder leveling device
US1817760A (en) Adjustable automatic folding platform for step-ladders
US1412179A (en) Ladder
US2859066A (en) Adjustable foldable scaffold
BE1018435A3 (nl) Ladderbeveiliging.
AU2008246277A1 (en) A Ladder Safety Device
US5915498A (en) Ladder with nesting lateral support braces

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090701