NL1026744C1 - Inrichting werkwijze en systeem voor het ontvangen en zenden van informatie met behulp van verschillende communicatienetwerken. - Google Patents

Description

TITEL Inrichting werkwijze en systeem voor het ontvangen en zenden van informatie met behulp van verschillende communicatienetwerken.

De uitvinding betreft inrichting, werkwijze en systeem voor het ontvangen en 5 zenden van informatie met behulp van verschillende communicatienetwerken. De inrichting is met name geschikt voor gebruik in eenT-DAB of DVB-T zendnetwerk gecombineerd met een GPRS communicatie netwerk. DAB (Digital Audio Broadcasting) en DVB (Digital Video Broadcasting) zendnetwerken en communicatietechnologie voor digitale audio en video overdracht met behulp van 10 een digitaal formaat zijn ontwikkeld ter vervanging van de bestaande inmiddels verouderde radio en televisie analoge zendtechnologie als b.v. FM (Frequency Modulation) en VHF/UHF televisiesignalen. In Europa is voor DAB het “Eureka 147 DAB” protocol afgesproken op basis van standaard ETSI EN 300 401 V1.3.3. Eureka DAB is ontwikkeld voor goede ‘mobiele' ontvangst en kan worden 15 toegepast op frequenties tussen 30 MHz tot 3 GHz. leder DAB-zendfrequentie met een bandbreedte van 1.536 MHz oftewel DAB-ensemble of DAB-block kan nu een multiplex aan audio en/of multimedia services bevatten afhankelijk van de gewenste en gekozen configuratie. De bruto bit-ratevan een multiplex is ongeveer 2,3 Mbits/s maar door redundantie, foutcorrectie en andere overhead ter 20 verbetering van de ontvangst is netto een datastroom van ongeveer 1,7 Mbits/s beschikbaar. Het ‘transmission frame’ kan flexibel, afhankelijk van de behoefte worden opgedeeld in segmenten zoals video, datastromen of audiozenders, bijvoorbeeld in zes 192 Kbits/s digitale audio datastromen of in tien 100 Kbits/s multimedia datastromen of iedere andere gewenste verdeling of combinatie.

25 Deze TM-I techniek voor DAB-zenders beneden 375 MHz is zeer geschikt voor een SFN (Single-Frequency Network, common frequency network of één frequentie netwerk). Met name doordat interferentieproblemen zoals intersymbol interferentie in overgangsgebieden tussen de verschillende zenders ook onderdrukt worden door de toegevoegde robuuste redundantie en foutcorrectie 30 ten behoeve yan een goede ‘mobiele’ of bewegende ontvangst,.

Voor hogere zendfrequenties zoals de L-band zijn nog 2 andere zendmodes gedefinieerd, TM-II en TM-IV. Met name TM-II en TM-IV zijn geschikt om te 1026744- 2 worden toegepast voor de zogenaamde L-band zenders waarvan de frequenties liggen tussen 1,452 en 1,492 GHz. Het zendsignaal wordt in deze zendmode opgesplitst in 384 (mode II) 768 (mode IV) draaggolven. Door de hogere frequentie van de draaggolf is de maximale onderlinge zenderafstand maar 5 ongeveer 25 km Mode II en ongeveer 50 km mode IV, terwijl voor VHF-III (band-III) frequenties (174-230 MHz) deze maximale zenderafstand ongeveer 100 kilometer is. Als gevolg daarvan worden veelal de band-lll frequenties gebruikt voor landelijke DAB SFN zendnetwerken en worden maar op zeer beperkte schaal L-band frequenties gebruikt voor regionale SFN toepassingen of voor lokale één 10 (MFN) zender toepassingen.

De inrichting volgens de uitvinding richt zich met name op zendnetwerken gevormd uit op de aarde geplaatste zenders; de zogenaamde Terrestrial- ofwel T-DAB netwerken ter onderscheid met b.v. kabel zendnetwerken of satellietzendemetwerken en met name op mobiele telefoonnetwerken zoals het 15 GPRS. GPRS is ontwikkeld als een tussenstap naar UMTS. GPRS bezit de mogelijkheden van de eerste generatie mobiele telefonie zoals GSM met daaraan toegevoegd circuit switched spraak verbinding en packet switched data functionaliteit.

20 De uitvinding beoogt daarom een inrichting voor het ontvangen en zenden van informatie ten behoeve van een gebruiker met behulp van verschillende communicatienetwerken waarbij de inrichting tenminste omvat: een centrale verwerkingseenheid of CPU module, voorzien van een CPU en werkgeheugen voor het besturen van de overige modules; een T-DAB Band-lll ontvanger; een T-25 DAB L-band ontvanger; een opslagmedium en een GPRS mobiele telefonie module.

De Inrichting is bij voorkeur voorzien van een gebruiksinterface, een interface module voor datacommunicatie met inrichtingen buiten de communicatieinrichting.

30 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het ontvangen en zenden van informatie met een communicatie-inrichling, omvattende de volgende stappen: 1026744- 3 ontvangen van digitale data met T-DAB band-lll ontvanger, ontvangen van digitale data met T-DAB L-band ontvanger, verwerken van de digitale data door de CPU module met behulp van een of meer softwareprogramma’s, 5 verzenden van de digitale data naar een of meer door de gebruiker gekozen modules.

Bij voorkeur worden de modules gekozen uit: GPRS module, opslagmodule, gebruikersinterface, interface module, luidspreker, microfoon, computer of een 10 cradle en de softwareprogramma’s gekozen uit: DAB applicatie, Internet applicatie, E-mail applicatie, Routeplanner applicatie, Alarmerings applicatie.

In het bijzonder omvat de werkwijze tevens: splitsen van de digitale data in de T-DAB ontvanger in een audio dataströom en een informatie datastroom, en bij 15 voorkeur tevens: verwerken van de informatie stroom zoals de FIC informatie door een of meer in de CPU module draaiende software applicaties om alarmberichten of paging-oproepen direct aan de gebruiker te presenteren.

20 In het bijzonder omvat de werkwijze tevens: verwerking van de ‘metatags’ in de informatiestroom zoals de FIC; opslag van informatie waarvan de ‘metatags’ overeenkomen met het door de gebruiker ingestelde profiel (Alter ego), en bij voorkeur tevens: opslaan van een selectie van Internet pagina’s (Webcaroussel) op het opslagmedium ten behoeve van direct (virtueel) surfen door de gebruiker.

25

De uitvinding beeft tevens betrekking op een communicatiesysteem voor het zenden en ontvangen van informatie omvattende: een T-DAB band-lll netwerk, een T-DAB L-band netwerk, 30 een GPRS netwerk, een centrale server, een communicatie-inrichting, 1026744- 4 waarbij de DAB netwerken en het GPRS netwerk centraal worden aangestuurd vanuit een centrale server voor het ontvangen en versturen van informatie naar de communicatie-inrichting.

5 Bij voorkeur is de centrale server voorzien van een beslissingsmodel welke aan de hand van parameters bepaald via welk netwerk de informatie naar de communicate-inrichting wordt gezonden.

In het bijzonder wordt, wanneer de hoeveelheid opgevraagde informatie de waarde van een eerste parameter (bijvoorbeeld 500 kB) niet overschrijdt, de 10 informatie via het GPRS netwerk verzonden.

Bij voorkeur wordt, wanneer de hoeveelheid opgevraagde informatie ligt tussen een eerste parameter (bijvoorbeeld 500 kB) en een tweede parameter (bijvoorbeeld 1 MB) de informatie via een DAB netwerk verzonden, indien voldoende ruimte aanwezig op de betreffende multiplex, anders wordt de 15 informatie via het GPRS netwerk verzonden.

In het bijzonder wordt, wanneer de hoeveelheid opgevraagde informatie de waarde van een tweede parameter (bijvoorbeeld 500 kB) overschrijdt, de informatie via een DAB netwerk verzonden.

20 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig.1 toont een blokdiagram van de communicatie-inrichting volgens uitvinding, Fig.2 toont een blokdiagram van het communicatie-systeem volgens uitvinding.

25 In Fig.1 wordt in een blokdiagram de communicatie-inrichting 7 volgens uitvinding getoond met T-DAB Band-lll ontvangmodule 1A enT-DAB L-Band ontvangmodule 1B. De ontvangers 1A en 1B ontvangen digitale data zoals een T-DAB block of multiplex H met bijvoorbeeld vijf digitale audiokanalen en twee datakanalen. In de ontvangers 1A en 1B wordt deze digitale informatie van elkaar gescheiden en de 30 gekozen informatie wordt naar de CPU module 3 gezonden. Data-informatie B en audio-informatie A worden voor de duidelijkheid mei een aparte pijl weergegeven; in werkelijkheid zijn deze datastromen opgenomen in het digitale zendframe of 1026744- 5 ‘symbol’ binnen het Eureka-DAB protocol en worden zi] pas in de ontvanger 1A of 1B weer van elkaar gescheiden in de verschillende datastromen. Het versturen van informatie tussen de DAB ontvangers 1A en 1B zal veelal plaats vinden over over een communicatiebus, maar desgewenst kan ook gebruik worden gemaakt 5 van meerdere communicatiebussen. De centrale verwerkingseenheid 3 oftewel CPU module omvat onder andere een hoeveelheid werkgeheugen en communicatiebussen naar de andere modules van de communicatie-inrichting 7. Met de CPU module 3 is een opslagmedium 4 verbonden door middel van een geschikte bekende communicatiebus. Dit opslagmedium 4 kan een harddisk zijn 10 maar ook een bank geheugenchips. Op het opslagmedium 4 zijn de programma’s opgeslagen voor de toepassingen welke op de centrale verwerkingseenheid zullen worden uitgevoerd. De CPU module 3 is tevens verbonden via verbinding E met gebruikers interface 5 welke bijvoorbeeld wordt gevormd door een LCD beeldscherm met een touch screen. Andere bekende gebruikersinterfaces kunnen 15 ook worden toegepast als een toetsenbord, navigatietoetsen in combinatie met een display. Met behulp van de gebruikersinterface kunnen opdrachten aan de verschillende modules worden gegeven via de CPU module 3.

Met de CPU module 3 is tevens verbonden via verbinding C de GPRS module 2 welke de communicatie verzorgt met het GPRS mobiele telefonie. De 20 communicatie-inrichting 7 is voorts voorzien van een interfacemodule 6 die digitale (audio) datastromen of datapaketten b.v. afkomstig van de CPU module 3 of van de GPRS 2 verzendt naar een inrichting buiten de communicatieinrichting 7 zoals bijvoorbeeld een analoge geluidsluidspreker 8 of een andere dataontvangende inrichting zoals een computer 10 of een cradle 11, welke is voorzien van een 25 voedingsaansluiting die voor doorzending zorgdraagt van de datastromen. De interfacemodule 6 zorgt tevens voor het inlezen van digitale datastromen afkomstig van bijvoorbeeld een microfoon 9 en zendt de data naar bijvoorbeeld GPRS 2 of CPU module 3. Optioneel kunnen de A/D en D/A omzetters deel uitmaken van de interfacemodule 6 wanneer een analoog audiosignaal wordt 30 ontvangen van de microfoon 9.

De gehele communicatieinrichting kan door de gebruiker worden bediend m.b.v. de gebruikersinterface. Bekende toepassingen als het voeren van een 1026744- 6 telefoongesprek en het zenden van een SMS kunnen worden uitgevoerd met de GPRS module 2. Via de gebruikersinterface 5 worden daartoe via de CPU module 3 de benodigde opdrachten aan de GPRS module 2 gezonden. De GPRS module 2 stuurt informatie via de CPU module 3 terug naar de gebruikersinterface zoals 5 bekende status informatie over telefoongesprekken of verstuurde of ontvangen SMS berichten.

De centrale verwerkingseenheid of CPU module 3 is voorts verbonden met opslagmedium 4. Op het opslagmedium 4 worden de (software) toepassingen opgeslagen welke op de CPU module uitgevoerd worden om bepaalde taken of 10 opdrachten te verrichten. Tevens kan het opslagmedium 4 worden gebruikt voor opslag van ontvangen data zoals audio data van een T-DAB ontvanger 1A, 1B of audio data van de GPRS module 2. Ook kan ontvangen multimedia data zoals bijvoorbeeld data of pagina’s van Internet worden opgeslagen op het opslagmedium 4.

15 De centrale verwerkingseenheid op CPU module 3 is multitasking zodat tegelijkertijd meerdere programma’s of applicaties kunnen worden uitgevoerd. Deze multitasking functies kunnen worden uitgevoerd en beheerd door een operating systeem zoals bijvoorbeeld Windows CE, Symbian of Linux.

Software toepassingen of applicaties welke kunnen wordt uitgevoerd op de 20 centrale verwerkingseenheid of CPU module 3 zijn: DAB applicatie zoals bijvoorbeeld een mediaplayer welke zorgt draagt voor het aansturen en afstemmen van de T-DAB ontvangers en die de digitale audio datastromen doorzend bijvoorbeeld naar de interfacemodule 6 voor beluistering door een gebruiker of naar het opslagmedium 4. Het is ook 25 mogelijk tegelijkertijd audio datastromen naar de interfacemodule 6 te sturen en een of meer audio datastromen naar het opslagmedium 4 te sturen

Internet applicatie zoals een Internet browser welke Internet informatie of 30 content kan opvragen en verwerken via de T-DAB ontvangers 1A of 1B

en/of GPRS module 2 en deze informatie kan opslaan op het opslagmedium 4 of tonen op gebruikersinterface 5.

1026744- 7 E-mail applicatie voor het afhandelen van alle zend en ontvang taken via de GPRS module 2 en display taken via het gebruikerinterface 5. Ook e-mail ontvangst er verwerking afkomstig van Internet kunnen desgewenst met 5 deze applicatie worden verwerkt.

Routeplanner applicatie voor het tonen van route-informatie bijvoorbeeld tijdens een autoreis. Optioneel kan via de GPRS module 2 of de T-DAB ontvangers 1A, 1B actuele data of informatie over de verkeerssituatie 10 bijvoorbeeld via het TMC (traffic management channel) van het FIC (Fast

Information Channel) van ieder DAB-multiplex aan de gebruiker worden getoond via het gebruikersinterface 5 en/of interfacemodule 6.

Alarmerings applicatie voor het ontvangen en verwerken van 15 alarmboodschappen zoals bijvoorbeeld via het EWC (Emergency Warning

Channel) van het FIC van een DAB multiplex welke applicatie tevens de alarmboodschap onder de aandacht brengt van de gebruiker via het gebruikerinterface 5 en/of interfacemodule 6.

20 Paging of oproep applicatie voor het ontvangen en verwerken van oproepen zoals bijvoorbeeld via het Pager Channel van het FIC van een DAB multiplex en om de gebruiker op de hoogte te brengen van de oproepinformatie.

25 Ter illustratie van de werking van de inrichting wordt als voorbeeld nu de werking van de Webcarrousel beschreven. Via de landelijke (Band-lll) en locale (L-Band) DAB- Allotment(s) of multiplexen wordt een Webcarrousel uitgezonden. De Webcarrousel bevat een selectie van Internetpagina's, bijvoorbeeld een aantal Internetpagina’s met lokale en/of nationale informatie. De Web carrousel data 30 wordt ontvangen door een T-DAB ontvanger 1A,1Ben via B naar de CPU module 3 gezonden. Vandaar gaat de data via E naar het opslagmedium 4 waar het wordt opgeslagen. De totale content van de Webcarrousel wordt bij de eerste verbinding 1026744- 8 met de landelijke multiplex in één keer opgeslagen. Zijn alle gegevens opgeslagen, dan blijven de gegevens bewaard op het opslagmedium 4 totdat er een update van de desbetreffende informatie plaatsvindt. De selectie van de Webcarrousel data van de L-Band vindt bijvoorbeeld handmatig plaats en kan op 5 ieder moment door de gebruiker aan zijn behoefte aangepast worden. De route van verwerking is gelijk aan die van de landelijke Webcarrousel. Om de gewenste informatie op te vragen, wordt via het touch screen van de gebruikersinterface 5 d.e webbrowser of Internet browser applicatie opgeslart. Via G, de CPU module 3, E en vanaf het opslag medium 4 wordt de informatie opgevraagd. Vanaf het 10 opslag medium 4, via E, de CPU module 3 en 6, komt de informatie bij het gebruikersinterface 5 terecht waar het wordt getoond. Op deze wijze wordt virtueel live op Internet gesurft, in andere woorden is het een vorm van walled Internet. Het is ook mogelijk om via de T-DAB ontvangers over het live Internet te surfen. De Internet surfactie kan worden gestart vanuit de landelijke of locale 15 Webcarrousel (de opgevraagde pagina bevindt zich niet in de Webcarrousel) of door in het gebruikersinterface 5 een Internet adres in te toetsen. Via G gaat de opdracht naar de CPU module 3. De CPU module 3 stuurt een vraag of verzoek via E naar het opslagmedium 4. Wanneer de gevraagde pagina niet aanwezig is op het opslagmedium 4 stelt de CPU module 3 de vraag via C en de GPRS 20 zender 2 aan het WWW. Via de GPRS module 2 wordt de informatie ontvangen en via C doorgestuurd naar de CPU module 3 die via G de informatie op het beeldscherm 5 toont.

Bevat de opgevraagde informatie een grote hoeveelheid bytes, dan wordt door software aan de ISP zijde (in onderhandeling met de DAB-multiplex software) 25 besloten de informatie via het DAB kanaal te versturen, bijvoorkeur een lokale L-band multiplex.

Als voorbeeld voor het afhandelen van de alarminformatie worden hier de werkwijzen voor verwerking van verkeerinformatie en calamiteiteninformatie 30 beschreven, r In de CPU module 3 wordt allereerst een geschikte software applicatie geladen zoals PITA (Personal Intelligent Travel Assistent) of navigatorsoftware of routeplanner. Via de DAB ontvangers 1A,1B wordt het TMC

1026744- 9 (Traffic Management Channel) ontvangen. Via B tornt de TMC informatie in de CPU module 3 terecht. In de CPU module 3 wordt de informatie aan de routeplanner software of applicatie toegevoegd. Via G wordt de aangepaste informatie op het beeldscherm getoond. De DAB ontvangers 1A,1B ontvangen 5 continu het EWC (Emergency Warning Channel). Op het moment, dat zich een calamiteit voordoet, wordt dit via het EWC bij de DAB ontvanger gemeld. Automatisch schakelt de ontvanger gedwongen over naar het calamiteitbericht. De i DAB ontvanger 1A,1B ontvangt via het EWC een calamiteitbericht. De DAB ontvanger 1A.1B schakelt gedwongen over naar het kanaal waar de 10 calamiteitinformatie wordt uitgezonden. De calamiteitinformatie wordt via A (audio) en B (data) naar de CPU module getransporteerd. Via G wordt de data informatie naar het beeldscherm getransporteerd, de actieve applicatie wordt direct onderbroken en dé calamiteiten informatie verschijnt direct op het scherm. Vanuit de CPU module wordt via F de audio informatie direct naar de interface module 15 zoals een bluetooth mudule 6 gestuurd. De actieve audio stroom wordt onderbroken en de calamiteiten informatie is hoorbaar. Staat de communicatie-inrichting in de monitor mode, dan wordt de inrichting aangeschakeld en begint het geluid te produceren en te trillen. Alle calamiteitinfoimatie, zowel audio als data en de reactie van de gebruiker hierop wordt vanuit de CPU module via E opgeslagen 20 op het opslag medium 4.

Het afhandelen van Paging of oproepinformatie door de communicatie inrichting vindt op navolgende wijze plaats. Het Paging softwareprogramma wordt geactiveerd door middel van een activeercommando via het touch screen van het 25 gebruikersinterface. Het commando gaat via G naar de CPU module 3 vanwaar het commando via E het paging-programma laadt en start vanaf het opslag medium 4. Via E, de CPU module 3 en G komt de informatie terecht bij het touch screen van het gebruikersinterface 5, waarop de informatie aan de gebruiker wordt getoond. Het Paging softwareprogramma is nu dwingend actief, dat wil zeggen: 30 alle op de cömmunicatie-inrichting draaiende programma’s worden onderbroken en er wordt direct aan de gebruiker gemeld dat er een oproepbericht is ontvangen.

Staat de communicatie-inrichting in de stand-by stand, dan wordt de 1026744- 10 communicatie-inrichting geactiveerd en begint het geluid te produceren en te trillen. Via de DAB ontvanger 1A,1B wordt de pageoproep ontvangen. De informatie gaat via B naar de CPU module 3. Vandaar wordt het voor opslag via E naar het opslagmedium 4 getransporteerd, waar het wordt opgeslagen. Gelijktijdig 5 wordt via G de informatie verstuurd dat er een page-bericht ontvangen is. De communicatie-inrichting begint gelijktijdig te trillen en geluid te produceren. Via het touch screen 5 en een daarop menu structuur wordt de informatie opgevraagd. Via G gaat het opvraag verzoek naar de CPU module 3. Vandaar gaat het opvraag verzoek naar het opslagmedium 4. De opgevraagde informatie kan uit data (tekst, 10 plaatjes en of video) en of audio bestaan. De data en of audio gaat via E naar de opslagmedium 4, vandaar wordt de data via G naar het beeldscherm van het gebruikersinterface 5 getransporteerd waarop de informatie aan de gebruiker wordt getoond. Het audio signaal wordt via F naar de interfacemodule 6 zoals een Bluetooth module getransporteerd.

15

De communicatie-inrichting kan ook zijn voorzien van functionaliteit door middel van speciale applicatiesoftware (Alter Ego) om het gebruiksgedrag te monitoren 20 en te analyseren. Dit gebruikersprofiel kan door de gebruiker verder naar zijn wensen worden aangepast. Met behulp van het gebruikersprofiel filtert Alter ego voor de gebruiker zinvolle informatie uit de data stromen, door de “meta data” die met de content wordt meegestuurd te vergelijken met de in het gebruikersprofiel aangegeven voorkeuren. Het profiel van de gebruiker wordt lokaal door de Alter 25 ego opgeslagen, bijvoorbeeld op het opslagmedium 4 en kan door de gebruiker aan of uitgezet worden. Hiermee kan zonder de privacy van de gebruiker te schenden toch direct marketing worden toegepast. Desgewenst kan ook betaalsoftware, dus betaal functionaliteit, aan de communicatie-inrichting worden toegevoegd. De Alter ego software, wanneer door de gebruiker ingeschakeld, 30 ontvangt en analyseert 24 uur per dag het Fast Information Channel (FIC) van een DAB ensemble. De Alter ego software wordt uitgevoerd op de CPU module 3 en ontvangt 24 uur per dag de FIC informatie. De FIC informatie wordt ontvangen 1026744- 11 door een of meer DAB ontvangers 1A.1B en via B komt deze informatie bij de CPU module 3 terecht. De Alter ego software beoordeelt de informatie op relevantie, aan de hand van een door de gebruiker ingesteld beslissingsmodel en beoordeelt of de informatie van toepassing is of niet. Is de informatie van 5 toepassing, dan wordt de informatie via E opgeslagen op het opslag medium 4.

In Fig.2 staat een overzicht van het communicatie-systeem met communicate-inrichting 7, T-DAB band-lll netwerk 12, T-DAB L-band netwerk 13 en GPRS netwerk 14. Dit voorbeeld toont de mogelijkheid om vanuit de centrale server 15 te 10 sturen hoe de door de gebruiker gewenste informatie naar de communicatie-inrichting 7 wordt gezonden.

Wanneer de gebruiker een Internet pagina opvraagt op zijn communicate-inrichting 7 wordt de vraag uiteindelijk door een centrale server 15 verwerkt. In deze server wordt ook beslist via welk netwerk de opgevraagde informatie zoals 15 een internetpagina naar de communicatie-inrichting 7 van de gebruiker wordt gezonden. De Internet pagina kan bijvoorbeeld worden opgevraagd bij Internet service provider (ISP) 16. Bij voorkeur is de server 15 voorzien van een beslissingsmodel applicatie, die aan de hand van ingestelde parameters besluit via welk netwerk de opgevraagde content naar de communicatie-inrichting 7 wordt 20 gestuurd. Bijvoorbeeld kan worden ingesteld dat boven de 500 Kbyte de informatie via een DAB netwerk wordt verzonden indien er voldoende ruimte is in het zend-frame van het betreffende DAB multiplex, anders wordt de informatie via het GPRS netwerk naar de communicatie-inrichting gezonden. Boven de 1 Mbyte wordt de informatie dwingend via een DAB netwerk verzonden, met andere 25 woorden er moet ruimte worden gemaakt in het DAB Ensemble. Veelal zal dan van een lokale L-band multiplex gebruikt worden gemaakt voor het verzenden van de gevraagde data, maar desgewenst kan door de server 15 worden besloten hiervoor een landelijk band-lll ensemble te gebruiken.

Dezelfde werkwijze kan ook worden toegepast voor interactieve radio waarbij de 30 gebuiker bijvoorbeeld meedoet aan een SMS-spel of aan een enquête. Het enquêteformulier kan worden meegezonden met digitale data van het DAB-multiplex. Wanneer de gebruiker de enquête wil invullen kan hij daardoor gebruik 1026744= 12 maken van de gebruikersinterface 5. Wanneer de enquête is ingevuld wordt de informatie via de GPRS module naar het GPRS netwerk 14 gezonden, die de informatie dan weer doorzendt naar de centrale seiver 15. Wanneer het resultaat of een tussenstand van de enquête bekend is dan kan door de centrale server 15, 5 eventueel gebruik makend van het beslissingsmodel, deze informatie naar de gebruiker worden gezonden via de meest optimale route en netwerk.

CONCLUSIES

1023744-

Claims (15)

1. Inrichting (7) voor het ontvangen en zenden van informatie ten behoeve van 5 een gebruiker met behulp van communicatienetwerken waarbij de inrichting (7) tenminste de volgende modules omvat: een centrale verwerkingseenheid of CPU. module (3) voorzien van een CPU en een werkgeheugen voor het besturen van de overige modules; een T-DAB Band—III ontvanger (1A); een T-DAB L-band ontvanger (1B); een opslagmedium (4) en een GPRS mobiele 10 telefonie module (2).

2. Communicatie-inrichting (7) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting tevens is voorzien van een gebruikersinterface (5).

3. Communicatie-inrichting (7) volgens een der conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de inrichting tevens is voorzien van een interfacemodule 6 voor datacommunicatie met inrichtingen (8, 9, 10, 11) buiten de communicatie-inrichting (7).

4. Werkwijze voor het ontvangen en zenden van informatie met een communicatie-inrichting (7) volgens een der conclusies 1 - 3, omvattende de volgende stappen: ontvangen van digitale data met T-DAB band-lll ontvanger (1A), ontvangen van digitale data met T-DAB L-band ontvanger (1B), 25 verwerken van de digitale data door de CPU module (3) met behulp van een of meer softwareprogramma’s, verzenden van de digitale data naar een of meer door de gebruiker gekozen modules (2, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11) 1026744-

5. Werkwijze volgens conclusies 4, met het kenmerk, dat voor de softwareprogramma’s wordt gekozen uit: DAB applicatie, Internet applicatie, E-mail applicatie, Routeplanner applicatie, Alarmemgs applicatie. 5

6. Werkwijze volgens een der conclusies 4-5, met het kenmerk, dat voor de modules worden gekozen uit: GPRS module (2), opslagmodule (4), gebruikersinterface (5), interface module (6), luidspreker (8), microfoon (9), computer (10) of een cradle (11). 10

7. Werkwijze volgens een der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat: splitsen van de digitale data in de T-DAB ontvanger (1A, 1B) in een audio datastroom (A) en een informatie datastroom (B).

8. Werkwijze volgens een der conclusies 4-7, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat: verwerken van de informatie stroom zoals de FIC informatie door een of meer in de CPU module (3) draaiende software applicaties om alarmberichten of paging-oproepen direct aan de gebruiker te presenteren. 20

9. Werkwijze volgens een der conclusies 4-8, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat: verwerking van de ‘melatags’ in de informatiestroom zoals de FIC; opslag van informatie waarvan de ‘metatags’ overeenkomen met het door de gebruiker ingestelde profiel (Alter ego). 25

10. Werkwijze volgens een der conclusies 4-9, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat: opslaan van een selectie van Internet pagina’s (Webcaroussel) op het opslagmedium (4) ten behoeve van direct (virtueel) surfen dopr de gebruiker.

30 L

11. Communicatiesysteem voor het zenden en ontvangen van informatie omvattende: 1026744- een T-DAB band-lll netwerk (12), een T-DAB L-band netwerk (13), een GPRS netwerk (14), een centrale server (15), 5 een communicatie-inrichting (7) volgens conclusies 1-3, waarbij de DAB netwerken (12,13) en het GPRS netwerk (14) centraal worden aangestuurd vanuit een centrale server (15) voor het ontvangen en versturen van informatie naar de communicatie-inrichting (7). 10 12.Communicatiesysteem volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de centrale server (15) is voorzien van een beslissingsmodel welke aan de hand van parameters bepaald via welk netwerk de informatie naar de communicate-inrichting (7) wordt gezonden. 15 13.Communicatiesysteem volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat wanneer de hoeveelheid opgevraagde informatie de waarde van een eerste parameter (bijvoorbeeld 500 kB) niet overschrijdt, de informatie via het GPRS netwerk wordt verzonden.

14. Communicatiesysteem volgens een der conclusie 12 - 13, met het kenmerk, dat wanneer de hoeveelheid opgevraagde informatie ligt tussen een eerste parameter (bijvoorbeeld 500 kB) en een tweede parameter (bijvoorbeeld 1 MB) de informatie via een DAB netwerk wordt verzonden, indien voldoende ruimte aanwezig op de betreffende multiplex, anders wordt de informatie via het

25 GPRS netwerk verzonden. 15.Communicatiesysteem volgens een der conclusies 12-14, met het kenmerk, dat wanneer de hoeveelheid opgevraagde informatie de waarde van een tweede parameter (bijvoorbeeld 500 kB) overschrijdt, de informatie via een

30 DAB netwerk wordt verzonden. 1028744-