NL1026722C2 - Inrichting en werkwijze voor het om een dekbed aanbrengen van een dekbedhoes. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor het om een dekbed aanbrengen van een dekbedhoes

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het om een dekbed aanbrengen van een dekbedhoes .

Het is bekend dat het in een dekbedhoes stoppen 5 van een dekbed een omslachtig karwei is. Zo dient bij het inbrengen van het dekbed via een insteekopening in de dekbedhoes gezorgd te worden dat hoekpunten van het dekbed in corresponderende hoeken van de dekbedhoes terecht komen. Dit laatste kan met name omslachtig zijn voor de 10 twee verst van de insteekopening gelegen hoeken. Verder kan het dekbed enigszins (dubbel)gevouwen of getordeerd in de dekbedhoes terechtkomen. Het dekbed dient dan in de dekbedhoes te worden rechtgetrokken, bijvoorbeeld met de hand door een arm in de dekbedhoes te steken. Verder is 15 het inbrengen van een tweepersoons dekbed in een dekbedhoes lastig, in het bijzonder wanneer dit door één persoon gedaan moet worden. Dit laatste hangt samen met de lastige hanteerbaarheid van het tweepersoons dekbed en dekbedhoes door hun relatief grote afmetingen.

20 Het is een doel van de uitvinding een inrichting te verschaffen die voor wat betreft tenminste één van bovengenoemde aspecten verbetering biedt.

Hiertoe verschaft de uitvinding een inrichting voor het om een dekbed aanbrengen van een dekbedhoes met 25 een insteekopening voor het dekbed, omvattend middelen Ü026722· 2 voor het ophangen van het dekbed en middelen voor het via de insteekopening over het hangende dekbed heentrekken van de dekbedhoes. Doordat het dekbed wordt opgehangen heeft deze een uiteengespreide vorm zodat dubbelvouwen van het 5 dekbed bij het daar overheen trekken van de dekbedhoes wordt tegengegaan. Bovendien komen door de uiteengespreide vorm van het dekbed de hoekpunten daarvan als vanzelf terecht in de overeenkomstige hoeken van de dekbedhoes.

Bij voorkeur zijn de middelen voor het ophangen 10 van het dekbed ingericht om het dekbed vlak, verticaal op te hangen.

In een voorkeursuitvoering zijn de middelen voor het over het dekbed heentrekken van de dekbedhoes ingericht om de dekbedhoes aan weerszijden van het hangende 15 dekbed aan te grijpen. De dekbedhoes kan zo bijvoorbeeld door aangrijpen van aan weerszijden van het hangende dekbed gelegen randen van de insteekopening over het dekbed heen worden getrokken. Het in een vloeiende beweging over het dekbed heentrekken van de dekbedhoes wordt 20 zo bevorderd.

Bij voorkeur zijn de middelen voor het over het hangende dekbed heentrekken van de dekbedhoes ingericht om de dekbedhoes van onderaf om het dekbed heen te trekken.

In een uitvoeringsvorm is de onderlinge afstand 25 van de eerste koorden en/of van de tweede koorden instelbaar. Hierdoor kan de inrichting geschikt gemaakt worden voor dekbedden van uiteenlopende afmetingen.

In een voorkeursuitvoering zijn de middelen voor het ophangen van het dekbed ingericht om het dekbed vanuit 30 een althans gedeeltelijk op een ondergrond liggende toestand op te trekken tot in de hangende toestand.

In een voorkeursuitvoering zijn de middelen voor het ophangen van het dekbed ingericht om het dekbed vrij van een ondergrond op te hangen. Het positioneren van de 35 dekbedhoes onder het dekbed wordt hierdoor vergemakkelijkt.

In een voorkeursuitvoering omvatten de middelen 1026722= 3 voor het over het hangende dekbed heentrekken van de dekbedhoes optrekbare eerste koorden met grijpers, in het bijzonder knijpers, voor bevestiging aan de dekbedhoes en/of omvatten de middelen voor het ophangen van het 5 dekbed optrekbare tweede koorden met grijpers, in het bijzonder knijpers, voor bevestiging aan het dekbed. Een bijvoorbeeld op een vloer liggend dekbed kan opgehangen worden door de knijpers van de tweede koorden te bevestigen aan een rand van het dekbed, en door vervolgens door 10 optrekken van de tweede koorden het dekbed omhoog te trekken tot in opgehangen toestand. Door de dekbedhoes met de insteekopening onder het vrij hangende dekbed te positioneren, en door de knijpers van de eerste koorden losneembaar met de randen van de insteekopening van de dekbedhoes 15 te verbinden, wordt door het daarna optrekken van de eerste koorden de dekbedhoes om het hangende dekbed heen getrokken. Na het over het dekbed heentrekken van de dekbedhoes wordt het dekbed losgenomen van de tweede koorden, en wordt de dekbedhoes losgenomen van de eerste 20 koorden. Het dekbed met dekbedhoes is dan gereed voor eigenlijk gebruik.

Bij voorkeur zijn de respectievelijke eerste koorden en/of de tweede koorden in vrij neerhangende toestand ongeveer in lijn met elkaar opgesteld, bij voor-25 keur op ongeveer gelijke onderlinge afstand. Hierdoor wordt het in een vloeiende beweging over het dekbed heentrekken van de dekbedhoes bevorderd.

Bij voorkeur zijn in vrij neerhangende toestand de eerste koorden aan weerszijden van de tweede koorden 30 aangebracht. De zich aan weerszijden van het hangende dekbed bevindende randen van de insteekopening van de dekbedhoes kunnen hierdoor middels de respectievelijke aan weerszijden van de tweede koorden aangebrachte eerste koorden recht omhoog worden getrokken.

35 In een uitvoering zijn hijsogen voorzien voor het daardoorheen optrekken van de eerste koorden en/of van de tweede koorden. De hijsogen kunnen bijvoorbeeld in een 1026722- 4 plafond geschroefd zijn, of alternatief in een aan een plafond bevestigde console geschroefd zijn.

In een alternatieve uitvoering is tenminste één roteerbare as voorzien met daarop bevestigde schijven met 5 radiale omtreksvlakken voor het om de radiale omtreksvlak-ken opwikkelen/afwikkelen van de eerste koorden en/of van de tweede koorden. Door het in de ene richting roteren van de tenminste ene as worden de eerste koorden en/of tweede koorden opgehesen (opgewikkeld om de radiale omtreksvlak-10 ken van de schijven) , en door het in de andere richting roteren van de tenminste ene as worden de eerste koorden en/of tweede koorden neergelaten (afgewikkeld van de radiale omtreksvlakken van de schijven). De eerste koorden en de tweede koorden kunnen elk een eigen roteerbare as 15 hebben voor het opwikkelen/afwikkelen daarvan.

Bij voorkeur zijn drie roteerbare assen voorzien voor respectievelijk het opwikkelen/afwikkelen van de tweede koorden, de aan een ene zijde van de tweede koorden aangebrachte eerste koorden, en de aan een andere zijde 20 van tweede koorden aangebrachte eerste koorden.

Vanuit een aspect van de uitvinding is de tenminste ene as telescopisch verlengbaar. Hierdoor kan de inrichting geschikt gemaakt worden voor dekbedden van verschillende afmetingen. Bij grotere dekbedden kan de 25 tenminste ene as door telescopisch uitschuiven verlengd worden. In het bijzonder is de mogelijkheid van het telescopisch verlengen van de tenminste ene as gunstig om kleinere verschillen in dekbedafmetingen te kunnen compenseren, bijvoorbeeld in een gebied van dekbedbreedten van 30 1,35 m tot 1,50 m.

Vanuit een verder aspect zijn de schijven in axiale richting langs de tenminste ene as verschuifbaar. Bijvoorbeeld kunnen na het telescopisch verlengen van de tenminste ene as de schijven daarlangs verschoven worden 35 tot in posities waarin de schijven (en dus de eerste en/of tweede koorden) een gelijke onderlinge afstand hebben.

Door de radiale omtreksvlakken van de schijven 1026722- 5 te voorzien van omlopende gleuven kan worden tegengegaan dat de eerste/tweede hijskoorden in axiale richting van de schijven aflopen.

In een uitvoeringsvorm is een omkasting voor de 5 tenminste ene as voorzien, waarbij de omkasting een door een, bijvoorbeeld elektrisch bedienbare, afdekplaat afdek-bare onderzijde heeft. Tijdens gebruik van de inrichting reiken de eerste en/of tweede koorden via de open onderzijde van de omkasting neerwaarts. Na gebruik van de 10 inrichting kunnen de eerste en/of tweede koorden worden opgetrokken tot binnen de omkasting waarna de onderzijde daarvan met de afdekplaat kan worden afgedekt.

In een uitvoeringsvorm zijn elektrische aandrij fmiddelen voorzien voor de middelen voor het 15 ophangen van het dekbed, in het bijzonder voor het optrekken van de eerste koorden, en/of voor de middelen voor het via de insteekopening over het hangende dekbed heentrekken van de dekbedhoes, in het bijzonder voor het optrekken van de tweede koorden, waarbij de elektrische 20 aandrijfmiddelen bij voorkeur een elektromotor omvatten.

Vanuit een aspect van de uitvinding zijn middelen, in het bijzonder een kikker, voorzien voor het vastleggen van de eerste koorden en/of van de tweede koorden. Door het vastleggen van de tweede koorden kan het dekbed 25 in hangende toestand vastgehouden worden. Men heeft dan beide handen vrij om met de eerste koorden de dekbedhoes over het dekbed heen te trekken.

Vanuit een aspect van de uitvinding breken de eerste koorden en/of de tweede koorden bij een trekkracht 30 in een gebied van ongeveer 80 N tot 150 N. De kans dat bijvoorbeeld kinderen zich verwonden aan de eerste/tweede koorden wordt zo beperkt, de veiligheid wordt vergroot.

In een uitvoeringsvorm is de inrichting verrijdbaar, hetgeen praktisch kan zijn in bijvoorbeeld hotels of 35 ziekenhuizen.

Vanuit een aspect van de uitvinding is de inrichting in hoogte verstelbaar. In het geval dat de in- 1026722- 6 richting verrijdbaar is kan door het verlagen van de hoogte de inrichting bijvoorbeeld door een deuropening verreden worden. Daarna kan men de oorspronkelijke hoogte van de inrichting weer instellen om de inrichting geschikt 5 te maken voor het eigenlijke gebruik daarvan.

In een uitvoeringsvorm is de inrichting voorzien van verlichting, bij voorkeur aangebracht om een omkasting van de inrichting.

De uitvinding voorziet voorts in een werkwijze 10 voor het om een dekbed aanbrengen van een dekbedhoes met een insteekopening voor het dekbed door het ophangen van het dekbed en het vervolgens via de insteekopening over het opgehangen dekbed heentrekken van de dekbedhoes.

Bij voorkeur wordt de dekbedhoes van onderaf om 15 het dekbed heengetrokken.

Bij voorkeur wordt de dekbedhoes losneembaar verbonden met eerste koorden, en waarbij vervolgens door optrekken van de eerste koorden de dekbedhoes over het dekbed heen wordt getrokken.

2 0 Bij voorkeur wordt het dekbed opgehangen aan tweede koorden.

Enige uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zullen hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van de figuren beschreven worden.

25 Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuren 2A-H tonen werkwijzestappen voor het om een dekbed aanbrengen van een dekbedhoes met de in figuur 1 getoonde inrichting.

30 Figuren 3A-C tonen een tweede uitvoeringsvoor beeld van een inrichting volgens de uitvinding, in onderaanzicht en in doorsnede.

De in figuur 1 getoonde handmatig bediende inrichting 1 voor het om een dekbed aanbrengen van een 35 dekbedhoes heeft een aan een plafond 2 bevestigde console 3 en een dwarsstuk 7. Ogen (hijsogen) 4 zijn in de console 3 vastgeschroefd om daar doorheen koorden 5,6 (eerste 1026722- 7 koorden voor bevestiging aan de dekbedhoes), en koorden 8 (tweede koorden voor bevestiging aan het dekbed) op te trekken en neer te laten. De ogen 4 zijn zodanig opgesteld dat de vrij neerhangende koorden 5 in lijn met elkaar 5 liggen, op gelijke onderlinge afstand. Evenzo liggen de respectievelijke vrij neerhangende koorden 6,8 in lijn met elkaar, op gelijke onderlinge afstand. Koorden 5,6 strekken zich aan weerszijden uit van koorden 8. De koorden 5,6,8 lopen langs console 3 door tot aan de achterzijde 10 van dwarsstuk 7 en kunnen via een daar aan het dwarsstuk 7 bevestigde kikker worden vastgezet. Knijpers 9 zijn aan de uiteinden van de vrij neerhangende koorden 5,6,8 bevestigd voor het inklemmen van het dekbed en de dekbedhoes.

Om redenen van inzichtelijkheid is de inrichting 15 1 getoond met neergelaten koorden 5,6,8. Wanneer de in richting 1 niet gebruikt wordt, worden de koorden 5,6,8 opgetrokken met de knijpers 9 tegen de ogen 4 waarna de koorden 5,6,8 middels de kikker worden vastgezet, deze uitgangstoestand is getoond in fig. 2A.

20 Uitgaande van de in fig. 2A getoonde uitgangs toestand laat men, om een dekbedhoes over een dekbed aan te brengen, eerst de koorden 8 neer zoals getoond in fig. 2B. Vervolgens wordt zoals getoond in fig. 2C het dekbed 11 op verschillende plaatsen langs een rand 10 daarvan 25 ingeklemd met de knijpers 9 van koorden 8. Daarna wordt het dekbed 11 met de koorden 8 opgetrokken zoals getoond in fig. 2D. Uiteindelijk komt het dekbed 11 dan terecht in een opgehangen toestand zoals getoond in fig. 2E waarna men de koorden 8 kan vastzetten met de kikker om het 30 dekbed 11 in opgehangen toestand vast te houden.

Vervolgens wordt zoals eveneens getoond in fig. 2E de dekbedhoes 12 met een insteekopening 13 daarvan gepositioneerd onder het hangende dekbed 11, en worden de koorden 5,6 neergelaten aan weerszijden van het dekbed 11. 35 Daarna worden knijpers 9 van koorden 5,6 bevestigd aan de respectievelijke aan weerszijden van het dekbed 11 gelegen randen van insteekopening 13. Dan wordt de dekbedhoes 12 1026722- 8 met koorden 5,6 over het hangende dekbed 11 heen getrokken zoals getoond in fig. 2F. Uiteindelijk is de dekbedhoes 12 volledig over het dekbed 11 heengetrokken zoals getoond in fig. 2G. Men kan dan het dekbed 11 met dekbedhoes 12 5 losnemen van de knijpers 9 voor eigenlijk gebruik, bijvoorbeeld door eerst het dekbed 11 met dekbedhoes 12 te laten zakken met de koorden 5,6,8 zoals getoond in fig. 2H.

Het in figuren 3A tm. 3C getoonde tweede uitvoe-10 ringsvoorbeeld van een inrichting 14 volgens de uitvinding heeft een bijvoorbeeld aan een plafond bevestigbare omkas-ting 15 met daarin opgesteld drie roteerbare assen 16.17.18 met respectievelijke daarop bevestigde schijven 19,20,21. De omkasting 15 heeft een compartiment 31 waarin 15 tandwielen en een motor zijn opgesteld om de assen 16.17.18 in rotatie aan te drijven. De schijven 19,20,21 hebben respectievelijke radiale omtreksvlakken 22,23,24 met daarin aangebrachte omlopende gleuven 25,26,27 om daarin koorden 28,29,30 op te wikkelen en af te wikkelen.

20 De uiteinden van koorden 28,29,30 zijn voorzien van respectievelijke knijpers 32,33,34. De assen 16,17,18 zijn zodanig onderling gerangschikt dat de afstand x tussen koorden 28,29 gelijk is aan de afstand y tussen koorden 29,30. De op beide uiteinden van as 17 aangebrachte schij-25 ven 2 0 liggen versprongen ten opzichte van de op beide uiteinden van assen 16,18 aangebrachte schijven 19,21. Dit hangt daarmee samen dat de dekbedhoes een iets grotere breedte heeft dan het dekbed.

Optioneel kunnen de omkasting 15 en de assen 30 16,17,18 telescopisch verlengbaar zijn zodat de inrichting 14 geschikt kan worden gemaakt voor dekbedden van uiteenlopende afmetingen. Bij voorkeur zijn daarbij de schijven 19,20,21 verschuifbaar over de respectievelijke assen 16,17,18, bijvoorbeeld via in de assen 16,17,18 aan-35 gebrachte spiebanen. In een uitvoering zijn daarbij de direct aan het compartiment 31 grenzende schijven 19,20,21 vast (onverschuifbaar) op de assen 16,17,18 gemonteerd. In ΙΑ2Θ7.22- 9 de omkasting 15 (of in de in figuren 1 en 2 getoonde console 3) kan optioneel verlichting worden aangebracht, bijvoorbeeld een aantal spotlights. Verder is het mogelijk de onderzijde van de omkasting 15 te voorzien van een 5 afdekplaat voor het afdekken van de omkasting 15 wanneer de inrichting 14 niet gebruikt wordt. De koorden 28,29,30 met knijpers 32,33,34 dienen daarbij voorafgaand aan het afdekken opgetrokken te worden tot binnen de omkasting 15.

Ook voor het losnemen van een over dekbed 11 10 aangebrachte dekbedhoes 12 kunnen de in figuren 1, 2 en 3 getoonde inrichtingen 1 en 14 gebruikt worden. Men legt dan het dekbed 11 met dekbedhoes 12 op de grond waarna de knijpers 9 van bijvoorbeeld koorden 8 (of bijvoorbeeld knijpers 33 van koorden 2 9) via de insteekopening 13 aan 15 het dekbed 11 bevestigd worden. Vervolgens wordt het dekbed 11 met de koorden 8 (of koorden 29) opgetrokken waarbij de dekbedhoes 12 vanzelf van het dekbed 11 af-glijdt. Het opgetrokken dekbed 11 kan men dan bijvoorbeeld enige tijd laten hangen om te luchten, alvorens men een 20 schone dekbedhoes 12 om het dekbed 11 aanbrengt. Alternatief kan men de dekbedhoes 12 omhoogtrekken waarbij het dekbed 11 op de grond blijft liggen.

Met de in figuren 1, 2 en 3 getoonde inrich tingen 1,14 kan dekbedhoes 12 eenvoudig over dekbed 11 25 heen worden getrokken. Daarbij komen hoekpunten van het dekbed 11 als vanzelf terecht in overeenkomstige hoeken van de dekbedhoes 12. Dubbelvouwen van het dekbed 11 bij het daaroverheen trekken van de dekbedhoes 12 treedt niet op. Met name het over een tweepersoons dekbed heentrekken 30 van een dekbedhoes wordt vergemakkelijkt aangezien de inrichtingen 1,14 eenvoudig door één persoon bedienbaar zijn. Dé inrichtingen 1,14 kunnen door juiste dimensione-ring geschikt gemaakt worden voor alle soorten en maten dekbedden en dekbedhoezen.

1028722-

Claims (32)

1. Inrichting voor het om een dekbed aanbrengen van een dekbedhoes met een insteekopening voor het dekbed, omvattend middelen voor het ophangen van het dekbed en middelen voor het via de insteekopening over het hangende 5 dekbed heentrekken van de dekbedhoes.

2. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij de middelen voor het ophangen van het dekbed zijn ingericht om het dekbed vlak, verticaal op te hangen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 waarbij 10 de middelen voor het over het dekbed heentrekken van de dekbedhoes zijn ingericht om de dekbedhoes aan weerszijden van het hangende dekbed aan te grijpen.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3 waarbij de middelen voor het ophangen van het dekbed zijn 15 ingericht om het dekbed vanuit een althans gedeeltelijk op een ondergrond liggende toestand op te trekken tot in de hangende toestand.

5. Inrichting volgens een der conclusies 1-4 waarbij de middelen voor het ophangen van het dekbed zijn 20 ingericht om het dekbed vrij van een ondergrond op te hangen.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de middelen voor het over het hangende dekbed heentrekken van de dekbedhoes zijn ingericht om de 25 dekbedhoes van onderaf om het dekbed heen te trekken.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij de middelen voor het over het hangende dekbed heentrekken van de dekbedhoes optrekbare eerste koorden met grijpers, in het bijzonder knijpers, voor bevestiging 30 aan de dekbedhoes omvatten en/of waarbij de middelen voor het ophangen van het dekbed optrekbare tweede koorden met ! grijpers, in het bijzonder knijpers, voor bevestiging aan 140267.22· ί ----------- — ------- — ________ i het dekbed omvatten.

8. Inrichting volgens conclusie 7 waarbij de respectievelijke eerste koorden en/of de tweede koorden in vrij neerhangende toestand ongeveer in lijn met elkaar 5 zijn opgesteld.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8 waarbij de respectievelijke eerste koorden en/of de tweede koorden in vrij neerhangende toestand ongeveer op gelijke onderlinge afstand zijn opgesteld.

10. Inrichting volgens een der conclusies 7-9 wanneer afhankelijk van conclusie 3 waarbij in vrij neerhangende toestand de eerste koorden aan weerszijden van de tweede koorden zijn aangebracht.

11. Inrichting volgens een der conclusies 7-10 15 waarbij de onderlinge afstand van de eerste koorden en/of van de tweede koorden instelbaar is.

12. Inrichting volgens een der conclusies 7-11 waarbij hijsogen zijn voorzien voor het daardoorheen optrekken van de eerste koorden en/of van de tweede koor- 2. den.

13. Inrichting volgens een der conclusies 7-12 waarbij tenminste één roteerbare as is voorzien met daarop bevestigde schijven met radiale omtreksvlakken voor het om de radiale omtreksvlakken opwikkelen/afwikkelen van de 25 eerste koorden en/of van de tweede koorden.

14. Inrichting volgens conclusie 13 wanneer afhankelijk van conclusie 10 waarbij drie roteerbare assen zijn voorzien voor respectievelijk het opwikkelen/afwikkelen van de tweede koorden, de aan een ene zijde van de 30 tweede koorden aangebrachte eerste koorden, en de aan een andere zijde van tweede koorden aangebrachte eerste koorden.

15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14 waarbij de tenminste ene as telescopisch verlengbaar is.

16. Inrichting volgens conclusie 13, 14 of 15 waarbij de schijven in axiale richting langs de tenminste ene as verschuifbaar zijn. f1026722-

17. Inrichting volgens een der conclusies 13-16 waarbij de radiale omtreksvlakken van de schijven zijn voorzien van omlopende gleuven.

18. Inrichting volgens een der conclusies 13-17 5 waarbij een omkasting voor de tenminste ene as is voorzien, waarbij de omkasting een door een afdekplaat afdek-bare onderzijde heeft.

19. Inrichting volgens conclusie 18 waarbij de afdekplaat elektrisch bedienbaar is.

20. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elektrische aandrijfmiddelen zijn voorzien voor de middelen voor het ophangen van het dekbed, in het bijzonder voor het optrekken van de eerste koorden, en/of voor de middelen voor het via de 15 insteekopening over het hangende dekbed heentrekken van de dekbedhoes, in het bijzonder voor het optrekken van de tweede koorden, waarbij de elektrische aandrijfmiddelen bij voorkeur een elektromotor omvatten.

21. Inrichting volgens een der conclusies 7-20 20 waarbij middelen zijn voorzien voor het vastleggen van de eerste koorden en/of van de tweede koorden.

22. Inrichting volgens conclusie 21 waarbij de middelen voor het vastleggen een kikker omvatten.

23. Inrichting volgens een der conclusies 7-22 25 waarbij de eerste koorden en/of de tweede koorden breken bij een trekkracht in een gebied van ongeveer 80 N tot 150 N.

24. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij de inrichting verrijdbaar is.

25. Inrichting volgens een der voorgaande con clusies waarbij de inrichting in hoogte verstelbaar is.

26. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van verlichting, bij voorkeur aangebracht om een omkasting van de inrichting.

27. Werkwijze voor het om een dekbed aanbrengen van een dekbedhoes met een insteekopening voor het dekbed door het ophangen van het dekbed en het vervolgens via de 1(026722- insteekopening over het opgehangen dekbed heentrekken van de dekbedhoes.

28. Werkwijze volgens conclusie 27, waarbij de dekbedhoes van onderaf om het dekbed wordt heengetrokken.

29. Werkwijze volgens conclusie 27 of 28 waarbij de dekbedhoes losneembaar verbonden wordt met eerste koorden, en waarbij vervolgens door optrekken van de eerste koorden de dekbedhoes over het dekbed heen wordt getrokken.

30. Werkwijze volgens een der conclusies 27-29 waarbij het dekbed wordt opgehangen aan tweede koorden.

31. Inrichting omvattend één of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de figuren weergegeven kenmerkende maatregelen.

32. Werkwijze omvattend één of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de figuren weergegeven kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- *026722-