NL1027166C2 - Wasinrichting voor kisten en kratten voorzien van vast opgestelde sproeimiddelen. - Google Patents

Description

- 1 -

WASINRICHTING VOOR KISTEN EN KRATTEN VOORZIEN VAN VAST OPGESTELDE SPROEIMIDDELEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 wasinrichting van houders voor onder meer groente, fruit, knol- of bolgewassen, zoals kisten, kratten, vatten, en dergelijke. De wasinrichting omvat sproeimiddelen en eventueel middelen met behulp waarvan de houders worden verplaatst.

10

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze waarbij aan tenminste een zijde open houders worden gereinigd, en op een houder welke door middel van de werkwijze is gereinigd.

15

Een dergelijke wasinrichting en reinigingswijze zijn van algemene bekendheid. Veelal bestaat de bekende wasinrichting uit verplaatsingmiddelen om de houders naar de sproeiplaats te transporteren, en verplaatsbare, 20 bewegende, sproeimiddelen, waarmee vervolgens de binnen- en buitenzijde, van de houder ter plaatse -meestal handmatig of gedeeltelijk geautomatiseerd- wordt gereinigd. Na reiniging wordt de gereinigde houder weggeleid om plaats te maken voor een volgende te reinigen houder.

25

Nadeel van de bekende wasinrichting is de relatief lage capaciteit van een dergelijke wasinrichting, en het probleem dat om de capaciteit, in termen van het aantal te reinigen houders, te vergroten het oppervlak en de 30 investeringen in mens en materieel niet onaanzienlijk zijn.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterde wasinrichting, die een grotere verwerkingscapaciteit bezit, doch naar verhouding minder 35 beslag legt op met name de vereiste ruimte.

1027166 ' - 2 -

Daartoe heeft de wasinrichting voor het reinigen van een of meer, aan tenminste een zijde open houders, welke wasinrichting sproeimiddelen en middelen omvat voor het 5 verplaatsen van de houder, waarbij de sproeimiddelen vast zijn opgesteld en de verplaatsingsmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat de houder via de tenminste ene open zijde om de sproeimiddelen kan worden gemanoeuvreerd.

10 Voordeel van de wasinrichting volgens de uitvinding is dat de sproeimiddelen, waaruit water en reinigingsmiddel komen, vast staan opgesteld, waardoor het installeren eenvoudig is. De ruimte waarin gereinigd wordt is een tevoren bekende -beperkte- omgeving waarin sproeivloeistof 15 rondvliegt zodat afvoer ervan effectief, op een beperkt oppervlak, zonder bijvoorbeeld beweegbare slangen en onderhoudsarm kan plaats vinden. Bij correcte voorafgaande positionering van de sproeimiddelen wordt al tijdens de beweging van de houder(s) reiniging ervan toegepast, wat 20 tijdwinst en capaciteitsvergroting oplevert ten opzichte van het geval waarin reiniging eerst wordt uitgevoerd na het plaatsen van de houder.

Een uitvoeringsvorm van het wasinrichting volgens de 25 uitvinding heeft het kenmerk dat de verplaatsingsmiddelen tenminste zijn uitgevoerd als middelen om de houder met de open zijde naar beneden te doen keren.

Voordeel van de zo uitgevoerde verplaatsingsmiddelen is dat een eenvoudige uitvoeringsvorm ontstaat doordat de 30 houder na te zijn opgepakt om een bij voorkeur horizontaal gemonteerde as kan worden gezwenkt, om in dit geval de open zijde naar onderen te laten wijzen, waardoor de sproeimiddelen eenvoudig vast op de vloer kunnen worden gemonteerd.

35 10271 66 - 3 -

Een voordelige uitvoeringsvorm van een wasinrichting met hoge verwerkingscapaciteit ontstaat volgens de uitvinding als de wasinrichting transportmiddelen omvat die zijn uitgevoerd voor het tegelijkertijd aanvoeren en/of 5 afvoeren van meerdere houders.

Een wasinrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de sproeimiddelen zowel middelen omvatten om zowel het interieur als het exterieur van de tenminste ene 10 houder te reinigen tijdens het manoeuvreren door de verplaatsingsmiddelen.

Van voordeel is dat tijdens een en dezelfde beweging zodoende de houder als geheel kan worden gereinigd.

15 Als in een verdere uitvoeringsvorm van de wasinrichting volgens de uitvinding de sproeimiddelen een of meer sproeikoppen hebben waarvan een deel althans naar de randen en/of hoeken van de tenminste ene houder is gericht, worden met name die delen van de houder, waarin 20 zich in de praktijk vaak grond en vuil vastzetten, ook effectief gereinigd.

Een eenvoudige wasinrichting volgens de uitvinding ontstaat als de houder aan een zijde is voorzien van een 25 gedeelte waarin een of meer vorken van de verplaatsingsmiddelen kunnen worden gestoken.

Een verbijzondering daarvan is een wasinrichting waarvan ook de vorken zijn voorzien van sproeimiddelen die 30 zijn uitgevoerd om het palletdeel te reinigen.

Thans zullen de wasinrichting en de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de onderstaande figuren, waarin overeenkomstige 35 onderdelen van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien.

1027166 - 4 -

Daarbij tonen de figuren 1-4 achtereenvolgens stappen waarin houders worden gereinigd met behulp van de wasinrichting volgens de uitvinding; en toont figuur 5 een voorkeursuitvoeringsvorm van de 5 wasinrichting volgens de uitvinding, waarin de vorken van de daarin gebruikte hefinrichting zijn voorzien van sproeimiddelen.

In de figuren 1-5 zijn relevante delen getoond van 10 een wasinrichting 1 die gebruikt wordt voor het met water en/of reinigingsmiddelen van stof, vuil en aangekoekte resten ontdoen van wat hier wordt aangeduid als houders 2. Te denken is daarbij bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, aan houders 2 die bij de land- en tuinbouw worden gebruikt 15 bij het verzamelen en opslaan van onder meer bol- of knolgewassen, zoals aardappelen, witlof, wortels, tulpenbollen etcetera. Dergelijke houders 2 zijn meestal kubusvormig, hebben dan vier zijden en kunnen van een bodem en deksel zijn voorzien. In meest algemene zin hebben de 20 houders tenminste een open zijde 0. Voorbeelden zijn kisten, kratten, korven, vatten en dergelijke. In het algemeen betreft het producten die zijn voorzien van een aanhangende niet gewenste substantie, wat ingeval van de land- en tuinbouw veelal teeltaarde of rottende resten 25 zullen zijn. Die resten zetten zich vast op de houders en ontsieren en/of besmetten de daarin verzamelde producten.

De wasinrichting 1 omvat middelen 3 met behulp waarvan de houders 2 worden getransporteerd of verplaatst. Dergelijke verplaatsingsmiddelen 3 zijn op hun beurt in dit 30 geval zelf ook verplaatsbaar, bijvoorbeeld verrijdbaar uitgevoerd. De wasinrichting 1 omvat verder sproeimiddelen 4 die vast zijn opgesteld, doch die bijvoorbeeld wel van een of meer beweegbare, bijvoorbeeld transleerbare of roteerbare, mondstukken of sproeikoppen zouden kunnen zijn 35 voorzien. De verplaatsingsmiddelen 3 zijn zodanig 1027166 - 5 - uitgevoerd dat de houder of houders 2 via de tenminste ene open zijde O om de sproeimiddelen 4 kan worden gemanoeuvreerd.

De daarbij uit te voeren handelingen zijn schematisch 5 achtereenvolgens in de figuren 1-4 getoond. Een transportorgaan 5, veelal in de vorm van een transport band, voert een of meer houders 2 van achteraf gezien in de figuren aan. De houder 2 wordt vervolgens van de band 5 gepakt door de verplaatsingmiddelen 3, die bijvoorbeeld 10 zijn voorzien van hefvorken 6 die in een palletdeel 7 worden gestoken. De verplaatsingsmiddelen 3 kunnen ook op een andere wijze de houders 2 vastpakken. In figuur 2 is het manipuleren, in dit geval omkeren, van de houder 2 door de verplaatsingsmiddelen 3 getoond, waarbij uiteindelijk de 15 open zijde O van de houders 2 zo worden gepositioneerd ten opzichte van de vast opgestelde sproeimiddelen 4 dat via de open zijde O van de houder 2 toegang wordt geboden tot de daarin uitmondende sproeimiddelen 4 die, zoals reeds toegelicht een of meer sproeikoppen N hebben, waarvan een 20 deel althans naar de randen en/of hoeken van de tenminste ene houder is gericht, en die in dit geval op de vloer zijn gemonteerd. Aan het reinigen door de sproeimiddelen 3 komt geen handwerk te pas, omdat gedurende het in de houder 2 heen en terug bewegen (zie figuren 3 en 4) van de 25 sproeimiddelen 4 ter plaatse automatische reiniging op een beperkt oppervlak plaats vindt. Tenslotte wordt de houder 2 door tegengestelde beweging van de houder 2, desgewenst op dezelfde plaats op de band 5 teruggezet, of elders weggezet.

30 De sproeimiddelen 4 kunnen zowel middelen omvatten om het interieur van de houder 2 als het exterieur ervan, veelal tegelijkertijd, te reinigen tijdens het bewegen van de houder of houders 2 met de verplaatsingsmiddelen 3. Voor reiniging van het exterieur zullen niet in figuur 4 35 weergegeven additionele sproeimiddelen zijn geplaatst.

10271 66 - 6 -

In de praktijk heeft het ten behoeve van een goede reiniging van met name vastzittende resten de voorkeur om de sproeimiddelen 4 van een of meer, eventueel beweegbare of draaibare, sproeikoppen N te voorzien, waarvan een deel 5 althans naar de randen en/of hoeken van de tenminste ene houder 2 is gericht.

Ten behoeve van het aanvullend reinigen van de palletdelen 7 zijn de hefvorken 6 voorzien van extra sproeimiddelen 8.

10 Het aantal tegelijkertijd op de hiervoor beschreven wijze te reinigen houders 2 is in principe onbeperkt. Gegeven de grote aantallen houders die in een tijdsspanne van enkele maanden moeten worden verwerkt en de veelal in de praktijk beschikbare opslagcapaciteit aan houders kan 15 bijvoorbeeld gedacht worden aan gelijktijdige reiniging van twee, vier, zes, acht of zelfs tien houders in al of niet in fase met elkaar opererende, veelal naast elkaar opgestelde, programmeerbaar elektronisch bestuurde wasinrichtingen 1.

20 De getoonde verplaatsingsmiddelen 3 hebben hier een horizontale as 9 die zich op compacte wijze eventueel over meerdere, in figuur 5 twee, naast elkaar geplaatste wasinrichtingen 1 zou kunnen uitstrekken. De verplaatsingsmiddelen 3 kunnen op elke gewenste wijze, 25 bijvoorbeeld hydraulisch, pneumatisch en/of elektrisch aangedreven worden.

10271 66

Claims (11)

1. Wasinrichting voor het reinigen van een of meer, aan tenminste een zijde open houders, welke wasinrichting 5 sproeimiddelen en middelen omvat voor het verplaatsen van de houder, waarbij de sproeimiddelen vast zijn opgesteld en de verplaatsingsmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat de houder via de tenminste ene open zijde om de sproeimiddelen kan worden gemanoeuvreerd. 10

2. Wasinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de verplaatsingsmiddelen tenminste zijn uitgevoerd als middelen om de houder met de open zijde naar beneden te doen keren. 15

3. Wasinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de wasinrichting transportmiddelen omvat voor het aanvoeren en na reiniging afvoeren van een of meer houders. 20

4. Wasinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de transportmiddelen zijn uitgevoerd voor het simultaan aanvoeren en/of simultaan afvoeren van een of meer houders.

5. Wasinrichting volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk dat de sproeimiddelen zowel middelen omvatten om zowel het interieur als het exterieur te reinigen van de tenminste ene houder tijdens het manoeuvreren door de verplaatsingsmiddelen. 30

6. Wasinrichting volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk dat de sproeimiddelen een of meer sproeikoppen hebben waarvan een deel althans naar de randen en/of hoeken van de tenminste ene houder is gericht. 35 1027166 - 8 -

7. Wasinrichting volgens een van de conclusies 1-6, met het kenmerk dat de houder aan een zijde is voorzien van een palletdeel waarin een of meer vorken van de verplaatsingsmiddelen kunnen worden gestoken. 5

8. Wasinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de vorken zijn voorzien van sproeimiddelen die zijn uitgevoerd om het palletdeel te reinigen.

9. Wasinrichting volgens een van de conclusies 1-8, met het kenmerk dat de houders al of niet van hout voorziene kratten, kisten, korven, of vatten zijn.

10. Werkwijze, waarbij aan tenminste een zijde open 15 houders worden gereinigd terwijl zij om vast opgestelde sproeimiddelen worden bewogen.

11. Houder, welke is gereinigd door het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 10. 1027166 '