NL1027411C2 - Transmissie met gebombeerde poelieschijven en een drijfriem. - Google Patents

Transmissie met gebombeerde poelieschijven en een drijfriem. Download PDF

Info

Publication number
NL1027411C2
NL1027411C2 NL1027411A NL1027411A NL1027411C2 NL 1027411 C2 NL1027411 C2 NL 1027411C2 NL 1027411 A NL1027411 A NL 1027411A NL 1027411 A NL1027411 A NL 1027411A NL 1027411 C2 NL1027411 C2 NL 1027411C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pulley
transmission
drive belt
transverse
radial position
Prior art date
Application number
NL1027411A
Other languages
English (en)
Inventor
Arjen Brandsma
Adrianus Johannes Wilhel Leest
Johannes Gerardus Ludovi Spijk
Original Assignee
Bosch Gmbh Robert
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bosch Gmbh Robert filed Critical Bosch Gmbh Robert
Priority to NL1027411A priority Critical patent/NL1027411C2/nl
Priority to PCT/NL2005/000763 priority patent/WO2006049493A1/en
Priority to KR1020077012402A priority patent/KR101167348B1/ko
Priority to EP05797954.4A priority patent/EP1809923B1/en
Priority to JP2007538842A priority patent/JP4887302B2/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL1027411C2 publication Critical patent/NL1027411C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16GBELTS, CABLES, OR ROPES, PREDOMINANTLY USED FOR DRIVING PURPOSES; CHAINS; FITTINGS PREDOMINANTLY USED THEREFOR
    • F16G5/00V-belts, i.e. belts of tapered cross-section
    • F16G5/16V-belts, i.e. belts of tapered cross-section consisting of several parts
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H9/00Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members
    • F16H9/02Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion
    • F16H9/04Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion using belts, V-belts, or ropes
    • F16H9/12Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion using belts, V-belts, or ropes engaging a pulley built-up out of relatively axially-adjustable parts in which the belt engages the opposite flanges of the pulley directly without interposed belt-supporting members
    • F16H9/125Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion using belts, V-belts, or ropes engaging a pulley built-up out of relatively axially-adjustable parts in which the belt engages the opposite flanges of the pulley directly without interposed belt-supporting members characterised by means for controlling the geometrical interrelationship of pulleys and the endless flexible member, e.g. belt alignment or position of the resulting axial pulley force in the plane perpendicular to the pulley axis
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H9/00Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members
    • F16H9/02Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion
    • F16H9/24Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion using chains or toothed belts, belts in the form of links; Chains or belts specially adapted to such gearing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transmissions By Endless Flexible Members (AREA)
  • Pulleys (AREA)

Description

TRANSMISSIE MET GEBOMBEERDE POELIESCHIJVEN EN EEN DRIJFRIEM
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een continu variabele transmissie voorzien van een poelie met gebombeerde schijven en van een drijfriem, 5 zoals is weergegeven in de aanhef van de conclusie 1. De constructie en werking van een dergelijke transmissie wordt bekend geacht, bijvoorbeeld uit de Europese octrooipublicatie met nummer 1218654, waarin tevens één van de bekende typen aandrijfelementen, zoals drijfriemen en kettingen, wordt getoond. De in EP-A-1218654 getoonde drijfriem staat algemeen bekend als de Van Doome duwband en 10 wordt bijvoorbeeld nader beschreven in de octrooipublicatie EP-A-1221563.
Deze duwband wordt ondermeer gekenmerkt door een reeks van aanwezige dwarselementen, elk omvattende, een onderlijf een middenlijf en een bovenlijf. De laterale zijden, oftewel flanken van het onderlijf zijn daarbij bestemd voor contact met de schijven van een aandrijvende oftewel primaire, en die van een aangedreven 15 oftewel secundaire poelie van de transmissie. Een deel van de in de richting van het bovenlijf gekeerde bovenzijde van het onderlijf, ofwel een radiaal buitenwaarts georiënteerde rand daarvan, vormt een steunvlak voor een in zichzelf gesloten trekelement, dat doorgaans wordt gevormd door één of meer groepen van een aantal onderling geneste, platte, relatief dunne en uit metaal vervaardigde ringen. Het 20 bovenlijf van de dwarselementen bevindt zich radiaal buiten het trekelement, terwijl het middenlijf het onder- en het bovenlijf met elkaar verbindt ter hoogte van het trekelement. De dwarselementen zijn ten opzichte van de omtreksrichting van het trekelement beweegbaar in de drijfriem opgenomen.
Doorgaans is het onderlijf van de dwarselementen voorzien van een 25 zogenaamde kantelrand, te weten een doorgaans enigszins afgeronde overgang tussen een bovenzijde van het dwarselement met een nagenoeg constante dikte een taps toelopende onderzijde, die zich in het voor- of achtervlak tussen de flanken uitstrekt. De kantelrand staat een onderlinge kantel- of afrolbeweging toe tussen aangrenzende dwarselementen, waarbij de drijfriem in zijn omtreksrichting een 30 gekromde baan volgt, zoals ter plaatse van de poelies nodig is.
De Van Doome duwband bevat een zodanig aantal van de genoemde dwarselementen dat nagenoeg de gehele omtrek van het trekelement wordt gevuld, waarbij een nagenoeg continue reeks dwarselementen wordt ingeklemd tussen de schijven van de beide poelies, zodat daartussen een wrijvingskracht kan worden 35 overgedragen. Mede hierdoor kan tussen de poelies van de transmissie een 1027411- 2 aandrijvend vermogen worden overgedragen, doordat de dwarselement elkaar onderling voortduwen, daarbij ondersteund en geleid door het trekelement.
Dergelijke drijfriemen worden veelal toegepast in een transmissie met twee poelies, die elk zijn voorzien met twee als een rechte, afgeknotte kegel gevormde 5 schijven, die samen een V-vormige groef vormen waarin de drijfriem wordt opgenomen en waarvan tenminste één schijf axiaal beweegbaar ten opzichte van de respectievelijke andere, oftewel vaste schijf, en een poelie-as van de poelie is opgenomen, ten einde een loopstraal van de drijfriem tussen de poelieschijven en daarmee van de overbrengingsverhouding van de transmissie, welke laatste wordt 10 gegeven door het quotiënt van de loopstralen van de drijfriem ter plaatse van de beide poelies, te kunnen veranderen. Ter ondervanging van het negatieve effect daarvan, te weten het althans in geringe mate onderling axiaal verschoven zijn van de V-groeven van de poelies waardoor aan de drijfriem althans enige mate van een zogenaamde scheefloop wordt opgelegd, welke mate van scheefloop varieert in 15 afhankelijkheid van de overbrengingsverhouding, zijn diverse maatregelen bekend. Dergelijke maatregelen zijn doorgaans in de drijfriem zelf verwerkt, maar kunnen ook onderdeel uitmaken van de transmissie. Van dit laatste wordt een voorbeeld gegeven door de Japanse octrooipublicatie JP-A-63-053352 en door de Duitse octrooipublicatie DE-10062463, volgens welke het kegeloppervlak van tenminste één 20 schijf van de beide poelies sferisch, oftewel gebombeerd, is uitgevoerd. Sferisch of gebombeerd houdt in dit verband in dat de rechte kegelvorm van het oppervlak van een poelieschijf is vervangen door een tenminste in radiale richting enigszins convex gekromde kegelvorm. Het kegeloppervlak wordt ook wel aangeduid als het drijfriemioopvlak, of kortweg het loopvlak van een poelieschijf.
25 Hoewel de bekende Van Doorne duwband sinds jaar en dag is voorzien van en wordt toegepast met rechte flanken, is het tevens bekend om ook de duwband, althans de dwarselementen daarvan, te voorzien van een tenminste in radiale, oftewel hoogte richting, gekromde flanken ten einde op deze wijze optimaal te kunnen samenwerken met de sferische vorm in het loopvlak van de poelies, zoals 30 bijvoorbeeld wordt beschreven in de bovengenoemde Duitse octrooipublicatie. Dat wil zeggen, dat een voor de gebombeerde loopvlakken van de poelieschijven van de poelies van de transmissie toegepaste bereik van zogenaamde, ten opzichte van de radiale richting loodrecht op de poelie-as gedefinieerde poeliehoeken, ook in de kromming van de genoemde flanken terug te vinden is.
35 Een probleem van de bekende transmissie is dat tijdens bedrijf de 102741 1- 3 dwarselementen de neiging hebben te kantelen tussen de schijven van een poelie rond een denkbeeldige en in hoofdzaak axiaal georiënteerde as tussen de beide contactpunten aan weerszijden van het dwarselement met de poelieschijven. Dit effect wordt veroorzaak door een verschil tussen de radiale positie van die 5 contactpunten en de radiale positie van de kantelrand alwaar een duwkracht tussen de aangrenzende dwarselementen aangrijpt, waardoor deze duwkracht een (kracht-)moment uitoefent ten opzichte van de genoemde denkbeeldige rotatie-as.
Een dergelijke kantelbeweging zou echter nadelig zijn voor het rendement van de transmissie, maar kan tevens leiden tot beschadiging en mogelijk voortijdig falen 10 van de drijfriem. Ten einde daarom de kantelbeweging te vermijden, althans te beperken is een hoofdvlak van elk dwarselement, bijvoorbeeld het achtervlak, voorzien van kuil en het respectievelijke andere hoofdvlak daarvan, bijvoorbeeld het voorvlak, voorzien van een nok, waarbij de nok van een dwarselement telkens is opgenomen in de kuil van een aangrenzend dwarselement. Hierdoor is de onderlinge 15 bewegingsvrijheid van de dwarselement beperkt en wordt meer in het bijzonder de genoemde kantelneiging geneutraliseerd. De afmeting van de nok, waaronder de doorsnede daarvan, dient daarbij voldoende te zijn om het krachtenkoppel tussen de duwkracht en de wrijvingskrachten te kunnen opvangen zonder dat de nok daarbij afbreekt of anderszins beschadigt. Een grotere nok is echter moeilijker te produceren 20 en leidt er bovendien toe dat ook andere afmetingen van het dwarselement overeenkomstig groter dienen te zijn, hetgeen zowel het materiaalverbruik in de dwarselementen als het totaal gewicht van de drijfriem nadelig verhoogt.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel de voomoemde nadelen van de bekende transmissie, c.q. de drijfriem component daarvan, te ondervangen althans 25 te verminderen. Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt met de maatregel weergegeven in het kenmerkende deel van de conclusie 1. Hierdoor valt waar dat het meest effectief is, te weten op de kleinste loopstraal van de drijfriem, de radiale positie van de kantelrand van het dwarselement althans nagenoeg samen met die van het contactpunt daarvan met de poelie, zodat het genoemde krachtmoment en 30 daarmee de genoemde kantelneiging sterk wordt gereduceerd. Hiermee is tevens de voordelige mogelijkheid geschapen de afmeting van de nok te reduceren.
De onderhavige uitvinding wordt hieronder bij wijze van voorbeeld, aan de hand van bijgevoegde figuren nader verklaard, waarbij figuur 1 op schematische wijze een doorsnede dwars op de assen van een 35 continu variabele transmissie voorzien van twee poelies en een drijfriem volgens de 10274J 1s 4 stand der techniek toont, figuur 2 een doorsnede met een sferisch gevormd loopvlak van de poelie volgens figuur 1 toont, gezien in de tangentiele richting, figuur 3 een vooraanzicht van een dwarselement van de drijfriem volgens de 5 uitvinding toont, gezien in de bewegings- oftewel omtreksrichting van de drijfriem, figuur 4 een zijaanzicht toont van het dwarselement uit de figuur 3, en figuur 5 een gedetailleerder aanzicht van de primaire poelie uit figuur 1 toont.
De figuur 1 toont op schematische wijze een doorsnede van een continu variabele transmissie 1 volgens de stand der techniek. De bekende transmissie 1 10 omvat een primaire poelie 2, die door een niet afgebeelde motor kan worden aangedreven met een primair (kracht-)koppel Tp en een secundaire poelie 3 die een niet afgebeelde last kan aandrijven met een secundair koppel Ts. Beide poelies 2, 3 zijn voorzien van een vast aan de respectievelijke poelie-as bevestigde en in hoofdzaak kegelvormige poelieschijf en van een ten opzichte van die as axiaal 15 verplaatsbare en eveneens in hoofdzaak kegelvormige poelieschijf. Tussen de poelieschijven van de beide poelies 2, 3 is een drijfriem 10 ingeklemd, waarbij deze telkens een in hoofdzaak cirkelsegment-vormige baan beschrijft met radius, oftewel loopstaal R. Met behulp van wrijving tussen de drijfriem 10 en de poelies 2, 3 kan nu een mechanisch vermogen tussen de beide poelie-assen worden overgebracht, 20 waarbij de overbrengingsverhouding van de transmissie 1 wordt gegeven door het quotiënt van de loopstralen Rp en Rs van drijfriem ter plaatste van de primaire en de secundaire poelie 2 en 3 respectievelijk.
Uit de stand der techniek is het bekend om het kegeloppervlak van de schijven 43 van de beide poelies 2, 3 sferisch, oftewel gebombeerd, uit te voeren, hetgeen in 25 de figuur 2 op schematische wijze is weergegeven. De figuur 2 toont een doorsnede van een dergelijke poelieschijf 43 waarvan het kegeloppervlak, oftewel drijfriemloopvlak, of kortweg het loopvlak 40 van een enigszins convex gekromde kegelvorm. In deze figuur is te zien dat in elk punt P op het loopvlak 40 een raaklijn 41 met dat loopvlak een scherpe hoek λ maakt een zuiver radiaal verlopende lijn 42. 30 Met andere woorden, deze zogenaamde poeliehoek λ neemt toe met een toenemende radiale positie van een mogelijk contactpunt P tussen de poelieschijf 43 en de drijfriem 10, dat wil zeggen de loopstraal Rp, Rs daarvan.
Een voorbeeld van een veelal toegepast type drijfriem 10, de zogenaamde duwband 10, wordt in doorsnede in de figuur 3 getoond. Deze duwband 10 wordt 35 ondermeer gekenmerkt door een reeks van aanwezige dwarselementen 11, waarvan 1027411- 5 laterale zijden, oftewel flanken 16 bestemd zijn voor contact met de schijven 43 van de poelies 2, 3 van de transmissie 1. De duwband 10 omvat verder een in zichzelf gesloten trekelement 12, dat in dit voorbeeld wordt gevormd door twee groepen van een aantal onderling geneste, platte, relatief dunne en uit metaal vervaardigde 5 ringen. De dwarselementen 11 zijn daarbij ten opzichte van de omtreksrichting van het trekelement 12 beweegbaar in de duwband 10 opgenomen.
Zoals te zien is in het zijaanzicht van een dwarselement 11 in de figuur 4, is deze op een hoofdvlak daarvan tevens voorzien van een uitstulping 13 in de omtreksrichting van de drijfriem 10, oftewel nok 13, alsmede van een in een 10 tegenover gelegen hoofdvlak van het element 11 aangebracht kuil 14. De nok 13 en kuil 14 dienen voor het onderling stabiliseren van aangrenzende dwarselementen 11. Meer in het bijzonder voorkomt, c.q. beperkt de interactie tussen de nok 13 en de kuil 14 een onderling verschuiven van aangrenzende dwarselementen 11 in een denkbeeldig vlak loodrecht op de omtreksrichting van de drijfriem 10, waardoor 15 tevens een rotatie of kantelbeweging van het element 11 rond een axiaal georiënteerde as wordt gelimiteerd.
De dwarselementen 11 zijn verder voorzien van een zogenaamde kantelrand 17, te weten een doorgaans enigszins afgeronde overgang tussen een bovenzijde 18 van het dwarselement 11 met een nagenoeg constante dikte een althans effectief 20 taps toelopende onderzijde 15, die zich in het voor- of achtervlak tussen de flanken 16 uitstrekt. De kantelrand 17 staat een onderlinge kantel- of affolbeweging toe tussen aangrenzende dwarselementen 11 in de drijfriem 10, zodat deze ter plaatse van de poelies 2, 3 een in zijn omtreksrichting gekromde baan kan volgen. Opgemerkt wordt dat in het kader van de onderhavige uitvinding de eerder 25 genoemde loopstraal Rp, Rs van de drijfriem 10 wordt gedefinieerd als de radiale positie van de kantelrand 17 van de dwarselementen 11.
Teneinde optimaal met het gebombeerde loopvlak 40 van de poelies 2, 3 te kunnen samenwerken, zijn ook de flanken 16 van de dwarselementen 11 in de radiale richting gekromd, waarbij een flank 16 ter plaatse van een mogelijk 30 contactpunt P met de poelieschijf 43 onder een zogenaamde flankhoek α ten opzichte van de radiale richting is georiënteerd. Een door de flank gedefinieerd bereik van de flankhoek α komt daarbij vanzelfsprekend tenminste overeen met het door de poelieschijven gedefinieerde bereik van de poeliehoek λ, maar varieert daarbij in tegenovergestelde zin (d.w.z. de flankhoek α neemt af in radiaal 35 buitenwaartse richting).
10274 11- 6
Gedurende bedrijf worden de dwarselementen 11 tussen de schijven 43 van de beide poelies 2 en 3 ingeklemd en volgen daarbij de rotatierichting M van die poelies 2, 3, waarbij er met behulp van wrijving een rotatie en koppel Tp, Ts tussen de genoemde poelie-assen wordt overgebracht. Op de primaire poelie 2 wordt er daarbij 5 een duwkracht Fd tussen de dwarselementen 11 opgebouwd ter plaatse van de kantelrand 17, waarvan het niveau afhankelijk is van het primaire koppel T en de loopstraal Rp van drijfriem ter plaatse van die primaire poelie 2. Ten gevolge van de duwkracht Fd duwen de dwarselementen 11 elkaar in de omtreksrichting van de drijfriem 10 voort in de richting van de secundaire poelie 3, daarbij geleid door het 10 trekelement 12. Door een wrijvingscontact tussen de dwarselementen 11 en de schijven 43 van de secundaire poelie 3 wordt de genoemde duwkracht Fd vervolgens althans nagenoeg volledig afgebouwd.
Een afzonderlijk dwarselement 11 ondervindt daarbij een naar voren (d.w.z. in de rotatierichting M aangegeven in de figuur 4) gerichte duwkracht Fd van een, 15 gezien in de rotatierichting M, achteropkomend dwarselement 11 en oefent zelf een duwkracht Fd uit op een, gezien in de rotatierichting M, voorafgaand dwarselement 11, waarbij het verschil AFd tussen deze beide duwkrachten Fd de op dat afzonderlijke dwarselement 11 werkende resultante duwkracht AFd betreft (in de figuur 4 geïllustreerd door de pijl AFd), welke dus ter hoogte van de kantelrand 17 20 daarop aangrijpt. Deze resultante duwkracht AFd kan ontstaan doordat het dwarselement 11 ingeklemd wordt tussen de schijven 43 van de respectievelijke poelie 2, 3, zodat tussen een respectievelijke poelie schijf 43 en flank 16 van het dwarselement 11 een wrijvingskracht Fw ontstaat (in de figuur 4 geïllustreerd door de pijl Fw), welke daarbij vanzelfsprekend ter hoogte van het genoemde contactpunt P 25 op de flanken 16 grijpt.
Uit de figuur 3 valt op te maken dat in de onderhavige transmissie 1 een radiale positie van het contactpunt P, P1 of P2 op de flanken 16 van de dwarselementen 11 met het loopvlak 40 van de verschillende poelieschijven 43 varieert in afhankelijkheid van de loopstraal Rp, Rs van de drijfriem 10 ten gevolge van de radiaal naar buiten 30 toenemende poeliehoek λ. In de kleinst optredende loopstraal Rp, Rs bevindt het desbetreffende contactpunt P1 zich nabij het radiaal naar buiten gerichte einde van de flank 16, terwijl het desbetreffende contactpunt P2 in de grootst optredende loopstraal Rp, Rs zich juist nabij het radiaal naar binnen gerichte einde van de flank 16 bevindt. Met andere woorden, in nagenoeg alle overbrengingsverhoudingen van 35 de transmissie 1 zal het dwarselement 11 de neiging hebben te kantelen onder 1027411- 7 invloed van de resultante duwkracht AFd, welke aangrijpt ter hoogte van de kantelrand 17 en welke een krachtmoment vertegenwoordigt ten opzichte van het bijbehorende contactpunt P, P1 of P2 op de flanken 16 van de dwarselementen 11 waardoorheen de denkbeeldige rotatie-as van de dwarselementen 11 steekt.
5 Ten einde deze nadelige neiging tot kantelen te minimaliseren ligt het voor de hand het genoemde krachtmoment te minimaliseren door de kantelrand 17 in radiale zin tussen de uiterste contactpunten P1 en P2 in te positioneren, zodanig dat een maximaal optredende radiale afstand daartussen (d.w.z. de arm van het krachtmoment) wordt geminimaliseerd. Aan Aanvraagster is echter gebleken dat 10 althans in de toepassing van de transmissie 1 in motorvoertuigen verreweg de grootste krachten optreden ter plaatse van de primaire poelie 2 en in de kleinst mogelijke loopstraal Rp van de drijfriem 10. Immers het maximaal optredende motor koppel Tp is min of meer onafhankelijk van de overbrengingsverhouding van de transmissie 1, terwijl de per dwarselement 11 optredende opbouw van de duwkracht 15 (d.w.z. de resultante duwkracht AFd) toeneemt met een afnemende primaire loopstraal Rp vanwege het dan afnemende aantal tussen de poelieschijven 43 van de primaire poelie 2 ingeklemde dwarselementen 11. Dit geldt des te meer indien het motorvoertuig is voorzien van een zogenaamde koppelomvormer, die het motorkoppei Tp doorgaans juist in de kleinste primaire loopstraal Rp maximaal 20 versterkt. Het is dan ook deze situatie waarin de maximale belasting van de nok 13 optreedt. Ten einde deze maximale belasting te verlagen, waarmee de mogelijkheid wordt gecreëerd om de omvang, c.q. afmetingen van de nok 13 en tevens het dwarselement 11 als geheel voordelig te verminderen en waarmee de effectiviteit van de koppeloverdracht kan worden verbeterd, stelt de onderhavige uitvinding voor 25 de transmissie 1 zodanig te ontwerpen, dat in de kleinste loopstraal Rp op de primaire poelie 2 de radiale positie van de kantelrand 17 zich op zeer geringe radiale afstand van het contactpunt P1 tussen de poelieschijven 43 en de flanken 16 bevindt, oftewel dat in deze kleinste loopstraal Rp de resultante duwkracht AFd althans nagenoeg ter hoogte van het aangrijpingspunt van de wrijvingskracht Fw op 30 de respectievelijke dwarselementen 11 aangrijpt.
Volgens een nadere beschouwing conform de onderhavige uitvinding bevindt het laatst genoemde contactpunt P1 zich op althans enige afstand radiaal buiten de kantelrand 17. In deze nadere beschouwing wordt tevens een, althans ten opzichte van de resultante duwkracht AFd, relatief kleine wrijvingskracht Fr tussen het 35 trekelement 12 en de dwarselementen 11, die tijdens bedrijf van de transmissie 1 1027411“ 8 optreedt, in rekening gebracht. Zoals door de pijl Fr in de figuur 4 is weergegeven, is deze laatstgenoemde wrijvingskracht Fr mede bepalend voor het krachtmoment dat op een dwarselement 11 wordt uitgeoefend ten opzichte van de denkbeeldige rotatie-as door de respectievelijke contactpunten P, P1 of P2 op de flanken 16 daarvan. De 5 laatstgenoemde wrijvingskracht Fr werkt, althans in de genoemde situatie van de kleinst mogelijke loopstraal Rp op de primaire poelie 2, in dezelfde richting als de resultante duwkracht AFd, zodat het genoemde krachtmoment kan dan worden geëlimineerd, althans in aanzienlijke mate worden gereduceerd, door het aangrijpingspunt van de door de poelieschijven 43 op het dwarselement 11 10 uitgeoefende wrijvingskracht Fw, dat wil zeggen de radiale positie van het contactpunt P1, tussen de kantelrand 17 en het aangrijpingspunt van de door de trekelement 12 op het dwarselement 11 uitgeoefende wrijvingskracht Fr in te positioneren.
Overigens kan de oorsprong van de wrijvingskracht Fr tussen het trekelement 15 12 en de dwarselementen 11 als volgt worden begrepen. In de figuur 5 is voor de primaire poelie 2 aangegeven, dat in het onderhavige type drijfriem 10 de radiale positie Rpr van het trekelement 12 iets groter is dan de voor de drijfriem 10 gedefinieerde loopstraal Rp, bijvoorbeeld 1 mm. Hetzelfde geldt voor die radiale positie Rsr en de loopstraal Rs ter plaatse van de secundaire poelie 3. Feitelijk 20 betekent dit dat een overbrengingsverhouding tussen de primaire poelie 2 en de secundaire poelie 3 van het trekelement 12, oftewel het quotiënt van de genoemde radiale posities Rpr en Rsr, afwijkt van de overbrengingsverhouding van de dwarselementen 11, oftewel het quotiënt van de genoemde loopstralen Rp en Rs. Hierdoor treedt er tijdens bedrijf, i.e. bij de omloop van de drijfriem 10 in de 25 transmissie 1, ter plaatse van één poelie 2, 3 een slip, i.e. een onderling snelheidsverschil op tussen de dwarselementen 11 en het trekelement 12. In de genoemde situatie van de kleinst mogelijke loopstraal Rp op de primaire poelie 2 neemt het trekelement 12 de omloopsnelheid aan van de dwarselementen 11 ter plaatse van de secundaire poelie 3 en treed de genoemde slip op ter plaatse van de 30 primaire poelie 2. Op basis van de twee genoemde overbrengingsverhoudingen kan dan worden uitgerekend, dat ter plaatse de omloopsnelheid van het trekelement 12 kleiner is dan die van de dwarselementen 11, zodat de wrijvingskracht Fr die daarbij op de dwarselementen 11 wordt uitgeoefend naar achteren, d.w.z. in de richting van de duwkracht Fd is gericht.
10274 II-

Claims (3)

1. Continu variabele transmissie (1) voor motorvoertuigen voorzien van een drijfriem (10), alsmede van een primaire poelie (2) en een secundaire poelie (3), elk omvattende twee in hoofdzaak kegelvormige poelieschijven (43) waartussen de 5 drijfriem (10) is opgenomen op een variabele radiale positie (Rp, Rs), waarbij de drijfriem (10) is voorzien van dwarselementen (11), welke beweegbaar langs een trekelement (12) van de drijfriem (10) zijn opgenomen, welke tenminste tijdens bedrijf van de transmissie (1) ter plaatse van laterale zijden (16), oftewel flanken (16) daarvan beurtelings worden ingeklemd tussen de poelieschijven (43) van de primaire 10 poelie (2) en van de secundaire poelie (3) en welke dwarselementen (11) zijn voorzien van een zogenaamde kantelrand (17) die zich tussen de flanken (16) uitstrekt en die een overgang vormt tussen een bovenzijde (18) van het dwarselement (11) met een althans nagenoeg constante dikte en een althans effectief taps toelopende onderzijde (15) daarvan, en in welke transmissie (1) zowel 15 een kegeloppervlak (40) van tenminste één poelieschijf (43) van de beide poelies (2, 3. als de daarmee in aanraking komende flanken (16) van de dwarselementen (11) van de drijfriem (10) tenminste in radiale richting van een convexe kromming zijn voorzien, met het kenmerk, dat in de kleinst mogelijke radiale positie (Rp, Rs) van de drijfriem (10) tussen de schijven (43) van een poelie (2, 3) een radiale positie van 20 een contactpunt (P1) van een dwarselement (11) met de genoemde tenminste éne poelieschijf (43) van die respectievelijke poelie (2, 3) althans nagenoeg samenvalt met een radiale positie van de kantelrand (17) van dat dwarselement (11), dan wel ten opzichte daarvan enigszins radiaal naar buiten is gelegen.
2. Transmissie (1) volgens de conclusie 1, met het kenmerk, dat de radiale 25 positie van het genoemde contactpunt (P1) in radiale zin uiterlijk halverwege de radiale positie van de kantelrand (17) en een radiale positie van een steunvlak van het dwarselement (11) voor het trekelement (12) is gelegen.
3. Transmissie (1) volgens de conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de genoemde respectievelijke poelie (2, 3) de primaire poelie (2) Is die tijdens bedrijf 30 direct wordt aangedreven door een motor van het motorvoertuig. i 1027411-
NL1027411A 2004-11-03 2004-11-03 Transmissie met gebombeerde poelieschijven en een drijfriem. NL1027411C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027411A NL1027411C2 (nl) 2004-11-03 2004-11-03 Transmissie met gebombeerde poelieschijven en een drijfriem.
PCT/NL2005/000763 WO2006049493A1 (en) 2004-11-03 2005-10-25 Transmission with convex pulley sheaves and a drive belt
KR1020077012402A KR101167348B1 (ko) 2004-11-03 2005-10-25 볼록 풀리 도르래 및 구동 벨트를 갖는 변속기
EP05797954.4A EP1809923B1 (en) 2004-11-03 2005-10-25 Transmission with convex pulley sheaves and a drive belt
JP2007538842A JP4887302B2 (ja) 2004-11-03 2005-10-25 凸面プーリシーブと駆動ベルトを備えた変速機

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027411A NL1027411C2 (nl) 2004-11-03 2004-11-03 Transmissie met gebombeerde poelieschijven en een drijfriem.
NL1027411 2004-11-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1027411C2 true NL1027411C2 (nl) 2006-05-04

Family

ID=34974306

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027411A NL1027411C2 (nl) 2004-11-03 2004-11-03 Transmissie met gebombeerde poelieschijven en een drijfriem.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP1809923B1 (nl)
JP (1) JP4887302B2 (nl)
KR (1) KR101167348B1 (nl)
NL (1) NL1027411C2 (nl)
WO (1) WO2006049493A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1035388C2 (nl) 2008-05-02 2009-11-03 Bosch Gmbh Robert Transmissie met gebombeerde poelieschijven en een drijfriem.
CN102203460B (zh) 2008-11-03 2014-10-08 舍弗勒技术股份两合公司 用于具有功能优化的盘组轮廓的链式无级变速器的盘组装置
NL1039972C2 (en) * 2012-12-24 2014-06-25 Bosch Gmbh Robert Transverse segment for a pushbelt for a continuously variable transmission and method for blanking it.
NL1041130B1 (en) * 2014-12-30 2016-10-11 Bosch Gmbh Robert Continuously variable transmission with increased ratio coverage and ratio control method for such transmission.

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6353352A (ja) 1986-08-19 1988-03-07 Fuji Heavy Ind Ltd ベルト式無段変速装置
EP1218654A1 (en) 1999-09-15 2002-07-03 Van Doorne's Transmissie B.V. Control system for continuously variable transmission and continuously variable transmission wherein such is utilised
EP1221563A1 (en) 2000-12-28 2002-07-10 Van Doorne's Transmissie B.V. Transmission belt comprising transverse elements and an endless carrier
DE10062463A1 (de) 2000-12-14 2002-07-11 Zf Batavia Llc Variator
US20020151399A1 (en) * 2001-04-16 2002-10-17 Mott Philip J. Compression belt for CVT having a crowned strut edge wherein the radius is determined by the maximum allowable contact stress and is located so that the contact point remains close to the rocking radius of the struts
EP1441151A2 (en) * 2003-01-23 2004-07-28 HONDA MOTOR CO., Ltd. Belt type continuously variable transmission

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2002031215A (ja) * 2000-07-11 2002-01-31 Nissan Motor Co Ltd ベルト式cvt用プーリおよびそのプーリ用vベルト

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6353352A (ja) 1986-08-19 1988-03-07 Fuji Heavy Ind Ltd ベルト式無段変速装置
EP1218654A1 (en) 1999-09-15 2002-07-03 Van Doorne's Transmissie B.V. Control system for continuously variable transmission and continuously variable transmission wherein such is utilised
EP1218654B1 (en) * 1999-09-15 2003-06-11 Van Doorne's Transmissie B.V. Control system for continuously variable transmission and continuously variable transmission wherein such is utilised
DE10062463A1 (de) 2000-12-14 2002-07-11 Zf Batavia Llc Variator
EP1221563A1 (en) 2000-12-28 2002-07-10 Van Doorne's Transmissie B.V. Transmission belt comprising transverse elements and an endless carrier
US20020151399A1 (en) * 2001-04-16 2002-10-17 Mott Philip J. Compression belt for CVT having a crowned strut edge wherein the radius is determined by the maximum allowable contact stress and is located so that the contact point remains close to the rocking radius of the struts
EP1441151A2 (en) * 2003-01-23 2004-07-28 HONDA MOTOR CO., Ltd. Belt type continuously variable transmission

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 012, no. 272 (M - 724) 28 July 1988 (1988-07-28) *

Also Published As

Publication number Publication date
JP4887302B2 (ja) 2012-02-29
WO2006049493A1 (en) 2006-05-11
EP1809923A1 (en) 2007-07-25
KR101167348B1 (ko) 2012-07-19
KR20070085623A (ko) 2007-08-27
JP2008519209A (ja) 2008-06-05
EP1809923B1 (en) 2013-10-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1834112B1 (en) Drive belt for a transmission with convex pulley sheaves
NL1035388C2 (nl) Transmissie met gebombeerde poelieschijven en een drijfriem.
CN107110294B (zh) 用于无级变速器的推带及设置有该推带的变速器
EP2115319B1 (en) Drive belt for a continuously variable transmission with transverse elements provided with contact zones
EP1948979B1 (en) Transmission with pulleys and a drive belt
JP2018538497A (ja) 無段変速機用の駆動ベルトのための横断部材
KR101150550B1 (ko) 구동 벨트
NL1022157C2 (nl) Continu variabele transmissie.
NL1027411C2 (nl) Transmissie met gebombeerde poelieschijven en een drijfriem.
EP2227642B1 (en) Drive belt
NL1027887C2 (nl) Transmissie met gebombeerde poelieschijven en een drijfriem.
NL1022022C2 (nl) Metalen drijfriem.
CN112943862A (zh) 用于传动带的横向段及用于无级变速器的传动带
CN102667233B (zh) 用于带有凸状滑轮轮盘的变速器的传动带
NL1023668C2 (nl) Continu variabele transmissie.
NL2027233B1 (en) A drive belt provided with a plurality of transverse segments and a ring stack confined in a central opening of these transverse segments
CN209943426U (zh) 用于无级变速器的传动带的横向部段
NL1043521B1 (en) A drive belt provided with a plurality of transverse segments and a ring stack that is confined in a central opening of these transverse segments
EP1672245A1 (en) Assembled driving belt
EP1831587B1 (en) Drive belt for a continuosly variable transmission
EP1957827A1 (en) Drive belt for a continuously variable transmission and transverse element therefor

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20151201