NL1026863C2 - Kabelconnector. - Google Patents

Kabelconnector. Download PDF

Info

Publication number
NL1026863C2
NL1026863C2 NL1026863A NL1026863A NL1026863C2 NL 1026863 C2 NL1026863 C2 NL 1026863C2 NL 1026863 A NL1026863 A NL 1026863A NL 1026863 A NL1026863 A NL 1026863A NL 1026863 C2 NL1026863 C2 NL 1026863C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing part
base
cable connector
mounting
housing
Prior art date
Application number
NL1026863A
Other languages
English (en)
Inventor
Gert Julien Droesbeke
Hubertus Bernardus Libregts
Ronald Christiaan Weber
Leonardus Marinus Andrea Kuijk
Nicolaas Henricus Jos Stiphout
Original Assignee
Framatome Connectors Int
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1026863A priority Critical patent/NL1026863C2/nl
Application filed by Framatome Connectors Int filed Critical Framatome Connectors Int
Priority to EP10166843.2A priority patent/EP2230730B1/en
Priority to JP2007526324A priority patent/JP2008510284A/ja
Priority to KR1020077006076A priority patent/KR20070037659A/ko
Priority to US11/660,010 priority patent/US7544095B2/en
Priority to PL10166843T priority patent/PL2230730T3/pl
Priority to CNB2005800279536A priority patent/CN100561803C/zh
Priority to AT05763192T priority patent/ATE533209T1/de
Priority to CA002576249A priority patent/CA2576249A1/en
Priority to EP05763192A priority patent/EP1792371B1/en
Priority to PCT/EP2005/007487 priority patent/WO2006018076A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1026863C2 publication Critical patent/NL1026863C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/648Protective earth or shield arrangements on coupling devices, e.g. anti-static shielding  
    • H01R13/658High frequency shielding arrangements, e.g. against EMI [Electro-Magnetic Interference] or EMP [Electro-Magnetic Pulse]
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/46Bases; Cases
    • H01R13/516Means for holding or embracing insulating body, e.g. casing, hoods
    • H01R13/518Means for holding or embracing insulating body, e.g. casing, hoods for holding or embracing several coupling parts, e.g. frames
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/46Bases; Cases
    • H01R13/502Bases; Cases composed of different pieces
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/46Bases; Cases
    • H01R13/514Bases; Cases composed as a modular blocks or assembly, i.e. composed of co-operating parts provided with contact members or holding contact members between them
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/648Protective earth or shield arrangements on coupling devices, e.g. anti-static shielding  
    • H01R13/658High frequency shielding arrangements, e.g. against EMI [Electro-Magnetic Interference] or EMP [Electro-Magnetic Pulse]
    • H01R13/6581Shield structure
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/66Structural association with built-in electrical component
    • H01R13/665Structural association with built-in electrical component with built-in electronic circuit
    • H01R13/6658Structural association with built-in electrical component with built-in electronic circuit on printed circuit board
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/58Means for relieving strain on wire connection, e.g. cord grip, for avoiding loosening of connections between wires and terminals within a coupling device terminating a cable
    • H01R13/5804Means for relieving strain on wire connection, e.g. cord grip, for avoiding loosening of connections between wires and terminals within a coupling device terminating a cable comprising a separate cable clamping part
    • H01R13/5808Means for relieving strain on wire connection, e.g. cord grip, for avoiding loosening of connections between wires and terminals within a coupling device terminating a cable comprising a separate cable clamping part formed by a metallic element crimped around the cable
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/64Means for preventing incorrect coupling
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R9/00Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, e.g. terminal strips or terminal blocks; Terminals or binding posts mounted upon a base or in a case; Bases therefor
    • H01R9/03Connectors arranged to contact a plurality of the conductors of a multiconductor cable, e.g. tapping connections
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S439/00Electrical connectors
    • Y10S439/901Connector hood or shell
    • Y10S439/904Multipart shell
    • Y10S439/906Longitudinally divided

Description

Kabelconnector
De uitvinding heeft betrekking op een kabelconnector met een behuizing omvattende: - een basis welke zich uitstrekt langs een longitudinale as tussen een voorzijde en een achterzijde van de kabelconnector, 5 waarbij de basis een kabelingangdeel voor een kabel omvat bij de achterzijde en een verder deel dat zich uitstrekt vanaf het kabelingangdeel langs de longitudinale as naar de voorzijde, waarbij het verdere deel één of meer bevestigingsstructuren omvat; 10 - ten minste één behuizingsdeel met één of meer bevestigings- elementen ingericht om samen te werken met de bevestigingsstructuren voor het bevestigen van het behuizingsdeel op de basis om de behuizing bij het verdere deel te voltooien 15 WO 2004/057707 openbaart een kabelconnector omvatten de een behuizing met een gegoten basis welke zich in hoofdzaak uitstrekt tussen een voorzijde en een achterzijde van de con-nector. Een gegoten eerste behuizingsdeel is bevestigd op de gegoten basis zodanig dat het gegoten eerste behuizingsdeel en 20 een eerste deel van de gegoten basis een eerste kabelconnector deel bepalen aan de achterzijde. Een plaatmetalen tweede behuizingsdeel is bevestigd op de gegoten basis zodanig dat het plaatmetalen tweede behuizingsdeel en een tweede deel van de gegoten basis een tweede kabelconnector deel aan de voorzijde 25 bepalen. Een dergelijke kabelconnector combineert een gegoten basis met een plaat metalen behuizingsdeel aan de voorzijde.
Het plaatmetalen behuizingsdeel verschaft de mogelijkheid om de wanddikte aan de voorzijde van de kabelconnector te beperken, zodanig dat de voorzijde van deze kabelconnector kan 30 worden ingevoerd in een aansluitpaneel voorzien van openingen met kleinere afmetingen, terwijl nog steeds gebruik kan worden gemaakt van gegoten delen. Gegoten delen staan in het algemeen een grotere vrijheid toe met betrekking tot de vormbaarheid 1026863 2 van een dergelijk deel. De gegoten basis die zich uitstrekt tussen de voorzijde en de achterzijde van de volledige behuizing verschaft rigiditeit aan deze kabelconnector.
Een probleem dat kleeft aan de kabelconnector volgens 5 de stand van de techniek is dat het bevestigen van het plaat -metalen deel op de gegoten basis complex is en nu en dan resulteert in een niet-adequate bevestiging, hetgeen nadelig is voor de mechanische- en elektromagnetische afschermings-prestaties van de kabelconnector.
10 Het is een doelstelling van de uitvinding om een ka belconnector te verschaffen met een basis die zich uitstrekt langs een longitudinale as van de kabelconnector met verbeterde bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van een behuizingsdeel op de basis.
15 Deze doelstelling wordt gerealiseerd door het ver schaffen van een kabelconnector met het kenmerk dat de bevestigingsstructuren en de bevestigingselementen zodanig zijn gestructureerd dat het behuizingsdeel een kracht gericht naar de basis ondervindt wanneer het behuizingsdeel langs de 20 longitudinale as van een bevestigingspositie naar een bevestigde positie wordt bewogen. Door het bewegen van het behuizingsdeel langs de longitudinale as van de basis wordt het behuizingsdeel strakgetrokken tegen de basis door de respectievelijke configuraties van de samenwerkende 25 bevestigingselementen en bevestigzinsstructuren. Dientengevolge kunnen de bevestigingselementen en bevestigingsstructuren worden voorgevormd, hetgeen de noodzaak wegneemt voor een operator om de bevestigingsmiddelen handmatig te vormen of te modificeren voor iedere individuele connector. Verder zijn de 30 voorgevormde bevestigingselementen en bevestigingsstructuren nauwkeurig gevormd om adequate vastklemming van het behuizingsdeel op de basis te verzekeren. Verder worden de vervaardigingskosten gereduceerd en/of is de productie groter omdat de toleranties zijn ingebouwd in de aangeleverde connec-35 torcomponenten hetgeen een goede prestatie en kwaliteit van de resulterende kabelconnector garandeert.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het behuizingsdeel een bovenwand en zijwanden waarbij de zij- 1 0 2 6 8 6 3 3 wanden de bevestigingselementen omvatten en waarbij de beves-tigingsstructuren en bevestigingselementen zodanig zijn gestructureerd dat de zijwanden een kracht ondervinden gericht naar de longitudinale as en de bovenwand en kracht gericht 5 naar de basis ondervindt wanneer het behuizingsdeel langs de longitudinale as van een bevestigingspositie naar een bevestigde positie wordt bewogen. Dientengevolge wordt het behuizingsdeel naar de basis getrokken in twee richtingen.
Voor de zijwanden van het behuizingsdeel wordt dit bij voor-10 keur bewerkstelligd door een uitvoeringsvorm waarbij de basis randen omvat parallel aan de longitudinale as en de bevesti-gingsstructuren zijn verschaft bij deze randen, waarbij ieder van de bevestigingsstructuren een geleidingssleuf omvat voor het bevestigingselement en een wigvormige structuur ingericht 15 om samen te werken met het bevestigingselement om een kracht op het behuizingsdeel uit te oefenen in de richting van de basis. Door het schuiven van de bevestigingselementen door de geleidingssluif en langs de wigvormige structuur, wordt een kracht uitgeoefend op de bevestigingselementen die zijn aange-20 bracht bij de zijwanden van het behuizingsdeel zodanig dat de zijwanden worden geklemd tegen de basis.
In het geval van een gegoten basis en een plaatmeta-len behuizingsdeel kan de gegoten basis worden beschadigd doordat de bevestigingelementen snijden in de gegoten bevesti-25 gingsstructuur. De resulterende losse deeltjes kunnen de prestaties van de connector beïnvloeden, bijvoorbeeld doordat elektrische kortsluitingen op ongewenste plaatsen ontstaan. In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de wigvormige structuur daarom een eerste oppervlak met een nor-30 maal welke een eerste hoek maakt ten opzichte van de longitudinale as en omvat het bevestigingselement een haakvormig deel met een binnenvlak dat is ingericht om aan te liggen tegen het eerste oppervlak van de wigvormig structuur bij bevestiging, waarbij de normaal van het binnenvlak een tweede 35 hoek maakt ten opzichte van de longitudinale as en waarbij de tweede hoek kleiner is dan de eerste hoek. Hierdoor ontstaat het eerste contact tussen het binnenoppervlak van het haakvormige deel en de wigvormige structuur langs een lijn wanneer 1 0 2 6 8 6 3 4 het behuizingsdeel van de bevestigingspositie naar de bevestigde positie wordt bewogen en wordt vervolgens een planair contact opgebouwd. Hierdoor wordt een ernstig snij-effect van het bevestigingselement in de bevestigingsstructuur voorkomen.
5 In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding maakt de normaal van een geleidingsoppervlak van de geleidingssleuf en/of de normaal van een tweede oppervlak van de wigvormige structuur een hoek met een richting loodrecht op de basis zodanig dat de bovenwand van het behuizingsdeel een kracht 10 ondervindt in de richting van de basis wanneer het behuizingsdeel langs de longitudinale as van een bevestigingspositie naar een bevestigde positie wordt bewogen. Hierdoor wordt het behuizingsdeel verder tegen de basis vastgeklemd.
Aangezien dichtheidsoverwegingen een geringe wanddik-15 te van de basis van de kabelconnector vereisen, zijn de bevestigingsstructuren bij voorkeur gevormd in een uitstulping die zich uitstrekt in de connectorbehuizing.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten de bevestigingsstructuren een invoerstructuur welke is ingericht 20 om de bevestigingselementen in hoofdzaak loodrecht op de longitudinale as in te voeren in de bevestigingspositie. Hierdoor behoeft het behuizingsdeel niet te worden gedeformeerd of op andere wijze te worden gemanipuleerd om de bevestigingselementen in de corresponderende bevestigingsstructuren van de basis 25 in te voeren.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het behuizingsdeel tegendrukstructuren nabij de bevestiginge-lementen welke zijn ingericht om samen te werken met de basis in een richting tegengesteld aan de richting van de kracht 30 naar de basis wanneer het behuizingsdeel langs de longitudinale as van een bevestigingspositie naar een bevestigde positie wordt bewogen. Deze tegendrukstructuren reduceren de kans dat de voorgevormde bevestigingstructuren worden beschadigd tijdens het bevestigen zoals anders het geval zou kunnen zijn 35 voor relatief zachte materialen, zoals gegoten metalen.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de basis één of meer steunstructuren welke zijn ingericht om con-tactranden van het behuizingsdeel te ondersteunen zodanig dat 1 0 2 6 8 6 3 5 . de contactranden van het behuizingsdeel in planair contact zijn met de basis wanneer het behuizingsdeel langs de longitudinale as van een bevestigingpositie naar een bevestigde positie wordt bewogen. Wederom voorkomt een dergelijke confi-5 guratie een snij lijncontact tussen het behuizingsdeel en de basis.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het kabelingangdeel een vergrendelstructuur welke is ingericht om samen te werken met vergrendelelementen van het behuizings-10 deel wanneer het behuizingsdeel wordt bewogen naar de bevestigde positie. Een dergelijk vergrendelsamenstel draagt bij aan het installatiegemak van de kabelconnector. De beves-tigingsstructuren deformeren elastisch tijdens de beweging van het behuizingsdeel naar de bevestigde positie. In de bevestig-15 de positie heeft het behuizingsdeel daarom de neiging terug te keren naar de bevestigingspositie door de veerkrachtwerking van de bevestigingselementen. Het vergrendelsamenstel maakt het voor een operator mogelijk om het behuizingsdeel te vergrendelen in de bevestigde positie en maakt het mogelijk om de 20 kabelconnector te testen of verder te voltooien. In een van de uitvoeringsvormen kan het vergrendelelement een lip omvatten en de vergrendelstructuur een oppervlak dat is ingericht om samen te werken met de lip om het behuizingsdeel te vergrendelen in de bevestigde positie. Een dergelijk lipsamenstel 25 garandeert een goede vergrendeling van het behuizingdeel. In een andere uitvoeringsvorm kan het vergrendelelement een convex of concaaf element zijn en vormt de vergrendelstructuur en complementaire concave respectievelijk convexe structuur om het behuizingsdeel te vergrendelen in de bevestigde positie.
30 Dergelijke structuren zijn eenvoudig te vervaardigen en vermijden dat een operator een lip moet manipuleren wanneer de behuizing weer moet worden geopend. Derhalve wordt de repa-reerbaarheid van de kabelconnector verbeterd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding 35 omvat het verdere deel één of meer terminal blokbehuizingen met ieder een positioneringsprofiel waarbij het behuizingsdeel verder een voorste rand omvat met één of meer positionerings-elementen welke zijn ingericht om samen te werken met het 1026863 6 positioneringsprofiel zodanig dat de positie van de terminal blokbehuizingen in de richting loodrecht op de basis wordt bepaald door het behuizingsdeel in de bevestigde positie. Aangezien de terminal blokbehuizingen typisch zijn gestapeld 5 bij de voorzijde van de kabelconnector worden cumulatieve tolerant iestapelingen verkregen. De samenwerking van de individuele positioneringsprofielen met de nauwkeurig gedefinieerde positioneringselementen aan het voorzijde van het behuizingsdeel verschaft een verbeterde positionering van de 10 terminal blokbehuizingen in de kabelconnector.
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de kabelconnector een verder behuizingsdeel dat is ingericht om samen te werken met de basis om de behuizing te voltooien bij het kabelingangdeel, waarbij het verdere behui-15 zingsdeel structuren omvat om samen te werken met het behuizingsdeel om het behuizingsdeel in de richting van de basis te dwingen en/of om te voorkomen dat het behuizingsdeel beweegt naar de bevestigingspositie. Het verdere behuizingsdeel voltooit de behuizing van de kabelconnector en verschaft 20 additionele maatregelen om het behuizingsdeel aan de voorzijde van de kabelconnector te positioneren.
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de basis vande kabelconnector een gegoten metalen basis en is het behuizingsdeel een plaatmetalen behuizingsdeel. Het 25 verdere behuizingsdeel is bij voorkeur ook een gegoten metalen component. Een dergelijke kabelconnector combineert een gegoten basis met een plaatmetalen behuizingsdeel aan de voorzijde. Het plaatmetalen behuizingsdeel verschaft de mogelijkheid om de wanddikte van de kabelconnector aan de 30 voorzijde te limiteren, zodanig dat de voorzijde van deze kabelconnector kan worden ingevoerd in een aansluitpaneel voorzien van openingen met kleinere dimensies, terwijl nog steeds gegoten delen kunnen worden toegepast. Gegoten delen staan in het algemeen een grotere vrijheid toe met betrekking 35 tot de vormgeving van een dergelijke deel. De gegoten basis welke zich uitstrekt tussen de voorzijde een de achterzijde van de volledige behuizing verschaft rigiditeit voor een dergelijke kabelconnector. Wanneer dergelijke vereisten echter 1026863 7 minder relevant zijn, kunnen andere materialen voor de verschillende componenten van de behuizing van de kabelconnector worden toegepast.
Opgemerkt wordt dat de hierboven beschreven uitvoe-5 ringsvormen, of aspecten daarvan, kunnen worden gecombineerd.
De uitvinding zal verder worden geïllustreerd aan de hand van de bijgevoegde tekeningen welke een schematisch voorkeursuitvoeringsvormen volgens de uitvinding tonen. Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding op geen enkele wijze is be-10 perkt door deze specifieke en de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen.
In de figuren toont:
Fig. 1 een kabelconnector volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; 15 Fig. 2 een behuizingsdeel van de kabelconnector vol gens Fig. 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figs. 3A-3F verschillende afbeeldingen en details van een basis van de kabelconnector van Fig. 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; 20 Figs. 4A en 4B een kabel verschaft in een kabelcon nector van Fig. 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figs. 5A-5C tonen verschillende afbeeldingen van details van de kabelconnector van Fig. 1 met een behuizingsdeel 25 in de bevestigingspositie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figs. 6A-6C verschillende afbeeldingen en details van de kabelconnector van fig. 1 met het behuizingsdeel in de bevestigde positie volgens de uitvoeringsvorm van de uitvinding. 30 Figs. 7a-7C twee uitvoeringsvormen van een vergren- delsamenstel voor het behuizingsdeel op de basis van de kabelconnector;
Figs. 8A-8B een verder behuizingsdeel van de kabelconnector van fig. 1 volgens een uitvoeringsvorm van de 35 uitvinding, en
Figs. 9A en 9B een voltooide kabelconnector en doorsnede langs de lijn A-A.
1026863 δ
Figs. 1, 2 en 3A-3F tonen een 1/0 kabelconnector 1 en zijn modulaire componenten, namelijk een basis 2 omvattende een kabelingangdeel 3 en een verder deel 4, een behuizingsdeel 5 en een verder behuizingsdeel 6. De basis 2 is een gegoten 5 metalen component, terwijl het behuizingsdeel 5 een plaatmeta-len U-vorm component is met zijwanden 7 en een bovenwand 8.
De kabelconnector 1 heeft een voorzijde F omvattende terminal blokbehuizingen 9 voor het aansluiten van de kabelconnector 1 op een tegenstuk. Deze terminal blokbehuizingen en 10 de contacten daarvan zijn beschreven in WO 2004/057707 van de aanvrager van de huidige uitvinding welke in de onderhavige aanvrage wordt geacht te zijn opgenomen met betrekking tot de vorm, constructie en functie van de terminal blokbehuizingen. Nadat contact is gemaakt kan een schroef 10 worden toegepast 15 om de kabelconnector 1 te bevestigen op bijvoorbeeld een back-paneel of een bordconnectorbehuizing. Het verdere deel 4 van de basis 2 strekt zich uit vanaf het kabelingangdeel 3 langs een longitudinale as L naar de voorzijde F van de kabelconnector. Verder heeft de kabelconnector 1 een achterzijde R met 20 een kabelingang voor een kabel 11.
Het kabelingangdeel 3 omvat een ruimte om een ferrule systeem van de kabel 11 te op te nemen (zie Figs. 4A, 4B en 9B). Hierna zal de kabelingangdeel 3 daarom ook worden aangehaald als ferruledeel 3. De ruimte omvat ribben 12 om samen te 25 werken met het ferrulesysteem en een uitgespaard deel of sleuf 13 om een flensdeel (getoond in fig. 9B) van het ferrule systeem van de kabel 11 op te nemen. Deze maatregelen van het ferruledeel 3 van de kabelconnector zijn beschreven in de niet-vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage NL 1026451 30 van de aanvrager van de huidige octrooiaanvrage welke aanvrage hierbij door referentie in de onderhavige aanvrage wordt geacht te zijn opgenomen met betrekking tot een uitvoeringsvorm van het ferruledeel 3.
Het ferruledeel 3 omvat verder bevestigingspilaren 14 35 voor het bevestigen van het verdere behuizingsdeel 6 op het ferruledeel 3 om de behuizing van de kabelconnector 1 bij het ferruledeel 3 te voltooien. Verder omvat het ferruledeel 3 een structuur 15 om de schroef 10 op te nemen.
1026863 9
Als onderdeel van de uitvinding omvat het ferruledeel 3 van de kabelconnector 1 een vergrendelstructuur 16 met een oppervlak 17 om samen te werken met het behuizingsdeel 5 zoals hierna in meer detail zal worden uitgelegd onder verwijzing 5 naar fig. 7A.
Het verdere deel 4 dat zich uitstrekt vanaf het ferruledeel 3 van de basis 2 omvat een oppervlak met een verdikt deel 20 nabij het ferruledeel 3 en een dunner deel 21 aan de voorzijde F van de kabelconnector 1. Het dunnere deel 21 heeft 10 uitsparingen 22 om elektrische kortsluiting te voorkomen wanneer de terminal blokbehuizingen 9 worden aangebracht en de draden van de kabel 11 worden aangesloten bij de aansluitbor-den bevestigd voor de terminal blokbehuizingen 9 (zie Fig.
4A). Verder wordt een opening 23 verschaft om een pen te ont-15 vangen voor de initiële positionering van de terminal blokbehuizingen in de richting van de normaal N2 van het oppervlak van het dunnere deel 21.
De kabelconnector 1 heeft steunstructuren 24 nabij het ferruledeel 3 en bij de voorzijde F om het behuizingsdeel 20 5 te ondersteunen.
De basis 2 van de kabelconnector 1 heeft bevesti-gingsstructuren 25 aan de voorzijde F van de kabelconnector 1 aan de randen 26. Aangezien voor hoge dichtheid kabelconnecto-ren de wanddikten van de behuizing minimaal dienen te zijn, 25 zijn de bevestigingsstructuren 25 ontworpen als uitstulpingen 27 die zich uitstrekken vanaf het oppervlak 21 naar het inwendige van de behuizing van de kabelconnector 1. De bevestigingsstructuren omvatten een invoerstructuur 28 vervaardigd als een sleuf in de uitstulping 27.
30 De bevestigingsstructuren 25 omvatten ieder een ge- leidingssleuf 29 en een wigvormige structuur 30 gevormd in de uitstulping 27. De wigvormige structuur 30 heeft een eerste oppervlak 31 met een normaal N31 die een eerste hoek α maakt met de longitudinale as L, zodanig dat de geleidingsleuf 29 35 wordt vernauwd in de richting van de achterzijde R naar de voorzijde F van de kabelconnector langs de longitudinale as L. Dit wordt het best weergegeven door de projectie in het vlak van het voorste deel van het verdere deel 4 in fig. 3E. Verder 1026863 10.
maakt de normaal N32 van een tweede oppervlak 32 van de wigvormige structuur 30 een hoek β met de richting N2 loodrecht op de basis 2, zoals het best is weergegeven door de zijprojectie van het voorste deel in Fig. 3F.
5. Het U-vormige behuizingsdeel 5 omvat bevestigingsele- menten 40 om samen te werken met de bevestigingstructuren 25 van de basis 2. De bevestiginselementen 40 zijn haakvormige elementen die zich uitstrekken vanaf de zijwanden 7. Deze be-vestigingsselementen 40 kunnen worden verschaft door stampen, 10 eventueel gevolgd door buigen van geschikte delen van het behuizingsdeel 5. Verder omvatten de zijwanden 7 optionele tegendrukstructuren 41 die zijn gepositioneerd om samen te werken met de buitenoppervlakken van de uitstulpingen 27 gedurende het bevestigen van het behuizingsdeel 5 op de basis 2.
15 De zijwanden 7 hebben ook contactranden 42 die zijn gepositioneerd om samen te werken met de steunstructuren 24.
De voorzijde van het behuizingsdeel 5 omvat positio-neringselementen 43 die de uiteindelijke positie van de terminal blokbehuizingen 9 bepalen nadat deze zijn voorgeposi-20 tioneerd door de hierboven genoemde pen welke is ingevoerd in de opening 23. Aangezien het behuizingsdeel 5 bij voorkeur is gemaakt van plaatmetaal kunnen dergelijke positioneringsele-menten 43 nauwkeurig worden gedefinieerd door het stampen van het plaatmetaal.
25 Aan de andere zijde van de behuizingsdeel omvat de zijwand 7 een vergrendelelement 44, hier weergegeven als een lip 44. De lip 44 is gepositioneerd zodanig dat deze samenvalt met de vergrendelstructuur 16 voor een bepaalde positie van het behuizingsdeel 5, zodanig dat de samenwerking van de lip 30 44 met het oppervlak 17 het behuizingsdeel in deze positie vergrendeld, zoals weergegeven in fig. 7A.
Ten slotte omvat het behuizingsdeel 5 bevestigingsbe-nen 45 die zich uitstrekken vanaf de achterrand van het behuizingsdeel 5. Wanneer het behuizingsdeel 5 is bevestigd op 35 de basis 2 strekken de bevestigingsbenen 45 zich uit in de richting van het ferruledeel 3. Aangezien de binnenzijde van het behuizingsdeel 5 bij voorkeur is bedekt met een elektrisch isolerende laag om elektrische kortsluiting tussen de sys- 1026863 |_ _ . - . _____ 11 teemaarde en de aardecontacten van de terminal blokbehuizingen te voorkomen, hebben de bevestigingsbenen 45 teruggevouwen einddelen 46 om een elektrisch contact tot stand te brengen tussen het ferrulesysteem van de kabel 11 en het behuizings-5 deel 5.
Figs. 4A en 4B, 5A-5C en 6A-6C illustreren opeenvolgende stappen in het bevestigingsproces van het behuizingsdeel 5 op de basis 2.
In fig. 4A wordt de kabel 11 voorzien van een ferru-10 lesysteem 50 aangebracht op de basis 2. Het ferrulesysteem 50 is gepositioneerd in het ferruledeel 3 van de basis 2 door het invoeren van een flens (getoond in Fig. 9B) in het uitgespaarde deel 13. Individuele draden 51 van de kabel 11 worden aangesloten op de aansluitborden 52 geassocieerd met de termi-15 nal blokbehuizingen 9 aan de voorzijde F van de kabelconnector 1. De aansluitborden of printed circuit bord (PCB's) 52 hebben gekromde randen teneinde de uitstoppingen 27 te passeren welke de bevestigingsstructuren 25 herbergen. De terminal blokbehui-zingen 9 zijn bovenop elkaar gepositioneerd in de richting van 20 de normaal van de basis 2. De terminal blokbehuizingen omvatten ieder positioneringsprofielen 53 ofwel als een integraal deel van de terminal blokbehuizingen dan wel als aparte delen aangebracht op de terminal blokbehuizingen 9.
Fig. 4B toont de situatie waarin het behuizingsdeel 5 25 is gepositioneerd boven de basis 2 van de kabelconnector 1 om het behuizingsdeel 5 te positioneren in de bevestigingsposi-tie. Dientengevolge dienen de bevestigingselementen 40 zodanig te zijn gepositioneerd dat deze bevestigingselementen 40 in de invoerstructuur 28 van de bevestigingsstructuur 25 kunnen wor-30 den gevoerd in hoofdzaak loodrecht op de longitudinale as L van de kabelconnector 1, dwz. hier in de richting van de normaal N32 als aangegeven door de pijl Al. De invoerstructuur 28 is gevormd zodanig dat de zijwanden 7 van het behuizingsdeel 5 in hoofdzaak elastisch worden vervormd wanneer het behuizings-35 deel 5 in de bevestigingspositie wordt gebracht.
Figs. 5A en 5B tonen het voorste deel van de kabelconnector 1 vanuit verschillende invalshoeken met het behuizingsdeel 5 in de bevestigingspositie. Fig. 5C laat een 1026863 12 planaire projectie zien van het verdere deel 4 van Fig. 5B. In de bevestigingspositie zijn de bevestigingselementen ingevoerd in de bevestigingsstructuur 25 via de invoerstructuur 28. Het einddeel van het haakgevorrade bevestigingselement 25 kan aan-5 liggen tegen het oppervlak van de geleidingssleuf 29.
Voor het bevestigen van het behuizingsdeel 5 dient het behuizingsdeel 5 te worden bewogen langs de longitudinale as L in de richting als aangegeven door de pijl A2 vanaf de achterzijde R naar de voorzijde F van de kabelconnector 1.
10 Aangezien de gegoten metalen basis 2 is vervaardigd van relatief zacht materiaal en losse metalen deeltjes nadelig kunnen zijn voor de prestaties van de kabelconnector 1, dient ervoor te worden gewaakt dat het behuizingsdeel 5 de basis 2 niet beschadigt. Daarom is het binnenvlak 401 van het 15 bevestigingselement 40 niet parallel aan het oppervlak 31 van de wigvormige structuur 30, aangezien dit een snijrandcontact tussen het bevestigingselement 40 en het oppervlak 31 kan bewerkstelligen wanneer beweging plaatsvindt in de richting van de pijl A2. Meer in het bijzonder maakt de normaal 40N van het 2 0 binnenvlak 401 een hoek γ met de longitudinale as L die kleiner is dan de hoek α zoals hiervoor gedefinieerd, zodanig dat bij het contact van het bevestigingselement met de wigvormige structuur 30 eerst een lijncontact wordt gemaakt dat zich gaandeweg ontwikkelt tot een planair contact van de vlakken 31 25 en 401.
Om dezelfde reden ondersteunen, in de bevestigingspositie, de steunstructuren 24 de contactranden 42 zodanig dat het behuizingsdeel 5 een in hoofdzaak planair contact maakt met de basis 2 in de bevestigingspositie.
30 Fig. 6A toont een kabelconnector 1 waarbij het behui zingsdeel 5 is bewogen in de richting A2 naar de bevestigde positie. Tijdens deze handeling vinden verschillende processen plaats, terwijl het behuizingsdeel 5 in hoofdzaak parallel blijft met de basis 2.
35 Zoals getoond in fig. 6B werken de positioneringsele- menten 43 aan de voorzijde van het behuizingsdeel 5 samen met de positioneringsprofielen 53 die zijn verschaft op de terminal blokbehuizingen 9. Deze samenwerking maakt dat de initiële 1026863 13 positionering van de terminal blokbehuizingen 9 wordt gecorrigeerd door de nauwkeurig gedefinieerde positioneringselementen 43, aangezien de positioneringselementen zijn gevormd in een stampproces dat een hoge mate van de nauwkeurigheid kent. Der-5 halve wordt een samenstel van terminal blokbehuizingen met hoge precisie verkregen aan de voorzijde F van de kabelconnec-tor 1.
Belangrijker is nog de wisselwerking van de bevesti-gingsstructuur 25 met de bevestigingselementen 40. Wanneer het 10 behuizingsdeel 5 wordt bewogen in de richting van de longitudinale as L maakt het haakvormige deel van het bevestigingselement 40 contact met de wigvormige structuur 30, meer in het bijzonder het eerste oppervlak 31 en het tweede oppervlak 32. Zoals hierboven beschreven ontwikkelt zich een 15 planair contact tussen het binnenvlak 401 en het oppervlak 31 tijdens de voorwaartse beweging van het behuizingsdeel 5. Ondertussen bewerkstelligt de helling van het oppervlak 31 dat de beweging van het bevestigingselement 25 door de gelei-dingsleuf 29 een kracht uitoefent op beide zijwanden 7 van het 20 behuizingsdeel 5 naar de longitudinale as L als aangegeven door de pijlen F7 in Fig. 6C. Verder zorgt de helling van het oppervlak 32 ervoor dat de bovenwand 8 van het behuizingsdeel een kracht ondervindt in de richting van de basis 2 wanneer de haakvormige bevestigingselementen 40 voortbeweegt door de ge-25 leidingssleuf 29 als aangegeven door de pijl F8.
De geleidingssleuf 29 vernauwd in de richting van de bevestigingspositie naar de bevestigde positie van het behuizingsdeel 5 zodanig dat op een bepaald moment verdere beweging van het behuizingsdeel 5 wordt voorkomen omdat een verdere 30 voortgang van het bevestigingselement 40 in de geleidingssleuf 29 wordt gestopt.
Bij voorkeur wordt de beweging van het behuizingdeel 5 echter afgebroken voordat dit stadium is bereikt en wordt deze bepaald door de wisselwerking van de positioneringsele-35 menten 43 aan de voorzijde van het behuizingsdeel 5 en de positioneringsprofielen 53 van de pengefixeerde terminal blokbehui zingen 9.
1026863 14
Samenvattend zijn, in deze uitvoeringsvorm, de beves-tigingstructuren 25 en de bevestigingselementen 40 zodanig gestructureerd dat een kracht wordt uitgeoefend op het behui-zingsdeel 5 naar de basis 2 wanneer het behuizingsdeel 5 wordt 5 bewogen langs de longitudinale as van een bevestigingspositie naar een bevestigde positie. Door het bewegen van het behuizingsdeel 5 langs de longitudinale as L van de basis 2 wordt het behuizingsdeel 5 vastgeklemd tegen de basis 2 door de respectievelijke configuraties van de samenwerkende bevestigings-10 elementen 40 en bevestigingsstructuren 25. Derhalve kunnen de bevestigingselementen 40 en bevestigingsstructuren 25 vooraf worden gevormd hetgeen de noodzaak wegneemt voor een operator om de bevestigingselementen 40 voor iedere individuele connec-tor handmatig te vormen of te modificeren. Verder kunnen de 15 vooraf gevormde bevestigingselementen 40 en de bevestigingsstructuren 25 nauwkeurig worden gevormd teneinde adequate vastklemming van het behuizingsdeel 5 op de basis 2 te verzekeren .
Tijdens de beweging van het behuizingsdeel 5 in de 20 richting van de longitudinale as L van de bevestigingspositie na de bevestigde positie kunnen zich aanzienlijke krachten ontwikkelen tussen de bevestigingsstructuur 25 van de basis 2 en de bevestigingselementen 40 van het behuizingsdeel 5. De tegendrukstructuren 41 kunnen worden toegepast om de kracht, 25 aangegeven door de pijl F8, te weerstaan en vervorming of schade te voorkomen aan het dunnere deel 21 van de basis 2.
Figs. 7A-7C tonen twee uitvoeringsvormen van een vergrendel samenstel van het behuizingsdeel 5 op de basis 2 van de kabelconnector 1. De wisselwerking van de flexibele bevesti-30 gingselementen 40 met de hellende oppervlakken 31, 32 van de wigvormige structuren 30 in de bevestigde positie van het behuizingsdeel 5 resulteren in een veerkrachtwerking terug naar de bevestigingspositie. Het is daarom voordelig om het behuizingsdeel 5 te vergrendelen wanneer het behuizingsdeel in de 35 bevestigde positie is als getoond in Figs. 6A-6C. Het vergren-delsamenstel maakt het mogelijk voor de operator om het behuizingsdeel 5 te vergrendelen in de bevestigde positie en 1026863 15 staat het hem toe om de kabelconnector te testen of verder te voltooien.
Fig. 7A toont een eerste uitvoeringsvorm, waarbij de behuizingsdëel 5 van fig. 2 is vergrendeld door de basis 2 als 5 weergegeven in Fig. 3A. De lip 44 werkt samen met het oppervlak 17 van de vergrendelstructuur 16 om het behuizingsdeel 5 te vergrendelen in de bevestigde positie. De lip 44 en vergrendel structuur 16 zijn gepositioneerd zodanig dat vergrendelactie plaatsvindt in de bevestigde positie. Dit Üp-10 samenstel garandeert een veilige vergrendeling van het behuizingsdeel 5.
Figs. 7B en 7C illustreren een verdere uitvoeringsvorm met enigszins gemodificeerde basis 2 en behuizingsdeel 5. De basis 5 omvat convexe structuren 60 bij de steunvlakken 24 15 terwijl het behuizingsdeel 5 complementaire concave elementen 61 bij de contactranden 42 omvat. Wanneer het behuizingsdeel 5 in de bevestigde positie is, vallen de convexe structuren 60 en concave elementen 61 samen en vergrendelen het behuizingsdeel 5 in de bevestigde positie. Een dergelijk 20 vergrendelsamenstel kan eenvoudig worden vervaardigd en vereist niet dat de operator een lip manipuleert wanneer hij de behuizing wil heropenen. Derhalve wordt een verbeterde repa-reerbaarheid van de kabelconnector 1 verkregen.
Figs. 8A en 8B illustreren vanuit verschillende in-25 valhoeken een uitvoeringsvorm van het verdere behuizingsdeel 6 om de behuizing van de kabelconnector 1 te voltooien bij het ferruledeel 3 van de basis 2. Dit verdere behuizingsdeel wordt typisch bevestigd op het ferruledeel 3 door het invoeren van de bevestigingspilaren 14 in de openingen 70 wanneer het be-30 huizingsdeel 5 in de bevestigde en de vergrendelde positie is.
Het verdere behuizingsdeel 6 omvat verschillende structuren 71, 72, 73 om samen te werken met het behuizingsdeel 5. De ribben 71 dwingen de zijwanden 7 van het behuizingsdeel 5 naar de basis 2, terwijl hetzelfde effect 35 wordt verkregen voor de bovenwand 8 door de uitstulpingen 72 wanneer het verdere behuizingsdeel 6 wordt bevestigd op het ferruledeel 3 van de basis 2. Verder heeft het verdere behuizingsdeel 6 een inwendig oppervlak 73 om beweging van het 1 0 26 86 3 16 behuizingsdeel 5 terug naar de bevestigingspositie te blokkeren. Een dergelijke blokkeermaatregel is met name relevant wanneer de kabelconnector 1 een vergrendelsamenstel heeft als weergegeven in Figs. 7B en 7C. Verder heeft het verdere behui-5 zingsdeel 6 interne structuren 74 met een vergelijkbare functie als de ribben 12 in het ferruledeel 3 van de basis 2.
Ten slotte tonen de Figs. 9A en 9B de voltooide kabelconnector 1 in zijaanzicht en in doorsnede A-A. Fig. 9B toont duidelijk dat het interne oppervlak 73 het behuizings-10 deel 5 blokkeert. De schikking van de kabel 11 in het ferrule systeem 50 en de opname in het ferruledeel 3 van de kabelconnector 1 is beschreven in de hiervoor geciteerde Nederlandse octrooiaanvrage NL 1026451.
Opgemerkt wordt dat de hierboven beschreven uitvoe-15 ringsvorm van de kabelconnector niet beperkend is voor de omvang van de uitvinding; verdere modificaties zijn mogelijk zoals het verschaffen van een helling voor de bodem van de ge-leidingssleuf 29 teneinde de bovenwand 8 van het behuizingsdeel 5 na de basis te dwingen of wel in combinatie 20 of zonder het hellende oppervlak 32 van de wigvormige structuur 3 0 .
1026863

Claims (18)

1. |jen kabelconnector (2) met een behuizing omvattende: een basis welke zich uitstrekt langs een longitudinale as tussen een voorzijde en een achterzijde van de kabelcon-5 nector, waarbij de basis een kabelingangdeel voor een kabel omvat bij de achterzijde en een verder deel dat zich uitstrekt vanaf het kabelingangdeel langs de longitudinale as naar de voorzijde, waarbij het verdere deel één of meer bevestigingsstructuren omvat; 10. ten minste één behuizingsdeel met één of meer bevesti- gingselementen ingericht om samen te werken met de bevestigingsstructuren voor het bevestigen van het behuizingsdeel op de basis om de behuizing bij het verdere deel te voltooien 15 met het kenmerk dat de bevestigingsstructuren en de bevestigingselementen zodanig gestructureerd zijn dat het behuizingsdeel een kracht gericht naar de basis ondervindt wanneer het behuizingsdeel langs de longitudinale as van een bevestigingspositie naar een beves- 20 tigde positie wordt bewogen.
2. De kabelconnector volgens conclusie 1, waarbij het behuizingsdeel een bovenwand en zijwanden omvat, waarbij de zijwanden de bevestigingselementen omvatten en waarbij de bevestigingsstructuren en bevestigingselementen zodanig zijn 25 gestructureerd dat de zijwanden een kracht ondervinden gericht naar de longitudinale as en de bovenwand een kracht gericht naar de basis ondervindt wanneer het behuizingsdeel langs de longitudinale as van een bevestigingspositie naar een bevestigde positie wordt bewogen.
3. De kabelconnector volgens conclusie 1 of 2, waar bij de basis randen omvat parallel aan de longitudinale as en de bevestigingsstructuren zijn verschaft bij deze randen, waarbij ieder van de bevestigingsstructuren een geleidings-sleuf omvat voor het bevestigingselement en een wigvormige 35 structuur ingericht om samen te werken met het bevestigings- 1026863 element om een kracht op het behuizingsdeel uit te oefenen in de richting van de basis.
4. De kabelconnector volgens conclusie 3, waarbij de wigvormige structuur een eerste oppervlak omvat met een nor- 5 maal welke een eerste hoek maakt ten opzichte van de longitudinale as om een kracht op het behuizingsdeel uit te oefenen in de richting van de basis.
5. De kabelconnector volgens conclusie 4, waarbij het bevestigingselement een haakvormig deel omvat met een binnen- 10 vlak ingericht om bij bevestiging aan te liggen tegen het eerste oppervlak van de wigvormige structuur, waarbij de normaal van het binnenvlak een tweede hoek maakt ten opzichte van de longitudinale as en waarbij de tweede hoek kleiner is dan de eerste hoek.
6. De kabelconnector volgens één of meer van de con clusies 3-5, waarbij de normaal van een geleidingsoppervlak van de geleidingssleuf en/of de normaal van een tweede oppervlak van de wigvormige structuur een hoek maakt met een richting loodrecht op de basis zodanig dat de bovenwand van 20 het behuizingsdeel een kracht ondervindt in de richting van de basis wanneer het behuizingsdeel langs de longitudinale as van een bevestigingspositie naar een bevestigde positie wordt bewogen .
7. De kabelconnector volgens één of meer van de voor- 25 gaande conclusies, waarbij de bevestigingsstructuur is verschaft bij de basis in een uitstulping die zich uitstrekt in de behuizing.
8. De kabelconnector volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsstructuren een 30 invoerstructuur omvatten welke is ingericht om de bevesti- gingselementen in hoofdzaak loodrecht op de longitudinale as in te voeren in de bevestigingspositie.
9. De kabelconnector volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het behuizingsdeel 35 tegendrukstructuren omvat nabij de bevestigingselementen welke zijn ingericht om samen te werken met de basis in een richting tegengesteld aan de richting van de kracht naar de basis wan 1026863 neer het behuizingsdeel langs de longitudinale as van een be-vestigingspositie naar een bevestigde positie wordt bewogen.
10. De kabelconnector volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingselementen voor- 5 gevormde haakvormige elementen omvat en waarbij ten minste een deel van het binnenvlak van de haakvormige elementen in ingericht om aan te liggen tegen de bevestigingsstructuur in de bevestigde positie.
11. De kabelconnector volgens één of meer van de 10 voorgaande conclusies, waarbij de basis één of meer steunst- ructuren omvat welke zijn ingericht om contactranden van het behuizingsdeel te ondersteunen zodanig dat de contactranden van het behuizingsdeel in planair contact zijn met de basis wanneer het behuizingsdeel langs de longitudinale as van een 15 bevestigingspositie naar een bevestigde positie wordt bewogen.
12. De kabelconnector volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het kabelingangdeel een ver-grendelstructuur omvat welke is ingericht om samen te werken met vergrendelelementen van het behuizingsdeel wanneer het be- 20 huizingsdeel wordt bewogen naar de bevestigde positie.
13. De kabelconnector volgens conclusie 12, waarbij het vergrendelelement een lip omvat en de vergrendelstructuur een oppervlak welk is ingericht om samen te werken met de lip om het behuizingsdeel in de bevestigde positie te vergrende- 25 len.
14. De kabelconnector volgens conclusie 12, waarbij het vergrendelelement een convex of concaaf element omvat en waarbij de vergrendelstructuur een complementair concave of convexe structuur omvat om het behuizingsdeel in de bevestigde 30 positie te vergrendelen.
15. De kabelconnector volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het verdere deel één of meer terminal block behuizingen omvat met ieder een positione-ringsprofiel en waarbij het behuizingsdeel een voorste rand 35 omvat met één of meer positioneringselementen welke zijn ingericht om samen te werken met het positioneringsprofiel zodanig dat de positie van de terminal block behuizingen in de rich 1026863 ting loodrecht op de basis wordt bepaald door het behuizings-deel in de bevestigde positie.
16. De kabelconnector volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het behuizingsdeel één of meer 5 bevestigingsbenen omvat welke zich uitstrekken vanaf een achterrand van het behuizingsdeel naar de kabelingangdeel.
17. De kabelconnector volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de kabelconnector een verder behuizingsdeel omvat dat is ingericht om samen te werken met 10 de basis om de behuizing de voltooien bij het kabelingangdeel en waarbij het verdere behuizingsdeel structuren omvat om samen te werken met het behuizingsdeel om het behuizingsdeel in de richting van de basis te dwingen en/of om te voorkomen dat het behuizingsdeel beweegt naar de bevestigingspositie.
18. De kabelconnector volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de basis een gegoten metalen basis is en het behuizingsdeel een plaatmetalen behuizingsdeel . 1026863
NL1026863A 2004-08-18 2004-08-18 Kabelconnector. NL1026863C2 (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026863A NL1026863C2 (nl) 2004-08-18 2004-08-18 Kabelconnector.
JP2007526324A JP2008510284A (ja) 2004-08-18 2005-07-11 ケーブルコネクタ
KR1020077006076A KR20070037659A (ko) 2004-08-18 2005-07-11 케이블 커넥터
US11/660,010 US7544095B2 (en) 2004-08-18 2005-07-11 Cable connector
EP10166843.2A EP2230730B1 (en) 2004-08-18 2005-07-11 Cable connector
PL10166843T PL2230730T3 (pl) 2004-08-18 2005-07-11 Łącznik kablowy
CNB2005800279536A CN100561803C (zh) 2004-08-18 2005-07-11 电缆连接器
AT05763192T ATE533209T1 (de) 2004-08-18 2005-07-11 Kabelverbinder
CA002576249A CA2576249A1 (en) 2004-08-18 2005-07-11 Cable connector
EP05763192A EP1792371B1 (en) 2004-08-18 2005-07-11 Cable connector
PCT/EP2005/007487 WO2006018076A1 (en) 2004-08-18 2005-07-11 Cable connector

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026863A NL1026863C2 (nl) 2004-08-18 2004-08-18 Kabelconnector.
NL1026863 2004-08-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1026863C2 true NL1026863C2 (nl) 2006-02-21

Family

ID=34972909

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026863A NL1026863C2 (nl) 2004-08-18 2004-08-18 Kabelconnector.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US7544095B2 (nl)
EP (2) EP1792371B1 (nl)
JP (1) JP2008510284A (nl)
KR (1) KR20070037659A (nl)
CN (1) CN100561803C (nl)
AT (1) ATE533209T1 (nl)
CA (1) CA2576249A1 (nl)
NL (1) NL1026863C2 (nl)
PL (1) PL2230730T3 (nl)
WO (1) WO2006018076A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4898855B2 (ja) * 2009-02-04 2012-03-21 矢崎総業株式会社 コネクタ
JP2013137922A (ja) * 2011-12-28 2013-07-11 Tyco Electronics Japan Kk 電気コネクタ
DE102013111715B4 (de) * 2013-10-24 2019-01-31 Phoenix Contact Gmbh & Co. Kg Modulkassettengehäuse
US9570730B2 (en) * 2015-05-29 2017-02-14 Tyco Electronics Corporation Bridge power connector

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19941806A1 (de) * 1998-09-03 2000-03-09 Whitaker Corp Steckverbinder mit einer Anordnung zur kabelseitigen Abdichtung des Steckverbinders sowie Verfahren zum Herstellen dieser kabelseitigen Abdichtung des Steckverbinders
US6168466B1 (en) * 1998-08-27 2001-01-02 Hon Hai Precision Ind. Co., Ltd. Shielded electrical connector
US20010046809A1 (en) * 2000-05-24 2001-11-29 Kiyohiko Chiran Receptacle type intermediate connector

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5503572A (en) * 1994-05-17 1996-04-02 Mod-Tap Corporation Communications connectors
US6036543A (en) * 1996-04-04 2000-03-14 Framatome Connectors International Connector assembly
TW476459U (en) * 2000-11-28 2002-02-11 Hon Hai Prec Ind Co Ltd Electrical connector
NL1022225C2 (nl) 2002-12-20 2004-06-22 Framatome Connectors Int Kabelconnector en werkwijze voor het samenvoegen van een kabel en een dergelijke kabelconnector.
NL1026451C2 (nl) 2004-06-18 2005-12-20 Framatome Connectors Int Kabelconnector en werkwijze voor het assembleren van een kabel en een dergelijke kabelconnector.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6168466B1 (en) * 1998-08-27 2001-01-02 Hon Hai Precision Ind. Co., Ltd. Shielded electrical connector
DE19941806A1 (de) * 1998-09-03 2000-03-09 Whitaker Corp Steckverbinder mit einer Anordnung zur kabelseitigen Abdichtung des Steckverbinders sowie Verfahren zum Herstellen dieser kabelseitigen Abdichtung des Steckverbinders
US20010046809A1 (en) * 2000-05-24 2001-11-29 Kiyohiko Chiran Receptacle type intermediate connector

Also Published As

Publication number Publication date
US7544095B2 (en) 2009-06-09
JP2008510284A (ja) 2008-04-03
EP2230730A3 (en) 2011-03-02
EP1792371B1 (en) 2011-11-09
ATE533209T1 (de) 2011-11-15
EP2230730B1 (en) 2013-05-01
WO2006018076A1 (en) 2006-02-23
US20080124975A1 (en) 2008-05-29
CN101006621A (zh) 2007-07-25
EP2230730A2 (en) 2010-09-22
CN100561803C (zh) 2009-11-18
EP1792371A1 (en) 2007-06-06
CA2576249A1 (en) 2006-02-23
KR20070037659A (ko) 2007-04-05
PL2230730T3 (pl) 2013-09-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6683654B1 (en) Flange back focus adjustment mechanism for a video camera
EP2082456B1 (en) Interface module
EP1851826B1 (en) Surface mount header assembly having a planar alignment surface
EP1411598B1 (en) A connector assembly, connector, connector assembling construction and method of assembling them
EP1854181B1 (en) Two piece surface mount header assembly having a planar alignment surface
US11424569B2 (en) Board connector
JPH10134913A (ja) 小形かつ高密度の高ピン数用電気コネクタおよび製造方法
KR20100050528A (ko) 상호체결식 모듈형 헤더 및 그것의 헤더 조립체
KR20200035201A (ko) 회로 기판용 전기 커넥터 및 회로 기판용 전기 커넥터의 제조 방법
NL1026863C2 (nl) Kabelconnector.
US5226833A (en) Electrical connector
US6585538B2 (en) Continuous conductor connector system for printed circuit boards
KR20070023823A (ko) 피벗식 액츄에이터를 구비한 플랫 회로 커넥터
JP6967974B2 (ja) コネクタハウジングの取付構造
AU2003204259A1 (en) Connector
JP7287832B2 (ja) 可動コネクタ
JP7403975B2 (ja) コネクタ
JP3025959B2 (ja) 電気コネクタを実装するためのフレーム構造
JP7360813B2 (ja) 可動コネクタ
JP2001085091A (ja) 基板用コネクタ
EP1139502B1 (en) Electrical connector and method for mounting the same on an electrical cable
CN113711443A (zh) 接头连接器
KR20020010326A (ko) 전기 커넥터 및 이를 전기 케이블에 장착하기 위한 방법
JP2020092045A (ja) 平型導体用電気コネクタ及び平型導体用電気コネクタの製造方法
JP2001351744A (ja) コネクタの可動構造

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090301